wanhopig van de buitengewone aandacht en
eÖ sprak tot haar man: Henri, Ik stel voor,
dat wij verder met een Ford-auto gaan rei
zen, dan zullen de meoaschen tenminste niet
gelooven dat wij hot zijn.
(Figaro).
De goede methode.
Te Mount Vernon in1 de Staat New York
zijn op last van het gemeentebestuur zo-
ven straten, welke door hun ligging op de
heuvelheEingen daarvoor geschikt waren,
gedurende een dag gesloten voor het open
bare verkeer, teneinde de kinderen gelegen
heid te geven in de sneeuw te bobsleden.
(New York Sun.)
Overheidszorgd.
De verkeerde methode.
Het bestuur van een stad in de nabijheid
van Rome zal eerstdaags een verordening
afkondigen, waarbij zullen worden verboden
omhelzingen en soortgelijke liefkozingen in
die parken en op andere openbare plaatsen
zoowel in het belang van, de gezondheid
ala van de zedelijkheidl
(Journal).
i
*n Beetje laat
De Fransche aictie aan de Roer moge ge
wettigd geweest zijn en verklaarbaar. Zij is
niettemin een voorbeeld van economische
sabotage, moedwilliger, heviger en verwoes
tender dan ooit door een beschaafde natie
in vredestijd is ondernomen,
(New York World.)
Krijg om de„Krijg".
Indien men op het oqgenblik aanklopte
aan ieder huis, in Iedere straat, in iedere
stad en aan de bewoners vroeg of zij mis
schien om de een of andere reden oorlog
wenschten, dan zou ieder volwassen man en
vrouw uitroepen: Om 's hemels wil, spaar
ons den oorlog!
Waarom zijto er desalniettemin oorlogen
en diuiken er telkens nieuwe geruchten over
oorlog op, naast de geruststellende verze
keringen omtrent die zucht naar de wereld
vrede?
Omdat de oorlog' een verschrikkelijke be
zoeking is, maar dat er niettegenstaande dit
een giroote mogelijkheid in schuilt om....
dikke winst te maken!
De geweldige voorraad goud!, die in de we
reld is, is tegenwoordig in het bezit of al
thans onder het beheer van een kleine groep
bevoorrechte mannen. Men noemt ze ban
kiers.
En nu is het geworden tot een vloek voor
al wat bankier of geldbezitter heet, dat hij
dit geld niet eenvoudig kan bezitten of het
op een stapel Laten liggen, maar dat dit goud
bewegen moet, zóó, dat er nieuw goud mee
wordt verdiend.
De groot-geldbezitters moeten het gftkl
rouleerend houden en hoe gek het ook
klinke een permanente vrede houdt het
geldi niet rouleerend genoeg. De beste ma
nier om het geld' aan het rollen te krijgen
is een enorme vraag naar leeningen te ver
oorzaken. En een goed! middel om vraag
leeningen te veroorzaken is.... 'n oorlogl
Ziedaar het geheim.
(The Oanadian Times.)
Lang genoeg.
Je jongen heeft eigenlijk te korte bee
nen, niet?
Onzin Hoe kom je daarbij. Ze komen
toch tot aan den grond.
Een belangrijke vraag.
De man kwam do kamei van een dokter
binnen. Hij zag er zeer terneergedrukt uit
en was armoedig gekleed.
De dokter zag wel, dat hjj hier zijn kennis
om niet zou moeten geven.
Wat saheelt er aan? vroeg d!e dokter.
Mijn oogen zijn ontstoken antwoord
de de man.
De arts keek in de oogen ed adviseerde:
Twee- of driemaal per dag wasschen
met een kopje lauw water, waarin net zoo
veel borax opgelost is, als er op een gulden
kan liggen.
Dank ul zei de man en wendde zloh
naar de deur. Daar bleef hij aarzelend staan
en zich weer omkeerepd, zeida hM:.
Pardon, dokter zoudt u mij ook kun
nen zeggen, waar ik die gulden vandaan ha
len kan?.
Verkeerd gesprongen
Onderwijzeres op de H. B. S. Zeg eens
Louise, wat zit je daar toch te lezen, zoo on-
dor die iDöink»
Louise: (Schuchter) *n minnebriefje, juf
frouw.
Onderwijzeres: Wat zeg je?.Nee, maar
dat is nou toch wei wat al te erg.Hoe
durf jij je met zulke dingen inlaten en het
dan nog zonder blikken of blozen beken
nen?.
Louise: O, juffrouw het is geen briefje,
dat aan mij gestuurd is.Het is van u,
maar het lag onder de bank.
BABBELUURTJE OVER MODE.
Rokken.
Voor hen, die bij het mantelpak nog graag
de enkele rok dragen dus niet, zooals te
genwoordig zeer veel gewoonte is, een japon
bij den mantel bezitten geef ik hieronder
eeinige geschikte en moderne modellen.
Wanneer men h.v. een driekwart recht mo
del mantel wü nemen van blauw of zwart
kamgaren, dan is model Nummer I er een
zeer mooie rok bij.
Deze vorm bestaat uit een gladde, rechte
achterbaan en een rechte voorbaan. Op deze
voorbaan zijn drie voulants gezet met twee
met tres bewerkte tusscüenstanden.
De tussclienstanden worden afgesloten
met drie knoopjes op de achterbaan.
ml?. Mossel bleef veel in Rotterdam en zóu
die Kerstdagen ook in Rotterdam doorbren
gen. Den eersten Kerstmiddag ging hij. Ik
bracht hem, als naar gewoonte, naar den
trein. En op een oogenhlik komen we
staande op het achterbaioon van lijn twee -
c - den Nieuwe Zijda Voorburgwal.
ii«n ronde reclamezuil trok onze aandacht
Een groot biljet is daarop aangeplakt en
annonceert een kerkooncert van. Moesol
tesaanen inet Anton Verhey en Panline Do
Haan op den a.s. tweeden Kerstmitkiagl
Mossel kijkt ernaar alsof hfj het in Keulen
hoort donderen.
Alle menschen1, roept hij uit Arlj, zie je
dat? Ik moet morgen spelen.
En op het bepaalde uur zat Mossel in de
Ronde Kerk inplaats van in Rotterdam.
Een ander geval betreft de tourneé van
den Franschen componist en organist Jean
Huré. Huré was in Amsterdam en zou con
cert eeren met Mossel en mevrou w Alida
LomanLufroman. Ik was een opgeschoten
jongen en het factotum van den cellist. Al
lereerst had Wj mij die in die dagen juist
bezig was wat Fr arisch te 1 eeren uit een van
de gebruikelijke hoekjes de vuurproef
doen ondergaan, door mij op een middag te
verzoeken Huré te gaan hallen. Er aou een
repetitie zijn en Huré logeerde bij Geurd
Hekking en wist in het Museumkwartier
geen weg. Ik moest Huré een reus van
een man gaan hulen on babMde
onderweg met mi) een onafgebroken verhaal
In «"ranssch waarvan ik duizelde. Ik wist n'r
beter, dan honderd maal aan oer. stuk M
mons'jeu.oui, monstyeu. Hot was een
benauwd half uur. Tijdens de repetitie hoor
de ik de heeren lachen voor zes.
Maar erger was het met een van ue con
certen. Mossel was gewend^ dat lk wan
neer hij door een van de vele omstandig
heden van zijn overdrukke werkleven, n'et
rechtstreeks van huis kon gaan tw plaats
van bet concert verscheen m"t de O'üo. Zo$
Bij een' kort bont- of pluohemamtel staat
zeer vlot het tweede modelletje, wat vervaar
digd is uit fluweel. De vorm bestaat uit een
rechte voor- en achterbaan, terwijl de zy-
pand'en zeer klok-vormig gesneden zi)n-
Een in vorm gesneden ceintuur geeft een
ohio cachet aan den rok.
Voor hetzelfde doel kan ook model num
mer Hl dienen.
Deze rok is van groot-geruite wollen stof
vervaardigd en bestaat uit rechte voor- en
achterbaan eai rechte rijbaan.
Tusschen elk van de vóór naden is een
schuine stof gezet d. w. z. de ruit is daar
bij schuin genomen, welke aan den zoom on
geveer veertig centimeter wijd is en van bo
ven op niets eindigt.
Door hun flinke onderwijdlte zijn de beide
laatste modedien ook zeer geschikt voor
sportrok.
fwfc d.ïse keer» Hs* «snoert
de Luthersche kerk op het Spui.
Ik speel het derde nummer zei Mos
sel dus kom maar tegen half drie. En hij
wist dat ik er dan zijn zou.
Ik was er dan ook met de bekende cello
in die ellendig zware leeren kist. Maar nu
heeft die kerk de eigenaardigheid, dat er
geen podium is, doch slechts een beschei
den staanplaats naast het orgel. En die
plaats is niet te bereiken van de zaal uit,
maar alleen vaquit een zijingang in de
Handoogstraat, heelemaal aan de anderé
zijde van het orgel. En dan langs alle moge
lijke gangen en wegen buiten het kerklokaal
om.
En ik was hoewel op het nippertje
wel op tijd aan de kerk, maar daarom nog
niet bij het orgeL Sjouwend met de zware
kist toog ik trap op, trap af, gang in, gang
uit, langs de meest onbekende plekken. Op
het laatst stond ik met de cello ergens op
zolder. Het eerste nummer was gespeeld,
heit tweede was gezongen, het publiek
wachtte en ik zwierf ergens met het instru
ment. voor het derde nummer en kon ner
gens den toegang tot de orgelgaanderij vin
den. Het angstzweet brak mij uit Vanwege
de agitatie begon Huré maar weer op het
orgel te preltK; eeren. Totdat ik eindelijk
den juister; doorgang In het labyrinth vond.
Mossel stond t' trappelen van ongeduld ach
ter de balustrade.
Drie minuten later speelde hij!
Op dit oonoert volgden er meer. Eens was
er een avondconcert geweest en van de oon-
eertsaal uit .voren do drio kunstenaars ge
gaan naar do woning van mevrouw Loman
naar ik meen in de. Jan Luijkenstraat FM
ik met de cello in de Icist naar huis.
Terwijl ik al hoog on breed te bed was
het zal half of één uur geweest rijn begint
er op een - een'telefonisch alarm. Ik uit bed
Aan de ht- foon wis Mossel
Arij - ben je da-.r?
J £t-
Tenslotte nog oen zeer geschikt model
voor een te moderniseeren costuum.
Wanneer men bij dit pak een korte, nauwe
rok bezit ia deze mot een andere mooi har-
monieerende stof (bv. donkerblauw Serge
met donkere Schotscho ruit of streep) uit
stekend' om te toovoren tot den modernen
rok No. IV.
Men dlenit dan natuurlijk ook den mantel
met die andore stof te gawieeren, wat b.v.
heel goed kan geschieden door er een shawl-
kraag en manchetten van te maken. En tus
schen Iedere naad vanaf taille of heup klok-
vormige punten aan te brengen. Desnoods
kan langs don htelen onderkant van den
mantel een rand nieuwe stof in dezelfde op
vatting als de rok.
Vooruitgang.
Zeg eens, Jaapbunr wat worden die
lui in de stad toch merakels knapl Daar heb
ben ze me weer iets uitgevonden, dat de
steenegrafie heet. Als je nou begint wat te
vertellen en je hebt nog maar tien woorden
gesproken, dan hebben ze je heele redevoe
ring al van begin tot eind opgeschreven.
Hiernamaals zal het je tiendubbeld beloond
worden, maar we zijn bij mevrouw Loman
weet je?
Ja dat weet ik.
En nou moet ik de cello hebben.We
moeten gefotografeerd worden.
Want't geval was, dat zich daar had opge
daan de vroegere bekende fotograaf van de
„Prins", de heer J. W. de Veer, en deze had
verzocht een foto van Huré te mogen maken
tijdens een.repetitie.
Aldus was toegestaan. En ik moest uit bed.
Want Mossel fotografeeren (tijdens een re
petitie) zonder oello, dat ging niet. En in
het midden van den nacht ging ik aan den
wandel met de cellozak. In het eerstvolgende
nummer van de Prins" verscheen de foto.
Huré aan den vleugel, Mossel spelende en
mevrouw Loman met het muziekblad in de
hand. 's Nachts om half twee.
En zoo al schrijvende doemen' de dingen
weer op en in zoo bonte hoeveelheid, dat het
vasthouden ondoenlijk is. Van zijn spel zal
ik niet spreken. Alleen dat hij ontroerende
satzen haast altijd speelde met gesloten
oogen ook op het podium en dat hij
voor mfl, indien noodig, altijd een toegangs
bewijs schreef op een blocnotablaadje: „Ver
zoeke toegang voor houder 8/10/08 J.
Mossel." En dat eens op eenvan de ooncerr
ten van Tierie in de „Vrije Gemeente", ter
wijl ik na afloop zooals gewoonlijk de cello
sta te wikkelen in flanellen doeken, een heer
zoekend naar boven komt loopen tot naast
het orgel, mijn handen grijpt en zegt:....
O, mijnheer, wat hebt u «schitterend gespeeld.
Schitterend 1
Want 'bjj die ooncerton zat het publiek met
den rug naar de ooncertgevers.
Van zijn buitengewoon karakter zal ik
ook niet «preken. Alleen vertellen, dat hij
mijn zuster en mij toen ik een opgescho
ten Knaap was en hem nog maar ternauwer
nood kende een brief met het noodige
asdd stuurde voor de rei» naar Den, Bildt,
JOB EN DE EIEREN.
Op zekeren dag, toen Job naar school
ging, zag hij iets vrecseüjks gebeuren. Boer
Gerritsen liep in zijn tuin langs de heg en
ontdekte daar ineens een kip, die op een
nest eieren zat te broeden. „Aha," lachte
de man. „Een broedsche kip. Hoeveel eieren
zou ze wel gelegd hebben En hij duwde
de kip van het nest.
Met een boos gekakel schoot liet dier
onder de heg door op den weg, juist voor
do vooten van Job, Verschrikt draaide de
kip oinv stak den weg over enkwam
juist onder een auto toreöht. De auto stopte
met een schok. Maar do kip mankoordo
gelukkig niets. Ze kwam achteraan onder
de auto te voorschijn en vloog de heg aan
den anderen kant over luid kakelende,^ wat
ze dacht over boeren, jongens en auto s.
Wat was boer Gerritsen boos. Mij had de
kip niet voor den dag zieü komen en dacht,
dat het dier dood onder de auto lag. n
,,'tls een schande zoo hard te rijden,
riep hij boos tegen den automobilist. „Eén
broedende kit» dood en twaalf eieren, op
het punt van uit te komen, verloren. „En
dat van een armen boer."
,;Maar het was niet onze schuld," zei do
heer in de auto. „Iemand joog de kip onder
de heg door. Toen schrok ze van dien
en liep precies onder mijn wagen."
Nu keerde de boer zich naar Job. Maar
deze zei„Ik heb de kip niet aan 't schrik
ken gemaakt. Ik zei alleen „„Kipje, kipje.""
„Nu," zeide de boer nijdig*. „Iemand zal
toch de schade moeten vergoeden."
De heer in de auto maakte de motor aan
den gang en zei: „Dezen keer toch vast
niet. J e Kip is springlevend. En als ze niet
meer gaat broeden, dan moet je de eieren
maar op eten. Goeden dag 1" En weg was
de auto.
„De eieren opetenjammerde Gerritsen.
„En de kuikens komen haast uit. Ik arme
man. Altijd ongeluk 1" En hij schudde zijn
vuist in de richting, waarin de auto ver
dwenen was.
Job had medelijden mot boer Gerritsen.
Hij keek hem na, toen hij mopperende den
weg af slenterde.
Wat vreeselijk jammer van dat nost.
Twaalf kuikentjes op het punt om uit te
komen I
Toen kreeg Job een schitterenden inval.
Zoo vlug zijn kleine beentjes hem dragen
wilden, holde hij naar school en vertelde
daar aan vijf vriendjes, die hii op de speel
plaats vond, de heele geschiedenis en ook,
wat hij van plan was.
„Zie Je, de kip zal daar wel niet meef
{(aan broeden, omdat ze zoo geschrokken
s," legde hij uit. „Laten wij nu elk twee
eieren nemen, in elke zak één en ze warm
houden in onze handen. Moeder zogt, dat
ik altijd zulke, warme handen heb en dat
hebben jullie zeker ook wel. Dan zullen
over een paar uur de kuikentjes de sohalen
wel stukplkken en wij zullon ze in het speel
kwartier wat van onze koekjes en melk
voeren. En vanmiddag brongon we ze weer
bij boor Gerritsen. Dan zal hij wel blij zijn,
want hij is zoo arm
De vriendjes vonden het prachtig en
holden dadelijk met Job mee* naar het land
van boer Gerritsen. Elko jongen nam heel
voorzichtig twee eieren on droeg ze in de
handjes in zijn broekzakken naar school.
n.
Dien morgen gebeurde het heel dikwijls,
dat de Juffrouw tegen do jongens moest
zeggen, dat ze de handen op tafel moesten
leggen.
„Dat staat zoo leelijk, met je handen in
je zakken te zitten," zei ze.
Een keer hoorden de vriendjes een luid
„Krak, krak". Ze luisterden-aandachtig of
er geen „Piep, piep," volgde, maar ze hoor
den niets. Wim was even vergeten, dat hij
eieren in| zijn zakken had en bij het
omdraaien in de bank had hij er een stuk
gestooten. En toen hij vol verwachting
voelde of er een kuikentje uit het ei kroop,
voelde hij alleen iets erg vies' en glibberigs 1
Daar werd ineens op de deur geklopt en
ons daar van den trein liet halen en ons een
feestdag bezorgde met een rijtoer door de
bossehen in een open tentwagen incluis,
ons: twee simpele burgerkinderen. En waar
om? Omdat wjj tijdens vacamtieverblijf van
het gezin Mossel in De Bildt te Amsterdam
opde poes pasten.
Zoo was Mossel. Goed en groot. Royaal
met een koninklijke zwierigheid, Goed-
geefsch en hulpvaardig en tochToch
kon hij soms een gezicht zetten of hij in
tegendeel hulpbehoevend was en ons noo
dig had. Maar dat was „louche". Wij hadden
hem ieder uur van den daig noodig, maar
hij ons eigenlijk nooit. Want hij wist alles
en op alles raad en zijn relaties en kennis
schappen liepen in het fabelachtige. Geen
leerling of vriend-kunstenaar, die ooit een
belangrijke plaats bezet heeft tot in de or-
chesten van Finland of Zuid-Amerika of het
was door middel van hem.
Maar hij deed soms of hij het niet redden
zou zonder ons.
B.v.: Leopold Godowsky, de beroemde
pianist, had een tourneé niet Mossel ge
maakt door Holland. Ik had voor die tourneé
't -een en ander mogen doen. Tegelijk had ik
'n paar hoeken nooidg voor m'n harmonie-
studie. Mossel had gezegd: Arfj, je moet die
en die hoeken koopen.
Ja, maar ik heb nog geen geld zei ik.
Dan moet je maar geld verdienen!
meende Mossel.
En toen kwam de laatste dag van de
tourneé en het vertrek den volgenden mor
gen vroeg van Godowsky. Ik 'kreeg een
mooi portret van den pianist, met onder
schrift en veel dank voor m'n moeite. En
's avonds vertrok Godowsky van ons huis
naar Pays Bas om 's morgens hetol vroeg
naar Berlijn te reizen.
Dienzelfden avond moest Mossel naar Rot
terdam.
En 'n kwartier voor z'n vertrek komt hij
meens als in de hevigste agitatie binnen
stuiven.
boor Gerritsen stapte het lokaal binnen.
,Neem me niet kwalijk juffrouw," zei h(j:
Maur eenigo jongens uit Uw klas hebben
mijn eieren gestolen, Een van mijn dag-
looners heeft het gezien
„Onmogelijkriep de juffrouw uit.
„Kijkt U hun zakken maar na, zei Ger
ritsen weer, maar vóór er iets gebeuren
kon werd de heele klas in rep en roer ge-
bracht, doordat de hond van boer Gerritsen,
die mee naar binnen was geloopen ineens
Mies, "ae poes in de gaten kreeg Mies
was een zwervend katje, dat de juffrouw
medelijdend opgenomen bad en waarvoor-
de kinderen om beurten wat eten en molk
meebrachten. Mies, kromde haar rug en
blies en de hond deed een geweldigen
sprong over de tafel heen, om^ haar te
grijpen. Maar Mies schoot net bijtijds onder
een rij banken en een woedendè jacht begon.
De meisjes gilden en de jongens renden mee,
enkelen trachtend den hond te grijpen, ter
wijl anderen M^es wilden pakken. Maar
telkens stond een jongen plotseling stil, als
hij een gekraak in zijn zakken bespeurde.
Geen ei bleef er heel! Eindelijk sprong
Mies uit het raam en vloog op de speelplaats
in een boom, terwijl de hond er brommend
omheen bleef loopen. De klas kwam weer
tot rust.
„Aha," riep de boer nu uit. „U hoeft niet
meer in hun zakken te kijken, juffrouw.
Zie eens t" En hij trok Job en Wim en nog
een paar jongens vóór d6 klas. Het eiertjoor
droop langs hun broeken en kousen en
o die afschuwelijke lucht 1
„Daar," riep de boer uit. „Ik wist wel,
dat het kleine dieven waren. Wat heb jullie
nog to beweren, rakkers 1"
Job's oogen' werden groot van schrik.
„O, nee," riep hij uit. „We wilden ze alleen
maar voor uitbroeden. U vertelde den
mijnheer uit de auto, dat de eieren op het
'punt waren uit te komen. En ik dacht, dat
ik twee snoezige kuikentjes in mijn zakken
zou hebben en en het ruikt zoo vies...
en het loopt allemaal langs' mijn beenen."
Rn Jób begon te huilen. Wat zou Moeder
wel zeggen?
„Het loopt langs mijn beenen ook en"
moeder zei, dat ik mijn broek vooral niet
vuil mocht maken I" snikte Wim.
De juffrouw en boer Gerritsen konden
uit dat gehuil niets wijs worden. Maar einde
lijk begrepen ze toch, hoe alles gebeurd was.
De boer zei, dat hij niet bedoeld had, dat
de kuikens zóó gauw zouden uitkomen.
Maar Job wenschte dat de boer gezegd
had, wat hij bedoelde. Dan had Job nu niet
met zoo'n vieze broek naar Moeder behoe
ven te gaan!
RAADSELS.
Oplossingen der vorige raadsels.
I. Geduld overwint allee.
winter slede sneeuw glad vogels.
IL 1. Machinist.
2. Schoorsteenveger.
8. Mijnwerker.
Goede oplossingen van belde raadsels ont
vangen van:
H. A.; N. B.; O. B.; N. de B.; J. B.; O., G. es
J. B.; M. B.: II. en O. B.; E. de O.; F. A. en
H. D.: J. v. D.; G. D.; Lv. D.jM. A. en O. A,
D.; J. v. D.; D. en O. D.; S. E.; R. E.j A. F.;
G. en J. v. F.; W. G.; B. en T. G.; A. de G.;
M. 8. de G.; H. J. H.; J. H.j O. de H.;A. en
J. v. d. H.; J. H.; J. L. de J.; W. J.: W. K.;
W. on L. K.; J. K.; W. en J. K.; F. K.; B. K.j
P. L.; H. en J. L.; B. P. L.: M. v. d. L.; O. J.
v. M.; J. en D. v. M.; A. N.; B. en G. v. O.;
M. O.; F. G. v. P.; L. P.; O. de R.; A. R; J.
G. 8.; O. 8.; J. de 8.; J. A. S.; H. 8.; M. 8.;
S. T.; L. en O. V.; K. V.; M. en Th. J. V.;
O. P. V.; A. en O. de W.; A. M. v. W.; H. de
W.j E. W.; 8. en A. W.; 8. en M. v. Z.; M. Z.;
A. en W. ae Z.
Nieuwe raadsels.
I. Met b ben ik een dier, met k een soort
man, met di een soort werkplaats. Wat ben lk?
II. Het geheel is een spreekwoord van 10
woorden of 40 letters.
20, 86, 9,12 is een getal.
22, 25, 9, 8. 12,11 is een strafbare daad.
7, 10, 28, 29, 80 is een voedsel.
86,14,15, 89 is een waterplant.
6, 4, 5, 8 is een drank.
1, 2,18,16, 38, 89 is een jaargetijde.
17, 10, 18, 27, 31, 82 zijn er eerder dan kui
kens.
26, 33,34, 85, 87,19 is een tuinbouwwerktuig.
28, 24, 21, 40, 3 is een meest dor landschap.
God, Arij.... daar heb ik een ver
schrikkelijk dinn vergeten voor Godowsky.
Daar staan trwe^schilderijen en die moeten
persé mee.... persé! Eenz. enz. Met heel
Veel woorden wordt me aan het verstand
gebracht, dat ik hier de eenige ben, die red
ding-brengen kan. Ik moet morgenochtend
vroeg de twee schilderijen naar den trein
brengen. Mossel zal voor een rijtuig zorgen.
En zoo gebeurt 's Morgens voor dag en
dauw het was hartje winter en pikdonker,
verschijnt een rijtuig voor onze deur en ik
verdwijn met de schilderijen. (Het waren
twee levensgroote beeltenissen van.Mos
sel zelf en wat Godowsky er mee heeft moe
ten uitvoeren heb lk nooit kunnen snappen I)
Aan het Centraal Station wacht ik den
pianist en begeleid hem naar den trein. Go
dowsky leunt uit 'het geopende portierraam
en steekt mij, terwijl hy al rijdt, nogmaals
de hand toe: Ich danké noch vielmals..fl
vieimals! Natuurlijk grijp ik de hand efl
voel er wat in glijden. Godowsky wuift mij
toe en ik sta op het perron met in m'n
handhet geld, dat ik voor die studio-
boeken noodig had.
Nu had ik het niet gekregen, maar ver
diend.
Zoo was Mossel. Zoo begrepen we altijd
pas achterna hoe hij alles in stilte geschikt
had en hoe hjj de onbegrijpelijke wegen be
wandelde van zijn prachtige groote mon-
schenhart.
Wij begrepen het altijd pas later, dat we
veel to weinig voor hem deden en dat zi)n
schijnbare ruwheid niet anders was dan een
harnas, dat hij zijn teere en artistieke ziel
had moeten omsmeden.
En vooral en dat zal van nu aan nog
met den, dag erger worden, vooral begrepoo
we altijd pas later, veel later, dat zijn zorgen
voor ons veel dieper gingen, dan wij ooi»
wisten.
Mme Corry.
mm