Tweede Blad. n PLAATSELIJK NIEUWS BINNENLAND VAN DONDERDAG 22 MEI 1924. NABETRACHTING. De gewijzigde gemeente-politiek. Zooals de lezers hebben, kunnen ontwa ren uit het verslag voorkomende In het nummer van j.1. Zaterdag heeft de meer derheid van den Raad het voorstel van het College van B. en W. aangenomen, om naast uitgifte van grond in erfpacht, ook grond te verkoopen. Dezerzijds is dit voorstel bestreden: le. Wijl een beroep op de resultaten van de eerste 4 jaar, dat het 'grondbedrijf bestaat, niet opgaat en wel: a. dat de bouwnijverheid in dit tijdperk met groote moeilijkheden had te kampen; b. zoo die bouwnijverheid extra ge drukt was door de moeilijkheden veroor zaakt door het erfpachtstelsel, men op „vrijen" grond had kunnen bouwen, wat echter totaal is nagelaten; 2e. dat waardevermeerdering wel degelijk was te oonstateeren; 8e. de beleggingsmoeilijkheden ontstaan bij verkoop, waarbij ten aanzien der te kweeken rente niet dezelfde waarborgen konden worden gegeven, ais in den erf- pachtsoanon verdisconteerd is; 4e. dat Inkoop van kapitaal-schuld praktisch onuitvoerbaar is. Uit het verslag der raadszitting blijkt, dat elk der tegenstanders van het erf pachtstelsel gemeend hebben een stukje bestrijding te kunnen aandragen tegen deze stellingen. Tegen de eerste stelling, welke ®ooal« men niet voornamelijk versterkt wordt door het feit, dat niet gebouwd is op vrijen grond, Is de heer v. Os te velde getrokken en1 meende dit afdoende te kun nen weerleggen door deze vraag te stel len en daarop het volgende antwoord te geven: „Hoe komt het dat tal van gronden, die thans in particuliere handen zijn, niet worden bebouwd? Omdat er nog altijd bouwverbod op rust". En dus is onze verwijzing naar het kun nen bouwen op particulieren grond, niet alleen mis geweest volgens den heer van Os, doch bovendien misleidend. Is dit in derdaad het geval? WJJ hebben ons afgevraagd of de heer van Os dit argument ter goeder trouw heeft gebezigd, dan wel tegen beter weten in een groote onjuistheid heeft ge debiteerd, om toch maar het voorstel te verdedigen. Immers is de heer van Os niet alleen raadslid, doch als zoodanig tevens lid van de Oommissie van Bijstand van het Grondbedrijf. Van zoo iemand mag toch wel worden aangenomen, dat hij omtrent de finesses van het bedrijf, vooral nopens het al of niet aanwezig zijn van een bouwverbod, iets weet. Is hij er niet zoo zeker van, dan mag minstens worden verwacht, dat hij zoo'n groote onjuistheid niet met stelligheid in het openbaar uit. Zeker, er bestaat een bouw verbod. Doch dit ligt ook op een' deel der gronden van het grondbedrijf. Dit 'heeft niets te maken met het feit of de grond eigendom is van dit bedrijf of van een particulier doch geldt alleen voor de gronden (gedeelten van grond) waarop in het uitbreidingsplan straten enz. zijn geprojecteerd. Het Is niet van toepassing op den prodnctieven grond voor den bouw van woningen. Op de door ons bedoelde perceelen, aan den Polderweg, n.1. lm. 4253 en 107 en aan de Bassingracht no. 4812, ligt alleen maar voorzoover daarin stukken van straten zijn geprojecteerd, het bouwverbod. Doch niemand had belet, om op die perceelen hulzen te laten hou wen, als maar niet gebouwd wordt op de gedeelten aangewezen voor straten. Trou wens, wij zeiden 'het boven reeds, is dit zelfde van toepassing op den grond welke In het bezdt is van het grondbedrijf. De heer van Os heeft dus iets met stelligheid gezegd, wat onjuist is. Hij kan dit gedaan hebben ter goeder trouw. Doch vast staat, dat hij met dit argument onze eerste stel ling niet heeft ontzenuwd. De volgende sprekers, n.1. de 'heeren Schoeffelenberger, Bok en van Dam draaiden zoo'n beetje om de kaars heen. Alleen als men de redeneering van den heer v. Dam consequent doortrekt, dan had verwaoht mogen worden, dat hij voor het behoud van grond zich zou hebben uitgesproken. Immers plaatste hij een zeer juiste opmerking, n.1. deze: dat over 75 jaar de waarde van het 'geld heel an ders (kan) zijn geworden. Inderdaad is de laatste jaren de -beteekenis van die woorden meer tot de groote massa door gedrongen en dat een bezitter van 1.000.000 Mark in 1914 had een geldkapb taal ter waarde van 500.000, waarvan hij behoorlijk kon leven, doch dit in 1922 en 1928 nog niet toereikend- was om een brood te koopen. Wij' geven voor dit millioen geen koperen cent. Zeer juist dus opgemerkt Doch met den bezitter van een hoeveelheid grond ter waarde van 1.000.000 Mark In 1914 is het nu eenigs- zins anders gesteld. Voorts blijkt uit het betoog van den heer Bok, dat 'hij een weinig vergeetach tig Is. Hij heeft n.1. gezegd, dat hij slechts is meegegaan met de voorstellen tot aan koop van grond in die gevallen, waarin het grond betrof nabij' de bebouwde kom. 't Kan zijn, dat wij ons vergissen, doch wij meenen juist het tegenovergestelde te hebben opgemerkt. Immers is van 1910 tot 1020 vrijwel luk raak grond aange kocht, welke gronden op een enkele uit zondering na, niet aan ae bebouwde kom grenzen. Toen dan ook in 1920 het grond bedrijf gesticht werd, moesben voor het meerendeel de perceelen nog aangekocht worden, noodig om de uitbreiding der ge meente te kunnen beheerschen. Toen dus helaas onder invloed van de vooraf gaande aankoopen, de prijzen dier gron den voor de gemeente in nadeeligen zin waren beïnvloed en tevens door de stich ting van Tuindorp en Ballstraat de ge meente getoond had toenmaals niet de uitbreiding van de gemeente te kunnen beheerschen. Daarna is van 1020 af voor omstreeks 840.000 ten behoeve van bet grondbedrijf aangekocht. Ai het andere was reeds sinds 1916 geschied. En nu meenen wij ons te herinneren, dat juist de heer Bok tegen die laatste aankoopen wel, tegen die eerste aankoopen zich niet verzet heeft. Dan hebben wij1 ons verwonderd over de verdediging des heeren de Zee, voor namelijk waar hij zegt, dat de gemeente voor tamelijk duur geld gekocht heeft. Nu is zoo'n uitdrukking voor velerlei uitleg ging vatbaar. Doch elk der gemeente naren kan dit zelf naar waarde schatten als wij mededeelen, dat nu, na alle kosten der aanvankelijke exploitatie-tekorten die het bedrijf rusten, na verwaarloozing van op 't bedrijf rusten, na verwaarloozing van de in de toekomst noodige gronden voor den aanleg van straten, pleinen en plant soenen, de kostprijs der productieve grond 1.88 per M'. Is. Er blijft n.1. een bezit over van 801678 M'. productieven grond, met een kapitaal-schuld van 1.184.856,58V>. Wie 'het uitbreidingsplan der gemeente kent, weet welk een enorme oppervlakte onproductieve grond dan als waardeloos voor het -grondbedrijf buiten beschouwing blijft, maar welke men tooh eerst heeft moeten aankoopen. De lezer, niet bekend met dit plan, kan zich waarschijnlijk eenlge voorstel ling daarvan maken, als hij zich nu plaatst aan het begin van de Javastraat, waar nu aan de eene zijde over de ge il eele lengte de verelsohte breedte is aan gebracht en aan de andere aijde tot zoo ver de scholenbouw wordt voltrokken. Voorts als hij zich plaatst aan het einde der Javastraat op het kruispunt der we gen met het gezicht naar de overdekte gemeenschapslinie, met aan zijn rechter hand den weg voerende naar den straat weg naar Huisduinen en aan de linker hand het sinds kort verbeterde pad (Alk- maarderweg) naar de gemeenschapslinie toe. De 'voor hem zich uitstrekkende grond is voor het grootste deel eigendom van de gemeente, doch die heele 'hoek is tot plantsoen aangewezen. Een beetje meer studie van de cijfers en het uitbrei dingsplan ware dus wel gewenscht, al vorens men maar zoo'n uitdrukking plaatse, waarvan (altijd ten onrechte) de tegenstanders gretig gebruik maken, Deze ervaring blijkt immers duidelijk uit de discussie in dezen Raad, waar men handig enkele uitdrukkingen van leden uit den Haagschen Raad gebruikt heeft ook van een voorstander van het erfpacht- stelsel. En hiermede komen wij van zelf op de argumenten van den Wethouder van het Grondbedrijf, den heer v. Breda. De heer van Breda begon met den heer v. Os dank te brengen voor diens kranige verdediging van de voordracht. Dat klinkt al heel vreemd uit den mond van den Wethouder van het Grondbedrijf, die in de eerste plaats aangewezen is om de belangen van dit bedrijf te verdedigen, als hij zoo zonder meer zich niet alleen aansluit bij dit betoog, maar daarvoor zelfs dank brengt, terwijl hij toch weten moet, dat dit voor een niet onbelangrijk deel steunde op een onjuistheid; een on juistheid die wij hierboven reeds signa leerden. Minst genomen had hij die ver keerde voorstelling recht moeten zetten. Vervolgens heeft de heer van Breda een op papier gesteld betoog voorgelezen, gericht tegen onze beschouwingen in dit blad. Natuurlijk maar tegen een deel van onze beschouwingen, waar hij meende op handige wijze een vinger tussdhen te kunnen krijgen. Wij vestigen daarop de aandacht, omr dat dit voor hetgeen nu volgt van betee kenis is. Immers mag worden aangeno men, dat hetgeen aldus wordt voorge dragen, terdege is overdacht, althans he ter dan een betoog zoo voetstoots uitge sproken. In de eerste plaats blijkt nu, dat de Wethouder ls aangevallen op ons betoog In het nummer van 29 April over het bedrag ad 107475.— op het grondbedrijf gelegd voor den aanleg van straten. Bij aandachtige herlezing 1 van dit stuk en- bet verweer van den Wethouder, valt het op, dat hij aanvankelijk naast onze be strijding heen glijdt, om dan onder be dekte termen toch een toezegging te doen, van voorstellen nog nader van het Ooilege te verwachten, die in de richting van onze desbetreffende beschouwingen zullen gaan. Immers was ons uitgangspunt niet om te bestrijden- het feit, dat een deel der kosten van straataanleg op het grond bedrijf werden gelegd van de straten- die ten behoeve van de exploitatie van het bedrijf waren aangelegd, maar speciaal om het grondbedrijf te vergoeden de door de gemeente tem behoeve van den open baren dienst onttrokken gronden. Daar om noemden wij het bedrag 'hoog, omdat de Wethouder ging juist daarop niet in verrekening blijkbaar nog niet heeft plaats gehad. Nu dit dus nog moet ge schieden vestigen w$ ook nog de aan dacht op het feit, dat gedurende de jaren waarin het werk aan het Spuikanaal is uitgevoerd, met alle daarbij behoorend-e werken, ettelijke hectaren bovendien aan de verhuring zijn onttrokken en daarvoor eveneens compensatie moet worden ver leend. Dit deel van het zoo mooi opge stelde betoog was er dus geheel naast En waarschijnlijk Juist daarom zoo opge steld. Erger ls, wat nu volgde. Tot goed be grip van wat wij bedoelen, zullen wij dit gedeelte even citeeren, doch zullen daarbij -zoo vrij zijn, om enkele stukken te omderstreepen. De heer v. Breda zeid-e: „Voorts verliest de he >er uit het oog, dat de gemeente-seci retaris niet het betoo-g van den heer Steenbergen onderschrijft, maar alleen i het door dien heer naar voren gebracht e Vlissingsche geval vermeldt. De Commissie door he t Vlissingsche gemeentebestuur ingestel d achtte met het oog op de credietkv restte verkoop beter dan uitgifte in erft »acht. Daarop komt de secreta .ris tot de con clusie, dat Helder eerdei r ls te verge leken met Vllssingen d tan met den Haag, wat wel niemand z al ontkennen." Wij hebben in het versb ig der Raads zitting tevergeefs gezocl it naar een scherp» protest, zoowel van uit den Raad als vaia de overige leden vi in het College tegen dezen aanslag op de- crediet-waar- digheid van onze gemeente,, wijl niemand is ingegaan op het laatste gedeelte van des heieren Breda's gezegde», dat wel nie mand dit zal ontkennen. Do< bh als dit van wege -den Raad en van dei bestuurstafel niet ijs geschied, dan moet het maar ge beuren van uit de burgerij!. Want welke argumenten men ook wil bi szigen vóór of tegen het erfpachtstelsel, o: f men vóór of tegenstander is van de afbraak van het grondbedrijf, dan mag toch minstens worden geëlsoht, dat de gu listige crediet- waardige positie die momemteel de ge meente Helder inneemt, mlet op derge lijke wijze naar beneden wo rdt -getrokken, nog wel door een lid van het College van B. en W. En het is diep -be schamend, dat een Raad en de andere leden van het College zoo iets van zeer -groot belang voor onze gemeente maar zonder protest hebben laten passeeren. Laten wij tot goed begrijp daarom even op de zaak ingaan. Ieder buitenstaander, die Vlissingen en ook de in de onmiddellijke i nabijheid lig gende plaatsen- bezoekt, za l het opvallen; dat de Raadhuizen en overigens voor komende groote heerenbuit zen getuigenis afleggen van een vroegere grootheid dier gemeenten. Dat een en ander moet zijn gebouwd in een tijdperk van «conomisdhen- bloel om aan de toenmaals bestaande be hoefte te voldoen en wat de openbare ge bouwen betreft, uitdrukking te geven aan den bestaansgrond dier genieenten zelva Geheel in tegenstelling met wat men ter zake hier waarneemt Die «iteden zijn in voortdurend vervaL Wat "Vlissingen be treft heeft in de laatste Jaren het verblijf van d© Marine aldaar het -proces eenigs- zins tegengehouden. Doch ondanks den steun van Regeeringswege uit 's Rijks kas, ondanks den steun om de lfln Viis singent—Folkestone in gang te 'houden, gaat toch de ontwikkeling van onze maat schappij haar gang en bet omoderne ver keer zoekt zijn wegen ove»r de wereld zonder zich om dat inderdaad kleine ge pruts te hekommeren. Dit ziet men in Vlissingen zelf ook wel in en men gevoelt dat men den weg opgaat welken (mis schien wat scherp uitgedrulrt) voorheen Stavoren en Enkhuizen zijn opgegaan. Vandaar dat men nu ook de Marine die gemeente In den steek laat en er dus geen behoefte meer aan woldingen voor dit personeel is die gemeente denkt goed te doen door den voorraad grond te verkoopen. Of men1 daaraan goed doet ft een vraag, die wij niet kunnen beoor- doelen. Vast staat dat door al deze on gunstige factoren voor de gemeente Vlis singen -hare oredietwaardigheid ernstig wordt geschokt. Wat dit laatste betreft, verkeert de gemeente Helder precies ln het tegenovergestelde gevaL Dit ls geen uitspraak op ons bescheiden oordeel ge baseerd doch steunt op de houding van deskundige finantieele voormannen te genover de gemeente Helder aangeno men. Immers is nog maar ®eer kort ge leden een leening door de gemeente Hel der aangegaan met een voorname Bank instelling in Nederland, tegen een rente van 5 en een koers van 90, wat omge rekend aan de hand van het leeningsplan beteek-ent een leenlng tegen pari van 5.98 Men kan gerust aannemen, dat de meer of minder gunsti-ge voorwaarden een-er leening die het gemeentebestuur tracht te plaatsen, afhankelijk zijn van de wijze waarop de Bankinstellingen de cre- dietwaardigheld der gemeenten aanslaan. Die onderzoeken dit van te voren zeer nauwlettend en stellen ln overeenstem ming inet hunne bevindingen hunne voor waarden op. En nu is t opvallend, dat voor bijna' alle aangegane vaste leeningen door de gemeenten sinds dien of omstreeks dien tijd, de andere gemeenten, ook de ge meente 's-Gravenhage, niet zulke voor- deelig-e voorwaarden hebben kunnen be dingen als de -gemeente Helder in deze tijdsomstandigheden ten aanzien der laat ste leening heeft verkregen. Met deze feiten voor oogen vraagt men zich toch af, of men gerechtigd is om de credietwaardigheid onzer gemeente zoo laag aan te slaan, als de heer van Bredai zich ln die Raadszitting veroor loofd heeft. Men bedenke wel dat zoo iets altijd gretig naar buiten wordt gedragen, waardioor do kans bestaat dat zoodra de gemeente een nieuw beroep op haar cre- dietwaardlgheid moet doen ten einde een leening te plaatsen, dit zich zal open haren in minder goede (slechte) voor waarden- bij het plaatsen daarvan. Die' gevolgen moeten de ingezetenen betalen. Alei dus ergens loslippigheid een ver keerde eigenschap ls, dan -geldt dit voor namelijk bij het bespreken van deze ge voelige plek. Te meer nog, ais men zoo iets wel overwogen van een stuk pa pier voorleest. Voorts betwijfelt de Wethouder de door ons aangetoonde waardevermeerdering van den grond, zoowel ten aanzien van het fc»edrtff te 's-Hage als hier. 't Kan zijn, dat de Wethouder hier gelijk bad. Voor die bedrijven wel te verstaan. Doch dan ontbant hfl de waardevermeerdering zelve niet Want wtf hebben aan de hand van «ledita een enkel voorbeeld aangetoond, dat in den Haag de gronden' aangekocht voor- 1 5000, verkocht werden voor Ingezonden Mededeellng. Volkskleedingmagazijn G. BRAM LAGE, Weststraat 11. 200.000 per H.A. En niet zoo'n geringe hoeveelheid ook. Wij hebben trouwens een geheele woonwijk aangewezen, waar bij nog ettelijke- voorbeelden te voegen zijn. Echter hebben wij! -er iets bij ver meld. Dat die jjronden n.L opgekocht en verkocht zijn door een bouwgrondspecu- latie-ondernemhig en dus om met den heer de Zee hiet huiselijk te zeggen stond de gemeente „er naast". Neen toch niet! Ze stond er midden in. Want de ge meente kon de- uitbreidingskosten beta len, plus de duurdere exploitatie van den volks-woningbouw. Het geval door ons als voorbeeld uit deze gemeente genoemd, raakt men lie ver niet aain. U Teekende ook al te sterk. De particuliere» eigenaar, die niets ten koste legt aan de enorme uitbreidings kosten, steekt de voordeelen op, en als de gemeente kcxmt, om slechts in de erf pachtscanon de» uitgaven ter zake voor een deel te vereiiaoonteeren dan.wordt ver beneden d.te waarde gepingeld en daaraan tegemoet gekomen. Indien ln het belang der gemeente moet worden getaxeerd, dan is het aan den lagen, is het voor parth julieren, steeds aan den hoogen kant. Daarover wordt gezwegen. De gemeentenuren zouden anders een niet onaardigen kijk krijgen op de gestie van sommige onzer bezuinlgings-„str e- bers".en de eigenlijke beteekenis welke in wezen de zwenking van de te voe ren grond'polMek Inhoudt. Het zou ons te ver voeren d aarop dieper ln te gaan en trouwens ook cip het overige deel van het betoog. Slecht» op een zaak willen wij wij zen. Aan het islot der opgestelde nota wordt gezegd, dat belegging en vervroeg de aflossing mogelijk is. W{j zullen niet ontkennen, dat belegd ging niet mogelijk is. Maar zoo, dat de zelfde rente wordt gekweekt als met den erfpachtscanon: beslist niet En ook niet in overeenstemming meit de te betalen rente door het 'bedrijf wegens aangegane geldleenlngen. En wat de - vervroegde aflossing be treft, daarvan had minstens mogen wor den verwacht, t lat dit met een enkel voor beeld was verd luidelijkt. Dit wordt nage laten! Waarom Wijl men dan een punt van aanval zou de hebben en er duidelijk mede gedemoni streerd zou worden, welk een verlies voo r het bedrijf een en ander zou meebreng©] x In het algem een draagt de geheele dis cussie in hooge mate het kenmerk van weinig studie o -ver dit onderwerp. Geme entelfjk Zwembad. Burgemeeste r en Wethouders maken bekend, dat vim Maandag 2 Juni af het Gemeentelijk Zwembad in )de Binnen haven (toegan g Buitenhaven) weder is opengesteld op dagen en uren als in de advertentie in dit nummer omschreven. De belanghebl >enden zullen goed doen bedoelde adv ertente uit te knippen en te bewaren. IBr bestaat tevens gelegen heid tot het n< jmen van zwemlessen. Openbare 1 Leeszaal en Bibliotheek. In April werd de Leeszaal bezocht door 1489 mar men en 148 vrouwen totaal 1637 personen Uitgeleend werden 538 studiewerken, 2124 romans e »n 1858 kinderboeken, totaal 4520 banden. Aangeschaftwerden de navolgende werkenBroo ks, Genees UzelfEstaunié; De gebrekkig e met de handen van licht; Houwink, Er felijkheididem, Hoender rassen, 3 dln i.Trappmann Die vrede vindt; v. d. "Vaart Smit; Herman Cohen en de Marbux rgsche school. Ten gesche:nke ontvangen: Allen, Het onzichtbare k oorDaiber, per luchtschip „De Argonau .t" naar MarsHutchinson Goodchild, Het recht tot stakenHut ton, Essays.; ten Kate, De planeeten Keiler, Novel len, 5 dln. v. d. Klei, Het gevloekte emlht; v. Nievelt, Phantasieën; Poser, Goldnr» Worte deutscher Dichter 2 dln. Zoome rsVermeer Het boek van Gijs; De toek omst der natuurwetenschap pen in Net (Ierland; Gedenkboek der Nederlandsch e Handel Maatschappij, 1824- 1924Gedenkt »oek Algemeen N ederlandsch Verbond 189 8-1923Verhandelingen en rapporten, ui tgegeven door do rijksinsti tuten ivoor vit *scherij onderzoek dl. 1 afl. 2. Collecte voor do Reelasseerlng. Wij vestige m de aandacht op de adver tentie van de n Reclasseeringsraad, waarin deze bericht, Ween vlaggetjesdag zal wor den gehouden op a.s. Zaterdag. De op brengst jhierv an is bestemd- voor het Ge nootschap -tot zedelijke verbetering van Ge vangenen-, dat voor eenige weken -terug zijn eeuwfeest vie rd-e. Wij- wekke n onze lezers gaarne op een gift af te zo nderen voor bedoeld Genoot schap, waard- oor dit zijn nuttigen arbeid heter .kan ver vullen, Ned. i per. van Hulsvrouwen. Nog eenm aal in dit seizoen noodigt het oestuur der Ued. Ver. v. Huisvrouwen hare leden tot ee: n -bezoek in het Ohr. Militair Tehuis uit. 1 En wel a.s. Maandagmiddag -te lalf 8. Dan z al de bekende Cacaofabriek van Van Houten te Weesp een lezing met licht beelden hou- den en zal ter nadere kennis making harer producten, onder een kopje thee, door het bestuur aangeboden, hare bonbons presenteeren -en door d-e bezoek sters laten keuren. Leden hebben op vertoon van haar diplo ma* vrijen -toegang. Ook voor die dames, die nog steeds verzuimden zich als lid pp -te geven en het Maandagmiddag willen doen, is deze lezing toegankelijk. Uit het Politie-rapport. In de Langestraat had een- aan rijding plaats, waarbij een jongen uit de Middenstraat in botsing kwam met een meisje uit de Pijlsteeg, tengevolge waar van het rijwiel van het meisje werd be schadigd. De Koninklijke familie naar Noorwegen. De Koninklijke familie is van plan ln het laatst van Juni weer een reis naar Noorwegen te maken, die ongeveer 5 weken zal duren. Als voorloopige datum van vertrek ls 20 Juni vastgesteld. Nederland en Rusland. Litwinof heeft aan den corresp»ondent van de „N. Rott. Ct." te Moskou zijn meening kenbaar gemaakt over Me betrekkingen van Nederland -tot de Sovjet-Unie. Op een- vraag van den correspondent schreef de heer Litwinof hem het volgende: „Het herstel van de diplomatieke betrek kingen met het Westen gaat in een snel en bevredigend tempo. In de vier laatste maan den heeft de volledige erkenning plaats ge had door zes West-Europeesche staten, w.o. Engeland en Italië. Thans hebben nog vier staten den wensch tot hervatting der diplo matieke betrekkingen uitgesproken. Het is buiten kijf, dat ook de overige Europeesche staten binnenkort den weg naar het herstel van de diplomatieke betrekkingen met de Sovjet-Unie zullen inslaan, aangezien an ders, zooals de praktijk leert, de uitbreiding van de economische betrekkingen een her senschim is. „Dat het economische contact met de be volking van de Sovjet-republiek, die 130 millioen zielen telt, zelfs voor de kleinste staten van Europa onvoorwaardelijk noodza kelijk is, wordt door niemand- meer bestre den. Welk nut kan het negeeren van de Sovjet-republiek hebben? „Zoolang de diplomatieke blokkade, onder deelneming van alle staten, in haar vollen omvang bestond, kon zij nog worden be schouwd als een middel tot pressie, die de Sovjet-regeering zou kunnen dwingen tot concessies aan kapitalistische landen. Thans echter, waar de diplomatieke boycot gebroken is en zelfs staten, waarbij de Russen econo misch het meeste belang hebben, zooals Duitschland, Engeland, Italië en 'Zweden met. de Sovjet-Unie diplomatieke betrekkin gen hebben aangeknoopt, zou het belachelijk zjjn, te spreken over pressie door de weinige, van ons het verst verwijderde, staten, die, om welke reden dan ook, volharden bij hun houding van afzondering, die hun aanzien lijk meer nadeel zou berokkenen dan ons. „Het herstel van de goede betrekkingen met Nederland zouden wij met bijzonder veel genoegen begroeten. De schitterend in gerichte, wereldberoemde haven van Rot terdam geniet onze algeheele belangstelling en ik geloof, dat de Sovjet-Unie. voor Rot terdam en ook voor Nederland- geen minder belang heeft, in het bijzonder als men denkt aan den voortdurend toenemenden uitvoer van graan, petroleum en grondstoffen. „Nu al doen wij met Nederland belangrijke zaken door den- afzet van graan, petroleum en margarine en door den aankoop van leder en andere producten uit de Zuid-Ameri- kaansche republieken. Deze zaken drij-ven wij thans slechts in beperkten omvang en voor zoover wij ze om een of andere reden niet over and-ere landen kunnen laten gaan. Natuurlijk begunstigen wij. die landen, waar- mee wij volkomen normale betrekkingen hebben- aangeknoop-t, terwijl wfl de overige landen om 'zoo te zeggen de restjes van on zen handel laten. „Het herstel van de diplomatieke betrek kingen met Nederland met,wederzijds offi- cieele vertegenwoordigers zou onze econo mische betrekkingen met Nederland onge twijfeld reeds spoedig bevorderen. „Wij betreuren levendig, dat de -te Ber lijn aangeknoopte onderhandelingen niet het gewensch-te resultaat hebben opgeleverd. Eerlijk gezegd is het standpunt van de Ne- derlandsche regeering ons volkomen onbe grijpelijk. „Wij zijn bereid op ons te nemen aan de Nederlanders en de Nederlandsche scheep vaart geen ongunstiger voorwaarden te ver- leenen- dan bijvoorbeeld gelden voor de Scan dinavische landen, die ons eerder dan Neder land erkend hebben, „Den eisch vpn Nederland om grootere voorrechten te bekomen dan bijvoorbeeld Zwe.den, dat tengevolge van zijn ligging en zijn voorname industrie voor ons van de grootste economische beteekenis is, beschou wen wy als onlogisch en ongewettigd. De inwilliging van dezen eisch zou heteekenen-, dat hoe later een staat betrekkingen met ons aanknoopt, hij des te hetere voorwaarden verkrijgt. „Daarmee zouden wij bijdragen tot ver langzaming van het herstel onzer betrek kingen. Wij volgen integendeel een andere politiek, doordat wij landen, die ons eerder erkend hebben, meer voorrechten schenken. Dientengevolge verkreeg Italië als chrono- Colbert-Costuums 7.20, 9.60,12.80,15.20,19.80, 21.40. Colbert-Costuums (prima blauw Vicuna) 19.20, 23.76, 28.86. Broeken 1.99, 3.20, 3.60. Stroohoeden 49, 68, 99, 139 cent.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1924 | | pagina 5