E
T
Derde Blad.
n
VAN ZATERDAG 19 JANUARI 1924.
GEMEENTE-BEGROOTING
EN SALARISSEN.
(Ingezonden).
Geachte Redlactie,
De onbevooroordeelde lezer zal het met
mij eens zijn, dat uw medewerker in zijn
onderschrift op mijn ingezonden stuk in, uw
blad van 16 dezer al bitter weinig weerlegt
van het geer - maar voren heb gebracht
Wat die medewerker wèi doet, is mij in de
schoenen schuiven, dat ik het onderwerp
waarover het gaat, niet im zijn geheel heb be-'
studeerd em dat ik bovendien een verkeerde
voorstelling heb gegeven van hetgeen, hij na
rijp beraad ten beste heeft gegeven»
Dat laatste berust dan hierop, dat ik het
zou hebben vc rgesteJd, diat mijn opponent in
de eerste en voornaamste plaats een aanval
heeft gedaan op de arbeidsvoorwaarden van
het gemeente -personeel. Bij aandachtige le
ring van mijn stukje zal men echter tot de
conclusie komen, dlat ik mij te dien opzichte
voorzichtig, beter gezegd1 niet zeer gedeci
deerd, uitliet, en eigenlijk niets meer deed
dan de gedachte aan de idee ,4e salarissen
sluitpost der begrooting" bestrijden.
Ik meen, cfcat ik er mij, wat dit onderwerp
betreft, thans niet meer toe behoef te be
palen met te zeggen, dat die gedachte zeer
zeker wel aanwezig was in het artikel „De
Gemeentebegrooting voor 1924", doch dat uw
medewerker in zijn onderschrift van 15 dezer
meerdere uitdrukkingen bezigt, die een zeer
duidelijke 'tendenz inhouden om het tekort
op de begroeting geheel of gedeeltelijk te
dekken door verlaging der salarissen van het
personeel. Als voorbeeld! moge ik aanhalen
den volzin: „En het zou tot eer strekken van
het gemeente-personeel, indien het zich op
kon werkem tot het algemeen sociaal inzicht,
dat d'e gemeenschap door middel van het be
stuur niet uitsluitend maar kan zorgen voor
goede arbeidsvoorwaarden, maar tevens oog
moet hebben voor het algemeen."
Duidelijk gezegd, niet waar? Ja, duidelijk,
maar tevens van niet veel waardeering ge
tuigend omtrent de opvattingen van het ge
meente-personeel. Ik wil mij over dit laatste
echter niet te zeer teleurgesteld betoonen,
want omtrent de huiseigenaren houdt uw
medewerker er al geen verhevener ideeën op
na. Immers van hen heet het, dat zij bij in
voering eener straatbelasting heel spoedig
die belasting op de huurders zullen weten.' te
verhalen!
Zoo ben ik dan meteen aangeland bij de
bespreking déor uwen medewerker van de
belastingen, die ik in mijn vorig artikeltje
noemde. Hier onderscheidt mijn bestrijder al
heel slecht.
Ik toch bepaalde er mif toe met te zeggen,
dat ik het gelukkig acht, dat in deze ge
meente die belastingen niet worden geheven;
hij dioet het voorkomen alsof ik heb aanbevo
len die belastingen te heffen. En ten opzichte
der inkomsten uit de gemeente-bedrijven
staat de zaak precies evenzoo.
Ik zal daarom op dit een en ander niet
verder ingaan, ofschoon er omtrent de ter
zake geleverde beschouwingen nog wel het
een en ander op te merken valt.
Over „het onderwerp niet in zijn geheel
bestudeeren" en het „na rijp beraad naar
voren brengen" gesproken!
Volgens uwen medewerker is hij de mam
van het rijp beraad1 en ben Ik die van het on
volledig bestudeeren. Als één van de bewij
zen1 daarvoor moet zeker gelden zijn aanha
ling, dat er in 1923 ook nog een subsidie is
geraamd voor werkloozenkassen van f 8000.
Triomfantelijk als het ware voegt hij daar
aan toe: „Die staan zeker in 1924 stop, al
thans wordt daarvoor nu niets afzonderlijk
uitgetrokken." Neen, waarde tegenstander,
die staan niet stop, maar de begrooting voor
1924 wijst er voor aan 10.000. Men moet
toch maar durven!
Wannéér ik nu hieraan nog toevoeg
zulks in verband met het samenkoppelen van
verschillende zaken door uwen medewerker
dat voor subsidie Burgerlijk Armbestuur
voor 1924 ruim 8000 meer is geraamd dan
er in 1922 voor uitgegeven Is, dat er voor
kindervoeding in 1924 is geraamd 8000,
tegen een uitgaaf van 100 In 1922 en van
1460 in 1928, en dat ln 1923 uit den post van
60.000 voor werkverschaffing e.d. ook is
betaald 18.000 als (garantieloon aan haring
vissobers en 7800 ais loonbeslag aan ha
ring- en geepvisschers, dan meen ik van dit
onderwerp eigenlijk
stappen,
ïk v
ook wel te kunnen af-
wensch echter te dien aanzien nog de
opmerking te maken, dat de vermindering
der Ibedragen Voor werkverschaffing e4.,
waarop uw medewerker wijst gegeven het
feit dat het gemeentebestuur van Helder
steedstoont de economisch zwakken vol
doende te willen helpen er reeds op duldt,
dat de betrekkelijke post aan het verdwijnen
is, al zal hij dan ook het volgende jaar nog
niet geheel verdwenen zijn.
Ofschoon ik vermoed, dat uw medewerker,
waar hij blijkbaar nogal studie maakt van de
gemeente-financiën en bezuinigingen daar
op, wel kennis zal hebben genomen van de
geschili fterf, die omtrent die onderwerpen
zijln uitgegeven door de Maatschappij voor
Nijverheid en Handel, mog© ik ten slotte nog
de aandacht vragen voor hetgeen de door die
Mij. ingestelde Oommissie voor d'e Bezuini
ging in het Decembernummer van het orgaan
der Mij. zegt, nadat zijl eerst verschillende
middelen ter bezuiniging op de gemeente-
financiën heeft aangegeven, namelijk: „Komt
men er dan nog niet dan is eerst verlaging
van loonen en salarissen aan de orde. Hier
bij zal men echter hebben na te gaan, of
deze werkelijk buitengewoon hoog zijn en
slechts die loonen en salarissen kunnen ver
minderen, welke onder de tegenwoordige om
standigheden1 niet te verantwoorden zijn."
Met beleefden dank,
Uw dw.,
K.
Wederom in den breede ingaan op dit
•tuk van den geaehten inzender K., lijkt ons
monnikenwerk toe. Want dan verwijdert de
discussie zich van het punt van uitgang.
Hst punt van uitgang was, dat voor 1926
zeker op niet meer dan 750.000 als op
brengt der inkomsten-belastlrj"' viel te re
kenen en voor 1924 geen 825.000 zal op
brengen. Zoodat, hij een nadoe lig verschil
tusschon inkomsten en uitgaven van rond
972.000, er bij het opmaken der begrooting
1925 gezorgd moet worden voor dekking van
222.000. Daarbij hebben wij -"eschreven,
dat het o.i. verkeerd was om het surplus van
vorige dienstjaren ad 147.000 inééns ten be
hoeve van de begrooting 1924 aan te wen
den, omdat dan ten volle, hetzij door be
lastingverhooging, hetzij door verlaging der
salarissen dit bedrag moet gevonden wor
den.
Het gevolg van d'e vendeéhag van die
147.0ÓÖ over 2 dienstjaren, zou echter zijn,
dat men op de begrooting 1924 te kort komt
het bedrag wat voor 1925 zou worden be
stemd. Het komt ons voor, en dat was de
strekking van ons betoog, dat het Ooilege
van B. en W. niet aandurven de gevolgen
van dien maatregel, welke er toe zou moeten
leiden, dat dit College belastingverhooging
zoude moeten voorstellen, of als men1 dat
niet wil, met voorstellen tot vermindering
der arbeidsvoorwaarden. En zoo het College
van B. en W. dit n u niet doen en straks ook
de Raad niet, dat dan voor 1926 de gevol
gen zoo ernstig juist voor het gemeente-
personeel zal zijn, als in ons eerste betoog
reeds aangegeven. Wamt een elk voelt dat
waar n u het College van B. en W. om te
ontkomen aan belastingverhooging (of an
dere maatregelen) reeds voor 1924 een
verkeerde politiek gaat voeren in het voor
woord wordt dit erkend), zeker voor 1925
niet met voorstellen zal komen, welke dan
(zullen .mloéten ledden Kot verhooging van
inkomsten, boven het nu geraamde met
222.000.
Een elk. die nog eenig gevoel voor de bit
tere werkelijkheid bezit, zal dit beamen.
Maar dan is het pleit beslecht ten nadeel©
van het gemeente-personeel. Dan vallen alle
theoriën omtrent te voeren loonpolitiek
door de Overheid Lc. de gemeente Helder,
in elkaar.
Alle nevenbeschouwingen, welke slechts
de hoop uitspreken, dat deze of .geene ont
vangst wel zal meevallen, of nog wel aan
gevuld zou kunnen worden door ontvang
sten onder andere benaming, dan wel hopen
op verlaging van uitgaven, zal blijken te zijn
een sprong in het duister.
En' als de geachte inzender K., dit niet met
ons zal willen Inzien, zal straks het ge
meente-personeel wel ontwaren, wie de
dupe worden van deze wijlelmoedige hou
ding van het gemeentebestuur. Niet dat be
stuur, maar het personeel in dienst van de
gemeente! Dat was en is en blijft de quin-
tessens van ons eerst betoog.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Liefdadigheidsvoorstelling
Stafmuziekcorps.
Ten bate van het Duitsche en Drentsche
kind had het corps musici der Marinekapel
besloten tot het organiseeren van een lief
dadigheidsavond, waarvoor het de mede
werking van eenige stad'genootem kreeg.
Voor een goed-gevulde zaal er waren nog
wel leeg© stoelen, maar op vele ervan hing
het briefje van „besproken", hetgeen dus
wees op een verkochte plaats, voor een
avond als deze de hoofdzaak, werd Don
derdagavond een afwisselend! programma
uitgevoerd, waaraan werd medegewerkt door
mevrouw RienksRiedel (zang), en dé hee-
ren J. H. Scholten, oud-luitenant ter zee
(levensliedjes), G. Jok van der Lee (decla
matie), terwijl de pianobegeleiding in han
den van den heer Arie van de Weg was. Een
tweede medewerkster, mevrouw Vélthuys—
Huchshorn, wier naam eveneens op het pro
gramma was vermeld, had zich wegens on
gesteldheid doen verontschuldigen.
Als promotor voor deze dames en hoeren
trad de heer L. Grunwald op. Deze heer be
zit ongetwijfeld flux de bouche, maar hij
mist de noodige zelfbeheersching die nu een
maal voor den openbaren redenaar noodig
zijn Langs vele kronkelwegen der rhetorica
kwam hij via Cato, dien redenaar van Anno
167 v. C., die elke redevoering met de woor
den eindigde „Voorts ben ik van meening,,
dat Carthago verwoest moet worden" te-
reoht op Poincaré, die iets dergelijks.
niet van Dultschland gezegd heeft, om ten
slotte te eindigen bij d'e Heldersche Courant
en derzelver verslaggever om via den heer
Brouwer weder terecht te komen op den toe-
komstigen wederopbouw dér wereld. Onge
twijfeld een stoute sprong. Daarna verdween
de spreker achter het .gordijn en begon na
eenige seconden aan het tweede deel van
zijn speech. Helaas brak op dit oogenblik de
punt van ons potlood, zoodat wij' onzen le
zers hieromtrent niets kunnen mededeelen.
Als eerste nummer van het programma
werd door een viertal musici, t w. de hoeren
Pala, Stelnroth, Strobel en van Vessem
Haydn'a beroemde Kwinten-kwartet (op 76
uo. 2) uitgevoerd; een dankbaar en bekoor
lijk nummer, dat een goede inzet was van
dezen avond, Mevrouw Rienks zong daarna
een viertal liederen, twee van Poter Corne-
lius, een van Cath. van Rennes en een be
koorlijk, elegant liedeke van Wierts. Zij was
dezen avond bizonder goed gedisponeerd en
liet aan de liedjes alle recht wedevaren, en
zij werd op voortreffelijke wijze begeleid
door den heer Van de Weg.
'sHeeren van der Lee's declamatie van
von WMenbruch's bekende „Heksenlied"
hadden wij' jaren terug eens gehoord. Zij
kon ons destijds, herinneren wij; ons, slechts
matig boeien. Dezen avond was het tegen
deel het geVal; de heer van der Lee droeg
dit zware werk voor op een wijze, die alles
zins valt te loven. Uit den aard der zaak is
eene vertaling nimmer van de suggestieve
kracht, die het origineel bezit; hier en daar
troffen wij dan ook gedeelten, die minder
vlot verliepen in deze Hollandsche verzen.
Maar de heer van der Lee heeft dit werk
geheel innerlijk doorvoeld, en met prach
tige zelfbeheersching wist hij al zijn drama
tische zeggingskracht in de voordracht te
leggen, waardeer deze, ondanks enkele
zwakke of verkeerde intonaties, sterk
ontroerde. Natuurlijk heeft de muzikale
illustratie van Max Schillings, vertolkt door
den heer van de Weg, ook haar aand'eel in
den algemeenen indruk, dien dit werk
maakt. Het applaus was dan ook hartelijk en
welverdiend.
Tenslotte dé heer Scholten. HiJ had
's geestigen pater van Meurs* „Kriekende
Kriekske" op zijn repertoire geplaatst, en
het deedl goed! deze eenvoudige, geestige, en
helaas veel te weinig bekende Retuwsche
a weder eens te hoeren. De heer
holten had er zelf wijsjes bij gemaakt, en
declameerde ze aldus aan de piano. Boven
dien bezit de heer Scholten genoegzame flux
de bouche en geest om zijin auditorium, op
de manier van den levenslied-vertolker, een
oogenblikje bezig te houden met een praatje
van-memendal en een geestigheidje of bon
mot, zoodat zijn optreden een aangename af
wisseling bracht. Na de pauze kwam hij met
zijn eigen marineliedjes, waarvan hij een 80
exemplaren ter beschikking van het comité
had gesteld. Daar dit speciale Nieuwediep-
sche liedjes zijn sloegen ze natuurlijk bij
het publiek ten zeerste in.
Tot slot een muzikaal grapje van Mozart,
ingeleid door een „verklaring" vaai den heer
L. Grunwald (meer zullen we er maar niet
van zeggen), welke muzikale grap ook door
het publiek hoogelijk gewaardeerd werd.
Mozart laat hier zijn geest en zijn. humor den
vrijen teugel; het is een verzameling van
cacophonieën, die niettemin uiterst genoeg
lijk aandoen, en die herhaaldelijk een scha
terlach ontlokten aan het publiek door de
geestige wijze waarop sommige instrumen
ten werden aangewend.
In de pauze werd een groot aantal voor
werpen, door verschillende personen aan het
Comité geschonken, verloot, waardoor vele
gelukkige prijswinnaars met gevulde han
den of zakken huiswaarts gingen, en de kas
van het Comité niet onbelangrijk gestijfd
werd.
De officier van administratie le k!., de
heer Franssen, bracht met een enkel woord
hulde aan het initiatief van het Stafmuziek-
oorps, en dank aan de verschillende mede
werkers, die tot het welslagen van dezen
avond' medewerkten. Wij dienen overigens
nog te vermelden, dat het strijkorkest van
het corps met zeer goede muziek de pauzen
aanvulde.
Het was reeds zeer laat, toen het nadiansje
aanving. Daar hiervoor voldoende liefheb
sters en liefhebbers aanwezig waren, zal dat
ongetwijfeld wel geanimeerd zijn verloopen»
Olivier Twist op de film.
Evangelische Maatschappij.
Uit een advertentie ln dit nummer blijkt,
dat dsi W. B. Onnekes, Maandagavond voor
de afdeeling Helder der Evangelische Maat
schappij alhier zal spreken over „de Aflaat".
Ned. Ver. van Huisvrouwen.
Zóltan Székely en Paul Schramm.
Hier volgen qdg eenige uitspraken van
critici omtrent d'e béide artisteni, die as. Don
derdag hier optreden.
De operette „Domme Doortje"
in Casino.
Het Ijs.
Wiel gebroken.
De hel ln het Roergebied.
Het Comité schrijft ons: Behalve de col
lectes en dé gegeven voorstellingen, waar
van de opbrengst ten bate van de Holland
sche kinderen ln het Roergebied is afgedra
gen, stond alsnog op het programma eene
liefdadigheidsvoorstelling.
Deze voorstelling zal plaats vinden op
26 Januari a.s. in Casino. Het betreft hier
niet alleen de weldadigheid) betrachten, waaT
dit nog zoo bitter noodig is, maar een schit
terend programma zal afgewerkt worden, is
er ook voor liefhebbers gelegenheid te over,
om te genieten:
Veel, zeer veel is er al van het Helder
sche publiek gevergd, zeer veel is ook reeds
gedlaan om den zoo bitteren nood' te lenigen,
maar dat het noodig is, blijkt wel uit de be
richten, die mem in verschillende couranten
kan lezen.
Dus helpt, koopt kaarten, te meer, waar
voor een luttelen entreé-prijs een avond van
kunst en genot wordt geboden. Voor nadere
bijzonderheden verwijtzen wij' naar de aan
plakbiljetten en de in dit blad' voorkomende
advertentie.
BINNENLAND.
Invoerrecht op koffie.
Eenige keeren is reeds gemeld, dat een in
voerrecht op koffie te wachten zou zijn.
Naar wij thans met zekerheid vernemen is
inderdaad binnenkort een wetsontwerp tot
heffing vam invoerrecht op koffie te
wachten. TeL
Spoorwegpersoneel.
Het pachtvraagstnk.
Urgentie-program Bond van
Landpachtera.
Ontslag.
Aan een aantal hulpoommiezen der belas
tingen op daggeld is, naar de Ambtenaar
meldt, tegen 1 Mei ontslag aangezegd.
Het ontslag van de gehuwde ambtenares.
Verslag der Gemeentelijke Arbeidsbeurs
over de maand December 1928.
MANNEN.
Aanvragen van werkgevers kwamen in
om:
1 banketbakker, 22 grondwerkers, 1 kleer
maker, 84 losse-werklieden, 8 schilders, 1
timmerman, 1 timmersmansleerling ben. 18
jaar, 25 transportarbeiders.
Totaal 138 personen.
Aanbiedingen kwamen in van:
3 bankwerkers, 2 bouwk. opzichters, 1
broodbakker, 1 electricien, 70 grondwerkers,
8 kantoorbedienden, 1 kantoorbediende
ben. 18 Jaar, 2 kleermakers, 1 klinker, 8 land
arbeiders, 1 letterzetter, 2 loodgieters, 98
losse-wehklieden, 7 losse-werkHeden ben. 18
jaar, 2 loopknechts, 1 loopjongen ben. 18
jaar, 1 machine-drijver, 11 metselaars, 1 ma
chinist, 1 matroos, 8 opperlieden, 1 rijwiel
hersteller, 15 schilders, 2 stokers, 2 stukah
doors, 1 smid-bankwerker, 4 smidsleerlin
gen ben. 18 jaar, 18 timmerlieden, 8 timmers-
mansleerlingen ben. 18 jaar, 54 transport
arbeiders, 1 tuinman.
Totaal 316 personen.
Geplaatst werden:
1 banketbakker, 22 'grondwerkers, 84 losse-
werkHeden, 2 schildérs, 1 timmerman, 1 tim-
mernianéleerling ben. 18 Jaar, 26 transport
arbeiders.
'Totaal 136 personen.
VROUWEN.
Aanvragen van werkgeefsters kwamen in
om:
2 aardappelschilsters, (2 dagdienstboden,
2 dagmeisjes ben.. 18 jaar, 6 dienstboden, 1
huishoudster, 1 stenotypiste, 1 waschvrouw,
8 werksters.
Totaal 22 personen.
Aanbiedingen kwamen ln van:
8 aardappelschilsters, 2 dagdienstboden, 4
dagmeisjes, 8 dienstboden, 1 modiste, 14
werksters, 2- winkeljuffrouwen ben. 18 jaar.
Totaal 34 personen.
Geplaatst werden:
2 aardappelschilsters, 2 dagdienstboden,
5 dienstboden, 1 steno-typiste, 7 werkster».
Totaal 17 personen.
Een „kriekske" noemt men in de Betuwe een
krekeltje, en,pater van Meure, die zeer beschei
den was ten opzichte van zijn gedichtjes, vond zé
niet goed genoeg om met dien zang van een nach
tegaal of leeuwerik te worden vergeleken. Maar,
zoo zeide hij, laat lt dan maar een krekeltje
zijn: „een kriekende kriekske ia béter as niks''.
Clivier Twist is een van de eerste romans
van den grooten Engelschen schrijver, na de
Piokwick Papers eigenlijk het eerste groote
werk, waarmede hij in het publiek optrad. Het
is ook het eenige zijner werken, dat in dé mis-
dadigerswereld van Londen speelt. Rondom
deze figuren van misdaad' en verwording heeft
de fantasie van Dickens de romantische figuur
van den jeugdigen Olivier geschapen» Het was
begrijpelijk, dat een werk als dit zich bij uitstek
leende voor de verfilming en zoo kunnen' wij
dan deze week in de Witte Bioscoop Olivier's
avonturen op de rolprent bijwonen.
Op verzoek van den heer Kuiper woonden
wij gisteravond de eerste vertooning bij. De film
heeft het verhaal getrouw op den voet gevolgd';
slechts wordt het geheim van Olivier's geboorte,
dat aan het eind door Olivier's halfbroeder, on
der de pressie van Olivier's beschermer Brown-
low wordt onthuld, ons in een kort voorspel
reeds aan het begin kenbaar gemaakt. En uit-
teraard is de geschiedenis, die in een achttal
deelen is verwerkt, bekort. Maar overigens ma
ken wij Olivier's lotgevallen mede: zijn ge
boorte in het armhuis, de slechte behandeling
aldaar, en de scène, waarhij de jonge Olivier
om nog wat- eten moet vragen, voor welk straf
baar feit hij een week opgesloten wordt. Wij
zien hem ais doodgravers-leerjongen achter zijn
baas aan loopen om aan te zeggen, wij zien
hem met Noach Claypole vechten toen deze zijn
moeder lasterde, wij zien hem tenslotte ont
snappen (anders dan in het boek, door een
riool), en op weg naar Londen den „jongeheer"
Dawkins, gezegd „de Draaier" ontmoeten, welke
hem binnenleidt ln het doorluchtige gezelschap
van Fagin en de zijnen. Alles wat Olivier onder
vindt in zijn jonge, reeds veelbewogen leven, is
met liefde en zorg in scène gezet; moeite noch
kosten zijn gespaard om dit werk zoo goed mo
gelijk te maken. De costuums uit de dagen van
Dickens verhoogen de aantrekkelijkheid nog.
De rol van Olivier Twist wordt vertolkt door
den jeugdigen, reeds wereldberoemden .Tackie
Coogan. Wij moeten constateeren, dat dit ke
reltje zijn taak voortreffelijk vervult. Hij is
op en top'de 'Olivier, zooals die door Dickens
's beschreven, en de groote beheerschtbeid',
waarmede hij de verschillende scènes uitbeeldt,
zijn mimiek, zijn gansche doen en laten zijn
voortreffelijk juist en kinderlijk. Geen wonder,
dat deze jongens-figuur het publiek, dat per slot
van rekening verzot is op dit soort romantiek,
bekoort en boeit. Van de andere figuren moet
vooral Fagin worden genoemd, de lugubere oude
jood1, dien Dickens ons in al de afgrijselijkheid
van zijn lage karakter schildert» De heer Brown-
low, Olivier's beschermer en weldoener, had
zich een uiterst genoeglijk type van deftigen
oud-Engelschen gentleman gemaakt. De ver
schrikkelijke misdadiger-figuur van Sikes vond
een waardig vertolker in een pootigen acteur.
De verschrikkelijkste scène in het boek is de
achtervolging, door de menschenmenigte, van
Nancy's moordenaar. Deze heeft men ter wille
van d'e regie wat ingekort, maar toch kans ge
zien een groote menigte woedende menschen
bjjeerf te brengen. En Sike's dood wonen we
bij. tot zelfs de scène met den hond is gevolgd.
Voor de Engelschen is Dickens nog altijd
een nationale held, een schrijver, wiens naam
ze met eerbied noemen. Daarom behoeft het ons
niet te verwonderen, dat deze roman met zoo
groote liefde is verfilmd', en wij raden ieder,
die het werk kent (en ook die het niet ként) aan
het deze week eens te gaan zien. Oud' en jong
zal' ervan genieten.
Het bijprogramma van deze week is ook bij
zonder mooi: van de ontzettende aardbeving,
die Tokio en Yokohama verwoestte, krijgen we
een goeden indruk. Vooral in Yokohama was
de catastrophe geweldig, het is 'een en. al pir'n
wat'men ziet, en vluchtende menschen. Verder
is er een aardig blijspel, „Circushloed", dat in
derdaad aanbevelenswaardig is, ook al zou men
overigens voor dit soort films niet veel voelen.
Er komt betrekkelijk weinig van circusleven in
voor, en het verloop is voor romantische zielen
uiterst bevredigend. Alleraardigst is de gedres
seerde hond in een ander blijspel, die een baby
leert kruipen en loopen en nog meer verwon
derlijke dingen doet. Men kan deze week veilig
een avond' afzonderen, men zal er geen spijt
van hebben.
Voor deze Vereeniging zal a.a Dinsdag 22
Januari, 's avonds 8.30 uur, in het lokaal van
den heer Van Weelde, Koningsplein, als spreek
ster optreden Mevrouw Roorda van Eysinga
Bakker, secretaresse van de afd. Haarlem, met
het onderwerp: „Kan de huisvrouw, nevens
haar gezinstaak, zich ook nog wijden aan Maat
schappelijk Werk?"
'Waar wij zoo dikwijls van huisvrouwen ho>
ren, dat haar werk voor haar gezin haar niet
toelaat zich met maatschappelijk werk te be
moeien, of lezingen e. a. bij' te wonen, lijkt deze
lezing vooral voor die huisvrouwen in de eerste
plaats geschikt.
Mevr. Roorda van Eysinga, zelf een huis
vrouw, vindt toch nog tijd, niet alleen het secre
tariaat van de afd» Haarlem op zich te nemen,
wat veel tijd eischt, doch kan zich naast dit
werk, zonder haar gezin te verwaarloozen, ook
nog wijden aan ander maatschappelijk werk.
Misschien vinden allen, die deze lezing bij
wonen, daarna ook nog eens een uurtje extra,
om de huishoudelijke zorgen te vergeten en
haar gedachten en tijd aan ander werk te geven.
„Berlinier Börsenzeitxmg-", 5 April 1923.
Zijn brillanfce techniek- en 'hartstochtelijk tem
perament zijn verbonden aan warme innigheid, zoo
dat Székely telkens weer, zelfs het meest ver
wende oor, weet te boeien.
,,Peeter Journal", Bndapest, 26 Nov.-1921.
Székely bezit alle eigenschappen tot een violist
van wereldberoemdheidden grooten, manlijken
toon, de meesterlijke techniek; energieke etok-
voering en een warm temperament; en daarbij
een prachtig stijlbegrip, ontwikkeld uit zijn hoog
gecultiveerde muzikaliteit.
„A. B. C.", Madrid. 11 Deo. 1928.
Zoltan Székely laat zijn viool zingen. Door zijn
meesterschap over zijn edel instrument en rijp
artistiek temperament, sleepte hij het geheels
auditorium mede.
„Piiblicitas", Barcelona, 24 Dec. 1923.
Zijn superieure technische eigenschappen staan
teni dienste van een buitengewoon muzikaal tem
perament en selecten geest. Székely heeft gespeeld
op een wijze, die de geheele zaal ontroerde.
„Het Nieuwe van dien Dag", 2 Febr. 1922.
We voelen dat er een groote aan den vleugel
zit. Liszts Ohampanelle was phenomenaal.
„Nieuwe Rottend. Oourant", 2 Febr. 1922.
Volmaakte techniek. 6 Febr. 1922. Een uitmun
tend kunstenaar, in Beethoven's Sonate dichter
lijk diep gevoel. Grandioze technische zwier.
Een eminente.
Men schrijft ons:
Niet alleen Zondagavond als de beroemde
actrice Esther de Boer—van Rijk ln „Casino"
met „Eva Bonheur" komt, kan het.uitgaand
publiek genieten, doch ook Woensdagavond 23
Januari zal het operette-gezelschap van Max
Gabriël, dat een grooten naam ln Holland' heeft
en het vorig seizoen zulk een énorm succes
hier had met de opvoering der „Bajadère", on
getwijfeld een groot publiek trekken en zullen
velen zich opmaken om deze operette, die vaak
voor uitverkochte zalen opgevoerd werd, bij te
wonen.
De Kunst" schrijft: .„de artistieke waar
de staat boven twijfel verheven.... innerlijk
en uiterlijk is er veel zorg aan besteed.Het
nieuwste werk van Max Gabriël staat boven het
gewone peil der operette. Het is een opéra
comique.... Inhoud, oompositie en uitvoering
werden, naar het daverend applaus te oordeelen,
zeer gewaardeerd."
„Het Nieuws van den Dag" schrijft:„een
enorm succes, een zeer gunstig onthaal.en
voortdurend luid applaus, een warme ovatie.
Max Gabriël, die zelf dirigeerde, moest ten too-
neele verschijnen» Onder daverend applaus werd
hem een lauwerkrans aangeboden. Het was een
indrukwekkend oogenblik.een opgetogen
luid Juichende menigte vulde de zaal. De toeloop
was zoo enorm geweest, dat de bereden politie
voor het gebouw de orde moest handhaven."
Niemand verzuime de prachtige creatie van
onze grootste operette-actrice Beppie de Vries
bij te wonen.
De toestand van het ijs is in onze gemeente
gedurende de tweede vorstperiode niet best. In
middels schijnt de dooi alweer de overhand te
hebben en zijn de goede verwachtingen van
schaatsenrijdend Helder voorloopig weer den
bodem ingeslagen. Donderdag j.1. bleek alleen
het gedeelte fortgracht tusschen Midden- en
Hulsduinerweg betrouwbaar. Overal elders was
het mis. De politie liet dan ook in samenwerking
met Gemeentewerken op verschillende plaatsen
waarschuwingsborden aanbrengen, 'o.m. aan
het Heldersche Kanaal, dat door de scheepvaart
weer in beslag was genomen. Wij kunnen dan
ook niet genoeg waarschuwen voor het roeke
loos zich op het ijs wagen i Vooral ouders en
onderwijzers zullen goed doen dit den kinderen
voor ten oudén!
(Het reddingsmateriaal is op de door ons reeds
vroeger vermelde punten (o.m. bij de brug
wachters) nog steeds aanwezig.
Donderdagmiddag tegen 3 uur brak op de
Prins Hendriklaan nabij het Bondsgebouw een
voorwiel van een steenkolenwagen, gelukkig
zonder persoonlijke ongelukken. De volle last
moest op een inmiddels gehaalden anderen wa
gen worden overgeladen, alvorens de verkeers-
belemmering uit den weg kon worden geruimd.
Volgens de „Telegraaf" zullen de onderhan
delingen over de bezuinigingsvoorstellen tus
schen de directie der Ned^rlandsche Spoorwe
gen en de vertegenwoordigers van de vakbon
den, die Maandag werden afgebroken, worden
hervat. Heden zal opnieuw een conferentie
plaats hebben.
De Bond van landpachters in Nederland heeft
een uitnoodiging gezonden aan alle landbouw
organisaties en alle landarbeidersbonden om op
15 Februari in Den Haag ter vergadering bijeen
te komen, ter bespreking van een te ondernemen
actie tot verkrijging van een betere wettelijke
regeling van het pachtvraagstuk.
Aanleiding tot het beleggen van deze verga
dering is het verschijnen van een rapport van
de Staatscommissie-Diepenhorst voor het pacht
vraagstuk, dat, zoo wordt in de circulaire ge
zegd, „ondanks de goede wenken, die het bevat,
voor den landbouw teleurstellend is, daar het
geen weg aanwijst, om het pachtvraagstuk aldus
op té lossen, dat voortaan de bestaanszekerheid
van den pachter gewaarborgd zal zijn".
Het bestuur van den Bond van Land-
pachters in Nederland stelde in zijn laatste
bestuursvergadering met al gemeene stemmen
het volgende Urgentie-program vast
I. Instelling van provinciale of districts-
gewijze pachtcommissies, bestaande uit een
gelijk aantal verhuurders en huurders en
een onzijdigen voorzitter.
II. Bevoegdheid der commissies, om op
verzoek zoowel van den verhuurder als van
den huurder - en welk recht den huurder
ongeacht de bepalingen van het huur
contract toekomt, een aangegane
huurovereenkomst te vernietigen, indien ds
huurprijs meer dan 25 pCt. is boven of
beneden het bedrag door de pachtcommissie
als de normale huur geschat.
III. Voorkeursrecht voor den zittenden
pachter, wanneer de landerijen opnieuw
worden verhuurd, met beroep van beida
partijen op de pachtcommissie.
IV. Afschaffing van inzet-, strijk- en
verhooggelden, zoowel bij verkoopingen als
bij verhuringen en verpachtingen.
V. Wettelijke vaststelling van een billijke
onkostenberekening bij verkooping en ver
huring, waarbij de kosten worden gedragen
door den verhuurder.
VI. De jaarlijksche verkooping van gras
en de eventueele verhuur van gezamenlijke-
of naweide geschiedt bij openbare inschrij
ving.
VII. Het notariaat worde een bezoldigd
staatsambt.
VIII. Het jacht- en vischrecht kome aan
den pachter.
IX. Bevordering van aanleg en ontginning
van gronden, waarbij flnancieele steun, van
Staatswege worde verleend.
Het Agitatie-comité inzake het ontslag der
ambtenaressen heeft het volgend adres aan H.
M. de Koningin gezonden:
Het Agitatie-Comité enz., als tijdelijke fede
ratie samengesteld uit verschillende vrouwen-
vereenigingen in den lande, in dezen optreden
de voor de Algemeene Nederlandsche Vrouwen-
Organisatie, de Nederlandsche Unie voor \rou-
wenbelangen, de Vereeniging van Staatsburge
ressen, de Vrouwengroep van den Vrijheids
bond, de Vrijzinnig-Democratische Vrouwen
club en de Vrije Vrouwenvereeniging, wendt
zich tot U, Mevrouw, met het verzoek het daar
heen te willen leiden, dat het recht der Neder
landsche vrouw op arbeid, hetzij zij gehuwd of
ongehuwd is, onaangetast blijve. Diensvolgens
durft adressante U vragen, dat de ambtenarei