E T Derde Blad. n VAN ZATERDAG 19 JANUARI 1924. GEMEENTE-BEGROOTING EN SALARISSEN. (Ingezonden). Geachte Redlactie, De onbevooroordeelde lezer zal het met mij eens zijn, dat uw medewerker in zijn onderschrift op mijn ingezonden stuk in, uw blad van 16 dezer al bitter weinig weerlegt van het geer - maar voren heb gebracht Wat die medewerker wèi doet, is mij in de schoenen schuiven, dat ik het onderwerp waarover het gaat, niet im zijn geheel heb be-' studeerd em dat ik bovendien een verkeerde voorstelling heb gegeven van hetgeen, hij na rijp beraad ten beste heeft gegeven» Dat laatste berust dan hierop, dat ik het zou hebben vc rgesteJd, diat mijn opponent in de eerste en voornaamste plaats een aanval heeft gedaan op de arbeidsvoorwaarden van het gemeente -personeel. Bij aandachtige le ring van mijn stukje zal men echter tot de conclusie komen, dlat ik mij te dien opzichte voorzichtig, beter gezegd1 niet zeer gedeci deerd, uitliet, en eigenlijk niets meer deed dan de gedachte aan de idee ,4e salarissen sluitpost der begrooting" bestrijden. Ik meen, cfcat ik er mij, wat dit onderwerp betreft, thans niet meer toe behoef te be palen met te zeggen, dat die gedachte zeer zeker wel aanwezig was in het artikel „De Gemeentebegrooting voor 1924", doch dat uw medewerker in zijn onderschrift van 15 dezer meerdere uitdrukkingen bezigt, die een zeer duidelijke 'tendenz inhouden om het tekort op de begroeting geheel of gedeeltelijk te dekken door verlaging der salarissen van het personeel. Als voorbeeld! moge ik aanhalen den volzin: „En het zou tot eer strekken van het gemeente-personeel, indien het zich op kon werkem tot het algemeen sociaal inzicht, dat d'e gemeenschap door middel van het be stuur niet uitsluitend maar kan zorgen voor goede arbeidsvoorwaarden, maar tevens oog moet hebben voor het algemeen." Duidelijk gezegd, niet waar? Ja, duidelijk, maar tevens van niet veel waardeering ge tuigend omtrent de opvattingen van het ge meente-personeel. Ik wil mij over dit laatste echter niet te zeer teleurgesteld betoonen, want omtrent de huiseigenaren houdt uw medewerker er al geen verhevener ideeën op na. Immers van hen heet het, dat zij bij in voering eener straatbelasting heel spoedig die belasting op de huurders zullen weten.' te verhalen! Zoo ben ik dan meteen aangeland bij de bespreking déor uwen medewerker van de belastingen, die ik in mijn vorig artikeltje noemde. Hier onderscheidt mijn bestrijder al heel slecht. Ik toch bepaalde er mif toe met te zeggen, dat ik het gelukkig acht, dat in deze ge meente die belastingen niet worden geheven; hij dioet het voorkomen alsof ik heb aanbevo len die belastingen te heffen. En ten opzichte der inkomsten uit de gemeente-bedrijven staat de zaak precies evenzoo. Ik zal daarom op dit een en ander niet verder ingaan, ofschoon er omtrent de ter zake geleverde beschouwingen nog wel het een en ander op te merken valt. Over „het onderwerp niet in zijn geheel bestudeeren" en het „na rijp beraad naar voren brengen" gesproken! Volgens uwen medewerker is hij de mam van het rijp beraad1 en ben Ik die van het on volledig bestudeeren. Als één van de bewij zen1 daarvoor moet zeker gelden zijn aanha ling, dat er in 1923 ook nog een subsidie is geraamd voor werkloozenkassen van f 8000. Triomfantelijk als het ware voegt hij daar aan toe: „Die staan zeker in 1924 stop, al thans wordt daarvoor nu niets afzonderlijk uitgetrokken." Neen, waarde tegenstander, die staan niet stop, maar de begrooting voor 1924 wijst er voor aan 10.000. Men moet toch maar durven! Wannéér ik nu hieraan nog toevoeg zulks in verband met het samenkoppelen van verschillende zaken door uwen medewerker dat voor subsidie Burgerlijk Armbestuur voor 1924 ruim 8000 meer is geraamd dan er in 1922 voor uitgegeven Is, dat er voor kindervoeding in 1924 is geraamd 8000, tegen een uitgaaf van 100 In 1922 en van 1460 in 1928, en dat ln 1923 uit den post van 60.000 voor werkverschaffing e.d. ook is betaald 18.000 als (garantieloon aan haring vissobers en 7800 ais loonbeslag aan ha ring- en geepvisschers, dan meen ik van dit onderwerp eigenlijk stappen, ïk v ook wel te kunnen af- wensch echter te dien aanzien nog de opmerking te maken, dat de vermindering der Ibedragen Voor werkverschaffing e4., waarop uw medewerker wijst gegeven het feit dat het gemeentebestuur van Helder steedstoont de economisch zwakken vol doende te willen helpen er reeds op duldt, dat de betrekkelijke post aan het verdwijnen is, al zal hij dan ook het volgende jaar nog niet geheel verdwenen zijn. Ofschoon ik vermoed, dat uw medewerker, waar hij blijkbaar nogal studie maakt van de gemeente-financiën en bezuinigingen daar op, wel kennis zal hebben genomen van de geschili fterf, die omtrent die onderwerpen zijln uitgegeven door de Maatschappij voor Nijverheid en Handel, mog© ik ten slotte nog de aandacht vragen voor hetgeen de door die Mij. ingestelde Oommissie voor d'e Bezuini ging in het Decembernummer van het orgaan der Mij. zegt, nadat zijl eerst verschillende middelen ter bezuiniging op de gemeente- financiën heeft aangegeven, namelijk: „Komt men er dan nog niet dan is eerst verlaging van loonen en salarissen aan de orde. Hier bij zal men echter hebben na te gaan, of deze werkelijk buitengewoon hoog zijn en slechts die loonen en salarissen kunnen ver minderen, welke onder de tegenwoordige om standigheden1 niet te verantwoorden zijn." Met beleefden dank, Uw dw., K. Wederom in den breede ingaan op dit •tuk van den geaehten inzender K., lijkt ons monnikenwerk toe. Want dan verwijdert de discussie zich van het punt van uitgang. Hst punt van uitgang was, dat voor 1926 zeker op niet meer dan 750.000 als op brengt der inkomsten-belastlrj"' viel te re kenen en voor 1924 geen 825.000 zal op brengen. Zoodat, hij een nadoe lig verschil tusschon inkomsten en uitgaven van rond 972.000, er bij het opmaken der begrooting 1925 gezorgd moet worden voor dekking van 222.000. Daarbij hebben wij -"eschreven, dat het o.i. verkeerd was om het surplus van vorige dienstjaren ad 147.000 inééns ten be hoeve van de begrooting 1924 aan te wen den, omdat dan ten volle, hetzij door be lastingverhooging, hetzij door verlaging der salarissen dit bedrag moet gevonden wor den. Het gevolg van d'e vendeéhag van die 147.0ÓÖ over 2 dienstjaren, zou echter zijn, dat men op de begrooting 1924 te kort komt het bedrag wat voor 1925 zou worden be stemd. Het komt ons voor, en dat was de strekking van ons betoog, dat het Ooilege van B. en W. niet aandurven de gevolgen van dien maatregel, welke er toe zou moeten leiden, dat dit College belastingverhooging zoude moeten voorstellen, of als men1 dat niet wil, met voorstellen tot vermindering der arbeidsvoorwaarden. En zoo het College van B. en W. dit n u niet doen en straks ook de Raad niet, dat dan voor 1926 de gevol gen zoo ernstig juist voor het gemeente- personeel zal zijn, als in ons eerste betoog reeds aangegeven. Wamt een elk voelt dat waar n u het College van B. en W. om te ontkomen aan belastingverhooging (of an dere maatregelen) reeds voor 1924 een verkeerde politiek gaat voeren in het voor woord wordt dit erkend), zeker voor 1925 niet met voorstellen zal komen, welke dan (zullen .mloéten ledden Kot verhooging van inkomsten, boven het nu geraamde met 222.000. Een elk. die nog eenig gevoel voor de bit tere werkelijkheid bezit, zal dit beamen. Maar dan is het pleit beslecht ten nadeel© van het gemeente-personeel. Dan vallen alle theoriën omtrent te voeren loonpolitiek door de Overheid Lc. de gemeente Helder, in elkaar. Alle nevenbeschouwingen, welke slechts de hoop uitspreken, dat deze of .geene ont vangst wel zal meevallen, of nog wel aan gevuld zou kunnen worden door ontvang sten onder andere benaming, dan wel hopen op verlaging van uitgaven, zal blijken te zijn een sprong in het duister. En' als de geachte inzender K., dit niet met ons zal willen Inzien, zal straks het ge meente-personeel wel ontwaren, wie de dupe worden van deze wijlelmoedige hou ding van het gemeentebestuur. Niet dat be stuur, maar het personeel in dienst van de gemeente! Dat was en is en blijft de quin- tessens van ons eerst betoog. PLAATSELIJK NIEUWS. Liefdadigheidsvoorstelling Stafmuziekcorps. Ten bate van het Duitsche en Drentsche kind had het corps musici der Marinekapel besloten tot het organiseeren van een lief dadigheidsavond, waarvoor het de mede werking van eenige stad'genootem kreeg. Voor een goed-gevulde zaal er waren nog wel leeg© stoelen, maar op vele ervan hing het briefje van „besproken", hetgeen dus wees op een verkochte plaats, voor een avond als deze de hoofdzaak, werd Don derdagavond een afwisselend! programma uitgevoerd, waaraan werd medegewerkt door mevrouw RienksRiedel (zang), en dé hee- ren J. H. Scholten, oud-luitenant ter zee (levensliedjes), G. Jok van der Lee (decla matie), terwijl de pianobegeleiding in han den van den heer Arie van de Weg was. Een tweede medewerkster, mevrouw Vélthuys— Huchshorn, wier naam eveneens op het pro gramma was vermeld, had zich wegens on gesteldheid doen verontschuldigen. Als promotor voor deze dames en hoeren trad de heer L. Grunwald op. Deze heer be zit ongetwijfeld flux de bouche, maar hij mist de noodige zelfbeheersching die nu een maal voor den openbaren redenaar noodig zijn Langs vele kronkelwegen der rhetorica kwam hij via Cato, dien redenaar van Anno 167 v. C., die elke redevoering met de woor den eindigde „Voorts ben ik van meening,, dat Carthago verwoest moet worden" te- reoht op Poincaré, die iets dergelijks. niet van Dultschland gezegd heeft, om ten slotte te eindigen bij d'e Heldersche Courant en derzelver verslaggever om via den heer Brouwer weder terecht te komen op den toe- komstigen wederopbouw dér wereld. Onge twijfeld een stoute sprong. Daarna verdween de spreker achter het .gordijn en begon na eenige seconden aan het tweede deel van zijn speech. Helaas brak op dit oogenblik de punt van ons potlood, zoodat wij' onzen le zers hieromtrent niets kunnen mededeelen. Als eerste nummer van het programma werd door een viertal musici, t w. de hoeren Pala, Stelnroth, Strobel en van Vessem Haydn'a beroemde Kwinten-kwartet (op 76 uo. 2) uitgevoerd; een dankbaar en bekoor lijk nummer, dat een goede inzet was van dezen avond, Mevrouw Rienks zong daarna een viertal liederen, twee van Poter Corne- lius, een van Cath. van Rennes en een be koorlijk, elegant liedeke van Wierts. Zij was dezen avond bizonder goed gedisponeerd en liet aan de liedjes alle recht wedevaren, en zij werd op voortreffelijke wijze begeleid door den heer Van de Weg. 'sHeeren van der Lee's declamatie van von WMenbruch's bekende „Heksenlied" hadden wij' jaren terug eens gehoord. Zij kon ons destijds, herinneren wij; ons, slechts matig boeien. Dezen avond was het tegen deel het geVal; de heer van der Lee droeg dit zware werk voor op een wijze, die alles zins valt te loven. Uit den aard der zaak is eene vertaling nimmer van de suggestieve kracht, die het origineel bezit; hier en daar troffen wij dan ook gedeelten, die minder vlot verliepen in deze Hollandsche verzen. Maar de heer van der Lee heeft dit werk geheel innerlijk doorvoeld, en met prach tige zelfbeheersching wist hij al zijn drama tische zeggingskracht in de voordracht te leggen, waardeer deze, ondanks enkele zwakke of verkeerde intonaties, sterk ontroerde. Natuurlijk heeft de muzikale illustratie van Max Schillings, vertolkt door den heer van de Weg, ook haar aand'eel in den algemeenen indruk, dien dit werk maakt. Het applaus was dan ook hartelijk en welverdiend. Tenslotte dé heer Scholten. HiJ had 's geestigen pater van Meurs* „Kriekende Kriekske" op zijn repertoire geplaatst, en het deedl goed! deze eenvoudige, geestige, en helaas veel te weinig bekende Retuwsche a weder eens te hoeren. De heer holten had er zelf wijsjes bij gemaakt, en declameerde ze aldus aan de piano. Boven dien bezit de heer Scholten genoegzame flux de bouche en geest om zijin auditorium, op de manier van den levenslied-vertolker, een oogenblikje bezig te houden met een praatje van-memendal en een geestigheidje of bon mot, zoodat zijn optreden een aangename af wisseling bracht. Na de pauze kwam hij met zijn eigen marineliedjes, waarvan hij een 80 exemplaren ter beschikking van het comité had gesteld. Daar dit speciale Nieuwediep- sche liedjes zijn sloegen ze natuurlijk bij het publiek ten zeerste in. Tot slot een muzikaal grapje van Mozart, ingeleid door een „verklaring" vaai den heer L. Grunwald (meer zullen we er maar niet van zeggen), welke muzikale grap ook door het publiek hoogelijk gewaardeerd werd. Mozart laat hier zijn geest en zijn. humor den vrijen teugel; het is een verzameling van cacophonieën, die niettemin uiterst genoeg lijk aandoen, en die herhaaldelijk een scha terlach ontlokten aan het publiek door de geestige wijze waarop sommige instrumen ten werden aangewend. In de pauze werd een groot aantal voor werpen, door verschillende personen aan het Comité geschonken, verloot, waardoor vele gelukkige prijswinnaars met gevulde han den of zakken huiswaarts gingen, en de kas van het Comité niet onbelangrijk gestijfd werd. De officier van administratie le k!., de heer Franssen, bracht met een enkel woord hulde aan het initiatief van het Stafmuziek- oorps, en dank aan de verschillende mede werkers, die tot het welslagen van dezen avond' medewerkten. Wij dienen overigens nog te vermelden, dat het strijkorkest van het corps met zeer goede muziek de pauzen aanvulde. Het was reeds zeer laat, toen het nadiansje aanving. Daar hiervoor voldoende liefheb sters en liefhebbers aanwezig waren, zal dat ongetwijfeld wel geanimeerd zijn verloopen» Olivier Twist op de film. Evangelische Maatschappij. Uit een advertentie ln dit nummer blijkt, dat dsi W. B. Onnekes, Maandagavond voor de afdeeling Helder der Evangelische Maat schappij alhier zal spreken over „de Aflaat". Ned. Ver. van Huisvrouwen. Zóltan Székely en Paul Schramm. Hier volgen qdg eenige uitspraken van critici omtrent d'e béide artisteni, die as. Don derdag hier optreden. De operette „Domme Doortje" in Casino. Het Ijs. Wiel gebroken. De hel ln het Roergebied. Het Comité schrijft ons: Behalve de col lectes en dé gegeven voorstellingen, waar van de opbrengst ten bate van de Holland sche kinderen ln het Roergebied is afgedra gen, stond alsnog op het programma eene liefdadigheidsvoorstelling. Deze voorstelling zal plaats vinden op 26 Januari a.s. in Casino. Het betreft hier niet alleen de weldadigheid) betrachten, waaT dit nog zoo bitter noodig is, maar een schit terend programma zal afgewerkt worden, is er ook voor liefhebbers gelegenheid te over, om te genieten: Veel, zeer veel is er al van het Helder sche publiek gevergd, zeer veel is ook reeds gedlaan om den zoo bitteren nood' te lenigen, maar dat het noodig is, blijkt wel uit de be richten, die mem in verschillende couranten kan lezen. Dus helpt, koopt kaarten, te meer, waar voor een luttelen entreé-prijs een avond van kunst en genot wordt geboden. Voor nadere bijzonderheden verwijtzen wij' naar de aan plakbiljetten en de in dit blad' voorkomende advertentie. BINNENLAND. Invoerrecht op koffie. Eenige keeren is reeds gemeld, dat een in voerrecht op koffie te wachten zou zijn. Naar wij thans met zekerheid vernemen is inderdaad binnenkort een wetsontwerp tot heffing vam invoerrecht op koffie te wachten. TeL Spoorwegpersoneel. Het pachtvraagstnk. Urgentie-program Bond van Landpachtera. Ontslag. Aan een aantal hulpoommiezen der belas tingen op daggeld is, naar de Ambtenaar meldt, tegen 1 Mei ontslag aangezegd. Het ontslag van de gehuwde ambtenares. Verslag der Gemeentelijke Arbeidsbeurs over de maand December 1928. MANNEN. Aanvragen van werkgevers kwamen in om: 1 banketbakker, 22 grondwerkers, 1 kleer maker, 84 losse-werklieden, 8 schilders, 1 timmerman, 1 timmersmansleerling ben. 18 jaar, 25 transportarbeiders. Totaal 138 personen. Aanbiedingen kwamen in van: 3 bankwerkers, 2 bouwk. opzichters, 1 broodbakker, 1 electricien, 70 grondwerkers, 8 kantoorbedienden, 1 kantoorbediende ben. 18 Jaar, 2 kleermakers, 1 klinker, 8 land arbeiders, 1 letterzetter, 2 loodgieters, 98 losse-wehklieden, 7 losse-werkHeden ben. 18 jaar, 2 loopknechts, 1 loopjongen ben. 18 jaar, 1 machine-drijver, 11 metselaars, 1 ma chinist, 1 matroos, 8 opperlieden, 1 rijwiel hersteller, 15 schilders, 2 stokers, 2 stukah doors, 1 smid-bankwerker, 4 smidsleerlin gen ben. 18 jaar, 18 timmerlieden, 8 timmers- mansleerlingen ben. 18 jaar, 54 transport arbeiders, 1 tuinman. Totaal 316 personen. Geplaatst werden: 1 banketbakker, 22 'grondwerkers, 84 losse- werkHeden, 2 schildérs, 1 timmerman, 1 tim- mernianéleerling ben. 18 Jaar, 26 transport arbeiders. 'Totaal 136 personen. VROUWEN. Aanvragen van werkgeefsters kwamen in om: 2 aardappelschilsters, (2 dagdienstboden, 2 dagmeisjes ben.. 18 jaar, 6 dienstboden, 1 huishoudster, 1 stenotypiste, 1 waschvrouw, 8 werksters. Totaal 22 personen. Aanbiedingen kwamen ln van: 8 aardappelschilsters, 2 dagdienstboden, 4 dagmeisjes, 8 dienstboden, 1 modiste, 14 werksters, 2- winkeljuffrouwen ben. 18 jaar. Totaal 34 personen. Geplaatst werden: 2 aardappelschilsters, 2 dagdienstboden, 5 dienstboden, 1 steno-typiste, 7 werkster». Totaal 17 personen. Een „kriekske" noemt men in de Betuwe een krekeltje, en,pater van Meure, die zeer beschei den was ten opzichte van zijn gedichtjes, vond zé niet goed genoeg om met dien zang van een nach tegaal of leeuwerik te worden vergeleken. Maar, zoo zeide hij, laat lt dan maar een krekeltje zijn: „een kriekende kriekske ia béter as niks''. Clivier Twist is een van de eerste romans van den grooten Engelschen schrijver, na de Piokwick Papers eigenlijk het eerste groote werk, waarmede hij in het publiek optrad. Het is ook het eenige zijner werken, dat in dé mis- dadigerswereld van Londen speelt. Rondom deze figuren van misdaad' en verwording heeft de fantasie van Dickens de romantische figuur van den jeugdigen Olivier geschapen» Het was begrijpelijk, dat een werk als dit zich bij uitstek leende voor de verfilming en zoo kunnen' wij dan deze week in de Witte Bioscoop Olivier's avonturen op de rolprent bijwonen. Op verzoek van den heer Kuiper woonden wij gisteravond de eerste vertooning bij. De film heeft het verhaal getrouw op den voet gevolgd'; slechts wordt het geheim van Olivier's geboorte, dat aan het eind door Olivier's halfbroeder, on der de pressie van Olivier's beschermer Brown- low wordt onthuld, ons in een kort voorspel reeds aan het begin kenbaar gemaakt. En uit- teraard is de geschiedenis, die in een achttal deelen is verwerkt, bekort. Maar overigens ma ken wij Olivier's lotgevallen mede: zijn ge boorte in het armhuis, de slechte behandeling aldaar, en de scène, waarhij de jonge Olivier om nog wat- eten moet vragen, voor welk straf baar feit hij een week opgesloten wordt. Wij zien hem ais doodgravers-leerjongen achter zijn baas aan loopen om aan te zeggen, wij zien hem met Noach Claypole vechten toen deze zijn moeder lasterde, wij zien hem tenslotte ont snappen (anders dan in het boek, door een riool), en op weg naar Londen den „jongeheer" Dawkins, gezegd „de Draaier" ontmoeten, welke hem binnenleidt ln het doorluchtige gezelschap van Fagin en de zijnen. Alles wat Olivier onder vindt in zijn jonge, reeds veelbewogen leven, is met liefde en zorg in scène gezet; moeite noch kosten zijn gespaard om dit werk zoo goed mo gelijk te maken. De costuums uit de dagen van Dickens verhoogen de aantrekkelijkheid nog. De rol van Olivier Twist wordt vertolkt door den jeugdigen, reeds wereldberoemden .Tackie Coogan. Wij moeten constateeren, dat dit ke reltje zijn taak voortreffelijk vervult. Hij is op en top'de 'Olivier, zooals die door Dickens 's beschreven, en de groote beheerschtbeid', waarmede hij de verschillende scènes uitbeeldt, zijn mimiek, zijn gansche doen en laten zijn voortreffelijk juist en kinderlijk. Geen wonder, dat deze jongens-figuur het publiek, dat per slot van rekening verzot is op dit soort romantiek, bekoort en boeit. Van de andere figuren moet vooral Fagin worden genoemd, de lugubere oude jood1, dien Dickens ons in al de afgrijselijkheid van zijn lage karakter schildert» De heer Brown- low, Olivier's beschermer en weldoener, had zich een uiterst genoeglijk type van deftigen oud-Engelschen gentleman gemaakt. De ver schrikkelijke misdadiger-figuur van Sikes vond een waardig vertolker in een pootigen acteur. De verschrikkelijkste scène in het boek is de achtervolging, door de menschenmenigte, van Nancy's moordenaar. Deze heeft men ter wille van d'e regie wat ingekort, maar toch kans ge zien een groote menigte woedende menschen bjjeerf te brengen. En Sike's dood wonen we bij. tot zelfs de scène met den hond is gevolgd. Voor de Engelschen is Dickens nog altijd een nationale held, een schrijver, wiens naam ze met eerbied noemen. Daarom behoeft het ons niet te verwonderen, dat deze roman met zoo groote liefde is verfilmd', en wij raden ieder, die het werk kent (en ook die het niet ként) aan het deze week eens te gaan zien. Oud' en jong zal' ervan genieten. Het bijprogramma van deze week is ook bij zonder mooi: van de ontzettende aardbeving, die Tokio en Yokohama verwoestte, krijgen we een goeden indruk. Vooral in Yokohama was de catastrophe geweldig, het is 'een en. al pir'n wat'men ziet, en vluchtende menschen. Verder is er een aardig blijspel, „Circushloed", dat in derdaad aanbevelenswaardig is, ook al zou men overigens voor dit soort films niet veel voelen. Er komt betrekkelijk weinig van circusleven in voor, en het verloop is voor romantische zielen uiterst bevredigend. Alleraardigst is de gedres seerde hond in een ander blijspel, die een baby leert kruipen en loopen en nog meer verwon derlijke dingen doet. Men kan deze week veilig een avond' afzonderen, men zal er geen spijt van hebben. Voor deze Vereeniging zal a.a Dinsdag 22 Januari, 's avonds 8.30 uur, in het lokaal van den heer Van Weelde, Koningsplein, als spreek ster optreden Mevrouw Roorda van Eysinga Bakker, secretaresse van de afd. Haarlem, met het onderwerp: „Kan de huisvrouw, nevens haar gezinstaak, zich ook nog wijden aan Maat schappelijk Werk?" 'Waar wij zoo dikwijls van huisvrouwen ho> ren, dat haar werk voor haar gezin haar niet toelaat zich met maatschappelijk werk te be moeien, of lezingen e. a. bij' te wonen, lijkt deze lezing vooral voor die huisvrouwen in de eerste plaats geschikt. Mevr. Roorda van Eysinga, zelf een huis vrouw, vindt toch nog tijd, niet alleen het secre tariaat van de afd» Haarlem op zich te nemen, wat veel tijd eischt, doch kan zich naast dit werk, zonder haar gezin te verwaarloozen, ook nog wijden aan ander maatschappelijk werk. Misschien vinden allen, die deze lezing bij wonen, daarna ook nog eens een uurtje extra, om de huishoudelijke zorgen te vergeten en haar gedachten en tijd aan ander werk te geven. „Berlinier Börsenzeitxmg-", 5 April 1923. Zijn brillanfce techniek- en 'hartstochtelijk tem perament zijn verbonden aan warme innigheid, zoo dat Székely telkens weer, zelfs het meest ver wende oor, weet te boeien. ,,Peeter Journal", Bndapest, 26 Nov.-1921. Székely bezit alle eigenschappen tot een violist van wereldberoemdheidden grooten, manlijken toon, de meesterlijke techniek; energieke etok- voering en een warm temperament; en daarbij een prachtig stijlbegrip, ontwikkeld uit zijn hoog gecultiveerde muzikaliteit. „A. B. C.", Madrid. 11 Deo. 1928. Zoltan Székely laat zijn viool zingen. Door zijn meesterschap over zijn edel instrument en rijp artistiek temperament, sleepte hij het geheels auditorium mede. „Piiblicitas", Barcelona, 24 Dec. 1923. Zijn superieure technische eigenschappen staan teni dienste van een buitengewoon muzikaal tem perament en selecten geest. Székely heeft gespeeld op een wijze, die de geheele zaal ontroerde. „Het Nieuwe van dien Dag", 2 Febr. 1922. We voelen dat er een groote aan den vleugel zit. Liszts Ohampanelle was phenomenaal. „Nieuwe Rottend. Oourant", 2 Febr. 1922. Volmaakte techniek. 6 Febr. 1922. Een uitmun tend kunstenaar, in Beethoven's Sonate dichter lijk diep gevoel. Grandioze technische zwier. Een eminente. Men schrijft ons: Niet alleen Zondagavond als de beroemde actrice Esther de Boer—van Rijk ln „Casino" met „Eva Bonheur" komt, kan het.uitgaand publiek genieten, doch ook Woensdagavond 23 Januari zal het operette-gezelschap van Max Gabriël, dat een grooten naam ln Holland' heeft en het vorig seizoen zulk een énorm succes hier had met de opvoering der „Bajadère", on getwijfeld een groot publiek trekken en zullen velen zich opmaken om deze operette, die vaak voor uitverkochte zalen opgevoerd werd, bij te wonen. De Kunst" schrijft: .„de artistieke waar de staat boven twijfel verheven.... innerlijk en uiterlijk is er veel zorg aan besteed.Het nieuwste werk van Max Gabriël staat boven het gewone peil der operette. Het is een opéra comique.... Inhoud, oompositie en uitvoering werden, naar het daverend applaus te oordeelen, zeer gewaardeerd." „Het Nieuws van den Dag" schrijft:„een enorm succes, een zeer gunstig onthaal.en voortdurend luid applaus, een warme ovatie. Max Gabriël, die zelf dirigeerde, moest ten too- neele verschijnen» Onder daverend applaus werd hem een lauwerkrans aangeboden. Het was een indrukwekkend oogenblik.een opgetogen luid Juichende menigte vulde de zaal. De toeloop was zoo enorm geweest, dat de bereden politie voor het gebouw de orde moest handhaven." Niemand verzuime de prachtige creatie van onze grootste operette-actrice Beppie de Vries bij te wonen. De toestand van het ijs is in onze gemeente gedurende de tweede vorstperiode niet best. In middels schijnt de dooi alweer de overhand te hebben en zijn de goede verwachtingen van schaatsenrijdend Helder voorloopig weer den bodem ingeslagen. Donderdag j.1. bleek alleen het gedeelte fortgracht tusschen Midden- en Hulsduinerweg betrouwbaar. Overal elders was het mis. De politie liet dan ook in samenwerking met Gemeentewerken op verschillende plaatsen waarschuwingsborden aanbrengen, 'o.m. aan het Heldersche Kanaal, dat door de scheepvaart weer in beslag was genomen. Wij kunnen dan ook niet genoeg waarschuwen voor het roeke loos zich op het ijs wagen i Vooral ouders en onderwijzers zullen goed doen dit den kinderen voor ten oudén! (Het reddingsmateriaal is op de door ons reeds vroeger vermelde punten (o.m. bij de brug wachters) nog steeds aanwezig. Donderdagmiddag tegen 3 uur brak op de Prins Hendriklaan nabij het Bondsgebouw een voorwiel van een steenkolenwagen, gelukkig zonder persoonlijke ongelukken. De volle last moest op een inmiddels gehaalden anderen wa gen worden overgeladen, alvorens de verkeers- belemmering uit den weg kon worden geruimd. Volgens de „Telegraaf" zullen de onderhan delingen over de bezuinigingsvoorstellen tus schen de directie der Ned^rlandsche Spoorwe gen en de vertegenwoordigers van de vakbon den, die Maandag werden afgebroken, worden hervat. Heden zal opnieuw een conferentie plaats hebben. De Bond van landpachters in Nederland heeft een uitnoodiging gezonden aan alle landbouw organisaties en alle landarbeidersbonden om op 15 Februari in Den Haag ter vergadering bijeen te komen, ter bespreking van een te ondernemen actie tot verkrijging van een betere wettelijke regeling van het pachtvraagstuk. Aanleiding tot het beleggen van deze verga dering is het verschijnen van een rapport van de Staatscommissie-Diepenhorst voor het pacht vraagstuk, dat, zoo wordt in de circulaire ge zegd, „ondanks de goede wenken, die het bevat, voor den landbouw teleurstellend is, daar het geen weg aanwijst, om het pachtvraagstuk aldus op té lossen, dat voortaan de bestaanszekerheid van den pachter gewaarborgd zal zijn". Het bestuur van den Bond van Land- pachters in Nederland stelde in zijn laatste bestuursvergadering met al gemeene stemmen het volgende Urgentie-program vast I. Instelling van provinciale of districts- gewijze pachtcommissies, bestaande uit een gelijk aantal verhuurders en huurders en een onzijdigen voorzitter. II. Bevoegdheid der commissies, om op verzoek zoowel van den verhuurder als van den huurder - en welk recht den huurder ongeacht de bepalingen van het huur contract toekomt, een aangegane huurovereenkomst te vernietigen, indien ds huurprijs meer dan 25 pCt. is boven of beneden het bedrag door de pachtcommissie als de normale huur geschat. III. Voorkeursrecht voor den zittenden pachter, wanneer de landerijen opnieuw worden verhuurd, met beroep van beida partijen op de pachtcommissie. IV. Afschaffing van inzet-, strijk- en verhooggelden, zoowel bij verkoopingen als bij verhuringen en verpachtingen. V. Wettelijke vaststelling van een billijke onkostenberekening bij verkooping en ver huring, waarbij de kosten worden gedragen door den verhuurder. VI. De jaarlijksche verkooping van gras en de eventueele verhuur van gezamenlijke- of naweide geschiedt bij openbare inschrij ving. VII. Het notariaat worde een bezoldigd staatsambt. VIII. Het jacht- en vischrecht kome aan den pachter. IX. Bevordering van aanleg en ontginning van gronden, waarbij flnancieele steun, van Staatswege worde verleend. Het Agitatie-comité inzake het ontslag der ambtenaressen heeft het volgend adres aan H. M. de Koningin gezonden: Het Agitatie-Comité enz., als tijdelijke fede ratie samengesteld uit verschillende vrouwen- vereenigingen in den lande, in dezen optreden de voor de Algemeene Nederlandsche Vrouwen- Organisatie, de Nederlandsche Unie voor \rou- wenbelangen, de Vereeniging van Staatsburge ressen, de Vrouwengroep van den Vrijheids bond, de Vrijzinnig-Democratische Vrouwen club en de Vrije Vrouwenvereeniging, wendt zich tot U, Mevrouw, met het verzoek het daar heen te willen leiden, dat het recht der Neder landsche vrouw op arbeid, hetzij zij gehuwd of ongehuwd is, onaangetast blijve. Diensvolgens durft adressante U vragen, dat de ambtenarei

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1924 | | pagina 9