E
T
Tweede Blad.
VAN ZATERDAG 22 DECEMBER 1923.
IN VERBAND MET DE KERSTDAGEN
ZAL DE „HELDERSCHE COURANT"
NIET DINSDAG 25, DOCH MAANDAG
2/» DECEMBER VERSCHIJNEN.
PLAATSELIJK NIEUWS.
D. van Zoonen. t
In den ouderdom van 50 jaren is 20 Dec. te
dezer stede overleden de heer D. van Zoonen,
onderwijzer aan School No. 6, West9traat alhier.
De heer Van Zoonen vervulde vele jaren lang
de functie van admiriistreerend diaken bij de
Nederduitsch Hervormde Diaconie alhier, en
heeft lange jaren het groote gebouw der Vrij
metselaarsloge in de Koningstraat beheerd
(thans gebouw „Musis Sacrum" van de Gebr.
Polak). Nog dezen zomer mocht de heer Van
Zoonen zijn 40-jarig jubileum als onderwijzer
gedenken.
Hij was ook oprichter van de IJsclub „Het
Noorden".
De begrafenis heeft plaats Maandag a.s. te
1 tuur.
Ten bate van het comité tot inzameling
van gelden voor de noodlijdende Holland-
sohe kinderen in het Roergebied zullen in
de maanden Januari en Februari enkele
liefdadigheidsvoorstellingen worden gege
ven.
De eerste dier liefdadigheidsvoorstellin
gen zal plaats vinden op 8 Januari a.s. door
de zangvereeniging „Morgenrood", waarvoor
de leden spontaan hun medewerking toezeg
den onder leiding van den directeur, den
heer F. v. d. Meij.
Het kan dus niet anders of ieder, die van
mooie zang houdt, koopt voor deze uitvoe
ring een toegangsbewijs. Deze zijn vanaf he
den verkrijgbaar bij de leden der zangver
eeniging en in het sigarenmagazijn „Neder
land", Kanaalweg 118.
Uitgesteld.
Het bestuur van de ijsolub „Het Noorden"
verzocht ons mede te deelen, dat de feest
avond, wegens het overlijden van haar pen
ningmeester, den heer D. van Zoonen, voor-
loopig is uitgesteld.
R.-K. Volksbond.
De Muziekvereeniging „Winnubst" geeft den
Tweeden Kerstdag een concert in het gebouw
van den R.-K. Volksbond.
Het Dames-Comité organiseert ook dit jaar
(evenals vorige jaren) een kinderfeest tijdens
de Kerstdagen.
De Heldersche Padvinders.
Wij vestigen de aandacht op de adver
tentie in dit nummer betreffende de ten
toonstelling en fancy-fair, die de Helder
sche Padvinders ter gelegenheid van hun
12' 2-jarig bestaan op 27 en 28 Dec. a.s. in
Casino houden. Donderdagmiddag 2 uur
wordt de tentoonstelling geopend, waarbij
de secretaris- een korte lezing zal houden.
Daarna kan iedereen de in de zaal uitge
stalde voorwerpen bezichtigen. De jongens
hebben zelf tal van gebruiksartikelen ge
maakt en bieden die in hun kraampjes te
koop aan. Het publiek zal op zooveel
mogelijk manieren een denkbeeld kunnen
krijgen van de padvinder^opléiding en van
het doel en streven dezer opvoedkundige
beweging. Een ververschingstent biedt ge
legenheid tot een rustig zitje. Enkele ver
makelijkheden verhoogen de attractie. Het
padvindersstrijkje zorgt voor muziek. Vanaf
8 uur 's avonds worden op het tooneel
enkele nummers vertoond, zooals voor
drachten, marmergroepen, lantaarnplaatjes,
schimmenspel, indianenkamp, enz. Vrijdag
avond 8 uur wordt door de meisjesgezellen
de bekende operette „Asschepoes" gegeven.
Vrijdagmiddag is de zaal natuurlijk ook
open.
Wij raden iedereen aan een bezoek aan
deze tentoonstelling te brengen; de op
brengst strekt tot versterking van het
troephuisfonds, waaruit de kosten van het
nieuwe troephuis, Dijkstraat 87, moeten
worden bestreden.
Pluimveetentoonstelling.
Zooals reeds meermallen in dit blad is aan
gekondigd!, bestaat bij de jonge Pluimvee-
vereeniging Helder", het voornemen om
hier ter stede op Maandag 24 December en
die beide Kerstdagen haar eerste tentoon
stelling te houden in de zaal 2e Vroonstraat
116117, tot dit doel met groote welwillend
heid door de heeren Gebrs. Meijer beschik'
baar gesteld. Het kan voor Helder een bui
tengewone attractie worden, daar het meeren-
deel onzer ingezetenen nog nooit een der
gelijke show zullen hebben bezocht De ver-
eeniging verwacht dan ook een druk be
zoek.
i Tijdens d'e tentoonstelling zullen loten voor
den prijs van 0.60 worden verkocht. Jonge
dames die genegen zijn zich met dien ver
koop te belasten kunnen zich daartoe nog
aanmelden aan het Tentoonstellingssecreta
riaat, Stationsstraat 7. D© prijzen bestaan uit
op de tentoonstelling aangekochte en te be
zichtigen dieren en voorwerpen.
Aan de belangstelling van het publiek is
veel gelegen, wil men er prijs op stellen, dat
een show als deze tot de jaarlijksche gebeur
lijkheden in onze gemeente gaat behooren
en dat door haar te houden, iets wordt ver
richt en in stand gehouden, dat bevorderlijk
is aan het gemeentebelang;. Het is boven
dien van belang er op te wijzen, dat met de
tentoonstelling niet alleen het belang der ge
meente wordt gediend, doch dat daarbij te
vens een algemeen belang ten aanzien van
de opvoeding der jeugd is betrokken. Niet
alleen nl dat de schoolgaande jeugd, en ook
de ouderen, in de gelegenheid worden gesteld
om dte groote verscheidenheid in de diersoor
ten waar te nemen, zij zullen zich bovendien
tot de dieren zelf aangetrokken gaan ge
voelen en het aankweeken van liefde tot de
dieren is een belangrijke factor, die bil de
opvoed'ng der jeugd niet uit het oog mag
worden vertoren,
In verband hiermede is aan de Directeu
ren en Hoofden van de meeste ondierwijs-
inrichtingen in deze gemeente een schrij
ven gericht, waarin het bestuur der Pluim-
veevereeniglng verklaart op hoogen prijs te
stellen, indien van de zijde der onderwijs-
autoriteiten de tentoonstelling in de belang
stelling der leerlingen zou worden aanbe
volen.
Aan de Inwonend en in de verschillende in
richtingen voor verzorging van Ouden van
diagen in deze gemeente, alsmede aan de
jongens en meisjes uit de Weesinrichtingen
te Huisduinen zal vrijen toegang worden
verleend.
De officieele opening der tentoonstelling
zal des Maandagsmiddags, den 24en, te 4 uur
plaats hebben.
Te half 6 of eventueel zooveel later als
noodig moest blijken zal zjj voor het pu
bliek worden opengesteld. Het hoeft ten
slotte geen betoog, diat waar in het voren
staande hoofdzakelijk het nut van bezoek
voor de jongeren is voor oogen gehouden,
de tentoonstelling voor ouderen eveneens
zeer aanbevelenswaard' is. Het moge blijken,
dat zij het groote nut, daarin gelegen erken
nen.
Heldersche Woninggids.
De uitgave van de „Heldershe Woning
gids", waarvan het eerste nummer op 7 Febr.
1928 verscheen, zal, blijkens een aankondi
ging in dat blad, worden gestaakt.
Antirev. Kiesvereenlging.
<Voor de Antirev. Kiesver. trad Woensdag
avond in Musis Saorum op het 2e Kamerlid
Dr. Beumer, met het onderwerp „De Vloot
wet en de Crisis".'
De vergadering werd geopend met gebed,
door den voorzitter der plaatselijke af<£, den
heer E. H. Bos.
Hij heette de aanwezigen hartelijk welkom
en drukte zijn tevredenheid uit over de op
komst. Hij wenschte dat deze avond een
klaar inzicht zou geven in de crisis van den
tegenwoordigen tijd en gaf hierna het woord
aan Dr. Beumer:
Aan zijn rede ontleenen wij het volgendie:
Het is naar ik waag te veronderstellen U
bekend dat er een Ministrieele crisis is.
Iedereén kan tenminste vernomen hebben
dat zij er ia En diegenen die haar met eenig®
belangstelling gevolg hebben, weten dat zij
het gevolg is van twee punten, n.L de Vloot
wet en de Bezuiniging.
Men heeft verteld dat het stemmen tegen
de vlootwet geschiedt is omdat men meende
te moeten bezuinigen. Er is verband tus-
schen de vlootwet en de bezuiniging. Indien
men beweert dat de vlootwet de bezuiniging
onmogelijk maakt, zeg ik diat men zich
vergist.
De staat heeft allereerst te zorgen voor de
verdediging van het land. Aan dezen eisch
moet door den staat worden voldaan wil hij
zijn bestaansrecht niet prijs geven. Voor
verdediging moet worden zorg gedragen,
afgezien van de bezuiniging. Het is eisch diat
men bij de defensie de bezuiniging betracht.
Zuinigheid' ook op de middelen van de defen
sie is noodig. De handhaving echter van
de neutraliteit is de allereerste staats zorg.
Wie dit erkent geeft toe dat de uitgaven
voor de defensie noodig zijn.
Men kan het beginsel nastreven dat „vrede
voor recht" voor de internationale toestand
wenschelijk is, doch zoolang niet allen dit
beginsel zijn toegedaan, heeft men de defen
sie te handhaven.
De A.-R. partij heeft zich nooit geschaamd
voor het standpunt dat zij te dien opzichte
inneemt. Bij de besprekingen in de 2e Ka
mer heeft Mej. Groene wc* de A.-R. partij
verweten dat door hen over de vlootwet in
alle talen gezwegen was. Wel had men ge
sproken over de gelijke rechten van man en
vrouw, doch niet over de vlootwet.
Valsche voorstellingen zijn er gegeven
over de kosten van de vlootwet. Verleden
week werd er iii den Haag een pamflet
rondgestrooid waarin stond dat de vlootwet
300 millioen per jaar kostte.
De vlootwet zou echter op het oogenblik
bet budget van onze regeering niet ver
hoogd hebben.
Spr. noemt verschalende bedragen die op
de begrooting voorkomen en toont aan dat
ook zonder de vlootwet enorme bedragen
'worden uitgegeven. Wanneer de vlootwet
was aangenomen zou de Nederlandsche be
groeting ontlast zijn geworden met
12.390.000, daartegenover zou moeten ge
steld' worden een bedrag van 8.800.000
voor nieuwbouw en 600.000 voor het uit
zenden van personeel naar Indië.
Spr. berekent verder dat er een bezuini
ging had plaats gehad van 83 millioen gul
den. Er waren er, toen zij deze bedragen
hoorden in de Kamer riepen dat er dan maar
20 vlootwetten aangenomen moesten worden,
dat bezuinigde dan nog meer. Dat was na
tuurlijk dwaasheid, omdat n'et 2 maal het
zelfde bedrag kan worden uitgetrokken voor
Indië etc. Ik hecht echter geen positieve
waarde aan deze cijfers, omdat het ook 1 mil
lioen meer of minder kan zijn.
De kwestie dat de vlootwet niets zou kos
ten beteekent dus, dat, gegeven de cijfers van
het budget voor 1924 geen bezwaring van de
bedragen sprake was, nog minder bij de
andere jaren.
De heer Troelstra beeft in de Kamer bij
de behandeling gezegd dat hij geen schijn
van schaduw of smet op minister Golijn wil
de werpen. Best mogelijk. Hij1 heeft het dan
ook niet gedaan. Wel deed het de heer v.
Kol in een brochure over „het vlootwet
schandaal". En toen juichte de heer Troel
stra.het toe dat de heer v. Kol de eerste wés
geweest die een brochure schreef tegen de
A.-R.
Door de valsche voorstellingen die zijn ge
geven1 bij het ontwerp vlootwet o.a. vermin
dering van salarissen, bedanken van ambte
naren, vermindering van pensioenen etc.,
waren er menschen die zich ook tegen de
vlootwet gingen kanten.
De heer Troelsl-a zei bij zijn rede over de
vlootwet in de Kamer dat hem hierbij weer
te binnen schoot wat de heer de Beaufort
in 1913 had gezegd, n.1. dét de heer Colijin
er toen een wet had doorgejaagd.
Echter kunnen we in dit geval de heer
de Beaufort niet als autoriteit nemen, aan
gezien deze zelfde heer de Beaufort toen
tevens beweerde dat geen groote en lang
durige oorlog meer mogelijk was en zie eens
naar 1914!
Ook nu heeft men gezegd dat de heer Co-
lijn de vlootwet er heeft door willen Jagen.
Spr. gaat terug tot 1906 waarin reeds een
vlootwet was voorgesteld. En* in 1923 heeft
men weken en weken van te voren reeds de
tijd' bepaald om over de vlootwet te begin
nen, om ju'st het verwijt te ontgaan over
het ontwerp er door "te jagen. Reeds 17 jaar
Is d'e vlootwet in behandeling.
Niet aan dten heer Oolijn is het te wijten
of te danken dat de vlootwet In 1922 en nu
weer in 1928 in behandeling is gekomen, en
ook niet aan de A.-R. partij. De regeering
«bracht ontwerp in behandeling ge-
Colijn wel mee te maken had,
i11 ioenenLnota voorgelegd en daarbij "*e-
w"<\ dat er bezuinigd moest worden, en
toen tevens verschillende Ui non voor die be-
8anigcgeven, om het tekort van
ivzo ue millioen gulden en van. 1924 124
imllioen gulden te dekken.
Als bezuiniging werd aangegeven het ze
vende leerjaar te laten vervallen, algemeene
uitgaven te verminderen, die loonen der amb
tenaren te verlagen en voorts eenige belas
tingen te heffen zooaia diat gebeurt is op
bi er en thee.
Niemand vindt het prettig wanneer zijn
loon zal verlaagd worden, en hij minder voor
zijn arbeid dan anders ontvangt. Er is tegen
woordig niemand die niet voor bezuinigen
is. De heer Dresselhuis drukte het verle
den week zoo schoon uit in een rede waarin
hij zeide voor een bezuiniging in „beginsel"
te zijn. Ik ben echter meer voor een bezui
niging in „concrete".
Men had een mooi argutnent om de men
schen tegen de vlootwet te kanten door te
zeggen dat er niet bezuinigd werd op marine
en leger.
Dit was ook weer een foutieve voorstel
ling. Spr. toont met cijfers aan dat de be-
grooting op marine en leger de laatste jaren
ettelijke millioenen naar benienden is ge
gaan.
Er is inderdaad een zeer belangrijke be
zuiniging ook op deze hoofden ingevoerd. Er
is zelfs zoo bezuinigd dat we ai lang bene
den het peil zijn dat verleden jaar in de
Gr. Amsterdammer door mej. Groene weg ge
steld werd voor de uitgaven op marine en
leger, n.1. 100.000.000 gulden.
De actie en agitatie, dat op alles bezuinigd
wordt behalve op marine en leger was dus
onjuist.
Waarop wil mem toch bezuinigen. Wil
men den gulden naar bemed enhebben? Dat
beteekent ook een indirecte belasting en
daarmee houdt men geen rekening.
Dat mogen ambtenaren en werklieden wel
bedenken, dat wanneer men hun tevreden
stelt dat zij hun salaris mogen houden en
de gulden in den loop van het volgend jaar
wat naar beneden gaat dat zij dan toch min
der kunnen krijgen voor hun geld dan nu
het geval is.
De vlootwet is verworpen met 5049 stem
men. Een zeer homogeen gezelschap in de
Tweede Kamer. Men heeft beweerd dat er
niet ls gestemd tegen de vlootwet, maar over
de vlootwet. Er'is gestemd voor de bezuini
ging. Er is beweerd dat er door de linker
zijde niet tegen de vlootwet heeft gestemd,
maar tegen de rechtsche regeering. Tien Ka
tholieken hebben tegengestemd. En zij zijn
op meetingen en openbare vergaderingen
door de linkerzijde gehuldigd. Die taktiek
heb ik meer gezien.
Wanneer men laks is en zich van de kudde
afscheidt. Wanneer men' ontrouw wordt, dan
ziin er altijd nog wel menschen te vinden die
deze halfheid huldigen.
Hoe bet zij waarom ze hebben tegenge
stemd mag gedeeltelik duister zijn, gedeel
telijk is het te begrijpen. Men was bang dat
de R.-K. arbeiders anders rood zouden stem
men, en nu vond men het beter dat dan de
R.-K. afgevaardigden maar tegen stemden.
Wat voor verschil hierin is, is mij niet recht
duidelijk. Indien er echter moet worden ge
sproken van moed, dan komt dat niet de
katholieken toe die tegen stemden, maar de
regeering die haar standpunt durfde door
voeren, ten spijt van alles.
Spr. behandelt de brochure over het „Vloot
wetschandaal" en weerlegt enkele valsche
voorstellingen hierin.
Het is wel te betreuren, dat de linkerzijde
al sinds jaren nooit iets voor de landsverde
diging heeft gedaan en dat dit steeds aan de
rechterzijde Werd overgelaten.
In 1913 werd' beweerd dat er geen oorlog
meer zou komen en in 1914 hebben we ge
zien1 dat de. heeren het wel wisten. Toen wa
ren de SJ).A.P.-ers cmder een hoedje te van
gen en stemden zij ook voor de defensie-
uitgaven.
De heer Hugenholtz heeft in 1914 gezegd
dat hij er zich over verwonderd heeft, dat
België met zoo'n klein legertje het heele
veldplan van Duitschland heeft verijdeld en
d'at hij waarschijnlijk anders zou gaani den
ken over een kleine weermacht.
En „waarschijnlijk" is het wel geweest,
want in 1923 heeft deze afgevaardigde het
steeds gehad over een prutsvlootje en nog
meer van die kleineerende woorden gebe
zigd.
Men1 moet voorzichtig zijn! Bij de vlootwet
debatten zijn de beginselen van elke serieuze
partij die tegenstemde met de voeten getre
den.
Allerlei argumenten zijn bijgebracht. Een
merkwaardig soort van argument door den
heer van Schaik was dit:
Dat door aanneming van de vlootwet de
Staat zich voor 6 jaar zou vastleggen aan
een defensieplan, etc.
Hij wenschte ieder jaar in vrijheid te be
slissen over een defensieplan. Wat is nu de
grief dat men zich zou vastleggen. Dat men
zich vastlegt is juist, maar dat het een grief
is, is verkeerd, 't Is waar, men bond zich voor
6 jaar. Maar is dat nu zoo'n bezwaar. Is men
niet gebonden aan de onderwijs wet, aan de
Nijverheidswet? Is men niet gebonden aan
het plan voor die drooglegging van de Zui-
dierzee?
Wie meent dat men niet gebonden moet
zijn bij een dergelijk voorstel, begrijpt het
niet. Bij een ontwikkelingspeil als hij het Ne
derlandsche volk kan men niet meer wen-
scben, als de boschjesmemschen, van den
eenen dag in den anderen te leven-
Willens en wetens zijn velen achter de
S. D. A. P. aangegaan. De vijftig menschen
die tegengestemd hebben dragen die verant
woordelijkheid van hun daad.
In het „Volk" wordt op de bekende wijze
tegen de A.-R. gescholden. De A.-'*-
zondebok geworden. Colijn wordt beschouwt
als de man die de kabinetsformatie op,?'c
wilde nemen. En zoo verschijnen ;®r
len in het „Volk" tegen Colijn. Voor kort
werd' er een artikel opgenomen "J1001!..,
hoofd „Colijn acht Ooljjn onot)l,p6e
naar aanleiding van een artikel vap
heer Marchant in de Vrljz. Demo<ir
derlanid" een Kamerfractie of U *8"
Koningin? Natuurlijk Hr. Ms. de JConinginl
Het artikel werd geschreven naar gameid mg
van een1 onderhoud' tusschon de A en
R.-K. over de kabinetsformatie' m®n
dan geen beraadslagingen houten oV6T
kabinetsformatie?
7'oen de .Nederlander" dan ook dit ar
tikel schreef was zij niet op de hoogte van
den toestand en was het beter geweest maar
te zwijgen-
j)e vijftig menschen die tegengestemd
hebben dienen nu een lijn aan te geven die
gevolgd moet worden. Waarom? Omdat vrij
buiterij °P politiek gebied niet mogelijk is.
Mei)1 heeft dus nu elkanders gezelschap weer
op <te zoeken om een richting aan te geven.
Nogmaals zij zijn verantwoordelijk voor hun
daad.
pe A.-R. achten een rechtsch kabinet in
menig opzicht vèr te verkiezen boven een
ander kabinet. Zij acht noodig een basis, Die
bagi'8 '8 weggenomen. Niet door de A.-R.
mafli' door de rechtsche die tegenstemden.
Er 1® den laatsten middag in de Kamer nog
ai rumoer geweest toen de heer Ruys be
weerde dat een ander rechtsch kabinet onmo
gelijk was. Wij hebben' dat niet beweerd,
doch wel gezegd dat het moeilijk zou zijn een
rechtsch kabinet te vormen. De A.R. wensch-
ten geen kabinet te zien optreden waarvan
het bestaan niet is verzekerd.
Het is moeilijk een rechtsch kabinet te vor
men, omdat het moeilijk is een accoord te
maken.
Laat men' dus een nieuwen weg ingaan.
De A.-R. zullen niet veel last veroorzaken.
Er te bij hen geen zucht om moeilijkheden te
maken.
De zaak is van te veel belang, omdat
',s landsbelang op spel staat. Wij willen onze
beginselen hoog houden. Wij weten, dat wan
neer God het land niet beschermt, het teniet
zal gaan. Wij willen met ernst den1 toestand
onder de oogen zien en er naar streven, het
tot een zoo goed mogelijke oplossing te bren
gen. Een hartelijk en welgemeend applaus
beloond spr. voor zijn geestdriftige rede.
De heer Bos dankt dr. Beumer voor de
wijze waarop hij zijn rede heeft gehouden.
Als ik de tolk ben van u, wij kunnen het dan
met elkaar eens zijn of niet, aan helderheid
of duidelijkheid1 heeft het niet ontbroken.
Als debater meldde zich aan de heer Groo
tendorst.
Zonder overdrijving. aldds de debater
kan gezegd worden dat het vlootwetvraag-
stuk .behoort 'tot de meest belangrijke onder
werpen van onzen tijd.
Met aandacht heb ik den heer Beumer ge
volgd-, doch ben het niet geheelmet hem
eens. Dat het vlootwetvraagstuk van groote
beteekenis is bewijst dat er zooveel personen
zich mee bemoeid hebben. Ook is het geble
ken bij het bekende volkspetitionnement. Wij
kunnen- deze menschen die er zich mee be
moeien in verschillende groepen onderbren
gen. De heer Beumer behoort tot de groep
van de niet deskundigen die zich. echter van
deskundige zijde heeft laten inlichten. De
literatuur over de vlootwet kunnen we even
eens splitsen in deskundige en niet-deskun-
dige geschriften.
Ik hecht alleen waarde aan de literatuur
van deskundige zijde. En nu heb ik deze lite
ratuur bestudeerd en dan wordt door de des
kundigen beweerd- dat er een' veel grootere
uitgave voor een goed leger en een goede
vloot noodig is. Het spijt me dat de heer B.
niet op het onvoldoende zijn van deze vloot
gewezen heeft. Wij moeten goede waar voor
ons geld hebben.
Het is typisch dat hier zoo weinig over ge
zegd is. De deskundigen hebben zich ten-
sloten neergelegd bij het kleine, vlootwet
plan, dit is voor mij begrijpelijk, omdat een
wet van 4 linieschepen niet mogelijk was.
Spr. schetst de grootte van onze Indische
eilanden. Het is onmogelijk met een kleine
vloot deze eilanden te verdedigen.
Alle regeeringen die wij voor 1908 hadden,
hebben het altijd zonder vlootwet aangedurfd
en nooit is er een poging gewaagd onze kolo
niën te nemen.
De heer B. heeft gezegd, dat de vlootwet
voor 6 jaar was doch alle deskundigen heb
ben gezegd dat wanneer men het vlootplan
aannam ook voor de tweede 6 jaar verbon
den zou zijn. Ook zou men dan een betere
verdediging te land moeten hebben:. Dit
wordt door spr. met verschillende citaten van
deskundige personen aangetoond.
Het behoeft geen betoog <lat er naast bet
vlootwetplan' nog bizondlere uitgaven komen.
Ik sta hier niet als een uiterst linksche.
Integendeel, ik ben het lang niet met de
S. D. A. P. én communisten eens. Ik ben
zeer sterk voor uitgaven voor leger en vloot,
maar ik wil -goede waar voor mijn geld. Er
zijn heel wat meer uitgaven noodig dan al
leen voor de vlootwet.
Spr. vraagt waarom de regeering de por
tefeuille-kwestie beeft aangegaan. Het is een
bewijs dat de regeering bet regeeren niet
zonder vlootwet heeft aangedurfd. Het
spreekt dus vanzelf dat wanneer we weer een
rechtsche regeering, krijgen ook weer een
vlootwet krijgen.
De heer B. heeft gezegd dat die 60 men
schen hebben tegengestemd omdat,zij niets
wilden uitgeven voor de vloot, dat is niet
zoo, maar ze wilden een goede vloot, waar
voor hun geld.
De heer Grootendorst zou een1 regeering
van rechtsche en linksche personen willen
hebben, die samen voor een landsverdedi
ging zijn.
Tweede debater was die heer Kuyck.
Als niet deskundig zal hij niet spreken
over de vlootwetaangelegenheden. Spr. vond
het wel wonderlijk dat er direct bezuinigd
moest worden op de ambtenaars-salarissen
Er zijn groepen die het beter kunnen opbren
gen dan de ambtenaren. Hij wil het vinden
op de belastingen, waaraan het groot-kapi
taal een' flink gedeelte zal kunnen opbren
gen.
De heer Kuyck heeft het verder over ver
mogensbelasting, hij heeft n i e t zooveel me
delijden met de vermogenden'.
De heer B. heeft gezegd dat alleen de
rechtsche voor de verdediging zijn, dat is
niet zoo.
In de „Standaard" heeft, naar deb. ver
nam, gestaan, dat elke crisisdag het land
400.000 kost. Kan de heer B. zeggen of dit
waar te?
Alsnu repliceerde dr. Beumer. Hij begon
met een woord van dank voor die welwillende
ontvangst. De heer Grootendorst en de heer
Kuyck hebben op aangename en kalm© wijze
gedebatteerd
Spr. wil de heer Grootendlorst allereerst ge
ruststellen met de nusdedeeling dat hij zich
op de hoogte gesteld had van de vlootwetaan-
gelegenheden en dat zooveel mogelijk doet
bij de dingen waarover hij stemt. Spr. heeft
een heel dossier over die vlootwet.
De debater heeft de geschriften gesplitst
in1 deskundige en ni^ deskundige. Ik heb
gezwegen over het petitionnement. Dit peti
tionnement is zeker van ondeskundigen.
Het vlootwetvoorstel te door deskundigen
ingediend. Zoolang ik me voor het gebied van
diefensie interesseer, dat te 20 jaar, te er een
hopelooze verdeeldheid' bij de deskundigen.
Ik verzeker u dat de moeilijkste oogen-
blikken zijn die van de militaire kwesties. Ik
heb heel vaak tot het laatste moment ge
wacht met het uitbrengen van mjjn stem, in
de overtuiging het beste te doen.
Het is juist bij de militaire zaken noodto
op te letten dat er niet onnoodig geld wordt
uitgegeven. Wij moeten met de beschikbare
middelen trachten te bereiken wat er mee
te bereiken ia Ik ben er niet vóór, onnoodig
veel geld uit te geven.
Ik laat dan ook in het midden of het niet
verkieselijker is, een grooter plan op te zet
ten. Ik weet dat er geschriften zijn, doch heb
me alleen bepaald hij het plan dat er was.
Zou de geachte debater denken dat er bij
een grooter plan meer kans tot slagen was
geweest?
Wanneer men ziet wat er in het buiten
land beschikbaar is, dan1 staan wij verre
achter.
Maar er is toch een reden waarom ik mijn
standpunt inneem. Allereerst wil ik tegen
spreken de bewering van Napoleon dat God
alleen met groote legers is. Ih 1914 is Neder
land eerstens buiten den oorlog gebleven
door Gods voorzienigheid. Maar wanneer we
ons willen bepalen, bij de menschelijke mid
delen dan is toch de directe mobilisatie van
ons leger de tweede factor. De mogendhe
den' hebben1 na den oorlog nu beweerd, dat zij
Nederland intact wilden houden omdat zij
bang waren, zich bovendien ook het Neder
landsche -leger op den hals te halen.
Wat was er gebeurd als Nederland géén
leger had gehad?
Wij kunnen niet met deze vlootwet ons
verdedigen, maar wel onze neutraliteit hand
haven.
Op de technische kwesties gaat spr. met
in, omdat hij zich alleen wil bepalen bij din
gen, waarin hij -goed thuis is.
De heer Grootendorst heeft ook nog. de
kwestie van de oplossing van de crisis aan
gehaald1. Deze heer is echter van meening
dat alle menschen van goeden wil zijn. De
oplossing is echter niet zoo makkelijk als de
heer Gr. denkt De heer Grootendorst heeft
iets groots op het oog. De meerderheid van
de Kamer zal daarmee zeker al niet accoord
gaan. Om meer te krijgen gaat dus niet en
om nog minder te krijgen zou geld weg
gooien zijn.
De heer Kuyck heeft het gehad' over ae
ambtenaarssalarissen. Hij te echter geheel
verkeerd geweest. Niet alleen' o pde ambte
naarssalarissen wordt bezuinigd, doch op
alle mogelijke andere dingen. In de nuliioe-
nennota staat een heele reeks van bezuini
gingen. u
De heer Kuyck meent verder dat de uit
gaven zijn gedaan niet in het belang van de
ambtenaren. Ook dit is niet het geval. ele
uitgaven hebben plaats voor de ambtenaren
en terwilje van de ambtenaren.
De heer Kuyck vraagt of er geen hoogere
kapitaalsbelastingen meer geheven worden.
Het is de vraag of dit echter in het belang
van het land is. De arbeidersklasse is er
veel meer bij gebaat dat de kapitaalsvorming
doorgaat, dan dat zij stil staat.
De beer Kuyck heeft ten slotte iets ge
zegd over de houding van de linkerzijde in
de defensie, in den tijd toen we 60 jaar een
links ministerie hadden. De heer Kuyck is
verder terug gegaan dan ik. Ik ben terug
gegaan tot 1904 en na dien heeft de linker
zijde in ooncreto niets voor de defensie ge-
Ten slotte de vraag of de „Standaard'
vermeld heeft dat iederen dag in de crisis
400.000 kost. Dit te zoo en wordt door spr.
nader uiteen gezet.
De heer Bos dankt tenslotte dr. Beumer
nogmaals voor zijn keurige rede. De aanwe
zigen voor hun belangstelling en d'e deba
ters voor hun debat en sluit daarna de ver
gadering met dankzegging.
Huldiging van de oude redders.
Ze zaten d'r allemaal: opa Rijkers, d'e borst
vol blinkende medailles, TabSie en hoe ze
nog meer heeten. Allemaal in d'r beste spul
len, met moeder de vrouw, kinderen, klein
en achterkleinkinderen tot in het derde ge-
Slacht. Eén rolde er al op z'n p artes poste-
riores, een achterkleinkind, bedoel ik.
Vanwege de gladdigheid. Enfin, we rollen
allemaal wel eens in ons leven, dus dat is
zoo erg niet. Ook de burgemeester was er,
en de heer la Lau, en de geest van Levy
Grunwald zweefde door de zaal.
Maar het Heldersche publiek was absent,
bij bosje was het thuisgebleven. Vandaar,
dat de geestdrift beneden A. P. was, al de^l
bet Casino-orkest reusachtig zijn best. De
heer Reetman zette een bedenkelijk gezicht:
„Slecht bezet, meneer!" zoo zei hij, en wy
moesten het beamen. Ofschoon: d'r waren
een stuk of wat frissche, jonge meisjes van
het genre kleindlochter, die nog veel leege ta
feltjes compenseerden.
En na veel steps, jazz's (jazzus, ik weet
heusch niet hoe het meervoud van dit rare
woord is) en een oogenblik wachten, gingen
ze allemaal naar hoven op het tooneel: opa
Rijkers, Tabbie, en hoe ze meer heeften,. Maar
ze bleven nog achter de coulissen. Toen kwa
men mevrouw Blihkbof en de heer Verschoor
met hun „Ode, opgedragen aan de Helder
sche Zeehelden".
Je komt als journalist voor rare dongen te
staan. Uit een nietsje moet je met veel om
haal van woorden soms een ietsje maken, en
het gerecht, dat je aan het publiek moet op
dienen, moet piquant en voldoende gezouten
zijn. Natuurlijk, niet waar? want u verlangt
ditzelfde ook van uw restaurateur of van uw
huisvrouw. Jawel, maar ik zit er maar mee.
Want je hebt spijs, die van huis uit weinig
zout verdragen kan.
min. De regeering heeft hem
Waarvoor dient het dat de „Ne<le a 5T
een artikel schrijft over „Wie
Ik. wil hiermee alleen maar zeggen, aax
het een vrij zielige en ziellooze vertooning
was. Dorus Rijkers zat, met nog een paar
collega's, in volle wapenrusting in een red
dingboot, die langzaam voortgetrokken werd,
en de anderen stonden in een lange rij op
het tooneel, keken naar het plafond of ïri do
zaal, en zeiden tot zich zelf, op Dorus Rijkers
doelend: Que diable allait il faire dans
cétte galère? Van „huldiging" was geen
sprake, de bedde executanten zongen een
stuk of wat liedjes, er was wat donder en
bliksem op het tooneel. en tenslotte kwam
de vertooning met deze oude menschen en
kregen ze een exemplaar van de gezongen
liedjes met de portretten van da beide exe
cutanten cadeau, en een toespraakje van den
heer Verschoor.