GEMENGD NIEUWS.
Gemeensohar -'linle en 'het gedeelte ten Zui
den van deoogervaart moest zich nog be
helpen met een onverharden Notweg van
ongeveer 5(fcd M. lengte, uitkomende langs
den Soheldingsvllet te Oarlantsoog, aan reeds
genoemden verharden weg langs het Gr.
Noord-Holi, Kanaal.
De drang tot verbetering, zoowel ln het
Noordelijk als ln het Zuidelijk deel van den
polder k'vaju steeds scherper naar voren en
toen dan ook ln 1910 besloten werd tot ver
harding van den Notweg ln het Zuidelijk
deel, werd het standpunt, dat tot dusverre
(door het polderbestuur werd Ingenomen, n.1.
"dat het Rijk, waar het den eigendom en het
beheer en onderhoud van den Strooweg en
van den weg langs den Koegras Zanddijk
voor zijne rekénlng had en dat dus diende te
behouden, prijs gegeven en aanvóard het
voorstel '.'in met subsidie van het Rijk, ge
meente Helder en Alg. Ned. Wlelrijdersbond
over te gaan tot verharding van den Stroo
weg.
Onze geachte Wethouder, de heer Van
Breda, h.vft daar straks reeds geschetst, het
tijdperk, waarover, ik mag wel zeggen, ge
streden Is, om tot verbetering van den toe
stand van den Strooweg en den weg langs
den Koegras Zanddijk te geraken. Ik wil
daaraan nog toevoegen, en dit ter illustratie
van den langen duur der onderhandelingen
inzake di wegverharding, dat belanghebben
de ingelanden, wachtensmoede en teleurge
steld in hunnen aanhoudenden strijd om ver-
beiering van den bestaanden toestand, zelf
de hand san den ploeg sloegen en overgingen
tot verharding met puinen sintels van, den
Strooweg
Dat zij daardoor ln conflict kwamen met
het Rijksreglement op de wegen, was begrij
pelijk en als blijvend aandenken voor bun
nen arbeid, volgde op deze overtreding een
veroordelend vonnis.
Voor betrokken Ingelanden tot troost, was
het een heugelijk feit, dat zij het genoegen
mochten smaken de verharding van den weg
voltooid en daardoor ook hun goed bedoeld
streven op betere wijze beloond te zien.
Hoewel er nog veel te wenschen blijft en
voor de economische ontwikkeling in onzen
polder nog een uitgebreid arbeidsveld ligt,
dat bewerkt moet worden, is het mij een bij
zonder genoegen, en ik doe dat mede namens
het polderbestuur en de ingelanden, een
woord van dank te kunnen richten tot het
Gemeentebestuur van Helder voor de kracht
dadige wijze, waarop het de laatste jaren ge
toond heeft mede te willen werken aan die
ontwikkeling.
Konden wé voor enkele weken U, Burge
meester en Wethouders van Helder, onzen
dank brengen voor de electrificatie en de
waterleiding, -thans doen wij dat voor den
grooten 9teun, dien U verleend heeft bij de
tot stand koming van den Duinweg, waaraan
door U zeker wel den krachtigsten stoot is
gegeven.
Voor een oogenblik toch dreigde nog het
gevaar, dat de aanleg zou worden uitgesteld.
Dat was op het moment, dat Zijne Excel
lentie de Minister van Waterstaat aan U
mededeelde, niet voor 1924 de gelden voor
het subsidie op de begrooting te kunnen
•brengen en aan U de risico overdroeg met
het werk door te gaan.
U schroomde niet, in het stadium, wèarin
de voorbereiding tot dien aanleg was, die
risico te aanvaarden, overtuigd als U was,
dat, wilde de wegverbinding tot stand komen,
thans uitstel noodlottig zou kunnen zijn.
Onzen hartelijken dank voor dien finan-
cieelen steun en voor Uw vertrouwen in de
-uitvoering, waardoor wij hebben bereikt, dat
gene waarnaar door ons bestuur jarenlang
is gestreefd, n.L den aanleg van de ontbre
kende schakel van ons wegennet langs de
Westzijde van onzen polder.
Een woord van dank komt daarbij ook toe
aan de Directie van de Ned. Basalt-Mij. te
Zaandam, voor de uitvoering van het werk.
't Liep weliswaar lang niet altijd mee, door
verschillende omstandigheden werd het werk
vertraagd, de moeilijkheden en tegenvallers
hij den aanleg zijn vele geweest, doch waar
L' hoogen prijs stelde op Uw naam als weg-
aanlegster, hebt U geen pogingen nagelaten
mede te werken, den aanleg te doen slagen.
Ook de Directiën van den Rijks- en Pro
vincialen Waterstaat gaarne onzen dank voor
hunne hulp en steun bij de tot standkoming
van den weg verleend. Al moge dan het toe
zicht op de uitvoering een enkele maal wat
knellend gevoeld geworden zijn, de bedoeling
daarmede kon niet anders dan ten goede ko
men aan eene goede oplevering van het werk
er het resultaat ermee bereikt, heeft dat m. i.
wel bewezen.
Verder onzen dank aan allen, die aan de
totstandkoming hebben meegewerkt, ln het
bijzonder aan onzen opzichter, den heer
Mann, en aan onzen secretaris, den heer De
Jongh.
Mijnheer Mann, veel zijn Uwe. bemoeiin
gen geweest Inzake aanleg van den Duinweg.
Zij dateeren van den tijd af, dat U bij den
Polder in dienst kwam. Uw arbeid in deze
zaak, vooral' het laatste jaar met den velen
tegenspoed, waarmee U te kampen heeft ge
had, is niet gering geweest. Ik wensch U
geluk met de voltooiing.
Zij is de kroon te noemen op het vele open
bare werk, dat onder Uwe leiding hier in de
provincie is -tot stand gekomen.
Ook U, mijnheer De Jongh, onzen harte
lijken dank.
U is in dezen meer de stille kracht geweest,
waarvan de arbeid niet zoo onmiddellijk naar
buiten komt.'Uitgebreid is het aantal ver
zoekschriften, brieven en overeenkomsten,
door U ontworpen, ingeschreven en verzon
den. Zoo uitgebreid', dat-, was papier maar
een geschikt vqrhardingsmateriaal geweest,
stellig zou dan, wanneer de stukken op den
weg oetrekking hebbende naast elkaar uit
gespreid lagen, een groot deel van den weg
oaarmee verhard kunnen zijn. Dank zij Uw
onverdroten ijver, Uwe opgewekte wijze van
werken, Uw helder inzicht, heeft U velé
moeilijkheden weten te overwinnen en is dan
eindelijk ook Uw werk in deze met het ge-
wenschte succes bekroond.
Nog vele jaren hoop ik het genoegen te
hebben met U beiden te mogen samen
werken.
H.H. medebestuurders van Koegras.
'1924 is voor onzen polder wel een jaar van
beteekenls.
Voor ongeveer 100 jaren bedijkt, brengt
1924 de voltooiing van verschillende werken,
waaruit een streven van autoriteiten blijkt,
mede te willen bevorderen den bloei van on
zen polder, een streven, dat ons niet anders
dan dankbaar kan stemmen, doch wat ook
zoo gewenscht is om ons tot voor enkele
jaren ln dat opzicht vaak vergeten nijver
polderland met de hulpmiddelen, -waarover
we beschikken, door het tijdperk van drei
gende malaise heen te brengen.
Mede namens U spreek Ik den wensch uit,
dat dit streven zoo onverminderd moge voort
duren en dat ten aanzien van de verharding
van den Duinweg, de gemeente Helder, Cal
lantsoog en onzen polder tot in lengte van
jaren de voordeelen zullen mogen plukken,
die van dit werk zonder twijfel het gevolg
zullen zijn.
Rede Burgemeester Houwing.
De Burgemeester van Helder richt
allereerst een woord van dank tot het ge
meentebestuur van Callantsoog voor de
hartelijke ontvangst. Ook de wijze waar
op de Vereen iging V. V. V. ons begroette,
trof ons aangenaam. Dank aan den Dijk
graaf voor de waardeerende woorden om
trent de gestie van het gemeentebestuur
van Helder; moge ons dit een spoorslag
zijn aldus voort te gaan!
Mijne Heerenl
Een oud spreekwoord zegt: „een goede
buur is beter dan een verre vriend". De
waarheid van dit spreekwoord hebben wij- in
Helder klaarblijkelijk vroeger weinig inge
zien; wij leefden da§r mede met misschien
heel Nederland en zijne Koloniën, maar lieten
ons over het algemeen weinig gelegen liggen
aan onze naaste buren. Van de provincie
Noord-Holland bestond voor ons enkel Am
sterdam, misschien ook nog Alkmaar en om
geving. Het gevolg is geweest, dat wij wel
in Nederland en zijne Koloniën een zekere
vermaardheid genieten als de oorlogshaven
Nieuwediep, maar dat wederkeerig onze om
geving zich ook weinig van ons aantrok, dat
onze stad als het ware niet bestaat. Als ik mij
niet vergis is in deze geestesgesteldheid van
Helder's inwoners eene kentering gekomen.
Ik meen symptomen te bespeuren, dat vooral
bij Helder's middenstand het besef meer en
meer doordringt, dat het voor hen niet goed
is enkel aangewezen te zijn op hunne mede
stadsbewoners, dat het voor hen ook een
groot belang is in inniger aanraking te ko
men met hunne landelijke omgeving. Dat
deze nieuwe weg in Helder zoo populair is,
meen ik dan ook niet alleen daaraan te moe
ten toeschrijven, dat hierdoor eene verbin
ding is tot stand gekomen^ die ons op wat
aangenamer wijze dan de heele weg langs het
N.-H. Kanaal kan doen geniet-en van het
natuurschoon van het zoo aardige Callants
oog, maar ook, dat men voelt, dat men hier
door een nieuwe buur gekregen heeft, met
welke zij wederzijdsche voordeelen kan uit
wisselen. En daarom, waarde ambtgenoot,
doet het mij' voor Helder zoo'n genoegen, dat
ik uit uw hartelijke woorden heb meenen -te
mogen opmaken, dat wij goede buren zullen
zjjn, dat er ook in uwe gemeente voor ge
voeld' wordt in nadere connecties met Hel
der te komen, om daarmede samen te werken.
In dit verband zou ik erop willen wijzen, dat
er reeds een zaak is, waarin wij door samen
werking wel iets zouden kunnen bereiken.
Naast vele tegenstellingen hebben beide ge
meenten een ding gemeen en wel, dat zij
beiden aspiraties hebben om zich nog eens
tot badplaats op te werken. Wij in Helder
hebben daarbij het voordeel van de nabijheid
van een betrekkelijk groote stad, dat aan het
strand meer levendigheid geeft, waarbij nog
komt het verkeer op zee van onze oorlogs
schepen. Callantsoog heeft meer natuur
schoon. Waar beide badplaatsen zoo dicht bij
elkander liggen en thans door een goeden
weg met elkander verbonden zijn, is het
mijns inziens aangewezen, dat zij' elkander
aanvullen en daarvoor onderling gaan samen
werken. Hartelijk hoop ik, dat onze beide
gemeenten dat in zullen zien en noodig U
uit dit glas te ledigen op onze toekomstige
samenwerking.
Rede van den heer Prins.
De heer Prins, Directeur der Nederl.
Basalt-Maatschappij heeft al veel bevelen
ontvangen, maar nog nimmer een bevel
met zooveel genoegen opgevolgd als toen
hem de uitnoodiging gewerd bij deze
feestelijke opening tegenwoordig te zijn.
Spr. was in het buitenland en zond dade
lijk een telegram, dat hij gaarne zou ko
men. Voor dezen weg geldt het spreek
woord „Luctor et emergo". Wij worstelden
en zakten in het zand weg, dat was het ver
schil. Spr. had als aannemer van het werk
een aangename taak en vele medewer
king, en hoopt, dat de weg tot aller tevre
denheid en tot in lengte van dagen dien
sten moge bewijzen.
Rede van den heer Mann.
De opzichter van den Polder Het Koe
gras, de heer Mann, dankt voor de vrien
delijke woorden, aan zijn adres gericht.
Het werk leverde groote moeilijkheden
op, en die moeilijkheden hebben gemaakt,
dat dit werk het onaangenaamste was, dat
spr. ooit heeft uitgevoerd. Er waren zoo
vele directies waarmede we te doen had
den. Eén groote voldoening was er voor
ons: diat we medewerking hadden van alle
heeren.
Het drukke gebruik, dat al van dezen
weg wordt gemaakt, is een bewijs dat hij
in den smaak valt en de belangen der be
trokken gemeenten er mede worden ge
diend. Spr. heeft vele jaren- aan de Noord-
zeekunst gewoond' en weet dus hoe goed
het verblijf aldaar is. Hij gelooft dan ook,
dat deze weg een groot bezoek zal bevor
deren.
Tenslotte beveelt spr. aan te trachten
van het Staatsboschbeheer of de Heide
maatschappij medewerking te krijgen
voor een beplanting van den Koegras-
Zanddijk, evenals dat in Schoorl is ge
schied, daardoor krijgt men een ideale
toestand. Hoewel spr. hot gaarne nog zoii
beleven, dat het zoover' komt, zal dat wel
niet het geval zjjn.
Rede van den Vlce-admlraal.
Als vertegenwoordiger van een deel der
burgerij van Helder, namelijk de marine,
wensoht spr. het woord te voeren. Vooral
de ongetrouwden uitten zich altijd ln de
zen geest, dat achter Helder niets moer
was. Spr. hoopt, dat men nu de omgeving
van Helder wat meer zal bezoeken, en
dpt de naam van Helder in marinekringen
een betere reputatie zal krijgen. Als dat
bereikt wordt, kon Helder dankbaar zijn
en zal dat ln het voordeel zijn van de
marinemienschen zoowel als van de ge
meente. Spr. wenscht beide gemeenten ge
luk met den nieuwen weg;.
Rede van den heeriVerfaille,
Nogmaals neemt de heer Verfallle het
woord, om te oonstateeren, dat het belang
van den Polder Het Koegras ook dat van
de gemeente Helder is. Eerst in de laatste
jaren is de verhouding wat veranderd, en
spr. hoopt, dat dit zoo zoo mag blijven, en
dat ook de marine het belang van den
polder zal bevorderen.
Rede van den heer A. J. de Jongh.
De heer A. J. de Jongh, secretaris van
den polder Het Koegras wijst er op hoe
van verschillende kanten lof en waardeo-
ring is gebracht over de tot standkoming
van den nieuwen weg. Spr..heeft de wor
dingsgeschiedenis ervan meegemaakt en
de verandering gezien, die van den on-
mogelijken hobbelweg een behoorlijken
zandweg maakte. Maar vanmorgen dacht
spr.: er mankeert toch nog iets aan, n.1.
een enkele of dubbele rij goed beplante
boomen. Over 't algemeen heeft een boer
het land aan boomen, maar het is hier een
ander geval. Er is hier een flinke breede
weg, en spr. meent, dat een boombeplan
ting het verkeer niet zal hinderen, en
hoopt, dat na de verharding nu ook de be
planting eens ter hand zal worden geno
men. Het nageslacht zal er ons dankbaar
voor zijn. Dan zullen de menschen van
heinde en verre naar hier komen om den
weg te zien en dat zal den Woei der belde
badplaatsen bevorderen.
Rede van den heer Kastelijn.
De gemeente-bouwmeester, de heer
Kastelijn gaat in gedachten eenige jaren
terug. Spr. woonde toen een politieke vèr-
gadering in „Casino" bij. De laatste woor
den van dezen spreker zijn hem steeds
bijgebleven: gij moet schreeuwen om wat
te krijgen en als je 't hebt nog. harder
schreeuwen om nog meer te krijgen. Deze
woorden maakten op spr. een minder aan-
genamen indruk, maar bij nader inzien
bleek er toch een goede grondslag in te
zitten. Immers, wjj Hollanders hebben
het noodig af en toe eens opgefrischt te
worden, in- -een andere sfeer te komen.
Spr. wil de toen gehoorde woorden al
dus varieeren: wjj zijn ten opzichte van
dezen weg dankbaar, maar niet voldaan.
Onze gemeente is door hoogere colleges
vaak op zij geschoven waar zij het aller
minst verdiende. Nu er samenwerking
verkregen is tusschen deze gemeenten
blijkt, dat wel degelijk wenschen en ver
langens kunnen worden vervuld. In de
Held.- Ort. schreef de heer Michels over
het primaire wegennet in deze provincie,
en wees er op, dat alweder Helder werd
uitgeschakeld. Wij krijgen aan de Kooi
nu een vlotbrug, dus hebben we ook een
weg noodig naar van Ewtjcksluis. Laten
we dus wakker blijven en zorgen, dat men
ons niet op zij dringt en dat we krijgen
waar we recht opuhebben.
Slotrede Burgemeester Koster.
Tenslotte sprak de Burgemeester van
Callantsoog een woord van dank aan al
len, die medegewerkt hebben dezen mid
dag tot een aangename verpoozing te ma-
ken voor allen. Spr. dankt de aanwezige
militaire autoriteiten, die aan de uitnoodi
ging gevolg gaven, hetwelk te meer dient
te worden vermeld, daar elders in het land
hun aanwezigheid' ook voor belangrijke
zaken noodig was. Zij hebben er evenwel
de voorkeur aan gegeven deze feestelijk
heid bij te wonen. Spr. hoopt, dat inder
daad blijken zal,.dat ook voor de marine
deze weg zal worden gebruikt, en roept
bij voorbaat ieder marineman een welkom
toe in Callantsoog. Van het bezoek hangt
de'bloei onzer gemeente af. Deze weg zal
inderdaad med'ehelpen tot meerderen
bloei der gemeente.
Aan het eind noodlgt spr. de aanwezi
gen op een autotocht door de gemeente,
dankt de Vereeniging voor haar ont
vangst, en de pers voor haar aanwezig
heid, en mevrouw van Teekelanburg voor
haar uitstekend onthaal.
Vertrek uit Callantsoog.
Het was inmiddels half vijf geworden
eer men d'e auto's weder in beweging
zette. Het verdere gedeelte van den tocht
ging door Callantsoog over Petten, maar
uw verslaggever, die zijn oopij met de mi
nuut zag aangroeien, keerde met een ma
tig vaartje huiswaarts om u thans dit
schoteltje, als een' naar wij hopen smake
lijk en pittig gerecht, voor te zetten. Wel
moge het u bekomen I
Wanneer wij aan ddt verslag eenige opmer
kingen onzerzijds toevoegen, dan is dat in de
eerste plaats om Instemming te betuigen met
den reeds door een der sprekers uitgespro
ken wensch, dat spoedig de aanleg van een
rijwielpad1 mag volgen. De nieuwe weg toch
is ln de eerste plaats een verkeersweg. Reeds
Isten Paaschdag bewoog zich een stroom van
fietsers in beide richtingen. Op mooie zomer-
sche dagen zal dit nog ln sterker mate het
geval zijn. En dan is het voor andere voer
tuigen moeilijk om er zonder kleerscheuren
tusschen door te scharrelen.
Dan Is er nog een ander punt. De nieuwe
weg maakt het mogelijk, dat de tocht Ber
gen—Helder bijna geheel onder de duinen
langs gemaakt wordt. Wanneer de wensch
van den heer Vos betreffende de doortrek
king en verharding van den weg Callants
oog—Petten ook langs den voet der dui
nen verwezenlijkt wordt, zal dit vrijwel
geheel het geval zijn. Nu nog buigt de weg
tusschen laatstgenoemde dorpen vrij ver
landinwaarts, en leidt vervolgens naar den
voet van den Pettemer Zeedijk.
Todh is de verbinding door den nieuwen
weg reeds zeer veel verbeterd. In plaats van
den vrij eentonigen, open weg langs het
Kanaal heeft inen nu een afwisselende en
voor de veelal heerschende westenwinden
beschutten weg gekregen. Er ontbreken nu
nog slechts de wegwijzers, die toeristen den
weg naar Helder aangeven. Dit zou reeds bij
Groet moeten beginnen. Voor vreemden is
de weg daar nog niet zoo gemakkelijk te vin
den. Verder bij Petten en waar de weg af
buigt naar Callantsoog, en ook daar waar
deze laatste weg uitmondt op den weg naar
Callantsoog. En nu wij hier toch op wijzen,
willen wij als verdere plaatsen, die voor een
handwijzer ln aanmerking komen nog noe
men Falga, de Mlddenvllet en den nieuwen
verbindingsweg Strooweg—Huisduinerweg.
Kan de consul van den A.N.W.B. hier ter
plaatse hier ook niet een handje helpen?
INGEZONDEN.
M. de R„
Ond'ergeteekende verzoekt u beleefd
een plaatsje in uw geëerd blad) voor het
navolgende:
In uw blad van 16 April heb ik gelezen
de wijziging van den dienst der Politie,
welke 14 April is ingegaan en waardoor
de politle-bureaux Westplein en Molen
plein van des voormiddags 6 tot dies na
middags 10 uur en diat aan d!e Zuidstraat
van des voormiddags 6 tot dés namiddags
6 uur, gesloten zijn. Zoodat het publiek
zich gedurende die uren of beter gezegd
den igeheelen dag, tot het doen van klach
ten en aangiften, en het inroepen van po-
litiehulp heeft te wenden tot het Hoofd-
büreau v. politie Prins Hendriklaan no. 6.
Nu de waarnemende Commissaris van
politie deze ^Gewijzigde" Dienst in uw
blad van 16 April j.L kenbaar gemaakt
heeft, zullen zij, die tevergeefs aan de deu
ren van deze politie-bureaux hebben ge
klopt, kunnen begrijpen waarom hen niet
is open gedaan want geachte lezers, u
moet naar de Prins Hendriklaan no. 6
om uwe klachten en aangiften te doen,
maar ook om assistentie te vragen en te
verkrijgen), ook in Spoededschende geval
len als er zich ernstige onheilen voordoen
of kunnen voordoen.
Over dézen gewijzigden dienst, M. d.
R., zijn mij al reeds verschillende klach
ten ter oore gekomen, waarnaar ik eens
een onderzoek heb ingesteld en tot die
overtuiging ben gekomen dat werkelijk
de genoemde politie-bureaux den gehee-
len dag gesloten en de gordijnen neer ge
laten zijn, gelijk een sterfhuis dat rouwt
voor den oevriedene. Of deze rouw al een
voorioopige rouw is voor den een of an
deren politie-man die door dezen gewijzig
den dienst, als offer van zijn plicht zal
moeten vallen, zal men moeten afwachten.
Want de waarnemende Commissaris van
Politie heeft ni et vermeM' dat genoemde
politie-bureaux van des namiddags 6 en 10
uur, tot den volgenden morgen 6 uur maar
door één, zegge één man, worden bezet en
deze den' gebeden avond en nacht alleen
blijft totdat de bureaux weer voor den dag
gesloten worden en zoo vervolgens en dat
in een plaats ais Helder.
Het komt mij voor geachte Redactie en
lezers dat deze gewijzigde dienst, een
maatregel' is, die tegen de algemeene
veiligheid der personen en goederen in-
druischt, zoodat de klachten der ingeze
tenen allen grond) hebben.
Ook levert dit mi een groot gevaar op
voor de politie-mannen, die des avonds en
's nachts assistentie moeten verleenen
tegen meestal vereenigde krachten of wel
zeer krachtige en stoere personen, die
zich niet zoo .gemakkelijk laten leiden en
niet voor een kleintje bevreesd zijn, want
bet ligt immers nog zeer goed in het ge
heugen dat een drietal politie-mannen
moesten optreden tegen één stoeren jon
gen visschermaix, die ten slotte den agent
Kramer vastgreep en met hem in het
Heldersch Kanaal liep en zij in het water
nog steeds worstelende bleven, waardoor
de agent Kramer, zich ter nauwernood
van een wissen dood kon redden.
M. de R., onwillekeurig; rijst bij mij de
vraag: Is de politie-overheid dat al ver
geten? Hoe denkt de politie-overheid er
over dat één agent tegen een diergelijke
overmacht moet optreden?
Met de revolver in <le hand om zoonoo-
jjig zijn even mensch neer te schieten om
de overmacht te behouden? Of moet die
politie-man offer worden van zijn plicht?
Zal de politie-overheid de zoonoodlge ge
dwongen noodzakelijkheden der politie
mannen op zich nemen en voor den rech
ter getuigen, dat dieze zijn geschiedt op
last van de politie-overheid'? Of zullen zij
dan zeggen „elke politieman is verant
woordelijk voor zijn daden?'"
M. de R. Bij deze enkele vragen van
de zoovele zal ik het thans laten, in' af
wachting of deze ook zullen worden be
antwoord.
Tevens nog dit, om1 het publiek, althaina
hm, die zich soms al een vuurwapen heb
ben aangeschaft of nog zullen aanschaf
fen, ter beveiliging van hun persoon of
goederen', aan te hevelen met de behan
delingen daarmede zeer voorzichtig te
zijn.
M. de R. u beleefd dankend voor d'e op
name, teeken ik met de meeste hoog
achting. T.
De 'bezwaren, welke inzender aangeeft,
lijtoen ons eenigszlns overdreven. In de
eerste plaats was de mededeeling, die de
schr. op het oog heeft, niet afkomstig .van
den waarnemend commissaris, (dat zou
dus incasu de inspecteur van politie moe
ten wezen), maar van onze redactie. De
genomen maatregel is natuurlijk bedoeld
als bezuinigingsmaatregel; ons politie
corps is niet groot genoeg om vier bu
reaux te kunnen bezetten, en nu het
Hoofdbureau in de Prins Hendriklaan in
gebruik is genomen, was er voor de drie
hulpbureaux geen personeel genoeg.
Daar komt bij, dat op ons politiecorps uit
bezulnlglngsoverweglngen de afvloeiing
wordt toegepast en vooralsnog ontstane
vacatures niet worden aangevuld. Of
deze maatregel in een plaats, van de uit
gestrektheid als de onze, wensohelijk ls
en op den duur kan blijven gehandhaafd,
is een andere vraag.
Dat de hulpbureaux overdag gesloten
zijn, lijkt ons niet zoo"n groot bezwaar.
Folitlehulp is te allen tijde telefonisch te
krijigen. Het is voorgekomen, dat de
"nachtelijke bezettingen van een der bu
reaux afwezig was om nachtelijke over
treders wegens smokkelen e.d. op te spo
ren: dat ls veel bedenkelijker en nu ls er
tenminste 's nachts hulp.
De opmerking van het dragen van
vuurwapenen ware beter achterwege ge
bleven, omdat dit strafbaar 1b bij de wet,
en dus onder geen voorwaarde kan wor
den toegelaten.
Red. Held. Courant.
o
Verkeerde voorlichting.
De heer zegt in zijn airtikel „de Ge
meentelijke grondpolitiek" van 22 April
dat dieze politiek geen strop is, noch zal
worden.
Hier volgen de cijfers.
Tekort 1920 10.167.08; 1021 61.882.28;
1922 6A191.881/».
Als hij dit geen strop noemt heeft hij al
een zeer vreemd1 idee van stroppen.
Ik hoop, diat driestar nogeens naleest,
wat door dien heer H en mij over de
grondpolitiek geschreven werd, daar zal
hij gegevens te over vindien om den heer
te weerleggen.
De heer zal in mij een tegenstander
van het erfpachtsteLsel vinden. Ik ben het
omdat dit grondbedrijf ruin eerend ls voor.
de Gemeente (zie boven) en ik in liquidatie
door verkoop het eenige redmiddel zie
De gemeente late die grondpolitiek aan
anderen over.
Of gas, waterleiding en electriciteit
geen stroppen voor de gemeente zijn?
De rekening mag met een saldo winst
sluiten, dit komt echter omdat men be
lachelijk hooge tarieven moet betalen voor
onontbeerlijke artikelen. De burgerij (die
vormt feitelijk de Gemeente) heeft er wel
degelijk een strop aan, ai staat deze niet
op 't belastingbiljet
De oorzaak- van de hooge bouwkosten
van huizen is de macht van de georgani
seerde bouwvakarbeiders, die gesteund
door de 8. D. arbeidersmassa, gebruik ma
kend van den Woningnood, belachelijke
loonen voor zijn werk in een collectief
contract wist vast te leggen.
H.
o 8
Geachte Redactie!
In de Heldersche Courant van J.1. Za
terdag komt een bericht voor door H.
overgenomen uit het Handelsblad, ver
meldende dat na een rapport van een
door den gemeenteraad van Enkhuizen
ingestelde commissie, door genoemden
raad met 95 stemmen, is besloten de
gemeente-reiniging in eigen beheer te
houden.
Zóó gelezen krijgt men geen zuivere
kijk op de kwestie, er nu juist in onze
gemeente nog al eens een hartig woordje
over onze eigene exploitatie wordt ge
sproken en niet minder geschreven
is het nuttig mijns inziens deEnkhuizer
kwestie even te belichten.
Wat is aldaar het geval Vroeger bracht
deze dienst in particuliere han
den eenige honderden guldens winst
op voor de gemeente, thans nu de ge
meente exploiteert eenige duizenden
guldens verlies.
De belastingen in Enkhuizen zijn toch
niet voor de poes, ook daar dient op de
uitgaven gelet te worden.
De. bewuste vergadering heeft tot in
den nacht geduurd, en de publieke tri
bune kon de belangstellenden en belang
hebbenden niet bergen.
Deze kwestie heeft zelfs tengevolge ge
had dat de sociaal-democratische wet
houder, v. d. Burg, uit de partij is ge
treden.
De voorstanders van overheidsexploi-
tatie kunnen in hun handen wrijven, en
de ingezetenen kunnen dokken.
Opgepast Heldersche Raad.
Achtend,
W. R. Zita.
Helder, 21-4-'24.
Overgenomen door H.?? Wat bedoelt
inzender hiermede? Alleen de redactie
neemt berichtjes over, niet ingezonden-
stukkenschrijvers.
Het was een bericht uit de „Tel.", zooals
wij vermeldden.
Red. H. Ot.
Landverraad.
De rechtbank te Maastrioht heeft Dins
dag den gewezen sergeant -majoor-admi
nistrateur R. G. T., wegens landverraad,
door het verhandelen van militaire be
scheiden, veroordeeld tot één jaar gevan
genisstraf, met aftrek van de voorioopige
hechtenis, en met ontzegiging voor vijf
jaar van het recht, bij de gewapende
macht te dienent
De eisch van het O. M. was 3 jaar.
MARKTBERICHTEN.
9660; 6 bokken en geiten 616; 6 var
Schagennarkt van Donderdag 24 April 1924.
1 etlor 400; 161 g-eldekoelen mag. 200
400; 78 Idem vette 276-600; 165 kalikoeten
800—500; 82 pinken 110—180; 243 nuch
tere kalveren 12—28; 178 overhouden.
ken# mag. 1520; 126 idean vette p. K.G.
0.600.66; 186 biggen 1015; 14 konijnen
0.50—/ 8; 68 kippen 1.60—8 8; 823 K.G.
boter 1.60—1.80; 90487 kipeieren p. 100
5-6; 8765 eendei eren p. 100 625; kiriete-
eieren 0.16—0.17.