E T Tweede Blad. VAN ZATERDAG 22 DECEMBER 1923. IN VERBAND MET DE KERSTDAGEN ZAL DE „HELDERSCHE COURANT" NIET DINSDAG 25, DOCH MAANDAG 2/» DECEMBER VERSCHIJNEN. PLAATSELIJK NIEUWS. D. van Zoonen. t In den ouderdom van 50 jaren is 20 Dec. te dezer stede overleden de heer D. van Zoonen, onderwijzer aan School No. 6, West9traat alhier. De heer Van Zoonen vervulde vele jaren lang de functie van admiriistreerend diaken bij de Nederduitsch Hervormde Diaconie alhier, en heeft lange jaren het groote gebouw der Vrij metselaarsloge in de Koningstraat beheerd (thans gebouw „Musis Sacrum" van de Gebr. Polak). Nog dezen zomer mocht de heer Van Zoonen zijn 40-jarig jubileum als onderwijzer gedenken. Hij was ook oprichter van de IJsclub „Het Noorden". De begrafenis heeft plaats Maandag a.s. te 1 tuur. Ten bate van het comité tot inzameling van gelden voor de noodlijdende Holland- sohe kinderen in het Roergebied zullen in de maanden Januari en Februari enkele liefdadigheidsvoorstellingen worden gege ven. De eerste dier liefdadigheidsvoorstellin gen zal plaats vinden op 8 Januari a.s. door de zangvereeniging „Morgenrood", waarvoor de leden spontaan hun medewerking toezeg den onder leiding van den directeur, den heer F. v. d. Meij. Het kan dus niet anders of ieder, die van mooie zang houdt, koopt voor deze uitvoe ring een toegangsbewijs. Deze zijn vanaf he den verkrijgbaar bij de leden der zangver eeniging en in het sigarenmagazijn „Neder land", Kanaalweg 118. Uitgesteld. Het bestuur van de ijsolub „Het Noorden" verzocht ons mede te deelen, dat de feest avond, wegens het overlijden van haar pen ningmeester, den heer D. van Zoonen, voor- loopig is uitgesteld. R.-K. Volksbond. De Muziekvereeniging „Winnubst" geeft den Tweeden Kerstdag een concert in het gebouw van den R.-K. Volksbond. Het Dames-Comité organiseert ook dit jaar (evenals vorige jaren) een kinderfeest tijdens de Kerstdagen. De Heldersche Padvinders. Wij vestigen de aandacht op de adver tentie in dit nummer betreffende de ten toonstelling en fancy-fair, die de Helder sche Padvinders ter gelegenheid van hun 12' 2-jarig bestaan op 27 en 28 Dec. a.s. in Casino houden. Donderdagmiddag 2 uur wordt de tentoonstelling geopend, waarbij de secretaris- een korte lezing zal houden. Daarna kan iedereen de in de zaal uitge stalde voorwerpen bezichtigen. De jongens hebben zelf tal van gebruiksartikelen ge maakt en bieden die in hun kraampjes te koop aan. Het publiek zal op zooveel mogelijk manieren een denkbeeld kunnen krijgen van de padvinder^opléiding en van het doel en streven dezer opvoedkundige beweging. Een ververschingstent biedt ge legenheid tot een rustig zitje. Enkele ver makelijkheden verhoogen de attractie. Het padvindersstrijkje zorgt voor muziek. Vanaf 8 uur 's avonds worden op het tooneel enkele nummers vertoond, zooals voor drachten, marmergroepen, lantaarnplaatjes, schimmenspel, indianenkamp, enz. Vrijdag avond 8 uur wordt door de meisjesgezellen de bekende operette „Asschepoes" gegeven. Vrijdagmiddag is de zaal natuurlijk ook open. Wij raden iedereen aan een bezoek aan deze tentoonstelling te brengen; de op brengst strekt tot versterking van het troephuisfonds, waaruit de kosten van het nieuwe troephuis, Dijkstraat 87, moeten worden bestreden. Pluimveetentoonstelling. Zooals reeds meermallen in dit blad is aan gekondigd!, bestaat bij de jonge Pluimvee- vereeniging Helder", het voornemen om hier ter stede op Maandag 24 December en die beide Kerstdagen haar eerste tentoon stelling te houden in de zaal 2e Vroonstraat 116117, tot dit doel met groote welwillend heid door de heeren Gebrs. Meijer beschik' baar gesteld. Het kan voor Helder een bui tengewone attractie worden, daar het meeren- deel onzer ingezetenen nog nooit een der gelijke show zullen hebben bezocht De ver- eeniging verwacht dan ook een druk be zoek. i Tijdens d'e tentoonstelling zullen loten voor den prijs van 0.60 worden verkocht. Jonge dames die genegen zijn zich met dien ver koop te belasten kunnen zich daartoe nog aanmelden aan het Tentoonstellingssecreta riaat, Stationsstraat 7. D© prijzen bestaan uit op de tentoonstelling aangekochte en te be zichtigen dieren en voorwerpen. Aan de belangstelling van het publiek is veel gelegen, wil men er prijs op stellen, dat een show als deze tot de jaarlijksche gebeur lijkheden in onze gemeente gaat behooren en dat door haar te houden, iets wordt ver richt en in stand gehouden, dat bevorderlijk is aan het gemeentebelang;. Het is boven dien van belang er op te wijzen, dat met de tentoonstelling niet alleen het belang der ge meente wordt gediend, doch dat daarbij te vens een algemeen belang ten aanzien van de opvoeding der jeugd is betrokken. Niet alleen nl dat de schoolgaande jeugd, en ook de ouderen, in de gelegenheid worden gesteld om dte groote verscheidenheid in de diersoor ten waar te nemen, zij zullen zich bovendien tot de dieren zelf aangetrokken gaan ge voelen en het aankweeken van liefde tot de dieren is een belangrijke factor, die bil de opvoed'ng der jeugd niet uit het oog mag worden vertoren, In verband hiermede is aan de Directeu ren en Hoofden van de meeste ondierwijs- inrichtingen in deze gemeente een schrij ven gericht, waarin het bestuur der Pluim- veevereeniglng verklaart op hoogen prijs te stellen, indien van de zijde der onderwijs- autoriteiten de tentoonstelling in de belang stelling der leerlingen zou worden aanbe volen. Aan de Inwonend en in de verschillende in richtingen voor verzorging van Ouden van diagen in deze gemeente, alsmede aan de jongens en meisjes uit de Weesinrichtingen te Huisduinen zal vrijen toegang worden verleend. De officieele opening der tentoonstelling zal des Maandagsmiddags, den 24en, te 4 uur plaats hebben. Te half 6 of eventueel zooveel later als noodig moest blijken zal zjj voor het pu bliek worden opengesteld. Het hoeft ten slotte geen betoog, diat waar in het voren staande hoofdzakelijk het nut van bezoek voor de jongeren is voor oogen gehouden, de tentoonstelling voor ouderen eveneens zeer aanbevelenswaard' is. Het moge blijken, dat zij het groote nut, daarin gelegen erken nen. Heldersche Woninggids. De uitgave van de „Heldershe Woning gids", waarvan het eerste nummer op 7 Febr. 1928 verscheen, zal, blijkens een aankondi ging in dat blad, worden gestaakt. Antirev. Kiesvereenlging. <Voor de Antirev. Kiesver. trad Woensdag avond in Musis Saorum op het 2e Kamerlid Dr. Beumer, met het onderwerp „De Vloot wet en de Crisis".' De vergadering werd geopend met gebed, door den voorzitter der plaatselijke af<£, den heer E. H. Bos. Hij heette de aanwezigen hartelijk welkom en drukte zijn tevredenheid uit over de op komst. Hij wenschte dat deze avond een klaar inzicht zou geven in de crisis van den tegenwoordigen tijd en gaf hierna het woord aan Dr. Beumer: Aan zijn rede ontleenen wij het volgendie: Het is naar ik waag te veronderstellen U bekend dat er een Ministrieele crisis is. Iedereén kan tenminste vernomen hebben dat zij er ia En diegenen die haar met eenig® belangstelling gevolg hebben, weten dat zij het gevolg is van twee punten, n.L de Vloot wet en de Bezuiniging. Men heeft verteld dat het stemmen tegen de vlootwet geschiedt is omdat men meende te moeten bezuinigen. Er is verband tus- schen de vlootwet en de bezuiniging. Indien men beweert dat de vlootwet de bezuiniging onmogelijk maakt, zeg ik diat men zich vergist. De staat heeft allereerst te zorgen voor de verdediging van het land. Aan dezen eisch moet door den staat worden voldaan wil hij zijn bestaansrecht niet prijs geven. Voor verdediging moet worden zorg gedragen, afgezien van de bezuiniging. Het is eisch diat men bij de defensie de bezuiniging betracht. Zuinigheid' ook op de middelen van de defen sie is noodig. De handhaving echter van de neutraliteit is de allereerste staats zorg. Wie dit erkent geeft toe dat de uitgaven voor de defensie noodig zijn. Men kan het beginsel nastreven dat „vrede voor recht" voor de internationale toestand wenschelijk is, doch zoolang niet allen dit beginsel zijn toegedaan, heeft men de defen sie te handhaven. De A.-R. partij heeft zich nooit geschaamd voor het standpunt dat zij te dien opzichte inneemt. Bij de besprekingen in de 2e Ka mer heeft Mej. Groene wc* de A.-R. partij verweten dat door hen over de vlootwet in alle talen gezwegen was. Wel had men ge sproken over de gelijke rechten van man en vrouw, doch niet over de vlootwet. Valsche voorstellingen zijn er gegeven over de kosten van de vlootwet. Verleden week werd er iii den Haag een pamflet rondgestrooid waarin stond dat de vlootwet 300 millioen per jaar kostte. De vlootwet zou echter op het oogenblik bet budget van onze regeering niet ver hoogd hebben. Spr. noemt verschalende bedragen die op de begrooting voorkomen en toont aan dat ook zonder de vlootwet enorme bedragen 'worden uitgegeven. Wanneer de vlootwet was aangenomen zou de Nederlandsche be groeting ontlast zijn geworden met 12.390.000, daartegenover zou moeten ge steld' worden een bedrag van 8.800.000 voor nieuwbouw en 600.000 voor het uit zenden van personeel naar Indië. Spr. berekent verder dat er een bezuini ging had plaats gehad van 83 millioen gul den. Er waren er, toen zij deze bedragen hoorden in de Kamer riepen dat er dan maar 20 vlootwetten aangenomen moesten worden, dat bezuinigde dan nog meer. Dat was na tuurlijk dwaasheid, omdat n'et 2 maal het zelfde bedrag kan worden uitgetrokken voor Indië etc. Ik hecht echter geen positieve waarde aan deze cijfers, omdat het ook 1 mil lioen meer of minder kan zijn. De kwestie dat de vlootwet niets zou kos ten beteekent dus, dat, gegeven de cijfers van het budget voor 1924 geen bezwaring van de bedragen sprake was, nog minder bij de andere jaren. De heer Troelstra beeft in de Kamer bij de behandeling gezegd dat hij geen schijn van schaduw of smet op minister Golijn wil de werpen. Best mogelijk. Hij1 heeft het dan ook niet gedaan. Wel deed het de heer v. Kol in een brochure over „het vlootwet schandaal". En toen juichte de heer Troel stra.het toe dat de heer v. Kol de eerste wés geweest die een brochure schreef tegen de A.-R. Door de valsche voorstellingen die zijn ge geven1 bij het ontwerp vlootwet o.a. vermin dering van salarissen, bedanken van ambte naren, vermindering van pensioenen etc., waren er menschen die zich ook tegen de vlootwet gingen kanten. De heer Troelsl-a zei bij zijn rede over de vlootwet in de Kamer dat hem hierbij weer te binnen schoot wat de heer de Beaufort in 1913 had gezegd, n.1. dét de heer Colijin er toen een wet had doorgejaagd. Echter kunnen we in dit geval de heer de Beaufort niet als autoriteit nemen, aan gezien deze zelfde heer de Beaufort toen tevens beweerde dat geen groote en lang durige oorlog meer mogelijk was en zie eens naar 1914! Ook nu heeft men gezegd dat de heer Co- lijn de vlootwet er heeft door willen Jagen. Spr. gaat terug tot 1906 waarin reeds een vlootwet was voorgesteld. En* in 1923 heeft men weken en weken van te voren reeds de tijd' bepaald om over de vlootwet te begin nen, om ju'st het verwijt te ontgaan over het ontwerp er door "te jagen. Reeds 17 jaar Is d'e vlootwet in behandeling. Niet aan dten heer Oolijn is het te wijten of te danken dat de vlootwet In 1922 en nu weer in 1928 in behandeling is gekomen, en ook niet aan de A.-R. partij. De regeering «bracht ontwerp in behandeling ge- Colijn wel mee te maken had, i11 ioenenLnota voorgelegd en daarbij "*e- w"<\ dat er bezuinigd moest worden, en toen tevens verschillende Ui non voor die be- 8anigcgeven, om het tekort van ivzo ue millioen gulden en van. 1924 124 imllioen gulden te dekken. Als bezuiniging werd aangegeven het ze vende leerjaar te laten vervallen, algemeene uitgaven te verminderen, die loonen der amb tenaren te verlagen en voorts eenige belas tingen te heffen zooaia diat gebeurt is op bi er en thee. Niemand vindt het prettig wanneer zijn loon zal verlaagd worden, en hij minder voor zijn arbeid dan anders ontvangt. Er is tegen woordig niemand die niet voor bezuinigen is. De heer Dresselhuis drukte het verle den week zoo schoon uit in een rede waarin hij zeide voor een bezuiniging in „beginsel" te zijn. Ik ben echter meer voor een bezui niging in „concrete". Men had een mooi argutnent om de men schen tegen de vlootwet te kanten door te zeggen dat er niet bezuinigd werd op marine en leger. Dit was ook weer een foutieve voorstel ling. Spr. toont met cijfers aan dat de be- grooting op marine en leger de laatste jaren ettelijke millioenen naar benienden is ge gaan. Er is inderdaad een zeer belangrijke be zuiniging ook op deze hoofden ingevoerd. Er is zelfs zoo bezuinigd dat we ai lang bene den het peil zijn dat verleden jaar in de Gr. Amsterdammer door mej. Groene weg ge steld werd voor de uitgaven op marine en leger, n.1. 100.000.000 gulden. De actie en agitatie, dat op alles bezuinigd wordt behalve op marine en leger was dus onjuist. Waarop wil mem toch bezuinigen. Wil men den gulden naar bemed enhebben? Dat beteekent ook een indirecte belasting en daarmee houdt men geen rekening. Dat mogen ambtenaren en werklieden wel bedenken, dat wanneer men hun tevreden stelt dat zij hun salaris mogen houden en de gulden in den loop van het volgend jaar wat naar beneden gaat dat zij dan toch min der kunnen krijgen voor hun geld dan nu het geval is. De vlootwet is verworpen met 5049 stem men. Een zeer homogeen gezelschap in de Tweede Kamer. Men heeft beweerd dat er niet ls gestemd tegen de vlootwet, maar over de vlootwet. Er'is gestemd voor de bezuini ging. Er is beweerd dat er door de linker zijde niet tegen de vlootwet heeft gestemd, maar tegen de rechtsche regeering. Tien Ka tholieken hebben tegengestemd. En zij zijn op meetingen en openbare vergaderingen door de linkerzijde gehuldigd. Die taktiek heb ik meer gezien. Wanneer men laks is en zich van de kudde afscheidt. Wanneer men' ontrouw wordt, dan ziin er altijd nog wel menschen te vinden die deze halfheid huldigen. Hoe bet zij waarom ze hebben tegenge stemd mag gedeeltelik duister zijn, gedeel telijk is het te begrijpen. Men was bang dat de R.-K. arbeiders anders rood zouden stem men, en nu vond men het beter dat dan de R.-K. afgevaardigden maar tegen stemden. Wat voor verschil hierin is, is mij niet recht duidelijk. Indien er echter moet worden ge sproken van moed, dan komt dat niet de katholieken toe die tegen stemden, maar de regeering die haar standpunt durfde door voeren, ten spijt van alles. Spr. behandelt de brochure over het „Vloot wetschandaal" en weerlegt enkele valsche voorstellingen hierin. Het is wel te betreuren, dat de linkerzijde al sinds jaren nooit iets voor de landsverde diging heeft gedaan en dat dit steeds aan de rechterzijde Werd overgelaten. In 1913 werd' beweerd dat er geen oorlog meer zou komen en in 1914 hebben we ge zien1 dat de. heeren het wel wisten. Toen wa ren de SJ).A.P.-ers cmder een hoedje te van gen en stemden zij ook voor de defensie- uitgaven. De heer Hugenholtz heeft in 1914 gezegd dat hij er zich over verwonderd heeft, dat België met zoo'n klein legertje het heele veldplan van Duitschland heeft verijdeld en d'at hij waarschijnlijk anders zou gaani den ken over een kleine weermacht. En „waarschijnlijk" is het wel geweest, want in 1923 heeft deze afgevaardigde het steeds gehad over een prutsvlootje en nog meer van die kleineerende woorden gebe zigd. Men1 moet voorzichtig zijn! Bij de vlootwet debatten zijn de beginselen van elke serieuze partij die tegenstemde met de voeten getre den. Allerlei argumenten zijn bijgebracht. Een merkwaardig soort van argument door den heer van Schaik was dit: Dat door aanneming van de vlootwet de Staat zich voor 6 jaar zou vastleggen aan een defensieplan, etc. Hij wenschte ieder jaar in vrijheid te be slissen over een defensieplan. Wat is nu de grief dat men zich zou vastleggen. Dat men zich vastlegt is juist, maar dat het een grief is, is verkeerd, 't Is waar, men bond zich voor 6 jaar. Maar is dat nu zoo'n bezwaar. Is men niet gebonden aan de onderwijs wet, aan de Nijverheidswet? Is men niet gebonden aan het plan voor die drooglegging van de Zui- dierzee? Wie meent dat men niet gebonden moet zijn bij een dergelijk voorstel, begrijpt het niet. Bij een ontwikkelingspeil als hij het Ne derlandsche volk kan men niet meer wen- scben, als de boschjesmemschen, van den eenen dag in den anderen te leven- Willens en wetens zijn velen achter de S. D. A. P. aangegaan. De vijftig menschen die tegengestemd hebben dragen die verant woordelijkheid van hun daad. In het „Volk" wordt op de bekende wijze tegen de A.-R. gescholden. De A.-'*- zondebok geworden. Colijn wordt beschouwt als de man die de kabinetsformatie op,?'c wilde nemen. En zoo verschijnen ;®r len in het „Volk" tegen Colijn. Voor kort werd' er een artikel opgenomen "J1001!.., hoofd „Colijn acht Ooljjn onot)l,p6e naar aanleiding van een artikel vap heer Marchant in de Vrljz. Demo<ir derlanid" een Kamerfractie of U *8" Koningin? Natuurlijk Hr. Ms. de JConinginl Het artikel werd geschreven naar gameid mg van een1 onderhoud' tusschon de A en R.-K. over de kabinetsformatie' m®n dan geen beraadslagingen houten oV6T kabinetsformatie? 7'oen de .Nederlander" dan ook dit ar tikel schreef was zij niet op de hoogte van den toestand en was het beter geweest maar te zwijgen- j)e vijftig menschen die tegengestemd hebben dienen nu een lijn aan te geven die gevolgd moet worden. Waarom? Omdat vrij buiterij °P politiek gebied niet mogelijk is. Mei)1 heeft dus nu elkanders gezelschap weer op <te zoeken om een richting aan te geven. Nogmaals zij zijn verantwoordelijk voor hun daad. pe A.-R. achten een rechtsch kabinet in menig opzicht vèr te verkiezen boven een ander kabinet. Zij acht noodig een basis, Die bagi'8 '8 weggenomen. Niet door de A.-R. mafli' door de rechtsche die tegenstemden. Er 1® den laatsten middag in de Kamer nog ai rumoer geweest toen de heer Ruys be weerde dat een ander rechtsch kabinet onmo gelijk was. Wij hebben' dat niet beweerd, doch wel gezegd dat het moeilijk zou zijn een rechtsch kabinet te vormen. De A.R. wensch- ten geen kabinet te zien optreden waarvan het bestaan niet is verzekerd. Het is moeilijk een rechtsch kabinet te vor men, omdat het moeilijk is een accoord te maken. Laat men' dus een nieuwen weg ingaan. De A.-R. zullen niet veel last veroorzaken. Er te bij hen geen zucht om moeilijkheden te maken. De zaak is van te veel belang, omdat ',s landsbelang op spel staat. Wij willen onze beginselen hoog houden. Wij weten, dat wan neer God het land niet beschermt, het teniet zal gaan. Wij willen met ernst den1 toestand onder de oogen zien en er naar streven, het tot een zoo goed mogelijke oplossing te bren gen. Een hartelijk en welgemeend applaus beloond spr. voor zijn geestdriftige rede. De heer Bos dankt dr. Beumer voor de wijze waarop hij zijn rede heeft gehouden. Als ik de tolk ben van u, wij kunnen het dan met elkaar eens zijn of niet, aan helderheid of duidelijkheid1 heeft het niet ontbroken. Als debater meldde zich aan de heer Groo tendorst. Zonder overdrijving. aldds de debater kan gezegd worden dat het vlootwetvraag- stuk .behoort 'tot de meest belangrijke onder werpen van onzen tijd. Met aandacht heb ik den heer Beumer ge volgd-, doch ben het niet geheelmet hem eens. Dat het vlootwetvraagstuk van groote beteekenis is bewijst dat er zooveel personen zich mee bemoeid hebben. Ook is het geble ken bij het bekende volkspetitionnement. Wij kunnen- deze menschen die er zich mee be moeien in verschillende groepen onderbren gen. De heer Beumer behoort tot de groep van de niet deskundigen die zich. echter van deskundige zijde heeft laten inlichten. De literatuur over de vlootwet kunnen we even eens splitsen in deskundige en niet-deskun- dige geschriften. Ik hecht alleen waarde aan de literatuur van deskundige zijde. En nu heb ik deze lite ratuur bestudeerd en dan wordt door de des kundigen beweerd- dat er een' veel grootere uitgave voor een goed leger en een goede vloot noodig is. Het spijt me dat de heer B. niet op het onvoldoende zijn van deze vloot gewezen heeft. Wij moeten goede waar voor ons geld hebben. Het is typisch dat hier zoo weinig over ge zegd is. De deskundigen hebben zich ten- sloten neergelegd bij het kleine, vlootwet plan, dit is voor mij begrijpelijk, omdat een wet van 4 linieschepen niet mogelijk was. Spr. schetst de grootte van onze Indische eilanden. Het is onmogelijk met een kleine vloot deze eilanden te verdedigen. Alle regeeringen die wij voor 1908 hadden, hebben het altijd zonder vlootwet aangedurfd en nooit is er een poging gewaagd onze kolo niën te nemen. De heer B. heeft gezegd, dat de vlootwet voor 6 jaar was doch alle deskundigen heb ben gezegd dat wanneer men het vlootplan aannam ook voor de tweede 6 jaar verbon den zou zijn. Ook zou men dan een betere verdediging te land moeten hebben:. Dit wordt door spr. met verschillende citaten van deskundige personen aangetoond. Het behoeft geen betoog <lat er naast bet vlootwetplan' nog bizondlere uitgaven komen. Ik sta hier niet als een uiterst linksche. Integendeel, ik ben het lang niet met de S. D. A. P. én communisten eens. Ik ben zeer sterk voor uitgaven voor leger en vloot, maar ik wil -goede waar voor mijn geld. Er zijn heel wat meer uitgaven noodig dan al leen voor de vlootwet. Spr. vraagt waarom de regeering de por tefeuille-kwestie beeft aangegaan. Het is een bewijs dat de regeering bet regeeren niet zonder vlootwet heeft aangedurfd. Het spreekt dus vanzelf dat wanneer we weer een rechtsche regeering, krijgen ook weer een vlootwet krijgen. De heer B. heeft gezegd dat die 60 men schen hebben tegengestemd omdat,zij niets wilden uitgeven voor de vloot, dat is niet zoo, maar ze wilden een goede vloot, waar voor hun geld. De heer Grootendorst zou een1 regeering van rechtsche en linksche personen willen hebben, die samen voor een landsverdedi ging zijn. Tweede debater was die heer Kuyck. Als niet deskundig zal hij niet spreken over de vlootwetaangelegenheden. Spr. vond het wel wonderlijk dat er direct bezuinigd moest worden op de ambtenaars-salarissen Er zijn groepen die het beter kunnen opbren gen dan de ambtenaren. Hij wil het vinden op de belastingen, waaraan het groot-kapi taal een' flink gedeelte zal kunnen opbren gen. De heer Kuyck heeft het verder over ver mogensbelasting, hij heeft n i e t zooveel me delijden met de vermogenden'. De heer B. heeft gezegd dat alleen de rechtsche voor de verdediging zijn, dat is niet zoo. In de „Standaard" heeft, naar deb. ver nam, gestaan, dat elke crisisdag het land 400.000 kost. Kan de heer B. zeggen of dit waar te? Alsnu repliceerde dr. Beumer. Hij begon met een woord van dank voor die welwillende ontvangst. De heer Grootendorst en de heer Kuyck hebben op aangename en kalm© wijze gedebatteerd Spr. wil de heer Grootendlorst allereerst ge ruststellen met de nusdedeeling dat hij zich op de hoogte gesteld had van de vlootwetaan- gelegenheden en dat zooveel mogelijk doet bij de dingen waarover hij stemt. Spr. heeft een heel dossier over die vlootwet. De debater heeft de geschriften gesplitst in1 deskundige en ni^ deskundige. Ik heb gezwegen over het petitionnement. Dit peti tionnement is zeker van ondeskundigen. Het vlootwetvoorstel te door deskundigen ingediend. Zoolang ik me voor het gebied van diefensie interesseer, dat te 20 jaar, te er een hopelooze verdeeldheid' bij de deskundigen. Ik verzeker u dat de moeilijkste oogen- blikken zijn die van de militaire kwesties. Ik heb heel vaak tot het laatste moment ge wacht met het uitbrengen van mjjn stem, in de overtuiging het beste te doen. Het is juist bij de militaire zaken noodto op te letten dat er niet onnoodig geld wordt uitgegeven. Wij moeten met de beschikbare middelen trachten te bereiken wat er mee te bereiken ia Ik ben er niet vóór, onnoodig veel geld uit te geven. Ik laat dan ook in het midden of het niet verkieselijker is, een grooter plan op te zet ten. Ik weet dat er geschriften zijn, doch heb me alleen bepaald hij het plan dat er was. Zou de geachte debater denken dat er bij een grooter plan meer kans tot slagen was geweest? Wanneer men ziet wat er in het buiten land beschikbaar is, dan1 staan wij verre achter. Maar er is toch een reden waarom ik mijn standpunt inneem. Allereerst wil ik tegen spreken de bewering van Napoleon dat God alleen met groote legers is. Ih 1914 is Neder land eerstens buiten den oorlog gebleven door Gods voorzienigheid. Maar wanneer we ons willen bepalen, bij de menschelijke mid delen dan is toch de directe mobilisatie van ons leger de tweede factor. De mogendhe den' hebben1 na den oorlog nu beweerd, dat zij Nederland intact wilden houden omdat zij bang waren, zich bovendien ook het Neder landsche -leger op den hals te halen. Wat was er gebeurd als Nederland géén leger had gehad? Wij kunnen niet met deze vlootwet ons verdedigen, maar wel onze neutraliteit hand haven. Op de technische kwesties gaat spr. met in, omdat hij zich alleen wil bepalen bij din gen, waarin hij -goed thuis is. De heer Grootendorst heeft ook nog. de kwestie van de oplossing van de crisis aan gehaald1. Deze heer is echter van meening dat alle menschen van goeden wil zijn. De oplossing is echter niet zoo makkelijk als de heer Gr. denkt De heer Grootendorst heeft iets groots op het oog. De meerderheid van de Kamer zal daarmee zeker al niet accoord gaan. Om meer te krijgen gaat dus niet en om nog minder te krijgen zou geld weg gooien zijn. De heer Kuyck heeft het gehad' over ae ambtenaarssalarissen. Hij te echter geheel verkeerd geweest. Niet alleen' o pde ambte naarssalarissen wordt bezuinigd, doch op alle mogelijke andere dingen. In de nuliioe- nennota staat een heele reeks van bezuini gingen. u De heer Kuyck meent verder dat de uit gaven zijn gedaan niet in het belang van de ambtenaren. Ook dit is niet het geval. ele uitgaven hebben plaats voor de ambtenaren en terwilje van de ambtenaren. De heer Kuyck vraagt of er geen hoogere kapitaalsbelastingen meer geheven worden. Het is de vraag of dit echter in het belang van het land is. De arbeidersklasse is er veel meer bij gebaat dat de kapitaalsvorming doorgaat, dan dat zij stil staat. De beer Kuyck heeft ten slotte iets ge zegd over de houding van de linkerzijde in de defensie, in den tijd toen we 60 jaar een links ministerie hadden. De heer Kuyck is verder terug gegaan dan ik. Ik ben terug gegaan tot 1904 en na dien heeft de linker zijde in ooncreto niets voor de defensie ge- Ten slotte de vraag of de „Standaard' vermeld heeft dat iederen dag in de crisis 400.000 kost. Dit te zoo en wordt door spr. nader uiteen gezet. De heer Bos dankt tenslotte dr. Beumer nogmaals voor zijn keurige rede. De aanwe zigen voor hun belangstelling en d'e deba ters voor hun debat en sluit daarna de ver gadering met dankzegging. Huldiging van de oude redders. Ze zaten d'r allemaal: opa Rijkers, d'e borst vol blinkende medailles, TabSie en hoe ze nog meer heeten. Allemaal in d'r beste spul len, met moeder de vrouw, kinderen, klein en achterkleinkinderen tot in het derde ge- Slacht. Eén rolde er al op z'n p artes poste- riores, een achterkleinkind, bedoel ik. Vanwege de gladdigheid. Enfin, we rollen allemaal wel eens in ons leven, dus dat is zoo erg niet. Ook de burgemeester was er, en de heer la Lau, en de geest van Levy Grunwald zweefde door de zaal. Maar het Heldersche publiek was absent, bij bosje was het thuisgebleven. Vandaar, dat de geestdrift beneden A. P. was, al de^l bet Casino-orkest reusachtig zijn best. De heer Reetman zette een bedenkelijk gezicht: „Slecht bezet, meneer!" zoo zei hij, en wy moesten het beamen. Ofschoon: d'r waren een stuk of wat frissche, jonge meisjes van het genre kleindlochter, die nog veel leege ta feltjes compenseerden. En na veel steps, jazz's (jazzus, ik weet heusch niet hoe het meervoud van dit rare woord is) en een oogenblik wachten, gingen ze allemaal naar hoven op het tooneel: opa Rijkers, Tabbie, en hoe ze meer heeften,. Maar ze bleven nog achter de coulissen. Toen kwa men mevrouw Blihkbof en de heer Verschoor met hun „Ode, opgedragen aan de Helder sche Zeehelden". Je komt als journalist voor rare dongen te staan. Uit een nietsje moet je met veel om haal van woorden soms een ietsje maken, en het gerecht, dat je aan het publiek moet op dienen, moet piquant en voldoende gezouten zijn. Natuurlijk, niet waar? want u verlangt ditzelfde ook van uw restaurateur of van uw huisvrouw. Jawel, maar ik zit er maar mee. Want je hebt spijs, die van huis uit weinig zout verdragen kan. min. De regeering heeft hem Waarvoor dient het dat de „Ne<le a 5T een artikel schrijft over „Wie Ik. wil hiermee alleen maar zeggen, aax het een vrij zielige en ziellooze vertooning was. Dorus Rijkers zat, met nog een paar collega's, in volle wapenrusting in een red dingboot, die langzaam voortgetrokken werd, en de anderen stonden in een lange rij op het tooneel, keken naar het plafond of ïri do zaal, en zeiden tot zich zelf, op Dorus Rijkers doelend: Que diable allait il faire dans cétte galère? Van „huldiging" was geen sprake, de bedde executanten zongen een stuk of wat liedjes, er was wat donder en bliksem op het tooneel. en tenslotte kwam de vertooning met deze oude menschen en kregen ze een exemplaar van de gezongen liedjes met de portretten van da beide exe cutanten cadeau, en een toespraakje van den heer Verschoor.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1923 | | pagina 5