wanhopig van de buitengewone aandacht en eÖ sprak tot haar man: Henri, Ik stel voor, dat wij verder met een Ford-auto gaan rei zen, dan zullen de meoaschen tenminste niet gelooven dat wij hot zijn. (Figaro). De goede methode. Te Mount Vernon in1 de Staat New York zijn op last van het gemeentebestuur zo- ven straten, welke door hun ligging op de heuvelheEingen daarvoor geschikt waren, gedurende een dag gesloten voor het open bare verkeer, teneinde de kinderen gelegen heid te geven in de sneeuw te bobsleden. (New York Sun.) Overheidszorgd. De verkeerde methode. Het bestuur van een stad in de nabijheid van Rome zal eerstdaags een verordening afkondigen, waarbij zullen worden verboden omhelzingen en soortgelijke liefkozingen in die parken en op andere openbare plaatsen zoowel in het belang van, de gezondheid ala van de zedelijkheidl (Journal). i *n Beetje laat De Fransche aictie aan de Roer moge ge wettigd geweest zijn en verklaarbaar. Zij is niettemin een voorbeeld van economische sabotage, moedwilliger, heviger en verwoes tender dan ooit door een beschaafde natie in vredestijd is ondernomen, (New York World.) Krijg om de„Krijg". Indien men op het oqgenblik aanklopte aan ieder huis, in Iedere straat, in iedere stad en aan de bewoners vroeg of zij mis schien om de een of andere reden oorlog wenschten, dan zou ieder volwassen man en vrouw uitroepen: Om 's hemels wil, spaar ons den oorlog! Waarom zijto er desalniettemin oorlogen en diuiken er telkens nieuwe geruchten over oorlog op, naast de geruststellende verze keringen omtrent die zucht naar de wereld vrede? Omdat de oorlog' een verschrikkelijke be zoeking is, maar dat er niettegenstaande dit een giroote mogelijkheid in schuilt om.... dikke winst te maken! De geweldige voorraad goud!, die in de we reld is, is tegenwoordig in het bezit of al thans onder het beheer van een kleine groep bevoorrechte mannen. Men noemt ze ban kiers. En nu is het geworden tot een vloek voor al wat bankier of geldbezitter heet, dat hij dit geld niet eenvoudig kan bezitten of het op een stapel Laten liggen, maar dat dit goud bewegen moet, zóó, dat er nieuw goud mee wordt verdiend. De groot-geldbezitters moeten het gftkl rouleerend houden en hoe gek het ook klinke een permanente vrede houdt het geldi niet rouleerend genoeg. De beste ma nier om het geld' aan het rollen te krijgen is een enorme vraag naar leeningen te ver oorzaken. En een goed! middel om vraag leeningen te veroorzaken is.... 'n oorlogl Ziedaar het geheim. (The Oanadian Times.) Lang genoeg. Je jongen heeft eigenlijk te korte bee nen, niet? Onzin Hoe kom je daarbij. Ze komen toch tot aan den grond. Een belangrijke vraag. De man kwam do kamei van een dokter binnen. Hij zag er zeer terneergedrukt uit en was armoedig gekleed. De dokter zag wel, dat hjj hier zijn kennis om niet zou moeten geven. Wat saheelt er aan? vroeg d!e dokter. Mijn oogen zijn ontstoken antwoord de de man. De arts keek in de oogen ed adviseerde: Twee- of driemaal per dag wasschen met een kopje lauw water, waarin net zoo veel borax opgelost is, als er op een gulden kan liggen. Dank ul zei de man en wendde zloh naar de deur. Daar bleef hij aarzelend staan en zich weer omkeerepd, zeida hM:. Pardon, dokter zoudt u mij ook kun nen zeggen, waar ik die gulden vandaan ha len kan?. Verkeerd gesprongen Onderwijzeres op de H. B. S. Zeg eens Louise, wat zit je daar toch te lezen, zoo on- dor die iDöink» Louise: (Schuchter) *n minnebriefje, juf frouw. Onderwijzeres: Wat zeg je?.Nee, maar dat is nou toch wei wat al te erg.Hoe durf jij je met zulke dingen inlaten en het dan nog zonder blikken of blozen beken nen?. Louise: O, juffrouw het is geen briefje, dat aan mij gestuurd is.Het is van u, maar het lag onder de bank. BABBELUURTJE OVER MODE. Rokken. Voor hen, die bij het mantelpak nog graag de enkele rok dragen dus niet, zooals te genwoordig zeer veel gewoonte is, een japon bij den mantel bezitten geef ik hieronder eeinige geschikte en moderne modellen. Wanneer men h.v. een driekwart recht mo del mantel wü nemen van blauw of zwart kamgaren, dan is model Nummer I er een zeer mooie rok bij. Deze vorm bestaat uit een gladde, rechte achterbaan en een rechte voorbaan. Op deze voorbaan zijn drie voulants gezet met twee met tres bewerkte tusscüenstanden. De tussclienstanden worden afgesloten met drie knoopjes op de achterbaan. ml?. Mossel bleef veel in Rotterdam en zóu die Kerstdagen ook in Rotterdam doorbren gen. Den eersten Kerstmiddag ging hij. Ik bracht hem, als naar gewoonte, naar den trein. En op een oogenhlik komen we staande op het achterbaioon van lijn twee - c - den Nieuwe Zijda Voorburgwal. ii«n ronde reclamezuil trok onze aandacht Een groot biljet is daarop aangeplakt en annonceert een kerkooncert van. Moesol tesaanen inet Anton Verhey en Panline Do Haan op den a.s. tweeden Kerstmitkiagl Mossel kijkt ernaar alsof hfj het in Keulen hoort donderen. Alle menschen1, roept hij uit Arlj, zie je dat? Ik moet morgen spelen. En op het bepaalde uur zat Mossel in de Ronde Kerk inplaats van in Rotterdam. Een ander geval betreft de tourneé van den Franschen componist en organist Jean Huré. Huré was in Amsterdam en zou con cert eeren met Mossel en mevrou w Alida LomanLufroman. Ik was een opgeschoten jongen en het factotum van den cellist. Al lereerst had Wj mij die in die dagen juist bezig was wat Fr arisch te 1 eeren uit een van de gebruikelijke hoekjes de vuurproef doen ondergaan, door mij op een middag te verzoeken Huré te gaan hallen. Er aou een repetitie zijn en Huré logeerde bij Geurd Hekking en wist in het Museumkwartier geen weg. Ik moest Huré een reus van een man gaan hulen on babMde onderweg met mi) een onafgebroken verhaal In «"ranssch waarvan ik duizelde. Ik wist n'r beter, dan honderd maal aan oer. stuk M mons'jeu.oui, monstyeu. Hot was een benauwd half uur. Tijdens de repetitie hoor de ik de heeren lachen voor zes. Maar erger was het met een van ue con certen. Mossel was gewend^ dat lk wan neer hij door een van de vele omstandig heden van zijn overdrukke werkleven, n'et rechtstreeks van huis kon gaan tw plaats van bet concert verscheen m"t de O'üo. Zo$ Bij een' kort bont- of pluohemamtel staat zeer vlot het tweede modelletje, wat vervaar digd is uit fluweel. De vorm bestaat uit een rechte voor- en achterbaan, terwijl de zy- pand'en zeer klok-vormig gesneden zi)n- Een in vorm gesneden ceintuur geeft een ohio cachet aan den rok. Voor hetzelfde doel kan ook model num mer Hl dienen. Deze rok is van groot-geruite wollen stof vervaardigd en bestaat uit rechte voor- en achterbaan eai rechte rijbaan. Tusschen elk van de vóór naden is een schuine stof gezet d. w. z. de ruit is daar bij schuin genomen, welke aan den zoom on geveer veertig centimeter wijd is en van bo ven op niets eindigt. Door hun flinke onderwijdlte zijn de beide laatste modedien ook zeer geschikt voor sportrok. fwfc d.ïse keer» Hs* «snoert de Luthersche kerk op het Spui. Ik speel het derde nummer zei Mos sel dus kom maar tegen half drie. En hij wist dat ik er dan zijn zou. Ik was er dan ook met de bekende cello in die ellendig zware leeren kist. Maar nu heeft die kerk de eigenaardigheid, dat er geen podium is, doch slechts een beschei den staanplaats naast het orgel. En die plaats is niet te bereiken van de zaal uit, maar alleen vaquit een zijingang in de Handoogstraat, heelemaal aan de anderé zijde van het orgel. En dan langs alle moge lijke gangen en wegen buiten het kerklokaal om. En ik was hoewel op het nippertje wel op tijd aan de kerk, maar daarom nog niet bij het orgeL Sjouwend met de zware kist toog ik trap op, trap af, gang in, gang uit, langs de meest onbekende plekken. Op het laatst stond ik met de cello ergens op zolder. Het eerste nummer was gespeeld, heit tweede was gezongen, het publiek wachtte en ik zwierf ergens met het instru ment. voor het derde nummer en kon ner gens den toegang tot de orgelgaanderij vin den. Het angstzweet brak mij uit Vanwege de agitatie begon Huré maar weer op het orgel te preltK; eeren. Totdat ik eindelijk den juister; doorgang In het labyrinth vond. Mossel stond t' trappelen van ongeduld ach ter de balustrade. Drie minuten later speelde hij! Op dit oonoert volgden er meer. Eens was er een avondconcert geweest en van de oon- eertsaal uit .voren do drio kunstenaars ge gaan naar do woning van mevrouw Loman naar ik meen in de. Jan Luijkenstraat FM ik met de cello in de Icist naar huis. Terwijl ik al hoog on breed te bed was het zal half of één uur geweest rijn begint er op een - een'telefonisch alarm. Ik uit bed Aan de ht- foon wis Mossel Arij - ben je da-.r? J £t- Tenslotte nog oen zeer geschikt model voor een te moderniseeren costuum. Wanneer men bij dit pak een korte, nauwe rok bezit ia deze mot een andere mooi har- monieerende stof (bv. donkerblauw Serge met donkere Schotscho ruit of streep) uit stekend' om te toovoren tot den modernen rok No. IV. Men dlenit dan natuurlijk ook den mantel met die andore stof te gawieeren, wat b.v. heel goed kan geschieden door er een shawl- kraag en manchetten van te maken. En tus schen Iedere naad vanaf taille of heup klok- vormige punten aan te brengen. Desnoods kan langs don htelen onderkant van den mantel een rand nieuwe stof in dezelfde op vatting als de rok. Vooruitgang. Zeg eens, Jaapbunr wat worden die lui in de stad toch merakels knapl Daar heb ben ze me weer iets uitgevonden, dat de steenegrafie heet. Als je nou begint wat te vertellen en je hebt nog maar tien woorden gesproken, dan hebben ze je heele redevoe ring al van begin tot eind opgeschreven. Hiernamaals zal het je tiendubbeld beloond worden, maar we zijn bij mevrouw Loman weet je? Ja dat weet ik. En nou moet ik de cello hebben.We moeten gefotografeerd worden. Want't geval was, dat zich daar had opge daan de vroegere bekende fotograaf van de „Prins", de heer J. W. de Veer, en deze had verzocht een foto van Huré te mogen maken tijdens een.repetitie. Aldus was toegestaan. En ik moest uit bed. Want Mossel fotografeeren (tijdens een re petitie) zonder oello, dat ging niet. En in het midden van den nacht ging ik aan den wandel met de cellozak. In het eerstvolgende nummer van de Prins" verscheen de foto. Huré aan den vleugel, Mossel spelende en mevrouw Loman met het muziekblad in de hand. 's Nachts om half twee. En zoo al schrijvende doemen' de dingen weer op en in zoo bonte hoeveelheid, dat het vasthouden ondoenlijk is. Van zijn spel zal ik niet spreken. Alleen dat hij ontroerende satzen haast altijd speelde met gesloten oogen ook op het podium en dat hij voor mfl, indien noodig, altijd een toegangs bewijs schreef op een blocnotablaadje: „Ver zoeke toegang voor houder 8/10/08 J. Mossel." En dat eens op eenvan de ooncerr ten van Tierie in de „Vrije Gemeente", ter wijl ik na afloop zooals gewoonlijk de cello sta te wikkelen in flanellen doeken, een heer zoekend naar boven komt loopen tot naast het orgel, mijn handen grijpt en zegt:.... O, mijnheer, wat hebt u «schitterend gespeeld. Schitterend 1 Want 'bjj die ooncerton zat het publiek met den rug naar de ooncertgevers. Van zijn buitengewoon karakter zal ik ook niet «preken. Alleen vertellen, dat hij mijn zuster en mij toen ik een opgescho ten Knaap was en hem nog maar ternauwer nood kende een brief met het noodige asdd stuurde voor de rei» naar Den, Bildt, JOB EN DE EIEREN. Op zekeren dag, toen Job naar school ging, zag hij iets vrecseüjks gebeuren. Boer Gerritsen liep in zijn tuin langs de heg en ontdekte daar ineens een kip, die op een nest eieren zat te broeden. „Aha," lachte de man. „Een broedsche kip. Hoeveel eieren zou ze wel gelegd hebben En hij duwde de kip van het nest. Met een boos gekakel schoot liet dier onder de heg door op den weg, juist voor do vooten van Job, Verschrikt draaide de kip oinv stak den weg over enkwam juist onder een auto toreöht. De auto stopte met een schok. Maar do kip mankoordo gelukkig niets. Ze kwam achteraan onder de auto te voorschijn en vloog de heg aan den anderen kant over luid kakelende,^ wat ze dacht over boeren, jongens en auto s. Wat was boer Gerritsen boos. Mij had de kip niet voor den dag zieü komen en dacht, dat het dier dood onder de auto lag. n ,,'tls een schande zoo hard te rijden, riep hij boos tegen den automobilist. „Eén broedende kit» dood en twaalf eieren, op het punt van uit te komen, verloren. „En dat van een armen boer." ,;Maar het was niet onze schuld," zei do heer in de auto. „Iemand joog de kip onder de heg door. Toen schrok ze van dien en liep precies onder mijn wagen." Nu keerde de boer zich naar Job. Maar deze zei„Ik heb de kip niet aan 't schrik ken gemaakt. Ik zei alleen „„Kipje, kipje."" „Nu," zeide de boer nijdig*. „Iemand zal toch de schade moeten vergoeden." De heer in de auto maakte de motor aan den gang en zei: „Dezen keer toch vast niet. J e Kip is springlevend. En als ze niet meer gaat broeden, dan moet je de eieren maar op eten. Goeden dag 1" En weg was de auto. „De eieren opetenjammerde Gerritsen. „En de kuikens komen haast uit. Ik arme man. Altijd ongeluk 1" En hij schudde zijn vuist in de richting, waarin de auto ver dwenen was. Job had medelijden mot boer Gerritsen. Hij keek hem na, toen hij mopperende den weg af slenterde. Wat vreeselijk jammer van dat nost. Twaalf kuikentjes op het punt om uit te komen I Toen kreeg Job een schitterenden inval. Zoo vlug zijn kleine beentjes hem dragen wilden, holde hij naar school en vertelde daar aan vijf vriendjes, die hii op de speel plaats vond, de heele geschiedenis en ook, wat hij van plan was. „Zie Je, de kip zal daar wel niet meef {(aan broeden, omdat ze zoo geschrokken s," legde hij uit. „Laten wij nu elk twee eieren nemen, in elke zak één en ze warm houden in onze handen. Moeder zogt, dat ik altijd zulke, warme handen heb en dat hebben jullie zeker ook wel. Dan zullen over een paar uur de kuikentjes de sohalen wel stukplkken en wij zullon ze in het speel kwartier wat van onze koekjes en melk voeren. En vanmiddag brongon we ze weer bij boor Gerritsen. Dan zal hij wel blij zijn, want hij is zoo arm De vriendjes vonden het prachtig en holden dadelijk met Job mee* naar het land van boer Gerritsen. Elko jongen nam heel voorzichtig twee eieren on droeg ze in de handjes in zijn broekzakken naar school. n. Dien morgen gebeurde het heel dikwijls, dat de Juffrouw tegen do jongens moest zeggen, dat ze de handen op tafel moesten leggen. „Dat staat zoo leelijk, met je handen in je zakken te zitten," zei ze. Een keer hoorden de vriendjes een luid „Krak, krak". Ze luisterden-aandachtig of er geen „Piep, piep," volgde, maar ze hoor den niets. Wim was even vergeten, dat hij eieren in| zijn zakken had en bij het omdraaien in de bank had hij er een stuk gestooten. En toen hij vol verwachting voelde of er een kuikentje uit het ei kroop, voelde hij alleen iets erg vies' en glibberigs 1 Daar werd ineens op de deur geklopt en ons daar van den trein liet halen en ons een feestdag bezorgde met een rijtoer door de bossehen in een open tentwagen incluis, ons: twee simpele burgerkinderen. En waar om? Omdat wjj tijdens vacamtieverblijf van het gezin Mossel in De Bildt te Amsterdam opde poes pasten. Zoo was Mossel. Goed en groot. Royaal met een koninklijke zwierigheid, Goed- geefsch en hulpvaardig en tochToch kon hij soms een gezicht zetten of hij in tegendeel hulpbehoevend was en ons noo dig had. Maar dat was „louche". Wij hadden hem ieder uur van den daig noodig, maar hij ons eigenlijk nooit. Want hij wist alles en op alles raad en zijn relaties en kennis schappen liepen in het fabelachtige. Geen leerling of vriend-kunstenaar, die ooit een belangrijke plaats bezet heeft tot in de or- chesten van Finland of Zuid-Amerika of het was door middel van hem. Maar hij deed soms of hij het niet redden zou zonder ons. B.v.: Leopold Godowsky, de beroemde pianist, had een tourneé niet Mossel ge maakt door Holland. Ik had voor die tourneé 't -een en ander mogen doen. Tegelijk had ik 'n paar hoeken nooidg voor m'n harmonie- studie. Mossel had gezegd: Arfj, je moet die en die hoeken koopen. Ja, maar ik heb nog geen geld zei ik. Dan moet je maar geld verdienen! meende Mossel. En toen kwam de laatste dag van de tourneé en het vertrek den volgenden mor gen vroeg van Godowsky. Ik 'kreeg een mooi portret van den pianist, met onder schrift en veel dank voor m'n moeite. En 's avonds vertrok Godowsky van ons huis naar Pays Bas om 's morgens hetol vroeg naar Berlijn te reizen. Dienzelfden avond moest Mossel naar Rot terdam. En 'n kwartier voor z'n vertrek komt hij meens als in de hevigste agitatie binnen stuiven. boor Gerritsen stapte het lokaal binnen. ,Neem me niet kwalijk juffrouw," zei h(j: Maur eenigo jongens uit Uw klas hebben mijn eieren gestolen, Een van mijn dag- looners heeft het gezien „Onmogelijkriep de juffrouw uit. „Kijkt U hun zakken maar na, zei Ger ritsen weer, maar vóór er iets gebeuren kon werd de heele klas in rep en roer ge- bracht, doordat de hond van boer Gerritsen, die mee naar binnen was geloopen ineens Mies, "ae poes in de gaten kreeg Mies was een zwervend katje, dat de juffrouw medelijdend opgenomen bad en waarvoor- de kinderen om beurten wat eten en molk meebrachten. Mies, kromde haar rug en blies en de hond deed een geweldigen sprong over de tafel heen, om^ haar te grijpen. Maar Mies schoot net bijtijds onder een rij banken en een woedendè jacht begon. De meisjes gilden en de jongens renden mee, enkelen trachtend den hond te grijpen, ter wijl anderen M^es wilden pakken. Maar telkens stond een jongen plotseling stil, als hij een gekraak in zijn zakken bespeurde. Geen ei bleef er heel! Eindelijk sprong Mies uit het raam en vloog op de speelplaats in een boom, terwijl de hond er brommend omheen bleef loopen. De klas kwam weer tot rust. „Aha," riep de boer nu uit. „U hoeft niet meer in hun zakken te kijken, juffrouw. Zie eens t" En hij trok Job en Wim en nog een paar jongens vóór d6 klas. Het eiertjoor droop langs hun broeken en kousen en o die afschuwelijke lucht 1 „Daar," riep de boer uit. „Ik wist wel, dat het kleine dieven waren. Wat heb jullie nog to beweren, rakkers 1" Job's oogen' werden groot van schrik. „O, nee," riep hij uit. „We wilden ze alleen maar voor uitbroeden. U vertelde den mijnheer uit de auto, dat de eieren op het 'punt waren uit te komen. En ik dacht, dat ik twee snoezige kuikentjes in mijn zakken zou hebben en en het ruikt zoo vies... en het loopt allemaal langs' mijn beenen." Rn Jób begon te huilen. Wat zou Moeder wel zeggen? „Het loopt langs mijn beenen ook en" moeder zei, dat ik mijn broek vooral niet vuil mocht maken I" snikte Wim. De juffrouw en boer Gerritsen konden uit dat gehuil niets wijs worden. Maar einde lijk begrepen ze toch, hoe alles gebeurd was. De boer zei, dat hij niet bedoeld had, dat de kuikens zóó gauw zouden uitkomen. Maar Job wenschte dat de boer gezegd had, wat hij bedoelde. Dan had Job nu niet met zoo'n vieze broek naar Moeder behoe ven te gaan! RAADSELS. Oplossingen der vorige raadsels. I. Geduld overwint allee. winter slede sneeuw glad vogels. IL 1. Machinist. 2. Schoorsteenveger. 8. Mijnwerker. Goede oplossingen van belde raadsels ont vangen van: H. A.; N. B.; O. B.; N. de B.; J. B.; O., G. es J. B.; M. B.: II. en O. B.; E. de O.; F. A. en H. D.: J. v. D.; G. D.; Lv. D.jM. A. en O. A, D.; J. v. D.; D. en O. D.; S. E.; R. E.j A. F.; G. en J. v. F.; W. G.; B. en T. G.; A. de G.; M. 8. de G.; H. J. H.; J. H.j O. de H.;A. en J. v. d. H.; J. H.; J. L. de J.; W. J.: W. K.; W. on L. K.; J. K.; W. en J. K.; F. K.; B. K.j P. L.; H. en J. L.; B. P. L.: M. v. d. L.; O. J. v. M.; J. en D. v. M.; A. N.; B. en G. v. O.; M. O.; F. G. v. P.; L. P.; O. de R.; A. R; J. G. 8.; O. 8.; J. de 8.; J. A. S.; H. 8.; M. 8.; S. T.; L. en O. V.; K. V.; M. en Th. J. V.; O. P. V.; A. en O. de W.; A. M. v. W.; H. de W.j E. W.; 8. en A. W.; 8. en M. v. Z.; M. Z.; A. en W. ae Z. Nieuwe raadsels. I. Met b ben ik een dier, met k een soort man, met di een soort werkplaats. Wat ben lk? II. Het geheel is een spreekwoord van 10 woorden of 40 letters. 20, 86, 9,12 is een getal. 22, 25, 9, 8. 12,11 is een strafbare daad. 7, 10, 28, 29, 80 is een voedsel. 86,14,15, 89 is een waterplant. 6, 4, 5, 8 is een drank. 1, 2,18,16, 38, 89 is een jaargetijde. 17, 10, 18, 27, 31, 82 zijn er eerder dan kui kens. 26, 33,34, 85, 87,19 is een tuinbouwwerktuig. 28, 24, 21, 40, 3 is een meest dor landschap. God, Arij.... daar heb ik een ver schrikkelijk dinn vergeten voor Godowsky. Daar staan trwe^schilderijen en die moeten persé mee.... persé! Eenz. enz. Met heel Veel woorden wordt me aan het verstand gebracht, dat ik hier de eenige ben, die red ding-brengen kan. Ik moet morgenochtend vroeg de twee schilderijen naar den trein brengen. Mossel zal voor een rijtuig zorgen. En zoo gebeurt 's Morgens voor dag en dauw het was hartje winter en pikdonker, verschijnt een rijtuig voor onze deur en ik verdwijn met de schilderijen. (Het waren twee levensgroote beeltenissen van.Mos sel zelf en wat Godowsky er mee heeft moe ten uitvoeren heb lk nooit kunnen snappen I) Aan het Centraal Station wacht ik den pianist en begeleid hem naar den trein. Go dowsky leunt uit 'het geopende portierraam en steekt mij, terwijl hy al rijdt, nogmaals de hand toe: Ich danké noch vielmals..fl vieimals! Natuurlijk grijp ik de hand efl voel er wat in glijden. Godowsky wuift mij toe en ik sta op het perron met in m'n handhet geld, dat ik voor die studio- boeken noodig had. Nu had ik het niet gekregen, maar ver diend. Zoo was Mossel. Zoo begrepen we altijd pas achterna hoe hij alles in stilte geschikt had en hoe hjj de onbegrijpelijke wegen be wandelde van zijn prachtige groote mon- schenhart. Wij begrepen het altijd pas later, dat we veel to weinig voor hem deden en dat zi)n schijnbare ruwheid niet anders was dan een harnas, dat hij zijn teere en artistieke ziel had moeten omsmeden. En vooral en dat zal van nu aan nog met den, dag erger worden, vooral begrepoo we altijd pas later, veel later, dat zijn zorgen voor ons veel dieper gingen, dan wij ooi» wisten. Mme Corry. mm

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1924 | | pagina 14