Tweede Blad.
n
PLAATSELIJK NIEUWS
BINNENLAND
VAN DONDERDAG 22 MEI 1924.
NABETRACHTING.
De gewijzigde gemeente-politiek.
Zooals de lezers hebben, kunnen ontwa
ren uit het verslag voorkomende In het
nummer van j.1. Zaterdag heeft de meer
derheid van den Raad het voorstel van
het College van B. en W. aangenomen,
om naast uitgifte van grond in erfpacht,
ook grond te verkoopen.
Dezerzijds is dit voorstel bestreden:
le. Wijl een beroep op de resultaten
van de eerste 4 jaar, dat het 'grondbedrijf
bestaat, niet opgaat en wel:
a. dat de bouwnijverheid in dit tijdperk
met groote moeilijkheden had te kampen;
b. zoo die bouwnijverheid extra ge
drukt was door de moeilijkheden veroor
zaakt door het erfpachtstelsel, men op
„vrijen" grond had kunnen bouwen, wat
echter totaal is nagelaten;
2e. dat waardevermeerdering wel
degelijk was te oonstateeren;
8e. de beleggingsmoeilijkheden ontstaan
bij verkoop, waarbij ten aanzien der te
kweeken rente niet dezelfde waarborgen
konden worden gegeven, ais in den erf-
pachtsoanon verdisconteerd is;
4e. dat Inkoop van kapitaal-schuld
praktisch onuitvoerbaar is.
Uit het verslag der raadszitting blijkt,
dat elk der tegenstanders van het erf
pachtstelsel gemeend hebben een stukje
bestrijding te kunnen aandragen tegen
deze stellingen.
Tegen de eerste stelling, welke ®ooal«
men niet voornamelijk versterkt wordt
door het feit, dat niet gebouwd is op
vrijen grond, Is de heer v. Os te velde
getrokken en1 meende dit afdoende te kun
nen weerleggen door deze vraag te stel
len en daarop het volgende antwoord te
geven:
„Hoe komt het dat tal van gronden,
die thans in particuliere handen zijn,
niet worden bebouwd? Omdat er nog
altijd bouwverbod op rust".
En dus is onze verwijzing naar het kun
nen bouwen op particulieren grond, niet
alleen mis geweest volgens den heer van
Os, doch bovendien misleidend. Is dit in
derdaad het geval?
WJJ hebben ons afgevraagd of de
heer van Os dit argument ter goeder
trouw heeft gebezigd, dan wel tegen beter
weten in een groote onjuistheid heeft ge
debiteerd, om toch maar het voorstel te
verdedigen. Immers is de heer van Os
niet alleen raadslid, doch als zoodanig
tevens lid van de Oommissie van Bijstand
van het Grondbedrijf. Van zoo iemand
mag toch wel worden aangenomen, dat
hij omtrent de finesses van het bedrijf,
vooral nopens het al of niet aanwezig zijn
van een bouwverbod, iets weet. Is hij er
niet zoo zeker van, dan mag minstens
worden verwacht, dat hij zoo'n groote
onjuistheid niet met stelligheid in het
openbaar uit. Zeker, er bestaat een bouw
verbod. Doch dit ligt ook op een' deel der
gronden van het grondbedrijf. Dit 'heeft
niets te maken met het feit of de grond
eigendom is van dit bedrijf of van een
particulier doch geldt alleen voor de
gronden (gedeelten van grond) waarop
in het uitbreidingsplan straten enz. zijn
geprojecteerd. Het Is niet van toepassing
op den prodnctieven grond voor den bouw
van woningen. Op de door ons bedoelde
perceelen, aan den Polderweg, n.1. lm.
4253 en 107 en aan de Bassingracht no.
4812, ligt alleen maar voorzoover daarin
stukken van straten zijn geprojecteerd,
het bouwverbod. Doch niemand had belet,
om op die perceelen hulzen te laten hou
wen, als maar niet gebouwd wordt op de
gedeelten aangewezen voor straten. Trou
wens, wij zeiden 'het boven reeds, is dit
zelfde van toepassing op den grond welke
In het bezdt is van het grondbedrijf. De
heer van Os heeft dus iets met stelligheid
gezegd, wat onjuist is. Hij kan dit gedaan
hebben ter goeder trouw. Doch vast staat,
dat hij met dit argument onze eerste stel
ling niet heeft ontzenuwd.
De volgende sprekers, n.1. de 'heeren
Schoeffelenberger, Bok en van Dam
draaiden zoo'n beetje om de kaars heen.
Alleen als men de redeneering van den
heer v. Dam consequent doortrekt, dan
had verwaoht mogen worden, dat hij voor
het behoud van grond zich zou hebben
uitgesproken. Immers plaatste hij een
zeer juiste opmerking, n.1. deze: dat over
75 jaar de waarde van het 'geld heel an
ders (kan) zijn geworden. Inderdaad is
de laatste jaren de -beteekenis van die
woorden meer tot de groote massa door
gedrongen en dat een bezitter van
1.000.000 Mark in 1914 had een geldkapb
taal ter waarde van 500.000, waarvan hij
behoorlijk kon leven, doch dit in 1922 en
1928 nog niet toereikend- was om een
brood te koopen. Wij' geven voor dit
millioen geen koperen cent. Zeer juist
dus opgemerkt Doch met den bezitter van
een hoeveelheid grond ter waarde van
1.000.000 Mark In 1914 is het nu eenigs-
zins anders gesteld.
Voorts blijkt uit het betoog van den
heer Bok, dat 'hij een weinig vergeetach
tig Is. Hij heeft n.1. gezegd, dat hij slechts
is meegegaan met de voorstellen tot aan
koop van grond in die gevallen, waarin
het grond betrof nabij' de bebouwde kom.
't Kan zijn, dat wij ons vergissen, doch
wij meenen juist het tegenovergestelde
te hebben opgemerkt. Immers is van 1910
tot 1020 vrijwel luk raak grond aange
kocht, welke gronden op een enkele uit
zondering na, niet aan ae bebouwde kom
grenzen. Toen dan ook in 1920 het grond
bedrijf gesticht werd, moesben voor het
meerendeel de perceelen nog aangekocht
worden, noodig om de uitbreiding der ge
meente te kunnen beheerschen. Toen dus
helaas onder invloed van de vooraf
gaande aankoopen, de prijzen dier gron
den voor de gemeente in nadeeligen zin
waren beïnvloed en tevens door de stich
ting van Tuindorp en Ballstraat de ge
meente getoond had toenmaals niet de
uitbreiding van de gemeente te kunnen
beheerschen. Daarna is van 1020 af voor
omstreeks 840.000 ten behoeve van bet
grondbedrijf aangekocht. Ai het andere
was reeds sinds 1916 geschied. En nu
meenen wij ons te herinneren, dat juist
de heer Bok tegen die laatste aankoopen
wel, tegen die eerste aankoopen zich niet
verzet heeft.
Dan hebben wij1 ons verwonderd over
de verdediging des heeren de Zee, voor
namelijk waar hij zegt, dat de gemeente
voor tamelijk duur geld gekocht heeft. Nu
is zoo'n uitdrukking voor velerlei uitleg
ging vatbaar. Doch elk der gemeente
naren kan dit zelf naar waarde schatten
als wij mededeelen, dat nu, na alle kosten
der aanvankelijke exploitatie-tekorten die
het bedrijf rusten, na verwaarloozing van
op 't bedrijf rusten, na verwaarloozing van
de in de toekomst noodige gronden voor
den aanleg van straten, pleinen en plant
soenen, de kostprijs der productieve
grond 1.88 per M'. Is. Er blijft n.1. een
bezit over van 801678 M'. productieven
grond, met een kapitaal-schuld van
1.184.856,58V>.
Wie 'het uitbreidingsplan der gemeente
kent, weet welk een enorme oppervlakte
onproductieve grond dan als waardeloos
voor het -grondbedrijf buiten beschouwing
blijft, maar welke men tooh eerst
heeft moeten aankoopen. De lezer,
niet bekend met dit plan, kan
zich waarschijnlijk eenlge voorstel
ling daarvan maken, als hij zich nu
plaatst aan het begin van de Javastraat,
waar nu aan de eene zijde over de ge
il eele lengte de verelsohte breedte is aan
gebracht en aan de andere aijde tot zoo
ver de scholenbouw wordt voltrokken.
Voorts als hij zich plaatst aan het einde
der Javastraat op het kruispunt der we
gen met het gezicht naar de overdekte
gemeenschapslinie, met aan zijn rechter
hand den weg voerende naar den straat
weg naar Huisduinen en aan de linker
hand het sinds kort verbeterde pad (Alk-
maarderweg) naar de gemeenschapslinie
toe. De 'voor hem zich uitstrekkende
grond is voor het grootste deel eigendom
van de gemeente, doch die heele 'hoek is
tot plantsoen aangewezen. Een beetje
meer studie van de cijfers en het uitbrei
dingsplan ware dus wel gewenscht, al
vorens men maar zoo'n uitdrukking
plaatse, waarvan (altijd ten onrechte) de
tegenstanders gretig gebruik maken,
Deze ervaring blijkt immers duidelijk uit
de discussie in dezen Raad, waar men
handig enkele uitdrukkingen van leden
uit den Haagschen Raad gebruikt heeft
ook van een voorstander van het erfpacht-
stelsel. En hiermede komen wij van zelf
op de argumenten van den Wethouder
van het Grondbedrijf, den heer v. Breda.
De heer van Breda begon met den
heer v. Os dank te brengen voor diens
kranige verdediging van de voordracht.
Dat klinkt al heel vreemd uit den mond
van den Wethouder van het Grondbedrijf,
die in de eerste plaats aangewezen is om
de belangen van dit bedrijf te verdedigen,
als hij zoo zonder meer zich niet alleen
aansluit bij dit betoog, maar daarvoor
zelfs dank brengt, terwijl hij toch weten
moet, dat dit voor een niet onbelangrijk
deel steunde op een onjuistheid; een on
juistheid die wij hierboven reeds signa
leerden. Minst genomen had hij die ver
keerde voorstelling recht moeten zetten.
Vervolgens heeft de heer van Breda
een op papier gesteld betoog voorgelezen,
gericht tegen onze beschouwingen in dit
blad. Natuurlijk maar tegen een deel van
onze beschouwingen, waar hij meende op
handige wijze een vinger tussdhen te
kunnen krijgen.
Wij vestigen daarop de aandacht, omr
dat dit voor hetgeen nu volgt van betee
kenis is. Immers mag worden aangeno
men, dat hetgeen aldus wordt voorge
dragen, terdege is overdacht, althans he
ter dan een betoog zoo voetstoots uitge
sproken.
In de eerste plaats blijkt nu, dat de
Wethouder ls aangevallen op ons betoog
In het nummer van 29 April over het
bedrag ad 107475.— op het grondbedrijf
gelegd voor den aanleg van straten. Bij
aandachtige herlezing 1 van dit stuk en-
bet verweer van den Wethouder, valt het
op, dat hij aanvankelijk naast onze be
strijding heen glijdt, om dan onder be
dekte termen toch een toezegging te doen,
van voorstellen nog nader van het Ooilege
te verwachten, die in de richting van onze
desbetreffende beschouwingen zullen
gaan. Immers was ons uitgangspunt niet
om te bestrijden- het feit, dat een deel
der kosten van straataanleg op het grond
bedrijf werden gelegd van de straten- die
ten behoeve van de exploitatie van het
bedrijf waren aangelegd, maar speciaal
om het grondbedrijf te vergoeden de door
de gemeente tem behoeve van den open
baren dienst onttrokken gronden. Daar
om noemden wij het bedrag 'hoog, omdat
de Wethouder ging juist daarop niet
in verrekening blijkbaar nog niet heeft
plaats gehad. Nu dit dus nog moet ge
schieden vestigen w$ ook nog de aan
dacht op het feit, dat gedurende de jaren
waarin het werk aan het Spuikanaal is
uitgevoerd, met alle daarbij behoorend-e
werken, ettelijke hectaren bovendien aan
de verhuring zijn onttrokken en daarvoor
eveneens compensatie moet worden ver
leend. Dit deel van het zoo mooi opge
stelde betoog was er dus geheel naast En
waarschijnlijk Juist daarom zoo opge
steld.
Erger ls, wat nu volgde. Tot goed be
grip van wat wij bedoelen, zullen wij
dit gedeelte even citeeren, doch zullen
daarbij -zoo vrij zijn, om enkele stukken
te omderstreepen. De heer v. Breda zeid-e:
„Voorts verliest de he >er uit het
oog, dat de gemeente-seci retaris niet het
betoo-g van den heer Steenbergen
onderschrijft, maar alleen i het door dien
heer naar voren gebracht e Vlissingsche
geval vermeldt.
De Commissie door he t Vlissingsche
gemeentebestuur ingestel d achtte met
het oog op de credietkv restte verkoop
beter dan uitgifte in erft »acht.
Daarop komt de secreta .ris tot de con
clusie, dat Helder eerdei r ls te verge
leken met Vllssingen d tan met den
Haag, wat wel niemand z al ontkennen."
Wij hebben in het versb ig der Raads
zitting tevergeefs gezocl it naar een
scherp» protest, zoowel van uit den Raad
als vaia de overige leden vi in het College
tegen dezen aanslag op de- crediet-waar-
digheid van onze gemeente,, wijl niemand
is ingegaan op het laatste gedeelte van
des heieren Breda's gezegde», dat wel nie
mand dit zal ontkennen. Do< bh als dit van
wege -den Raad en van dei bestuurstafel
niet ijs geschied, dan moet het maar ge
beuren van uit de burgerij!. Want welke
argumenten men ook wil bi szigen vóór of
tegen het erfpachtstelsel, o: f men vóór of
tegenstander is van de afbraak van het
grondbedrijf, dan mag toch minstens
worden geëlsoht, dat de gu listige crediet-
waardige positie die momemteel de ge
meente Helder inneemt, mlet op derge
lijke wijze naar beneden wo rdt -getrokken,
nog wel door een lid van het College van
B. en W. En het is diep -be schamend, dat
een Raad en de andere leden van het
College zoo iets van zeer -groot belang
voor onze gemeente maar zonder protest
hebben laten passeeren.
Laten wij tot goed begrijp daarom even
op de zaak ingaan.
Ieder buitenstaander, die Vlissingen en
ook de in de onmiddellijke i nabijheid lig
gende plaatsen- bezoekt, za l het opvallen;
dat de Raadhuizen en overigens voor
komende groote heerenbuit zen getuigenis
afleggen van een vroegere grootheid dier
gemeenten. Dat een en ander moet zijn
gebouwd in een tijdperk van «conomisdhen-
bloel om aan de toenmaals bestaande be
hoefte te voldoen en wat de openbare ge
bouwen betreft, uitdrukking te geven aan
den bestaansgrond dier genieenten zelva
Geheel in tegenstelling met wat men ter
zake hier waarneemt Die «iteden zijn in
voortdurend vervaL Wat "Vlissingen be
treft heeft in de laatste Jaren het verblijf
van d© Marine aldaar het -proces eenigs-
zins tegengehouden. Doch ondanks den
steun van Regeeringswege uit 's Rijks
kas, ondanks den steun om de lfln Viis
singent—Folkestone in gang te 'houden,
gaat toch de ontwikkeling van onze maat
schappij haar gang en bet omoderne ver
keer zoekt zijn wegen ove»r de wereld
zonder zich om dat inderdaad kleine ge
pruts te hekommeren. Dit ziet men in
Vlissingen zelf ook wel in en men gevoelt
dat men den weg opgaat welken (mis
schien wat scherp uitgedrulrt) voorheen
Stavoren en Enkhuizen zijn opgegaan.
Vandaar dat men nu ook de Marine
die gemeente In den steek laat en er dus
geen behoefte meer aan woldingen voor
dit personeel is die gemeente denkt
goed te doen door den voorraad grond te
verkoopen. Of men1 daaraan goed doet ft
een vraag, die wij niet kunnen beoor-
doelen. Vast staat dat door al deze on
gunstige factoren voor de gemeente Vlis
singen -hare oredietwaardigheid ernstig
wordt geschokt. Wat dit laatste betreft,
verkeert de gemeente Helder precies ln
het tegenovergestelde gevaL Dit ls geen
uitspraak op ons bescheiden oordeel ge
baseerd doch steunt op de houding van
deskundige finantieele voormannen te
genover de gemeente Helder aangeno
men. Immers is nog maar ®eer kort ge
leden een leening door de gemeente Hel
der aangegaan met een voorname Bank
instelling in Nederland, tegen een rente
van 5 en een koers van 90, wat omge
rekend aan de hand van het leeningsplan
beteek-ent een leenlng tegen pari van
5.98 Men kan gerust aannemen, dat
de meer of minder gunsti-ge voorwaarden
een-er leening die het gemeentebestuur
tracht te plaatsen, afhankelijk zijn van de
wijze waarop de Bankinstellingen de cre-
dietwaardigheld der gemeenten aanslaan.
Die onderzoeken dit van te voren zeer
nauwlettend en stellen ln overeenstem
ming inet hunne bevindingen hunne voor
waarden op. En nu is t opvallend, dat voor
bijna' alle aangegane vaste leeningen door
de gemeenten sinds dien of omstreeks
dien tijd, de andere gemeenten, ook de ge
meente 's-Gravenhage, niet zulke voor-
deelig-e voorwaarden hebben kunnen be
dingen als de -gemeente Helder in deze
tijdsomstandigheden ten aanzien der laat
ste leening heeft verkregen.
Met deze feiten voor oogen vraagt men
zich toch af, of men gerechtigd is om
de credietwaardigheid onzer gemeente
zoo laag aan te slaan, als de heer van
Bredai zich ln die Raadszitting veroor
loofd heeft. Men bedenke wel dat zoo iets
altijd gretig naar buiten wordt gedragen,
waardioor do kans bestaat dat zoodra de
gemeente een nieuw beroep op haar cre-
dietwaardlgheid moet doen ten einde een
leening te plaatsen, dit zich zal open
haren in minder goede (slechte) voor
waarden- bij het plaatsen daarvan. Die'
gevolgen moeten de ingezetenen betalen.
Alei dus ergens loslippigheid een ver
keerde eigenschap ls, dan -geldt dit voor
namelijk bij het bespreken van deze ge
voelige plek. Te meer nog, ais men
zoo iets wel overwogen van een stuk pa
pier voorleest.
Voorts betwijfelt de Wethouder de door
ons aangetoonde waardevermeerdering
van den grond, zoowel ten aanzien van
het fc»edrtff te 's-Hage als hier. 't Kan zijn,
dat de Wethouder hier gelijk bad. Voor
die bedrijven wel te verstaan. Doch dan
ontbant hfl de waardevermeerdering zelve
niet
Want wtf hebben aan de hand van
«ledita een enkel voorbeeld aangetoond,
dat in den Haag de gronden' aangekocht
voor- 1 5000, verkocht werden voor
Ingezonden Mededeellng.
Volkskleedingmagazijn
G. BRAM LAGE, Weststraat 11.
200.000 per H.A. En niet zoo'n geringe
hoeveelheid ook. Wij hebben trouwens
een geheele woonwijk aangewezen, waar
bij nog ettelijke- voorbeelden te voegen
zijn. Echter hebben wij! -er iets bij ver
meld. Dat die jjronden n.L opgekocht en
verkocht zijn door een bouwgrondspecu-
latie-ondernemhig en dus om met den
heer de Zee hiet huiselijk te zeggen
stond de gemeente „er naast". Neen toch
niet! Ze stond er midden in. Want de ge
meente kon de- uitbreidingskosten beta
len, plus de duurdere exploitatie van den
volks-woningbouw.
Het geval door ons als voorbeeld uit
deze gemeente genoemd, raakt men lie
ver niet aain. U Teekende ook al te sterk.
De particuliere» eigenaar, die niets ten
koste legt aan de enorme uitbreidings
kosten, steekt de voordeelen op, en als
de gemeente kcxmt, om slechts in de erf
pachtscanon de» uitgaven ter zake voor
een deel te vereiiaoonteeren dan.wordt
ver beneden d.te waarde gepingeld en
daaraan tegemoet gekomen. Indien ln
het belang der gemeente moet worden
getaxeerd, dan is het aan den lagen, is
het voor parth julieren, steeds aan den
hoogen kant. Daarover wordt gezwegen.
De gemeentenuren zouden anders een
niet onaardigen kijk krijgen op de gestie
van sommige onzer bezuinlgings-„str e-
bers".en de eigenlijke beteekenis
welke in wezen de zwenking van de te voe
ren grond'polMek Inhoudt. Het zou ons
te ver voeren d aarop dieper ln te gaan en
trouwens ook cip het overige deel van het
betoog. Slecht» op een zaak willen wij wij
zen. Aan het islot der opgestelde nota
wordt gezegd, dat belegging en vervroeg
de aflossing mogelijk is.
W{j zullen niet ontkennen, dat belegd
ging niet mogelijk is. Maar zoo, dat de
zelfde rente wordt gekweekt als met den
erfpachtscanon: beslist niet En ook niet
in overeenstemming meit de te betalen
rente door het 'bedrijf wegens aangegane
geldleenlngen.
En wat de - vervroegde aflossing be
treft, daarvan had minstens mogen wor
den verwacht, t lat dit met een enkel voor
beeld was verd luidelijkt. Dit wordt nage
laten! Waarom Wijl men dan een punt
van aanval zou de hebben en er duidelijk
mede gedemoni streerd zou worden, welk
een verlies voo r het bedrijf een en ander
zou meebreng©] x
In het algem een draagt de geheele dis
cussie in hooge mate het kenmerk van
weinig studie o -ver dit onderwerp.
Geme entelfjk Zwembad.
Burgemeeste r en Wethouders maken
bekend, dat vim Maandag 2 Juni af het
Gemeentelijk Zwembad in )de Binnen
haven (toegan g Buitenhaven) weder is
opengesteld op dagen en uren als in de
advertentie in dit nummer omschreven.
De belanghebl >enden zullen goed doen
bedoelde adv ertente uit te knippen en
te bewaren. IBr bestaat tevens gelegen
heid tot het n< jmen van zwemlessen.
Openbare 1 Leeszaal en Bibliotheek.
In April werd de Leeszaal bezocht
door 1489 mar men en 148 vrouwen totaal
1637 personen
Uitgeleend werden 538 studiewerken,
2124 romans e »n 1858 kinderboeken, totaal
4520 banden.
Aangeschaftwerden de navolgende
werkenBroo ks, Genees UzelfEstaunié;
De gebrekkig e met de handen van licht;
Houwink, Er felijkheididem, Hoender
rassen, 3 dln i.Trappmann Die vrede
vindt; v. d. "Vaart Smit; Herman Cohen
en de Marbux rgsche school.
Ten gesche:nke ontvangen: Allen, Het
onzichtbare k oorDaiber, per luchtschip
„De Argonau .t" naar MarsHutchinson
Goodchild, Het recht tot stakenHut
ton, Essays.; ten Kate, De planeeten
Keiler, Novel len, 5 dln. v. d. Klei, Het
gevloekte emlht; v. Nievelt, Phantasieën;
Poser, Goldnr» Worte deutscher Dichter
2 dln. Zoome rsVermeer Het boek van
Gijs; De toek omst der natuurwetenschap
pen in Net (Ierland; Gedenkboek der
Nederlandsch e Handel Maatschappij, 1824-
1924Gedenkt »oek Algemeen N ederlandsch
Verbond 189 8-1923Verhandelingen en
rapporten, ui tgegeven door do rijksinsti
tuten ivoor vit *scherij onderzoek dl. 1 afl. 2.
Collecte voor do Reelasseerlng.
Wij vestige m de aandacht op de adver
tentie van de n Reclasseeringsraad, waarin
deze bericht, Ween vlaggetjesdag zal wor
den gehouden op a.s. Zaterdag. De op
brengst jhierv an is bestemd- voor het Ge
nootschap -tot zedelijke verbetering van Ge
vangenen-, dat voor eenige weken -terug zijn
eeuwfeest vie rd-e.
Wij- wekke n onze lezers gaarne op een
gift af te zo nderen voor bedoeld Genoot
schap, waard- oor dit zijn nuttigen arbeid
heter .kan ver vullen,
Ned. i per. van Hulsvrouwen.
Nog eenm aal in dit seizoen noodigt het
oestuur der Ued. Ver. v. Huisvrouwen hare
leden tot ee: n -bezoek in het Ohr. Militair
Tehuis uit. 1 En wel a.s. Maandagmiddag -te
lalf 8. Dan z al de bekende Cacaofabriek van
Van Houten te Weesp een lezing met licht
beelden hou- den en zal ter nadere kennis
making harer producten, onder een kopje
thee, door het bestuur aangeboden, hare
bonbons presenteeren -en door d-e bezoek
sters laten keuren.
Leden hebben op vertoon van haar diplo
ma* vrijen -toegang. Ook voor die dames, die
nog steeds verzuimden zich als lid pp -te
geven en het Maandagmiddag willen doen,
is deze lezing toegankelijk.
Uit het Politie-rapport.
In de Langestraat had een- aan
rijding plaats, waarbij een jongen uit de
Middenstraat in botsing kwam met een
meisje uit de Pijlsteeg, tengevolge waar
van het rijwiel van het meisje werd be
schadigd.
De Koninklijke familie naar Noorwegen.
De Koninklijke familie is van plan ln
het laatst van Juni weer een reis naar
Noorwegen te maken, die ongeveer 5
weken zal duren.
Als voorloopige datum van vertrek ls
20 Juni vastgesteld.
Nederland en Rusland.
Litwinof heeft aan den corresp»ondent van
de „N. Rott. Ct." te Moskou zijn meening
kenbaar gemaakt over Me betrekkingen van
Nederland -tot de Sovjet-Unie.
Op een- vraag van den correspondent
schreef de heer Litwinof hem het volgende:
„Het herstel van de diplomatieke betrek
kingen met het Westen gaat in een snel en
bevredigend tempo. In de vier laatste maan
den heeft de volledige erkenning plaats ge
had door zes West-Europeesche staten, w.o.
Engeland en Italië. Thans hebben nog vier
staten den wensch tot hervatting der diplo
matieke betrekkingen uitgesproken. Het is
buiten kijf, dat ook de overige Europeesche
staten binnenkort den weg naar het herstel
van de diplomatieke betrekkingen met de
Sovjet-Unie zullen inslaan, aangezien an
ders, zooals de praktijk leert, de uitbreiding
van de economische betrekkingen een her
senschim is.
„Dat het economische contact met de be
volking van de Sovjet-republiek, die 130
millioen zielen telt, zelfs voor de kleinste
staten van Europa onvoorwaardelijk noodza
kelijk is, wordt door niemand- meer bestre
den. Welk nut kan het negeeren van de
Sovjet-republiek hebben?
„Zoolang de diplomatieke blokkade, onder
deelneming van alle staten, in haar vollen
omvang bestond, kon zij nog worden be
schouwd als een middel tot pressie, die de
Sovjet-regeering zou kunnen dwingen tot
concessies aan kapitalistische landen. Thans
echter, waar de diplomatieke boycot gebroken
is en zelfs staten, waarbij de Russen econo
misch het meeste belang hebben, zooals
Duitschland, Engeland, Italië en 'Zweden
met. de Sovjet-Unie diplomatieke betrekkin
gen hebben aangeknoopt, zou het belachelijk
zjjn, te spreken over pressie door de weinige,
van ons het verst verwijderde, staten, die,
om welke reden dan ook, volharden bij hun
houding van afzondering, die hun aanzien
lijk meer nadeel zou berokkenen dan ons.
„Het herstel van de goede betrekkingen
met Nederland zouden wij met bijzonder
veel genoegen begroeten. De schitterend in
gerichte, wereldberoemde haven van Rot
terdam geniet onze algeheele belangstelling
en ik geloof, dat de Sovjet-Unie. voor Rot
terdam en ook voor Nederland- geen minder
belang heeft, in het bijzonder als men denkt
aan den voortdurend toenemenden uitvoer
van graan, petroleum en grondstoffen.
„Nu al doen wij met Nederland belangrijke
zaken door den- afzet van graan, petroleum
en margarine en door den aankoop van leder
en andere producten uit de Zuid-Ameri-
kaansche republieken. Deze zaken drij-ven
wij thans slechts in beperkten omvang en
voor zoover wij ze om een of andere reden
niet over and-ere landen kunnen laten gaan.
Natuurlijk begunstigen wij. die landen, waar-
mee wij volkomen normale betrekkingen
hebben- aangeknoop-t, terwijl wfl de overige
landen om 'zoo te zeggen de restjes van on
zen handel laten.
„Het herstel van de diplomatieke betrek
kingen met Nederland met,wederzijds offi-
cieele vertegenwoordigers zou onze econo
mische betrekkingen met Nederland onge
twijfeld reeds spoedig bevorderen.
„Wij betreuren levendig, dat de -te Ber
lijn aangeknoopte onderhandelingen niet het
gewensch-te resultaat hebben opgeleverd.
Eerlijk gezegd is het standpunt van de Ne-
derlandsche regeering ons volkomen onbe
grijpelijk.
„Wij zijn bereid op ons te nemen aan de
Nederlanders en de Nederlandsche scheep
vaart geen ongunstiger voorwaarden te ver-
leenen- dan bijvoorbeeld gelden voor de Scan
dinavische landen, die ons eerder dan Neder
land erkend hebben,
„Den eisch vpn Nederland om grootere
voorrechten te bekomen dan bijvoorbeeld
Zwe.den, dat tengevolge van zijn ligging en
zijn voorname industrie voor ons van de
grootste economische beteekenis is, beschou
wen wy als onlogisch en ongewettigd. De
inwilliging van dezen eisch zou heteekenen-,
dat hoe later een staat betrekkingen met ons
aanknoopt, hij des te hetere voorwaarden
verkrijgt.
„Daarmee zouden wij bijdragen tot ver
langzaming van het herstel onzer betrek
kingen. Wij volgen integendeel een andere
politiek, doordat wij landen, die ons eerder
erkend hebben, meer voorrechten schenken.
Dientengevolge verkreeg Italië als chrono-
Colbert-Costuums 7.20, 9.60,12.80,15.20,19.80, 21.40.
Colbert-Costuums (prima blauw Vicuna) 19.20, 23.76, 28.86.
Broeken 1.99, 3.20, 3.60.
Stroohoeden 49, 68, 99, 139 cent.