*"^n belangrijke dai
3 voor Julianadorp.
Watervoorziening
la terdag 29 Maart was voor het landelijk
det onzer gemeente een belangrijke dag.
Jam eni jaren hebben de bewoners van
Julanadorp en het verder gedeelte van Koe-
gro, vrijwel geïsoleerd van hun moederstad
gelefd; officieel waren zij aangewezen op
Heler, zij moesten er hun kinderen bij den
Ouderlijken stand aangeven, zij moesten
er lun dooden doen Inschrijven In de regis-
tersvan den burgerlijken stand, zij moes
ten w hun belastlngpenningen betalen....
Mafr daarmede hield ook de relatie met Hel
der rrljwel op; niemand tenzij hij onder den
rook v»n de stad woonde, dacht er aan naar
bier te komen voor zijn boodschappen;
Gallantioog, Schagen en Alkmaar waren
beter bireikbaar dan zijn eigen woonplaats.
Voor Jullanadorp en de Blauwe Keet
[gold dat natuurlek niet In die mate; tuaschen
de stichting van den heer Loopuyt en haar
moederstad ls altyd een tamelijk innige ver
houding geweest, en het was dan ook vrij
gemakkelijk te bereiken. Vooral de laatste
jaren ls deze verhouding nog Intiemer ge
worden; men schijnt van weerskanten te
begrijpen, dat men elkander noodlg heeft:
Jullanadorp Helder en Helder Jullanadorp.
Ja, zeker, ook Helder Jullanadorp. Men
rergeet maar al te veel, dat hier een nijvere.
Rnabouwende bevolking woont, die voor de
conomlsche ontwikkeling van onze stad nog
elangrjjke mogelijkheden kan scheppen.
rooral nu de electrificatie en de watervoor-
endng feiten zijn geworden. Maar juist dit
atste zal, meenen wij, ln hooge mate de
sderzijdsehe toenadering bevorderen.
Maar laat ons, op hetgeen wij te melden
Ibben, niet vooruitloopen. Zooals gezegd,
jeniang heeft Julianadorp," en, ln nog
erker mate, hebben de verspreide hoer
erijen ln deni Koegraspolder gezucht onder
In Isolement.
En waar andere dorpen of landelijke
treien ln dézen verlichten tijd meestal ten-
dnrte nog gas hebbem, daar was Juliana-
orp en het geheele Koegras uitsluitend aan-
ewezen op petroleum en al de narigheid
an (Hem. Misschien was er hier en daar
en boerderij, die zoo gelukkig was brongas
e bezitten, maar In ieder geval was de ver-
Ichting er treurig.
Dit alles behoort nu gelukkig tot het ver
laden.
Het feit, dat de belde bedrijven: dat der
ebötricltelt en de waterleiding. Zaterfag-
aiond te Julianadorp zouden worden open
gesteld, gaf het Gemeentebestuur aanleiding
dee opening op feestelijke wijze te doen
plats hebben. Het Gemeentebestuur gaf
bbrmede blijk mee te leven met de bevol
king van het landelijk deel harer gemeente,
er wH op onze beurt hebben gemeend In
dezelfde Bjn te moeten blijven, en dit beu-
chïlijke feit in een speciaal „feestverslag"
te moeten vastleggen. Want uit den aard
de* zaak konden Wj deze gebeurtenis slechts
wénlgen tegenwoordig zijn, en wij willen
dei velen, die er niet waren, een zoo volledig
mogelijk verslag geven van de gebeurtenis.
ifen kan zooiets op verschillende manie-
rei bekijken. Die een beetje nuchter is
aaigelegd, zegt: nou ja, wat wa9 er nou te
ziei? Er werf een' beetje gespeecht en er
weid een contactknop omgedraaid, waardoor
de loei verlicht werd. Moet daar nu zooveel
droste over worden gemaakt? En dan ant
woorden wij: zeer zeker moet bet dat Waar
zouten wij heengaan als niet nu en dan een
beetje romantiek ons leven opvroolijkte? En
wat Is beter geschikt het leven van hen, die,
urei. van Helder vandaan, in eenzame, ver
spreide boerderijen wonen, op te vroolIjken
dan iet heldere electrlsche licht, dat zij thans
in hm woningen hebben gekregen?
Aan die verlichting, aan die watervoorzie
ning vooral, zit meer vast dan de nuchtere
feite* ateen: een dosis levensvreugde, een
vermindering van zorgen misschien, een
verheoging wellicht van het levensniveau.
Men moet zich maar eens indenken In dit
eenzame leven op geïsoleerde boerderijen
om te beseffen, wat deze verlichting be-
teekent.
Zóó bezien, was het dan ook een sympa
thiek denkbeeld van het gemeentebestuur,
deze openstelling op feestelijke wijze te doen
geschieden, eni dat het door Jullanadorp ge
waardeerd werd, zal het vervolg van deze
geschiedenis leeren.
De jeheele Raad behoudens dan enkele
leden, die verhinderd waren wij misten
een vijftal bekende gezichten vertrok
Zaterdagavond half acht van het gebouw der
Arbeidsbeurs ln een tweetal autobussen
naar Jullanadorp. Burgemeester en Wet
houders de heer Kamman was vertegen
woordigd door den heer Wessel, waarne
mend lecretarls en enkele gemeentelijke
autoritalten, volgden in een drietal andere.
Deze leeren waren allereerst de directeur
der Water- en Lichtbedryven, de heer
Teune, de heer Groeneveld, een der firman
ten vai de firma Groeneveldy Ruempol
Go, de aannemers van het electrisch net,
met em zijner Ingenieurs, de heer Sax,
verder de Gemeente-Bouwmeester, de heer
Kastelljn, de hoofdboekhouder der Bedrij-
ven* de heer Stoll, de dlstricts-dnspecteuren
Electrificatle.
van het P. E. N. en het Provinciaal Water
leidingbedrijf, de heeren Van der Veen en
Bel uit Schagen, de heeren J. J. Verfaille
en A. J. de Jongh, dijkgraaf en secretaris
van den Polder „Het Koegras", en heel' wat
personeel van de gemeentelijke water- en
liohtbedrijven, dat deels op eigen gelegen
heid was gegaan. Het vertrek was geleidelijk
gegaan, daar al deze personen niet tegelijk
konden worden vervoerd', maar ln het fees
telijk versierde café van den heer Slikker
vonden zij tegen acht uur elkander terug.
Door de welwillendheid' van den directeur
der Water- en Lichtbedrijven, was voor Uw
verslaggever een auto beschikbaar gesteld,
waarmede hij, als een van de eerste bezoe
kers, in Julianadorp arriveerde. Er stond
een snijdend-koude noordoostenwind, die
de bewoners binnenshuis deed' blijven. En
het was jammer, dat het weer ln dezen niet'
medewerkte, want nu was de entrée ietwat
triestig. Donker en verlaten lag het dorpje
dear, van het vriendelijke pleintje, dat er
's zomers zoo gezellig kan uitzien (weet men,
dat de Polder Koegras hier een nieuw hek
om laat makeni?) was slechts de silhouet te
zien. De groote, moderne winlkel van Van
Nuland lag nog ln het schemerlicht van pe
troleumverlichting. Een gloednieuwe mu
ziektent, opgesteld op het plein, prijkte met
een menigte electrlsche lampjes. Dat beJ
loofde wat als die straks aan het branden
gingen!
Het was koud en ongezellig buiten. Beter
was het in het café Slikker. Daar stonden
lange tafels met hagelwit 'linnen en van ver
leidelijke glazen, flesechen en sigaren voor
zien. Want het gemeentebestuur was heden
avond de gast van de beide plaatselijke ver-
eenigingen „Koégras Belang" en „Vereeni-
ging voor Vreemdelingenverkeer en die
hadden voor een keurige ontvangst gezorgd.
Een strijkje piano en viool ontbrak
niet en zou straks voor uitstekende tafel-
muziek zorgen.
Telkens kwamen nieuwe menschen naar
binnen, ook Heldersche gezichten. Han
denwrijvend' van de kou kwam de heer Van
den Bogaerfe, dé kapelmeester, die aan
stonds de Fanfare „Kunstmin" zou aanvoe
ren, welke de gasten zou begroeten.
Te aeht uur arriveerde het Dagelijksch
Bestuur der gemeente en de leden van den
Raad. Ook een aantal bestuursleden van de
beide vereenigingen, die recepieerden, wa
ren binnengekomen. Aanstonds was het
vertrek nu geheel gevuld met menschen, de
Burgemeester, met den ambtsketen om, nam
plaats aan het hoofd der tafel, en toen allen
gezeten waren:rètètètè, rètètètè, schal
de plots de muziek van Kunstmin" en be
groette ons in een jubelmarsch. Maar de
kou en de zenuwen deden hun invloed
gelden.
Toen allen gezeten waren, nam de heer
K o s s e n, Voorzitter van de Vereenigingen
•Koegrasser Belang" en V.V.V„ het woord
om het welkom uit te spreken, en namens
beide vereenigingen de aanwezigen te be
groeten. Wij stellen de aanwezigheid van
den Raad op hoogen prijs, zoo zeide hij,
zoowel de zaak van het eleotrisch licht als
van de watervoorziening zijn voor ons van
het grootste belang en als het ware de be
kroning van onze wenschen. Een jaar of
vijftien geleden bestond de gemeente Helder
uit twee groepen: het groote stedelijk ge
deelte en het kleine groepje van het platte
land. Beide hadden hun aparte belangen;
wy bemoeiden ons-niet met elkaar, en als
wij de stad, die toch onze woonplaats was,
bezochten, geschiedde dat uitsluitend voor
wettelijke aangelegenheden. Voor onze
boodschappen dachten wy er niet aan naar
Helder te gaan; daarvoor waren Schagen
en Alkmaar aangewezen.
In dit alles is de laatste jaren een groote
verandering gekomen, vooral onder Burge
meester Houwing. Deze zag aanstonds het
groote belang in van een toenadering en
heeft die met alle krachten bevorderd. Om
de openstelling der bedrijven thans niet
verder op te houden, zal spr. thans hierop
niet nader ingaan, doch wil er straks op
terugkomen.
De Burgemeester, deze rede beant
woordend, geeft den heer Kosseb de ver
zekering namens den geheelen Raad, dat
deze ten zeerste is voldaan over het feit, dat
men hier ingenomen is met deze verlichting
en watervoorziening. Hy drukt den wensch
uit, dat de banden in de toekomst nog inni
ger mogen worden, zóó innig, dat verdere
separatistische neigingen, die hier bestaan
hebben, voor goed den kop worden inge
drukt. Het is goed, dat Helder en Koegras
vereenlgd zijn, wij kunnen elkander we-
derzydsch helpen. Mijnheer de Voorzitter,
aldus eindigde de Burgemeester, namens
het Gemeentebestuur dank Ik U voor Uw
Initiatief om deze gebeurtenis een feestelijk
karakter te geven en voor de wyze, waarop
wij hier worden ontvangen.
De feestelijke openstelling van de beide
bedrijven zou thans plaats hebben Daartoe
begaven de aanwezigen zich naar het trans
formatorhuisje aam de Langevliet. Hier was
een plankierr gemaakt, waarlangs de autori
teiten het geheimzinnige kabelcomplex, dat
zich in zoo'n huisje bevindt, konden berei
ken. Nu waren de menschen uit de huizen
gekomen; zy verdrongen zich rondom het
sluisje, en natuuriyk zorgde ^Kunstmin"
hier ook weer te staan.
Het was hier, dat de wethouder der Be
drijven, de heer D. H. G r u n w a 1 d, het
woorf nam tot het uitspreken van de vol
gende rede:
Mynheer de Burgemeester, geachte
aanwezigen,
Het is my byzonder aangenaam op dit,
voor Helder, Koegras en Julianadorp ge
wichtig moment als Wethouder der Water
en Lichtbedryven het woord tot U te mo
gen richten.
Werd veelal vroeger het platteland be
schouwd als een te veronachtzamen gedeelte
van de bevolking, de jaren, die achter ons
liggen, hebben wel zeer voldoende en dui
delijk aangetoond de groote kracht, die
schuilt in de plattelandsbevolking en laten
wy het eeriyk zeggen de groote steun, die
zy vooral in de benarde oorlogsjaren vol
doende heeft bewezen.
Zoo langzamerhand ls ook de Gemeente
beter gaan begrijpen, dat meer aandacht
diendé te wordeni geschonken aan dat deel
van de bevolking, dat niet woont ln groote
of kleine huizen, dat niet woont aan goed
onderhouden en goed geplaveide straten,
doch die verspreid1 wonen op het land, be
oefenende de iakken van veeteelt en land
bouw. Veeteelt en landbouw, die moeten
voortbrengen de allernoodzakeiykste be
hoeften van den stedeling. Was het daarom
niet billijk, dat ook de bewoners van het
platteland, die ook hebben op te brengen
de belasting voor de genieenschap, mede
konden proflteeren van dat wat het stads
bestuur kon doen voor de stedelingen. En
wat ls meer noodzakeiyk, wat vergemakke-
ïykt meer het leven dan licht en water.
Water, duinwater, rein en zuiver, licht, dat
helder schynt door een enkele handbewe
ging, eleotrlsoh licht, dat vooral ln het boe
renbedrijf onschatbare diensten zal bewy-
zen. Er bestaat geen belemmering meer om
de mee9t moderne landbouwwerktuigen toe
te passen, zoodat de bewoners van Koegra§
thans beter in de gelegenheid zullen zyn
hunne bedryven tot bloei te brengen.
Het Gemeentebestuur van Helder heeft
dan ook volkomen juist ingezien, dat U,
bewoners van Koegras, ook toekwam zuiver
drinkwater, electrisch licht, dat U ook mede
diende te profiteeren van hetgeen, waar gij
recht op hebt
Alvorens ik den Burgemeester verzoek
om de waterkraan te openen en het elec
trisch licht te ontsteken, meen ik in het kort
de - geschiedenis te moeten releveeren.
De noodzakeiykheid tot aansluiting der
gemeente Helder aan- het Provinciaal Wa
terleidingbedrijf van Noorf-Hollandi werd
geboren- uit de feitelijke onmogelijkheid om
onze waterwinplaats in het duinterrein nog
verder uit te breiden.
In 1907 en eveneens in de jaren 1916/
1917 werf de prise d'eau vergroot, maar het
watertekort bleef bestaan. Toen nu in 1920
nogmaals een nieuw project tot uitbreiding
der prise d'eau aanhangig werf gemaakt,
waarvan de koeten globaal op 600.000
werden geschat en dit plan nog absoluut
geen deugdelijke waarborgen voor de toe
komst gaf, werden onderhandelingen aan
geknoopt met het P. W. N.
Reeds dadelyk kwam hierbij het idee naar
voren, dat by een eventueele aansluiting
aan het P. W. N„ onderweg gelegenheid
kon worden gemaakt voor een aftakking
naar den Koegraspolder.
Dank zq de voortvarendheid van den Di
recteur van dit bedrijf waren de plannen
spoedig gereed en den 8 November 1921
besloot de gemeenteraad tót het betrekken
van water van de provincie. Den 12 Decem
ber daarop volgende was het contract voor
suppletoire waterlevering door het P. W. N.
al aangenomen en in de Raadsvergadering
van denzelfden datum werd het leggen van
een buizennet te Julianadorp onderhands
opgedragen aan de. Nederlandsche Gasme-
terfabriek George Wilson te 's-Gravenhage.
Het leggen van de transportleiding had
nog heel wat voeten in de aarde. Het Depar
tement. van Oorlog stelde aanvankeiyk on
redelijke eischeni tot het leggen dezer lei
ding in militaire landsgrond. In November
1922 werf op dit punt overeenstemming be
reikt. Voorts dient nog te worden gerele
veerd, dat de vereischte vergunning tot het
leggen en onderhouden van een buizennet
in de wegen van den polder door Gedepu
teerde Staten en het Polderbestuur met be
kwamen spoed werden verleend.
Den 27 Januari 1923 werf het leggen van
de transportleiding, die onze gemeente ein-
deiyk de gewenschte aansluiting zou brem
gen, aanbesteed door het P. W. N.
Doch helaas komt er dezen keer stagnatie
in den voortgang van het werk door de in
middels plaats gehad hebbende Roerbezet
ting. De buizen moesten n.1.' geleverd wor
den door de Gelsenkirchener Bergwerke
A.G. Aan de fabriek lag de heele partij reeds
voor verzending gereed, doch de bezettings-
autoriteiten wilden geen toestemming voor
den uitvoer geven. Namens het P. W. N.
verzocht de Commissaris der Koningin in
deze provincie aan den Minister van Bui-
tenlandsche Zaken te bevorderen, dat de
party vrygegeven werd. Ook de heer Van
Oldenborgh wendde zich persoonlijk tot
Minister Van Karnebeek. Hij wees op de
urgentie van de zaak, op het belang, dat de
gemeente Helder by een behooriyke water
voorziening heeft.
Niets hielp, of zooals de Directeur van
het P. W. N. zich uitdrukte, „niets was in
staat de diplomatieke kalmte op dit Departe
ment te verstoren".
Ook het gemeentebestuur van Helder
drong bij Buitenlandsche Zaken nog eens
aan op bespoediging van deze aangelegen
heid. Doch B. en W. werden eveneens met
een kluitje in het riet gestuurd; men had
aan het Departement al van te voren zyn
woorden ln massa laten drukken.
Tengevolge van de stagnatie, die de leve
ring der buizen ondervond van de Roerbe
zetting, kon de aansluiting van Jullanadorp
aan het P. W- N. in den, zomer van 1928
niet meer haar beslag kragen.
Met vele extra-kosten heeft men elndeiyk
gedaan weten te krijgen, dat de buizen ge
leverd werden en zoo gebeurde bet, dat in
het begin van October 1928 een aanvang
kon worden gemaakt met het leggen der
dienstleidingen op de ln aanlég zynde hoofd-
transportlelding in deze gemeente.
Op 22 December kwam de geheele trans
portleiding gereed, zoodat, paar het scheen,
spoedig met de waterlevering in Julianadorp
een aanvang kon worden gemaakt. Volgens
het P. W. N. was op 6 Februari jl de zaak
daartoe gereed, doch tengevolge van een
onvoorziene omstandigheid kan pas op den
dag van heden voor het eerst water worden
betrokken van het Provinciaal Waterlei
dingbedrijf van Noord-Holland.
Toen, ruim 8 jaar geleden, de Kennemer
Ejectriciteits Maatschappy te Bloemendaal
zich voor de eerste maal tot B. en W. van
Helder wendde om te komen tot stichting
van een Gemeenteiyk Eleotricitelts Bedrijf
voor Julianadorp, was men omtrent 'het wel
slagen van een dergelijke onderneming wei
nig optimistisch gestemd.
De voorziening van deze gemeente door
electriciteit stuitte in dien tijd op zoodanige
moeiiykheden, dat de in voorbereiding zijnde
plannen voorshands weinig kans op verwe
zenlijking boden. Als een niet gering be
zwaar werd b.v. gevoeld, dat de electrificatle
der gemeente de rentabiliteit der gasfabriek
zou doen dalen. Ook wilde men eerst den
overgang van de K. E. M. naar de provincie
afwachten.
Toen deze overgang een voldongen feit
was geworden, werden de onderhandelingen,
thans met het Provinciaal Electriciteilsbe-
dryf van Noord-Holland weder opgevat. Als
resultaat daarvan werd in de vergadering
van den Raad van Helder van 16 Januari
1918 het stroomleveringsoontraot met de
provincie afgesloten, onder voorbehoud, dat
de datum van ingang nog nader zou worden
geregeld. Men wilde n.1. wachten tot de ma-
teriaalpryzen weer eenogszins gedaald
waren.
Dat ook in het ïandeiyk gedeelte dezer
gemeente al de behoefte werf gevoeld1 aan
electriciteitsvporziening, moge biyken uit
het feit, dat de Dykgraaf en Heemraden van
den Koegraspolder den 20 Maart 1918
we verkeerden toen juist in het laatste sta
dium van den wereldoorlog en het gebrek
aan steenkolen, petroleum en benzine begon
nijpend te worden zich tot het gemeente
bestuur van Helder richtten om den polder
de voordeelen der eleotrificatie deelachtig te
doen worden.
Nadat in het begin van het jaar 1919 nog
een rapport was uitgebracht door de heeren
Prof. Chr. Visser, Smit Kleine en Rijkes,
waarin deze deskundigen unaniem adviseer
den, ook uit economisch en financieel oog
punt, tot onmiddellijke electrificatle dezer
gemeente over te gaan, besloot de gemeente
raad van Helder nog in hetzelfde jaar- tot
stichting van een eigen etectriciteitsbedrijf.
De bedoeling was om zoodra de* kabel van
het P. E. B. het Noordhollandsoh Kanaal
was genaderd, ook Koegras en Julianadorp
aan te sluiten.
Op het einde van bet jaar 1920 werf aan
gevangen met den kabel SchagenHelder.
De plannen tot electrificatie van den Koe
graspolder begonnen derhalve op dat tijd
stip ook voor buitenstaanders een meer
tastbaren vorm aan te nemen. Maar nog was
het einde der beproevingen nog niet daar.
Het vliegkamp „De Kooy" kwam o. m. met
bezwaren tegen het aanbrengen van een
bovengrondsch kabelnet in de nabyheid van
het vliegterrein. In dien tyd had men n.1.
nog het voornemen om een bovengrondsch
net te maken, wijl een zoodanig net bedui
dend goedkooper was van aanleg en even
tueele storingen vlugger en eenvoudiger
konden worden gerepareerd.
De omstandigheid echter, dat een onder-
grondsch net meer bedrijfszeker is, minder
onderhoud vergt en geen extra kosten
vraagt by kruising van telefoondraden, deed
het gemeentebestuur van Helder tenslotte
pver het kostenbezwaar heenstappen.
Voordat evenwel kon worden aangevan
gen met het leggen van de kabels, moest
eerst worden onderzocht of het aantal aan
sluitingen ln Koegras en Julianadorp vol
doende was. Daartoe circuleerden vragen
lijsten by de inwoners.
Het gemeentebestuur imeende, met het
oog op de belangen van het landelijk ge
deelte der gemeente, dat de electrificatle niet
langer mocht worden opgehouden.
Bij openbare aanbesteding werd het werk
gegund aan de Algemeene Nederlandsche
Electriciteits Maatschappij v/h Groeneveld,
Ruempol Co. te Amsterdam, naar een
aannemingssom van 79.693.23, zoodat de
raming nogal iets meeviel. Hoewel de uit
voering daardoor «enigszins duurder werf,
besloot het- College van B. en W., mede om
de Nederlandsche nijverheid1 te steunen en
de werkverruiming hier te lande te vergroo-
ten, om inplaats van Duitsche kabels te ne
men, deze te betrekken van de Delftische
kabetfabriek. Een andere factor was, dat de
levertijd voor Hollandsche kabels absolute
zekerheid bood, wat met de Duitsche- niet
het geval was.
ZooalsTeeds gezegd, moesten no» heel wat
bezwaren overwonnen worden, voordat met
het werk voortgang kon worden gemaakt.
Verschillende vergunningen waren nog ver-
eischt: van het polderbestuur voor het leg
gen van kabels in den polder; van Gedepu
teerde Staten van Noord-Holland ten aan
zien van enkele wegen in den polder; van
den Minister van Waterstaat met betrekking
tot den weg Alkmaar—Helder, en van de
Hollandsche Wzeren Spoorweg Maatschap
pij ten opzichte van drie spoorwegkruisin
gen. Al deze concessies werden betrekkeiyk
spoedig verleend. Alleen wekte het eenigs-
zins bevreemding bij het gemeentebestuur,
dat voor laatst bedoelde vergunning boven
en behalve het gewone recognitie recht
jaarlijks moest worden betaald 41.—, en
zulks voor de lasten, die de Maatschappy
van de kabels ondervindt, welke o.l. rustig
zonder eenlgerlei kwaad te doen, in den
spoordyk liggen.
Voorts moesten, nog twee transformator-
huisjes door het P. E. B. worden gesticht,
en wel te Julianadorp en aan de Doggers
vaart.
Nog een hangende kwestie had het ge
meentebestuur op te lossen, t. w. of de be
woners van den Koegraspolder, wonende
aan de Callantsoogervaart, moesten worden
aangesloten op het net van Oallantsoog, dan
wel van ons eigen bedrijf. Tenslotte is de
laatste wég gekozen, al was deze voor de
gemeente kostbaarder, op de overweging,
dat het niet aanging dat deze categorie van
personen, die ook ingezetenen van Helder
zijn, en ook hunne belastingen in deze ge
meente betalen, een hooger tarief voor elec
triciteit zouden hebben (by eventueele aan
sluiting aan Oallantsoog) dAn de overige be
woners van den Koegraspolder.
Op dezen grond werd aan de A. N. E. M.
in het begin van 1924 tevens opgedragen
het leggen van een kabel langs de Oallants-
oogervaart.
Zoo is dan nu de aanleg van het onder-
grondsch electrisch net met een totale longte
van 29 K.M. voor den polder Koegras vol
tooid en daarmede in vervulling gegaan een
lang gekoesterde wensch van de bewoners
van Jullanadorp en Koegras, n.L verwezen
lijking van het plan electrificatie.
Betrekkeiyk lang heeft dit geduurd, doch
wanneer een terugblik wordt geworpen op
den afgelegden weg en de moeiiykheden,
die te overwinnen waren, dan heeft de elec
trificatie van Koegras snel haar beslag ge
kregen.
Dit snelle beslag ls zeker voor een groot
deel' ook te danken aan de uitnemende
wyze, waarop door den Directeur van onze
Water- en Lichtbedryven de zaak is voor
bereid en wensch ik hem van deze plaats
namens het Gemeentebestuur een harteiyk
woord van dank te zeggen voor de vele en
moeiiyke werkzaamheden, welke hy, die
toch reeds een zoo drukke werkkring heeft,
zich heeft getroost om deze zaak tot een goed
einde te brengen.
Ook een harteiyk woord van dank tot den
Hoofdopzichter van Water- en Lichtbedry
ven den Opzichter v. h. Electriciteitsbe-
dryf en tot de werklieden van de Gemeente,
die op zoo uitnemende wyze de aan hen
opgedragen taak hebben vervuld.
Niet minder een woord van harteiyken
dank aan de heeren Ingenieurs van de firma
Groeneveld1, Ruempol Co. voor de uitste
kende wyze, waarop zy het net hebben aan
gelegd, ook aan da H.H. Ingenieurs van het
Provinciaal Waterleidingbedrijf en verder
personeel voor hunne werkzaamheden gedu
rende den aanleg van de Waterleiding.
Mynheer de Burgemeester; geachte aan
wezigen 1
Een belangrijke gebeurtenis beeft heden
avond voor Koegras plaats, een gebeurtenis,
die met gulden letteren in de geschiedenis
van de Gemeente Helder en Koegras in het
byzonder kan worden geboekstaafd. Zoo
moge deze nieuwe aanleg van Water en
Electriciteit er toe bijdragen' om in ruime
mate de welvaart en den bloei van Koegras
te helpen bevorderen.
Mynheer de Burgemeester, ik verzoek U
thans het Water en het Licht voor Koegras
te ontsluiten.
De Burgemeester nam hierop het woord
en herhaalde, wat straks in den besloten
kring der genoodigdeni gesproken was, in
het openbaar. Hy zeide, dat het voor het
Gemeentebestuur aangenaam waste zien,
dat een genomen maatregel door de bevol
king wordt gewaardeerd. De groote belang
stelling van.de zijde der bevolking wqst er
op, dat men het waardeert thans aangesloten
te worden aan het electrisch net en de wa
terleiding.
Wat was dat? Het donkere sluisje, waarop
wq stonden, baadde plotseling in een zee
van licht. „Hoera!" schreeuwden de men
schen langs den kant. Ziedaarl Tientallen
van lichtjes waren langs den rand van de
brug' bevestigd en zetten de omgeving in
het heldere licht, dat wy hier ook kennen.
Nu konden we zien, wat er op de brug stond:
een lachende, vrooiyk-gestemde menigte.
Veel jongens natuurlijk. Zou er ter wereld
iets voorvallen, dat een jongen niet mee
maakt? Op de brug stonden ze, langs de
vaart, en allemaal zagen ze elkander in de
lachende, biyde gezichten. Hoeral Juliana
dorp is electrisch .verlichtl
En wat was dat daar? Zoowaar! de molen
van Hollander. De molen van Hollander, die
draaide, draaide, dat het zoo'n lieve lust was.
Jawel, maar dat was niet alles. Van top tot
teen was de molen verlicht, de vier wieken
waren voorzien van een groot aantal lichtjes,
en de kap ên wat er nog meer aan een molen
annex is, gloeide en glansde. En maar
draaien, draaien.... Als de Helderschen
dit geweten hadden, waren ze er vast naar
komen kijken: geen vuurwerk zoo mooi als
deze draaiende molen.
We rolden van de eene verrassing in de
andere. Want nauweUjks hadden we naar
deze verlichting gezien of een geheimzinnig
geruisch trof ons oor. Wat gebeurde er toch
allemaal in dat transformatorhuisje? En zie,
plots spoot een waterstraal omhoog en tege-
lykertyd flikkerden daar de lichtjes van een
gekleurde fontein.
Waren we verplaatst in Versailles hy de
beroemde waterwerken van de Fransche ko
ningen? Of stonden wy in het nederige
Julianadorp, boven op het sluisje aan de
Langevliet?.
Want een gekleurde fontein spoot omhoog,
een straal water van verscheidene meters
hoogte plaste daar neer en wederom riepen
de omstanders „hoeral" En de Fanfare
„Kunstmin", dl® al had staan te popelen,
viel nu in en speelde het Volkslied. En de
verlichte molen draaide, draaide, draaide
Terug ging het nu, het feesteiyk-verldchte
dorp door. Alle inwoners hadden, voor zoo
ver ze natuuriyk electrische verlichting had
den, 'hun ramen eni gordynen opengescho
ven eni lieten zien, hoe prachtig het licht
werkte.
Wy gingen nu naar het kerkje, waar de
nieuwe slangenwagen opgesteld stond, die
Julianadorp tegelijkertyd met leidingwater
gekregen heeft.
Want het spreekt wel vanzelf, dat de
brandbluschmiddelen tot nog toe vrij primi
tief waren. De brandspuit, die Julianadorp
bezat, was aangewezen op het water uit
slooten en vaarten, en het is onlangs voor
gekomen, dat een sloot byna geheel uitge
droogd was, zoodat met de grootste moeite
wat drabbig water kon worden opgepompt.
Dus hebben Burgemeester en Wethouders
by deze gelegenheid in de bus geblazen en
gezorgd voor een behooriyke brandweer.
Watervoorziening tn Koegras.
Misschien nog erger dan het gebrek aan
behoorlijk licht, was dat aan goed drink
water. Men weet het: slooten en vaarten
rondom Helder zijn nu eenmaal brak, en de
beesten drinken tenslotte dit water wel, maar
noodgedwongen. Een feit althans is het, dat
een koe, die met zoet water gevoed, wordt,
beter gedijt en meer meflk geeft dan een,
die steeds brak water krijgt. Het is voorge
komen, dat btj een landbouwer eenige die
ren waren gestorven, zonder dab men de
doodsoorzaak kon naspeuren. Ook de die
renarts vond geen enkele doodsoorzaak.
Het bloed der gestorven dieren werd naar
de RljksserumlnricMlng opgezonden, en
hier wees het onderzoek uit, dat het brakke
water den dood der dieren had veroorzaakt.
Ja, daar staat een boer machteloos tegen
over.
Feestelijke opening der belde
bedrijven.
Vertrek van Helder.
Aankomst te Jullanadorp.
Aankomst van den Raad.
Begroeting door den Voorzitter
van het „Koegrasser Belang" en V.V.V.
Antwoord van den Burgemeester.
Feestelijke opening van licht
en waterleiding.
De watervoorziening van den
Polder 4flet Koegras".
De electrlclteltsvoorzlenlng van
Koegras.
Rede van den Burgemeester.
Ontsteking van het licht.
Openstelling van de waterleiding.
Fontalne lumlneuse.
Jullanadorp electrisch verlicht.
Slangenwagen der brandweer.