T
Tweede Blad.
BINNENLAND
VAN ZATERDAG 10 MEI 1924.
EEN KORT WEDERWOORD.
Aan alles komt een eind. Zoo ook aan
de discussie met den heer H. Doch nu hij
weer vermeent onze stelling met cijfers te
kunnen bestrijden, meenen wij goed te
doen, daarop even het licht.te laten schij
nen; mogelijk brengt dit zelfs den schrij
ver tot eenig nadenken.
Vooraf eenige opmerkingen. Hij vraagt
hoe de belachelijk hoog© kapitaal-reke
ning ontstaan is van een bedrijf als de
gasfabriek 11/. millioen. Wij meenen
toch zeer duidelijk in een reeks van arti
kelen te hebben aangetoond, dat dit is
voortgevloeid uit de zucht van ons vroe
ger gemeentebestuur om maar de inge
zetenen met oen laag aanslagbiljet in de
inkomstenbelasting te paaien en het ont
brekende bedrag voor de gemeente-huis
houding te putten uit de bedrijven, door
als netto-winsten aan te merken, wat geen
netto-winsten waren, wijl onvoldoende
werd afgeschreven op de fabriek. Er werd
niet gerekend voor de toekomst. Die zucht
begint weer den boventoon te voeren, oni
ook uiit het jonge grondbedrijf winsten
te gaan trekken, die er niet aan mogen
worden onttrokken.
Voorts schrijft de heer H.:
Hoe juist des heeren cijfers zijn,
blijke uit het volgende: De heer zegt:
„Doch teekenend is wel, dat in den gas-
prijs ongeveer 2 cent zit aan productie
kosten en arbeidsloon. Afgerond is in
11924 noodig aan:
166000 20%
160000 27%
47000 8%
160000 28%
43000 8%
Grondstoffen
Salarissen
Onkosten
Kapitaaldienst
Voordeeli g saldo
Totaal 665000 =100%
Mitsdien is 27 plus 8 86 van de
131/,, cent per M.8, aan salarissen en
productiekosten besteed 41/» cent per
M.3.
Wil de heer mij <ïit verschil verkla
ren?"
Zeker, met genoegen! Doch eerst even
deze opmerking, dat zelfs een schooljon^
gen de proef op de som zou nemen, alvo
rens hij met zekerheid zijn cijfers zon
aanvaarden.
Aanneemende dan dat de prijs calcula
tie des heeren H. goed Is, dan moeten wij
als volgt de proef op diens rekensommetje
nemen:
Er wordt volgens de begrooting (waar
aan ook de heer H. zijn cijfers ontleend
heeft) geproduceerd 8.439.000 M.8.
Nu de proef op zijn cijfers:
Dus dan komèn wij tot een verkoopprijs
van het gas van rond 161/» oent! En het
is gemiddeld 18V2 cent. Dus 8 oent lager.
Misschien begrijpt de schrijver EL thans
„ergens" een fout gemaakt te hebben. Hij
berekent ook salarissen en onkosten op
35 van 131/, cent of 41/a oent per M.3.
Trekt men die post uit onze proef op zijn
cijfers, dan zouden deze zijn:
0.04361 plus 0.01366 0.05727 of
bijna 5 'U cent. Dus nog 1 llt cent hooger
dan H. berekent
Concludeerend blijkt dus uit de cijfers
zoo door den heer H. in de krant gepu
bliceerd, dat het gas dian zou kosten 16Vj
cent per M.8. Het is momenteel 131/», dus
er zit een fout in zijn opzet van maar even
3 cent per M.8. Nu zullen wij maar
niet eens ingaan op zijn samenvoeging
van cijfers en wat de schrijver H. zoo
al tot de „productiekosten" rekent. En te
vens zullen wij de moeite sparen om een
juiste gaisprijs-calculawe in de krant te pu-
bliceeren. Want dit is totaal ongenietbare
kost in een gewoon (niet technisch) or
gaan. Het bovenstaande meenen wijl, kan
een elk, die nog z'n kennis der lagere
school bezit, voldoende begrijpen en oon-
troleeren.
Voorts noemt hij onze verwijzing naar
de controle der gemeente financiën ..pi
kante saus". Wel gemakkelijk! Doch elke
lezer van dit blad' kan telken jare nngnnn,
dat de Raad de rekeningen der bedrijven
en v.an de gemeente voorloopiig vast
stelt. Een eventueel verlies van een be
drijf wordt dan onmiddellijk uit de ge
wone middelen aangezuiverd'; daartegen
over d,e winst onmiddellijk in de ontvamgj-
sten opgenomen. Een eventueel verlies
der gemeente-rekening zelve stelt men in
Haarlem- definitief vast, waarbij in de
beschikking tevens wordt bepaald, om dit
verlies in het volgende begrootingsjaar te
dekken.
Ten slotte dit: De heer H. biedt ons
welwillend ter lezing aam Dr. van Die-
rens boeken. Wel bedankt! Er staat (maar
van de noodigo aanteekeningen voorzien)
in onze boekenkasten nog het een en an
der meer. Bescheiden geven wij den heer
H. den' raad: Kijk niet uitsluitend door
den bril des heeren van Dieren, ook a.1 is
hij Dr. Als ge op het terrein d'er publieke
voorlichting wenscht te treden is eerste
voorwaarde om de vraagstukken zooveel
mogelijk van alle kanten te bezien.
P.S. Leest ook het betoog van Oarry van
Bruggen in „Het Handelsblad'" en verder
de beschouwingen in „Leven en Werken"
tegen het uitleenen van iemands geeste
lijken arbeid.
DE GEMEENTELIJKE GROND-
POLITIEK.
De uitvoerige artikelen in voorgaande
nummers over dit onderwerp hebben, naar
ik vrees, niet de aigemeene belangstelling,
ondervonden. Dit is met een onderwerp,
waarbij men reeds tientallen van jarfen
moet vooruitzien, waarbij: men gedeeltelijk
op verwachtingen moet bouwen en waar
voor ingewikkelde berekeningen moeten
worden verwerkt, niets verwonderlijk.
Bovendien is hier plaats voor velerlei
opvatting, ook onder hen, die van het
zelfde principe uitgaan, omdat men, in
dien ergens, bij grondpoliitiek met de
practijk heeft rekening te houden. Voor
dogmatiek leent dieze materie zich niet en
in de beschouwingen van uw tl mede
werker vind ook ik dus wei gedeelten,
waarmede ik niet volkomen aocoord ga.
Ik ben met hem van meening, dat de
gemeente zich grondbezit moet verzeke
ren en dit liefst dient te behouden, opdat
zij beter dan vroeger, de toekomstige be-
bouwing en stadsuitleg kan beheerschen,
en de winsten, die daaruit voortvloeien,
welke gedeeltelijk door gemeentelijke be
moeiing en kosten worden verkregen,
niet aan particulieren dooh aan de ge
meente zelf zullen komen.
Of die winsten worden verkregen door
verkoop of door uitgifte in erfpacht,
blijft financieel gelijk. In het eerste geval
is het bezit echter weder verloren en dus
de toekomstige waardevermeerdering
eveneens. Indien dus de voorstanders van
verkoop dit baseeren op de voordeelen,
staan zij- zeker niet sterk. Een stuk bouw
terrein met een gegeven waarde zal, in
erfpacht uitgegeven, even voordeelig voor
de gemeente zijn, dan wanneer datzelfde
stuk wordt verkocht
In de gemeenten, waar men als regel
„erfpacht" heeft, blijkt dit tot geen be
zwaar aanleiding te geven, nóch met, nóch
zonder gemeentelijke hypotheekbank en
een zoodanige financiëele Instelling be
hoeft men evenmin als onmogelijk te
doodverven als andere bedrijver^ die de
gemeenten thans exploiteeren.
Dat de gemeente, indien zij eenmaal een
grondbedrijf heeft, niet met aankoop
wacht, tot zij er precies aan toe is, zal
ieder met ons onderschrijven. Zij zou dan
zeker steeds den hoogsten prijs betalen. Er
moet dus een zekere voorraad zijn, die
voor de naaste toekomst voldoende is. Die
naaste toekomst valt eenicermate te be
rekenen uit den bevolkingsaanwas, do eco
nomische perspectieven etc, etc.
De 'nstelling van een erondbedrijf be
doelt nu, dien grondvoorraad, te beheeren
en te financieren zonder dat dit op den
jaarlijkscheh belastingdruk Invloed oefent.
Vandaar, dat de verliezen (rente, aflos
sing en administratie min de pachten of
huren1,) jaarlijks worden bijgeschreven!,
voor welke sommen opnieuw wordt ge
leend, omdat men aanneemt, dat tegen
over die hoogere schuld, de waardever
meerdering van den grond komt te staan,
waardoor de balans weer in evenwicht is.
Slechts is als ve'ligheidsmaatregel aan
genomen bij de meeste grondbedrijven
waardeschatting om de 6 jaar. Blijkt er
dan verlies, dan moet dit uit de gewone
middelen, dus de,belastingen, worden go-
dekt. In den Haag heeft men- bovendien
no^ de bepalinr» dat voor „overbelaste"
gronden, «Lw.z. die te duur gekocht moes
ten worden, de rente van het leeningsgeld
direct uit de gewone middelen moet wor
den voldaan.
xje> heer Mr. H. J. Nieboer, de eenige
jaren terug overleden S. D. Wethouder
van den Haag, een man van groote be-
kwaamheidi, erkent in een der opstellen
inzake Soc.-dem. gemeentepolitiek, dat de
gemeente dan nog niet tegen verliezen ge
waarborgd ls. Trouwens, wat men uit de
belastingen betaalt, is feitelijk al afschrij
ving van verLiea Er is echter geen' ander
middel.
Maar daarom is, zou ik zeggen, het
eerste gebod voor een gemeentelijke
grondpoli'tiek, dat men uitsluitend op
plaatselijke omstandigheden afgaat bij de
beoordeeling van die vraag, hoe groot de
omvang van het grondbedrijf mag wor
den.
Als ik de zaak in de gemeente Helder
nu goed zie, dan schijnt men in de aigeloo-
pep jaren dien grondvoorraad gprooter te
hebben genomen dan voor een goede be-
heerschinig der stadsuitbreiding en bebou
wing noodig is, maar ook grooter Ö'an voor
de financiën dhr gemeente te dragen is.
Juist het voorbeeld der particuliere
grondspecuianten moet voor de gemeen
ten, dunkt mij, tot eenige leiddraad strek
ken. Niemand hunner zal er aan denken,
nu de gemeente zoowat alle grond binnen
de linie heeft, daarbuiten, b.v. in Koegras,
land aan te koopen. Zij zouden hun geld
in geen jaren rendabel kunnen maken.
En als zij al koopen, dan tegen een prijs,
die hen uit huur of pacht als cultuur
grond1 de rente en aflossing waarborgt,
waardoor zij het dus lang genoeg uit kun
nen zingen.
Dat de gemeente voor gronden, die bin
nen afzienbaren tijd voor bebouwing in
aanmerking komen, meer betaalde dan
voor weiland geldende was, is niet erg;
doch zelfs die prijs was in 1018 nog zeer
matig.' Daarna is vrij snel achtereen de
grond, ook vèr buiten dien .kring gelegen,
aangekocht, met het gevolg, dat voor die
achtergelegen gronden, die nog in geen
tientallen van jaren aan bebouwing toe
zijn, veel te hooge prijzen zijn betaald,
prijzen, die op geen stukken na door in
komsten uit landhuur exL kunnen worden
goedgemaakt.
De Voordracht van B. en W. tot veran
dering van de gromdpolitiek, waarbij ver
koop meer dan voorheen kan plaats vin
den, schijnt mij dus eerder een poging,
om van het teveel aan grond af te komen,
dan wel een gevolg van een veranderd
principe.
Uitteraard beschik ik niet over voldoen
de gegevens, om de toelichtende nota van
den Gemeente-Secretaris te beoordeelen.
Het voorbeeld van dezes, door uw
1 medewerker bestreden, acht ik ais plei-
1 dooi voor wat ik hierboven aangaf, niet
j misplaatst. De schrijver der nota bedoelde
I met die 20-jarige aflossing van een halve
ton uit leeningsgeld niet, dat dit zoo pre
cies zou gaan, maar werd daarbij, naar
mijn meeningj vooral geleid door den han
gen twijfel, of*een deel van den grond
voorraad wel tijdig genoeg in exploitatie
zal komen.
Men kan meenen, dat de gemeente die
risico óók moet aanvaarden, omdat zij,
kost wat kost, invloed op de wijze van
grondgebruik moet.hebben. Ik zeg daar
tegenover, als-'t moet, accoordi, als 't niet
behoeft, dan zeker ook niet. En in een
zich zóó langzaam uitbreidende plaats als
Helder behoeft de gemeente zich die strop
niet om te doen, door veel meer grond te
koopen, dan behoorlijk in de naaste toe
komst te exploiteeren ia
Nu zegt ft dat het voorbeeld van den
Secretaris niet opgaat, omdat, indien men
verkoopt, om die 60.000.jaarlijks af te
lossen uit de opbrengsten (inpiaats van
uit leeningsgeld,) er geen grond overblijft,
om de rente en aflossing, die doorloopen,
te betalen.
Mij ontgaat deze bestrijding eeniger-
mate, Indien uit grondop'brengst (men
moet aannemen met winst verkregen)
wordt afgelost, loopt de geheele leèndng
niet door, doch het bedrag wordt evenals
de grondvoorraad minder.
Daar zit het bezwaar ook niet, naar ik
meen; doch wei in het feit, dat allereerst
de beste grond wordt verkocht en de stuk
ken met de minste waarde aanstonds toch
een naar verhouding te zware last blijven
dragen. Maar daartegenover stijgt bij
eiken verkoop de waarde van het naast-
aanliggende, zoodat dit gevaar wellicht
ook denkbeeldig is.
Ik hel dan ook over tot de meening, dat
nu de gemeente zich eenmaal een zekere
hoeveelheid grond! heeft aangeschaft, een
te vreezen nadeel nu niet meer la te be
zweren. Verkoop of uitgifte in erfpacht i»
voor mij, wat het direct finaneieele belang
betreft daarbij gelijk. Ik sta dus op dit
moment niet zoo ver van jrj: af; doch deel
zijn meening niet, diat de gemeente, (ten
zij er iets buitensporig toevalligs gebeurt)
aan dit grondbedrijf in de naaste toe
komst voordeel zal hebben. Integendeel
vrees ik nadeeL
Een bewering als deze in zijn laatste
stuk:
„Als men alle productieve grond heeft
uitgegeven enz. blijft er zelfs nog
80.000.winst over."
laat ik gaarne voor zijne rekening, want
die winst hangt van het tijdstip af, waarop
dit toekomstbeeld is vervuld, en dat zie
ik in de naaste toekomst niet.
Natuurlijk, indien elke 6 jaar na die
schatting het verlies uit de belastingen is
bijgepast, en men heeft dit 15 keer ge
daan dan kan' er eindelijk op 't grond
bedrijf wel winst zijn.
Maar waarschijnlijk is dit toch niet de
bedoeling. Bedoeld wordlt, dat bij die
schatting de waarde van den grond steeds
m'nstens gelijk is aan het kapitaal, dat er
ingestoken is plus de bijgeschreven rente
en aflossing en dat eindelijk uit verkoop
of erfpacht de lasten, uit die leening
voortvloeiende, behoorlijk kunnen worden
opgebracht. Winst zullen we dan maar
niet eens eischen en een matig verlies zou
ik evenmin erg vindten.
Maar een 'grondbezit als Helder nu heeft,
waarin de gemeente bijna l1/» millioen
heeft gestoken, schijnt mij die vooruit
zichten niet te kunnen geven.
Let wel, dat de 'grond dan niet eens
in waarde achteruit behoeft te gaan;
doch indien de waarde slechts gelijk blijft,
moet elke vijf jaar verlies worden' afge
schreven in den vorm van bijgeschreven
rente en aflossing.
Uw jrj: medewerker vergelijkt het
grondbedrijf met eene levensverzekering,
waarin men jaren premie stort en dan
eindelijk in den vorm eener uitkeering
de wiskunstige waarde van die gestorte
premies terug ontvangt Nu is de uit
komst van een grondbedrijf altijd specu
latief, zoodat de vergelijking hierom al
niet opgaat. Met wiskunstige zekerheid
'kan men hier nooit de eindelijk© uitkom
sten' voorspellen, juist andersom dus als ibQ
een© levensverzekering, waar alle facto
ren vrij nauwkeurig vooraf bekend zijn.
Dooh stel de vergelijking ging op, dan
zou toch iemand, die een zóó hooge ver
zekering sloot, dat hij uit zijn huidig in
komen de premie niet kan betalen, toch
zeker niet verstandig handelen. En zoo
acht ik dqn ook den aankoop van grond
door eene gemeente aan zekere grenzen
gebonden.
Dat ten slotte de aainleg van straten
etc. niet op het grondbedrijf mag druk
ken volgens uw medewerker, is in strijd
met de practijk. Het .grondbedrijf stelt
bouwrijp terrein ter beschikking #n in den
verkoopprijs of erfpachtscanon behooren
de kosten van straataanleg etc. verdiscon
teerd te worden. Voor zoover mij bekend
geschiedt dit als regeL
Het kan zijn, dat die prijzen daardoor
wat hoog zouden) worden, dat zou echter
temeer een aanleiding hebben moeten zijn,
wat voorzichtig te wezen met het besteden
van sommige grondprijzen bij aankoop.
Want er is een deel van de woningen,
waarvoor de gemeente iin staat moet zijn,
lagere prijzen te stellen, omdiat voor die
woningen geen te hooge huren kunnen
worden betaald. Daartegenover moet dan
andere grond echter weer meer opbren
gen dan tot dekking der kosten noodig is
en ook dan kan de prijs zóó wordlen, dat
niemand! lust gevoelt tot bouwen. Maar
nog eens, bij het aankoopen moet men
daar rekening mede houden en dat is,
vrees ik, niet altijdi gedaan.
Al sta ik dus met op het standpunt,
dat de gemeente een behoorlijken' grond
voorraad! in bezit moet hebben en hou
den en ben ik dus met hem voorstander
van uitgifte in erfpacht, elke gemeente
zal zelve de omvang van dit bedrijf naar
haar eigen omstandigheden, moeten be-
p alten.
Dit is in Helder een weinig uit 't oog
verloren in de jaren, die achter ons lig
gen, en ik ben van meening, dat verande
ring van grondpoli'tiek van erfpacht in
verkoop, dat kwaad niet meer kan goed
maken.
Haarlem, 30 4 '24. M.
O. tem Bosch, t
De teraardebestelling zal plaats hebben
Maandag a.s. des voormiddags te elf ure van
het sterfhuis naar de begraafplaats oud-Eik
en Duin.
H. J. Brueiw. t
K. v. K. Holland's Noorderkwartier.
De Handelskamer.
De Kamer van Koophandel en Fa brie-
ken voor Groningen schrijft in een adres
aan die Tweede Kamer:
De regeering wil' blijkbaar de Vereeni
ging De Handelskamer, een instelling, die
op grond van haar finaneieele resultaten
zou moeten liquideeren, kunstmatig op de
been houöen door aan haar zeker bedrag
in den vorm van een renteloos voorschot
te verschaffen. Onze kamer acht dit stand
punt ten ©enenmale onjuist. Wanneer uit
die feiten en omstandigheden blijkt, «lat die
bedoelde vereeniging geen levensvatbaar
heid heeft, dan acht de kamer het in het
algemeen belang, dat de instelling, hoe eer
hoe liever verdwijnt. Een kunstmatig ver
lengen van den levensduur is ©en lap
middel, dat erger is dan «ie kwaal. Het
moge waar zijn, dat de staat in hooge
mate bij de financieel© positie van de Han
delskamer is geïnteresseerd, doch dit is
nog geen reden, nog meer geld in de on
derneming te steken, welker opbloei zeker
niet is te verwachten. Uit een handels-
oogpunt zoowel als uit een oogpunt van
algemeen belang is maar onze meening
finaneieele steun niet op haar plaats.
Ook het motief, dat aan de coöperatieve
beweging in Nederland een stagnatie van
beteekenig zou worden toegebracht, kan
de kamer niet tot voorstander van finan-
cieelen steun aan De Handelskamer bo
lk ©eren. De minister blijft in gebreke aan
te toonen, hoeveel verbruiksvereenigingen
dan wel bij de liquidatie zouden1 zijn be
trokken, en welke voor deze de gevolgen
van een eventueele liquidatie zouden zijn.
Dat hierbij de coöperatieve beweging in
Nederland eenig gevaar zou loopen, kan
de kamer vooralsnog niet irm'An.
De kamer geeft als haar oordeel te ken
nen, dat zoo spoedig mogelijk een eind
dient te komen aan den financieelen band
tusschen de regeering en De Handelska-
mer, voorzoover zulks althans mogelijk is
in, verband met oontractueele verplichtin
gen, welke de regeeringt mocht hebben
aangegaan. Deze verplichtingen zullen
nagekomen dienen te worden; het schep
pen van nieuwe verplichtingen en het op
nieuw verschaffen van financieelen steun
aan bedoelde instelling meent de kamer
ten zeerste te moeten ontraden.
Accljms op bier en Invoerrecht op
bier en thee.
Staking van schepelingen.
Donderdagmorgen is een staking uit
gebroken onder het personeel» dat zou
monsteren1 voor het stoomschip Flandria,
van den Kon. Hollandschen Lloyd, we
gens een nieuwe clausule in de monster
rol, waarin 'gezegd wordt, dat bij stag
natie in eenige haven ieder schepelhïg
verplicht is, buiten 'boord die werkzaam
heden te verrichten, welke verhand hou
den met het lossen en laden van mail en
bagage en door den schipper voor spoe
dige voortzetting van de reis noodzakelijk
worden geacht. Op advies van den Cen-
tralen Bond van Transportarbeiders heb
ben de schepelingen vanmorgen eenparig
geweigerd, hierin te treden.
De loonen der Gemeente werklieden te
Amsterdam.
Deverschillende organisaties van 'ge
meentewerklieden te Amsterdam achten
algemeen de nieuwe loonregeling, door
B. en W. voorgesteld, onaannemelijk.
De verzanding van de Schelde.
Uit Brussel wordt gemeld:
De „Etoile Beige" deelt mede dat de en
quête-commissie inzake de bevaarbaar
heid van de Schelde gisteren een zitting
heeft gehouden. Zij had de Belgische en
Nederlandsche loodsen uitgeaoodigd te
verschijnen, teneinde hun advies te verne
men aangaande het verzanden der rivier.
De Nederlandsche loodsen zijn echter niet
verschenen. In een brief deden zij opmer
ken, dat er êen Nederlandsch-Belgische
oommissie bestaat, welke bevoegd is tot
het behandelen van alle quaesties inzake
de Schelde, en «lat deze oommissie «lus al
leen competent is te dier zake.
De enquête-commissie heeft daarop het
bijeenroepen der Nederlandsch-Belgische
commissie verzocht. Zij stelde een vragen
lijst op, die de Nederlandsch-Belgische
oommissie ten dienste zal staan bij het
verhoor van de Nederlandsche loo«iseni.
De „Derrière Heure" zegt dat het mi
nisterie van' openbare werken twee bag-
gerschuiten met een capaciteit van 800 ton
heeft gehuurd voor het uitbaggeren van
de vaargeulen.
Het Zaandamsche ambtenarenreglement.
Grondstoffen f 165000 3419000 f0.048 p.Ms
Salarissen 1 50000 3439000 „0x4361 „M".
Onkosten 47000 3439000 0.01366,, M»
kapitaald ens' 160000 3439000 0.04655 „M1.
Voord, saldo 43000 3439000 0.0125 11M'.
f 565000 3439000 f0.16432 p. M5
De gepensionneerde vice-admiraal C. ten
Bosch is Donüeruag, 84 jaren oud, te 's-Gra-
venhage overleden.
De overledene was ridder in de Orde van
den Nederiandschen Leemt, groot-officier
der Orde van Oranje-Nassau en voorts dra
ger 0. a. van het eereleeken voor belangrijke
krijgsverrichtingen en van de Atjeh-medaille.
De thans ontslapen oud-vlagofficier, die in
1840 werd geboren, heeft meer dan 40 jaren
deel uitgemaakt van ons corps zeeofficieren.
Ais 17-jarig jongeling werd hij adelborst 3e
kl. en twee jaren later volgde zijn benoeming
tot lint. ter zee 2e kl. Vervolgens doorliep de
heer Ten Bosch de verschillende rangen, tot
dat hij den eersten November 1896 werd be
noemd tot vice-admiraal.
In 1894 werd' hij belast met de betrekking
van directeur en commandant der marine te
Amsterdam, weike betrekking hij tot zijn
pensionneering in 1900 heeft'vervuld. De
heer Ten Bosch is lid geweest van de Staats
commissie voor zee- en landmacht en van de
Staatscommissie voor droogmaking van de
Zuiderzee. In 1893 werd hij belast met een
herziening van de regeling betreffende de
opleiding en bevordering van onderofficieren
der zeemacht.
Als luitenant ter zee ls de overledene nog
eenigen tijd belast geweest tot 1880 met het
bevel over den monitor „Adder", welk ma
rinevaartuig, zooals bekend, in 1883, toen
kapitein-luitenant ter zee Simon van der Aa
erover het bevel voerde, voor Scheveningen
is vergaan.
„Het Volk" meldt het overlijden van den
heer H. J. Bruens, den penningmeester van
het N. V. V.
De Kamer van Koophandel voor Hollands
Noorderkwartier vergaderde Woensdagavond
ten Stadtouize te Alkmaar onder voorzitter
schap van den heer S. W. Arntz.
iDe Kamer zal bij den Minister aandringen
op spoed voor de verbetering van den vaar
weg GoudaAlphenAmsterdam, wijl deze
verbetering ook voor ons ddstriot vau groot
belang is.
Afwijzend werd1 beschikt op de subsidie
aanvrage voor de Ned. Landbouw Kamer, ter
wijl in 1925 nader zal worden overwogen of
een subsidie voor de in dat jaar te houden
internationale bloemententoonstelling te
Heemstede kan worden gegeven.
Voor geschillen, voortvloeiende uit han
delstransacties zal een arbitrage-reglement
worden ontworpen, dat door mr. P. A. Offers
zal worden samengesteld. Goedgekeurd werd,
dat de Kamer toetreedt tot het lidmaatschap
van de Vereeniging van Kamers van Koop
handel; voor eventueels bestuursfuncties in
dat lichaam werden crekozen. de heeren S. W.
Arntz en Oh. H. Th. Schmalz. Omtrent het
al- of niet-wenschelijke van uitbreiding der
„zwarte lijst", dat een speciaal middenstands-
belang geacht, werd en op welke invoering ter
raadp'eging door de in het handelsregister
ingeschrevenen, vooral door den heer
Schmalz werd' aangedrongen, werd besloten,
dat de commissie voor de verordeningen hier
omtrent nadere voorstellen zal doen.
Door den heer Grunwaid werd medewer
king der Kamer verzocht om bij' Ged'. Staten
aan te dringen op krachtigen .financieelen'
steun voor een vlotbrug bij de Kooij inpiaats
van de bestaand© pont. Het Rijk had hiervoor
16.000 toegezegd. Mede werd steun verzocht
voor den aanleg van primaire wegen, speciaal
Helder via de Kooi] naar Wieringen. Hiertoe
werd besloten.
Op voorstel van den heer Messelaar werd
besloten bij den Minister aan te dringen op
betere bescherming der overwegen.
Naar bet Ned:. Oorr.-Bureau van welinge
lichte zijde verneemt zal de Wet van 3 Mei
1924 tot verhooging van den accijns op bier
en van het invoerrecht op bier em 'thee, met
ingang van Maandag 12 Mei in werking
treden.
De raadsleden Pelt (V. B.), Brinkman
(Vrijz.-Dem.), Linzel (A.-R.), Ranshuysen
(R.-K.) en Dil (Midd.) hebben bij den ge
meenteraad eenige voorstellen ingediend tot
wijziging van het ambtenaren-reglement.
Allereerst stellen zij, voor de 45-urige ar
beidsweek te verlengen tot de 48-urige, door
per dag 81/» uur te arbeiden en des Zaterdags
te 1 uur te eindigen.
Ten aanzien van het continu-bedrijf bij' de
gasfabriek en het ammoniakbedrijf stellen zij
voor te breken met- den 6-uren dag en. ook
voor deze arbeiders den 8-urigen arbeidsdag
in te voeren.
Het aantal verlofdagen wenschen zij' van
18 te brengen op 12.
Wat de overige vrije dagen met behoud
van wedde aangaat., stellen zij voor deze niet
verder uit te breiden dan de algemeen erken
de Christelijke feestdagen, zoodat de 1 Mei
dag ais vrije dag met behoud van wedde komt
te vervallen.
Ten opzichte van het weduwen- en weezen-
pensioen wordt voorgesteld, dat- de helft van
het te verhalen gedeelte zal wordeni bijgedra
gen door den ambtenaar. Het eigen pensioen
van den ambtenaar blijft ten laste van de
gemeente.
'Verder wordt voorgesteld, dat de ambte
nares bij het aangaan van een huwelijk ver
plicht zal zijn ontslag aan te vragen.
Aan deze bepaling zal geen terugwerkende
kracht worden gegeven.
Ten aanzien van de wachtgeldregeling
wordt voorgesteld, de regeling bij het rijk
geldende voor de burgerlijke ambtenaren van
kracht te verklaren.
Voör het bijwonen van vergaderingen van
vakvereenigingen ais lid of als bestuurder
enz. bepaalt het reglement, dat daarvoor bui
tengewoon verlof met behoud van wedde
wordt verleend.
De vijf raadsleden' stellen zich op het
standpunt, dat hierbij meer de belangen van
de ambtenaren zijn betrokken dan van de
gemeente en het billijk is, dat zij daarvoor
hun vrije dagen benutten.
Het reglement' bepaalt verder in artikel 30,
dat ambtenaren, die voor straf onder de wa
penen moeten komen of nablijven, hun
wedde kunnen behouden, wanneer Burge
meester en Wethouders daartoe termen aan
wezig achten.
De voorstellers wenschen, dat d'eze bepa
ling zal worden geschrapt. Zij zijn van oor
deel, dat wanneer de militaire overheid meent
te moeten straffen, B. en W. moeilijk om
trent de rechtmatigheid' daarvan een oordeel
kunnen uitspreken.
Artikel 47 van meerbedoeld ambtenaren
reglement houdt o.m. in, dat- een ambtenaar
niet verplicht is, werkzaamheden te verrich
ten van een ambtenaar of anderen wjrsne-
mer, afwezig wegens een door een landelijke
vakvereeniging geproclameerde werkstaking.
Voorgesteld wordt deze bepaling te schrap
pen. Aangezien staking in overheidsbed"'1' 'en
niet toelaatbaar ls, achten zij regeling daar
van in een ambtenaren-reglement niet te ver
dedigen..