r AL DIT LEKKERS IS GEBAKKEN NET PRUS PER HALF POND Eerste Blad. GELD! GELD! Nr. 5800 DONDERDAG 6 DECEMBER 1923 51e JAARGANG BUITENLAND. DE COMMISSIE VAN HERSTEL. Aangaande de beslissing betreffende de benoeming van de bekende twee oommissies van onderzoek voor Duitschland en de rol die Barthou en Bradbury hebben gespeeld bij1 het tot stand komen dier beslissing, wordt thans van welingelichte zijde gemeld, dat dit besluit feitelijk door Baldwin is geïnspi reerd omdat deze, hu hij zijn oorspronkelijk doel niet kon bereiken langs den weg waar op hij de medewerking der Vereenigde Sta ten had kunnen krijgen, langs een anderen weg toch tot een ©enigszins gelijk resultaat hoopte te komen. Hij heeft Bradbury te dien einde een zeer uitgebreide volmacht verstrekt en deze heeft daarvan gebruik gemaakt om aan Barthou de medewerking van Engeland in uitzicht te stellen voor het verkrijgen van gegevens aangaande de rijkdommen door Duitsch land overgebracht naar het buitenland. Na tuurlijk zal' die medewerking zich in hoofd zaak richten op een pressie op de Duitsche regeering, dat deze van haar onderdanen op gaaf verlangt van hun buiteniandsch tegoed. In ruil voor de toezegging dezer medewer king heeft Barthou er in toegestemd het betaalvermogen te mogen onderzoeken, het geen het hoofddoel van Engeland is, ten einde zoodoende te komen tot vaststelling van een bedrag, dat door Duitschland kan worden opgebracht. DUITSCHLAND. Een protest De Duitsche regeering heeft geprotesteerd tegen de inbeslagneming van de nieuwe goederenwagens door de Belgische regee ring voor de betaling van de schadeloosstel ling, door de Duitsche regeering voor den moord op luitenant Graff. De Duitsche re geering is van meening, dat de Belgische re geering misbruik maakt van haar macht om een kwestie te regelen, die tot de competen tie van bet internationale hof in Den Haag behoort. Pruisen en het Rijnland. Prijsdaling. Voor het eerst sedert geruimen tijd is het rijksindexcijfer voor de kosten, van het levensonderhoud in Duitschland ietwat ge daald. Het rijksindexcijfer bedroeg Maandag 15.115.000.000.000 maal de normale cijfers van voor den oorlog. Bij de vorige week ver geleken was het 13 procent lager. De communistische actie. FEUILLETON. door 15) Aan de andere zijde van de tafel was de heer Duff bezig de papieren voor hem in stapeltjes te leggen. Hij klaagde over tocht en zijn dodhter sloot het raam. Toen zeide hij, dat dit de bedoeling niet was geweest, want hij' wenschte niet te stikken, waarop zij het raam aan den anderen kamt opende. Nauwelijks sloeg de klok drie uur of hij beschuldigde haar zijn medicijn vergeten te hebben. Toen zij deze echter bracht, weiger de hij het in te nemen. Zij' gaf hem niet den goeden lepel, merkte hij op, terwijl zij zeer goed wist, dat hij nooit met een kleinen le pel Innam. Hij, maakte aanmerking op het schelle zon licht, waarop zij1 dadelijk het gordijn liet zakken, maar hij zeide haar, dat het niet zijn bedoeling was heelemaal in het donker te zitten, dus haalde zij het halverwege op. Toen was zijn jas hem te warm, waarop her: een andere bracht. Mopperend trok bij deze aan, maar verklaarde eenter, dat ze oêt zo, .eel te dun was, als de andere te dik. Niettegenstaande al zijn pogingen om ^ofit-Indlsch doof te zijn, was het den heer Snuth onmogelijk zijn gedachten bij de ge- j>oorten, sterfte en huwelijken voor hem te nouden. Op één oogeniblik was hij zelfs op ^..POnt geweest zijn gastvrouw te vragern: hemel, hos houdt u dat uit?" Maar Ingezonden mededeellng. Een rede van dr. Marx. juist bijtijds hield bij1 zich in en schreef meit groote letters, d'at Sulbmit Blaisdeil in 1801 geboren werd. Plotseling bemerkte hij, dat de heer Duffs aandacht vanaf den anderen kant van de ta fel op hem 'gericht was. „Als u uw tijd aan zulke nonsens wilt be steden, waarom gebruikt u dam nieit een grooter boek?" vroeg de oude man ten laats tte. „Omdat bet niet in mijn zak zou passen," glimlachte de heer Smlth. „Maar wat voor belang heeft u er bij om te weten, wanneer die menschien geleefd hebben en gestorven zijn?" „Misschien geen enkel," 'antwoordde de heer Smith nög altijd' vriendelijk. „Waarom bemoeit u u er dan mee; wat verwacht u eigenlijk te vinden?" „Nu, ik.ik." De heer Smitih was blijk baar geheel uit het veld geslagen. „Nu. ik kan u wel zeggen, dat wat u ook zult vinden, het een bespottelijke bezigheid ia. Als u ontdekt, dat uw 'grootvader een grooter man geweest is dan u, zult u er trotsch op zijn, maar u moest u daarover schamen omdat u het zelf niet verder ge bracht heeft. Als u echter vindt, dat hij' het niet zioo ver heeft gebracht ais u, zult u zich daarover schamen, terwijl u er trotsch op moest zijn, omdat u meer geworden' is. Maar dat zult u natuurlijk niet doen. Ik ken dat slag van menschen. Ik heb er meer, zooal's u, ontmoet. Maar werkelijk, echt wer ken kunt u niet!" „Vader, mijnheer werkt nu toch," bracht juffrouw Maggle in het midden. „Op het oogen/bllk doet hij moeilijk werk. Ais u hem nu eens met deze papieren hielp?" Een verschrikte blik kwam in de ©ogen van den heer Smitih, maar de oude man was reeds opgestaan. „Neen, dank jc wel!" merkte hij brutaal op. „Ik ben niiet zoo gek 'als hij. Ik ga liever buiten op de stoep zitten, waar ik wat fris- scbe lucht kan happen." „Ziezoo, nu kunt n zoolang werken, als u wilt, mijnheer Smith. Ik begreep wel dat u liever alleen zoudt willen zijn," knikte juffrouw Maggie, de stapeltjes papieren naar heim toeschuivende. „Maar hoe kunt u in hemelsnaam'verdra gen. was de heer Smith losgebarsten, voordat hij ditmaal begreep, dat hij werke lijk zijn gedachten hardop bad uitgesproken. Een pij'iflijke blos overdekte zijn 'gelaat. Ook juffrouw Maggie kleurde. Toen: be gon zij onverwacht te lachen. „Eigenlijk komt het er niet op aan! Waar om zou ik 't u ook niet vertellen? U kan t natuurlijk niet helpen, dat u 'gezien heeft hoe het 'hier toegaat. Een oogenblik was ik vergeten, dat u een vreemde is. Iedereen in Hillerton begrijpt het. Vader is zenuwachtig, weet u, en heelemaal niet in orde. Wij moe ten hem maar toegeven!" „Maar u wilt toch niet zeggen, d'at u hem juist moet vragen datgene te doen, wat u niet wensoht, opdat hij.wel.dat is te zeggen." De heer Smith was in -een heel •moeilijk parket en bloosde weer. Juffrouw Maggie kwam hem echter met vriendelijke openhartigheid te hulp. „Hem te zeggen, datgene te doen, wat ik niet wensch, opdat hij juist dat zal dOen', wat ik wel wil? Ja, dat is het. Maar het kan mij niet schelen, werkelijk niet. Ik ben er nu aan gewoon. Wanneer men maar weet hoe men 't doen moet, wat komt het er dan op aan. Wat ia er per dot van rekening voor var- De machtigingswet De Rijksraad; heeft de machtigingswet aangenomen met 45 tegen 9 stemmen, dus met de vereischte 2/3 meerderheid. Hij bracht met goedkeuring der Rijksregeering deze wijziging aan, dat die. Rijksraad even als de Rijksdag gemachtigd is, de opheffing van vorderingen te verlangen, welke inge volge de machtigingswet worden uitgevaar digd. Tegen de wet stemden de vertegenwoordi gers van Saksen, Brunswijk en de PruisL- schil? Iedereen anders vraagt men: „wilt u dit of dat voor mij doen," terwijl men' bij hem zegt: „dOet u dit als 't u (blieft niet" Dat is alles, ziet u, het is werkelijk eenvoudig, wanneer je het maar eenimaai weet." „Eenvoudig I lie<ve help!'1 mompelde de heer Smith. Hij wilde meer zeggen, maar met een vriendelijken knik keerde zij zich om, dus 'ging hij met rijtn werk verder. Benny kwam. met zijn handen vol koekje» uit die keuken binnengewandeld en viel op een met kussens .belegd zitje bij hot raam neer, terwijl hij voldaan zuchtte: „Zeg, tante Maggie." „Ja, ypnt." „Mag ik bij u komen wenen?® „Natuurlijk niet!" De vriendelijk toon en glimlach namen het onaangename van deze kortaf uitgesproken weigering weg. „Wat zouden je vader en moede® daarvan zeg gen?" „Oh!" Het zou hun niks kunnen schelen. Misschien, dat vader er een beetje op tegen zou hebben, maar Bess en moeder zeker niet. Maar ik zou het fijn vinden"! „Gekheid, Benny." Juffrouw Maggie stap te op een klein rekje toe en haalde een doosje te voorschijn. „Hier is een nieuwe legkaart, probeer daar eens je krachten' op." Bennny deed de sterk verminderde hoe veelheid koekjes in zijn andere hand, viel op zijn 'knieën en strooide den inhoud van de doos op den 'grond. „Zij willen mij thuis geen koekjes meer laten eten, fk bedoel in huig. JEr zijn dan te veel kruimels." „Maar je weet, lieverd, dat je hier altijd de kruimels moet oprapen." „Ja, maar dat kan mij niet schelenals ik maar eerst dia prat gehad heb. Maar te sche Rijnprovincie, die van Thuringen ont hield! zich. Beieren stemde evenmin doch behield' zich het recht voor zijn steun in het protocool te doen opnemen. UTT HET BEZETTE GEBIED. De regeling van den werktijd. De mijnwerkersorganisaties in het Ruhr gebied1, welke te Essen waren bijeengeko men, hebben geweigerd' het door haar ver tegenwoordigers te Berlijn gesloten accoord goed' te keuren, volgens hetwelk de onder- grondsche mijnwerkers één uur meer per dag zouden werken. De door de bezettingsautoritelten met gevangenschap gestrafte Dultschers. Volgens een Duitsche officieele schatting zijn ca. 5 h 6000 Dultschers in verband met het lijdelijk verzet door de Fransche en Bel gen gearresteerd. Daarvan bevinden zich nog 2800 in' gevangenschap, de andere heb ben hun straf uitgezeten en zijn ontslagen. Tot dusver hebben slechts 10 personen gra tie gekregen voor den geheelen duur van De verzachting van het regiem In hei bezette gebied. Parijs, 4 Deo. De minister van buitenland- sche zaken publiceert het volgende commu niqué. Op voorstel van generaal Degoutte hebben de Fransche en de Belgische regeering be- willen niet toelaten, dat ik de kruimels laat vallen. Ik mag ook niet eens meer vriendje» mee naar huis nemen. Heusch, tante Mag gie, ik mag thuis niks. Het schijnt, alsof dat zoo hoort, als je in bet Westelijk deed woont," ging hij bedaard voort. De heer Smith, druk bezig datums te no teeren, meende een veel beteekenenden blik uit juffrouw Maggie's oogen in zijn richting te zien gaan, toen zij mompelde: „Maar Benny, je vergeet je legkaart, ja hefbt noig maar vijf stukje» geplaatst." „Ik mag daar ook niet een»legkaarten maken." Benny"a stem klonk nog steeds ver drietig. „Des te moer reden, dat je 't dian hier doet. Kijk waar moet je nu den kop van den hond' plaatsen?" Lusteloos nam Benny het stukje hout in zijn vingers en begon hiermede te passen en te meten. „Ik was gewoon er mede te spelen en ze dan te laten liggen. Maar moeder zegt, dat Ik d'at daar niet meer doen kan. Er mooht visite komen.cn dit zou dan een gekken in druk maken. En zoo igaat 't nu met alles. Moeder en Boes doen voor die visite allerlei dingen of izlj doen het niet, maar ik begrijp heusch niet waarom, want er komt nooit Iemand, geen vreemde tenminste". »Ja. ja, ventje, maar zij' dOen dat alles voor t geval, d'at er bezoek mocht komen, maar je helbt nog steeds niet uitgevonden, waar Ja nu den kop van den (hond moet leggen." (Wordt vmrvolgd). _l_ COURANT Licht op voor auto's en fietsen Donderdag 6 Deo4.17 uur, Vrijdag 7 4.16 Berlijn, 5 December. In den Pruisischen Landdag heeft vandaag minister-president Braun een lange redevoering over het Rijnland gehouden. Hij schetste het lijden van de be volking onder den dwang van de Fransche bajonetten en noemde het zonderling, dat bij de onderhandelingen met de commissie voor het Rijnland de politieke vraagstukken meer op den voorgrond stonden dan de economische. Het proclameeren van een onafhankelijk Rijn land is bij deze onderhandelingen/ o.a. ter sprake gebracht, Bovendien heeft men het plan geopperd nog andere Duitsche streken, die niet tot het Rijnland behooren,- met dezen nieuwen staat te vereenigen. Nooit of te nim mer zal evenwel Pruisen afstand doen van zijn souvereine rechten over het Rijnland. Wij zul len nooit toestemmen, dat er een Rijnlandsche staat wordt opgericht, Wij willen Rijnland voor Pruisen en het Rijk behouden. Daarbij- kunnen wij rekenen op de gröote meerderheid van de bevolking. De minister-president werd luide toegejuicht en woordvoerders van de verschillende par tijen sloten zich bij zijn woorden: aan. Berlijn, 5 Dec. De communisten hebben tegen morgen groote betoogingen op touw ge ELEANOR H. PORTER. dURGENS' PLANTA 30 <*NTS zet. Deze gaan niet uit van de communistische partij, maar van de nieuwe revolutionnaire ar beiderspartij, een stiohting van het onwettige directorium der verboden communistische partij. De noodige maatregelen zijn reeds door de regeering getroffen. Regeeringsgebouwen en Rijksdag zullen door de politie worden af gezet en deze laatste wordt den heelen dag in „Alarmbereitschaft" gehouden. („Hbl."). In de Dinsdag gehouden Rijksdagzitting heeft de rijkskanselier dr. Marx het woord ge nomen na het nieuwe kabinet te hebben voor gesteld. De kanselier uitte zijn leedwezen over het feit, dat de crisis, welke door het op 22 Novem ber door den Rijksdag genomen besluit werd veroorzaakt, zoo veel langer heeft geduurd dan wenschelijk was met het oog op den inder daad ontzettenden politieken en financieelen toestand van den staat. Het is een eerste plicht voor elkeen om alles na te laten wat de tegen stellingen bij het Duitsche volk zouden kun nen verscherpen. Mijn strijd, aldus de kanse lier, gaat noch tegen rechts noch tegen links, doch tegen allen, die het Duitsche volk door geweld en list. van 'het laatste willen ontrooven» wat het nog bezit: de eenheid der natie. Het Duitsche volk moet en zal weten dat het met onze economische en financieele krachten fei telijk is gedaan. Ten opzichte der financieele quaesties ziet dé rijksregeering zich voor een taak geplaatst, welke ongekende moeilijkheden biedt. De aankondiging eener zeer aanmerke lijke verhooging der inkomsten moet onver wijld in een daad worden omgezet. Niet min der moeten de maatregelen tot beperking der uitgaven, dermate krachtig worden uitgevoerd dat alle hinderpalen, die zich voordoen, zullen worden overwonnen. De bevolking moet ein delijk in haar geheel er van worden doordron gen, dat, willen het volk en het rijk niet in een hopelooze poel van vernietiging verzinken, thans het uur der grootste offers is gekomen. Het feit, dat om de ontzettende werkloosheid te overwinnen tegelijkertijd het economisch leven wederom op gang moet worden gebracht, maakt de toestand-uiterst moeilijk, thans dient duidelijk te worden gezegd dat in de quaestie van het financieele herstel voor ons de quaes tie „zijn of niet zijn" ligt besloten. De kanselier verklaarde vervolgens dat de huidige regeering zich in hflar beginselen niet van de vorige onderscheidt.. De met een cata strofe gelijkstaande toestènP van Duitschlands economiöch leven en financiën moet beslissend zijn voor de houding der regeering. Het is een levensquaestie voor het Rijk en het volk hier de middelen en den weg tot verbetering en redding te vinden. De machtigingswet. Als zulk een weg beschouwt de regeering de machtigingswet, welke haar de mogelijk heid verschaft om met den vereischten spoed doeltreffende maatregelen te nemen. Met het oog op den volstrekten dwang der gebeurte nissen zouden langademige beraadslagingen in den Rijksdag ondragelijk zijn. Het gaat niet meer om maanden of weken, doch nog slechts om dagen, waarin moet blijken of het gelukt Duitschland voor volkomen instorting te be hoeden. De machtigingswet zou de rijksregee ring het recht geven tot het nemen van maat regelen inzake de belastingen en van andere dringend noodzakelijke maatregelen. Wij doen een beroep op de vaderlandsliefde en het plichtsgevoel der volksvertegenwoordigers om do regeering deze buitengewone volmacht te geven. Het Rijk en de bondstaten. Overgaande tot de quaestie van de verhou ding tusschen het Rijk en de Landen verklaar de Marx, dat hij het als zijn ernstigen en, na regeling der dringendste binnenlandsche quaesties, als zijn belangrijksten plicht zal be schouwen, deze verhouding zoo mogelijk ten spoedigste tot klaarheid te brengen. Onder in achtneming der rijksgrondwet, welke van zelf spreekt, zal men in vele opzichten de bevoegd heden der landen kunnen uitbreiden. De uitzonderingstoestand. Ten aanzien van de opheffing van. den militairen uitzonderingstoestand betoogde de rijkskanselier, dat de handhaving van rust en orde in den allernaasten tijd van het grootste belang waren voor de binnen- en buitenland se politieke ontwikkeling en, de hoofdvoor waarde voor het economische saneeringspro- -es. Derhalve was de militaire uitzonderings toestand voor het oogenblik nog niet te ver mijden. Zoodra de toestand het veroorlooft, zal de uitzonderingswet worden opgeheven. Het separatisme in het bezette gebied. De Rijkskanselier zette wijders uiteen, dat de regeering alle zorgen zal wijden aan de be zette gebieden. Zij houdt tegenover alle afschei dingspogingen onvoorwaardelijk vast aan de saamhoorigheid van het Rijn- en Ruhrgebied mét het Rijk en de Landen. De rijksregeering za1 ten behoeve van de bevolking aan Rijn en Ruhr alles doen, wat ook maar eenigennate in de macht des Rijks en des volks ligt. Tenslotte richtte Marx tot de volksvertegen woordiging het dringend verzoek bij de a.s. debatten alles wat scheiding veroorzaakt op den achtergrond te stellen, met het oog op den nood van het oogenblik. De zitting werd daarop verdaagd tot gister middag 2 uur, opdat de partijen intusschen haar standpunt ten opzichte van de machti gingswet kunnen Vaststellen. De machtigingswet werd door den Rijksdag in eerste en tweede lezing aangenomen, met het voorstel der Arbeitsgemeinschaft, om vóór de uitvaardiging van verordeningen een com- m'ssie van 15 Rijksdagleden met gesloten deuren te hooren. Tegen stemden de D.-nationalen, de D.-völ- kischen en de communisten. De derde lezing en de eindstemming over de wet hebben morgenmiddag om 1 uur plaats. hun straftijd. w*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1923 | | pagina 1