MAIL voor Hr. Ms. „TROMP". Naar Ville Franche .4 Nor. laatste lichting hoofdkantoor 6.— n 5,0,7en8 Nov. stadsb. 4o lichting, Ajaccio TuniB Port Mahon Palma W Malaga 15 Nov. 27,29 Nov. 6, 7 Deo. 9 Deo. „10t/m.l8 Deo. 16t/m.20 Deo. 23 Deo. 26 Deo. 28 Deo. 80 Deo. 1 Jan. '24 3e Na deze laatste zending blijft de correspondentie te Helder bewaard. Vorige avond. TWEEDE NAMHHi- Dinsdag is allereerst de heer N o 1 e n s (r.-k.) aan het woord. Hiji wijst op de motieven, die destijds leidden tot zijn voorstel tot verdaging, en welke men in de Handelingen kan vinden. Hat was er hem niet om te doen de behandeling op de lange baan te schuiven. Men heeft ge zegd1, dat b$ de verkiezingen niet over de Vloot wet is gesproken? Behoefde dit wel? vraagt spr. Niets zou spr. aangenamer zijn dan be snoeiing op militaire uitgaven1, doch beneden het noodzakelijke mag men nu eenmaal niet gaan. De regeering verdient er hulde voor, dat zij, eenmaal overtuigd van de noodzakelijkheid, haar plannen1 heeft doorgezet. De atmosfeer na den oorlog maakt die taak niet licht. De omstandigheden maken de behandeling van het onderhavige wetsontwerp ook niet licht. Nu allerwegen bezuinigd moet worden, is er zelfs een schijn van tegenstelling. Men is ge neigd de noodzakelijkheid van deze uitgaven uit het oog te verliezen. Er is bovendien een atmosf eer van overdrijving om dit wetsontwerp. In werkelijkheid gaat het om niets anders dan het achterstallige in te halen en te reofgani- seeren. Bij. verwerping van deze wet zou in het buitenland de indruk worden gewekt alsof Ne derland niets voor het behoud van Indië zou over hebben. Spr. gaat de verschillende categorieën van tegehstanders na, zooals deze door den heer Marchant zijn opgesomd en treedt nader' in be schouwingen omtrent de verhouding tusschen macht en recht. In de verhoudingen tusschen de staten zul len machtsmiddelen onmisbaar zijn om het recht te handhaven tegenover onwilligen. De veronderstelling van den heer Van Ra- vesteyn, dat men van katholieke zijde tegen den oorlog is, noemt spr. absoluut onjuist. Wie is er in ons land zoo niet tegen den oorlog. Doch gaat het nu aan, daaruit af te leiden, dat men tegen iedere bewapening moet zijn, met ver zaking van de internationale plichten? Maar, zegt men, Nederland moet- het voor beeld geven I Over dit punt bestaat échter ook in den boezem der S. D. A. P. geen eenstem migheid. Spr. conclusie is, dat hij vol overtui ging vóór dit ontwerp zal stemmen. De heer D e B oer (platt. bond) gewaagt van de ellende, waarin de oorlog het naburige Duit- sche volk heeft gedompeld. Dit zij voor ons een waarschuwend voorbeeld. De plannen van de régeering en de Vlootwetcommissie zijn in strijd met de inzinking van onze financiën en de crisis in handel, -nijverheid en scheepvaart. De belastingen zijn opgedreven tot een onver dedigbare hoogte en zij vormen -een bedreiging voor de volkswelvaart Spr, hoopt, dat de regee ring dit wetsontwerp alsnog zal intrekken en zoo niet, dat de Kamer den moed zal hebben het te verwerpen. De heer Kuiper (r.-k.) kan niet medewer ken om de thans gebruikelijke defensie-uitga ven vast te leggen, nog wel voor 12 jaren. Als op dit punt geen oplossing is te vinden, welke de Staten-Generaal de noodige vrijheid laat, zal spr. moeten besluiten tegen te stemmen. De heer Troelstra <&-d.) merkt op, dat alle groote en goede dingen voortspruiten uit het gevoel van den mensch,.en betreurt het, dat bij dit debat eenigszins smalend is gesproken over het gevoelselement. De redevoering van den heer Nolens was kil en koud, dood' en dof. Spr. komt op tegen de noodlottige illusie,.die door het „militarisme op een koopje" wordt ge kweekt. Het is volksverleiding, dat wij- daar mede in geval van oorlog wat van befeekenis kunnen uitrichten. Daaraan kan.spr. als fat soenlijk man- niet meedoen. Spr. gewaagt voorts van den toenemenden anti-militaristischen geest in Japan, als gevolg van de conferentie te Washington. Van de uit de binnenlandsche politiek blij kende perspectieven kan alleen de meer sociaal gezinde groep in de katholieke partijl ons red den. Öp haar rust thans een groote verant woordelijkheid. De uitspraak, die straks zal volgen zal niet een uitspraak zijn van de kie zers. Wat zullen de gevolgen van evfen-tueele ver werping van deze vlootwet zijn? De regeering heeft reeds lang haar lot vastgeknoopt aan deze Vlootwet. Maar bui-ten een ministercrisis zal het stemmen tegen de Vlootwet niet kunnen gaan. Aan Kamer-ontbinding hebben wij echter geen behoefte. De regeering moet bij verwer ping van de Vlootwet maar weten wat zfywil doen. Wij zullen rustig kunnen afwachten of zjj den mi-nister van marine alleen wil laten vallen, dan wel, dat zy geheel wil aftreden. Uit iedere situatie zullen wij echter in het belang van het Nederlandsche volk propaganda maken. Spr. zegt thans nog een en ander over de politiek van den heer Ruys. Hij kan geen ant woord geven op de vraag: „Wat is Ruys?" Hij- weet het niet. De heer Troelstra zet vervolgens ui-teeni, dat de positie, die hij- -en de zijnen bij1 dit conflict hebben ingenomen, meebrengt, dat zijn partij de verantwoordelijkheid voor een verwerping van het wetsontwerp moet aanvaard-en, even tueel door deelneming aan het regeerbeleid. De heer F r -u y t i e r (r.-k.) is niet gerust, dat deze Vlootwet ons niet te veel zal binden. Spr. vraagt zich af in hoeverre de financieele opzet -beantwoordt aan de kosten van het plan. In dit opzicht is spr. niet gerust, dóch eenigs zins teleurgesteld. Spr. kan het vlootplan, zooals het hier is voorgesteld, accepteeren, -maar de basis, waarop dit thans is opgesteld, is veel te aanvechtbaar. Het woord wordt nog gevoerd door de heeren Deckers (r.-k.), die eenige verbeteringen aangeeft-. Mevr. Bronsveld—Vitringa (r.-k.), die na rijp beraad zal tegenstemmen, Schokking (c.-h.), die door de Vlootwet den vrede verzekeren wil. Deze spr. zet verder uiteen, dat in Indië met een landleger niet kan worden volstaan om daarmee, onze neutraliteit te handhaven, doch dat daarvoor ook een 'scheepsmacht met een luchtvloot noodig is. Hij herinnert aan het gebeurde in 1914, waarlijk niet om te prikkelen, maar om erop te wijzen, dat de sociaal-democraten als de nood- aan den man is, heel anders spreken. Populair maakt men zich niet door geld voor de defensie te vragen en een legeerin-g, die dit doet, doorleeft onaangename oogenblikken. Maar als men zijn verantwoordelijkheid beseft, dan komt het erop aan den zedelijken moed- te hebben om ter wille van dón vrede de aange vraagde gelden te voteeren. Ook de Volkenbond sluit in.de handhaving zijner besluiten des noods door De -heer Marchant noemde het het noodlot dat de kleine volken moeten buigen voor den wil der groote mogendheden-. Maar spr. meent dat het recht van een klein volk van precies dezelfde waarde is alp dat van een groot volk en dat wij daarvoor dan ook mogen opkomon, De stemming, waarin- spr. zijn stem aan dl' wetsontwerp geeft, is dezelfde als die van den -heer Nolens. Indien de regeering dit wetsont werp handhaaft, vertrouwen wijl als Christelijk- Historischen op de regeering eni geven wij haar onzen steun De vergadering w-ordt verdaagd tot Woens dagmiddag 1 uur. De hoer Ru tg er s (a.-r.) zal vóór de Vlootwet stemmen, in de volle overtuiging daarmede de zaak des vredes en des rechts te dienen. Het zoeken naar andore verkla ringen heeft geen schijn van recht Het be toog van den heer Marchant verliet volkomen het standpunt van het recht In de conventie van den Haag heet het, dat de neutraliteit moet worden, verdedigd met de middelen waarover men beschikt. Men moet dus „mid delen" te zijner beschikking hébben. En de heer Troelstra stelde zich even-eens op dit standpunt Spr. behandelt vervolgens de redevoerin gen- van de heeren Troelstra en Hugenholtz. Aan de verklaringen van dezen laatste hecht hjj weinig waarde. In 1915 erkende deze dat België geleerd heeft, dat ook een klein leger vermag ge wicht in- de schaal te leggen. Aanneming van de Vlootwet op dit oogen- Wik acht spr. in 's lands belang. Het petition nement -kan hierbij weinig invloed op ons hebben. De heer Rutgers behandelt ten slotte het verband tusschen de defensie én de die pere staatkundig© beginselen. Om tot ver nieuwing van de wereld te komen moet de mensch worden vernieuwd. En dit kan slechts bereikt worden door God's genade in Jezus Christus. Ook spr. is voor den Volkenbond en hunkert naar vrede. Maar de vrede op aarde komt in deze bedeeling niet, ook niet door den Volkenbond, doch slechts door de wederkomst van Christus, die Gods rijk op aarde zal vestigen. Mej. Frida Katz (eik) vraagt waar de schakel is tusschen *t vredesideaal der vrou wen en het moeten stemmen stemmen tjegen deze Vlootwet Heeft het vrouwelijk senti ment hier wellicht parten gespoeld? (Rumoer en interrupties). Spr. bespreekt vervolgens het door mej. Groeneweg aangehaalde citaat van prof. Slo- temaker. De vrouw mag niet eenzijdig de lei ding nemen als zij haar gevoel laat spreken-, evenmin als de man eenzijdig de leiding mag nemen- door zijn verstand Maar de vrouwen moeten haar gevoel corrigeoren door hun verstand. Uit niets is spr. gebleken, dat de Vlootwet niet noodzakelijk zou zijn. De heer W ij n k o o p zegt, da' uit de rede van mej. Katz weer do oud-testamentische, Calvinistische geest heeft gesproken. De hoofdkracht, die deze wét -eiischt, is Engeland. Spr. betoogt verder, dat de Kom N-ed. Hoog ovens en Staalfabrieken groot belang heb ben bij de doorzetting van deze wet op dit oogenblik. Ook de olie is bier een drijf kracht. Dit is niet gericht tegen den heer Coljjn. Indien deze niet in de olie was, zou een ander het zijn. (Gelach). Het volk heeft uitstekend gevoeld, dat het bij dit wetsontwerp om voor of tegen den oorlog ging. Niet het financieel belang gaf bij de onderteekenaars van het petitionne ment den door&ag. De Volkenbond is niets. Maar als wij den vrede willen, moeten wij geen oorlogsuitga ven doen. Sowjet-Rusland, met zijn meer dan 100 millioen inwoners, heeft ©en leger, van 600.000 man. Spr. gelooft niet dat deze Vlootwet zal worden verworpen; ondanks het moedig© op treden van mevrouw BronsveldVitringa zullen vele katholieken die in hun hart tegen d© Vlootwet zijn, niet den moed hebben te gen te stemmen. Spr. zet, onder vroolijkheid der 'sociaal democraten, uiteen, dak zoo als thans, ter handhaving van den bestaanden- moatschap- pijvorm de heerachende machten in de ka tholieke kerk met den heer Colijn samen gaan, zij- het wellicht later met den heer Troolstra zullen doen. Wat wil de regeering nu met deze Vloot wet? Het is een vat op een vulkaan. De In dische regeering ontneemt aan de volksmas sa's met deze Vlootwet de wéinig© gelden, die zij nog hebben. Men provoceert Japan. Wanneer de vreemde indringer in Indonesië komt, zal hij weerklank vindén bij het volk aldaar en dit zal pernicieus blijken voor onze vloot. Spr. doet tenslotte een- beroep om mede te werken tot herstel van de eenheid in de actie. Daartoe moet men niet tegenover elkaar staan als winnaar en overwonnene, als meer of minder krachtige. Wij moeten er geza menlijk voor zorgen, dat. deze vloot niet' wordt bemand. De (a.-r.) heer Schouten bespreekt den finantieele© kant van het wetsontwerp. Noch het standpunt van den heer Van Gijn, die al leen voor groote eenheden een fonds wilde stichten, noch dat van den heer Dresselhuys acht spr. juist. Er was voor den heer Oud geen rede nom op grond van de door hem geconstateerde kleine, verschilpunten zoo scherp te spreken Ms hij deed. Het gaat ook biet aan zich tegen deze wet te verklaren omdat de kosten voor de toe komst niet nauwkeurig kunnen worden- vast gesteld. Men heeft zich ook verzet tegen vastleg ging van de uitgaven bij de wet. Niettegen staande de bezwaren die men daartegen kan inbrengen is een voordeel daarvan dat men nu weet, waar men heen gaat, terwijl men thans tengevolge van het wisselend inzicht telkens kwam tot vermindering van het ren dement dér marine en tot vermeerdering van de uitgavan. Spr. zet tenslotte uiteen, diat het de plicht dér regeering is, -zoo goed mogelijk te zorgen vdor de handhaving van de neutraliteit in Indië. Spr. neemt aan dat de regeering öUeb zal doen om de uitgaven voor de marine te rug te brengen. Zij heeft dit verklaart en spr. aanvaardt die verklaring als oprecht. Hoe moeilijk de omstandigheden ook zijn, de Vlootwet dient te worden aangenomen, daar de landsverdediging een der primaire plichten is van de regeering. -Minister Ruys wensoht met een enke' woord aan deze beraadslaging deel te nemen. Het verheugt spr. dat deze Vlootwet in zoo rustige atmosfeer wordt behandelt. De regeering blijft er bij, dat overlegging van het advies van den gouverneur-generaal niet zal plaats hebben. Met den landvoogd is de regeering van meening, dat overleg ging van diens adviezen in het algemeen niet gewenscht ia De financieele zijde der zaak is door den gouverneur-generaal niet uit het oog verloren, evenmin door de regee ring. Niettemin staat de gouverneur-generaal op het standpunt, dat wat het zwaarst is ook het zw erst moet wegen. Wat nu de staatsrechtelijke bezwaren be treft, merkt spr. op, dat men reeds jaren lang zich beklaagd heeft over de stelsel loosheid van den vlootbouw. Vandaar dat men naar een vast systeem heeft gezocht, waarbij dé invloed van- het departement van marine eer vermindefd dan vermeerderd word. In dien de Vlootwet wordt verworpen zullen wij den chaotiscben toestand blijken behouden. Indien telken jare een toevallige meerderheid den pas aangeeft, heeft men niet de minste zekerheid voor een vaste lijn. Trouwens, spr. begrijpt de staatsrechtelijke bezwaren van den heer van Schaik -niet goed. (Gemompel). De vastlegging van een Vlootplan- in een wet moet niet al te zwaar worden opgenomen. Mochten zich in de komende jaren gewich tige omstandigheden voordóen, -die wijziging noodig maken; dan zal de regeering dit niet nalaten. Hij herinnert aan het gebeurde tijdens den Russisch-Japanschen oorlog. Sinds 1903 is de toestand- van de vloot slechter geworden en er is dus alle reden om daarin thans verbetering te brengen. 'Wat n-u het streven -naar vermindering van de bewapening betreft, dat niet voldoende bij het qnderhavige wetsontwerp tot zijp recht zou komen, geeft spr. in dit verband een overzicht van de aangebrachte vereenvoudigingen- en be zuinigingen. Spr. kan niet toegeven, dat de re geering niet bedacht zou zijn, op vermindering van dé militaire lasten. Voorts merkt spr. op, dat het wetsontwerp strekt om de neutraliteit te handhaven en den oorlog te weren. Dit naar aanleiding van d-a verklaring van mevr. BronsveldVitringa, dat zij haar stem niet aan het ontwerp kan geven, omdat het niet Strekt om den oorlog te voor komen. Men heeft deze wet noodig ter hand having van ons Indisch bezit en daarom was het tijd, dat eindelijk een beslissing werd ge nomen. Spr. gewaagt vervolgens van het negatiev karakter van het petitionnement, dat niet ver geleken kan worden met dat van 1878. De kabinetskwestie gesteld. Wat de consequenties van verwerping van het wetsontwerp betreft, verwijst spr. naar den jrief, door de ministers van marine, van finan ciën en van koloniën aan dé Kamer gericht. Mocht de beteekenis van dien brief niet vol doende duidelijk zijn-, dan wil spr. nog wel ver klaren, dat het geheele kabinet van oordeel is, dat bij afstemming van dit wetsontwerp de le den van het kabinet niet langer de verantwoor delijkheid voor 's lands zaken kunnen dragen. (Geroep: Stemmen!) •De Minister van Marine, de bèer Westerveld, kan moeilijk alle gestelde vragen beantwoorden, doch zal allen leden zoo veel -mogelijk de volle maat geven. In snel tempo leest spr. hierop antwoorden voor op eenige -technische yragen van den heer Van der Voort van Zijp, eenige malen geïnterum- peerd. Het is onjuist, dat men zijn neutraliteits- plicht kan nakomen, zonder een daarop ten volle berekende weermacht. Thans een enkel woord over de stelling, dat het bezit van militaire machtsmiddelen voor Nederland de kansverhoogt, dat het in een conflict zal worden betrokken, aloook over de stelling, dat versterkte steunpunten meer aantrekkingskracht bezitten dan niet versterkte steunpunten. Deze stelling kan aldus worden geformuleerd, dat men een huis met een deur gemakkelijker binnendringt dan een huis zonder deur. Slechts indien on ze versterkingen worden aangelegd met agressieve bedoelingen zou de zaak anders staan. Onze finantieele middelen laten niet :oe, dat wij thans reeds dit sterke dn.ir aan brengen. Daarom nemen wij geno-egen met een dak van lichte constructie. (Rumoer). Spr. komt thans tot de vraag of het wets- ontewrp die Kamer niet te zeer bindt Deze vraag heeft de regeering zich,bij de indie- rung vnni dit wetsontwerp eveneens gesteld. Vandaar, dat zij met een ontwerp kwam dat slechts voor zes jaar bindt. Met de. normale voortschrijding van de techniek kan voldoen- ie rekening worden gehouden, en in zés jaar ajds zal zich geen algeheele omwenteling van de techniek voltrekken. Thans de vraag waarom de regeering nu met dit wetsontwerp komt. Wanneer is daar voor het psychologisch motiient wel aanwe ns g? Sinds den-Russisch-Japanschen oorlog s de waarde van onze vloot relatief vermin derd. De regeering zou haar verantwoorde lijkheid wel zeer licht tellen Indien deze Vlootwet nog langer zou moeten worden uit gesteld. Wat het oordeel der deskundigen be treft, ffpr. heeft ed erevaring opgedaan, dat men hier de personen, die in actieven dienst zijn, als het meest ondeskundig beschouwt. De hoer Marchant (v.-d.): Hoe ver igt Singapore ook weer van Riouw af? (Groote vroolijkheid). De Minister:Ik kan op interrupties niet antwoorden. De heer M a r c h a n t: De mist van meneer ■van Hengel. Een deskundige eerste klas! De Voorzitter: Is de hoer Marcham De M i n i s t e r vervolgt de voorlezing van zijn rede en gaat na, welke critiek met name de heeren van Rossum en MedQnbach op het plan hebben geoefend, waartegenover hij het oordeel van andere deskundigen stelt. Dat de voorstanders van andere plannen het onderling niet eens zijn, meent spr. zonne klaar te hebben aangetoond. De heer Dresselhuys (v.-b.): En over ste Schepp dan? Die hebt u vergeten!! De heer Ketelaar: Hij antwoordt nipt op interrupties! De heer D u y sDit punt hebben ze verge ten voor hem op te schrijven. De Minister leest verder -en komt tot den heer Bomans, die in zijn berekening van de militaire uitgaven in Nederland 18 mil lioen te hoog was. Spr. behandelt daarna de vraag of het ont werp voldoende rekening houdt met de ont wikkeling van de luchtvaart. De historie van den laatsten tijd- bewijst, dat wij wel degelijk kracht kunnen ontwikkelen. Noch in den Rus sisch-Japanschen oorlog, noch in den grooten werledoorlog is over ons heen geloopen, dank zij onze weermacht. Spr. beantwoordt nog verschillende andere sprekers en vat tenslotte zijn betoog nog eens samen-. De regeering heeft in- -het gevoerde debat geen- aanleiding kunnen vinden ten aan zien van het maritiem-technisch gedeelte van het plan van houding te veranderen. De vergadering wordt verdaagd tót Donder dagmiddag 1 uur. urr de pera De rqgeerlng em de Vlootwet De „N. Rott. Courant" bespreekt de mede- deelin-gen in „Tijd en Vaderland" omtrent het aftreden van het Kabinet bij verwerping der Vlootwet Het blad zegt: Wij gelooven-, dat de zaak van de vloot beter gediend! zoude geworden zijn, indien de heer Ruys en de protestantsche coalitie-partijen voorloopig hunne dreigementen nog maar in petto hadden- gehouden, en afgewacht, welke verrassende resultaten de verdediging van het Vlootontwerp van regeeringszijde op de Room- sche Vlootongeloovigen zou hebben gehad. Taktisch lijkt ons dit heel onjuist gehandeld. Hét had, dunkt ons, aan het inzicht van de Kamer overgelaten kunnen worden, te -bere kenen wat de gevolgen van eene eventueel© verwerping van het ontwerp zouden- kunnen zijn. Het blad betoogt, dat in de marine-politiek van de laatste jaren niet veel lijn zat, en dat dus in zooverre verwerping van het ontwerp voor het Kabinet geen groote gevolgen behoeft te hebben. Het zou zich- aan- den nieuwen toe stand- ook wel weer aanpassen. De moeilijkheid schuilt echter hierin* dat eene beperking van een afwijzend votum tot eene simpele porte feuille-kwestie een onoplosbare puzzle zou wor den, omdat niemand meer zou weten te zeggen, wie van de ministers, die zich over het ontwerp beurtelings warm en k-oud hebben gemaakt, nu eigenlijk door zulk een votum zou zijn getrof fen, die van marine, die van koloniën, die van financiën, of de beer Ruys. Zoodat er wel niets anders zou resten, dan dat het Kabinet in zijn geheel uit elkaar viel, en op de nu tweemaal be proefde manier werd.... gereconstrueerd. GEMENGD NIEUWS. Door den stroom gedood. Een- twaalfjarig' jongeje speelde Maan dag achter de in aanbouw zijnde huizen der Witte de Withstraat te Amsterdam. Het ventje kwam in aanraking met een electri- schen draad, welke stroom aanvoert voor een hijschmachine, en werdl op slag -gedood. Het werk had ©enigen tijd stil -gelegen en de draden waren toen stroomloos. Deizer da gen was het werk hervat en tevens was de draad weer onder stroom -gekomen. Blijk baar was dit dén spelenden knapen niet be kend. De draad lag niet op den publieken weg, maar dan toch over een terrein waar veel kinderen spelen. Een moedige daad eni haar beloomlng. Men meldt aan het HbL: Een inwoner van Zaandam ging Dinsdag met paard en wagen naar dé markt te Pur- merend. Onderweg schrikte het paard en sloeg op hoi De bestuurder, die het paard niet meester kon worden, zag tot zijn schrik eenige schoolgaande kinderen op den weg vóór het, hollende paard aankomen. Om deze kinderen te redden, trok hij het paard aan het leidsel van den weg af; reed liever het water in, dan den kinderen letsel te bezor gen. Maar paard en wagen botsten tegen een aan den weg staanden gaslantaarn, dié geheel verbrijzeld werd. De bestuurder kreeg een diepe beenwond en moest naar de Gemeentekliniek te Zaandam worden over gebracht. Voordat hij evenwel van die inrichting naar huis kon worden gebracht, was de po litie al aan zijn woning om proces-verbaal op te maken wegens vernieling en had hij van de Gasfabriek de mededeoling ontvan gen, dat hij te zorgen had, dat do aange richte schade werd vergoed. De gemeente kan wel eonis actief zijn! Zoekmaken van brieven. De rechtbank te Almelo veroordeelde een hulp-brievenbesteller uit Hengelo (O.) we-, gons het kennisnemen van den1 inhoud en het zoek maken van -brieven tot twee maan den- gevangenisstraf. De eisch was zes maanden. Diefstal van gobelins. In den nacht van Zondag op Maandag heeft in het kasteel van Versaiiles een bru tale diefstal plaats -gehad. Van drie kostbare gobelins in den Salon de Mercure op de eer ste verdieping rijn er twee gestolen: „Het hrieg van Douai" en „De intocht van koning te Duinkerken", -beide behoe vend tot de beroemde collectie Lodewijk ne^hil^r^1 er 'drie of ^er Perso- Z» zHb li„ ln^aakJbetrokken geweest, af ri«W L draad van bliksem- eSrïiL bwen 'geklommen, hebben met don „n ^en epening in een ruit gesne- raam ™!erv<ilge?s de Wnolot van het nihen to bereiken. De twee wandla ar,;, meto" ho°g en bijna zeven meter 'eng, wegen 60 k 70 K.G. elk. Blijkbaar rijn de daders aan de zijde van don (boulevard de la Reine in een automobiel ontsnapt. De gobelins zijn in 1678 vervaardigd en vertegenwoordigen een waarde van twee millioen francs. Tijdens den oorlog waron ze te Toulouse In veiligheid gebracht. Er bestaan replieken van in de „petite serie", ter grootte van drie -bij vijf meter. Het parket van Versaiiles heeft als eenigo aanwijzing vingerafdrukken gevonden. Te vijf uur hl den morgen had een bewaker zijn laatsten rondgang gedaan en niets ver dachts bemerkt. De directie d-er Sdhoono Kunsten heeft naar alle richtingen bericht van den diefstal gezonden met een beschrij ving van de gobelins. ingezonden. Geacht© Redactie. Wederom verzoek ik u vriendelijk om een klein© plaatsruimte. Met dank voor do op name. Ik zou dan even terug willen komen op mijn ingezonden stukje van 11 Juni j.1., waar ik een verzoek richtte tot alle actief dienen de militairen van land- en zeemacht in ons land en de koloniën om oen kleine bijdrage voor de Vereeniging „Weduwenzorg van voor de wet 1909 De tijd van 't jaar was wel niet goed gekozen, want nauwelijks is het najaar aangebroken, en in die periode geven verschillende vereenigingen uitvoe ringen en was de vereeniging „V. en O." wel de eerste op militair gebied, die bij do feestviering aan de vereeniging Weduwen- zorg had gedacht Met toestemming van den voorzitter is er geld ingezameld en de eere-zuster, mevrouw Köhlervan Teffelen bracht met goed geko zen woorden dank aah -allen die mede hun, offer brachten om de som van 32.85 bij een te brengen. Een woord van dank aan d© vereeniging „V. en O." -en aan mevrouw Köhlervan Teffelen voor haar mooi© werk ©n vorder zou ik willen' vragen of er nog dames zijn, die een klein handwerkje willen afstaan, daar het hoofdbestuur een groote verloting wil houden tot stijving der kas. Komt dames, werkt mede om ook die weduwen een orden telijke uitkeering te 'bezorgen. In het maand blad van „"Weduwenzorg" stond: „Van uit den Helder heeft de stem geklonken'', laat ons, Helderschen, medewerken tot een goed' geheel, gij kunt uw handwerkjes bezorgen bij W. van Vliet, voorzitter, Hoogstraat 121, Ter Burg, Laan 11, secretaris, Molijn, pen ningmeester, Basstraat 74. U mijnheer de redacteur nogmaals dan kend, teeken ik achtend, M. VAN VLIET—"WICKEL, Donatrice „Weduwenzorg. Helder, 22 Oct 1923. Mijnheer de Redacteur, .Gaarne zag onderget onderstaande rege len in Uw blad opgenomen, Aan den Meester in de Nederlandsche taal, Angellno. Onderget. verzoekt Angélino zijn adres In de Heldersohe Courant eens bekend te ma ken, dan kan het misschien mogelijk zijn, dat de colporteurs van de Vrijdenkersver- eeni-gin-g „de Dageraad" bij hem les kunnen- krijgen in de Nederlandsche taal, om dan op de volgende vergaderingen in beter No- derlandsch (zonder eigenwijze gezichten) to kunnen oolporteeren. Verder willen wij op het bekrompen stukje van Angelino niet ingaan, daar de Redactie van de Heldersche Courant dit al gedaan heeft, welke wij dan ook onzen hartelijken dank daarvoor betuigen. Namens de Vrijdenkersvereen. „de Dageraad" en Vrij© Groep. B. v. VLIET, Secr. „Dageraad". Oostslootstraat 45. laatste berichten. De onlusten tc Hamburg. Hamburg, 26 Oot. Het aantal slachtoffers ;e Hamburg wordt thans geschat op 40 dooden en meer dan 200 gewonden, van wie velen ernstig. De politie verloor 11 dooden, 18 ern stig gewonden en meer dan 60 lichtgewonden. Manilla, 25 Oct. Vooralanstaande leden van de wetgevende vergadering verklaarden heden, dat de strijd zal moeten worden voort gezet om de onafhankelijkheid der Philippijnen en de vervanging van den gouverneur-generaal Leonard Hood door een Philistyn te verkrijgen. Londen, 25 Oct. De Britsche regeering houdt zich op het oogenblik bezig met het be- studeeren van een aanbod, gedaan door de Ver. Staten, dat zij bereid zijn deel te nemen aan eene internationale conferentie, indien dit door de geallieerden gewenscht wordt. New-Yoik, 25 Oct. Een hevige Noordoos- er storm, welke gisteren en in de afgeloopon -nacht woedde langs de kust van New-Found- land, heeft in Hatteras groote schade aangericht aan eigendommen en scheepvaart. Meer dan 20 personen werden gewond. uit den omtrek. Wleringen. Met het oog op de uitbreiding van het mond en klauwzeer aan de vaste wal hebben B. eil W besloten ook de invoer van slachtvee te ver bieden. Thans kan dus van de vaste wal niets meer worden Ingevoerd, voorwaar een góede maatregel, want 'teiland heeft slachtvarkens en koeien genoeg. Do leverantie van brandstoffen voor de ge meentegebouwen is opgedragen aan de firma Smit en Lont, wat do steenkolen betreft; en aan den heer S. P. de Vries, wat de turf betreft. GEBOREN: Oatharina Jobanna Alida, d. H. Meilink en A. M. M. Leurs; Dirk Jo- han, z. v. D. J. Mosk en N. J. Kooij. n Y> yy Yi n V 6.30 a„ r> 8e 6.30 a., ri 3e 6.30 a., yy 8e 6.30 a., yy 3e 6.m., yy 8/ia 4e 6.30 a., yy 8e 6.30 a., yy 8e 6.— m., yy M/.a 4e 6.— m. 6.80 a., yy 6.— m., yy '9/ia 4o 6.30 a., yy 8e yy yy yy yy yy yy Vergadering van Dinsdag 23 October. Vergadering van Woensdag 2 i October. uitgeinterumpeerd Naar wij vernemen heeft de regeering ons gomeento bestuur, om advies gevraagd om een gedeelte van de droog te leggen Zuiderzee bij het eiland te voegen. Wieringen zal dan in de toekomst geen eiland meer zijn, doch een groote streek wórden. Burgerlijke Stand van Anna-Paulowna.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1923 | | pagina 6