IE COURANT
HOTEL-CAFÉ-RESTAÖRANT „DIN BURG".
Derde Blad:
VAN ZATERDAG 1 DECEMBER 1923.
RECHTZAKEN.
HET DRAMA AAN DE SCHENKKADE
TE DEN HAAG.
Moord uit jaloezie.
Voor de Haa-gsche rechtbank is Donderdag
onder groote belangstelling behandeld de zaak
tegen een 62-jarige dame uit Voorburg, gede
tineerd, die beschuldigd wordt dat zij, na daar
toe in kalm beraad het voornemen te hebben
opgevat, op den 23sten Juni j.1. haar man van
het leven heeft beroofd door dezen met een
dolkmes in de rechter borst te steken. Subsi
diair was de beklaagde zware mishandeling,
meer subsidiair gewone mishandeling van haar
echtgenoot ten laste gelegd door dezen met een
dolkmes in de rechterborst te steken tengevolge
waarvan de rechterlong, het hart en de lever
werden verwond.
Het drama trok destijds zeer de aandacht, om
dat het hier een bejaard echtpaar betrof, en het
slachtoffer mr. A. O. v. B. een bekend Rot-
terdamsch advocaat was.
De aanleiding tot den moord was de verden
king van ontrouw, die mevrouw van B. jegens
haar echtgenoot koesterde. Deze bracht nJ.
veelvuldig bezoeken aan een zekere mevr. de
G.-V., aan de Schenkkade, voor wie hij een
echtscheidingsprocedure behandelde en dit had
argwaan en jaloezie van mevrouw van B. op
gewekt.
Op den 23sten Juni van dit jaar besloot zij
zich te gaan overtuigen of haar vermoeden, dat
haar man een verhouding met de 50-jarige me
vrouw de G.-V. had, gewettigd was. Zij ver
voegde zich 's-morgens aan het perceel aan de
haar man niet aanwezig was. Toen mevrouw
Sclienkkade, waar haar frerd medegedeeld, dat
v. B. de jaa van haar man in de gang zag han-
(fen, begreep zij, dat zij om den tuin werd ge-
eid en ongevraagd begaf rij zich daarop naar
binnen, waar zij haar man ln gezelschap van
movrouw de G. aantrof.
In een onderhoud onder vier oogen met haar
echtgenoot, heeft zij hem toen met een dolk
dooaeHjk gewond. t
Wegens moord, eubs. poging tot mishande
ling met doodelljken afloop, stond mevrouw
B. terecht.
Er was voor deze zaak groote belangstelling.
Vooral van den kant der vrouwen.
Aan het verslag der terechtzitting in de „Te
legraaf" ontleenen wij. het volgende:
Het verhoor der getuigen.
Begonnen wordt met het verhoor der dokto
ren, die de eeotle op hot lijk van mr. v. Blom-
mensteijn hebben verricht.
Zij verklaren dat de wond absoluut doodeUjk
was geweest.
De rechercheur Buurma vertelt, wat hij zag,
toen hij den 28stén Juni in het perceel aan de
Schenkkade 264 binnenkwam. In het kabinet
trof hÜ den verslagene aan en daarbij stond
bekl. Later knielde zij bij hem neer en lief
koosde 'en streelde de hand van haar man. Zy
vertelde aan getuige, dat zij haar man had ge
stoken met het dolkmes, dat nog bebloed' op de
tafel lag.
Pres.: Weerde mynheer haar liefkozingen
af?
Get. B.: Neen, dat deed hy niet. Hy be-
duldde my alleen om weg te gaan, waarop ik
mij bekend maakte als tot de politie te behoo-
ren, Mevrouw vertelde my uit haar eigen, dat
Zij oen dolkmes had meegonomen om'haar
man te dooden.
Bekl ontkent hoofdschuddend.
De Officier: Weet u wel zeker, dat bekl. u
dat gezegd heeft?
Get.: Ja, zeer zeker.
zeer roekeloos omgesprongen. Eerst had hy
veel geld voor schilderyen uitgegeven en later
wist zij niet, wat hy er mee deed. Den laatsten
tyd moesten zij leven van zijn inkomen als ad
vocaat, dat circa 4000 bedroeg. Haar man was
zeer jaloersch. Vandaar, dat zij weinig omgang
met andere families hadden. Een vreemden
dokter kon hij niet uitstaan en daarom kwam
haar broer als geneesheer by haar overhuis.
Met niemand durfde zij omgaan.
De pres.: Heeft u nog omgang met de familie
De Graaf gehad?
Bekl.: Reeds'5 jaar geleden, toen wij nog in
Rotterdam woonden, hadden wij al omgang met
deze familie. Toen wij naar Voorburg gingen,
kwamen zij wel eens bij ons op bezoek.
De pres.: Kreeg u den indruk, dat het bezoek
van mevrouw De Graaf uw man welkom was?
Bekl.: Dat niet bepaald. Ik vond het wel
vreemd, dat hy veel ging koffiedrinken by haar.
Ik heb argwaan gekregen, toén ik in 1922 eens
van een lezing thuis kwam èn in de huiskamer
my'n man en mevr. De Graaf heel dicht bij el
kaar zag zitten. Toen ik met mijn man alleen
was, heb ik hem gezegd, dat dit niet te pas
kwam. Vroeger zaten zy altyd op een afstand
van elkaar, zoodat het opviel, dat zij vlak naast
elkaar gezeten waren. Mevr. De Graaf vertelde
later, dat zy onaangenaamheden thuis had en
daarom by mr. v. B. op bezoek was gegaan.
Later is mevr. De Graaf alleen gaan wonen op
de Schenkkade; omdat zij van haar man ging
scheiden.
Bekl. vertelt vervolgens, hoe zij in Januari
van dit jaar eens naar de Schenkkade ging, toen
zij op No. 264 haar man van de stoep zag ko
men. Zij vroeg, wat hy daar gedaan had, waarop
hy een onvoldoend antwoord gaf. Zy heeft toen
aangebeld en mevrouw De Graaf deed zelf open
in een zeer luchtig toilet. Bekl. ging naar bin
nen en zeide aan de bewoonster, dat hpt niet te
pas kwam, dat zy op dien tijd het was half-
vyf 's middags een heer in een dergeiyk
toilet ontving. Zy heeft toen een wandeling ge
maakt door de kamers en zag in de voorkamer
kopjes en-schoteltjes op tafel staan.
De Pres.: Zag u ook een bed?
Bèkl.: Niet in de voorkamer, wel in de vlakby
gelegen alcoof.
De Pres.: Zag het bed alsof het opgemaakt
was?
Bekl.: Er waa geen sprei op het bed en de
dekens waren omgeslagen. Ik heb toen ruzie
gekregen met mevrouw De Graaf, en maakte
my boos, toen zy zelde, dat lk ook wel eens met
een ander had geloopen. Myn man, die bulten
had gewacht, was lntusschen binnengekomen
en vroeg my, met hem.mee te gaan. Ik heb hem
toen gesmeekt, die vrouw te laten loopen, maar
hy zei: „Ik kan haar niet loslaten". Dienzelfden
avond ls er echter een verzoening tusschen ons
beiden tot stand gekomen en beloofde hy er
niet meer heen te gaan.'Later heeft hy die be
lofte toch weer gebroken.
Drie dagen voor don moord vierden wy ons
40-jarig huwelijk in alle stilte. Myn man bleef
dien avond thuis. Den dag van den moord, Za
terdag 23 Juni, trof lk alle voorbereidselen om
zyn verjaardag te vieron. Hy zou Dinsdag jarig
zijn. Het zilverwerk Het ik oppoetsen, ik schreef
brieven aan de kinderen om over te komen.
toen ik dien dag door een dame werd opgebeld
Zy deelde mij door de telefoon mede, dat myn
map een verhouding had met mevrouw De
Graaf en dat hy haar beloofd had ter gelegen
heid van zyn 40-jarlg huwelijksfeest j 80.000
cadeau te doon. Toen ik dat hoorde zoo ver
volgde beklaagde wist ik niet meer wat lk
deed. Ik ben naar de kamer van my.n man ge-
aan, heb een tasch meegonomen en ben naar
e Schenkkade gegaan.
De Pres.: Wie deed u open?
Bekl.: Een oude dame, die my vertelde, dat
myn man er niet was. Ik zag echter het goed
van myn man hangen en ging daarop naar hln
nen. Toon ik ln de voorkamer kwam, stond me
vrouw De Graaf in hetzelfde tollet als den laat
sten keer, dat ik haar zag. Ook myn man was
er. Ik vroeg hem of het waar was, dat hy
80.000 aan mevrouw De Graaf zou geven,
Bekl.:: Ik heb alleen gezegd tegen
dafhêb ik gedaan, maar if heb nier gezegd, dat
ik de messen- heb meegenomen om myn man
te dooden. Ik heb de deur van het kabinet open
gedaan toen ik hoorde, dat er iemand voor
stond en heb alleen gezegd tegen getuige, dat
lk gestoken had. Over de messen heb ik niet
gesproken.
De hoofdverpleegster van het gemeente-zie
kenhuis deed mededeelingen over het over
brengen naar het ziekenhuis van den versla-
gene. Mevrouw de G. van de Schenkkade was
toen ook in het ziekenhuis gekomen-, voorge
vende, dat zy familie was van mr. van B.
Ongevraagd heeft zy tegen getuige gezegd:
Wy zitten hier piet geldzaken. Hy mag ons
niet ontglippen, biykbaar doelende op den ge
troffene. Getuige heeft later mr. van B. zien
sterven.
Eeni tweede verpleegster vertelt vervolgens
nog, een en ander over de aanwezigheid van
mevrouw de G. ln het ziekenhuis. Haar had zy
vertelt, dat zy een nicht van mr. van B. was.
Zy had mynheer's hand gepakt en wilde hem
zoenen. Mr. van B. keek toen even rond om te
zien of er anderen waren in de kamer en wilde
toen niet hebben, dat zy hem kuste.
Een derde verpleegster zeide eveneens, dat
mevr. De G. zeer lief tegen mr. v. B. deed, doch
dat deze haar afweerde.
Dan komt als getuige de inspecteur van
politie de heer Heufkens, die mr. v. B. in het
ziekenhuis een verhoor afnam.
De president: Welke vragen stelde u aan
hem?
Get,: Ik heb hem maar één vraag gesteld
en wel of hij wilde, dat zyn vrouw gestraft zal
worden. -
De pres.: En wat zeide hy?
Get,: Hij zeide: ik zie, dat ik gasterven
en ik wil beslist niet, dat zy gestraft wordt.
Daarop heb ik mevr. De G., die in het zieken
huis was, op verzoek van den dokter verzocht,
zich te verwyderen, omdat zij zich daar ophield
onder het voorwendsel, familie van inr. v. li.
h Z^n' Het verhoor van beklaagde.
Het verhoor van beklaagde neemt vervolgens
HPMetanra<ïftè stem, eenigszins nPI7eus}^^
lachend, geeft zy een verhaal van haar huwe-
'^HeLwaS 20 Juni 1028, juist 40 jaar
dat zij getrouwd waren. Dien dag hadden zij in
stilte gevierd. De verhouding met haar man was
toen echter al niet meer zoo goed. Met het lor-
tuin, dat. zy had bezeten, was door haar man
waarop hy een ontkennend' antwoord gaf. Toen
Mkle fityt „DclMlltÉHVflW
Snikkend verhaalt daarop beklaagde: „Dat
was te veel voor my. Wat ik toen deed, weet lk
niet meer."
De Pres.: Weet u niet, dat u uw man met een
dolk stak?
Bekl.: Dat herinner ik mjj niet meer.
De Pres.: Riep uw man niet: Ik bon gesto-
1 ken?
Bekl.: Ik hoorde alleen zooiets van,... ge
stoken. Hy liep naar het kabinet, waar ik hem
worgde. Eerst was hjj boos op my en zei: „ga
weg'. Later werd hy kalmer, en zei: Ik zou de
zon nog eens willen zien! Ik heb het gordijn
toen opgetrokken en heni een kussen gegeven
om op te liggen. Toen heeft mijn man my ver
giffenis geschonken.
Wy hebben- elkaar gekust en zyn- zoo biy-
ven zitten tot de politie kwam.
Bewogen eindigde beklaagde hier haar schok
kend verhaaL
De psychiater, dr. Deknatel, heeft een
onderzoek ingesteld naar beklaagdes geest
vermogens. Bekl. was bekend als een lieve
zachte vrouw met anti-crimineele eigen-
sohappen. De emoties, ondervonden by die
eerste ontmoeting met mevrouw De Graaf
en later op den 28en, kunnen juist by der-
gelyke figuren een sterkeren schok veroor
zaken dan by andere naturen.
Het is zeer waarschy-niyk, dat zij van al
het gebeurde niets meer weet Het was een
groote psychische emotie, die verlies van
het geheugen kan veroorzaken.
De deskundigen zyn tot de conclusie ge
komen, dat de emotie zóó groot is geweest,
dat een ziektetoestand' is opgetreden. De
vraag of de daad haar niet mag#worden
aangerekend, is moeliyk te beantwoorden,
daar geen bepaalde criteria aanwezig zyn.
Toch was de toestand z. i. niet zoo, dat dé
daad baar niet kan worden aangerekend.
De tweede deskundige, dr. Gerritsen, vond
het zeer wel mogeiyk, dat iemand1 in drift
ontoerekenbare dingen dóet. De overgang
van bet normale tot het pathologische is
zeer moeilijk aan te geven. Bekl. is -een zeer
zachte persooniykbeid en psycMologisch ls
haar daad niet gemakkelyk te verklaren.
Het verhoor van mevr. De Graaf.
Als getuige verschynt d'an mevr. Völberg,
gescheiden echtgenoote van J. O. P, de
Graaf, 50 jaar, wonende te Voorburg.
De President: Is u reeds gescheiden?
Getuige: Ja, maar ik woon weer bij mijn
mant In Voorburg wonende, heeft zy bokl.
l-eeren kennen en kwam daar aan huis.
De President: Merkte u dat de verhou
ding tusschen beklaagde en haar man niet
gelukkig was?
Getuige: Bemerkt heb ik het piet.
De President: Heeft bekl. u op een avond
Ingezonden modedeollng.
Kamer met Ontbijt vanaf f 2.50.
Lunch f 1.75. Diner vanaf f 2.50.
eens niet bij haar aan huis vlak naast haar
mali zien zitten?
Getuige: Ik was daar op bezoek en zat
op eenigen afstand, van mönbeer.
De President: Kwam mynheer dikwijls
by u aan huis?
Getuige: Ja-, hy kwam meermalen op Za
terdag koffiedrinken. Eenmaal kwam bekl.
aan de Schenkkade, toen haar man juist weg
was.
De President: Wat voor kleeren droeg u?
Getuige: lk had een ochtendjapon aan en
was op het punt my te kleéden om uit le
gaan. Bekl. heeft toen een scène gemaakt.
De President:Kwam mynheer over de
echtscheiding spreken?
Getuige: Hy kwam wel eens een praatje
maken.
De President: Dus met de echtscheiding
had' dat niet zooveel te maken?
Bestond er een intieme verhouding tus
schen u en mr. v. B.?
Getuige: Neen, mynheer!
{Onrust op de tribune).
De President: Mynheer kwam toch meer
by u overhuis dan by een cliënt gewoonlijk
het geval is?
Getuige: Hy is. een keer of tien by me
geweest.
De Officier van Justitie: Ontving u wel
meer van die -gasten?
Getuige: Neen!
De Officier: Waar betaalde u dan al de
luxe van die in uw huis was. U had toch
geen inkomen of geld?
Getuige: Dat kreeg ik van een vriendin.
Vervolgens geeft zij een verhaal van het
gebeurde op den 23 sten Juni, dat overeen
komt met de afgelegde verklaringen. Z'' had
de kamer, waarin zy was, op alo-t gedaan,
omdat zy bang was voor bekl.
De President: Ia u meegeweest naar het
ziekenhuis?
Getuige: Ik bon meegegaan on heb ge
daan alsof ik famlllo van mynheer was.
De President: Heeft u toen getracht mr.
v. B. een zoen te goven en weerde hy u af?
Getuige: Ik heb hom wel bij de hand ge
pakt maar niet getracht een zoen te geven.
De President: Drie verpleegsters verkla
ren dit toch!
Getuige: Het is niet waar!
(Rumoer op de tribune).
De President: Ik sta er op alsnog de drlo
verpleegsters te hoo-ren.
De getuige mevr. wed. Bourgignon, die
by mevr. De Graaf inwoonde, verteld© dat
mr. v. B. lederen Zaterdag op bezoek kwam
en dan bleef van half 10 tot half 5.
Ook op Zaterdag 23 Juni was hy vroeg
aan de Schenkkade. Als de advocaat kwam
moest zy altyd! zeggen, als -er iemand aan
d© deur kwam, dat mevr. De Graaf niet
thuis was. Dat zei getuige ook toen bekl.
dien morgen aanbelde.
De President: Had mevr. De Graaf niet
-gezegd1, dat zy en mijnheer v. B. man en
vrouw waren?
Getuige: Neen, dat hoeft zy niet gezegd,
Zy had gezegd dat hot haar advocaat was.
Getuige geeft dan haar lozing van hot
drama. Spoedig nad'at bekl. was binnen ge
;aam kwam mr. v. B. haar kamer binnen onr
ler den -uitroep: „Ik ben gestoken."
Getuige zag bekl. in do kamer staan met
den opgeheven dolk. s
Haar krankzinnigen blik zal ik nooit ver
geten, zei getuige. Bokl. zei: „Ik zal hem
liever laten sterven dan dat ik hem met een
ander laat gaan."
Later ln het kabinet waren zy samen en
toen zei (bekl. tot haar iman: „Och Alex, ver
geef me, lk heb je lief gehad."
(Hy was toen boos en zei: „Ga weg, ik
haat je. Als ik in -leven bUjf, laat ik imé
scheiden.
Later is hy gekalmeerd.
De vraag in wat voor soort toilet mevr.
De Graaf gewend was rond- te loopen, gaf
veel stof tot discussie.
Getuige meende in een keurige ochtend
japon, soms in négligé, maar in leder -geval
was ze altyd netjes.
De President: Maar zoo dat zy heeren kon
ontvangen?
Getuige: J-a zy was altyd! keurig. (Gelach).
Hierna wordt mevr. De Graaf weer opge
roepen aan wie de President vraagt: mevr.
Bourgignon zegt, dat u iederen Zaterdag van
halftien tot balfvyf mynheer (bij u had. Is
dat zoo? '7 x /r»
Getuige De Graaf: Dat ia niet waar. (Be
weging op de tribune).
Getuige mevr. Bourgignon: Hoe kunt u
dat zeggen mevrouw? Hij kwam iederen Za
terdag en 'soms zelfs Vrijdag by ui
De President: Mevr. De Graaf u moet
voorzichtig zijn, u staat onder eede!
Getuige De Graaf: Ik kan niet anders
zeggen, dan dat het niet waar is.
Het dienstmeisje van de familie v. B. ver
telde daarna eenige byzonderheden over het
familieleven van bekl. waarin zy niets van
een slechte verstandhouding had bemerkt
Op den, dag van het 40-jarig huweiyksfeest
was er nog koek gebakken en wyn gedron-
V De verpleegsters van het Ziekenhuis en
mevr. De Graaf werden vervolgens -aan een
kruisverhoor onderworpen, in hoeverre
mevr. De Graaf in -het Ziekenhuis gesproken
heeft over gelldi dat zij nog van mr. v.. B.
moest 'hebben en- over 't feit, of zy- getracht
zou hebben1 mr. v. B. een zoen te geven, dien
hy zou hebben afgeweerd', waarover de ge
tuigenverklaringen afwyken.
De hoofdverpeegster biyft by haar afge
legd© verklaring, dat mevr. De Graaf haar
zeide, dat zy geld moest hebben-.
De President (tot mevr. De Graaf): Waar
om moest u geld van mynheer hebben?
Getuige? Ik had hem (hakkelend), 125
voorgeschoten.
De President: lk begrijp niet, dat u onder
dergeiyke omstandigheden nog aan 125
kunt denken.
De twee andere verpleegsters verklaren
nogmaals, dat mevr. De Graaf mynheer v.
B. een zoen op de hand gaf, en een op 't
hoofd wilde geven, die werd afgeweerd.
Getuige De Graaf ontkent dit de tri
bune kon zich nauwelyks stilhouden waar
mede het getuigenverhoor is afgeloopen.
Het requisitoir.
De officier van justitie mr. Polman houdt
vervolgens zijn requisitoiren begint met de
opmerking, dat het hier een byzonder geval
betreft, dat in ons land tot de zeldzaamhe
den behoort.
Hoe kwam de vrouw tot de daad, is de
vraag die allereerst beantwoord moet wor
den. Het staat vast, dat beklaagde een lieve
zachte vrouw was, die geen dier kwaad kon
doen. Hoe gaarne hy ook „het van de doo-
nen- niets dan goeds" in acht wil nemen, in
dit geval gaat het belang der levenden bo
ven dat der dooden. Daarom moet hy zeg
gen, dat tegenover haar staat het gedrag
van haar man, dat haar gestel ondermijnde.
Spr. schetst dan het verloop van het. drama.
Vaststaat z. i. dat bekl. voldoende tyd heeft
gehad om zich rekenschap te geven van
haar daad, waar ook het wegwerpen van
de scheede van den dolle op wijst. -
Het rapport der deskundigen geeft te
dien- opzichte weinig houvast.
Haar leven was voor haar ondragelyk 'ge
worden door de jaloezie van haar man, ter
wijl aan den anderen) kant haar. man zelf
•alle reden tot jaloezie gaf.
Meermalen -is hy bekl. ontrouw geweest en
steeds volgde weer een verzoening. Toen
kwam mevr. De Graaf in zyn leven de tragi
sche rol spelen.
Spr. geloofde niet, dat iemand aan de ver
klaringen van mevr. De Graaf eenige waar
de heeft gehecht Daarvoor waren zy te zeer
in tegenspraak met de andere verklaringen.
Hoe kon zy anders -aan het geld gekomen
z;jn tot de luxueuse inrichting van haar huls
als zy dit niet van mr. v. B. had gekregen.
De bezoeken van haar man aan de Schenk
kade vetergde den nerveuzen toestand van
beklaagd© en toen kwam na de telefonische
mededeel in g het oogenblik dat zij meende,
dat zy zich van dezen lakt bevrijden moest.
De officier was wel d'egeiyk van meening',
dat zy het plan had haar man van het leven
te berooven en dat zij daarom een dolk mee
nam'.
Toen de man by het laatste onderhoud
zeide: Jy -er uit, lk blijf hier; toen is haar
voornemen om hem te dooden tot uitvoering
gekomen.
Daarom, zeide het'O. M., moet men dood
slag aannemen, maar met zeer vele ver
zachtende omstandigheden.
Haar schuld is maar heel klein en uiter
ste dementie moet danook betracht wor
den.
Voor voorwaardeiybe veroordeeling is
deze zaak te ernstig.
Do elsch.
Verzachtende omstandigheden in aanmer
king nemend' eisebte de officier ten slotte
wegens doodslag, een Jaar gevangenisstraf
met aftrek der goheelo preventieve hechte
nis.
Het pleidooi.
Het milde requisitoir had een merkbare
ontspanning by de toehoorders teweegge
bracht. Do beklaagde was zeer onder den
-indruk gekomen en zat zoowel onder het
pleidooi als onder het requisitoir telkens
te snikken. Het was een zielig gezicht deze
bejaarde dame, met wie een ieder mede
lijden gevoelde, daar in het beklaagden
bankje te zien zitten. Tegen de getuige
mevr. Do Graaf daarentegen was de stem
ming zeer vy-andig, wat aan de blikken en
half onderdrukte uitroepen duidelyk merk
baar was.
Na het requisitoir was het woord aan den
verdediger.
Mr. J. H. Rolandus Hagedoorn, die zyn
pleidooi aanving met er op te wyzen dat de
rechtbank zelden voor zulk een. mooiiyke
taak zal hebben gestaan als thans, nu zij
heeft te oordcelen over de daad van 'n lief
hebbende, verzoenende en zichzelf beheer
schende vrouw, en wier man om het zacht
uit te drukken wol zeer on-Hollandsoh was:
Haar leven ondermijnd© haar gestel. On-
geloofiyk jaloersch was haar man. Dagen
lang heoft zy met een verstuikten voet rond
geloopen, omdat hy geen geneesheer durfde
laten komen.
Daar kwam by de ontrouw van haar man,
waarover pl, niet wil uitweiden.
Ondanks alles bleef zy liefhebbend, ver
zoenend en zichzelf beheerschend: Het over-
ïyden van ha-ar zoon, onder tragische om
standigheden, heeft baar veel kwaad ge-
daan.
Dan komen do argwaan tegen haar man
en diens bezoeken aan de Schenkkade
haar gestel meer en meer otndermynen. Als
haar toestand ten hoogste gespannen ls
komt, pi Zou' haast zeggen, die vervloekte
telefoon.
De mededeeling dat ha-ar man 80.000 zou
weggeven aan mevr. De Graaf op zyn hu
weiyksfeest, bracht haar tot het uiterste.
Toen kwam de gedachte, ik moet naar
myn man toe. zy zag hem ln gezelschan
van haar vyandin en dit bracht haar tot het
gevoel van een naderend' gevaar. Daarna
heeft zy een dolk meegenomen. Aan do wo
ning in de Schenkkade kreeg zy 'n nieu
wen schok by bet zien van de kleeren van
haar man-, terwyi eerst gezegd was, dat hy
er niet was.
Vervolgens kwam het groote moment.
Door haar man als een hond weggejaagd
uit het huis nog wel van haar, die hem ont
stolen had. Welk normaal mensch zou zich
beheerscht hebben? Zy greep toen wat in
haar nabyh-eid was, het was eên dolk, maar
het had ook een inktkoker of iets anders
kunnen zyn.
Is hier sprake van voorbedachte rade?
Pl. ontkent het. Was het hier opzet? De
schildering van de psychiaters is op dit punt
ni-et duidelyk. Was hier een wilsuiting of
een impuls of reflex? Het was een vernauwd
bewustzijn, dat overging in een beneveld
'bewustzijn.
Het feit dat men hier met een enkele
steekwond te doen heeft, bewijst, dat men
hier niet met een welbewuste handeling te
d'oen heeft. Zy is geen moordenares, zoo ook
za-g haar man haar, anders had' hy zeker
geen vergeving voor zün fouten gevraagd.
Als de rechtbank haar schuldig acht aan
mishandeling, den d-ood ten gevolge heb
bende, zal zij de keus hebben tot een straf,
varieerende tusschen 6 jaar en 1 dag. Deze
vrouw heeft reeds geleden, zooals weinigen
geleden hebben. Een half jaar zit zij in dé
preventieve hechtenis. Wil de rechtbank
haar straffen, laat zy dan een straf opleg
gen, die geiyk is aan den tijd ln de preven
tieve hechtenis doorgebracht.
Op de vraag van den officier van justitie,
Ingezonden Mededeeling.
DRAISIflAvANmKEMBURG'S-
A .-iLEVERTRy
•LEEUWARDEN-
waarom zy dan den dolk heeft meegenomen,
antwoordde pleiter nog, dat deze dolk een
herinnering was aan haar zoon.
De uitspraak werd bepaald op 18 Dec.
Valsehheid ln geschrifte.
Voor de rechtbank té Amsterdam had
zich Donderdag ©en brievenbesteller te ver
antwoorden, die een valsche kwitantie had
opgemaakt, groot 650.—, welke kwitantie
hy later liet ontvangen. Hy had dit feit ge
pleegd, omdat hy zyn verloofde had wysge-
maakt, over dit bedrag te beschikken en
niet durfde te erkennen, dat hy had gelo
gen.
Eenige getuigen, w.o. zyn chef, legden
zeer gunstige verklaringen af omtrent de
zen beklaagde en medgedeeld werd,
dat hy, mocht een voorwaardelyke straf vol
gen, vermoedelyk in zyn betrekking zou
kunnen terugkeerem
De officier van justitie sprak echter zyn
verontwaardiging uit over een dergelyke
verhouding, die men „by het rijk" aanneemt
tegenover ambtenaren, die fraude hebben
gepleegd.
„De Staat neemt ieder maar weer ln
dienst", aldus de officier, „als ze maar niet
gezeten hebben."
De logica hiervan ontgaat me ten ©enen
male en voor my is er geen enkele reden
om hieraan mede te werken. v
wTuist in dienst van den Staat behoort het
verantwoordelijkheidsgevoel streng gehand
haafd te worden. Bovendien is er zeer veel
niet in den haök by de posteryen. Hoeveel
brieven raken -er niet zoek! Hoeveel geval
len van fraude biy'iv-en er niet onopgelost."
Spr. no-emde ten slotte do houding, die
men tegenover fraude-plegende onderge
schikten pleegt aan te nemen, het toppunt
van krankzinnigheid 6ni elsdhte 8 maanden
onvoorwaardeiyke gevangenisstraf.
De verdediger, mr. Mendels, pleittai voor
waardelijke veroordeeling.
Liefdedrama.
De 21-jarige kellner A. K. te Eindhoven,
beklaagd in den nacht van 24 op 25 Juni te
Eindhoven, Aliegonda van Helvoirt opzette-
iyk in den Dommel geworpen te hebben, ten-,
gevolge waarvan het meisje is verdronken,
is door de rechtbank te 's Hertogenbosch tot
10 jaar gevangenisstraf veroordeeld
'Het O. M. had 12 jaar geëischt.
GEMENGD NIEUWS.
Nederlandsche schoener gestrand.
Uit Kopenhagen wordt aan de „Telegr."
gemeld:
Gedurende een hevlgen st-orm, -die in De
nemarken groote schade aanrichtte, is in
den afgeloopen nacht ter hoogt© van Stevns-
klint de Nederlandsche, te Groningen thuis-
behoorende schoener „Catharina", met een
lading kunstmest -op weg naar Apenrade,
gestrand. Reeds vóór de stranding werden
aan boord noodseinen gegeven, welke op
het land opgemerkt' werden. Na veel moeite
wist de reddingsboot verbinding met het
schip te krygen en de opvarenden, de ka
pitein, zyn vrouw, hun kind van vier maan
den, de stuurman, de kok en een matroos
te redden. Ofschoon ze voel te lyden heb
ben gehad, geeft hun .toestand geen roden
tot bezorgdheid. Het schip en de lading
worden als verloren beschouwd.
Verboden uitvoer van goud.
Naar het Oorr.-Bur. van bevoegde rijd©
verneemt, heeft er geregeld uitvoer van
goud, zoowel in baren als in muntvorm
plaats. Do uitvoer kan, waar die nog steeds
verboden is, alleen geschieden, nadat voor
de partyen behoorlijk consent door 4e Ned.
Ui'tvoer-My. is verleend, lntusschen, pro-
beeren, zooals dat gedurende den oorlog
steeds het geval was, verschillende hande
laren in dit metaal, bet goud ook zonder
consent de grens over te brengen. Dat dit
niet zoo'ji onschuldige bezigheid ls, bleek
een dezer dagen, toen een exporteur, die
een hoeveelheid van ongeveer 14 kilo goud
over de grens wilde brengen zonder'dat hij
-daarvoor een consent kon toonen, door de
controleerend© douane-ambtenaren werd be
trapt, zoodaj de geheel© zending in beslag
werd genomen.
Myn ongeluk.
De 18-jarige H. Pruis, Eilsloo, is op de
nujn Hendirk, te Rumpen-Brunsum, onder
afvallend' gesteente bedolven -en er dood on
deruit gehaald. Dit is. van het jaar het ze
vende ongeluk in dezö mijn.
Een gruweiyk familiedrama.
In Juli 1918 werd te Sleen (Dr.) een zekere
Jan Meyer, oud 50 jaar, vermist. Ondanks
alle nasporingen van de politie gelukte -het
niet eenig spoor van hem te vinden.
Thans, ruim vyf jaar later, is aan -het
licht gekomen-, dat deze Meyer door zyn zwa
ger om het leven is gebracht waarbij
Meyer's eigen vrouw behulpzaam is 'geweest.
Op zekeren dag in Juli 1918 had Meijer, met
zyn zwager, den thans 56-jarigen Jaoob
Westerling, oneeni-gheid. Het kwam tot een
twist, waarby W. zyn zwager met een mest
vork om 'het huis van Westerling achterna
liep. W. heeft toen zyn zwager met deze
mestvork het hoofd ingeslagen. W. en de
.vrouw van den verslagene, de ongeveer 60-
jarige Aleida W., hebben het ïyk toen in
het -huis gesleept, 's .Avonds laat, toen de
duisternis gevallen was, hebben rij op het
erf van W.een kuil gegraven en daarin het
iy-k begraven.
In verband ^net geruchten, die de laatste
weken liepen, heeft de Rykspqlitie een
nieuw onderzoek ingesteld. Dit heeft geleid"
tot -het arresteeren van den 56-jarigen Ja
oob W. en diens zuster Aleida W. De ar
restatie heeft Woensdag plaats gehad en de
aangehoudenen -hebben in de Marechaussée-
kazerne te Zweeloo, waarheen zy overge-
Gezellig verlichte en Ingerichte zalen voor het geven
van trouw-diners en soupers, het houden van ver
gaderingen, bruiloften. - Aan huis bezorgen: Hors
■"oeuvre varié's enz. Croquettes, Pasteitjes, Soepen,
koude-- en warme Schotels.
ZONDAGS V8n 67 uur Diner, f 1.50 per couvert.