T
u
RATINÉ' WINTERJASSEN
Tweede Blad.
I. GRUNWALD, Keizerstraat 116 (boven).
C. VAN TRIET,
VAN ZATERDAG 20 OCTOBER 1923.
PLAATSELIJK NIEUWS.
De hee® J. Hillebrandt, leerling de® Ra-
dmschool, aliier, slaagde gisteren te den
Haag voor het BflkscertiticiaaA van Radio-
tülegrallsfc.
Hr Ms. „Tromp".
Hr. Ma „Tromp" la 10 Octobe® van Al
giers vertrokken.
Uitslag
der openbare verkooping gebonden te Hel
der op 17 Ootober 1923 in bet lokaal „Oasmo"
alhier, ten overstaan van Notaris O. J. Baas
te Helder van:
Het onlangs nieuw gerestaureerde hiuis,
naar de eisoben des tflda ingericht tot slage
rij met nieuwe slachtplaats en erf aan de Ko
ningstraat na 104 te Helder, groot 1 are 20
centiaren.
Kooper A. J. v. Weelde, q.q. voor B6Ü0.—
OverheidspersoneeL
Door bet Comité ter behartiging van de alge
meene belangen van Overheidspersoneel (A.O.
O.P.) was voor Donderdagavond eene groote
algemeene vergadering uitgeschreven in „Ca
sino", waarin de door de Regeering voorge
stelde salamsverslechteringen zouden worden
besproken. Als sprekers traden hierbij op de
heeren Tiepen voor de Werklieden, Lub (in
plaats van zooals aanvankelijk was bekend ge
maakt Waterberg) voor de Ambtenaren en
Lamers voor de Onderwijzers. De zangvereeni-
ging „Kunst aan 't Volk" verleende hare mede
werking.
De zaal was goed1 bezet, en in afwachting van
de komst der sprekers kortte men zich al vast
den tijd met zingen. En nadat „Kunst aan
't Volk" zich had doen hooren, opende de Voor
zitter de vergadering en gaf het woord aan den
eersten spreker, den heer Tiepen.
Het College van B. en W., voor deze bijeen
komst uitgenoodigd, had! bericht gezonden niet
te zullen komen. Wethouder Verstegen had bij
afzonderlijk schrijven bericht wegens ambts
bezigheden verhinderd te zijn.
Naar men ons mededeelde, was uit Schagen
een auto met een aantal belangstellenden on
derweg. Het duurde dan ook niet lang of deze
gasten, omstreeks 20 in getal, afgevaardigden
van den Bond van Ned. Onderwijzers en het
Postpersoneel, kwamen binnen en werden na
tuurlijk met een hartelijk applausje begroet
De heer Hepen begint zijn rede met te oon-
stateeren, dat deze vergadering geslaagd is. Er
is hier een tot bevrediging stemmend aantal
bezoekers. Dit verheugt ons, want inderdaad is
er aanleiding om onze verontwaardiging over
de handelwijze der regeering eens uit te druk
ken, en over haar totaal gebrek aan onderhan
delen niet de organisaties.
De steatsbegrooting levert volgens Minister
Oolfln een aanmerkelijk tekort op, en die 175
millioen wil min. Oolijn trachten te dekken
door een complex van maatregelen, waarvan
enkele van diep-ingrflpenden aard zijn. Reeds
voor Januari a.s. wordt een salarisvermlndering
van 10 in het uitzicht gesteld, die nogmaals
door een dergelijke vermindering zal worden
gevolgd. Verder is een herziening van1 de sa-la-
risregeling ook nog op ander gebied voorgeno
men, en als 's Ministers plannen doorgaan,
beteekent dat, dat eigenlijk individueel elk sa
laris op zichzelf beschouwd wordt. Wat is daar
van het gevolg? Dat de meeste hooge salaris
pen niet minder dan 10 de lage daarentegen
met meer dan 10% zullen worden verminderd.
Voor werklieden wordt <je regeling nog
slechter.
Art. 40 staat Oolijn bij zijn plannen in den
weg. Hij is om advies geweest bij de Centrale
Oommissie voor georganiseerd! Overleg en deze
heeft op deugdelijke gronden het voorstel tet
intrekking van art. 40 afgewezen. Zij heeft tal
van cijfers en gegevens gepubliceerd, waaruit
afdoende blijkt, dat er voor de regeering aller
minst reden is tot afschaffing van dat artikel
over te gaan. Art. 40 is een belofte van de re
geering, het is een bezit van de ambtenaren,
en als men dit zonder meer schrapt, is dat een
daad, die in strijd is met eer en geweten eener
christelijke regeering.
Als Oolijn Inderdaad de sterke man Is, waar
voor men hem houdt, dan zou hij over dat ad
vies van het Georg. Overleg moeten heenstap
pen. Dat hij dit tet nog toe niet deed of kon
doen, is het gevolg van onze agitatie.
Is deze noodmaatregel noodig voor de dek
king dér tekorten? Neen, antwoordt spr. Er
!s 'een tekort, en als dat gedékt moet wordien,
moet dat over de geheele bevolking worden
omgeslagen, en niet uitsluitend over ons. Dat
is niet billijk. De regeering, die dit tekort van
onze salarissen wil afnemen, beschikt mlét
eens over behoorlijke gegevens hieromtrent.
De salarissen zijn gebaseerd op Indexcijfers uit
een vorig jaar, toon de duurte nog niet op het
hoogtepunt stopdi.
En nu zouden wij het begrijpelijk kunnen
vinden als de regeering kleine verlagingen in
voerde, als.... er niet vooraf iets ware ge
schied-. Er zijn n.L al tal van verslechteringen
ingevoerd, waarvan spr. eenlge noemt, afschaf
fing vacantietoeslag, 81/» premiestorting,
enz. Nu komen deze maatregelen weer; deze
christelijke regeering pleegt woordbreuk, en
zelfs onder haar eigen arbeiders laait thans het
verzet op. Hopen wij, dat straks in de Kamer
ook hun stem mag worden gehoord door hun
afgevaardigden I
De pers is onder den invloed gekomen van
de actie; en ook anderen. De Koningin heeft
zich bereid verklaard 10 van haar verhoogd
(salaris te offeren, als.... wij het ook doen.
De Koningin is dus vanzelf buitengewoon ge
ïnteresseerd bij- onze actie. Ook dé R.-K. Ka
merfractie bood 10 van haar Inkomen aan,
en zelfs zijn er enkele kleine ambtenaartjes,
die dit deden. Och arme!
[Wij protesteeren er tegen, dat wij een sluit-
post moeten worden van de begrooting. Als de
regeering het eerlijk met ons meende, dan had
zij ons met de cijfers moeten aantoonen, dat
onze salarissen boven het gemiddelde staan,
en had zij moeten aanbieden met ons te onder
handelen. Nu Oolijn plotseling met zijn plannen
komt, ontmoet hij overal verzet. Wat dacht hij
dan? Dat wfl koelies waren, zooals die waar
mede hij in Indfe werkte?
'Maar Oolijn hóeft in ieder geval iets bereikt:
met zijn plaatselijke regeling bereikt hij ©en
stelsel, dat verder gaat dan de classificatie. Men
wilde dé heele salarisregeling stukmaken en d©
regeling weder in- handen geven van de hoofden
der dienstvakken.-Indertijd as Sterk 'boos uit
de Oommissie De Wilde weggeloopen, omdat
hij de ©enige voorstander was van dit plan en
het er niet door kon krijgen. Het is derhalve
haast ondenkbaar, dat we dien kant weer uit
gaan. Maar gij moet met ons protesteeren tegen
dit brute onrecht. In de dagen der hoogcon
junctuur was in de organisaties iets te bereiken
en bij massa's stroomden de leden toe. Nu
daarentegen, juist in de dagen, dat we ze noo
dig hebben, blijven ze weg. Aan de georgani-
seerden de taak hun ongeorganiseerde kame
raden over te halen lid te worden! De regee
ring dringt ons weder naar dé organisatie -toe:
Er is een klein lichtpuntje: het Comité van
samenwerkende organisaties heeft ©en audiën
tie bij den Minister gehad'. Zijne Excellentie
beloofde nogmaals overleg te zullen plegen.
Ons verzoek was om intrekking van de voor
genomen afschaffing van art. 40 en overleg te
plegen met de organisaties. Wij verlangen geen
bizondere positie, alleen een billijke regeling.
Wij wenechen niet te worden teruggedrongen
naar de toestanden van vroeger.
Spr. deelt eenige loonen mee van staatsar-
beiders, n.L die in het Staatsboschbeheer. Van
hen heeft men de loonen teruggebracht op 19
tot 22 per week, -en op de tijdelijke arbeiders
in dat bedrijf heeft men tet driemaal toe een
loonsverlaging van 26 cent toegepast, zoodat
zij thans voor een in waarheid hongerloon
werken.
Geroep: Schande!
Ja, schande inderdaad! En de regeering
houdt ook rekening met de ongeorganiseerden.
„Zoolang nog zoovele arbeiders en ambtenaren
ongeorganiseerd zijn, is de nood nog -niet zoo
hoog". Zoo redeneert dé Minister. Daarom
moet gij u organiseeren.
Tweede spreker was de heer Lub. Inderdaad
is deze vergadering goed bezocht, maar het
ware beter geweest als de neutralen en katho
lieken, die afzonderlijk optrekken, zich -met
onze actie vereenigden. Helaas kunnen de ka
tholieke en christelijke arbeiders- dat uit gods
dienstige overwegingen niet. Wat de neutralen
betreft, spr. zal niet het voorbeeld volgen
van de vergadering, die dezer dagen hier gehou
den werd, waarin men heftig te keer ging tegen
een artikel in „Het Licht".
Gelukkig beginnen de donkere scheidings-,
lijnen tusschen de verschillende groepen ietwat
te verflauwen, omdat men hoe langer hoe meer
gaat inzien, hoe noodig samenwerking is. Op
bedoelde vergadering der neutralen io o. a. ge
zegd, dat er klassenstrijd bestaat. Dit is een
gezonde gedachte, en misschien is de tijd niet
verre meer, dat wij tet samenwerking komen.
Spr. gaat terug naar de dagen der Kamer-
opening. Oolijn stond als Minister voor een
dubbele taak: hij moest een sluitende begroo
ting maken en teven-s de Vlootwet hamen-
halen. Er was een tekort van bijna 200 mil
lioen, zoo zeidé hij, maar eenige weken later,
toen -het om de Vlootwet ging, beweerde hij,
dat wij er niet zoo ongunstig voorstonden,
want we hadden nog een bedrag nit -het Lee-
ningsfonds over. Ook met de Indische finan
ciën is het, volgens Oolijn n, niet zoo erg. De
rekeningen sluiten alle.
Ja, gij lacht daarom nu, maar Is het niet
treurig, dat dergelijke dingen in een parlement
voorkomen? Wij hebben er toch recht op goed
te worden voorgelicht? Als straks de Vlootwet
is aangenomen, spreekt de Min. niet meer over
zijn reserven, maar uitsluitend over de tekor
ten. Wij hebben reden om aan de juistheid
van 's Min. woorden te twijfelen, hij onder
mijnt Immers zelf het vertrouwen in zijn eigen
begrootingi
Maar al ware alles wat hij zegt, waar, zijn
wij dan de eenige belanghebbenden bh de gaaf
heid van den gulden? O ja, zegt de burgerlijk»
pers. Maar haar redeneering is onwaarachtig,
want de geheele Nederlandsche -natie heeft er
belang bij, dat de gulden zijn waarde behoudt.
De kapitalisten zeggen: wij moeten een ste
vige kapitalistische klasse kweeken om straks
klaar te zijn voor den eoonomiscben strijd.
Raak het kapitaal niet aan, zeggen zij, zorg,
dat het ongerept blijft, dat is de grondslag voor
de welvaart van ons land. En men wil ons wijs
maken, dat niet deze menschen, de groot-kapi
talisten, in de allereerste plaats aangewezen zijn
om de tekorten van den staat te dekken, maar
integendeel wij, de kleinen.
Van die kapitalistische schuit ls Oolijn de
loods. Hij is er de sterke, de man met de biceps.
De werkeloozen wil -hij aan de armenzorg over
dragen, de kinderen wil hij van school nemen
en naar de fabrieken sturen, van ons wil hfl
10 van onze loonen afnemen. Reeds is ons
81/* afgenomen, dat is 16 millioen. Daarbij
komt nog 2 maal 10 dat is 2 X 20 mil
lioen, tezamen dus ƒ65 millioen. Dat bedrag
vormt bijna l/« van ons salaris. Is dat in ver
houding tet onze positie? Meer dan wie ook
worden wij getroffen door dergelijke maatre
gelen,
Wij- verzetten ons op drie gronden: niet wfl
hebben de tekorten] gemaakt; wij' meenen, dat
de heele burgerij er aan mede betalen moet, en
8e. ls onze positie altijd slecht geweest. Deze
drie redenen worden door spr. nader ont
wikkeld.
Ie. De slechts financieels politiek van de
regeering. Ergerlijke staaltjes van geldverspil
ling zijn thans weer gepubliceerd door het ver
slag der Algemeene Rekenkamer. En in de
crislsdagen zijn allerverschrikkelijkste winsten
gemaakt, er is In den volsten zin des woords
met dat geld gezwendeld, en het ergste is, dat
deze zelfde groep van menschen ons thans
wfflen wijsmaken, dat de ambtenaren de uit
vreters van het land zijn. Ja, zeker, zij -hebben
getracht, die smokkelaars en O.W.-ers, om ons
om te koopen en -hen te helpen in hun smok
kelbedrijf. Maar d-e Enquête-commissie heeft
integendeel met grooten lof gesproken van de
onomkoopbaarheid en den ernst, waarmee de
Nederlandsche ambtenaar zijn taak vervult.
Niets heeft men kunnen vinden tot ons nadeel.
Hebben wij het nu verdiend, dat men ons, die
eerlijk" en -trouw op onzen post zijn gebleven,
de tekorten der regeering wil laten dekken?
K)p de belastingen is het niet meer te vinden,
zegt de regeering. Waarom niet? Waarom moet
een ambtenaar, die b.v. ƒ8000 salaris heeft,
daarvan 10 (tien procent!) missen, ter
wijl een winkelier, die hetzelfde inkomen ge
niet, geen cent meer aan belasting behoeft te
betalen? Is dat eerlijk?
Tonslotte richt spr. een woord- tet de vrou
wen om haar op te wekken -haar mannen tet
de organisatie te brengen. Zorg er in de aller
eerste plaats voor, dat de contributie voor de
vakvereeniging er komt. Dat is een levensbe
hoefte, zoo goed als brood of vleesch.
Na de pauze trad als derde spreker op de
Ingezonden Afododeellng.
naar maat, bf] da Firma
Hoeren Kleermakers, koopt bf] ons Uw
stoffen en voerlngs, U betaalt engroaprijzen.
I. GRUNWALD, Keizerstraat 110.
heer Lamers. Wij- hebben het nu al gehoord,
aldus deze spr., er zijn groote tekorten op de
begrooting, en als de ambtenaren hun positie
moeten verdedigen, zijn zij daarbij geheel op
zichzelf aangewezen. Werkelijke vrienden
heeft de ambtenaar niet, en het is wel eenigs-
zins begrijpelijk. Immers, het is de ambtenaar,
die ons het belastingbiljet uitreikt en het is de
ambtenaar, die ons weerhoudt onzen smokkel
handel te drijven, en het is ook de ambtenaar,
die volgens de Nederlandéche regeering onge
veer de helft der belastingen opeet.
-Wat is d-e ambtenaar eigenlijk? Slechts het
orgaan van de regeering en evenals wij onze
organen van het lichaam moeten onderhouden,
moet een regeering ook haar organen verzor
gen. In vroegere troonreden werd- dan ook nog
wel eens met lof gesproken over den ambte
naar, maar de tegenwoordige reohtsche regee
ring volgt een andere politiek: zij. wil klaarblij
kelijk het volk vooringenomen maken tegen
den ambtenaar.
Het spreekwoord- zegt: vast salaris, vaste
armoede. De ambtenaar is altijd slecht betaald,
en in de crislsdagen waren het het eerst de
ambtenaren, die het niet langer konden vol
houden. En inplaats dat de regeering een be
hoorlijke regeling maakte, kwam zij met een
duurtetoeslag, dus een fooi. Zij hebben die
fooi mokkend aanvaard. Maar de Bond- van
Ned. Onderwijzers zeide: wij willen die fooi
niet, en zullen zelf een duurtetoeslag ult-
keeren.
Steeds waren de adviezen van d-e Centrale
Oomm. van Overleg -hooger dan wat de regee
ring wilde geven. Ook nu nog wordt de amb
tenaar onderbetaald.
-Hoe komt het, vraagt men, dat steeds de
regeering weer zoo gemakkelijk ambtenaren
kan krijgen? Door een eigenschap van het Ne
derlandsche publiek: het verlangen naar een
„vaste positie". Vaste verhooging, 'vast pen
sioen, enz. Vergeten wordt, dat hij dat laatste
zelf moet betalen. Dat „vaste" is de -oorzaak
van den loondruk en daardoor is het de regee
ring gelukt de groote trek te bevorderen.
Thans wil men dat „vaste" vernietigen. Wat
in de laatste jaren op dit gebied geschiedt, is
klaargestoomd in de Mij. van Nijverheid en
Handel. Een particulier smijt zijn personeel op
straat. Maar de ambtenaar wordt „afgevloeid".
Spr. zet uiteen, hoe steeds in elke salaris
regeling een overgangsbepaling was, waarbij
het vroegere salaris gehandhaafd- bleef. En art.
40 van het Bezoldigingsbesluit was dan ook
niet noodig, want die bepaling bestond al.
De -hoofdzaak van art. 40 betrof dan ook uit
sluitend de bepaling, dat bij eventueel© verla
ging van den levensstandaard het salaris ver
laagd kan worden, met -behoud van hetgeen
bereikt was vóór 1 Juli .1922. En Min. De Geer
zei: het spreekt vanzelf, dat wij ons woord niet
zullen breken, maar we nemen het artikel al
leen op, omdat er wel eens een volgende regee
ring zou kunnen komen, die dat wel zou willen
doen.
Wat is er nu na deze verklaring gebeurd?
Ternauwernood een Jaar later komt een nieu
we, christelijke regeering, die, behalve voor de
stoffelijke, ook voor de zedelijke belangen heeft
te zorgen, en breekt haar woord. Ruys de
Beerenhrouck heeft het blijkbaar niet aange
durfd; hij -heeft als edelman het devies „liever
sterven dan mijn woord breken". Dus haalde
hij den petroleumkoning en deze wilde d-e
woordbreuk wel verrichten. Het woord „woord
breuk" ls niet speoiaal van onze zijde; ook an
dere richtingen gebruiken het (de katholieken).
Spr. citeert uit het Ka-th.' Schoolblad. Thans
zegt het Kath. Schoolblad -niets meer en de
bisschop van Utrecht -heeft aan dé katholieke
onderwijzers verboden een vergadering te hou
den tegen de regeering.
Van moraliteit gesproken 1 Er zijn in de
laatste jaren in verschillende gemeenten vloek-
verboden gekomen. Als de -Minister eens in de
bij uitstek katholiek-christelijke provincies
Noord-Brabant en Limburg vloekverbod-en in
voerde, en die fllnkbeboette, kreeg-ie zijn heele
tekort en mog meer!
Ged. Staten van Friesland hebben hét vloek-
verbod voor WymbritseradOel niet goedge
keurd. Zij zeiden: men vloekt daardoor juist
meer. Nu is door de regeering op grond van
de „zedelijkheid" het verbod gehandhaafd-. Van
een dergelijke regeering, die zóó de moraal
met voeten treedt door bestaande bepalingen te
niet te doen, frappeert dit wel
Minister De visser heeft een rondschrijven
aan de scholen gerioht, om te bevorderen den
goeden volkszang en o. a. het lied van Heye
aanbevolen: Een man, een man, een woord',
een woord.
En als nu een kfnd van een ambtenaar zegt:
hoe zit dat nu, meester, mot dat „een man een
man, een woord een woord'', want vader zegt....
en de meester antwoordt, ja, dla-n wordt hij
misschien wel „afgevloeid".
Spr. kan niet gelooven, dat de Tweede Ka
mer even christelijk zal zijn als de regeering
en met den hijbei in de hand- zal betoogen, wat
kan worden gedaan.
De regeering komt bijna 200 millioen te
kort. Waarom -kan men dat op de belasting niet
vinden? Is het -met dien finandeelen toestand
van ons land zoo slecht? Ja, er is malaise, en
bij hen, die daar het slachtoffer van zijn, ls
de belasting wel niet -te halen. Maar het natio
naal vermogen is van 7 milliard tot 18 milliard
gestegen, dat is dus sinds 1914 verdubbeld. Bij
geen enkel ambtenaar is het salaris verdub
beld. Het aantal miilionnairs bedraagt 916; het
belastbaar inkomen is 8 maal zoo groot als in
1915. Is daar niet wat uit te halen? De amb
tenaar? Die betaalt al genoeg. Zij- zijn altijd d-e
ópper-belastingbetalers geweest, omdat hun
salaris altijd gecontroleerd- k-on worden. Hoe
betaalt een boer zijn belasting? Minister Oolijn,
zelf een boerenjongen, weet het wel.
Maar men haalt het extra nog van den amb
tenaar. Er worden prachtige voorbeeld-en go-
geven door de Koningin, wier salaris bij de
Grondwet verdubbeld is. In de Tweede Kamer
werd destijds tegen die verhooging geoppo
neerd. De Koningin schreef teen een brief aan
de regeering, die In de Kamer voorgelezen is.
Z}j kon het niet meer doen, zoo zeide zij, en
voegde er aan -toe, dat zij, als de duurte minder
werd, niet over de volle verhooging zou be
schikken. Ais eerlijke vrouw mag men ver
wachten, dat zfl haar belofte zal nakomen. Tot
nog toe heeft zij; dat nagelaten, dus mag men
verwachten, dat de duurte niet minder is ge
worden. Wat zij nu doet het aanbieden van
10 ais de ambtenaren het ook afstaan
maakt, dat zfj geïnteresseerd wordt bij- omen
strijd.
De ehr.-hist. boden het ook aan; maar voeg
den er bij: „tot wederopzegging» toe". Ook De
Savornin Lobman wilde 10 van zijn pen
sioen laten staan, 'm -Mooie daad! Het bedrag
heeft met zijn inkomen niets te maken, maar
zijn bedoeling is op deze manier te kamen tot
verlaging van zijn belasting. Hij heeft er dus
op alle wijzen voordeel bij, ais hij inderdaad die
10 afstaat.
„Er is geen geld )om al die ambtenaren te
betalen". Er is reeds op de vreemde wijze van
doen van Oolijn gewezen. Zelfs al zou de Vloot
wet noodig zijn, dan nog is de houding van de
regeering vreemd, en het petitionnement aan
de regeering zegt, dat het volk niets van de
Vlootwet moet hebben.
Wij hebben een regeering van de reactie, die
naar de oude toestanden terug wiL De volks
klasse moet omlaag, opdat ze minder opstandig
worde. Ook op het volksonderwijs m-oet bezui
nigd word-en en wfl moeten in verzet komen
tegen de regeering.
Wat zien wfl thans? Achteruitgang in de
vakvereenigingen, en de malaise geeft d-e regee
ring moed- tot wat zfl thans durft te doen.
Ook deze spr. houdt een opwekking tet or
ganisatie. De Minister trekt er partfl van, dat
de vakvereenigingen achteruitgaan; als de re
geering wist, dat er krachtige actie was, zou
zfl deze maatregelen niet durven voorstellen.
D-e afdeeling van den Bond van Ned. Ond.
alhier heeft 92 van de onderwijzers georga
niseerd'. Het is prachtig, maar het moeten er
100 /worden!
Met een citaat uit het orgaan van de Unie
der Ohr. Onderwijzers eindigt spr.
De Koningin zal toch haar devies „Ik zal
handhaven" niet breken!
Met algemeene stemmen werd de volgend©
motie aangenomen:
De vergadering, uitgeschreven door het
Oomité ter behartiging van de algemeene
belangen van Overheidspersoneel (A.O.O.P.),
gehouden te Helder, op 18 October 1928,
gehoord de inleidingen;
kennis genomen hebbende van de -plan
nen der Regeering tot:
1. intrekking van artikel 40 van het Bezol
digingsbesluit;
2. verlaging der salarissen en loonen der
ambtenaren en werklieden met 10
8. herziening van -het Bezoldigingsbesluit,
welke herziening opnieuw een verminde
ring van 10 van het totaal der salaris
sen zal moeten brengen
4. verlaging van de loonen der Werklieden
en die van het overige lagere personeel
tot het peil van den plaatselflken loon-
standaard-;
overwegende, dat door de Regeering den
ambtenaren al aanzienlfl-ke offers zijn op
gelegd, doordat zfl de pensioensbijdrage ad
8V« hief, het aanvangsalaris voor ge
huwde ambtenaren met 800 verlaagde, dén
-jeugdaftrek van 50 per jaar op 100 stel
de, voor het tijdelijk en hulppersoneel de
loonen aanzienlijk verminderde en de kinder
toelage introk, etc., etc. en verder den wek-e-
Lflkschen arbeidstijd tot 51 uur verlengde;
van oordeel, dat bfl het sluitend maken
van dé begrooting niet eenzijdig do daaruit
voortvloeiende lasten op de ambtenaren mo
gen worden gelegd^ waardoor het totaal der
salarissen tet sluitpost der begrooting wordt
gemaakt;
erkennende, dat de toestand van 's la-nds
financiën -het noodig kan maken, dat d© Re
geering vèr-fltrekkend-e maatregelen moet
nemen, teneinde daarin verbetering te bren
gen;
van meening zflnde, dat deze maatregelen
dan echter de gansche burgerfl en ieder bur
ger naar draagkracht dienen te treffen;
constateerendé, dat door de huidige regee
ring, bfl monde van Minister De Geer, her
haaldelijk en met nadruk ls verklaard-, dat d-e
Regeering zoowel op moreel© als Juridische
gronden verplicht was, de salarissen van het
indienstzflnde personeel te handhaven, welke
verklaring daarna in art. 40, zooals dit thans
luidt, is vastgelegd ter waarborging van ver
kregen rechten;
verklaart zich op al deze gronden tegen de
door de Regeering voorgestelde maatregelen,
eischt van naar naleving van door haar zelf
in een Konlnklfl-k Besluit vastgelegde waar
borgen;
en besluit deze motie te publiceeren in de
pers en ter kennis te brengen van de Regee
ring en de Staten-GeneraaL
KericcanserL
Het mag zeer zeker als een groot voor
recht beschouwd worden, dat wfl, Helder-
sohen, die, zoo het heet, van alles geïsoleerd
zfln, zoo nu en dan, op het gebied van de
kunst, het neusje van den zalm krijgen.
Zoo mochten we Donderdagavond in de
Nieuwe Kerk alhier, de grootste onzer zan
geressen beluisteren, die, met medewerking
van de heeren Verhefl (Orgel) en Noorde
wier (fluit) ons een avond van buitengewoon
kunstgenot heeft bezorgd.
Het ls geen gemakkelijke en benijdens
waardige taak voor een verslaggever om
een dergelflken avond te reoenseoren, omdat
het onmogelijk is in een beknopt krtmten-
verslag hem ook maar eenlgszins te bena
deren.
Vanaf het oogenbllk, dat de eerste orgel
tonen, ln snelle opeenvolglng van akkoorden,
door de zaal ruisohten, totdat de laatste
klanken van de heerlijke stem van de zan
geres in de zaal wegstierven, was er ademlooze
stilte.
Met een concert A moll van Bach werd
het programma ingezet. Nu eens Juichend,
krachtig en forsch, dan weer langzaam
weemoedig en klagend ruischten de orgel
tonen. En ternauwernood bekomen van den
eersten indruk, werd door Mevrouw Noor
dewier de Aria uit cantate 151 van Bach
ingezet. Do zangeres werd hierbij met de
fluit begeleid door haar zoon.
Stem en fluit klonken zoo zuiver en har
monisch, dat men soms nauwelijks verschil
tusschen beide kon hooren. Een heilige ont
roering kwam over de luisterenden.
Aangrijpend mooi en zuiver van intonatie
klonk daarna:
O, wie schön ist deine Welt,
Vater, wenn sie golden strahlet.
Nu eens opgewekt, dan wee klagend en
weemoedig klonk de stem van de zangeres.
In de „Hymne" van Alph. Diepenbrock
(uit Novalis Geistliche Lieder) konden we
de stem van onze gebenedijde zangeres in
alle nuanceeringen bewonderen. Hoe zuiver
TngBMnden Medodeeilng.
KLEEDERMAKERIJ en HEEREN-MODES.
naar maat, f 45.—
en glashelder golfden de klar :sn door de
zaaL Zoowel in de hoogte als in de laagte was
het een genot deze zang te beluisteren.
Hoe zielvol klonk haar stem, met welk
overtuiging zong zfl. Wat een oogenblikken
van nooit te vergeten aandoening deed zfl
haar hoorders doorleven.
Mevrouw Noordewier is niet jong meer,
maar haar stem is schoon en rein als een
engelenstem.
Zooals het:
Heerel keere van ons af
U vertoornt aengesicht,
En door dees verdiende straf,
Ons verblint verstant verlicht;
door de zaal klonk, kan het alleen gezongen
worden door de zangeres, die de wereld ver
loren heeft en alleen leeft, zooals het in een
lied door haar zelf gezongen werd: „In een
hemel van haar liefde en lied".
Wat een zachte weemoed, afgewisseld door
een heerlijken jubel, klonk er in haar stem
bfl de „Dans der Maegdekens".
Mevrouw Noordewier en de organist en
fluitist hebben ons eenige oogenblikken op
gevoerd uit het kleine, drukke leven, in een
sfeer van reine zang en muziek.
Ook het fluitspel van den heer Noordewier
was aangrijpend schoon. Nu eens trilde het
als de zang van een leeuwerik, die zijn lied
uitjubelt in hooge blauwe lucht, dan weer
was het weemoedig en sleepend, met lange,
zuivere -klanken.
Om ruim half 10 stonden we weer op straat.
Aan den nachtelflken hemel glansae zacht
vredig de maan. Enkele bleeke sterren pink
ten vriendelijk tusschen lichte wolken.
O, wie schön ist deine Welt,
"Vater, wenn sie ^llber strahlet.
(Zie verder Be blad).
BINNENLAND.
MARINEBEGROOTING.
Bfl nota van wijziging zfln de volgende wij
zigingen gebracht in hoofdstuk VI der Staats-
begrooting voor 1924:
Met ƒ61.000 wordt verminderd art. 15, voor
verschillende verstrekkingen ten behoeve der
zeemacht; eveneens verminderd' wordt art. 20
(aanschaffing van brandstoffen) met 100.000,
door vermindering van het aantal vaardagen
der schepen, de reorganisatie der zeemacht in
tiet Zuiden en de inkrimping der werf te Hèl-
évoetsluis; op art. 22 wordt 21.000 bezuinigd-
(bezoldiging personeel) in verband met verdere
vermindering van personeel te Willemsoord.
De He onderafdeeling wordt in totaal vermin
derd met 178.987.
De Hlde onderafdeeling wordt verminderd
met 24.000, zflnde 16.000 wegens het niet
meer verstrekken van koolgoederen aan zee-
miliciens bfl eerste opkomst en 09.000 we
gens het niet meer geven van gereohten op
verjaardagen van hei Koninklflk Hols.
Begrooflng Ca Ned-DuHS.
Ingediend is het oomfewerp-Indisclhe Begroo
ting 1924. De uitgaven worden geraamd op
ruim- 718 millioen, de ontvangsten uit de
middelen op ituim 687 mll-llnen. Tekort ruim
81 millioen.
De VtonfwsL
De Kameroveo-Hichtselhjflvett van „De Tfld,"
bericht aan zfln blad:
In de gisteren gehouden eliubvergadering
der Katholieke Kamerleden ls men, ondanks
lan-gdurige beraadslagingen, over het Vloot-
wetontwerp niet tot overeenstemming bun
nen genaken. Het staat vast, dat, onvoor
ziene omstandigheden buitengesloten, de
medestanders van den heer Romans mi-et tal
rijk genoeg zullen bliflken te zfln, om het ont
werp te doen vallen, ook als de geheele lin
kerzijde aaneengesloten tegen ls.
railllsMmantswal
Naar op het congres van den Ned. Mid
denstandsbond werd medegedeeld, wordt ge
werkt aan een nieuwe regeling betreffende
de suroéanoe van betaling, welke regeling
te gemoet komt aan de beswaren van den
Middenstand.
Het nieuwe bankbiljet van 40.
Het nieuwe bankbiljet van f 40, dat de
volgends week ln omloop zal worden ge
bracht vertoont) aan de voorzijde ln net
midden op een gegraveerde© achtergrond
den volgenden tekst:
DE NEDERLANDSCHE BANK
betaalt aan toond-er
VEERTIG GULDEN.
De Secretaris. De President.
Deze woorden, met den achtergrond ln groen
gedrukt, zfln omgeven door een ln dezelfde
kleur gedrukten gegraveerden rand, in de vier
hoeken waarvan de waarde-aanduiding 40 voor
komt. In rand' bevindt zich boven den
tekst een medaillon-portret van Prins Maurits
met ter weerszijden de woorden „Ned. Bank"
en in de benedenzfld© een Hollandsch rivier
gezicht, terwfll in de staande randen, welke
het biljet omsluiten, links een zittende Mer-
curius met staf en rechts een oud-Hollandsch
zeilschip zfln aangebracht.
De voorzflde is gedrukt op een uit grijze
lijnen samengestelden -ondergrond-.
De keerzflde van het biljet vertoont in het
midden eene afbeelding van het gebouw van
de Nederlandsche Bank te Amsterdam, welke
afbeelding, evenals de geheele ondergrond,
groen is getint. Slechts de plaats, waar de straf
bepaling van art. 282 van het Wetboek van
Strafrecht is afgedrukt in de onderzijde van
den rand, welke de afbeelding omlflst, is wit
gelaten. Dezo rand, gedrukt in de kleuren geel
en 'blauw, krflgt op die plaatsen waar die kleu
ren samenvallen, een groenachtigen tint. In
de beide zijvakken van den rand is het waarde
cijfer 40 afgedrukt, terwfll de woorden „Ned.
Bank" in het bovenvak zfln aangebracht. Se-
zieletter en nummer zfln aan de achterzijde van
f
I
Hst goedkoopste adres, door direote Import
uit het buitenland.