De Praktijk van Helder
Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
van Zaterdag 1 Dec. 1923.
OUD-HOLLANDSCHE OPSCHRIFTEN.
Zonderlinge lotgevallen
in het Dagelijksch leven
No. 99. (auteursrechten voorbehouden)
UIT DE OUDE DOOS.
Rijmpjes op Luifels, Wagens, Glazen en Uithangborden
Had een hond en een haas geschilderd op een
groen veld.
hn ais men hem zei, dat de hond op een haas
geleek,
Veranderde Meester Joris niet eenen streek 1
Maar om te toonen, dat hij was meester en baas,
Schreef hij erbij: ....Dit is de hond en dit
is de Haas!..
Monnik: Ik bid voor U!
Advocaat: .Ik pleit voor U!
Boer: .Of jij al vecht en jij al bid en
v j of jij pleit!
Ik ben de boer, die de eieren heit!
Geluk en glas
Breekt even ras!
vrouwenoogen.
Daar is geen vochtigheid, die eerder op kan
droogen!
Als hij zichzelf beziet,
Is zonder gebreken niet!
bollen!
Maar hij heeft de juiste maat niet gekregen,
Want de tijd ging door en hij stierf
onderwegen!
Lijebet je Klerks alias Bordijn
Houdt naaimeisjes, groot en klein,
En leert ze van alles naaien
Kousen stoppen en handschoenen braayen
Alsmede Vlas en Sayet te spinnen
Om dan met eere den kost te winnen!
Het oardeeL
Op een weMiadlgheldsvoorsteililing vergast
te een dame de aanwezigen op een lied.
De trotsche echtgenoot van de zangeres
wendde zich tot zijn buurman en vroeg:
Vindt u niet «lat mijn vrouw een mooie
stem heeft?
Bardon?.vroeg de aangesprokene,
die wat doof was.
Vindt u niet dat mijn vrouw een mooie
stem heeft?
Wat zegt U?
Voor de derde maal herhaalde de echtge
noot zijn vraag.
t Spijt m© wel sprak nu de doove
maar dat mensch daar op het podium maakt
OP HET LAATSTE OOGENBLIK.
DetectivoSchets van D. RiENGERS.
Toen George Durham op het punt stond
aan boord te stappen vain den mailstoomer,
die hem van Southaimpton naar Egypte bren
gen zou, werd 'hij ingehaald door een be
diende van het hotel, waar hij den nacht
had doorgebracht.
Een telegram voor u, mijnheerl zei
de man 'het werd gebracht dadelijk nadat
u was heengegaan.
Durham scheurde het telegram open. Het
bevatte slechts de woorden: Op het spoor
Wees op uw hoede!
Hij stak het papier in den zak. En ging
aan boord oogensehijnlijk kalm. Maar in
werkelijkheid was hij dit niet; bpg^pP
volkomen de beteekenis van deze boodschap.
Door zijn firma een der -grootste van
Londen' was hij belast met het overbren
gen van een buitengewoon groote zending
geldswaardige papieren en kostbaarheden
naar Cairo. Het was een geheel van niet te
noemen waarde. De opdracht was uiterst
gevaarlijk, maar zeer eervol en bij welslagen
Ariaanitje op een aangezicht, ver romp elt, stijf
en oud.
Daar draagt ze op een pruik, die is zoo geel
als goud.
Ze vloekt en zweert het is gewis haar eigen
haar!
Ze^heeft de pruik gekocht wel, is het
dan niet waar?..
AI, wat gij ziet en oordeelt niet!
Al, wat gij hoort gelooft het niet!
Al, wat gij weet en zegt het nietl
Al, wat gij kunt en doet het nietl
Treedt hier niet binnen 01 Passant
Hier woont de grootste labbekak van 't land!
Zij is een wonder fijne vrouw,
Doch in haar woorden nooit getrouw!
Toen Trouw ter wereld werd geboren.
Vlood ze In een Herders Hooreni;
De Herder blies ze in den Wind,
-Zoo dat men nergens Trouw meer vind!
Jan Krijn© van Wensveen vaart uit om visch
te halen,
Ik hoop, dat de levenden de dooden zullen
betalen
Het A.B.O. van 't huisgezin,
Heeft meer dan honderd letters in!
En hoe men daar meer in studeert,
Hoe meer men daarin wordt geleerd!
Geen zijworm zich tot spinnen stelt
Voordat ze driemaal is vervelt.
Geen vrijster die haar plichten weet,
Eer dat ze naar de dertig treedt
En 't Amsterdamsche wapen weet!
Men rolde Velzen In een vat,
Omdat hij zich vergrepen had!
Aan 't moorden van den Heer Graaf Floris
Maar deze rolt men in een vat,
Omdat hij zich vergrepen had
In 't nat van zuiv're Brandemoris!....
Als niemand meer trouwde, in honderd jaar
Was alles dood klein ende groot!
Da's zeker en waar!
(Wordt voortgezet).
zoo'n heisch lawaai, dat ik u onmogelijk ver
staan kan.
Te veel verlangd.
Ik moet u verzoeken mij een (andere ka
mer te geven zei een gast, die in een
klein dorpslogement overnacht had.
Wat mankeert er dan aan de kamer?
was de vraag van den waard.
Wel vannacht waren er wel 'n uur lang
'n paar muizen aam 't vechten.Aan
vechten, zeg ik u zei de verontwaardig
de gast.
Nu wat dacht u dan? hernam de
waard.Dacht u dat u voor 1.75 per nacht
soms nog 'n stierengevecht kon bijwonen?
Iemand zat in een café een brief te schrij
ven, maar merkte dat de kellner over zijn
schouder heen mee te lezen stond.
Hij: schreef toen:.... „Lieve Amalia
Ik zou je nog wel meer willen schrijven,
maar de kellner staat achter me mee te le
zen!"
Dat is 'n leugen! riep de kellner
uit.Ik heb geen woord meegelezen.
van de expeditie kon George rekenen op
een groote belooning en op het volledige
vertrouwen van zijn chefs. Beide hadden
op het ocigenlblik voor hem groote waarde.
Want hij was al eenige dagen verloofd eni
verlangde er naar omd-eni dag van 't huwelijk
eens eindelijk te kunnen vaststellen.
Nu was hij op weg om dit eindelijk te kun
nen doen.
De effecten en kostbaarheden waren ver
pakt in een ruimen lederen koffer, dien-
George geen oogenblik uit het oog mocht
verliezen; Overigens was er niets bijzonders
aan op te merken. Het was een alledaagsche
koffer en er was niet eens een extra iSevig
slot op. Een en ander was opzettelijk ge
daan om de aandacht niet te trekken. Want
het was toch al moeilijk genoeg buiten de
aandacht te blijven van benden en indivi
duen, die er hun werk van maakten altijd
op te letten wat er in en om en buiten de
groote bankiershuizen plaats viel. Men
hoorde er dagelijks van dat er weer een in
was geslaagd zijn slag te slaan.
En blijkens het pas ontvangen telegram
was het ook bij de zending van George Dur-
haoni al weer Zoover. Een of andere dieven
bende moest er adhter gekomen zijn, dat hij
op weg was met een groote waarde. En om
gekeerd moest de Firma er al weer van op
de hoogte wezen.
Een moment werden de gedachten van
George zwaar in beslag genomen door het
gevaarlijke van zijn zending.
Werktuigelijk den koffer iets steviger
vasthoudend, stapte George over de loop
WINTER.
Hadden we de voorspelling al niet van
alle kanten gehoord, dat het een vroege en
een strenge winter zou worden?
Men had immers al geschreven over de
krabben, die bij Pampus in groot aantal wa
ren ontdekt; daarna lazen we van een vroe
gen trek der haring in de Zuiderzee; Over
onze stad waren 43 wilde zwanen getrokken;
rotganzen had men reeds zien rond-
wieken en als klap op de vuurpijl had men
geconstateerd!, dat de garnalen zoo goed als
verdwenen waren van Texelstroo-m en dat
ze hij onnoemelijke hoeveelheden gevangen
waren in het Westgat, op trek naar diep
water.
Dat waren allemaal verschijnselen die
deden constateeren, dat de winter op komst
was, want waren dergelijke feiten ook niet
geconstateerd in het jaar 1890?
Nu heugt me dien winter nog best en dat
voornamelijk in verband met de geneugten,
die daaraan verbonden waren. Over de ne
venverschijnselen maakte ik urne toen niet
erg druk, want ik was nog maar een broekie,
die zich van de zorgen, die er toen ook na
tuurlijk in .groote mate waren, niet veel
aantrok of zelfs niet tot het besef kwam,
dat er zooveel zorgen waren.
Maar dat die verschijnselen van den
strengen winter er ook toen geweest zijn,
-beweren nu de ouderen en daarop baseeren
ze dan hun voorspellingen.
Wat er van al die profetieën bewaarheid
zal worden, zal de tijd leeren. Laat ons ech
ter hopen, dat de voorspellers ongelijk zul
len hebben.
Toch, als we even denken aan hetgeen er
Woensdag heeft plaats gehad, dat de sneeuw
fijn zweepend uit verstopte lucht, voortge
jaagd dloor een stormachtigen oostenwind,
de wegen en straten en daken bedekte hier
en daar met een vacht, zoo geweldig als we
slechts in het midden van den winter ge
woon zijn, dan bekruipt je de vrees, dat de
weervoorspellers wel eens gelijk zouden
kunnen krijgen.
En hoe vol zorg wij, ouderen, daarover
zijn, de jeugd bekommert er zich, evenals
vroeger geen zier om, want luid klonk bij
het zien voortjagen der sneeuwkorreis hun
lied:
't Is vandaag de witte wereld,
Veld en straat en dak en tak
Alles heeft zich weggedoken
Onder 't witte winterpak.
En onbegrensde mogelijkheden van win
tervermaak relden zioh in. hun jeugdbrein
en in hun jeuigdhart. 't Was een feestzang
in hun binnenste, nu hun vermaken konden
bestaan uit sleedje rijden en sneeuwballen
gooien..
Hoe» nijdig -kunnen ze zijn als de straat
jes bestrooid zijn met zand en1 de sneeuw
ploegen bezig zijn de straten van het winter
pak te ontdoen.
Dan komt er een bolsjewleksche -geest
over hen en ze zouden de uitdenkers van al
die wetten en verordeningen wel met
sneeuwballen willen bekogelen, zoo niet
erger.
Maar wie weet hoe of ze hun hart dezen
winter nog kunnen ophalen.
We staan nog slechts aan het einde van
den herfst. De winter ligt nog eigenlijk in
het ver verschiet en toch hebben ze nu al
een proefje van de uitbundigheid te pakken-.
Laat ons hen die pret (gunnen, en dat gaat
best, als we even aan eigen jeugd terug
denken.
Bij het hoopje zorgen v-an ons kan mis
schien nog wel een schepje bij; voor de
jeugd is het zaak, dat de zorg zoo lang mo
gelijk ver van hen blijft.
Is dit mogelijk, dan is er voor ons de
groote verheuging van hun zonnigen iach.
En dat is meer waard, dan we eigenlijk
ons wel bewust zijn.
Een menscheUJke zoutpilaar.
In een oude schacht van een zoutmijn ka
Roemenië, werd dezer dagen, aldius melden
de Dultscbe bladen, het Bjk gevonden van
een arbeider, dat, volgens medische onder
zoekingen en volgens gegevens van de mijn
ingenieurs ongeveer vijftig jaar in de
schacht inoet hebben gelegen. Door het zout-
rii-ke mijnwater, werd het lijk veranderd in
een waren zoutpilaar. Aan de mummie hing
een mijnlamp van zulk ©en verouderd type,
als zelfs de oudste mijnwerkers nog nimmer
gezien hadden.
brug van het schip. Op het promenadedek
waren twee hoeren- -bezig luidruchtig te twis
ten met oen onhebbelijk kruier, die hun ba
gage aan boord gebracht had.
Vijf shillings voor dat onnoozele kof
fertrje! riep er een van de twee een- sterke,
gebruinde man. Hoe durft de kerel het vra
gen.
Het is een schandaal bevestigde de
and-er, die wat Langer en magerder was,
ma-ar overigens best voor ©en -bro-er van den-
eerst© kon doorgaan.
Georges wilde bescheiden langs hen heen
gaan, maar zij hadden -heim nauwelijks ge
zien of zij wendden ztoh tot hem en betrok
ken hean in het discours zooals opper
vlakkige mensoh-en dat gewoon zijn te dóén.
Zij legden hem het gev-a-1 in duizend woor
den uit vroegen zijn meening dwongen
hem bijna hen -gelijk tp geven, schreeuwden
en raasden en tierden van belang. Inmid
dels betaalde een van de tw-e© den kruier,
en toen George trachtte te ontsnappen door
naar beneden te gaan, stapten zij luid dispu-
teerend met hem mee zich voorstellend
als de heeren- Murray kooplieden, die
voor zaken naar Egypte gingen
Na een uur verwensohte George de hee
ren Murray.
Want zij lieten hem ook de volgende da
gen (geen oogenblik in deni steek, zij klamp
ten hem aan -bij elke gelegenheid en het was
voor George letterlijk onmogelijk van 'hen
af te komen. In de momenten, dat ze slie
pen of dat ze hem voor een wijl aan zijn
lot hadden overgelaten, sprak hij er wel eens
over met een ander passagier, zijn tafel-
De buitengewone opdracht
Een Engelsch edelman schatrijke zon
derling deed tijdens een reis in Frankrijk
veel van zich spreken. Gp zekeren dag werd
hij aangediend bij een beroemd Ciseleur te
Parijs. Deze verwachtte natuurlijk een, van
zijn grillen te zuilen aanhooren, waarvan
hij al verschillende staaltjes vernomen had.
Ik zou graag een zilveren tabaksdoos
willen hebben, waarop mijn kasteel is afge
beeld zei de Lord.
Dat is zeer gemakkelijk, Mylord zei-
de die kunstenaar.U behoeft mij
slechts een teekemimg van uw slot te geven.
Ja maar.hernam Mylord' ik wil
er ook de portierswoning op hebben.
Dat kan, Mylord.
Eln daar moet een hondenhok naast
staan.Met 'n hond.
Heel goed mogelijk, Mylord.
Ja.maar nu zou ik willen-ver
volgde de edelman dat de hond in zijn
hok kruipt, zoodra men hem aankijkt en er
weer uit komt, als men niet naar hem kijkt.
Kunt gij d-at maken?.
De ciseleur keek zijn klant eens aan om
te zien of hij misschien niet al te wel bij- het
hoofd wasDaarop bezon hij zich snel
en zeide:
Ik kan het maken, mvlord Maar het
zal heel duur worden.
Dat hindert niet gaf de lord ten ant
woord. Hoeveel vraagt vjj?
Drieduizend Franc
Goed-!.Wanneer is de -doos klaar?
Over een maand zal ik u haar zelf ko
men- brengen.
reken daarop.
En na een maand kwam de kunstenaar
naar Londen en bracht de doos. De lord nam
het kleinood aan en bewonderde het fraaie
werk
H-et is werkelijk prachtig zeide hij.
Hier zie ik duidelijk het slot en daar de
portierswoning.Ook het hondenhok zie
ik.Maar waar is nu de bond?.
Ih het hok, mylord.
En waarom komt hij er dan niet uit?
Omdat u naar hem kijkt, mylord.
En als ik niet kijk?
Dan komt hij eruit.
Laat mij dat dan eens zien?
Dat kan niet, mylord; U hebt ge
zegd: d-e hond moet "eruit komen als men er
niet naar kijkt en erin gaan als men er wel
naar kijkt.Zoo heb ik de doos gemaakt!
Steek de doos in uw zak en de hond komt
uit het hok.Maar zoodra gij kijkt is hij
in het h-ok verdwenen.Hebt gij het zoo
niet bevolen, mylord?
Op zijn beurt keek nu de edelman den
kunstenaar aan en.begreep.
Gij zljt een geniale kerel zeide hij.
Hoeveel ben ik u schuldig?
Drie duizend- Franc, mylord.
Ziehier een nota voor het dubbele
hernam de lord.En wees bedankt voor
uw goede les.
Het onderpand.
Een ander Engelsch edelman bevond zich
in het begin van zijn loopbaan steeds in
groote geldverlegenheid. Hij had zooveel
schuld, dat geen enkel bankier hem meer
crediet wilde geven. Zonder dit nochtans
vanwege de roemrijke afkomst en de mach
tig© positie van deze familie openlijk te
durven uitspreken.
Zoo kwam de jonge lord op zekeren dag
bij den bankier Simon. Hansen met het ver
zoek hem duizend pond te leenen.
De groote financier raakte in verlegen
heid. Hij wilde hem geen geld leenen en wil
de hem dit ook niet rechtstreeks meedee-
len
Hij zon dus op een list.
Onder beleefde buigingen verzocht hij den
edelman in zijn privé-kantoor te willeb ko
men.
Ik wil u het gevraagde met het groot
ste genoegen leenen, myl-ord begon hij.
M.an-r zoudt u mij willen zeugen welk onder
pand gij mij zoudt kunnen aanbieden?
Mijn eigen p-ersoon antwoordde de
lord' trotsch.
-Toen stond Hansen op. Hij- trad toe op een
reusachtige kist met zwaar ijzer beslag en
tilde de zmvare deksel op.
Dat is uitstekend', mylord.zeide hij.
Zoudt u dan zoo goed willen zijn, maar hier
in te gaan liggen?
Wat zout gij.viel de lord uit.
Zou ik in die oude ijzeren kist moeten lig
gen?.
Welzeker, mylord hernam de ban-
ibu-unman, die een hut recht tegenover de
zijne had. Hij heette Mr. Glouoester en was
een man met een donker uiterlijk en aange
name manieren.
Ik geloof wel dat het goede kerels zijn
m-een-de George openhartig maar zij
zijn wat al te gedienstig en al to vriendelijk.
Mr. Gloucester glimlachte. „Het is niet
altijd goed, wanneer wildvreemde menschen
zoo gedienstig zijn" zeide -hij als in ge
dachten,
George Durham schrok en- keek hem aan.
Een vreeselijk vermoeden kwam ineens bij
hem boven. Zouden de druk doenerige
Miurray's misschien een heimelijke 'bedoe
ling hebben met hun vriendschappelijkheid?
Zouden zij niet de gauwdieven kunnen zijn,
waarvoor het telegram uit Londen hean op
het laatste moment nog gewaarschuwd had?
Mr. Gloucester zag hoe hij aan een zekere
aandoening ten prooi was.
Scheelt u iets, onijmheer? vroeg hij,
vriendelijk.
Neen. Niets, mijnheer antwoordde
George nog in verwarring. Want hij zag een
van de Murray's reeds weer aankomen.
Mr. Glouoester glimlachte opnieuw.
Het zal een kleine duizeling zijn
meende hij- rustig, 'n gevolg van de eerste
zeedagen. Ik ken dat. Ik heb er een uit
stekend middel tegen.
Tegelijk haalde hij een klein nikkelen
doosje voor den dag,, hetwelk gevuld was
met -kleine witte pastilles en -hield deze aan
George voor.
Deze wilde er een nemen, toen de langste
van de Murray's in eens rechtstreeks op hem
kierWant dit is de plaats waarin ik al
tijd kostbare onderpanden bewaar.
En de arme lord zag van de voorwaarden
en van de leening af.
Het onvermoeibare Hart!
Voor ongeveer tien jaar geleden plaatste
Dr. Alexis Carell de man, die met zijn
technische proeven -op het mensohlijk
lichaam zulk een omgang maakte in het
Rockefeller-Instituut te Philadelphia een
tóppen-hart, uit het lichaam van een levende
tóp genomen in een mengsel van kippen-
bloed, wei en zekere andere vloeistoffen.
Hij zette het mengsel met het levende
hart daarin in een bokaal en plaatste dit in
een broedmachine imiet een- teanperatuur van
39 centigraden.
En het merkwaardige van het geval is nu,
dat dit hart zoo uit het levende lichaam
van de tóp genomen en in de bokaal geslo
ten alle tot dusver bestaande theoriën om
ver wierp.Want tot op dit oogenblik is
het hart voort gegaan met kloppen, even re
gelmatig en natuurlijk alsof het nog in de
borst van de tóp zati
Bovendien schijnt de tijd -er nu hee-lemaal
geen invloed inieer op te kunnen oefenen.
Want niets wijst er op dat de tijd op het tóp-
penhart vat heeft.Tien jaar -lang bevindt
het zich reeds in de bokaal en het vertoont
nog niet de minste teekenen van verval!
De Goudfabriek.
Thomas Edison d-e wereld vermaarde
Amerikaansobe uitvinder heeft onlangs
verklaard, dat dank zij een kort geleden ge
telde hij dat het bekende lood niet meer
uitgesloten' is om werkelijk langs fcunstmati-
gen weg goud te maken
Want men heeft uitgevonden- zoo ver
telde hij dat het bekende lood' nite m-eer
een enkelvoudig element is, -m-aar dat kost
baarder en belangrijker is, dan het lood-
element zelf.
Meer kan Ik er op het oogenblik nog
niet van vertellen zei de uitvinder.
Maar gij behoeft u er heelemaal niet over
te verwonderen, wanneer gij over niet al te
langen tijd In uw ochtendblad leest, dat het
kunstmatig vervaardigen- van zuiver goud,
niet veel duurder behoeft te kosten dan het
maken van -gietijzer! Deze iniededteeling be
hoeft geen menschenleeftijd unieer te duren!
B.
Ford's automobielfabrieken.
Het New Yorksch blad „Wallsrtreet" deelt
iets mede over de plannen van den autoko
ning Ford. Deze heeft in een interview ver
klaard, dat hij voornemens was, -een leeaiing
uit te geven van 10 millioen dollar voor ver
dere uitbreiding, zoodat hij binnen vier
maanden in staat zal zijn, 10.000 auto's per
dag af te leveren. De onderneming heeft
haar zaken over geheel Amerika uitgebreid.
Een ophouden van de vraag naar auto's
achtte Ford onmogelijk. De vervaardiging
van vliegtuigen zal volgens hem aan de
vraag naar auto's geen nadeel kunnen doen,
omdat die voertuigen niet door vliegmachi
nes vervangen kunnen worden. Voorts ver
klaarde Ford, dat zijn Engelsche fabriek te
Manchester reeds 84 van- alle onderdeelen
fabriceert en- dat dit percentage spoedig tot
90 zal stygen. Zijn maatschappij ver
koopt jaarlijks 49 50.000 auto's alleen in
Engeland. In het Oosten achtte hij China
h-et land met de beste toekomst voor dén
verkoop van automobielen. Hij is van mee
ning, dat het autoverkeer er zich sneller zal
ontwikkelen dan de spoorwegen.
De nieuwe zender van Schevenlngen-Haven.
Door het snel toenemende radio-verkeer
wordt het aantal vrije -golven niet den dag
kleiner en -moet de techniek te hulp 'komen
met -zenders, die zoo weinig mogelijk de na-
bijliggende -golflengten storen.
Het lijdt dan ook geen twijfel of binnen
afzienbaren tijd zullen de nog bestaande
gedempte, om hun storing izoo beruchte zen
ders, door moderne apparaten, die onge-
dem-pte trillingen opwekken, vervangen
worden.
Ons kuststation ScheveningervHaven zal
binnenkort de Nederüandsche schepen,
die nogal ver van huis zijn, niet meer met
de bekende '^raakstem oproepen tot het wis
selen van telegrammen op 1800 M. golf
lengte^ m-aar een nieuw geluid, laten hooren
met minder energie en minder storing voor
anderen.
Telefunfcen, dezelfde maatschappij, die te
toeschoot om weer een van de onnoozele vra
gen te doen. Hij stootte -met zulk een vaart
tegen Mr. Gloucester, dat deze dé doos -let
terlijk uit de hand werd -geslagen. Ze rolden
allen op het dek weg.
Groote hemel 1 wat spijt me dat, riep
Murray uit trachtend door een alleron-
noozelst gezicht zijn lompheid -goed te ma
ken. Neemt u me alsublieft niet kwalijk.
Het is niets, mijnheer zei Mr. Glou
oester met zijn -gewone kalmte.
En hij verwijderde zidh bedaard.
En George was op de betrekkelijk kleine
ruim-te van het schip weer geh-^l aan dé
Murray's overgeleverd. Zij- lieten nem geen
oogenblik met rust dien avond niet en
de volgende dagen ook niet. Altijd was er
een van hen in de nabijheid en had het een
of andere onbeteekenend onderwerp waar
over George zijn meening zeggen moest.
Ze praatten -altijd -luidkeels en lachten om
dingen waarom hee-lemaal niet te lachen viel.
Halverwege de reis kon George van opwin
ding niet meer slapen. Op een avond had
hij den- inhoud van den- koffer nog eens
grondig nagezien en alles in de beste orde
bevonden. Maar het bewustzijn van zijn
groote verantwoordelijkheid en het wantrou
wen dat door de heeren Murray -bij -hem was
opgewekt, drukten hean zwaar. Hij verdacht
nu stellig de beide luidruchtige kooplieden.
En hij meend-e stellig dat Mr. Gloucester
zijn wantrouwen deelde al verhinderde
ham zijn beschaming hem^ioh openlijk uit
te spreken oantrent een zaak, die hem niet
aanging.
!t Juffertje
Overgeschreven door carel brensa.
8)
Opschrift te Haarlem.
Meester Joris schilder van Gent,
Op een krat van een wagen.
Soldaat: .Ik vecht voor U!
Glasschrift.
Al had je honderd vrinden meer of min,
Zeg niemand uw verlies noch uw gewin!
Glasschrift.
Glasschrift.
Vergaap u niet aan 't nat geperst uit
Voor een zeemans-deur.
Die wil spreken
Van een anders gebreken,
Voor een bakkersraam.
Dit huis is hier niet komen drijven of rollen,
Maar 't is gekomen door 't' knijpen van de
Op de lijst van een schilderij.
Mijn paard, mijn zwaard en mijn wijf
Houd ik voor mijn eigen gerijf!
Grafschrift van een horlogemaker.
Hier ligt begraven wilt het weten
Een die de passen des tijds wou meten!
Op het uithangbord van een
naaister.
Op de borst van een houten
Pruikendrager geplakt.
Glasschrift.
P
Op een kwaadspreekster.
Glasschrift.
Op het uithangbord van een
Visscher.
Onder een schilderij.
Op een Brandewljn-verkoopers
Luifel.
Glasschrift.
Oarel Brensa.