*"^n belangrijke dai 3 voor Julianadorp. Watervoorziening la terdag 29 Maart was voor het landelijk det onzer gemeente een belangrijke dag. Jam eni jaren hebben de bewoners van Julanadorp en het verder gedeelte van Koe- gro, vrijwel geïsoleerd van hun moederstad gelefd; officieel waren zij aangewezen op Heler, zij moesten er hun kinderen bij den Ouderlijken stand aangeven, zij moesten er lun dooden doen Inschrijven In de regis- tersvan den burgerlijken stand, zij moes ten w hun belastlngpenningen betalen.... Mafr daarmede hield ook de relatie met Hel der rrljwel op; niemand tenzij hij onder den rook v»n de stad woonde, dacht er aan naar bier te komen voor zijn boodschappen; Gallantioog, Schagen en Alkmaar waren beter bireikbaar dan zijn eigen woonplaats. Voor Jullanadorp en de Blauwe Keet [gold dat natuurlek niet In die mate; tuaschen de stichting van den heer Loopuyt en haar moederstad ls altyd een tamelijk innige ver houding geweest, en het was dan ook vrij gemakkelijk te bereiken. Vooral de laatste jaren ls deze verhouding nog Intiemer ge worden; men schijnt van weerskanten te begrijpen, dat men elkander noodlg heeft: Jullanadorp Helder en Helder Jullanadorp. Ja, zeker, ook Helder Jullanadorp. Men rergeet maar al te veel, dat hier een nijvere. Rnabouwende bevolking woont, die voor de conomlsche ontwikkeling van onze stad nog elangrjjke mogelijkheden kan scheppen. rooral nu de electrificatie en de watervoor- endng feiten zijn geworden. Maar juist dit atste zal, meenen wij, ln hooge mate de sderzijdsehe toenadering bevorderen. Maar laat ons, op hetgeen wij te melden Ibben, niet vooruitloopen. Zooals gezegd, jeniang heeft Julianadorp," en, ln nog erker mate, hebben de verspreide hoer erijen ln deni Koegraspolder gezucht onder In Isolement. En waar andere dorpen of landelijke treien ln dézen verlichten tijd meestal ten- dnrte nog gas hebbem, daar was Juliana- orp en het geheele Koegras uitsluitend aan- ewezen op petroleum en al de narigheid an (Hem. Misschien was er hier en daar en boerderij, die zoo gelukkig was brongas e bezitten, maar In ieder geval was de ver- Ichting er treurig. Dit alles behoort nu gelukkig tot het ver laden. Het feit, dat de belde bedrijven: dat der ebötricltelt en de waterleiding. Zaterfag- aiond te Julianadorp zouden worden open gesteld, gaf het Gemeentebestuur aanleiding dee opening op feestelijke wijze te doen plats hebben. Het Gemeentebestuur gaf bbrmede blijk mee te leven met de bevol king van het landelijk deel harer gemeente, er wH op onze beurt hebben gemeend In dezelfde Bjn te moeten blijven, en dit beu- chïlijke feit in een speciaal „feestverslag" te moeten vastleggen. Want uit den aard de* zaak konden Wj deze gebeurtenis slechts wénlgen tegenwoordig zijn, en wij willen dei velen, die er niet waren, een zoo volledig mogelijk verslag geven van de gebeurtenis. ifen kan zooiets op verschillende manie- rei bekijken. Die een beetje nuchter is aaigelegd, zegt: nou ja, wat wa9 er nou te ziei? Er werf een' beetje gespeecht en er weid een contactknop omgedraaid, waardoor de loei verlicht werd. Moet daar nu zooveel droste over worden gemaakt? En dan ant woorden wij: zeer zeker moet bet dat Waar zouten wij heengaan als niet nu en dan een beetje romantiek ons leven opvroolijkte? En wat Is beter geschikt het leven van hen, die, urei. van Helder vandaan, in eenzame, ver spreide boerderijen wonen, op te vroolIjken dan iet heldere electrlsche licht, dat zij thans in hm woningen hebben gekregen? Aan die verlichting, aan die watervoorzie ning vooral, zit meer vast dan de nuchtere feite* ateen: een dosis levensvreugde, een vermindering van zorgen misschien, een verheoging wellicht van het levensniveau. Men moet zich maar eens indenken In dit eenzame leven op geïsoleerde boerderijen om te beseffen, wat deze verlichting be- teekent. Zóó bezien, was het dan ook een sympa thiek denkbeeld van het gemeentebestuur, deze openstelling op feestelijke wijze te doen geschieden, eni dat het door Jullanadorp ge waardeerd werd, zal het vervolg van deze geschiedenis leeren. De jeheele Raad behoudens dan enkele leden, die verhinderd waren wij misten een vijftal bekende gezichten vertrok Zaterdagavond half acht van het gebouw der Arbeidsbeurs ln een tweetal autobussen naar Jullanadorp. Burgemeester en Wet houders de heer Kamman was vertegen woordigd door den heer Wessel, waarne mend lecretarls en enkele gemeentelijke autoritalten, volgden in een drietal andere. Deze leeren waren allereerst de directeur der Water- en Lichtbedryven, de heer Teune, de heer Groeneveld, een der firman ten vai de firma Groeneveldy Ruempol Go, de aannemers van het electrisch net, met em zijner Ingenieurs, de heer Sax, verder de Gemeente-Bouwmeester, de heer Kastelljn, de hoofdboekhouder der Bedrij- ven* de heer Stoll, de dlstricts-dnspecteuren Electrificatle. van het P. E. N. en het Provinciaal Water leidingbedrijf, de heeren Van der Veen en Bel uit Schagen, de heeren J. J. Verfaille en A. J. de Jongh, dijkgraaf en secretaris van den Polder „Het Koegras", en heel' wat personeel van de gemeentelijke water- en liohtbedrijven, dat deels op eigen gelegen heid was gegaan. Het vertrek was geleidelijk gegaan, daar al deze personen niet tegelijk konden worden vervoerd', maar ln het fees telijk versierde café van den heer Slikker vonden zij tegen acht uur elkander terug. Door de welwillendheid' van den directeur der Water- en Lichtbedrijven, was voor Uw verslaggever een auto beschikbaar gesteld, waarmede hij, als een van de eerste bezoe kers, in Julianadorp arriveerde. Er stond een snijdend-koude noordoostenwind, die de bewoners binnenshuis deed' blijven. En het was jammer, dat het weer ln dezen niet' medewerkte, want nu was de entrée ietwat triestig. Donker en verlaten lag het dorpje dear, van het vriendelijke pleintje, dat er 's zomers zoo gezellig kan uitzien (weet men, dat de Polder Koegras hier een nieuw hek om laat makeni?) was slechts de silhouet te zien. De groote, moderne winlkel van Van Nuland lag nog ln het schemerlicht van pe troleumverlichting. Een gloednieuwe mu ziektent, opgesteld op het plein, prijkte met een menigte electrlsche lampjes. Dat beJ loofde wat als die straks aan het branden gingen! Het was koud en ongezellig buiten. Beter was het in het café Slikker. Daar stonden lange tafels met hagelwit 'linnen en van ver leidelijke glazen, flesechen en sigaren voor zien. Want het gemeentebestuur was heden avond de gast van de beide plaatselijke ver- eenigingen „Koégras Belang" en „Vereeni- ging voor Vreemdelingenverkeer en die hadden voor een keurige ontvangst gezorgd. Een strijkje piano en viool ontbrak niet en zou straks voor uitstekende tafel- muziek zorgen. Telkens kwamen nieuwe menschen naar binnen, ook Heldersche gezichten. Han denwrijvend' van de kou kwam de heer Van den Bogaerfe, dé kapelmeester, die aan stonds de Fanfare „Kunstmin" zou aanvoe ren, welke de gasten zou begroeten. Te aeht uur arriveerde het Dagelijksch Bestuur der gemeente en de leden van den Raad. Ook een aantal bestuursleden van de beide vereenigingen, die recepieerden, wa ren binnengekomen. Aanstonds was het vertrek nu geheel gevuld met menschen, de Burgemeester, met den ambtsketen om, nam plaats aan het hoofd der tafel, en toen allen gezeten waren:rètètètè, rètètètè, schal de plots de muziek van Kunstmin" en be groette ons in een jubelmarsch. Maar de kou en de zenuwen deden hun invloed gelden. Toen allen gezeten waren, nam de heer K o s s e n, Voorzitter van de Vereenigingen •Koegrasser Belang" en V.V.V„ het woord om het welkom uit te spreken, en namens beide vereenigingen de aanwezigen te be groeten. Wij stellen de aanwezigheid van den Raad op hoogen prijs, zoo zeide hij, zoowel de zaak van het eleotrisch licht als van de watervoorziening zijn voor ons van het grootste belang en als het ware de be kroning van onze wenschen. Een jaar of vijftien geleden bestond de gemeente Helder uit twee groepen: het groote stedelijk ge deelte en het kleine groepje van het platte land. Beide hadden hun aparte belangen; wy bemoeiden ons-niet met elkaar, en als wij de stad, die toch onze woonplaats was, bezochten, geschiedde dat uitsluitend voor wettelijke aangelegenheden. Voor onze boodschappen dachten wy er niet aan naar Helder te gaan; daarvoor waren Schagen en Alkmaar aangewezen. In dit alles is de laatste jaren een groote verandering gekomen, vooral onder Burge meester Houwing. Deze zag aanstonds het groote belang in van een toenadering en heeft die met alle krachten bevorderd. Om de openstelling der bedrijven thans niet verder op te houden, zal spr. thans hierop niet nader ingaan, doch wil er straks op terugkomen. De Burgemeester, deze rede beant woordend, geeft den heer Kosseb de ver zekering namens den geheelen Raad, dat deze ten zeerste is voldaan over het feit, dat men hier ingenomen is met deze verlichting en watervoorziening. Hy drukt den wensch uit, dat de banden in de toekomst nog inni ger mogen worden, zóó innig, dat verdere separatistische neigingen, die hier bestaan hebben, voor goed den kop worden inge drukt. Het is goed, dat Helder en Koegras vereenlgd zijn, wij kunnen elkander we- derzydsch helpen. Mijnheer de Voorzitter, aldus eindigde de Burgemeester, namens het Gemeentebestuur dank Ik U voor Uw Initiatief om deze gebeurtenis een feestelijk karakter te geven en voor de wyze, waarop wij hier worden ontvangen. De feestelijke openstelling van de beide bedrijven zou thans plaats hebben Daartoe begaven de aanwezigen zich naar het trans formatorhuisje aam de Langevliet. Hier was een plankierr gemaakt, waarlangs de autori teiten het geheimzinnige kabelcomplex, dat zich in zoo'n huisje bevindt, konden berei ken. Nu waren de menschen uit de huizen gekomen; zy verdrongen zich rondom het sluisje, en natuuriyk zorgde ^Kunstmin" hier ook weer te staan. Het was hier, dat de wethouder der Be drijven, de heer D. H. G r u n w a 1 d, het woorf nam tot het uitspreken van de vol gende rede: Mynheer de Burgemeester, geachte aanwezigen, Het is my byzonder aangenaam op dit, voor Helder, Koegras en Julianadorp ge wichtig moment als Wethouder der Water en Lichtbedryven het woord tot U te mo gen richten. Werd veelal vroeger het platteland be schouwd als een te veronachtzamen gedeelte van de bevolking, de jaren, die achter ons liggen, hebben wel zeer voldoende en dui delijk aangetoond de groote kracht, die schuilt in de plattelandsbevolking en laten wy het eeriyk zeggen de groote steun, die zy vooral in de benarde oorlogsjaren vol doende heeft bewezen. Zoo langzamerhand ls ook de Gemeente beter gaan begrijpen, dat meer aandacht diendé te wordeni geschonken aan dat deel van de bevolking, dat niet woont ln groote of kleine huizen, dat niet woont aan goed onderhouden en goed geplaveide straten, doch die verspreid1 wonen op het land, be oefenende de iakken van veeteelt en land bouw. Veeteelt en landbouw, die moeten voortbrengen de allernoodzakeiykste be hoeften van den stedeling. Was het daarom niet billijk, dat ook de bewoners van het platteland, die ook hebben op te brengen de belasting voor de genieenschap, mede konden proflteeren van dat wat het stads bestuur kon doen voor de stedelingen. En wat ls meer noodzakeiyk, wat vergemakke- ïykt meer het leven dan licht en water. Water, duinwater, rein en zuiver, licht, dat helder schynt door een enkele handbewe ging, eleotrlsoh licht, dat vooral ln het boe renbedrijf onschatbare diensten zal bewy- zen. Er bestaat geen belemmering meer om de mee9t moderne landbouwwerktuigen toe te passen, zoodat de bewoners van Koegra§ thans beter in de gelegenheid zullen zyn hunne bedryven tot bloei te brengen. Het Gemeentebestuur van Helder heeft dan ook volkomen juist ingezien, dat U, bewoners van Koegras, ook toekwam zuiver drinkwater, electrisch licht, dat U ook mede diende te profiteeren van hetgeen, waar gij recht op hebt Alvorens ik den Burgemeester verzoek om de waterkraan te openen en het elec trisch licht te ontsteken, meen ik in het kort de - geschiedenis te moeten releveeren. De noodzakeiykheid tot aansluiting der gemeente Helder aan- het Provinciaal Wa terleidingbedrijf van Noorf-Hollandi werd geboren- uit de feitelijke onmogelijkheid om onze waterwinplaats in het duinterrein nog verder uit te breiden. In 1907 en eveneens in de jaren 1916/ 1917 werf de prise d'eau vergroot, maar het watertekort bleef bestaan. Toen nu in 1920 nogmaals een nieuw project tot uitbreiding der prise d'eau aanhangig werf gemaakt, waarvan de koeten globaal op 600.000 werden geschat en dit plan nog absoluut geen deugdelijke waarborgen voor de toe komst gaf, werden onderhandelingen aan geknoopt met het P. W. N. Reeds dadelyk kwam hierbij het idee naar voren, dat by een eventueele aansluiting aan het P. W. N„ onderweg gelegenheid kon worden gemaakt voor een aftakking naar den Koegraspolder. Dank zq de voortvarendheid van den Di recteur van dit bedrijf waren de plannen spoedig gereed en den 8 November 1921 besloot de gemeenteraad tót het betrekken van water van de provincie. Den 12 Decem ber daarop volgende was het contract voor suppletoire waterlevering door het P. W. N. al aangenomen en in de Raadsvergadering van denzelfden datum werd het leggen van een buizennet te Julianadorp onderhands opgedragen aan de. Nederlandsche Gasme- terfabriek George Wilson te 's-Gravenhage. Het leggen van de transportleiding had nog heel wat voeten in de aarde. Het Depar tement. van Oorlog stelde aanvankeiyk on redelijke eischeni tot het leggen dezer lei ding in militaire landsgrond. In November 1922 werf op dit punt overeenstemming be reikt. Voorts dient nog te worden gerele veerd, dat de vereischte vergunning tot het leggen en onderhouden van een buizennet in de wegen van den polder door Gedepu teerde Staten en het Polderbestuur met be kwamen spoed werden verleend. Den 27 Januari 1923 werf het leggen van de transportleiding, die onze gemeente ein- deiyk de gewenschte aansluiting zou brem gen, aanbesteed door het P. W. N. Doch helaas komt er dezen keer stagnatie in den voortgang van het werk door de in middels plaats gehad hebbende Roerbezet ting. De buizen moesten n.1.' geleverd wor den door de Gelsenkirchener Bergwerke A.G. Aan de fabriek lag de heele partij reeds voor verzending gereed, doch de bezettings- autoriteiten wilden geen toestemming voor den uitvoer geven. Namens het P. W. N. verzocht de Commissaris der Koningin in deze provincie aan den Minister van Bui- tenlandsche Zaken te bevorderen, dat de party vrygegeven werd. Ook de heer Van Oldenborgh wendde zich persoonlijk tot Minister Van Karnebeek. Hij wees op de urgentie van de zaak, op het belang, dat de gemeente Helder by een behooriyke water voorziening heeft. Niets hielp, of zooals de Directeur van het P. W. N. zich uitdrukte, „niets was in staat de diplomatieke kalmte op dit Departe ment te verstoren". Ook het gemeentebestuur van Helder drong bij Buitenlandsche Zaken nog eens aan op bespoediging van deze aangelegen heid. Doch B. en W. werden eveneens met een kluitje in het riet gestuurd; men had aan het Departement al van te voren zyn woorden ln massa laten drukken. Tengevolge van de stagnatie, die de leve ring der buizen ondervond van de Roerbe zetting, kon de aansluiting van Jullanadorp aan het P. W- N. in den, zomer van 1928 niet meer haar beslag kragen. Met vele extra-kosten heeft men elndeiyk gedaan weten te krijgen, dat de buizen ge leverd werden en zoo gebeurde bet, dat in het begin van October 1928 een aanvang kon worden gemaakt met het leggen der dienstleidingen op de ln aanlég zynde hoofd- transportlelding in deze gemeente. Op 22 December kwam de geheele trans portleiding gereed, zoodat, paar het scheen, spoedig met de waterlevering in Julianadorp een aanvang kon worden gemaakt. Volgens het P. W. N. was op 6 Februari jl de zaak daartoe gereed, doch tengevolge van een onvoorziene omstandigheid kan pas op den dag van heden voor het eerst water worden betrokken van het Provinciaal Waterlei dingbedrijf van Noord-Holland. Toen, ruim 8 jaar geleden, de Kennemer Ejectriciteits Maatschappy te Bloemendaal zich voor de eerste maal tot B. en W. van Helder wendde om te komen tot stichting van een Gemeenteiyk Eleotricitelts Bedrijf voor Julianadorp, was men omtrent 'het wel slagen van een dergelijke onderneming wei nig optimistisch gestemd. De voorziening van deze gemeente door electriciteit stuitte in dien tijd op zoodanige moeiiykheden, dat de in voorbereiding zijnde plannen voorshands weinig kans op verwe zenlijking boden. Als een niet gering be zwaar werd b.v. gevoeld, dat de electrificatle der gemeente de rentabiliteit der gasfabriek zou doen dalen. Ook wilde men eerst den overgang van de K. E. M. naar de provincie afwachten. Toen deze overgang een voldongen feit was geworden, werden de onderhandelingen, thans met het Provinciaal Electriciteilsbe- dryf van Noord-Holland weder opgevat. Als resultaat daarvan werd in de vergadering van den Raad van Helder van 16 Januari 1918 het stroomleveringsoontraot met de provincie afgesloten, onder voorbehoud, dat de datum van ingang nog nader zou worden geregeld. Men wilde n.1. wachten tot de ma- teriaalpryzen weer eenogszins gedaald waren. Dat ook in het ïandeiyk gedeelte dezer gemeente al de behoefte werf gevoeld1 aan electriciteitsvporziening, moge biyken uit het feit, dat de Dykgraaf en Heemraden van den Koegraspolder den 20 Maart 1918 we verkeerden toen juist in het laatste sta dium van den wereldoorlog en het gebrek aan steenkolen, petroleum en benzine begon nijpend te worden zich tot het gemeente bestuur van Helder richtten om den polder de voordeelen der eleotrificatie deelachtig te doen worden. Nadat in het begin van het jaar 1919 nog een rapport was uitgebracht door de heeren Prof. Chr. Visser, Smit Kleine en Rijkes, waarin deze deskundigen unaniem adviseer den, ook uit economisch en financieel oog punt, tot onmiddellijke electrificatle dezer gemeente over te gaan, besloot de gemeente raad van Helder nog in hetzelfde jaar- tot stichting van een eigen etectriciteitsbedrijf. De bedoeling was om zoodra de* kabel van het P. E. B. het Noordhollandsoh Kanaal was genaderd, ook Koegras en Julianadorp aan te sluiten. Op het einde van bet jaar 1920 werf aan gevangen met den kabel SchagenHelder. De plannen tot electrificatie van den Koe graspolder begonnen derhalve op dat tijd stip ook voor buitenstaanders een meer tastbaren vorm aan te nemen. Maar nog was het einde der beproevingen nog niet daar. Het vliegkamp „De Kooy" kwam o. m. met bezwaren tegen het aanbrengen van een bovengrondsch kabelnet in de nabyheid van het vliegterrein. In dien tyd had men n.1. nog het voornemen om een bovengrondsch net te maken, wijl een zoodanig net bedui dend goedkooper was van aanleg en even tueele storingen vlugger en eenvoudiger konden worden gerepareerd. De omstandigheid echter, dat een onder- grondsch net meer bedrijfszeker is, minder onderhoud vergt en geen extra kosten vraagt by kruising van telefoondraden, deed het gemeentebestuur van Helder tenslotte pver het kostenbezwaar heenstappen. Voordat evenwel kon worden aangevan gen met het leggen van de kabels, moest eerst worden onderzocht of het aantal aan sluitingen ln Koegras en Julianadorp vol doende was. Daartoe circuleerden vragen lijsten by de inwoners. Het gemeentebestuur imeende, met het oog op de belangen van het landelijk ge deelte der gemeente, dat de electrificatle niet langer mocht worden opgehouden. Bij openbare aanbesteding werd het werk gegund aan de Algemeene Nederlandsche Electriciteits Maatschappij v/h Groeneveld, Ruempol Co. te Amsterdam, naar een aannemingssom van 79.693.23, zoodat de raming nogal iets meeviel. Hoewel de uit voering daardoor «enigszins duurder werf, besloot het- College van B. en W., mede om de Nederlandsche nijverheid1 te steunen en de werkverruiming hier te lande te vergroo- ten, om inplaats van Duitsche kabels te ne men, deze te betrekken van de Delftische kabetfabriek. Een andere factor was, dat de levertijd voor Hollandsche kabels absolute zekerheid bood, wat met de Duitsche- niet het geval was. ZooalsTeeds gezegd, moesten no» heel wat bezwaren overwonnen worden, voordat met het werk voortgang kon worden gemaakt. Verschillende vergunningen waren nog ver- eischt: van het polderbestuur voor het leg gen van kabels in den polder; van Gedepu teerde Staten van Noord-Holland ten aan zien van enkele wegen in den polder; van den Minister van Waterstaat met betrekking tot den weg Alkmaar—Helder, en van de Hollandsche Wzeren Spoorweg Maatschap pij ten opzichte van drie spoorwegkruisin gen. Al deze concessies werden betrekkeiyk spoedig verleend. Alleen wekte het eenigs- zins bevreemding bij het gemeentebestuur, dat voor laatst bedoelde vergunning boven en behalve het gewone recognitie recht jaarlijks moest worden betaald 41.—, en zulks voor de lasten, die de Maatschappy van de kabels ondervindt, welke o.l. rustig zonder eenlgerlei kwaad te doen, in den spoordyk liggen. Voorts moesten, nog twee transformator- huisjes door het P. E. B. worden gesticht, en wel te Julianadorp en aan de Doggers vaart. Nog een hangende kwestie had het ge meentebestuur op te lossen, t. w. of de be woners van den Koegraspolder, wonende aan de Callantsoogervaart, moesten worden aangesloten op het net van Oallantsoog, dan wel van ons eigen bedrijf. Tenslotte is de laatste wég gekozen, al was deze voor de gemeente kostbaarder, op de overweging, dat het niet aanging dat deze categorie van personen, die ook ingezetenen van Helder zijn, en ook hunne belastingen in deze ge meente betalen, een hooger tarief voor elec triciteit zouden hebben (by eventueele aan sluiting aan Oallantsoog) dAn de overige be woners van den Koegraspolder. Op dezen grond werd aan de A. N. E. M. in het begin van 1924 tevens opgedragen het leggen van een kabel langs de Oallants- oogervaart. Zoo is dan nu de aanleg van het onder- grondsch electrisch net met een totale longte van 29 K.M. voor den polder Koegras vol tooid en daarmede in vervulling gegaan een lang gekoesterde wensch van de bewoners van Jullanadorp en Koegras, n.L verwezen lijking van het plan electrificatie. Betrekkeiyk lang heeft dit geduurd, doch wanneer een terugblik wordt geworpen op den afgelegden weg en de moeiiykheden, die te overwinnen waren, dan heeft de elec trificatie van Koegras snel haar beslag ge kregen. Dit snelle beslag ls zeker voor een groot deel' ook te danken aan de uitnemende wyze, waarop door den Directeur van onze Water- en Lichtbedryven de zaak is voor bereid en wensch ik hem van deze plaats namens het Gemeentebestuur een harteiyk woord van dank te zeggen voor de vele en moeiiyke werkzaamheden, welke hy, die toch reeds een zoo drukke werkkring heeft, zich heeft getroost om deze zaak tot een goed einde te brengen. Ook een harteiyk woord van dank tot den Hoofdopzichter van Water- en Lichtbedry ven den Opzichter v. h. Electriciteitsbe- dryf en tot de werklieden van de Gemeente, die op zoo uitnemende wyze de aan hen opgedragen taak hebben vervuld. Niet minder een woord van harteiyken dank aan de heeren Ingenieurs van de firma Groeneveld1, Ruempol Co. voor de uitste kende wyze, waarop zy het net hebben aan gelegd, ook aan da H.H. Ingenieurs van het Provinciaal Waterleidingbedrijf en verder personeel voor hunne werkzaamheden gedu rende den aanleg van de Waterleiding. Mynheer de Burgemeester; geachte aan wezigen 1 Een belangrijke gebeurtenis beeft heden avond voor Koegras plaats, een gebeurtenis, die met gulden letteren in de geschiedenis van de Gemeente Helder en Koegras in het byzonder kan worden geboekstaafd. Zoo moge deze nieuwe aanleg van Water en Electriciteit er toe bijdragen' om in ruime mate de welvaart en den bloei van Koegras te helpen bevorderen. Mynheer de Burgemeester, ik verzoek U thans het Water en het Licht voor Koegras te ontsluiten. De Burgemeester nam hierop het woord en herhaalde, wat straks in den besloten kring der genoodigdeni gesproken was, in het openbaar. Hy zeide, dat het voor het Gemeentebestuur aangenaam waste zien, dat een genomen maatregel door de bevol king wordt gewaardeerd. De groote belang stelling van.de zijde der bevolking wqst er op, dat men het waardeert thans aangesloten te worden aan het electrisch net en de wa terleiding. Wat was dat? Het donkere sluisje, waarop wq stonden, baadde plotseling in een zee van licht. „Hoera!" schreeuwden de men schen langs den kant. Ziedaarl Tientallen van lichtjes waren langs den rand van de brug' bevestigd en zetten de omgeving in het heldere licht, dat wy hier ook kennen. Nu konden we zien, wat er op de brug stond: een lachende, vrooiyk-gestemde menigte. Veel jongens natuurlijk. Zou er ter wereld iets voorvallen, dat een jongen niet mee maakt? Op de brug stonden ze, langs de vaart, en allemaal zagen ze elkander in de lachende, biyde gezichten. Hoeral Juliana dorp is electrisch .verlichtl En wat was dat daar? Zoowaar! de molen van Hollander. De molen van Hollander, die draaide, draaide, dat het zoo'n lieve lust was. Jawel, maar dat was niet alles. Van top tot teen was de molen verlicht, de vier wieken waren voorzien van een groot aantal lichtjes, en de kap ên wat er nog meer aan een molen annex is, gloeide en glansde. En maar draaien, draaien.... Als de Helderschen dit geweten hadden, waren ze er vast naar komen kijken: geen vuurwerk zoo mooi als deze draaiende molen. We rolden van de eene verrassing in de andere. Want nauweUjks hadden we naar deze verlichting gezien of een geheimzinnig geruisch trof ons oor. Wat gebeurde er toch allemaal in dat transformatorhuisje? En zie, plots spoot een waterstraal omhoog en tege- lykertyd flikkerden daar de lichtjes van een gekleurde fontein. Waren we verplaatst in Versailles hy de beroemde waterwerken van de Fransche ko ningen? Of stonden wy in het nederige Julianadorp, boven op het sluisje aan de Langevliet?. Want een gekleurde fontein spoot omhoog, een straal water van verscheidene meters hoogte plaste daar neer en wederom riepen de omstanders „hoeral" En de Fanfare „Kunstmin", dl® al had staan te popelen, viel nu in en speelde het Volkslied. En de verlichte molen draaide, draaide, draaide Terug ging het nu, het feesteiyk-verldchte dorp door. Alle inwoners hadden, voor zoo ver ze natuuriyk electrische verlichting had den, 'hun ramen eni gordynen opengescho ven eni lieten zien, hoe prachtig het licht werkte. Wy gingen nu naar het kerkje, waar de nieuwe slangenwagen opgesteld stond, die Julianadorp tegelijkertyd met leidingwater gekregen heeft. Want het spreekt wel vanzelf, dat de brandbluschmiddelen tot nog toe vrij primi tief waren. De brandspuit, die Julianadorp bezat, was aangewezen op het water uit slooten en vaarten, en het is onlangs voor gekomen, dat een sloot byna geheel uitge droogd was, zoodat met de grootste moeite wat drabbig water kon worden opgepompt. Dus hebben Burgemeester en Wethouders by deze gelegenheid in de bus geblazen en gezorgd voor een behooriyke brandweer. Watervoorziening tn Koegras. Misschien nog erger dan het gebrek aan behoorlijk licht, was dat aan goed drink water. Men weet het: slooten en vaarten rondom Helder zijn nu eenmaal brak, en de beesten drinken tenslotte dit water wel, maar noodgedwongen. Een feit althans is het, dat een koe, die met zoet water gevoed, wordt, beter gedijt en meer meflk geeft dan een, die steeds brak water krijgt. Het is voorge komen, dat btj een landbouwer eenige die ren waren gestorven, zonder dab men de doodsoorzaak kon naspeuren. Ook de die renarts vond geen enkele doodsoorzaak. Het bloed der gestorven dieren werd naar de RljksserumlnricMlng opgezonden, en hier wees het onderzoek uit, dat het brakke water den dood der dieren had veroorzaakt. Ja, daar staat een boer machteloos tegen over. Feestelijke opening der belde bedrijven. Vertrek van Helder. Aankomst te Jullanadorp. Aankomst van den Raad. Begroeting door den Voorzitter van het „Koegrasser Belang" en V.V.V. Antwoord van den Burgemeester. Feestelijke opening van licht en waterleiding. De watervoorziening van den Polder 4flet Koegras". De electrlclteltsvoorzlenlng van Koegras. Rede van den Burgemeester. Ontsteking van het licht. Openstelling van de waterleiding. Fontalne lumlneuse. Jullanadorp electrisch verlicht. Slangenwagen der brandweer.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1924 | | pagina 7