Verschenen is het
der Marine-Begrooting 1924. W*j oatleenen
hieraan het volgende:
Bij fret afdeelingsonderzoek van het ontwerp
Marinebegrooting meende men algemeen zich
te moeten onthouden van beschouwingen over
het algemeen marinebeleid der Regeering. Men
achtte dit beleid belichaamd in het ontwerp
Vlootwet. Nu de beslissing over bedoeld ont
werp inmiddels is gevallen en deze geleid heefl
tot een Kabinetscrisis, meent de Commissie
van Rapporteurs te moeten volstaan met het
vertrouwen uit te spreken, dat de Regeering
bij de Memorie van Antwoord de Kamer om
trent haar plannen in zake de maritieme ver
dediging van Nederland en Nederlandsch-Indië
zoo volledig mogelijk zal willen inlichten.
Opgemerkt werd, dat het eindcijfer dezer
begrooting ruim ö1/» millioen lager is dan dat
van de Marinebegrooting voor het loopende
dienstjaar, van welke vermindering ruim 5
millioen voor rekening der militaire uitgaven
komen.
Verscheidene leden achtten het teleurstel
]end, dut verlaging van het Marinebudget
slechts kon verkregen worden door beperking
van datgene, wat uit een maritiem oogpunt
in de eerste plaats noodzakelijk is, terwijl huns
inziens bovenal op de uiterst kostbare organi
satie der marine had moeten bezuinigd zijn.
Voornamelijk achtte men bezuiniging op
de Departementale organisatie noodig en mo
gelijk.
Het bezwaar, dat bij de bezetting van het
personeel elk streven naar beperking afwezig
schijnt, doet zich overigens volgens sommigc
der hier aan het woord zijnde leden bij vrijwel
alle takken van dienst gevoelen. Ho° kan, zoo
vroeg men, waar thans hier te lande bijna geen
schepen meer in dienst zijn en er g-»an op de
Rijkswerven gebouwd worden, behoefte be
staan aan 25 commandeurs en 2S bureelbe
ambten aan 's Rijks werf te Willemsoord en
aan 11 commandeurs en 15 buroeibeambten
aan die te Hellevoetsluls? Eenige leden zouden
de vraag, of de personeelbezetting van ver
schillende onder het Departement resscrtee-
rende diensten niet kan worden ingekrompen,
gaarne door een onpartijdige en deskundige
commissie willen onderzocht zien.
Door sommige leden werd aangedrongen op
het toekennen van meer. zelfstandigheid aan
de commandanten der schepen; dezen behoor
den verantwoordelijk te worden gesteld voor
een zuinig beheer van het aan hun zorgen toe
vertrouwde schip. Men wenschte ook, dat voor
ieder schip een eigen exploitatierekening zou
worden nagegaan, of behoorlijk de zuinigheid
wordt betracht.
Een grief van verscheidene leden was voorts
dat te veel personeel van hoogen rang wordt
gebezigd voor werkzaamheden van eenvoudi-
gen aard, waardoor in verhouding tot den ge-
presteerden arbeid veel te hooge salarissen
worden betaald. Zoo wees men op het feit, dat
aan boord van een flottieljevaartuig 4 officie
ren-machinist aanwezig zijn en op het pant-
serdekschip de „Gelderland" 8 officieren
machinist. Eén, onderscheidenlijk twee officie
ren-machinist, onder wie eenige onderofficie
ren en minderen werkzaam zijn, oordeelde
men ruimschoots voldoende.
Sommige leden meenden, dat een veel lang
zamer tempo van aanbouw van nieuw materi
eel, dan in de laatste jaren was in acht geno
men, noodzakelijk was.
Gelet op den toestand van 's Lands finan
ciën en op de belangrijke hoeveelheid nieuw
materieel, die in de laatste jaren is aange
bouwd, meenden zij dat voorshands zou moe
ten worden besloten tot een vlootvacantie,
waarbij, na afbouw van het op stapel staande,
uitsluitend gelden zouden mogen worden ge
voteerd voor onderhouden herstelling van
voor de defensie volwaardig en voor oefening
van personeel strikt noodzakelijk materieel.
Alleen op die wijze zou het hoofdstuk Marine
der Staatsbegrooting zijn rechtmatig aandeel
kunnen leveren in de versobering, die onze
geheele Staatsinrichting zal hebben te onder
gaan om tot een sluitende begrooting te ko
men.
Sommige leden hauoen met belangstelling
gezien, dat, wat het materieel betreft, blijkens
de overgelegde begrootlngsstukken door den
Minister bezuiniging wordt nagestreefd door
meer concentratie van de bestaande werven,
marinestations en depóts. Het torpedo-atelier,
de magazijnsvoorraad en het transportbedrijf
van het Marine-etablissement te Amsterdam
zullen, volgens de mededeellngen in den toe
lichtenden staat, naar Willemsoord worden
overgebracht, terwijl de werkkring van de werf
te Hellevoetsluls zal worden Ingekrompen en
een belangrijk deel der thans aldaar verricht
wordende werkzaamheden zal worden overge
dragen aan 's Rijks werf te Willemsoord. In
de Oommissie van Rapporteurs is voorts de
aandacht gevestigd op de mededeellngen, vol-
fens welke het oommandement der marine te
iiddelburg zal worden gewijzigd en inge
krompen, waardoor bureelpersoneel zal wor
den bespaard en de huur der ambtswoning
van den commandant zal kunnen worden' op
gezegd. Men vroeg In hoeverre het juist ls, dat
gelijk verluidt ook het marinestation te
Vlissingen belangrijk zal worden ingekrom
pen en het aldaar gestationneerde materieel zal
worden teruggebracht tot het complex wacht
schip, moederschip „Vali", één pantserboot en
één mijnenlegger.
Men drong hierbij aan op toelichting lm
zake de technische en financieels gevolgen.
Sommige leden, die in beginsel met de bo
venbedoelde concentratie van Inrichtingen der
marine welke zich geheel beweegt in de
richting, sedert lang met name uit een oogpunt
van bezuiniging door hen bepleit instem
den, verklaarden te betreuren, dat de Minister
in dezen niet verder is gegaan. Zij meenden,
dat er aanleiding is zoowel het Marine-etablis
sement te Amsterdam te liquideeren, als de
werf en het marine-station te Hellevoetsluls op
te heffen; naar men meende te weten, wordt
het laatste ook door den commandant der ves
ting Holland voor 's Lands defensie van geen
beteekenis meer geacht. Ook het loodsstation
aldaar, dat als geheel overtollig kan worden
beschouwd, zou alsdan dienen te vervallen.
Hetgeen de Minister wil doen, achtten zij een
hal ven maatregel.
Men vroeg voorts, welke besparing de over
brenging van het torpedo-atelier en van den
magazijnsvoorraad van Amsterdam naar Wil-
'emsoord zal opleveren. Wat blijft nu op het
M-rine-etablissement te Amsterdam nog over?
Tenslotte werd in de Oommissie van Rappor-
'eurs twijfel geopperd, of het verantwoord is,
Vlissingen, dat in den laatsten oorlog gebleken
is te behooren tot de meest kritieke punten
van onze kustverdediging, terwijl van den af
bouw van een fort aldaar reeds is afgezien, nog
verder te ontblooten.
Gevraagd werd, of bij het verleenen van ver
lof van Zaterdag tof Maandag aan personeel,
op een schip gehuisvest, dit verlof niet zou
kunnen worden toegekend aan al het personeel
tegelijk, zoodat de exploitatie van zulk een
schip twee tot drie dagen geheel zou kunnen
worden stop gezet; men meende, dat daardoor
een belangrijke bezuiniging ware te verkrij
gen.
Aangedrongen werd op een zeer zuinig ge
bruik van water en licht, zoowel aan boord der
schepen als aan de inrichtingen te Helder.
Door sommige leden werd ernstig geklaagd
over den langen duur van den bouw der krui
sers „Java" en „Sumatra". Men zou het op
prijs stellen, het oordeel van den Minister te
vernemen over de toelaatbaarheid van een
bouwtijd van negen jaar. Nog steeds schijnen
zich nieuwe vertragingen voor te doen. Ook
den termijn van afbouw der verschillende on
derzeebooten achtte men veel te lang. Men
vroeg, bij wien de schuld hiervan ligt.
Dat dé eindafrekening van de „Celebes" nog
steeds niet gereedkwam, was uit den toelich
tenden staat met bevreemding gelezen. Ge
vraagd werd, wat de oorzaak is van deze schro
melijke vertraging en of daarvan extra kosten
het gevolg kunnen zijn.
Gevraagd werd, hoeveel tot dusver de kosten
van het accountantsonderzoek van de boeken
der werven van aanbouw hebben bedragen en
of de Minister het verantwoord acht met dit
onderzoek voort te gaan; voorts of de geruch
ten juist zijn, dat vaak onverai.twoordelijk
hooge prijzen door de werven worden in reke
ning gebracht.
Het had de aandacht getrokken, dat ditmaal
in de Memorie van Toelichting met geen enkel
woord melding wordt gemaakt van maatrege
len, in het belang van het personeel genomen.
Men vroeg, of zoodanige maatregelen in het
geheel niet tot stand kwamen.
Gevraagd werd, of het georganiseerd overleg
bij de zeemacht, dat in den loop van dit jaar
tot uitvoering kwam, aan de gestelde verwach
tingen voldoet. Men meende, dat herhaaldelijk
door den Minister van Marine maatregelen
werden getroffen, welke den rechtstoestand
van het personeel raken, zonder dat het advies
der commissie voor georganiseerd overleg
werd ingewonnen.
Gevraagd werd, in welk stadium de werk
zaamheden der reeds in 1919 ingestelde" com
missie voor de regeling van den rechtstoestand
van het militair personeel der zeemacht ver-
keeren.
Opgemerkt werd, dat naar verluidt de
Minister bevel heeft gegeven, dat de jeugdige
schepelingen van de opleiding te Gorinchem
aan het einde van den laatstbeëindigden cursus
volgens hun geloofsbelijdenis naar de verschil
lende vormingsschepen zullen worden over
geplaatst, in dien zin, dat de Roomsch-Katho-
lieke jongelui naar de „Tromp", de Protes-
tantsch-Christelijke naar de „Heemskerk"
worden geplaatst. Men vroeg of dit juist is
en, zoo ja, welke redenen daaraan ten grond
slag liggen en of de Minister niet van meening
is, dat zoodoende een weg wordt ingeslagen,
die tot eigenaardige consequenties moet leiden.
Men meende te weten, dat in den loop van
het jaafr de verplichte concerten te Helder met
één concert per week werden uitgebreid, en
dat de op de Zaterdagnamiddagen te geven
zomerconcerten niet als dienstverrichting wer
den aangemerkt. Naar vernomen was, zou het
betrokken personeel hebben verzocht deze con
certen te doen beëindigen; op dit verzoek zou
niet slechts afwijzend beschikt, doch te gelij
ker tijd zijn bepaald, dat voortaan deze con
certen als dienstverrichting zouden zijn te be
schouwen. De leden, die dit punt ter sprake
brachten, zouden gaarne vernemen, of dit
juist is. Andere leden achtten den dienst der
muzikanten niet te zwaar.
Vernomen was, dat aan boord van enkele
oorlogsschepen met den dienst van hoofd der
machinekamer een onderofficier met den rarg
van sergeant-majoor of sergeant is belast. Dit
zou het geval zijn aan boord van Hr. Ms. „Tri
ton" en „Hadda". Gevraagd werd, of tekort
aan officieren oorzaak is, dat voor des: ver
antwoordelijke functie geen officieren van den
marinestoomvaartdienst werden aangewezen.
In verband hiermede werd nog opgeir°r*t,
dat, naar men had vernomen, door het machine-
personeel de wensch tot naamsverandering van
„machinedrijver" in „machinist" ls kenbaar
gemaakt. Sommige leden waren van oordee;,
dat aan dit verlangen gereedelijk zou kunnen
worden voldaan, daar gebleken is, dat dit per
soneel in de practijk dezelfde diensten verricht
als vroeger aan de machinisten werd opge
dragen.
Somige leden waren van oordeel, dat de
bezoldiging voor verschillende rangen van
hot personeel te hoog ls. In het bijzonder
wordt voor arbeid, waarvoor niet een be
paalde opleiding vereischt ls, een te hoog
loon betaald.
Ook de bezoldiging der werklieden aan
's Rijkswerven werd door verscheidene le
den te hoog geacht. De werklieden van de
6de groep te Hellevoetsluls verdienen 95
cent per uur; deze bezoldiging moet, in ver-
'gielijking met de loonen, in de omgeving en
fn de particuliere industrie genoten, te hoog
worden geacht. Ook de loonen der leerjon
gens zijn ormoodlg hoog. Men meende, dat
de kinderen van Rijkswerklieden in den re
gel van de school aanstonds naar de werf
overgaan en loonen krijgen van ƒ7 en 8
per week, hoewel zij uitsluitend in opleiding
zijn.
Andere leden merkten hiertegen op, dat
bij een vergelijking van de loonen der werk
lieden aan 's Rijkswerven en die in de par
ticuliere nijverheid de loonen abnormaal
laag zijn en de Staat zich daarnaar niet moet
richten, wil hij met sociaal-ethische eischen
niet ln strijd komen.
Gevraagd werd' door sommige leden, of
de pensioenregeling, dia sedert 1920 krach
tens de Pensioenwet voor de Zeemacht geldt,
wel gehandhaafd kan worden. De pen
sioenen, krachtens die wet genoten, bedra
gen soms meer dan het drievoudige van die,
welke vóór 1918 golden. Een pensioen van
2912 voor een adjudantoonderofficier, van
2600 voor een sergeant-majoor, van 2392
voor een sergeant, van 1956 voor een kor
poraal en var» 1664 voor een matroos kan
in dezen tijd bezwaarlijk gerechtvaardigd
worden geacht.
Gevraagd werd, of het juist is, dat meer
dere korporaals verzocht hebben niet in aan
merking te komen voor bevordering tot on-<
derofficier, omdat zij dan langer zouden
moeten dienen.
Sommige leden vroegen, hoe het staat met
de verzorging van de geestelijke belangen
der schepelingen in Indië. Denkt de Minis
ter over te gaan tot de benoeming van vloot-
aalmoezeniers en vlootpredLkanten in Indië?
Opgemerkt werd, dat aan het vliegkamp-
de Mok alle maaltijden gratis aan het perso
neel worden verstrekt. Sommige leden acht
ten dit een overdreven royaliteit. Andere le
den verklf arden dit gevoelen niet te deelen.
Eenige leden bepleitten, mede uit een oog
punt van bezuiniging, het verplaats van de
opleiding van Gorinchem naar elders,- b.v.
Willemsoord'.
Men meende te weten, dat do vlootpredi-
kant te Haarltm woonachtig ls, in plaats van
te Helder; men achtte dit niet in het belang
van den diefist en meende, dat het verhoo-
g'ng van reiskosten medebrengt. Men vroeg
ook, of aan dezen vlootpredikant een zeker
bedrag voor aanschaffing van een uniform
werd uitgekeerd en of het juist is, dat hy
zich tot dusver niet van 'een uniform be
dient. Men verzocht voorts een meer uit
voerige toelichting omtrent de organisatie
en den dienst der geesteiyke verzorging.
Sommige leden hadden ernstig bezwaar
tegen de toekenning van een subsidie van
2000 aan het R.-K. militaire tehuis St.
Christophorus te' Helder. Er bestond huns
inziens aan dit kort geleden gestichte te
huis geen behoefte, daar de afdeellng Helder
van den Roomseh-Katholieken Volksbond
reeds een goed tehuis voor R.-K. militairen
onderhield, waarvoor ook een subsidie werd
Ïenotcn. Me vroeg, of het peroeel aan de
rins Hendriklaan, waarin net nieuwe te
huis is gevestigd, in huur genomen dan wel
gekocht ls en welke prijs is besteed.
Gevraagd werd, of de bedragen der sub
sidies, aan de verschillende militaire tehui
zen verleend*, wel in evenredighold zijn mot
het aantal schepelingen der marine, voor wie
de tehuizen bestemd zijn. Sommige leden
meenden te weten, dat dit niet liet geval ls.
Eenige leden drongen ln 't algemeen op
vermindering van dezo subsidies aan. An
dere leden verzetten zioh daartegen, omdat
de militaire tehuizon van groote waarde zyn
voor de bestrijding der moreel© gevaren, die
den schepeling bedreigen.
Met voldoening werd opgemerkt, dat de
toestand van het loodswezen in de .Wielin
gen thans bevredigend is en de vergelijking
met dien van het Belgische loodswezen zeer
wel kan doorstaan.
Verschillende leden gispten het optreden
van den Loodsimspeeteur te Vlissingen in
zake zyn optreden bij het proces tegen den
loods van de „Zulderdyk". Gevraagd werd,
of de ernstige disciplinaire maatregel, op
den loods der „Zulderdyk" toegepast, zal
worden gehandhaafd, nu zyn onschuldi aan
de aanvaring is gebleken.
Sommig© leden bepleitten, n^de op grond
van hetgeen zich heeft voorgedaan, de In
stelling van een scheidsgerecht, waarop het
loodspersoneel zioh in geval bestraffing kan
beroepen.
Men verzocht een vergeiykende opgaaf
van de prijzen voor den bouw van stoom-
loodsvaartuigen by particulieren en op
'sRyks werven.
Steun aan de noodlijdenden ln Dnltschland.
Aan d« ingezetenen der
gemeente Helder.
Zooals U uit verschillende oonrantenar-
tikelen der laatste dagen is gebleken,
heerscht onder de bevolking van Duitsch-
land al sedert geruimen tyd een bittere nood.
O.a. wordt melding gemaakt van gevallen,
dat de menschen aardappelenschillen en an
der afval opzoeken om er zich mee te voe
den, dat de verpleegden in ziekenhuizen
geen voedsel kunnen krijgen e.d. Er is in
één woord gebrek aan alles, zoowel wat het
voedsel als wat de kleeding betreft. Wat het
dan ook, vooral nu de winter voor de deur
staat, met de bevolking van het zoo zwaar
geteisterde land worden zal als niet van bui
tenaf hulp verleend wordt, valt moeilijk te
zeggen, maar zeker is het, dat er dan velen
van honger en ellende zullen omkomen.
Er moet daarom, geholpen worden, óók
door Nederland, óók door de Heldersche in
gezetenen. Om tot die hulp te geraken, heeft
zich alhier op initiatief van het Nederland-
sche Roode Kruis een Comité gevormd, dat
in den loop der volgende week door het Ge
meentebestuur gewaarmerkte lysten ter in-
teekening aan de ingezetenen zal presentee
ren.
Het Comité vertrouwt, dat, het moge dan
waar zyn, dat er in den tegenwoordigen tyd
maar al te dikwyls een beroep op den wel
dadigheidszin der burgerij wordt gedaan,
mildelyk wordt geteekend, en beleefd ver
zoekt het om aan de dames, die de lysten
presenteeren, direct het ingeteekep.de be
drag ter hand te stellen.
Zy, die er de voorkeur aan geven zonder
inteekening te geven, zullen daartoe door de
dames in de gelegenheid worden gesteld.
Het Comité besloot 1/3 der opbrengst te
bestemmen vpor de Nedtrlanders in Duitsch-
land; het overige aan de andere bewoners
van dat land.
Het Comité,
W. Houwing; O. Fock; Jhr. H. Rappard,
Eereleden.
J. Kamman, Voorzitter; Mevr. S. O. H. de
Koning, Secretaresse, v. Hogendorpstraat
61; A. ten Klooster, Penningmeester, Keizer
straat; Dr. M. J. W. Rienks; Dr. Minkema;
W. M. de Draayer, Bestuur Afd. Roode
Kruis.
Ds. A. Fetter; D. H. Grunwald; Pastoor
Jians; D. van Buur en, Isr. godsd. onderw.;
W. C. v. Breda; A. G. A. Verstegen; Ds. J.
Meyer; Mevr. De BoerJongkees; Mevr.
DekkerKlik; Ds. K. H. Wallien; Ds. B.
van der Werff; Ds. J. Koster; Ds. W. Br.
Onnekes; J; Zwart, Ingpect. Bel.; P. van Da
len; Kapt J. Zwart; Mevr. Heyblok—de
Graaf; Mevr. Van der PloegHubbeling;
Mej. C. Schouten; Mevr. De Bruinvan Rin-
gelenstein; Notaris Baas; Notaris Engel
man; E. H. Bos; H. C. M. Nypels; A. Vos;
B. Meyer; L. van Loo; H. van Willigen; G.
A. Niessink; J. de Vries, Julianadorp;-J. P.
Hoving, Julianadorp.
Helder, 23 November 1923.
M. de R.
Inzake de 8-uurs sluiting heeft de heer Van
Teeckelenburg gemeend eenigszins uitvoerig
op my'n stukje te moeten ingaan, hoewel ik zyn
artikeltje slechts terloops heb genoemd. Zyn
antwoord bevreemdt my niet en ik was het te
verwachten van iemand, die de kwestie alleen
van den kant der bedienden beschouwt. Doch
de patroons en het publiek, waarby zich straks
nog de autoriteit van het Gemeente-Bestuur
voegt, hebben ook stem ln het kapittel, want het
vraagstuk betreft'een algemeen belang, niet
van een enkele groep. Hiervan ls by den heer
v. T. niets te merken en van ééne zyde is die
oplossing gemakkeiyk genoeg, maar daar heb
ben wy niets aan, zonder veel schade moeten
alle groepen bevredigd worden, daarin zit de
qulntessens der kwestie.
Zou een arbeldstyd van 8.30 uur tot 1 uur en
van 2.80 tot 8 uur geen betere Indeeling zijn
voor de winkels, dit laatste met een half uur of
drie kwartier onderbroken? Voor Zaterdag
treffe men dan een aparte regeling tot ten hoog
ste 9.80 uur.
My dunkt, dat'door een andere dagverdeeling
wel Iets te bereiken is, want ln den middag ls
het vooral van 24 uur ln de meeste zaken zeer
stil. Trouwens de meeste barbierszaken zyn ook
van 1—2.80 gesloten, een regeling, die ook voor
andere zaken wel door te voeren is.
Hoewel twlstgeschryi de goede zaak zou be-
nadeelen, moet ik toch weer even terugkeeren
naar den heer v. T., die beweert, dat zyn bond
een neutrnle is. Hy houde my ten goede, dat ik
daaraan lichtelijk twyfel? Ja, de vakvereonigln-
gen hullen zich by voorkeur in het kleed der
neutraliteit, maar ln de praktyk blijkt dit ner
gens uit, veeleer ls de soc.-dem. Invloed van
overwegend belang. Dit wetende en de mentali
teit der winkeljuffrouwen van nabij kennende,
begreep ik terstond, dat er voor den Helderschen
Bestuurdersbond niets te verdienen viel-, wat uit
de ervaring dan ook ten overvloede ls gebleken.
Men moge dit betreuren, het feit, dat velen
daardoor reeds worden afgeschrikt, staat vast.
Dat ik spoken zie en de boeman wil spelen,
is een fantasietje des heeren v. T. en lag niet
in myne bedoeling, doch deze boeman verricht
helaas elders wel zyn noodlottig werk, men leze
hierop het artikel „De Toekomst der Arbeids
wetgeving" in Duitschland, in de „Courant" van
28 November er fnaar eens op na.
Tenslotte vraagt de heer v. T. „al waren wy
partydig, zou dit een ramp zyn voor het per-
soneél? Hebben wy het niet steeds voor het
ploeterend deel der samenleving opgenomen?"
Zeer zeker, maar gy hebt dit ook nooit anders
kunnen doen dan door een by'na volkomen ne
gatie voor de belangen der werkgevers en het
publiek. Er zou nog heel veel te zeggen zyn over
het nut van organisatie, etc., maar natuurlijk
mag ik dit niet van de redactie vergen en is
daar nog wel eens op een anderen keer ce-
legenheid voor.
Achtend,
S. N. BAKKER.
Geachte Redactie.
He tijd is daar, dat de oude weduwen van de
Wet 1908 (volgens den Minislet bSo™„d°
tot haar, die te»vroeg geboren zijn), haar uit-
keering der Vereeniging „Weduwenzorg" kun
nen halen. De noodkreet in het „Maandblad" is
bewaarheid, en het kan geen 20 halen.
Gelukkig kon ondergeteekende de vorige
week een zending handwerkjes, die zy even in
uw blad zou willen verantwoorden, verzenden
en wel: 18 stuks vervaardigd door de dames
M. v> v.—W., G. K. N. St.; Mevr. Wed. B. een
zeer jmooie Indische tasch; Wed. v. d. W. 3
kleedjes; P. M. een kleedje; V. H. 2 tabletten
op de waschtafel. Dit alles voor de groote ver
loting, uitgaande van het Hoofdbestuur van
bovengenoemde Vereeniging. Ook uit andere
afdeelingen zyn al pryzen Ingekomen.
Myn hartelijken dank aan de dames, die haar
goeden wil toonden. Een tweede zending is in
'l vooruitzicht. Mochten er nog dames zyn, die
nog een kleinigheid beschikbaar hebben? Onder
geteekende belast, zich namens het bestuur met
de verzending. Bedenkt, dat de winter lang en
koud is en die vrouwen te oud zyn om in haar
levensbehoeften te voorzien.
U, mynheer de Redacteur, myn hartelyken
dank voor de opname, teeken ik,
Achtend,
M. VAN VLIET—WICKEL,
Donatrice „Weduwenzorg".
Helder, 26 Nov. 1923.
Tegen 8 uur sluiting.
Mynheer de redacteur, wilt u onderstaanr
«de nog eens plaatsen om den heer Teecke
lenburg van antwoord te dienen.
De heer T. vond het een raadsel, dat zyn
ingezonden gtukje door my werd beant
woord.
Ja, waarde heer T„ de wereld is van raad
selen en geheimenissen vol.'
U bekykt deze zaak te oppervlakkig, waar-
door het diepere, veel diepere voor u ver
loren gaat.
Vrijheid van handel en industrie, met be
schermende bepalingen voor personeel,
brengt welvaart voor lagd en volk. Om daar
toe te komen zou ik u willen voorstellen.
Komt u met twee vooraanstaanden (of ver
tegenwoordigers van dezen) van uwen Bond
ten mynent, ook wil ik ten uwent komen,
om het „voor" en „tegen" te bespreken, dan
kan er meer resultaat bereikt worden dan
nu.- Hoogachtend,
Helder, 26—11—*23. B. J. QUAST.
Meubelmaker-stoffeerder.
Verzendings-
weg.
Datum der
ter post
bezorging.
Tydstip der
laatste buslich
'ting aan het
Postkantoor.
Per zeepost via
Amsterdam
of Rotterdam
Per Holl. mail
via Genua
of Marseille
Per Eng. mail
via Marseille l)
7 en 21 Dec.
30 Nov.
3 en 17 Dec.
9 en 23 Dec.
eiken Woensd.
6.30 'sav.
6.30 'sav.
9.— 'sm.
5.30 'sm.
6.30 's av.
Naar Suriname:
Per zeepost via
Amsterdam 12 Dee.
Per mail via
Amsterdam
(Colonlyn) 29 Nov.
Per mail via
St. Nazaire 24 Dec
6.30 'sav.
6.30, '8 av.
6.30 's av.
Naar Saba, St. E u s t a t i u s en St. M a r t i n
Perzeepostvia
Amsterdam
(Colonlyn) 29 Nov. 6.30 's av.
Per mail over
Engeland
5.30 's m.
Eiken Vrydag.j
Naar Aruba, Bonaire en Curaqao:
Perzecpostv'a
Amsterdam
(Colonlyn)
Per mail over
Engeland
29 Nov.
4 en 7 Deo.
6.80 's av.
6.80 'sm.
De per zeepost te verzenden stukken zyn te
voorzien van de aanwijzing „zeepost."
Alleen correspondentie voor Bengkalis,
Slak, Indrngtri, Djambi, Rlouw en de Natoena-
en 4nambfweliandenf Overig gedeelte van
N.O.I. uitsluitend op verzoek van den afzender.
▼oor FIr. Ms. „Tromp" te Tunis: 27jen|29 Nov.,
6.80 's av., te PortMahon: 6 en 7 Dec.,
680 'sav., 9 Dcc., 6.30 'sm., 10,11,12,18 Dec,,
6.80 'sa*.
SCHAKEN.
By „Morphy", de Heldersche Schaakvereni
ging, Is het nieuwe winterseizoen begonnen met
eon drietal tournoolen, waaraan ongeveer 26
spelers deelnemen. Ondertusschen spelen de
heeren Geus en Reeders om het Clubkampioen-
schap.
Het ledental, dat de laatste jaren vrywel con
stant gebleven was, ls nu weer stygende, een
ieit, waarover vooral de penningmeester ver
heugd zal zyn, gezien de toenemende uitgaven
door de nieuwe zaalhuurverhooging.
Zoowel met het doel den leden een prettigen
avond te bezorgen, alsook andere schakers in
de gelegenheid te stellen met de Schaakclub
kennis te maken, heeft het beStuur voor Woens
dag a.s. een simultaan-seance georganiseerd. De
v!h6j ^öx Huwe, de Nederlandsche kampioen,
by de Heldersche schakers lang geen onbeken
de, heeft zich, geheel belangeloos, bereid ver
klaard een 25-tal partyen gelyktydig te komen
spelen. Men zal begrypen, dat het bestuur van
„Morphy" ten zeerste verbiyd was met deze
toezegging, waardoor een belangryke schaak
gebeurtenis gewaarborgd is.
De strijd zal om 8 uur precies aanvangen; zy
die er aan wenschen deel te nemen, gelieven
zich vóór dien tyd in het Clublokaal Alg. Mil.
Tehuis, Spoorstraat, aan te melden. Voor niet-
leden van „Morphy" gullen een aantal borden
worden gereserveerd. Belangstellende toeschou
wers, die het verloop van de vele, ongetwyfeld
interessante partyen wenschen te volgen, zijn
eveneens hartelijk welkom. Laat een ieder, die
ons edel spel beoefent, deze gelegenheid aangrij
pen, eens met een andere zyde ervan kennis te
maken dan het gebruikeiyke partytje met zyn
vasten partnerI
MARINE-BEOROOTING 1924.
Voorteopifij Verrüag
Algemeen beleid; bezuiniging.
Materieel.
Personeel.
Bezoldiging en pens/onneering
van personeel.
Behartiging van de godsdienstige
belangen van het personeel.
Visscherijkruiser „Triton".
Nauwkeurige inlichtingien werden verzocht
omtrent den toestand van den vissohery-
kruiser „Triton". Waren sommige leden
juist ingelicht, dan heeft dit vaartuig aan
vankelijk dienst gedaan als visscherijtraw-
ler en is het door hét Rijk aangekocht en tot
mijnenlegger verbouwd. Men meend, dat dit
vaartuig veel te klein is voor een bemanning
van 30 koppen en dat met name het logies,
als zoodanig het vroegere vischruim dienst
doet, een volstrekt onvoldoende verblijf
biedt voor 24 manschappen. Wegens het
sterk slingeren van het schip en het gemis
aan geschikte middelen tot het strijken van
reddingsloepen zou de vaart er mede bo
vendien ernstig gevaar opleveren.
Militaire uitgaven.
Men had vernomen, dat, evenals bij an
dere inrichtingen der zeemacht aan den wal,
bij het- vliegkamp de Kooy de 48-urige werk-
werk is ingevoerd met behoud van wacht
diensten. Was men juist ingelicht,- dan wordt
voor de vervulling van de wachtdiensten bij
deze inrichtingen geenerlei vergoeding ge
geven, in tegenstelling tot de overige marine-
inrichtingen, waar ook de verlengde werk
tijd is ingevoerd. Sommige leden achtten het
billijk en gewenscht, aan het personeel by
het vliegkamp-de Kooy voor het doen van
wachtdiensten een vergoeding toe te ken
nen in den vorm van meer bewegingsvrij
heid.
Militaire tehuizen.
Loodswezen, betonning, bebakenlng
en verlichting.
Tijdstippen van verzending der brievenmalen.
Naar Ned. Oost-lndië.
Naar Ued. West-lndië.