E (DUW ABDIJSIROOP Tweede Blad, VAN ZATERDAG 8 DECEMBER 1923. PLAATSELIJK NIEUWS. Hr. Ms. „Pelikaan" en de onderzeebooten. Blijkens een bij het departement van ma rine ontvangen telegrafisch bericht, is Hr. Ms. „Pelikaan" met de onderzeebooten Kil, K VII en K VIII, onder bevel van kapitein luitenant ter zee E. M. Wissmann, op zijn uitreis naar Nederlandsch-Indië gisteren van Colombo vertrokken. Oefenlngsrels Hr. Ms. „Tromp" en „Heemskerck". Er zal in begin van het volgend jaar een oefeningsreis plaats hebben door „Heems kerck" en .„Tromp", naar en nabij de Cana- rische eilanden. Daarvoor is het volgende reisplan vastge steld: 5 Januari, Zaterdag, vertrek van Hr. Ms. „Heemskerck" van Nieuwediep; 10 of 11 Januari, Donderdag of Vrijdag, ontmoeting met „Tromp" in zee; 14 Jan. aankomst te Las Palmas, waar wordt verbleven tot 19 Jan.; Zaterdag, als wanneer vertrokken wordt naar Straat Rio, tot het oefenen in de omgeving tot 1 Febr.; Vrijdag, op welken dag het vertrek naar Madeira plaats heeft; 2 Februari, Zater dag, aankomst te Madeira, waar verbleven wordt tot 8 Februari; Vrijdag, op welken dag naar het vorig oefenterrein teruggekeerd wordt; 9 Februari, Zaterdag, aankomst aldaar, tot een oefening, welke zal duren tot 20 Febr.; Woensdag, als wanneer vertrokken wordt naar Santa Cruz de Teneriffe; de aankomst aldaar zal plaats hebben 21 Eebiuari, Donderdag, en er wordt verbleven tot 27 Februari, Woens dag, op welken dag de terugkeer naar Nieuwe diep wordt aangevangen. De aankomst aldaar wordt verwacht 8 of 9 Maart. Militair Zeevaartonderwijs. Naar het Ned. Corr. Bureau verneemt ligt het in de bedoeling eerlang over te gaan tot opheffing van het ambt van Inspecteur van het Militair Onderwijs bij de Zeemacht, wel ke functie thans wordt vervuld door den gep. vice-admiraal G. F. Tydeman. Daarentegen zal worden ingesteld de be trekking van permanent voorzitter van de commissie voor het examineeren van offi cieren en adelborsten, waartoe een gepen- sionneerd vlagofficier zal worden benoemd. Georganiseerd overleg bü de zeemacht. Donderdag is afgekondigd het Stblad, houdende wijziging van het K. B. van 28 December 1922 betreffende voorloopige voor zieningen omtrent het georganiseerd over leg voor het militaire personeel der zee macht. „De Golfbreker". Ter gelegenheid van het verschijnen van het 100ste „Juttertje" onvangen al onze le zers met het nummer van heden een op kunstdrukpapier gedrukte reproductie van eene teekening van den heer Pinkhof. In tegenstelling met de tot nu toe in het Juttertje opgenomen teekeningen, brengt deze bijlage een meer decoratieve uitwerking van het gegeven. Wjj hopen dat deze bijlage in den smaak van onze lezers zal vallen, en velen voor haar een plaatsje aan den wand mogen vinden. Men kan haar eenvoudig op gekleurd car- ton plakken, op de wijze, zooals het in onze fotokast geplaatst exemplaar is behandeld. Mochten er lezer zijn, die zoo'n stukje car- ton niet bezitten, dan kunnen zij dat aan ons bureau Koningstraat bekomen tegen betaling van 3 cent. Liefdadigheidsvoorstelling „Tavenu". Donderdagavond gaf de Heldersche Too- neelvereeniging „Tavenu" een herhaling van de opvoering van de „Suikerfreule", het Indische kluchtspel van Henri van Wermes- kerken, dat als vervolg op Tropenadel even als dit dit geestige blijspel tal van aardige momenten heeft, die het publiek telkens en telkens we^r doen schaterlachen. Ditmaal was de uitvoering geheel ten bate van de Hollandsche kinderen in het Roergebied, en een tjokvolle zaal was het resultaat van het ijverig en onvermoeid werken van het plaatselijk comité. Na hetgeen wij over de vertolking den vorigen keer schreven, kunnen wij ons thans bepalen tot de enkele mededeeling, dat ook nu weer het succes buitengewoon was, het welk voor het overgroote deel was te dan ken aan het uitstekende spel van mejuffrouw Annie Dijkshoorn. Men zal zich wellicht her inneren, dat van Wermeskerken^na het suc ces van zijn „Tropenadel" dit tweede stuk schreef, en evenals bij „Tropenadel", daar bij de hoofdrol bestemde voor mevrouw de Boer—van Rijk. Het gevolg daarvan is, dat ook nu de aanminnige juffrouw van der Kooy den geheelen avond bijna onafgebro ken op het tooneel is, en dan ook nog Jjijna doorloopend het woord heeft. Dat alles werd door mej. Dijkshoorn klaargespeeld met een gemak en een natuurlijkheid, alsof zij jaren lange routine op het tooneel bezat. Boven dien was haar mimiek en haar gebarenspel zoo natuurlijk, dat ieder oogenblik de zaal in lachsalvo's uitbarstte. In geen enkel op zicht overdreef zij haar rol, maar bleef steeds zichzelf gelijk. Wij zullen, zooals gezegd, niet verder op het spel der anderen ingaan, en bedoelen daar ook volstrekt niets on vriendelijks mee; de medespelers zelf zullen het met ons eens zijn, dat hun taak door het vlotte spel van mejuffrouw van der Kooy pardon.Dijkshoorn ten zeerste werd vergemakkelijkt. Haar tooneel-echtgenoot, de heer Denker, mag nog terloops even wor den genoemd, ook hij had een moeilijke rol, en vertolkte die zeer goed. Wij willen dus liever aanstonds tot het zakelijke element overgaan. Dat zakelijke speelde zich af aan het einde van het eerste bedrijf, toen de heeren van het comité, de heeren' Bernard Meyer, Levy Grunwald, Ko kelaar, vergezeld door een aantal andere heeren het tooneel betraden. Allereerst nam de heer Kokelaar het woord. Hij stelde en kele heeren voor, nl. leden van de Neder- landsche Vereeniging te Dortmund, die naar Holland waren gekomen om daar steun te zoeken voor hun landgenooten in den vreemde, die het zoo bitter en bitter slecht hebben. De heer Kokelaar dan dankte aller eerst voor den steun, dien zij in de afge- loopen weken hadden ontvangen van de Hel dersche bevolking, en die enorm is geweest, ondanks de slechte tijden. Vele kinderen in het Roergebied zijn erdoor gebaat; het co mité heeft onmiddellijk de gecollecteerde gelden aan den Nederlandschen consul over gemaakt, omdat de nood zoo drong. Spr. doet voorlezing van een brief van den Holland- schen consul in Dortmund, waarin deze zijn groote voldoening over het werken van het Heldersche oomité uitspreekt, het lijkt wel, schrijft de consul, alsof de Heldersche jutters den goudschat der Lutine boven water hebben gebracht, zoozeer heb ben ze ons gesteund. Zoo'n brief stemt ons tot groote voldoening en dankbaarheid, en daarbij komt thans nog de gansch niet geringe besomming van dezen avond. Bo vendien zullen nog een vijftal geschenken, ons van verschillende zijde geworden, met toestemming van de autoriteiten, worden verloot. Daartoe zal straks een politie-agent een nummertje uit de bus halen, en intus- schen zullen loten 10 cents worden ver kocht Een der heeren van de Ned. Vereeniging te Dortmund, de heer Swennen, die al eenige weken in ons land vertoeft ter regeling van de steun ver leening, brengt een kort woord van dank uit voor de hulp, die Helder hier bij heeft verleend. Hierna verkrijgt de heer P. W. Mighorst het woord, Voorzitter van het Ondersteu ningscomité, ressorteerende onder den Hol- landschen Consul te Dortmund, en voorzitter van de Ver. „Hollandia" aldaar. Deze heer, transport van Hollandsche kinderen naar den Haag, vertoefde dientengevolge in ons land, en kwam hier van zijn groote waar deering voor het werk der landgenooten ge tuigen. Spr. is uit den aard der zaak van dag tot dag bekend met den nood in het Roergebied. Spr. is over de 60 en heeft dus al veel meegemaakt, maar de ellende van thans overtreft alles. Hij heeft hier een twee tal avonden weder geheel onder zijn land genooten verkeerd, en dit waren mooie avonden voor hem. Toch was er kommer in zijn hart. Hier kregen de kinderen allerlei ge schenken, terwijl er bjj ons tienduizenden kin dertjes zjjn, die in den letterlijken zin des woords geen hem aan hebben. Elk jaar heb ben wjj in Dortmund nog het St. Nicolaas- feest kunnen vieren, dit jaar evenwel was het ons door de ellende onmogelijk. Spr. was op het consulaat toen de eerste brief met geld uit Helder daar aankwam. De consul sprak zjjn blijdschap uit over het groote suc ces van onze pogingen om steun van onze landgenooten te krijgen. Wij hebben onze vertrouwensma nn en naar Holland gezon den, de heer Swennen, hier aanwezig. Zij slaagden volkomen, en wij kunnen nu melk koopen voor onze kinderen. Spr. is blijde weer eens in Holland te zijn, in het buiten land leert men zijn landgenooten waardee- ren, en het is prettig weer eens uitsluitend Hollandsch te hooren en een echt-Hol- landsch tooneelstuk te zien. Het succes van dezen avond geeft ons moed om voort te gaan met ons werk. Spr. betuigt zijn harteljjken dank aan het Heldersche publiek voor alles wat het reeds gedaan heeft. Van Januari af, toen de Fran- schen in het Roergebied kwamen, konden wij 380 Hollandsche kinderen naar Holland zenden. Van alle kanten zijn wjj hier te lan de gesteund, hetzij financieel, hetzij moreel door de pers, en wjj danken u allen daar voor. Aan het einde van het tweede bedrijf trad de heer Kokelaar nogmaals naar voren, thans om de Vereeniging Tavenu te danken voor haar medewerking, die de oorzaak is geweest van het uitstekend slagen van de zen avond. Voornamelijk de heer Kottmann is daarvan de oorzaak, want onder diens lei ding geschiedt deze opvoering. Onder luid gejuich werd de heer Kottmann naar voren gebracht en gehuldigd. Tenslotte werd aan de beide dames Dijkshoorn en van Zoonen een bescheiden bloemenhulde aangeboden. Deze onkosten moesten er maar af, zoo zeide de heer Kokelaar, want de dames hadden haar bloemetjes wel verdiend, en het was maar een zeer bescheiden bouquetje, dat men aanbood. Inmiddels waren de lootjes voor de verlo ting verkocht, en daar deze verloting op 800 loten was gebaseerd, en men nog wel tweemaal zooveel loten te kort kwam, kwam de heer Biersteker aan het einde op het lu- mineuse idee om den aanwezigen gelegen heid' te geven, nu zij geen loten meer kon den krijgen, toch hun dubbeltje, dat zij daar voor beschikbaar hadden gesteld, te offeren. Zoodat een geïmproviseerde collecte nog een aardig bedrag opleverde. De juiste cij fers hieromtrent zullen binnenkort wel wor den gepubliceerd. Het was een mooie, suc cesvolle avond. Prof. Dr. F. J. J. Builtendflk. Woensdag 12 Deo. a.s. hoopt voor de A.V.O.C.G. alhier, op te treden Prof. Dr. F. J. J. Buijtendijk met het actueele onder werp: „Wezen en zin van het leed'.. Het is misschien wenschelijk dezen ge leerde, die in onze betrekkelijk afgelegen woonplaats niet zoo bekend zal zijn als in de groote steden van ons land, bij het Helder sche publiek te introduceeren. Prof. Buijtendijk is geboren 29 April 1887. Trad op 27-jarigen leeftijd op als lector in de biologie (leer van de levende wezens) aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en werd, nu doctor, 9 Mei 1919 benoemd tot hoog leeraar. Behalve op biologisch terrein is hij ook op wijsgeerig gebied zeer bekwaam en ver staat hij bovendien nog de kunst de weten schappelijke dankbeelden in lezingen ook voor de niet-intellectueelen bevattelijk en aantrekkelijk te maken. Hij heeft zich in de wetenschappelijke wö- reld zeer populair gemaakt door zijn onder zoekingen naar het wezensverschil tusschen mensch en dier en bij de minder ontwik kelden door zijn op zoo onderhoudende ma nier voorgedragen lezingen voor comité's en Jongelingsvereenigingen over: materialisme, ziel en lichaam, dier en mensch, evolutie, christendom, biologi, het ontstaan van het denken, enz. Het mag dan ook zeker wel als een bij zonderheid worden beschouwd, dat deze ge leerde en populaire spreker, hier zijn licht zal laten schijnen over het probleem van het lijden. Zie voor nadere bijzonderheden de in dit nummer voorkomende advertentie. Ingezonden mededeeling. Die erge verkoudheid AKKER'» Uit het Politierapport. Door een bewoonster van den Dijkweg is bij de politie aangifte gedaan, dat zij meer malen wordt beleedigd door een bewoonster van den Strooweg. Op verzoek van klaag ster zal de loslippige dame door de politie nog eens ernstig worden gewaarschuwd. Dinsdagnacht werd politie-assistentie ge vraagd in „Casino", waar een drietal perso- nonen tegen den wil van den rechthebbende wilden binnendringen. De politie verwijder de deze personen. Eén hunner, een officier vlieger der Marine, bleek nog den portier te hebben mishandeld door dezen een slag te geven. Tegen dezen man van eer zal pro ces-verbaal worden opgemaakt. Op verzoek van den vader te Enkhuizen is hier ter stede Woensdagmorgen aangehouden een minderjarige dochter, die tegen diens wil alhier vertoefde. Zij is met den trein van 12.10 ure op transport naar haak woonplaats gesteld. Door een bewoner van de le Emmadwars- straat werd Woensdagmiddag kennis gegeven, dat zijn zoon, die niet geheel normaal is, op 3 December de ouderlijke woning heeft ver laten en daarin tot heden niet is teruggekeerd. Naar hem zal door de politie worden uitgezien. Door een marinier werd Woensdagmid dag aangifte gedaan, dat, toen hij met twee rijwielen aan de hand op de Weststraat reed, een rijtuig hem links inhaalde, waarvan het achterwiel zijn rijwiel beschadigde. Een on derzoek heeft plaats. Door de politie werd Woensdagavond aan de van Galenstraat een paard aangetroffen, dat daar onbeheerd liep. Het paard, dat aan zekeren D. aan de Balistraat schijnt toe te behooren, werd tijdelijk op een weiland ge bracht, waarna het onderzoek wordt voort gezet. Genoemde D. zou reeds eerder weinig zorg voor zijn dieren hebben getoond. OOST-INDIE. Een moeilijke redding. Het was in de laatste dagen van 1919 dat het Engelsche passagiersschip „Tazilka" van de Britsch Indian Steamship Comp., ter hoogte van de Nicobaren, noordelijk van Sa- bang, op een der rotsachtige eilanden aan den grond raakte en reddeloos verloren was. Het te Sabang gestationeerde gouverne mentsstoomschip „Nias" ontving een draad loos verzoek om hulp en stoomde in de op gegeven richting, waar na veel zoeken, 't was 'n stikdonkere nacht het in nood verkeerende vaartuig werd gevonden. Door de ligging was 't niet mogelijk dichter bij te komen. De stoomsloep werd gestreken en onder bevel van den len officier H. van Scheyen werd de tocht gewaagd. De hevige branding belette bijna het naderen, maar dank zij den moed en de volharding van de bemanning der stoomsloep mocht 't ten slot te gelukken alle opvarenden en de passa giers tezamen pl.m. 150 man behouden naai de „Nias" over te brengen. Den volgenden morgen was 't weer wat opgeklaard en kon ook de aanzienlijke goud voorraad der „Tazilka" geborgen worden. Voor zijn moedig gedrag werd onze vroe- geree plaatsgenoot, de heer H. van Scheyen, door de Koningin beloond met de reddings medaille en daarbij behoorende oorkonde. Ook de Engelsche maatschappij vergat den redder niet, zooals blijkt uit het volgende bericht in de Makassaarsche Courant: Heden ontving de 1ste officier van Hms. s.s. „Aldebaran", de heer H. van Scheyen, 't bericht dat hem door de Britsch Indian Steam Ship Nav. Comp. een gouden horloge met inscriptie was geschonken voor zijn moe dig gedrag-bij het redden van de bemanning van het s.s. „Tazilka", welk schip in 1919 op een der eilanden van de Nicobaren was ge strand. Negentien honderd negentien, dus vier jaren geleden. Lang, zeer lang heeft de er kenning van de groote verdienste van deze moeilijke redding op zich doen wachten. Doch „Beter Laat dan Nooit" zal men ge dacht hebben. Intusschen den heer H. v. Scheyen onzen welgemeenden gelukwensch. Auto In huls gereden. Een zware lastauto met 3000 K.G. koop waren geladen, reed Woensdag de zware helling nabij Tongeren, genaamd de Broek- berg, op. Bijna boven gekomen, begon het zware gevaarte achteruit te rollen. De chauf feurs konden den wagen niet meer meester woeden, met het gevolg, dat hij in het huis Paumen terecht kwam en halverwege in den gevel bleef steken. Huis en auto zijn erg be schadigd. Bij het losmaken van de auto, dat met veel moeite gepaard ging, moesten stut ten worden aangebracht, om te voorkomen, dat het huis instortte. Doodelijk ongeluk. Woensdagnacht zijn bij het laden van een kameroven bij de Gemeentelijke gasfabriek te Enkhuizen twee bouten van een kolenwa gen gebroken, die een gewicht van 1500 K.G. torsten. De wagen kapsijsde en een 53- jarige stoker kreeg den geheelen inhoud op het lichaam. Onmiddellijk stelde men pogin gen in het werk den ongelukkige te bevrij den. De geneesheer kon slechts den dood oonstateeren. OP EN OM HET BINNENHOF. Den Haag, 5 December. De Kabinets-crisis is thans in haar zesde week. De heer Beelaerts van Blokland, de chr.- historische diplomaat, is nog steeds „in be raad". Er worden, ook door politieke tegen standers, vriendelijk-klinkende woorden over hem gezegd en geschreven. De heer Marchant, van wien stellig niemand zal beweren, dat hij vriend van stroopkwast- of pluimstrijkerij is, verklaart in „De Vrijz.-Democraat", dat „op- zichzelf de keuze van den heer B. v. B. is toe te juichen". De man, wien thans door H. M. opdracht tot Kabinets-formatie is verstrekt, toonde zich aldus verder mr. Marchant „in zijn verschillende functies iemand van groote werkkracht, scherpzinnigheid en ken nis. Hij heeft veel tact om met menschen om te gaan en zal met alle omstandigheden reke ning houden bij het bepalen van zijn beleid. Intusschen acht de heer Marchant 't twijfel achtig, of mr. Beelaerts slagen zal. En mocht dit het geval wezen, dan „wachten hem met name van de zijde der anti-revolutionnairen moeilijkheden. Het wordt meer en meer dui delijk, dat deze partij als eenige mogelijkheid beschouwt een Kabinet-Colijn. Waar de chris- telijk-historischen blijkbaar bij de Roomsche leiding zich nog hadden willen neerleggen, eischen de anti-revolutionnairen die op voor zich. Elk Kabinet, waarvoor de steun van de anti- revolutionnaire fractie onmisbaar is, zal aan de heidenen worden overgeleverd. Het schouw spel belooft- interessant te worden" besluit dr heer Marchant „kan Nederland buiten Colijn of niet? Dat de heer Beelaerts van Blokland de op dracht ontving tot vorming van een extra-par lementair Ministerie van Rechtsche „nuance", men weet het thans wel. Op eene vergade ring van de vrijz.-democratische Vrouwenclub, te 's-Gravenhage, heeft mr. M. dan ook ver klaard, „geen bezoek van den formateur te hebben ontvangen." Ik veroorloof mij er toch nog even de aan dacht op te richten, dat Jan Publiek te onzent 't nu al gedurende zes weken ten opzichte van de crisis moet stellen met vage geruchten, cou ranten-bespiegelingen en een enkele toespe ling op den stand van zaken door een of ander Kamer-lid, die ergens een speechje afsteekt! In Engeland'heeft pas een geweldige kies strijd gewoed. Men vergelijke eens de hou ding, welke de „hervorragende", toonaange vende politici, leiders, daar aannemen met wat in crisis-periode te onzent het publiek wordt „verduidelijkt"!Men mag veilig gelooven, dat indien thans de stembus was neêrgezet, een bero'ep op 't kiezersvolk ware gedaan, al licht de heeren wat meer „communicatief" zou den zijn. In de weken vlak vóór stemmerij is er een „run" om „gunst en recommandatie" bij de massa, welke dan het politiek lot van zoovelen, op het kussen der eere gezeten, in handen heeft. De Evenredige Vertegenwoordi ging, welke het contact tusschen kiezers en gekozenen vrijwel verbrak, heeft ook daarin wel verandering gebracht. Wie naar het Bin nenhof zullen gedeputeerd, is in politieke onder-onsjes immers bekokstoofd, vóórdat de groote tocht naar de stemhokjes, het manoeu vreeren van de roode potlooden, begint. Maar toch valt in stemperiode een tijdelijke opvlamming te bespeuren van „égards" voor kiezersvolkje, 't Is echter een stroovuur, als de zaak achter den rug is, herleeft de stroeve geheimzinnigheid. En daar de massa in Neder land zich nu eenmaal gedwee en geduldig schikt naar deze „politieke zeden", zal er in afzienbare toekomst geen verandering in wor den gebracht. Men moet zich dus wat moeite getroosten om eenige voorstelling te krijgen van de poli tieke situatie. De R.-K. werkgevers hielden hun recon structie-congres. En het katholieke orgaan „De Tijd" verklaart door twee gebeurtenissen op dat congres ge troffen te zijn. Toen de Voorzitter aankondigde, dat zich onder de aanwezigen ook bevond de heer II. Colijn, minister van Financiën, hoofd van de anti-revolutionnaire partij, begroette de verga dering deze mededeeling „met luid en lang durig applaus". Het Congres-bestuur en een groot aantal aanwezigen „verhieven zich van hun zetels en brachten den heer Colijn een ovatie". Welke spontane hulde, in een katholieke bijeenkomst den anti-revolutionnairen staats man gebracht, volgens „De Tijd" slechts kan beteekenen, dat men in den kring der Roomsche werkgevers sympathie koestert voor de financieele maatregelen, welke door 't de- missionnair Kabinet waren aangekondigd, en dat er dóór ook vertrouwen bestaat in den persoon van den heer Colijn, om deze plannen tot een goed einde te brengen". Maar: we zjjn er nog niet! Het katholieke Senaats-lid, de heer Blom- jous, hield op het congres een rede over „be lasting- en handelspolitiek". En in die rede sprak de heer Blomjous ook deze woorden: „In dit tijdsgewricht, waarin onze volkswelvaart en daarmede ook zijn zede lijk en godsdienstig evenwicht bedreigd wordt, gevoelen wij duidelijker dan ooit, dat alleen een Kabinet, gevormd uit en gedragen door de drie Christelijke partijen, in staat zal zjjn die maatregelen voor te stellen en door te vo ren, welke ons volk voor verval zullen vermogen te behoeden en tot herleefde welvaart zullen kun nen voeren." Het Congres betuigde met luid handgeklap zijne instemming met deze verklaring. En „De Tijd" teekent erbij aan: „Het wil Ingezonden Mededeeling. De geheele Marine wordt in den Helder geconcentreerd. De minister van de zeemonden van het Marsdiep, overwegende, dat de stelling Helder strategisch duizendmaal gunstiger gelegen is dan Vlissingen, omdat de Marinebevolking aldaar, gehuld is in prima zuiver wollen Kleedingstoffen van Fa. I. GRUNWALD, die alle ziekten als daar zjju: bronchitis, verkoudheid, asthma, enz. weert en deze be volking dus veel krachtiger en gezonder is dan op iedere andere plaats, bpsluit bjj deze de marine te Helder te handhaven en uit te breiden. Koopt uw Ratiné-Jassen bjj de Firma I. GRUNWALD, Keizerstraat 116. Het beste adres hier ter stede. Extra aanbieding zuiver wollen Ratiné-Jassen, naar maat, f 30.—. Profiteert, alleen deze week. Die twijfel is reeds 6 Dec. werkelijkheid geworden. (Red. H. C.). ons voorkomen, dat dit alles duidelijk spreekt tot degenen, die bij de Kabinets-formatie over de toekomstige politieke oriënteering van Ne derland mede hebben te beslissen." In hoever deze „uitspraak van het katho lieke werkgevers-congres aangenaam kan wor den genoemd voor mr. Beelaerts als formateur- in spé, is een andere vraag. Maar dat de heer H. Colijn op deze bijeen komst gehuldigd werd als bevond hij zich onder zijne deputaten, kort nadat bekend werden gemaakt de „voorwaarden", door hem aan mr. Kooien gesteld: 't is zeker in hooge mate tref fend! Over die conditiën, den katholieken door de fractie-Colijn gesteld, en welke mr. Koo ien immers de Kroon deden melden, dat hij geen kans zag een op de Rechtsche partijen steunend Kabinet te vormen bespiegelde de hoefjjzer-correspondent van het „Handelsblad". Den heer C. K. Elout blijkt ter oore te zijn ge komen, dat het nog allerminst zeker is, of er bepaalde voorwaarden zijn gesteld. In een ,,Standaard"-driestar erkent de heer E. werd dat woord veel gebruikt en de verwach ting uitgesproken, dat de voorwaarden eerlang Q zullen worden gepubliceerd, maar hij verwacht, dat openbaar-maken vooreerst nog niet. En voorts verklaart de hoefijzer-correspondent te gelooven, dat er van voorwaarden in den con- creten vorm en betreffende bepaalde punten, als waarvan „Het Volk" gewaagde, niet kan worden gesproken. De zaak zou z. i. hierop neerkomen, dat men van Roomsche zijde „af doende waarborgen" wil hebben „tegen het opnieuw handelen in strijd met een eenmaal gemaakte, en niet opgelegde, afspraak." En de heer Elout blijkt voorts van meening te zyn, dat de verwezenlijking van dat verlan gen, door de Katholieken, „niet onmogelijk", schoon dan ook niet „zoo heel makkelijk" 's. Ce kern van het conflict tusschen de anti revolutionairen en roomschen zoekt de hoef ijzer-correspondent van het „Hbl." niet in eenigen eisch betreffende de Vlootwet of de bezuinigings-plannen van den heer Colijn, maar in de algemeene vraag: Hoe kan er we der een rechtsche afspraak worden gemaakt, wanneer men niet volkomen zeker is, dat allen zich daaraan houden? En dit maakt aldus de heer Elout nog, de zaak voor den heer Beelaerts nu wel iets gemakkelijker. Want hij heeft, anders dan de heer Kooien het had, de basis van zoo'n afspraak niet noodig. Over deze laatste bewering van den „Hbl."- redacteur valt 't een en ander te bespiegelen! Zeer duidelijk is zij niet. Wil de heer Bee laerts, of welke kabinets-formateur ook, die een ministerie van Rechtsche „nuance" poogt te vormen, zich eenigermate veilig gevoelen, denkend aan de positie, welke zjjn ministe rie zal innemen, dan moet hij toch een band, een ernstigen zin tot samenwerking tusschen de Rechtsche partijen zien, niet eene ani mositeit, die elk moment tot nieuwe „breuke" kan leiden, met- nederlaag voor het Kabinet, dat geen houvast bezit voor zjjn beleid. Het extra-parlementaire Kabinet, in 1913 door mr. Cort v. d. Linden gevormd, zou waarschijnlijk eerlang vóór 1918 getuimeld zijn, ware de groote oorlog niet uitgebroken, die den z.g. Godsvrede onvermijdelijk deed worden, de po litieke kemphanen tot rust bracht, de mo gelijkheid van kabinets-crisis voor zekeren tijd uitschakelde. We zijn vijf jaren na 1918, het gekakel en geplukhaar in de politieke gelederen is met gloeienden ijver hervat Voor een wezenlijk-krachtig extra-parlemen tair Kabinet z;jn zoovele „gunstige factoren" onmisbaar, dat het een geniaal meesterstuk zal zijn, indien den heer Beelaerts van Blok land zijn „krachttoer" gelukt! Intüsschen, hetgeen op het Katholieke congres, hierboven geno md, is voorgevallen, wijst op toenadering, zin tot verzoening, in de Rechtsche gelederen. Mocht er waarheid schuilen in het betoog van den heer C. K. Elout, dat de heer Colijn niet met ijzeren greep wil vasthouden aan den tekst van het Vloot-ontwerp; dat hij, handha- vehd den eisch der verdediging van Indië, toch rekening wil houden met bezwaren, als bijv. door mr. Van Schaick bij het Vloot-debat ont vouwd Welnu, mag van neutraal standpunt ge vraagd, zou er dan geen mogelijkheid be staan ommet het Kabinet-Ruijs, thans demissionair, toch nog de vredespijp te roc ken? Nogmaals: de crisis is zes weken oud. De Staatsbegrooting voor 1924, met al den aan kleve van dien, moet nog alpha tot omega verwerkt, afgedaan.' Élke dag verdere stagnatie kost Vader Staat duizenden. Indien het streven, het wezenlijke verlan gen er is om blijvende „breuke" in de Coalitie te voorkomen, de politieke „triple alliantie" toch nog te bestendigen: welnu, dan valt immers, ter besparing van nationalen tijd en nationale schatten, alles te zeggen voor het terugnemen der aanvrage tot ontslag door het Kabinet-Ruys de Béerenbrouck, insteê van nog weken te verspillen aan het moeizame werk tot 't zoeken van gegadigden voor een portefeuille! Dat de nadrukkelijke, onaantast- baar-lijkende verklaring, vóór 26 October door mr. Ruys afgelegd over het onverbreek baar verband tusschen de Vlootwet, zooals die daar lag, en het leven van zijn Ministerie, me de zou dienen te worden teruggenomen, 't ware geen nationale ramp!Beter, dan dat men, na lange, tijd en geldroovende crisis, tot het besluit moest komen als in het operette liedje: „Ca ne valait pas la peine assurément „De changer de Gouvernement! Mr. ANTONIO. h t< moogt U niet laten voortwoekeren tot eene aandoening van borst of keel. Bestrjjdt dat gevaarOntsmet verzacht en versterkt de pijnlijk ontstoken slijmvliezen met de sljjm- oplossende, zuiverende, genezende Alom verkrijgbaar in kokera van 230 gram ƒ1,50, 550gram/2,75 en 1000gram/4,50 Béleediginq. Klinkende argumenten. Minderjarige aangehouden. Met de Noorderzon vertrokken. Aanrijding. Paard aan den wandel. Mr. Beelaerts. Crisis en Jan Publiek. Op een katholiek congres. De „voorwaarden". En waarom niet!?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1923 | | pagina 5