Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
OUD-HOLLANDSCHE OPSCHRIFTEN.
van ZATERDAG 14 JUNI 1924.
VAN 'S LEVENS
WIJSGEERIGEN KANT
Nr. 127 (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
VREDIG VOORWAART&
Aanvaard het onvermijdelijke opgewekt
Er zijn menschen, die zulk een rouw In
het hart dragen over het verlies van hun
jeugd-, dlat een weinig beminnelijkheid er niet
meer op kan overschieten. Ze worden- norsch
en wrevelig en doen daardoor zichzelf en
hun omgeving grootelijks tekort
Want even -treurig als het is om een kind
te zien, dat aan een oud mannetje doet den
ken, even bedroevend is het een grijsaard te
ontmoeten, die in zijn ouderdom Sets anders
schijnt te zien, dian het onwaardige slot van
een onbevredigd leven.
Het valt natuurlijk niet te ontkennen, dat
het van lieverlede voelen afbrokkelen van
ons aardsche huis iets is dat -tot weemoed
stemt; maar weemoed' behoeft geen ontevre
denheid te worden. De ouderdom kan zoo
schoon en vreedzaam zijn, als we ons willig
in hem voegen, hem aanvaarden als een le
venstijdperk, waarin we zekerlijk niet alleen
verlies, maar ook winst hebben te boeken.
Hebben we dan in- dat leven, dat achter
ons ligt, In het geheel niets gewonnen? Zijn
we alleen armer en niet in zekeren zin ook
rijker geworden? Leven we dan alleen van
het verleden en zouden we werkelijk terug
willen keeren naar de onwetendheid, naar de
verwarde denkbeelden van onze jeugd? Zou
den we opnieuw den strijd willen aanbinden
met dat woelige leven, ons dat jagen en ren
nen nogmaals getroosten, nogmaals met
horten en stooten, met struikelen en vallen
wenschen voorwaarts te gaan?
'Zie, ik stel het imU liever anders voor. We
hebben een klimmenden bergtocht, een ver
moeiend' eindweegs achter den rug. En nu
gunnen we ons een oogenblik rust en zetten
ons neer op een eenzamen bergtop, terwijl
de stralen der ondergaande zon bet landschap
aan onzen voet met vredigen glans verlich
ten. We kunnen het thans overzien; en dui
delijk liggen voor ons de kronkelwegen, de
steile, steenachtige paden, maar ook de
bloeiende weiden, de lachende dalen, de ver
kwikkende stroom met zijn bloemrijke
oevers.
We zien Jonge gestalten ln de verte, die
worstelen om boven te komen.... we roe
pen hun toe, maar onze stem klinkt niet tot
hen door, we wenken, maar ze zien niet onze
hand'.
Ach we weten het, het is hun beter te
zoeken en te dwalen, te struikelen en te val
len, om tenslotte te vinden hun eigen wegl
Maar een dankstemming komt toch over
ons, omdat we aldus bespeuren, dat we toch
iets hebben gewonnen, dat we zuiverder in
zicht en ruimer overzicht hebben verkregen,
dat er steenblokken zijn, waaraan we onzen
voet niet meer zouden stooten, dat er nede
rige bloemen zijn, die we niet meer onop-
VREEMDE AVONTUREN.
Op donkere paden.
Een Duitsch onderdaan, die een jonge
landgenoot moest gaan opzoeken, die om
zich aan zijn dienstplicht te onttrekken
naar Engeland ontvlucht was, vertelt het
volgende van zijn ervaringen.
Ik wist, dat hij zijn verblijf voorloopig
ln een der meest beruchte straten, die
broedplaatsen van misdaad en zonde, had
opgeslagen, in het nauwe en smerige
W estminster-k wartler.
Zoo verzag Ik mij dus van een passend
toilet, om mij zonder veel opzien te ver
wekken onder de bewoners van die wijk
vrij te kunnen bewegen. Daar wonen
artsen en advocaten, wier levensbootje
schipbreuk geleden heeft; officieren en
edellieden, die door den drank tot de
diepste vernedering verzonken zijn.
De kostvrouw van mijn kennis een
dik smerig wijf met opgeblazen wangen
en rooden neus, dat menig glaasje naar
binnen geslagen moest hebben opende
de deur en gaf mij tot beschèid, dat de
persoon ln kwestie uitgegaan was, maar
zooals gewoonlijk, spoedig zou weerom
komen.
Teneinde niet tweemaal den weg te
hoeven afleggen, besloot ik ln het voor
eet- en huiskamer dienende vertrek op
den jongen man'te wachten. Nog niet
lang had ik op een der wankele houten
banken die langs de eenmaal witte, maar
nu zwartgerookte muren stonden, gezeten,
of er kwam een man binnen van al heel
weinig voornaam uiterlijk, die eenige
malen voor mij op en neer liep alsof hij
piijn signalement moest opnemen. Blijk
baar tevreden over de uitkomsten zijner
inspectio ging de man naast mij zitten
en nu ontspon zich het volgende gesprek
„Geen werk?" 8 F
„Neen."
„Er plecht aan toe?"
„Ja.
Ik was benieuwd waar hij eigenlijk
vrr h s*iond °P en kwam het
volgende oogenblik terug met een bord
gemerkt voorbij zouden gaan.
willen we niet; wè willen trachten voorwaarts
De rust doet ons goed, maar te lang rusten-
te gaan zoolang wij kunnen. Immers, daar
ginds rijzen nieuwe hoogten, bergtoppen,
bedekt met smetlooze sneeuw.Dèèr li 1
onze toekomst, daarheen zal onze voet zi<
hebben te richten.
Wij willen niet bij- de pakken gaan neer
zitten. Wij: willen niet ons leven bederven
door nuttelooze droomerjjen. Wij zullen ons
frlsch houden tot aan. het einde. Wij zullen
de belangstelling niet verliezen voor het stre
ven om ons heen. Misschien behoedt onze
ervaring iemand voor een al te overmoedigen
stap. Misschien' wijst ons overdacht woord
iemand- een nog niet gezienen weg.
Zoo kunnen wij -te midden der jongeren
leven zonder ons te voelen een sta-in-den-
weg. Zoo zullen wij- niet vervallen tot een
nutteloos wrak, ons zeiven en anderen tot
last. Er zal rust en vrede van ons kunnen
uitgaan. We zullen ons nog immer noodig
weten en als ons uur slaat zullen we niet be
hoeven te schelden met zelfverwijt.
Voor hem is het voldoende te weten wat
hij aan ons heeft. Voor ons Is het de hoofd
zaak, dat het ons hoe langer zoo klaarder
wordt wie en wat we meenen te zijn, opdat
we hoe langer zoo beter weten, welke eischen
we mogen en moeten stellen aan ons zeiven
en meer en meer zelfbewuste, krachtige per
soonlijkheden worden.
In volkomen oprechtheid daarom van tijd
tot tijd' te trachten een zelfportret te ont
werpen, zij het dan ook bij voorkeur alleen
voor ons zelven, kan niet anders zijn-dan een
nuttige, heilrijke bezigheid.
UIT DE SCHATKAMER DER
TECHNIEK.
Weer een nieuwe machine.
Al maar meer technische hulpmiddelen
worden den mensch verstrekt en de tijd
schijntniet veraf, dat niemand z'n krachten
meer zal behoeven te benutten. Onze
spieren zullen alleen nog noodig zijn voor
het omdraaien of aanzetten van een min
of meer stroeve handle, voor het drukken
op electrische knoppen, en verder zullen
we dan staan kijken met de handen in den
zak of onder het rooken van een of ander
geurig merk sigaar- of sigaret naar keuze,
hoe de machines de zaakjes voor ons
opknappen Dit zoover als het de
beweging betreft, die wij onder arbeid
verstaan. Voor de sport zullen wij nog
wel langen tijd onze krachten behoeven.
We zullen blijven schoppen, slaan, draven,
vliegen etc. eto.
Nu heeft een Duitsch ingenieur een
toestel uitgedacht, waarmede het mogelijk
kool en spek, den Engelschen nationalen
schotel en spoorde mij aan zijn maal met
hem te deelen.
Ik sloeg het aanbod af onder voor
wendsel, dat ik juist gegeten had. Dat
scheen hem niet erg te bevallen, want
toen hij de helft had opgegeten, gaf hij
de rest aan een straatzanger, die in een
anderen hoek van het vertrek, zijn re
pertoire voor zijn nachtelijken rondgang
repeteerde. -
Doch mijn nieuwe vriend, die een zoo
levendig belang in mijn welstand scheen
te stellen, liet zich door die eerste mis
lukte poging niet afschrikkenhij kwam
nogmaals naar mij toe en vroeg of ik
geen glaasje met hem wou drinken. Daar
ik steeds nieuwsgieriger werd, ging ik
op zijn voorstel in en vergezelde hem
naar de dichtstbijzijnde kroeg. Daar was
allerlei gepeupel verzameld.
Dronken vrouwen, sommige nog met
een zuigeling op den arm, leunden met
benevelde oogen en verdierlijkte gezich
ten tegen de houten wanden, mannen
schrikaanjagende gestalten met breed-
geranden, Italiaanschen roovershoed en
een kortè steenen pijp in den mond
voerden gesprekken, waarmede meni;
geheim politie-agent zijn voordeel ha<
kunnen doen.
Op zijn vraag wat ik verlangde, be
stelde ik, omdat hij naar zijn uiterlijk
niet al te welgesteld kon zijn, bescheiden
een klein glas bier, doch daarvan wilde
mijn metgezel niet hoorenHij trad op
de toonbank toe en bestelde tweeglazon
rum.
Nadat wij in een hoek van het vertrek
een plaatsje gevonden hadden, begon hij
den sluier zijner geheitnzinnigheid «enigs
zins op te lichten.
„Ik veronderstel dat u er niets op
tegen zult hebben een paar gulden te
verdienen voor het avond is," begon hij
het gesprek, waarop ik hem antwoordde,
dat ik zulks gaarne zou doen, als het op
eerlijke manier gebeuren kon.
„Nu," meende hij, „op dat pi}:
men zoo angstvallig niet zijn, nis het er
om gaat of je 's nachts in een warm bed
zult kunnen slapen, of dat je op straat
zult moeten rondslenteren.
Als je met mij mee wilt gean, ia! ik ie
eenige aanwijzingen geven; het werk is
gemakkelijk en aangenaam, er is bijna
geen gevaar bij, en eten en drinken hoort
by 't vakl"
Het avontuur werd hoe langer hoe ge
wordt gemaakt, dat men met behulp van
één man lasten tot 600 E.G. zwaar op een
wagen of wagon laadt, of van den wagen
of wagon op den grond brengt. Ik hoor
de transport-arbeiders al mopperen.
Dat toestel nu bestaat uit oen onderstuk
Dit onderstuk bevat eon raderwerk. Aan
den top is een rollenstelsel bevestigd, dat
bestaat uit een aantal evenwijdige rollen,
draaibaar bevestigd in twee evenwijdige
ijzers, die aan een kant uitmonden in een
platform. Door middel van het raderwerk
is het nu mogelijk die ijzers zoo te plaatsen,
dat ze sohuln staan, terwijl het platform
op den grond rust. Men kan aan zeer
!;emakkeiyk een zware kist op dat plat-
orm doen kantelen en dan door middel
van een kruk de ijzers horizontaal zetten,
waardoor de kist op de rollen komt te
>p i
liggen en «eer gemakkelijk er langs ver
plaatsbaar ls, om b.v. op een wagen tereoht
Ee komen. Ook de omgekeerde weg kan
natuurlijk gevolgd worden.
Verder is het mogelijk een speciaal
opzetstuk er op te zetten, dat licht en
sterk uit ijzer is geoonstrueerd en met
behulp waarvan een tweede laag kisten
op een wagen kan worden geladen, als
eerst het platform van den wagen vol
geladen is.
Het bewegen van het rolstelsel, of liever
het geven van de juiste helling er aan,
gebeurt door een kruk, die gemakkelijk
te bewegen en vast te zetten is. Verder
is gezorgd, dat het toestel gemakkelijk
op den grond vastgezet kan worden.
Het is bedoeld als arbeidsbesparende
machine en kan zeer zeker, waar het
noodig is om telkens vrij zware lasten op
genoemde hoogte te brengen, goede
diensten bewijzen. Als gezegd kan door
één man alles over een horizontaal vlak
worden bewogen. Alleen voor het opzetten
van het bovenstuk voor een tweede laag
kisten of vaten, moet er nog een mannetje
aan te pas komen, maar dat kan onmogelijk
een bezwaar zijnB.
Schoonheids-Artis.
Op die groote Britache wereldtentoonstel
ling, welke dezen zomer gehouden wordt
te Wembley nabij Londen, warden aa.
ook die tien schoonste vrouwen uit Enge
land „vertoond,". Zij zijn indertijd op een
schoonheidsconcours gekozen en worden
nu, gedost in- kostbare en kunstzinnige ge
waden, tentoongesteld.
Over die minderwaardige vertooning
schrijft de Londensche oorrespondent van
„De Telegraaf' onder bavenstaanden ti
tel op lichtelijk ironischen toon.
Tien historische dames in kostelijke ge
waden zitten achter glas in het Palaoe of
Beauty. U moet dat vooral niet overslaan,
als u het Amusements Park van de groote
tentoonstelling te Wembley bezoekt, zoo
zegt hij.
De paleiszaal is schoon. Zij zou aan de
Duizend-en-Eén-Nacht herinneren ais de
dames niet elk in een hok zaten. Welis
waar is het een mooi hok, gemeubeld en
gedrapeerd in den stijl van het tijdperk,
maar het doet je toch onaangenaam aan,
dat dergelijke schoonheden- aldus te kijk
worden gesteld. Overigens is alles vol
maakt. Een zachtkleurige belichting ver
doezelt de rouge en het poeder net vol
doende. De dames komen dus op haar
best uit, en zonder die glasruiten zou het
tooneel op een mannequin-parade lijken.
Nu kun je de gedachten aan Artis niet
van je afzetten.
heimzinniger en mijn nieuwsgierigheid
was sterk gespannen. Ik kon het dus niet
laten mij aan zijn leiding toe te vertrouwen
en wij verlieten samen het vuile dievenhol.
Wij gingen de Westminsterabdij en het
parlementsgebouw voorbij. Een agent had
daar juist een zakkenroller op heeterdaad
betrapt en was bezig hem onder een
groten toeloop van straatjongens de
handboeien aan te doen
Mijn nieuwen makker scheen dit tooneel
allesbehalve te bevallen, want hij sloeg
haastig een zijstraat in.
Toen wij voorbij een banketbakkers
winkel kwamen, scheen een taart, die
daar voor de ramen lag, zijn begeerigheid
op te wekken; hij vroeg mij die voor
hem te koopen en drukte mij tegelijker
tijd een zilverstuk in de vingers.
Ik bekeek het geldstuk wat nauwkeu
riger. „Je moet het geldstuk niet zoo
stevig vasthouden," zei hij, „anders «ul
jo het nog bederven."
Nu ging mij plotseling een lioht op en
ik verklaarde den al te gedienstigen man,
dat ik met zulke minder nette zaken niets
te doen wilde hebben. Maar hem scheen
deze aanvankelijke weigering niets nieuws
toe. Dit scheen hem in zijn lange praktijk
meermalen overkomen te zijn.
„Wol," zei bjj, „het zal wel't beste zijn,
dat ik dadelijk duidelijk mijn bedoeling
zeg. Zoudt ge lust hebben om een agent
te hulp te roepen, dan zou je dat weinig
baten, want mijn getuigenis zou recht
tegenover de jouwe staan en bij mij zou
men niets vinden I"
De spitsboef kende maar al te goed
de Engelsche wetgeving.
„De waarheid is," ging hij voort, „dat
ik juist een compagnon noodig heb om
mijn zaak goed te kunnen drijven. Degene,
die het geld bij zioh heeft, mag den
winkel niet binnen gaan en de ander
mag altijd slechts één muntstuk tegelijk
in den zak hebben. Wordt hij dan ge
snapt, dan kan men hem hoogstens een
week lang in voorarrest houden om in-
lichtihgen over hem in te winnen. Na
afloop van dien termijn moet men hem
weer vrijlaten. Gelukt het hem echter
een geldstuk aan den man te brengen,
dan neemt hij als teeken zijn hoed af en
wij komen een paar straten verder weer
samen om de winst té deelen."
„En hoe groot is die," vroeg ik om
nog wat meer te hooren.
°5
eder krijgt ongeveer een shilling,"
antwoordde hij, „want ik koop die halve
-iiNiy
UIT PB OUPB POOS,
Rijmpjes op Luifels, Wagens, Glazen en Uithangborden.
(Nieuwe Serie).
Ik leefde eerst van druk,
Door druk kwam ik ln drukken;
Nu druk ik door 't geluk,
Om beter ooft te plukken.
Die voor de vrijheid etrijen,
En hun gemoed bevrijen,
Van slaafsohe slavernij en,
Die door gewetensdwang
Den mensch het maakt te bang,
Zal zich in t eind v-erblij-en.
Hier maakt men 'buskruit, dat en aarde en
zee doet kraken,
Om 't vaderland bevrijd van 's vijand»
klauw te maken;
De meester, die het vant, vloog daarmee
in de lucht,
't Maakt door zijn felle kracht veel weeuwen
aan 't gezucht.
In Arnhem, aan den Rdjn,
Verkoopt men linnen, grof en fjjn>
Kanten, hemden en katoen,
Voor diegeen, die 't heeft van doen.
Wie christelijk op aard als christen wil
regeeren,
Die zij' schriftuur een zwaard, om zielen te
bekeeren;
Maar wie voor 't heilig woord gebruikt
soldaat en zwaard,
Schoon men hem christelijk noemt, 't en 3s
geen christenaard.
Hier woont Jannetje Sijmes, jonge dochter
met eere;
Zjj braait kousen voor de lui, en houdt ook
jonge dochtertjes om ze dat vak te leeren.
Om bruidegom en bruid te dienen met
mijn slee,
Te rijden naar den trouw, houd ik mijn
paarden ree;
Wilt gij dus bruidegom, uw bruidje
amuseeren,
Zoo buurt van mij een slee, want 't is haar
dag van eere.
Op de bruiloft in Kana, in Gallilea, veran
derde het water in wijn,
Opdat er menschen verheugd zouden zijn;
Maar nu is de wijn en sterke drank een
bederf voor vele menschen,
Daarom verkoopen wij meld, wei of scharre
bier, naar ieders wenschen.
Als Ik een zoon had, die idioot was, zou
ik hem predikant laten worden, zei iemand^
die in een twistgesprek met dominó het on
derspit had moeten delven.
Nu, antwoordde dominé kalm, ik zie dat
uw vader er indertijd anders over gedacht
heeft.
kroon voor «es pence en er gaat no;
ongeveer twee penoe voor onkosten a:
Als er gevaar dreigt, loop ik door om je
op een vooraf bepaalde plaats weer te
treffen en ons geluk in een anderen
winkel te beproeven. Zit de politie mij
te dicht op de hielen, dan is het mij al
gebeurd, dat ik de geldstukken, die ik
meest in papier gewikkeld achter mijn
kiezen draag, heb ingeslikt"
„Vertel mij eens zoo'n geval," vroeg
ik hem.
„Ik was eens in onderhandeling," ver
telde hij, „met een jongen man, dien ik
ook bij mij thuis getroffen had en die
mij voor mijn doel geschikt leek. Het
was een zeer nette Jongen, een werk
tuigkundige, die naar Londen gekomen
was om werk te zoeken, maar dat niet
vinden kon.
Ik had er geen haast mee, want ik
had toen reeds een helper. lederen dag
zonk hij dieper. Zijn schoenen waren
uitgeloopen, zijn kleeren begonnen te
verslijten. Hij begon vroeg naar huis te
komen om op een bank te kunnen gaan
slapen, want vóór de deur op het nacht
slot gedaan werd moest hij de straat op,
omdat hij zijn logies niet meer betalen
kon.
Nu was het goede oogenblik voor mij
aangebroken. Zijn uiterlijk was nu net
voor mijn doel geschikt en Ik deed hem
dus mijn voorstel.
Eerst wilde hij er niets van hooren.
Ik moest al mijn overredingskunst aan
wenden, om hem voor mijn inzichten
gunstig te stemmen. Eindelijk bezweek
hij en stemde er in toe het voor een dag
met mij te probeeren.
In het begin ging alles goed. Hij ver
kwanselde een halve kroon in een her
berg, een andere in een muziekwinkel,
maar de derde maal mislukte het.
Ik had hem ln een winkel gezonden
waar lk wist, dat hij slechts een oude
vrouw en haar dochter zou vinden; hij
moest eenige klossen garen koopen. Hij
raakte zijn geldstuk kwijt, kwam den
winkel weer uit en gaf het afgesproken
teeken met zijn hoed. Toen ik hem echter
op straat tegemoet kwam, draaide hij
toevallig het hoofd om en zag de oude
vrouw in de deur staan. Ik geloof niet
dat ze het geldstuk onderzocht had, maar
toen hij haar zag verloor hij zijn tegen
woordigheid van geest en riep hij mij
toe: „Wij zijn verloren." Op hetzelfde
oogenblik verscheen een agent om den
hoek van de straat. Ik verschoot van
Hier woont Jakob Eldersten van Hezoloenon,
MJjn wijf gaat ulit kammen on vlechten en
lk maak kinderschoenen.
Al ben *k een moordenaar, lk doe geen
menschen kwaad,
Schoon dat mijn hand er 's jaars al menig
neder slaaft;
En t ls zelfs naar 't bevel, dat aan ons ls
gegeven:
Slagt vrij, en eet het vee, tot nooddruft
van uw leven.
Beziet u mijn banket terdege voor inijn deur,
Dan komt u in mijn huls on koopt van mij'
uw keur.
Adam en Eva, 't is bekend, dat waren de
eerste menschen,
Zij' werkten niet voor 't dagelljksch brood,
maar plukten 't naar hun wenschen.
Maar nu als 't koren is gegroeid, dan brengt
men 't naar de stad,
't Wordt gebuild, 't wordt gebakt, het zweet
loopt bi) je g.
Doch '-t geld verzoet 't weer, dies zijn w'er
toe genegen,
Mfln brood is schoon en zwaar, wie 't x}iet
gelooft kan 't wegen.
Al drink ik gaarne brandewijn.
Jan zedt, ik geef dien brandewijn een schop;
Waarom? Hij slaat in prijs gedurig op.
Jan slaat dus niet den brandewijn, maar de
brandewijn schopt hem,
Daar hij ze niet betalen kan, verandert hij
van stem.
Hier slijpt men brillen en glazen, die lichten,
Voor oude en jonge en vreemde gezichten.
Hier leert men kinderen allerhande linnen
naaien,
Drieërlei stoppen, mazen en kousen braaien.
Terwfjl de wijn hier 't hart verheugt,
Voltooit de nachtegaal de vreugd;
Dus is onder de schaduw van mijn linden
Vermaak en lekkernij -te vinden.
(Wordt voortgezet).
Niet verwacht
De juffrouw wil aan die kinderen duidelijk
maken wat de opperhuid is en vraagt aan
een jongen, op haar gezicht wijzende:
Nu, Frans, waar is mijn gezicht mee
bedekt?
Met sproeten, juffrouw, antwoordt
Frans.
schrik. Hem zien en 'n paar geldstukken
paar binnen te slikken was het werk van
een oogenblik, maar ik was er bijna ln
gestikt.
Wij waren ondertussohen in de Oxford-
street aangekomen en mijn makker scheen
er vast van overtuigd te. zijn, dat hij mij
voor zijn plan gewonnen had. Hij wees
mij op een bierhuis waar hij volgens
zijn verklaring, reeds meermalen valsch
geld had uitgegeven.
Nu ging ik schijnbaar op zijn aanbod
ln en nam de halve Kroon aan die hij
mij aanbood. Wij kwamen overeen dat,
als het verkeerd zou uitkomen, wij elkaar
dan bij de marmere poort van Hyde-
park zouden treffen.
Het was avond en ik kon dus onopge
merkt het geld in een riool gooien.
Daarna betrad ik de aangewezen herberg
en dronk er een glas bier, hetwelk ik
natuurlijk met echte munt betaalde. Zoo
dra ik weer bulten kon begon ik hard
te loopen en tot mijn voldoening be
merkte ik, dat ook mijn makker aan het
loopen ging zoo hard zijn beenen hem
maar dragen konden.
Toen hij mij na een half uur op de
afgesproken plaats trof vertelde hij mij,
dat hij al zijn voorraad valsch geld had
weggeworpen.
Hij verzocht mij nu met hem naar het
beruchte dievenk-wartier terug te keeren
öm nieuwen voorraad te halen. Op onzen
weg daarheen trachtte ik nog van hem te
weten te kómen, welke plaatsen hij voor
zijn vak het meest geschikt oordeelde,
hetgeen mij gewillig werd medegedeeld.
Je moest in groote haast iets in een
stations-restauratie bestellen, als een trein
het punt stond te vertrekken. In
straten waren kleine winkeltjes het
beste, vooral die waar een jongen of een
meisje hielp. Een zeer goed ding was een
kind met het geld naar binnen te sturen,'
want tegen kindeken koestert men geen
wantrouwen.
In de beruchte wijk aangekomen, ver
dween mijn verleider in een der zijstraten.
Een poos later kwam hij mij vertellen
dat de voorraad op was, maar morgen
konden wij weer nieuwe munten krijgen.
Hij bood mij nog aan mijn logies voor dien
nacht te betalen.
Het spreekt natuurlijk van zelf, dat lk
den volgendon dag uit zijn buurt bleef.
Het was nu juist nog niet mijn bedoeling
een helper van valsche munters te worden.
B.
't Jutte rtje
Lulfelsohrtft van een boekdrukker.
Onder een vrijheidsbeeld.
Voor een kruitmolen.
Luifelschrtft.
Oiasschrlft.
Voor een kelder. -
Opschrift.
Voor een melkhuis.
Voor een kelder.
Voor een vleesohltouwershuls.
1 BI) een banketbakker.
Voor een bakkershuls.
Bij een lijstenmaker.
Hier. woont de oude Thomaszoon,
Vermaard bij eik in 't lijsten maken,
Die mij betaalt en geeft goed loon,
Kan makkelijk aan mijn werk geraken;
Ik tart de beste die er zijn,
ln een brandewijnswinkel.
Bij een brlüen-koopman.
Opschrift van een naaister.
Voor een tuintje.