Kootwijk ons zendstation voor hot vorkeer mot Indië heeft gebouwd, heeft n.1. een nieu wen lampaendor geplaatst, om het draadloos verkeer op langen afstand te onderhouden, zoowel met schepen in den Atiantiechen Ooeaan of Middellandsdie Zee als met bu - tenüandsche stations. Tevens leent het sy steem zich uitstekend voor onzen tijd. Het station is gegarandeerd voor 1000 KM. tele fonie en 2600 K.M. telegrafie. Men kan telefoneeren en door eenvoud! ge omschakeling telegrafeeren met de hand of snelzenden met een automaat tot pl.m. 100 woorden per minuut. Bij een golflengte van 2500 M. bleek 'het oscilleerend vermogen in de antenne 2 KW. Er kan bovendien ge seind worden op 6000, 4000, 3000 en 1800 M, golflengte. De dubbele fuikantenne is op gehangen tusschen twee stalen masten, elk 100 M. hoog en 270 M. uit elkaar. Deze dra gen bovendien twee kleinere fuikantennes voor de golf van 600 M. ten behoeve van het gewone verkeer met de schepen. Een der merkwaardigheden van de groote Britsóhe tentoonstelling, het volgend jaar te Wemibly, bij Londen, te houden, zal een luchtspoorweg izijn, die loopen 'zal van Sto- nebridge Park Station naar het tentoonstel lingsterrein. Het wordt een soort luchtschip- vormige wagen, die zal hangen aan een luchtrail, welke op zeer wijd naar buiten uithangende statten rust. De wagen word; met luchtsóhroeyen voortbewogen. De schroeven zullen worden gedreven- door een electro-motor of door een inwendige-ver- brandingsmotor. De wagons krijgen een diameter van 8 Eng. vt., een lengte van 60 vt. en zuilen1 50 passagiers kunnen- bevatten. Een nieuw eiland In de Golf van Bengalen. De kapitein van het stoomschip Chakdlna heeftd.d. 26 dezer telegrafisch uit Rangoon naar Londen bericht, dat hij een nieuw vul kanisch eiland in de Golf van Ben-galen ont dekt heeft. Het Is gelegen tusschen Akyab en Rangoon, ongeveer 23 mijlen; van eerst genoemde plaats verwijderd. Het is onge veer 600 M. lang, 300 .M. breed en verheft zich 10 M. boven de zee-oppervlakte. Het kan eerst voor enkele dagen ontstaan zijn en 'bevindt zich op dtzelfde plaats, waar men in 1914 een onderzeesche vulkanische znoddiervloed heeft waargenomen. ZEEGANZEN. Als vervolg op het artikeltje „herfstgas- ten", geplaatst in het nummer van 8 Nov. JJL, het volgende over Zeeganzen'': Langs de kusten komen nog andere soor ten ganzen voor, doch die begeven zich wel op droogvallende zandplaten, maar nimmer op het land, ongerekend een enkel ziek pdaar. Ze worden naar haar bijna voortdurend verblijf in het zilte nat „Zeeganzen" ge noemd'. Verreweg het meest vertegenwoor digd ds de Rotgans (Branta beriniola L.). Op oenlgen afstand van de kust is de Zui derzee over een gedeelte overdekt met exem plaren van deze soort en bij nadering gaat een gordijn van vogels de lucht in. Bij nacht, zoowel als bij dag, laten zij haar eentonig „rott-rott" hoor en, en het wiekgeruisoh van een op geschrikt en troep is bij kalm weer wel op een uur afstand waarneembaar. Met het gewone geweer zijn dieze ganzen bijna nim mer te bemachtigen, daar ze op te grooten afstand reeds op de vleugels gaaa Doch men plaatst wel slagnetten op de plaatsen, waar ae Rotganzen zich gedurig ophouden, en dan laat men er bij en er boven- drijven zee gras, voorzien van wortels, waarop de dieren zeer verlekkerd' zijn, en zoo weet men ze dan nog wel te vangen. Steken nu de gefopte gan zen de koppen door de mazen van het net, dan vallen ze den vanger levend in h-ainden, en ze zijn voor hem een buitenkansje, daar mien ze in „Artis" of in de Ro-tterdamsche Diergaarde gaarne met goede prijzen wil be talen. Men kan ze da-ar gemakkelijk in het leven houden, en de eertijds schuwe dieren kunnen dan zoo tam worden, dat ze het voed sel uit de handen aannemen. De Rotgans is kleiner dan de meeste land- ganzen en ze is dadelijk te kennen aan haar kleuren en aan de lange dekvederen van den staart, die de pennen geheel verbergen. Bek en pooben zijn zwart en bijna ook alle vede ren hebben een donkere kleur. Zwart zijn de sla-g- en staartpennem, alsmede de vederen van kop en hals, doch aan beide zijden vindt men onder den kop een veldje met wit ge streepte vederen, zoodat het op eenigen af stand schijnt, dat er een wit kringetje om Dien avond viel hij in een zwaren slaap. En hij droomde dat zachte schreden zijn kajuit naderden dat iemand -geruischloos de deur opende en* stil binnen kwam. Duide lijk zag hij een donkere gedaante, die het Kleine vertrek rondsloop, zich over zijn bed heen-boog en zich toen weer verwijderde, de deur zorgvuldig sluitend. Met -een schok ontwaakte George. Hij meende te hebben gedroomd, maar niettemin klonk het zachte geluid van het sluiten der deur hem nog in de ooren. Het moest dus waar zijn? Hij sprong overeind greep zijn revol ver en rukte de kajuitdeur openWer kelijk daar in de nauwe gang stond de langste der Murray's. Goede hemel. Mr. Durham. U doet me schrikken, zei hij op den natuurlijksten toon van de wereld. Kunt u ook niet slapen? Helbt u ook zoo'n last van de warmte? Mijn broer zei al. George was niet in een stemming om be leefdheden te wisselen. „Wat hebt u hier te doenIn mijn kajuit?" vroeg hij kortaf. In uw kajuit?Hoe komt u er 'bij? riep de dikkert ten hoogste verbaasd. U hebt gedroomd. Mr. Durham. Ja de warmte die doet al zoo iets. Dat zei m'n broer ook al. George gaf niet verder antwoord. Hij ging weer naar binnen en- sloot de deur zorgvul dig. De rest van den nacht bracht hij slape loos door. Maar zijn wantrouwen tegen de heeren Murray was thans voor goed gevestigd. Hij deed alle mogelijke moeite -om hen ver van den hals is. Verder zijn- de vederen van rug en vleugels donkergrijs, die van borst en voorbuik lichtbruin met nog lichtere ramden, terwijl die van dm achterbuik en de dekve deren van den staart wit zijn. Een tweede zeegans, die alleen af en toe en by strenge koude op De Wadden m op de Zuiderzee Voorkomt, is de Brandgang (Branta leucopsis BechsL). Ook op de bin nenwateren heeft mm deze soort enkele ma len aangetroffen. Ze wordt in verschillende deed-en van het land genoemd Tongergoes en Dondergans. In groot aantal komt ze by ons nimpier voor. De Brandgans heeft in grootte en vorm veel overeenkomst met de Rotgans, maar ze is dadehjk te kennen aan haar bont veder kleed. De Meur van bek en pooten is ook zwart en de vederMeuren zyin ook wel be perkt tot zwart en wit en de tassch-enkl-eur grys, doch er is veel meer wit aan de Brand gans dan aan de Rotgans. De eerste toch heeft by-na alle onderdeelen, terwyi ook het voorhoofd, de wangen en de keel wit zijn; zwart zy'n de vederen van den hals tot op de kruin, van de vleugels -en van den achter rug, terwyi ook de groote slag, en de staart- pennen dezelfde kleur hebben. De vederen van den mantel m van de vleugels zyn grys met witte randen. De Brandgans is door deze afwisselingen wel onder de mooie vogels te rangschikken. In staltnetten ving mm eerder wel van deze vogels en levende, gave voorwerpen wer den met hooge prijzen betaald. Een nog mooier zeegansje is de Roodhals- gans (Branta- ruficollis Pa-li.), maar deze is een vrij groote zeldzaamheid' voor ons land. Er zyn exemplaren van bemachtigd, zoowel op d-e Zeeuwsche en Zuidhollandsche eilan den, als langs de kusten v,an De Wadden. Ze wordt ook wel genoemd Russische gans, om dat ze haar broedplaatsen beeft in het Oos ten van Europa. Ze draagt haar naam naar de fraaie roodbruine kleur van den hals en dien krop. Ook treft men een dergeiyke vlek -op de wangen aan, doch deze kleur is overal begrensd door een smullen witten zoom. Wit ziet men op teugels, buik en stuit, terwyi ook de zoomen van de vederen der zyden deze kleur vertoonen. De overige dee- en, waartoe ook het achterste gedeelte van den hals gerekend moet word-en, zyn mooi glanzend -zwart. Zwart Is ook de Meur van >ek en pooten. By de nog jonge dieren zyn de Meuren gewooniyk vaal en mat J. Daalder Dz. Wimipie: „Ik wed dat meneer Jansen je een zoen zou geven, als ik er niet was." Zyn zuster: „Ga onmiddeliyk de -kamer uit, stoute jongen." BABBELUURTJE OVER MODE. Voor de Sint Nlcolaas, Wanneer de zomer voorby- gegaan is en buiten de donkere winter regeert, komt als vanzelf de tijd, dat wy ook onze bezigheden en onze genoegens binnenshuis zoeken gaan. Zoo Ujkt het ons dan alsof we in de donkere wintermaanden veel meer doen aan feesten, verjaardagen en herinmeringsdagen.Daar uit ontstaat vanzelf een eigenaardige drukte, die we vaak by onszelf kunnen waarnomen. Tegen dat het weer St Nico-laas en Kerstmis wordt met zoo nu en dan een ver jaar dagje er tusschen komt voor menig jonge vrouw een gezellige drukte aan. Want nietwaar? en dat ls nu juist de ongemerkte invloed van den donkeren win ter als het eventjes mogeiyk is, willen we dan nu graag eens verrassen met iets wat we niet alleen zelf bedacht, maar ook zelf ge maakt hebben. En niet het minst wanneer onze verras sing voor een jonge vrouw of voor een meisje, voor onze moeder, of tmute of nicht of vriendin zelf bestemd ia Dan waard'eeren we den winkel niet zoo best en steekt het bijzondere van een cadeau meestentijis hierin, dat we 't.zelf ge maakt hebben. Want het wekt waardcering en bet maakt vindingrijk en origineeler.We vinden b.v. dat de schemerlamp (wie heeft er tegen woordig geen schemerlamp?) by uw schoon- zuster er wat vaaltjes begint uit te zien. Ze is bovendien al wat oud en dus nog van een kleiner model, En aangezien haar man van wege d-e bezuiniging tien procent van zyn salaris heeft moeten laten vallen, kan een nieuwe, dure er tegenwoordig niet af. Welnu, denkt gij dan zal ik er eens wat aardigs by maken. Ik zal er b.v. eens zich af te houden, maar dat was niet gemak- kelij-k. Zy waren taai als geen -ander en zelfs de duideiykste wenken werden niet begre pen. Daartegenover gedroegen zy zich op een wyze, dat men onmogelijk grof tegen hen wezen kom De eenige tegen wien hy af en toe klagen konwas Mr. Gloucester, die hem deer zyn hoogst beschaafd optreden en. sympathieke manieren groote achting ingeboezemd had. Soms zelfs had George de neiging om het groote geheim van zijn zending' aan Mr. Gloucester mede te deelen- en zyn verderen by-stand in te roe-pen. Maar tot dusver was het zoover nog niet gekomen. Wel echter had- Mr. Gloucester te verstaan gegeven, dat hy wel begrepen had, dat de koffer van George Durham zaken van waarde moest bevatten. Het is werkeiyk lastig, dat die twee mannen voordurend om u -heen d-walen zeid-e hij en wanneer u ze werkeiyk niet al te best vertrouwt, dan is het vooral zaak op te letten by het aan land gaan. Egypte is -mij: geheel onbekendant woordde George 'zenuwachtig. Mr. Gloucester knikte. Dat 'begrijp ik, sprak -hy nadenkend. Toch zal het er nu juist op aan komen hen de baas te zyn. stel dat ze het werkeiykop den inhoud van uw bagage voorzien hebben, dan zal het bun op de drukke oogenblikken van het ontsche pen niet zoo moeiiyk vallen u den koffer te ontfutselen, zy zyn met z'n beiden u is maar alleen en bovendien zullen ze nog wel een paar mannetjes aan den- wal hebben geiyk dien1 kruier in Soutbampton. Maar wat moet ik doen? riep George een leuke Pierrot tegen aan laten leunen. En gy begint. Van tevoren hebt gy natuuriyk goed de Meuren van de lampefcap by uw schoonzus ter opgenomen. Want stel u voor, dat de „Pierrot" gaat „vloeken" tegen de lamp! Dat zou erg onbehoortijk wezen van zoo'n keurige, slanke Pierrot Dus de kleuren moeten altyd in harmonie zyn met de lamp. 't Hoofdje koopt u in een winkel en het lange, lenige lichaam maakt u zelfwaar na u dit lichaam kunt aankleeden als op het plaatje is aangegeven. Een tweede mogelijkheid is, dat by een van die -vrienden het buffet- nogal leegjes aandoet en dat het echt knus zou staan om daar eens een van de hieronder tentoon ge stelde dames op te pronk te zetten. Het zou een -gezellige versiering wezen en tegelijk zou ze dienst kunnen do-en als thee- warmer. Het origineel van deze sluimerrol die uiterst g-em-akkeiyk te maken la was ver vaard igd'. van zilverstof en mot zilver door streept zwart fluweel Groote kwasten van zwart Chinille-draad gaven er een flatteerende -afwerking aan. Natuurly'k kan men de kleuren wisselen en gebruik maken voor die, welke in de ka mer waar het voorwerp zal moeben worden gebruikt, beter harmonieeren In ieder geval is het maken in 't geheel geen „kunst" en als present voldoet het bui tengewoon. Mme Corry. Het zal de lezeressen wel beleend zyn, dat de gebruikeiyke hoofdjes met de armpjes voor dit doel in de betreffende winkels te koop zyn. Men maakt nu eerst een gewone onver sierde th-eewarmer en daarna maakt men een w]jde rok van Meurige stof over deze muts. Hierna trekt men het romipje een Ujfje aan, dat zoo gemaakt is, dat het 't rokje met een in de taille tot afwerking dient. Het linker modelletje is een Spaansche schoone. Voor deze moet by voorkeur een kopje met zwart gescheiden haar gekozen wi-rden. Hierop plaatst men dan een hoedje van zwarte kant en bevestigt daarop ter ver siering een groote Spaansche kam van zwarte kant. Nu zoekt men voor het Ujfje met omslag doekje een frisch, kleurig lapje.Het uit einde van het doekje en de onderkant van het Ujfje rafelt u een eindje los, zoodat het dienst kan doen als.franje. Ten slotte Mest men een donkere en een lichte kleur uit dit bonte jakje en neemt in deze Meuren de zyde voor het rokje. Van de donkere kleur maakt men ook de mou wen. Het rechtsch-e dametje als een „Pierrotte". Deze geeft er de voorkeur aan haar toilet geheel in wit en zwart te houden. Haar japon bestaat dan ook uit zwarte satijn, maar vanonder het kokette schootje van de blouse plooit zich een wit satijnen schoot Een groot en forsch garnituur van wit or- gandle wordt om den hals en de armpjes ge schikt En ter voltooiing zet men Pierrotte een zwart satynen hoedje op gegarneerd met een groote witte zyden pompoen. En Maar is Kees. Mocht nu echter nog geen van deze drie poppen in aanmerking komen voor familie- present, dan kan misschien deze werkeiyk heerlyfee „poef" meer in de gunst vallen. radeloos. Mr. Gloucester dacht een oogenbUk na. Waar denkt u te logeeren? vroeg hy toen. In het Esplanade-hotel. Prachtig. Daar logeer ik ook. We zou den dus samen kunnen werken-. Met z'n tweeën zijn we sterker dan u alleen. We zouden nog verder kunnen gaan en van -kof fer kunnen wisselen. Ik -ken het land 'en de gewoonten. Tenzij u -er natuuriyk met het oog op de belangrijkheid van uw zen ding de voorkeur aan geeft alleen te op-e- reeren. O neen haastte zich George te ver zekeren. Ik neem uw hulp gaarne aan. Welnu dan hernam Mr. Gloucester. Als u dan eens een uur voor de aankomst te -Cairo uw koffer in mijn hut bracht en myn koffer in uw -hut nam. U houdt dan bij het ontschepen de heeren Murray aan den praat en ik verlaat snel het schip. Wanneer u dan een auto neemt naar het Esplanade hotel vindt u daar uw koffer in veiligheid. En de heeren Murray visschen acher het net. George vond het plan schitterend en aldus werd besloten. Toen -het Egyptische land eindelijk ln zicht k-wam, overhandigde George Durham ongemerkt den sleutel van zyn hut aan Mr. Gloucester. Daarna begaf hy zich aan dek, waar hy de gebroeders Murray aantrof. Hy inviteerde ze mee voor een afscheidsdronk in den -eetsalon. Waar logeert u, Mr. Durham? vroeg d-eeen belangstellend. Wy gaan naar Conti- nental-hotel. Gaat u daar ook heen? VOOR DE KINDEREN. LOTGEVALLEN VAN EEN HALVEN STUIVER. Grits keek op van zyn sproakjesboek en staarde verwonderd maar den schoorsteen mantel. Ja, het was toch geen droom: hy hoorde leven in zyn spaarpot. Rikke tik, kling, klingl Hy spong op en ging vlak n-aast de spaarpot staan. En daar hoorde hy twee stemmetjes, die schenen- te twisten. „Je ver- bteldt je een heeleboel, Kwartje, omdat je nieuw en blinkend bent, en. „Ja," viel het Kwartje in de rede met een zilveren stemmetje: „Ik zie er keurig uit!" „Weet je, waardoor je zoo nieuw en zoo mooi bont?", vroeg Haive-staiver. „Wel, zoo 'ben i-k geboren," antwoordde Kwartje weer, den neus in de lucht. „Dat zal ik je dan wel eens anders vertel len en misschien ben je dan wel niet zoo trotsch meer. Het komt, doordat je nog nooit wat goeds hebt gedaan in de wereld. Je bent van een Bank gekomen^ zooals je zoo graag vertelt." „Ja," viel Kwartje weer in: „en ik kwam daar regelrecht van de Munt. Ik ben niet zoo'n doodgewoon iemand als dat 1920 Kwar tje daar in den hoek, dat uit een kruideniers winkel Is gekomen.' „Je hebt nooit eenig nuttig werk gedaan ln de wereld," zei Halve-stalver weer. „Toen ik uit de Munt k-waim, heel lang (geleden, was ik zoo mooi als een Gouden Tientje. Ik kwam ook in een Bank, maar ik bleef er niet lang. Op zekeren dag pakte een man me en gaf me aan een klein meisje met peenhaar, dunne versleten schoenen en een oude jurk aan. Ze had nog verscheidene Halve-staivers en enkele zilverstukjes. Töen ze thuis kwam gaf ze alles aan haar Moeder op twee Halve-staivers na. Een van die twee was ik. Op zekeren dag toen ze genoeg Halve-staivers (gespaard had, ging ze naar een speelgoedwinkel om een geschenk te koopen voor haar kleine zusje, dat gauw jarig zou zyn. Toen wy zagen wat een snoe zige pop er ingepakt werd voor het meisje, en toen we er aan dachten, hoe blij het kleine zusje er mee zou zyn, gaven we er niet zoo veel om, dat wy in een 'groote houten la werden gestopt. „Myn volgende eigenaar had meer dan igenoeg 'geld en- gooide me een Meinen ar- moedigen jongen toe. Wat was kleine Jan 'blij. Hy danste naar huis, mij stevig In zijn vuile handje klemmend', en liet me aan zijn zusje Mien zien. De twee kinderen gingen naar een bakkerswinkel en kochten een ka detje dat ze samen deelden, en naar ik denk wel heel gauw op-aten. „Ik dacht, dat ik nu wel eens weer naar een bank terug zou moeten. Maar tot myn igroote verrassing werd lk enkele minuten later al weer beetgepakt en met nog twee Halve-staivers en een cent aan een arme vrouw met een versleten omslagdoek gey geven. „Toen lk vroeg, wat dit beteekende, zei een' cent, die al zes jaar oud' <was, dat we „wisselgeld" waren. Ik was nooit te voren wisselgeld' geweest, maar lk hoopte, dat ik hetaltijd' zou blijven en niet meer naar een bank terug zou behoeven te -gaan." ,yEn ben je nog wel eens in een bank ge- En waar is uw bagage? vroeg de ander. Uw koffer -kan best by onize koffers in de auto. Heel gemakkelyk. George moest nu inwendig lachen om den yver en de dienstvaardigheid van de beide gauwdieven. Ik logeer in Esplanade-hotel zeide hy koel. En myn bagage is reeds -geborgen Mr. Gloucester, die daar ook woont, heeft ze meegenomen. Mr. Gloucester. De gebroeders Murray zagen elkaar als versteend aan sprongen gelijktijdig over eind en alsof ze op hetzelfde ©ogenblik krankzinnig geworden waren, -stormden ze tegelijk de trappen af naar de hutten. Geor ge volgde ze in de hoogste verbazing en vond ze bezig voor de deur van zyn eigen hut, die ze trachtten te forceeren. Mr. Gloucester, wilde hy zeggen. Maar de lange Mr. Murray viel hem ongeduldig ln ds rsd'6. Ach wat.... Mr. Gloucester.. Die bestaat niet. Het is Roode Jack! De be- rachtste roover die op het oogenbllk bestaat. Wy wisten dat hy de lucht -gekregen had van uw zending en wilden hem op heeterdaad betrappen. Ik ben detective Swift en dit is myn collega Nugger. Uw firma verzocht ons .daar gaat de deur. Inderdaad week de deur.krakand George Durham ontwaarde als ln een d™™ Mr. Gloucester die over zijn geopemlenlSt greep. J oen hij <Je drie 'binnendringend p™ ontwaarde, liet hy zijn -buit vallen Met den sprong als een tijger en wist hen door de detectives heen te breken en d'e deur te „Ja Kleinje," verscheidene keeren. Maar ik heb verder zooveel avonturen beleefd, dat lk niet te klagen heb. Ik herinner me nog zoo duideiyk, dat lk eens toe/behoorde aan een kleinen jongen, die Wim heette en in een armoedige buurt woonde. Hy stak me in zyn jaszak en ik viel door een (gat naar beneden in de voering. Wim ging naar een speelgoedwinkel en ik hoorde hem naar knikkers vragen. Maar och, toen hy wilde betalen, was ik niet to vinden. Ik deed myn bast te voorschyn te komen en Wim te laten merken, waar ik was, maar tevergeefs. Hy kon me niet vinden. En (bitter huilende ging Wirni naar huls zonder knikkers. Er gingeni eenige dagen voorby en ik bleef stilletjes in Wim's jasvoering. Eens op een morgen- hoor de ik hem zijn moeder om een boterham vra gen, maar zijn moeder gaf hem een draal om zyn ooren en zei, dat hy een leeiyke gulzigaard was. Ik wist echter wel beter, want den ha-lven nacht had de arme jongen zachtjes (gehuild van den honger. „Het woei en- het was heel koud, toen Wim de straat op -ging. Toen hy by een hoek kwam, kwam, sloeg de wind opeens tegen zyn hand met een harden tik, dat was ik en ik kan je zeggen, dat ik er van suizebolde. Wim gaf een gil van verrassing en ging op de stoep zitten om in zyn jas te zoeken. Al gauw had hy my gevonden en in de dichtst- hy'zynden bakkerswinkel een kadetje ge kocht. Wat was hy nu blij, dat hy me niet had kunnen vinden, om knikkers te koopen. Het speet me wel erg, dien jongen te móe ten-verlaten. „En," voegde Halve-staiver er nog aan toe met een ondeugend lachje. „Hoe oud je ook wordt, nooit zul je zoo groot worden als ik, al ben je ook tien keer zooveel waard." Alle geldstukken lachten zacht rinkelend en Frit® lachte hardop mee, waarvan de Oenten en Halve-stuivers en Dubbeljes en Kwartjes zóó schrokken^ dat ze meteen stil waren en de eerste week werd -geen woord waren en de eerste week -geen woord meer RAADSELS. Oplossingen der vorige raadsels. roodekool as trakan a m e r i k a Ideaal oogst raaf gas a i IL Stroom stroop strook. Goede oplossingen van beide raadsels ont vangen van: H. A.; A. B.: M. B.; N. de B.; P. en O. B.; C. B.; E. de O.; M. A. en O. A. D.; G. D.; T. J D.: D. en V. D.; A D.; H. E.; M. S. de G.; A. G.; H. G.; O. G.; B. en T. G.; W. <L; J. L. de J.; B. K; W. K; W. en L. K. W. K; M. v. d. L.; D. M.: T. N.; M. O.; F. G. v. P.: A. J. dl© R.: A. R.; J. die S.; J. G. 6.; L E. 8.; H. 8.; R. en O. S.; O. S.; S. T.; A. v. U.; M. en Th. V.; A. W.; De de W.; A. em 0. de Wj A. IJ.; M. Z.; S. en. M. v. Z.; A. eo W. de Z. By loting zyn de prijzen aan de volgende d-eelnemers(8ters) ten deel gevallen: Mien Bauer, Balistraat 7. Maria Antolnette Dekkers, Goverstraat 84. Geertje Duinker, Wilh-elminastraat 80. J. L. de Jong, Stationsstraat. 28 Willem Keyzer, Gravenstraat 60. W. en L. Kruit, Emmastraat 8. Dtna Mulders, Kanaalweg 168. Ainnie Romyn, 2e Emmadwarsstraat 8. Th. J. en M. Verhey, Goverstraat 60. Allda m Cornelis de Wit, Achtergracht Z.Z. 6 Nlenwe raadsels. Ik ben een veelgebruikte stof en mijn naam bestaat uit twee lettergrepen. De eer ste lettergreep ls een familielid-, de tweede een dier. Verandert men de le letter in een r dan ban ik een oudi wapen. Op de le regel een me- gende kruisjesiyn komt de naam van een land. Op de le regel en me deklinker; op de 2e een lichaamsdeel van een dier; op d-e 8e regel een verzameling boomen; op m de 4o een getal boven tien; op de 6e het gevraagde woord; op de 6e onmisbaar dageiyksch drukwerk; op de 7e een stof, die van dierenhuiden wordt ge maakt; op de 8e een verkorte meisjesnaam; op de 9e een klinker. bereiken. Voor George nog wist wat er voor viel, was hy verdwenen. Snel als de wind ijlden de belde politie mannen hem na en George meer dood dan levend verzamelde de verspreide kost- baarheden. Er ontbrak nog niets aan. Alle effecten en; doozen waren nog aanwezig. De koffer stijf ln de hand houdend begaf hy zich eindetijk naar dek, waar hy aanwe zigen In de grootste opschudding vond. Zoo even was het lichaam van een -man uit het water n-aar boven gehraoht Alle pogingen om de levensgeesten nog op te wekken, wa ren vruchteloos. Het was Mr. Gloucester! De detective Swift merkte Durham op en kwam naar hem toe. Ik zag hem nog Juist over de verschan sing springen zelde hy. Hij was een uit stekend zwemmer en wilde zich waarsohyn- üjk nog op deze wyze uit de voeten maken. Maar hy ls ln de ketting geraakt Enfin. Hy verdiende niet beter. Hy heeft zelfs nog een poging gedaan u te vergiftigen met zyn pastilles.Mist u nog iets? George sohudde flauw het hoofd. Ik weet nauwelijks meer wat ik doen moet sprak hy afgemat. Wel, in de eerste plaats uw behouden aankomst telegrafeeren, zei de deteotive. En vervolgens uw zaken spoedig afdoen. Er is geen gevaar meer en bovenalen houden wy een oogje ln 't zeil. Maar.Wees in het vervolg wat voorzichtiger met besohaafde vreemdelingen. I -11 l-W—l-il-t - -I „Maar er gingen dagen en weken voort en we begonnen de twee kleine meisjes te vergeten en- we verlangden hard, weer de wereld1 in te gaan. weegt?" vroeg een blinkend' Dubbeltje. „Misschien begrijp je nu, Kwartje, waar door ik er zoo oud en onooglyk uit zie." draaiorgel

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1923 | | pagina 18