T u RATINÉ' WINTERJASSEN Tweede Blad. I. GRUNWALD, Keizerstraat 116 (boven). C. VAN TRIET, VAN ZATERDAG 20 OCTOBER 1923. PLAATSELIJK NIEUWS. De hee® J. Hillebrandt, leerling de® Ra- dmschool, aliier, slaagde gisteren te den Haag voor het BflkscertiticiaaA van Radio- tülegrallsfc. Hr Ms. „Tromp". Hr. Ma „Tromp" la 10 Octobe® van Al giers vertrokken. Uitslag der openbare verkooping gebonden te Hel der op 17 Ootober 1923 in bet lokaal „Oasmo" alhier, ten overstaan van Notaris O. J. Baas te Helder van: Het onlangs nieuw gerestaureerde hiuis, naar de eisoben des tflda ingericht tot slage rij met nieuwe slachtplaats en erf aan de Ko ningstraat na 104 te Helder, groot 1 are 20 centiaren. Kooper A. J. v. Weelde, q.q. voor B6Ü0.— OverheidspersoneeL Door bet Comité ter behartiging van de alge meene belangen van Overheidspersoneel (A.O. O.P.) was voor Donderdagavond eene groote algemeene vergadering uitgeschreven in „Ca sino", waarin de door de Regeering voorge stelde salamsverslechteringen zouden worden besproken. Als sprekers traden hierbij op de heeren Tiepen voor de Werklieden, Lub (in plaats van zooals aanvankelijk was bekend ge maakt Waterberg) voor de Ambtenaren en Lamers voor de Onderwijzers. De zangvereeni- ging „Kunst aan 't Volk" verleende hare mede werking. De zaal was goed1 bezet, en in afwachting van de komst der sprekers kortte men zich al vast den tijd met zingen. En nadat „Kunst aan 't Volk" zich had doen hooren, opende de Voor zitter de vergadering en gaf het woord aan den eersten spreker, den heer Tiepen. Het College van B. en W., voor deze bijeen komst uitgenoodigd, had! bericht gezonden niet te zullen komen. Wethouder Verstegen had bij afzonderlijk schrijven bericht wegens ambts bezigheden verhinderd te zijn. Naar men ons mededeelde, was uit Schagen een auto met een aantal belangstellenden on derweg. Het duurde dan ook niet lang of deze gasten, omstreeks 20 in getal, afgevaardigden van den Bond van Ned. Onderwijzers en het Postpersoneel, kwamen binnen en werden na tuurlijk met een hartelijk applausje begroet De heer Hepen begint zijn rede met te oon- stateeren, dat deze vergadering geslaagd is. Er is hier een tot bevrediging stemmend aantal bezoekers. Dit verheugt ons, want inderdaad is er aanleiding om onze verontwaardiging over de handelwijze der regeering eens uit te druk ken, en over haar totaal gebrek aan onderhan delen niet de organisaties. De steatsbegrooting levert volgens Minister Oolfln een aanmerkelijk tekort op, en die 175 millioen wil min. Oolijn trachten te dekken door een complex van maatregelen, waarvan enkele van diep-ingrflpenden aard zijn. Reeds voor Januari a.s. wordt een salarisvermlndering van 10 in het uitzicht gesteld, die nogmaals door een dergelijke vermindering zal worden gevolgd. Verder is een herziening van1 de sa-la- risregeling ook nog op ander gebied voorgeno men, en als 's Ministers plannen doorgaan, beteekent dat, dat eigenlijk individueel elk sa laris op zichzelf beschouwd wordt. Wat is daar van het gevolg? Dat de meeste hooge salaris pen niet minder dan 10 de lage daarentegen met meer dan 10% zullen worden verminderd. Voor werklieden wordt <je regeling nog slechter. Art. 40 staat Oolijn bij zijn plannen in den weg. Hij is om advies geweest bij de Centrale Oommissie voor georganiseerd! Overleg en deze heeft op deugdelijke gronden het voorstel tet intrekking van art. 40 afgewezen. Zij heeft tal van cijfers en gegevens gepubliceerd, waaruit afdoende blijkt, dat er voor de regeering aller minst reden is tot afschaffing van dat artikel over te gaan. Art. 40 is een belofte van de re geering, het is een bezit van de ambtenaren, en als men dit zonder meer schrapt, is dat een daad, die in strijd is met eer en geweten eener christelijke regeering. Als Oolijn Inderdaad de sterke man Is, waar voor men hem houdt, dan zou hij over dat ad vies van het Georg. Overleg moeten heenstap pen. Dat hij dit tet nog toe niet deed of kon doen, is het gevolg van onze agitatie. Is deze noodmaatregel noodig voor de dek king dér tekorten? Neen, antwoordt spr. Er !s 'een tekort, en als dat gedékt moet wordien, moet dat over de geheele bevolking worden omgeslagen, en niet uitsluitend over ons. Dat is niet billijk. De regeering, die dit tekort van onze salarissen wil afnemen, beschikt mlét eens over behoorlijke gegevens hieromtrent. De salarissen zijn gebaseerd op Indexcijfers uit een vorig jaar, toon de duurte nog niet op het hoogtepunt stopdi. En nu zouden wij het begrijpelijk kunnen vinden als de regeering kleine verlagingen in voerde, als.... er niet vooraf iets ware ge schied-. Er zijn n.L al tal van verslechteringen ingevoerd, waarvan spr. eenlge noemt, afschaf fing vacantietoeslag, 81/» premiestorting, enz. Nu komen deze maatregelen weer; deze christelijke regeering pleegt woordbreuk, en zelfs onder haar eigen arbeiders laait thans het verzet op. Hopen wij, dat straks in de Kamer ook hun stem mag worden gehoord door hun afgevaardigden I De pers is onder den invloed gekomen van de actie; en ook anderen. De Koningin heeft zich bereid verklaard 10 van haar verhoogd (salaris te offeren, als.... wij het ook doen. De Koningin is dus vanzelf buitengewoon ge ïnteresseerd bij- onze actie. Ook dé R.-K. Ka merfractie bood 10 van haar Inkomen aan, en zelfs zijn er enkele kleine ambtenaartjes, die dit deden. Och arme! [Wij protesteeren er tegen, dat wij een sluit- post moeten worden van de begrooting. Als de regeering het eerlijk met ons meende, dan had zij ons met de cijfers moeten aantoonen, dat onze salarissen boven het gemiddelde staan, en had zij moeten aanbieden met ons te onder handelen. Nu Oolijn plotseling met zijn plannen komt, ontmoet hij overal verzet. Wat dacht hij dan? Dat wfl koelies waren, zooals die waar mede hij in Indfe werkte? 'Maar Oolijn hóeft in ieder geval iets bereikt: met zijn plaatselijke regeling bereikt hij ©en stelsel, dat verder gaat dan de classificatie. Men wilde dé heele salarisregeling stukmaken en d© regeling weder in- handen geven van de hoofden der dienstvakken.-Indertijd as Sterk 'boos uit de Oommissie De Wilde weggeloopen, omdat hij de ©enige voorstander was van dit plan en het er niet door kon krijgen. Het is derhalve haast ondenkbaar, dat we dien kant weer uit gaan. Maar gij moet met ons protesteeren tegen dit brute onrecht. In de dagen der hoogcon junctuur was in de organisaties iets te bereiken en bij massa's stroomden de leden toe. Nu daarentegen, juist in de dagen, dat we ze noo dig hebben, blijven ze weg. Aan de georgani- seerden de taak hun ongeorganiseerde kame raden over te halen lid te worden! De regee ring dringt ons weder naar dé organisatie -toe: Er is een klein lichtpuntje: het Comité van samenwerkende organisaties heeft ©en audiën tie bij den Minister gehad'. Zijne Excellentie beloofde nogmaals overleg te zullen plegen. Ons verzoek was om intrekking van de voor genomen afschaffing van art. 40 en overleg te plegen met de organisaties. Wij verlangen geen bizondere positie, alleen een billijke regeling. Wij wenechen niet te worden teruggedrongen naar de toestanden van vroeger. Spr. deelt eenige loonen mee van staatsar- beiders, n.L die in het Staatsboschbeheer. Van hen heeft men de loonen teruggebracht op 19 tot 22 per week, -en op de tijdelijke arbeiders in dat bedrijf heeft men tet driemaal toe een loonsverlaging van 26 cent toegepast, zoodat zij thans voor een in waarheid hongerloon werken. Geroep: Schande! Ja, schande inderdaad! En de regeering houdt ook rekening met de ongeorganiseerden. „Zoolang nog zoovele arbeiders en ambtenaren ongeorganiseerd zijn, is de nood nog -niet zoo hoog". Zoo redeneert dé Minister. Daarom moet gij u organiseeren. Tweede spreker was de heer Lub. Inderdaad is deze vergadering goed bezocht, maar het ware beter geweest als de neutralen en katho lieken, die afzonderlijk optrekken, zich -met onze actie vereenigden. Helaas kunnen de ka tholieke en christelijke arbeiders- dat uit gods dienstige overwegingen niet. Wat de neutralen betreft, spr. zal niet het voorbeeld volgen van de vergadering, die dezer dagen hier gehou den werd, waarin men heftig te keer ging tegen een artikel in „Het Licht". Gelukkig beginnen de donkere scheidings-, lijnen tusschen de verschillende groepen ietwat te verflauwen, omdat men hoe langer hoe meer gaat inzien, hoe noodig samenwerking is. Op bedoelde vergadering der neutralen io o. a. ge zegd, dat er klassenstrijd bestaat. Dit is een gezonde gedachte, en misschien is de tijd niet verre meer, dat wij tet samenwerking komen. Spr. gaat terug naar de dagen der Kamer- opening. Oolijn stond als Minister voor een dubbele taak: hij moest een sluitende begroo ting maken en teven-s de Vlootwet hamen- halen. Er was een tekort van bijna 200 mil lioen, zoo zeidé hij, maar eenige weken later, toen -het om de Vlootwet ging, beweerde hij, dat wij er niet zoo ongunstig voorstonden, want we hadden nog een bedrag nit -het Lee- ningsfonds over. Ook met de Indische finan ciën is het, volgens Oolijn n, niet zoo erg. De rekeningen sluiten alle. Ja, gij lacht daarom nu, maar Is het niet treurig, dat dergelijke dingen in een parlement voorkomen? Wij hebben er toch recht op goed te worden voorgelicht? Als straks de Vlootwet is aangenomen, spreekt de Min. niet meer over zijn reserven, maar uitsluitend over de tekor ten. Wij hebben reden om aan de juistheid van 's Min. woorden te twijfelen, hij onder mijnt Immers zelf het vertrouwen in zijn eigen begrootingi Maar al ware alles wat hij zegt, waar, zijn wij dan de eenige belanghebbenden bh de gaaf heid van den gulden? O ja, zegt de burgerlijk» pers. Maar haar redeneering is onwaarachtig, want de geheele Nederlandsche -natie heeft er belang bij, dat de gulden zijn waarde behoudt. De kapitalisten zeggen: wij moeten een ste vige kapitalistische klasse kweeken om straks klaar te zijn voor den eoonomiscben strijd. Raak het kapitaal niet aan, zeggen zij, zorg, dat het ongerept blijft, dat is de grondslag voor de welvaart van ons land. En men wil ons wijs maken, dat niet deze menschen, de groot-kapi talisten, in de allereerste plaats aangewezen zijn om de tekorten van den staat te dekken, maar integendeel wij, de kleinen. Van die kapitalistische schuit ls Oolijn de loods. Hij is er de sterke, de man met de biceps. De werkeloozen wil -hij aan de armenzorg over dragen, de kinderen wil hij van school nemen en naar de fabrieken sturen, van ons wil hfl 10 van onze loonen afnemen. Reeds is ons 81/* afgenomen, dat is 16 millioen. Daarbij komt nog 2 maal 10 dat is 2 X 20 mil lioen, tezamen dus ƒ65 millioen. Dat bedrag vormt bijna l/« van ons salaris. Is dat in ver houding tet onze positie? Meer dan wie ook worden wij getroffen door dergelijke maatre gelen, Wij- verzetten ons op drie gronden: niet wfl hebben de tekorten] gemaakt; wij' meenen, dat de heele burgerij er aan mede betalen moet, en 8e. ls onze positie altijd slecht geweest. Deze drie redenen worden door spr. nader ont wikkeld. Ie. De slechts financieels politiek van de regeering. Ergerlijke staaltjes van geldverspil ling zijn thans weer gepubliceerd door het ver slag der Algemeene Rekenkamer. En in de crislsdagen zijn allerverschrikkelijkste winsten gemaakt, er is In den volsten zin des woords met dat geld gezwendeld, en het ergste is, dat deze zelfde groep van menschen ons thans wfflen wijsmaken, dat de ambtenaren de uit vreters van het land zijn. Ja, zeker, zij -hebben getracht, die smokkelaars en O.W.-ers, om ons om te koopen en -hen te helpen in hun smok kelbedrijf. Maar d-e Enquête-commissie heeft integendeel met grooten lof gesproken van de onomkoopbaarheid en den ernst, waarmee de Nederlandsche ambtenaar zijn taak vervult. Niets heeft men kunnen vinden tot ons nadeel. Hebben wij het nu verdiend, dat men ons, die eerlijk" en -trouw op onzen post zijn gebleven, de tekorten der regeering wil laten dekken? K)p de belastingen is het niet meer te vinden, zegt de regeering. Waarom niet? Waarom moet een ambtenaar, die b.v. ƒ8000 salaris heeft, daarvan 10 (tien procent!) missen, ter wijl een winkelier, die hetzelfde inkomen ge niet, geen cent meer aan belasting behoeft te betalen? Is dat eerlijk? Tonslotte richt spr. een woord- tet de vrou wen om haar op te wekken -haar mannen tet de organisatie te brengen. Zorg er in de aller eerste plaats voor, dat de contributie voor de vakvereeniging er komt. Dat is een levensbe hoefte, zoo goed als brood of vleesch. Na de pauze trad als derde spreker op de Ingezonden Afododeellng. naar maat, bf] da Firma Hoeren Kleermakers, koopt bf] ons Uw stoffen en voerlngs, U betaalt engroaprijzen. I. GRUNWALD, Keizerstraat 110. heer Lamers. Wij- hebben het nu al gehoord, aldus deze spr., er zijn groote tekorten op de begrooting, en als de ambtenaren hun positie moeten verdedigen, zijn zij daarbij geheel op zichzelf aangewezen. Werkelijke vrienden heeft de ambtenaar niet, en het is wel eenigs- zins begrijpelijk. Immers, het is de ambtenaar, die ons het belastingbiljet uitreikt en het is de ambtenaar, die ons weerhoudt onzen smokkel handel te drijven, en het is ook de ambtenaar, die volgens de Nederlandéche regeering onge veer de helft der belastingen opeet. -Wat is d-e ambtenaar eigenlijk? Slechts het orgaan van de regeering en evenals wij onze organen van het lichaam moeten onderhouden, moet een regeering ook haar organen verzor gen. In vroegere troonreden werd- dan ook nog wel eens met lof gesproken over den ambte naar, maar de tegenwoordige reohtsche regee ring volgt een andere politiek: zij. wil klaarblij kelijk het volk vooringenomen maken tegen den ambtenaar. Het spreekwoord- zegt: vast salaris, vaste armoede. De ambtenaar is altijd slecht betaald, en in de crislsdagen waren het het eerst de ambtenaren, die het niet langer konden vol houden. En inplaats dat de regeering een be hoorlijke regeling maakte, kwam zij met een duurtetoeslag, dus een fooi. Zij hebben die fooi mokkend aanvaard. Maar de Bond- van Ned. Onderwijzers zeide: wij willen die fooi niet, en zullen zelf een duurtetoeslag ult- keeren. Steeds waren de adviezen van d-e Centrale Oomm. van Overleg -hooger dan wat de regee ring wilde geven. Ook nu nog wordt de amb tenaar onderbetaald. -Hoe komt het, vraagt men, dat steeds de regeering weer zoo gemakkelijk ambtenaren kan krijgen? Door een eigenschap van het Ne derlandsche publiek: het verlangen naar een „vaste positie". Vaste verhooging, 'vast pen sioen, enz. Vergeten wordt, dat hij dat laatste zelf moet betalen. Dat „vaste" is de -oorzaak van den loondruk en daardoor is het de regee ring gelukt de groote trek te bevorderen. Thans wil men dat „vaste" vernietigen. Wat in de laatste jaren op dit gebied geschiedt, is klaargestoomd in de Mij. van Nijverheid en Handel. Een particulier smijt zijn personeel op straat. Maar de ambtenaar wordt „afgevloeid". Spr. zet uiteen, hoe steeds in elke salaris regeling een overgangsbepaling was, waarbij het vroegere salaris gehandhaafd- bleef. En art. 40 van het Bezoldigingsbesluit was dan ook niet noodig, want die bepaling bestond al. De -hoofdzaak van art. 40 betrof dan ook uit sluitend de bepaling, dat bij eventueel© verla ging van den levensstandaard het salaris ver laagd kan worden, met -behoud van hetgeen bereikt was vóór 1 Juli .1922. En Min. De Geer zei: het spreekt vanzelf, dat wij ons woord niet zullen breken, maar we nemen het artikel al leen op, omdat er wel eens een volgende regee ring zou kunnen komen, die dat wel zou willen doen. Wat is er nu na deze verklaring gebeurd? Ternauwernood een Jaar later komt een nieu we, christelijke regeering, die, behalve voor de stoffelijke, ook voor de zedelijke belangen heeft te zorgen, en breekt haar woord. Ruys de Beerenhrouck heeft het blijkbaar niet aange durfd; hij -heeft als edelman het devies „liever sterven dan mijn woord breken". Dus haalde hij den petroleumkoning en deze wilde d-e woordbreuk wel verrichten. Het woord „woord breuk" ls niet speoiaal van onze zijde; ook an dere richtingen gebruiken het (de katholieken). Spr. citeert uit het Ka-th.' Schoolblad. Thans zegt het Kath. Schoolblad -niets meer en de bisschop van Utrecht -heeft aan dé katholieke onderwijzers verboden een vergadering te hou den tegen de regeering. Van moraliteit gesproken 1 Er zijn in de laatste jaren in verschillende gemeenten vloek- verboden gekomen. Als de -Minister eens in de bij uitstek katholiek-christelijke provincies Noord-Brabant en Limburg vloekverbod-en in voerde, en die fllnkbeboette, kreeg-ie zijn heele tekort en mog meer! Ged. Staten van Friesland hebben hét vloek- verbod voor WymbritseradOel niet goedge keurd. Zij zeiden: men vloekt daardoor juist meer. Nu is door de regeering op grond van de „zedelijkheid" het verbod gehandhaafd-. Van een dergelijke regeering, die zóó de moraal met voeten treedt door bestaande bepalingen te niet te doen, frappeert dit wel Minister De visser heeft een rondschrijven aan de scholen gerioht, om te bevorderen den goeden volkszang en o. a. het lied van Heye aanbevolen: Een man, een man, een woord', een woord. En als nu een kfnd van een ambtenaar zegt: hoe zit dat nu, meester, mot dat „een man een man, een woord een woord'', want vader zegt.... en de meester antwoordt, ja, dla-n wordt hij misschien wel „afgevloeid". Spr. kan niet gelooven, dat de Tweede Ka mer even christelijk zal zijn als de regeering en met den hijbei in de hand- zal betoogen, wat kan worden gedaan. De regeering komt bijna 200 millioen te kort. Waarom -kan men dat op de belasting niet vinden? Is het -met dien finandeelen toestand van ons land zoo slecht? Ja, er is malaise, en bij hen, die daar het slachtoffer van zijn, ls de belasting wel niet -te halen. Maar het natio naal vermogen is van 7 milliard tot 18 milliard gestegen, dat is dus sinds 1914 verdubbeld. Bij geen enkel ambtenaar is het salaris verdub beld. Het aantal miilionnairs bedraagt 916; het belastbaar inkomen is 8 maal zoo groot als in 1915. Is daar niet wat uit te halen? De amb tenaar? Die betaalt al genoeg. Zij- zijn altijd d-e ópper-belastingbetalers geweest, omdat hun salaris altijd gecontroleerd- k-on worden. Hoe betaalt een boer zijn belasting? Minister Oolijn, zelf een boerenjongen, weet het wel. Maar men haalt het extra nog van den amb tenaar. Er worden prachtige voorbeeld-en go- geven door de Koningin, wier salaris bij de Grondwet verdubbeld is. In de Tweede Kamer werd destijds tegen die verhooging geoppo neerd. De Koningin schreef teen een brief aan de regeering, die In de Kamer voorgelezen is. Z}j kon het niet meer doen, zoo zeide zij, en voegde er aan -toe, dat zij, als de duurte minder werd, niet over de volle verhooging zou be schikken. Ais eerlijke vrouw mag men ver wachten, dat zfl haar belofte zal nakomen. Tot nog toe heeft zij; dat nagelaten, dus mag men verwachten, dat de duurte niet minder is ge worden. Wat zij nu doet het aanbieden van 10 ais de ambtenaren het ook afstaan maakt, dat zfj geïnteresseerd wordt bij- omen strijd. De ehr.-hist. boden het ook aan; maar voeg den er bij: „tot wederopzegging» toe". Ook De Savornin Lobman wilde 10 van zijn pen sioen laten staan, 'm -Mooie daad! Het bedrag heeft met zijn inkomen niets te maken, maar zijn bedoeling is op deze manier te kamen tot verlaging van zijn belasting. Hij heeft er dus op alle wijzen voordeel bij, ais hij inderdaad die 10 afstaat. „Er is geen geld )om al die ambtenaren te betalen". Er is reeds op de vreemde wijze van doen van Oolijn gewezen. Zelfs al zou de Vloot wet noodig zijn, dan nog is de houding van de regeering vreemd, en het petitionnement aan de regeering zegt, dat het volk niets van de Vlootwet moet hebben. Wij hebben een regeering van de reactie, die naar de oude toestanden terug wiL De volks klasse moet omlaag, opdat ze minder opstandig worde. Ook op het volksonderwijs m-oet bezui nigd word-en en wfl moeten in verzet komen tegen de regeering. Wat zien wfl thans? Achteruitgang in de vakvereenigingen, en de malaise geeft d-e regee ring moed- tot wat zfl thans durft te doen. Ook deze spr. houdt een opwekking tet or ganisatie. De Minister trekt er partfl van, dat de vakvereenigingen achteruitgaan; als de re geering wist, dat er krachtige actie was, zou zfl deze maatregelen niet durven voorstellen. D-e afdeeling van den Bond van Ned. Ond. alhier heeft 92 van de onderwijzers georga niseerd'. Het is prachtig, maar het moeten er 100 /worden! Met een citaat uit het orgaan van de Unie der Ohr. Onderwijzers eindigt spr. De Koningin zal toch haar devies „Ik zal handhaven" niet breken! Met algemeene stemmen werd de volgend© motie aangenomen: De vergadering, uitgeschreven door het Oomité ter behartiging van de algemeene belangen van Overheidspersoneel (A.O.O.P.), gehouden te Helder, op 18 October 1928, gehoord de inleidingen; kennis genomen hebbende van de -plan nen der Regeering tot: 1. intrekking van artikel 40 van het Bezol digingsbesluit; 2. verlaging der salarissen en loonen der ambtenaren en werklieden met 10 8. herziening van -het Bezoldigingsbesluit, welke herziening opnieuw een verminde ring van 10 van het totaal der salaris sen zal moeten brengen 4. verlaging van de loonen der Werklieden en die van het overige lagere personeel tot het peil van den plaatselflken loon- standaard-; overwegende, dat door de Regeering den ambtenaren al aanzienlfl-ke offers zijn op gelegd, doordat zfl de pensioensbijdrage ad 8V« hief, het aanvangsalaris voor ge huwde ambtenaren met 800 verlaagde, dén -jeugdaftrek van 50 per jaar op 100 stel de, voor het tijdelijk en hulppersoneel de loonen aanzienlijk verminderde en de kinder toelage introk, etc., etc. en verder den wek-e- Lflkschen arbeidstijd tot 51 uur verlengde; van oordeel, dat bfl het sluitend maken van dé begrooting niet eenzijdig do daaruit voortvloeiende lasten op de ambtenaren mo gen worden gelegd^ waardoor het totaal der salarissen tet sluitpost der begrooting wordt gemaakt; erkennende, dat de toestand van 's la-nds financiën -het noodig kan maken, dat d© Re geering vèr-fltrekkend-e maatregelen moet nemen, teneinde daarin verbetering te bren gen; van meening zflnde, dat deze maatregelen dan echter de gansche burgerfl en ieder bur ger naar draagkracht dienen te treffen; constateerendé, dat door de huidige regee ring, bfl monde van Minister De Geer, her haaldelijk en met nadruk ls verklaard-, dat d-e Regeering zoowel op moreel© als Juridische gronden verplicht was, de salarissen van het indienstzflnde personeel te handhaven, welke verklaring daarna in art. 40, zooals dit thans luidt, is vastgelegd ter waarborging van ver kregen rechten; verklaart zich op al deze gronden tegen de door de Regeering voorgestelde maatregelen, eischt van naar naleving van door haar zelf in een Konlnklfl-k Besluit vastgelegde waar borgen; en besluit deze motie te publiceeren in de pers en ter kennis te brengen van de Regee ring en de Staten-GeneraaL KericcanserL Het mag zeer zeker als een groot voor recht beschouwd worden, dat wfl, Helder- sohen, die, zoo het heet, van alles geïsoleerd zfln, zoo nu en dan, op het gebied van de kunst, het neusje van den zalm krijgen. Zoo mochten we Donderdagavond in de Nieuwe Kerk alhier, de grootste onzer zan geressen beluisteren, die, met medewerking van de heeren Verhefl (Orgel) en Noorde wier (fluit) ons een avond van buitengewoon kunstgenot heeft bezorgd. Het ls geen gemakkelijke en benijdens waardige taak voor een verslaggever om een dergelflken avond te reoenseoren, omdat het onmogelijk is in een beknopt krtmten- verslag hem ook maar eenlgszins te bena deren. Vanaf het oogenbllk, dat de eerste orgel tonen, ln snelle opeenvolglng van akkoorden, door de zaal ruisohten, totdat de laatste klanken van de heerlijke stem van de zan geres in de zaal wegstierven, was er ademlooze stilte. Met een concert A moll van Bach werd het programma ingezet. Nu eens Juichend, krachtig en forsch, dan weer langzaam weemoedig en klagend ruischten de orgel tonen. En ternauwernood bekomen van den eersten indruk, werd door Mevrouw Noor dewier de Aria uit cantate 151 van Bach ingezet. Do zangeres werd hierbij met de fluit begeleid door haar zoon. Stem en fluit klonken zoo zuiver en har monisch, dat men soms nauwelijks verschil tusschen beide kon hooren. Een heilige ont roering kwam over de luisterenden. Aangrijpend mooi en zuiver van intonatie klonk daarna: O, wie schön ist deine Welt, Vater, wenn sie golden strahlet. Nu eens opgewekt, dan wee klagend en weemoedig klonk de stem van de zangeres. In de „Hymne" van Alph. Diepenbrock (uit Novalis Geistliche Lieder) konden we de stem van onze gebenedijde zangeres in alle nuanceeringen bewonderen. Hoe zuiver TngBMnden Medodeeilng. KLEEDERMAKERIJ en HEEREN-MODES. naar maat, f 45.— en glashelder golfden de klar :sn door de zaaL Zoowel in de hoogte als in de laagte was het een genot deze zang te beluisteren. Hoe zielvol klonk haar stem, met welk overtuiging zong zfl. Wat een oogenblikken van nooit te vergeten aandoening deed zfl haar hoorders doorleven. Mevrouw Noordewier is niet jong meer, maar haar stem is schoon en rein als een engelenstem. Zooals het: Heerel keere van ons af U vertoornt aengesicht, En door dees verdiende straf, Ons verblint verstant verlicht; door de zaal klonk, kan het alleen gezongen worden door de zangeres, die de wereld ver loren heeft en alleen leeft, zooals het in een lied door haar zelf gezongen werd: „In een hemel van haar liefde en lied". Wat een zachte weemoed, afgewisseld door een heerlijken jubel, klonk er in haar stem bfl de „Dans der Maegdekens". Mevrouw Noordewier en de organist en fluitist hebben ons eenige oogenblikken op gevoerd uit het kleine, drukke leven, in een sfeer van reine zang en muziek. Ook het fluitspel van den heer Noordewier was aangrijpend schoon. Nu eens trilde het als de zang van een leeuwerik, die zijn lied uitjubelt in hooge blauwe lucht, dan weer was het weemoedig en sleepend, met lange, zuivere -klanken. Om ruim half 10 stonden we weer op straat. Aan den nachtelflken hemel glansae zacht vredig de maan. Enkele bleeke sterren pink ten vriendelijk tusschen lichte wolken. O, wie schön ist deine Welt, "Vater, wenn sie ^llber strahlet. (Zie verder Be blad). BINNENLAND. MARINEBEGROOTING. Bfl nota van wijziging zfln de volgende wij zigingen gebracht in hoofdstuk VI der Staats- begrooting voor 1924: Met ƒ61.000 wordt verminderd art. 15, voor verschillende verstrekkingen ten behoeve der zeemacht; eveneens verminderd' wordt art. 20 (aanschaffing van brandstoffen) met 100.000, door vermindering van het aantal vaardagen der schepen, de reorganisatie der zeemacht in tiet Zuiden en de inkrimping der werf te Hèl- évoetsluis; op art. 22 wordt 21.000 bezuinigd- (bezoldiging personeel) in verband met verdere vermindering van personeel te Willemsoord. De He onderafdeeling wordt in totaal vermin derd met 178.987. De Hlde onderafdeeling wordt verminderd met 24.000, zflnde 16.000 wegens het niet meer verstrekken van koolgoederen aan zee- miliciens bfl eerste opkomst en 09.000 we gens het niet meer geven van gereohten op verjaardagen van hei Koninklflk Hols. Begrooflng Ca Ned-DuHS. Ingediend is het oomfewerp-Indisclhe Begroo ting 1924. De uitgaven worden geraamd op ruim- 718 millioen, de ontvangsten uit de middelen op ituim 687 mll-llnen. Tekort ruim 81 millioen. De VtonfwsL De Kameroveo-Hichtselhjflvett van „De Tfld," bericht aan zfln blad: In de gisteren gehouden eliubvergadering der Katholieke Kamerleden ls men, ondanks lan-gdurige beraadslagingen, over het Vloot- wetontwerp niet tot overeenstemming bun nen genaken. Het staat vast, dat, onvoor ziene omstandigheden buitengesloten, de medestanders van den heer Romans mi-et tal rijk genoeg zullen bliflken te zfln, om het ont werp te doen vallen, ook als de geheele lin kerzijde aaneengesloten tegen ls. railllsMmantswal Naar op het congres van den Ned. Mid denstandsbond werd medegedeeld, wordt ge werkt aan een nieuwe regeling betreffende de suroéanoe van betaling, welke regeling te gemoet komt aan de beswaren van den Middenstand. Het nieuwe bankbiljet van 40. Het nieuwe bankbiljet van f 40, dat de volgends week ln omloop zal worden ge bracht vertoont) aan de voorzijde ln net midden op een gegraveerde© achtergrond den volgenden tekst: DE NEDERLANDSCHE BANK betaalt aan toond-er VEERTIG GULDEN. De Secretaris. De President. Deze woorden, met den achtergrond ln groen gedrukt, zfln omgeven door een ln dezelfde kleur gedrukten gegraveerden rand, in de vier hoeken waarvan de waarde-aanduiding 40 voor komt. In rand' bevindt zich boven den tekst een medaillon-portret van Prins Maurits met ter weerszijden de woorden „Ned. Bank" en in de benedenzfld© een Hollandsch rivier gezicht, terwfll in de staande randen, welke het biljet omsluiten, links een zittende Mer- curius met staf en rechts een oud-Hollandsch zeilschip zfln aangebracht. De voorzflde is gedrukt op een uit grijze lijnen samengestelden -ondergrond-. De keerzflde van het biljet vertoont in het midden eene afbeelding van het gebouw van de Nederlandsche Bank te Amsterdam, welke afbeelding, evenals de geheele ondergrond, groen is getint. Slechts de plaats, waar de straf bepaling van art. 282 van het Wetboek van Strafrecht is afgedrukt in de onderzijde van den rand, welke de afbeelding omlflst, is wit gelaten. Dezo rand, gedrukt in de kleuren geel en 'blauw, krflgt op die plaatsen waar die kleu ren samenvallen, een groenachtigen tint. In de beide zijvakken van den rand is het waarde cijfer 40 afgedrukt, terwfll de woorden „Ned. Bank" in het bovenvak zfln aangebracht. Se- zieletter en nummer zfln aan de achterzijde van f I Hst goedkoopste adres, door direote Import uit het buitenland.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1923 | | pagina 5