De Praktijk van Helder
Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
VAN VRIJEN EN TROUWEN.
JUBILEUMS-DIALOOG
100 I
van ZATERDAG 30 AUG. 1924.
Nr. 137 (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
UITDEOUDEDOOS.
Antieke Zeden en Gewoonten uit onre elf Provinciën.
Voorwoord.
01 Als iemand soms mocht meenen, dat
ik het voornemen koesterde om op deze
plaats een soort handleiding te gaan schrij
ven of naar de eischen des tijde verbeterde
voorschriften mocht geven voor de zoo alom
en zoo voortdurend beoefende kunst van
„Vrijen" en van „Trouwen"
Laat ik vooraf vaststellen: Hij vergist zich.
Ik heb het niet in den zin.
En het zou meer dan overbodig wezen.
Want we weten het allemaal: Voor meer
dan duizend dingen in onze samenleving is
het noodzakelijk vóórdat iemand aan de be
oefening van een of andere kunst begint, dat
hjj (of zij) daarvoor eerst de noodige kennis
en de strikt vereischte routine opdoet.
Er is niet veel in de wereld, dat je in de
perfectie kunt verstaan, zonder daarvoor te
hebben gestudeerd onder leiding van een
reeds ter zake kundige
Maar voor de 'kunst van het vrijen is dat
ten eenenmale overbodig.
En al z'n leven overbodig geweest.
Voor machineschrijven haal je tegenwoor
dig 'n diploma, 'n Jong meisje, dat wil gaan
stenografeeren, gaat dat eerst volgens de re
gelen der kunst leeren.'n Jonge man
studeert voor stuurman op de groote vaart
(met of zonder Radio), of voor teekenaar, of
voor eiectricien Hij gaat naar de Hooge-
school om te leeren voor advocaat, of dominé
of dolkter.Hij gaat naar 'n groot kantoor
om als volontair te werken in de effecten of
in d e tabak of in de meelproductenEen
vader stuurt z'n jongen naar 'n timmermans
baas om de kunst af te kijken en langzaam
zelf den slag beet te krijgen.
Jonge vrouwen nemen lessen op de kook
school of volgen cursussen op een oostuum-
atelier of in 'n apotheek. Geen sterveling zou
ze voor bekwaam houden, als ze dat op een
of andere manier niet gedaan had.
Zelfs zwemmen of schaatsenrijden of fiet
sen of t sturen van 'n auto laat je je nog
eqrst fatsoenlijk onderwijzen, voordat je den
durf hebt om te zeggen, dat je 't kanl
Maar vrijen?.En trouwen?.
Geen kwestie van. f
Niemand leert het ooit en iedereen kan het.
In alle overige kunden en bekwaamheden
heeft de wereld evolutie gemaakt. Maar in de
kunst van vrijen en trouwen is de wereld van
stonde af aan razend knap geweest. Niemand
weet van waar en van wie de ouden het leer
den en niemand weet op welken schriftelij
ken cursus de allereerste menschen die lief
hebberij geoefend hebben.
Feit is, dat ze het gekend hebben.
Het levende bewijs is geleverd.
Neen. Het is wel zonderling en niet veel
menschen zullen er in gedachten bij hebben
stil gestaan. Maar niettemin is het een opval
lend feit: Vrijen en Trouwen wordt niet ge
leerd.
Dat ken je....
En je hoeft niet eens te zeggen, zooais bij
sommige dingen: Dat ken je ofdat ken
je niet!.
Niet-kennen is uitgesloten.
Dat ken je.Iedereen kent en kan dat.
Zonder het ooit te hebben geleerd.
En het is ons zoo gebruikelijk geworden,
dat we de kunst van Vrijen en Trouwen van
nature verstaan, dat die vreemdheid van' het
niet-leeren ons heelemaal niet opvalt. Inte
gendeel: wanneer we ons verdiepen in de
mogelijkheid dat we het vooraf wèl leeren
moesten, dan kregen we stellig de tranen in
de oogen van 't lachen.
Stel je voor, dat 'n jonge dochter van onze
dagen op 'n stillen achtermiddag bij haar
moeder komt en zegt: .Moeder ik weet
niet of ik 't mis heb, maar ik gelóóf, dat Fer-
dinand van U-weet-wel 'n beetje raar naar
me kjjkt.Zeg' u 's, wat moet ik zeggen
als hij wat tegon mij zegt?.
Of dat een opgeschoten zoon naar zijn
vader komt en zegt: Vader, je mot me niet
kwalijk nemen, maar ik vind Grietje van den
Grutter veel aardiger dan de rest. Ik wou
Zondag wel 'n hortje met 'r dansen bij Van
Dien en d" n wou ik d'r meteen 's wat in d'r
oor fluisterenMaar wat denk je nou, dat
k zeggen zal?
Nou, ik weet niet veel, maar ik geloof, dat
die vader en die moeder zouden opkijken of
ze 't in Keulen hoorden onweren
Nog veel gekker zou het gaan worden, wan
neer er zoo tegen het einde van de vacanties
en tegen het begin van de cursusmaanden
eens advertenties in de Heldersche Courant
verschenen in den vorm van: Fierste Hel
dersche Vrijschool. Zesmaandsche winter-
cursus. Eerste klas inrichting. Prijzen billijk.
Het onderwijs wordt gegeven door leeraren
en leeraressen met een internationale repu
tatie".... enz.
Nietwaar? We zien er heelemaal niet
gek van op, dat er tegenwoordig cursussen
komen van alle mogelijke kunsten en weten
schappen. We leven in de eeuw van de nive-
leeriing op wetenschappelijk gebied. Iedereen
kan tegenwoordig alles leeren. We verwon
deren ons over niets meer en alle prospec
Mars.
En?....
Och, man
Nietwaar?.
Natuurlijk!.t Lijkt nergens naar.
Precies mijn ondervindingKlein-
'kinderspel van al die professoren.
KLeln-kinderspel?Dat heb je
heel goed gezegd! Ze moesten 'n degelijk
pak voor d'r.enfin: ik wil ze niet be
lachelijk maken, maar.
Maar eigenlijk moest er toch 's 'n
stokje voor gestoken worden, dat de eer
ste de beste schoolprofessor met ons alle
maal 'n loopje nemen kom en ons maar op
ons mouw spelden wat hij wou.
Nietwaar? We hebben 't nou dunkt
me lang genoeg verdragen!.
En als we nou niet zelf in dit geval
met Mars 's die hand aan Tien ploeg.
Aan den kijker.
Goedl Aan den kijker geslagen had
den
Dan zouwen we nu nog net precies
gelooven wat ze ons heel geheimzinnig
aan ons verstand probeerden te bren-
g»n.
_,~7 gewichtige gezichten.'t Zal
«aanl.En nou jij?.
ren ni° ^umaen mij niet meer Interesse©-
Professors met hun waaree-
ïrSÏT en h*n kijkers en hun
ZatSÏÏÏte dik docnerij.Sinds ik
wat lu i Persoonlijk met 'n stuk of
weet ik datnz?!ivPl-aneet g69prokorl heb'
den hebben. jaren lan® naar gera'
muts 550 hebl»en d'r met 'r
rnu® n g6daanl
weten of2/e#keer<L De hemel nw»
heet verkeerd*2" gezien niet altijd 'n
"w verteerde planeet voor „Mars" heb
ben aangekeken
Gezien de grenzelooze fouten, die ze
nu gemaakt hebben, is dat volstrekt niet
onmogelijk! Hoe heb jij verbinding ge
kregen?.
Heel eenvoudig! Je weet wel, dat wij
hier 'n radiostation op Kootwijk hadden?
Afgekeurd en voor afbraak ver
kocht
JuustI Maar t geval staat er nog zoo
wat. Nou ik heb die chef van die nacht-
wachts 'n paar sigaren gegeven en ik
mocht aan de toestellen zitten, 't Ging
buitengewoon goed. Ik denk dat die radio-
inrichting zoo slecht niet was, maar dat ze
d'r de mannetjes niet voor hadden
En jij?.
Ik ben dichter bij huis gebleven.
Ken je IJmuiden?.
Waar zooveel gedanst wordt?.Na
tuurlijk! lederen Zaterdag-avond' ben ik
er't Zal nog 's boven Den Helder uit
groeien
Nou Daar staat In kustwacht aan
de haven. De „Semaphoor" noemen ze
dat. ik dacht bij' mezelf: Dat is wat voor
je. Klaas! En ik erheen. Ik zeg tegon die
inspecteur van de kustwacht: Meneer
wat doet u eigenlijk in die Semaphoor?
T"ken" zeit-ie! Ik zeg: Dan zal u wel
'n goeie kijker hebben.... 'n Bovenste
beste zeit hij! En ik zeg weer: Doe me
'n plezier en leen me dat ding voor *n half
uur. D'r komen nou toch geen schepen
en ik wou effe met Mars smoeze.
„Vooruit" zeit-it.Ga je gang. En
ik sleep die reuze-kijker daar buiten en ik
zet "n boven op 'n hoog duin.
En?.
Nou 't duurde geen twee minuten of
ik had Mars. Ik dacht eerst dat 't 'n Ur-
ker botter was, want die varen daar nog
tussen, die in den ioop van den winter door
de brievenbus komen, kunnen ons bij elkaar
niet meer tot verbazing brengen.
Maar we zouden al heel raar opkijken,
wanneer er nu toch ook eens 'ri prospectus
binnenviel met een uitgebreid plan en ver
deelde leeravonden in de kunst van behoorlijk
vrijenD'e kunst van.
Enfin: Het onderwerp is me te gevaarlijk.
Ik wil er niet verder over spreken.
Maar een ieder begrijpt nu, dat ik niet
voornemens ben zooiets als 'n open deur in
te trappen en les te gaan geven in dat waar
nog nimmer les in gegeven is.
'En toch zal ik er in een reeks opstelletjes
op deze plaats ih de eerstvolgende weken iets
van zeggen.
Want er is een eigenaardigheid, die na
tuurlijk ook iedereen weet, al heeft misschien
'rfiemand er in de drukte van zijn dagelijksche
zaken ooit over nagedacht.
Die eigenaardigheid' is deze:
Ieder mensch verstaat bij voorbaat en zon
der de minste studie de kunst van vrijen.
(Ik spreek hier heelemaal niet eens over de
dieren, ofschoon die het kunstje ook ver
staan). De wereld en het menschdom is .er
het levende bewijs van.
Maar ofschoon alle menschen zich op een
bepaalden tijd bezondigen aan de kunst van
vrijen, zijn er zeer onderscheidene manieren,
waarop deze heilige kunst beoefend wordt.
Vrijen doen we op z'n tijd allemaal, maar we
doen t lang niet allemaal op dezelfde manier.
O, neenDe methoden zijn zeer uiteen-
loopend.
Want u bent natuurlijk dadelijk met mij
eens, dat de manier, waarop een roetzwarte
zoeloehoofdman in de binnenlanden van
Afrika zijn hartsgeliefde op de hoogte brengt
heel anders zal wezen dan de mander waarop
een Hollandsche Cavalerist dat doet.
Ik ben er niet bij geweest, maar ik heb me
laten wijs maken, dat er in Midden Amerika
nog Indianenstammen leven, waarvan de
man, ais hij een aardige vrouw op het oog
heeft, deze op een onbewaakt oogenblik een
fikschen draai om haar ooren geeft, ten be
wijze van zijn mannelijke kracht. Hoe harder J
de oorveeg, hoe meer de aangebedene onder
den indruk komt. En het jawoord is zoo goed
als vast.
Nu, u weet net zoo goed als ik, als een Hel
dersche jongen (al had hij nog zoo'n goeie
betrekking!) op deze manier z'n liefde ver
klaarde aan een Heldersch mesje, dat hij
lang op het jawoord wachten kon. Integen
deel! De uitverkorene liep op 'h draf naar
't eerste het beste politiebureau en zei aan
den dienstdoenden inspecteur: Die jongen
is stapelgek. Die moet naar Meerenberg!
tZoodat ik maar zeggen wil: Er is verschil
in de wijze van uitvoering.
En niet alleen is er verschil tusschen de
methode van een Bosjesman en Noord-Hol-
landsche boerenknecht of een Eskimo en een
typograaf van de Heldersche Courant. Maar
ook in onze eigen elf provinciën bestaan van
oudsher neg zeer veel verschil in de manier,
waarop de kunst van Vrijen en Trouwen be
oefend wordt. Ieder georienteerd' Hollander
weet daar staaltjes van te vertellen. En het
wordt ten overvloede duidelijk bewezen in
ons al-oude HoBand9che spreekwoord-:
'n Ieder zoent z'n meid op zijn manier.
Waarvan u natuurlijk wel eens hebt hoo-
ren spreken.
En deze eigenaardigheid is aanleiding, dat
we hier in de volgende opstellen eens over
ah deze onderscheidenlijke methoden zullen
spreken.
We zullen eens de'verschillende Holland
sche gebruiken bij Vrijen en Trouwen d-e
revue laten passeeren.
(Wordt voortgezet).
al.Maar nee.
't Was Mars!.
En of.Want ik had afgesproken
met de mannen van de Semaphoor: Als
ik nou opgesteld ben, dan mot jullie 's
'n reuzeblaas met de zeekoe geven.
Want ze hebben daar zoo'n loeder van 'n
zeekoe op de pier staan.Daar wori je
benauwd van.... Dus ik gebruikte de
zeekoe als sein. En ik kijk en ik kijk.
en meteen -gaat dat beest aan 't loeien.
En?.Ik herinner me dat ik "n lee-
lijke schreeuw gehoord heb op Kootwijk-,
Maar ik verstond 't niet!.
Dat raakt je de koekoek.Want
dat was de Loekjeboekibramanaache tong
val.
Wat zeg Je?.
Natuurlijk! Zoo is 't heele bedrog uit
gekomen. Want toen die zeekoe loeide,
toen zag ik door mijn reuzekijker ineens
beweging. Wat denk je dat 't was?.
Nou?.
Dat was 'n bewoner van Mors, die
schrok zich 'n hoofie van die zeekoe en
die deed 'n sprong in de hoogte.
En hiji gaf 'n schreeuw! Dat heb ik
op Kootwijk gehoord!.
Precies. Want ik zac 'm op *n holle
tje loepen of eigenlijk was 't 'n soort
zweven, net als 'n motorloos vliegtuig,
want 't ging ongepermitteerd hard.Hij
ging naar 'm groote ronde schijf en sloeg
daarop met 'n knuppel zoo groot als de
mast van 'n oud fregat.
Toen begon de Radio-inrichting te
werken.En wat denk je nou, dat ik
genoteerd heb?.
Dat kan ik wel begrijpen. In de eer
ste plaats heet Mars heeleimaal geen Mam
Juist! Die naam hebben wij d'r maar
aan gegeven, omdat we geen andere had
den. Die Planeet heet Loektboekibra-
manaidal.Ze is al twintig keer zoo oud
als onze aarde en "ze weet nog zoo goed
dat onze planeet geboren is, als mijn groot
moeder weet dat ik in de wieg lag.
Zoo is t! Want ik heb later gespro
ken met den eersten kok van den eersten
heerschar van het eerste Departement van
het vaste werelddeel.Want je moet we
ten, daar op die planeet is een diplomaat
niemendaL Maar een kok is alles. Daar
worden de ministeries gemaakt uit het
keukenipersonleeli. Dat Sa een maatregel
van belang!.
Dat komt omdat ze diaar veel ouder
zijn dan wij en meer ondervinding heb
ben^... De planeet is verdeeld in twee
werelddeelen. t Vaste werelddeel en 't
zachte werelddeel. Veel eenvoudiger als
PLUYIUS IN COMPAGNONSCHAP
MET MARSl
't Was Maandagmiddag een heerlijk
schouwspel, toen, kat achter kat, de imotor-
ibotters de haven verlieten om te trachten
op de Noordzee hun geluk te beproeven.
Het was langs den steiger dadelijk een
heel andere aanblik dan de vorige week.
Toen lagen alle schuiten aan den kant,
gedoemd tot werkeloosheid door het on
gestadige, 'broeiige en gure weer, dat er
steeds zoo onbetrouwbaar uitzag, zoodat
imen geen touwtje durfde losmaken.
In zoo'n week als alles schijnt te ver
wateren, alles er even somber en troos
teloos uiza-et en men dan eens den buiten
kant langs loopt, waar de schuiten, als
lamgeslagen, aan elkander liggen' 'gereid,
beseft men eigenlijk pas goed, welk een
groote plaats de vischersvloot nog in de
bedrijvigheid onzer stad inneemt.
Het is daar alles dan zoo doodsoh,. zoo
bewegingloos en eenzelfde gemelijkheid
overkomt je als op eer Zondag la^gs den
buitenkant gaande, wanneer alles tijde
lijk in rust is. Eigenlijk is de gemelijk
heid in zoo'n water- en wind-week nog
intenser, want op den Zondag zie je ten
minste nog fleurigheid van kleederdracht
en menigte van opgewekte menschep,
doch dan ziet er alles even naargeestig
uit.
Het kloikje van den afslag kleppert niet
en èls 't het nog eens doet, gaat het zeer
zeurig en kleppert het slechts een paar
maal heen en weer, terwijl het, als er
visch, werkelijk visch is af te slaan, door-
kleppert net zoo lang tot je in je ge
dachte je bewondering hebt uitgedrukt'
voor den formidabelen ausdauer van den
klepperaar.
De visschers staan huiverend, de ban
den diep in de broekzakken, de schouders
hoog opgetrokken, zoodat je denkt aan
een reiger, die, met den kop in de veeren,
een noordewlndsch buitje aftouwt, bij
elkaar.
De visch-handelaars doen er het hunne
toe om de gemelijkheid nog te vergrooten,
want ze schuivelen met hun klompen,
sleepend langs de straat en doen gedaoh-1
teloos alsof ze naar den afslag trekken en j
als ze met den kop naar de steen, een
straatkeitje een schop geven, rekken ze I
plotseling -hun hoofd achterover en doen
een geeuw, zoo lang en oneindig, dat je
met paard en wagen gemakkelijk daarin
zou kunnen rijden.
Heel het buitenkant-leven schijnt in
zoo'n waterweek lam te liggen,, want
zelfö de peueraar, die toch de beste kan-'
sen heeft met wat regenachtig weer,
durfde geen piertje te steken en geen
tochtje met zijn vletje naar het kuitje te
wagen, omdat de geweldige zondvloed-
regens hem tot zijn huid nat zouden ma
ken en zijn vletje herscheppen in eenl
badkuip.
't Was een ellendige week, ook daar
aan den buitenkant, 't Was -alsof het ein
de der dagen was aangebroken en men
zloh al vast voorbereidde om den eind-
slaap aan te van-gen. Allen daar werden
geeuwerig en hangerig, alle opgewektheid
was uitgebluscht.
Maar des Zondags soheen weer het zon
netje. Het grauwe wolkfloers brak hier en
daar, de onweerbuien dwarrelden niet in
hetzelfde cirkeltje rónd en het had er
alle sohijh van dat nu de depressie -ergens
een doortocht had weten te vinden (om
met het weerbericht te spreken). Hoe 't
daar was, waar de depressie haar intocht
had gehouden, daarover -hebben we ons
maar niet 'bekommerd. Après nous le
dóiuge!
Het was meteen- of heel Helder, als een
bloemknop, die wat zachter weer af wacht
om zich te ontplooien, tot een uitgaande
ontplooiing was -gebracht, want het was
overal een veelkoppige menigte, die zich
langs de straten en den dijk bewoog.
Aarzelend trok zich de wolkmassa
terug, want toen Lange Jan zijn straal
bundels door het luchtruim rondschar-
maaide, kon men aan het fantastisch
schouwspel der--belichting van de wolk-
randen zien, dat de depressie nog drei
gend haar vuisten in onze richting toonde.
Hoe knersetandend ze ook afscheid
van ons nam, toch was er blijkbaar eeni
sterkere kracht, die baar van ons ver
dreef, want de Maandagmorgen bracht
een gloed van kleur en leven over zee, zoo
vol frischbeid en zoo vol levensblijheid,
dat het sombere van de vorige week weer
totaal werd vergeten. -
Het leek of er nieuw leven was gevaren
In het hulten-kantsohe leven. Treffend
ronkten de scheepsmotoren, die de schui
ten 'kittelig door het water deden snijden.
Opgewekt én haastig kwamen de jon
gens met groote -brooden onder den arm
aangestapt om daarna den schipper ge
legenheid te geven fluks van de kaai te
stevenen.
Er stonden geen huiverende visschers
meer aan den kant; integendeel, allen
waren in actie, tot zelfs de peueraars had
den hun vletje aan den leidam gemeerd,
hetgeen bewees, dat ze druk aan het pier-
steken getogen waren.
De vischhandelaars puften kringelende
rookpluimen uit hun pijpen of wel damp
ten de overgebleven sigaren van den Zon
dag lustig op. Ze geeuwden niet, doch ze
rookten opgewekt en keken glunder naar
de vertrekkende schuiten, die ook voor
hen weer een boterham uit zee gingen
opdiepen.
Terwijl ik dit schrijf schuint, door een
dampnevel in hoogere luchtlagen, de zon
en verkwikt alles weer.
Wel was er ook veel regen gevloeid en,
zooals men alles kan veronderstellen in
verhand met Mars, zoo veronderstel ik,
dat Mars overvloedig tranen heeft ver
goten, toen hij van dichtbij hééft gade
geslagen wat een treurige Janboel het
nog op de aarde is, en dat we daarom zoo
veel vocht hebben ontvangen-.
't Is een hypothese van misschien even-
groote belangrijkheid als de hypothese
van een professor, die veronderstelt, dat
de 'bewoners van Mars misschien reeds op
aarde in. onzlchtbaren vorm ronddolen en
ons, aardbewoners, voor zich dienstbaar
maken, zooals wij paarden en koeien
houden.
Alles ls mogelijk.
Ik bewonder echter voorloopig meer de
genialiteit van -het uitdenken eener der
bij ons met die vijf werelddeelen en rare
grenzen, 't Vaste werelddeel, dat is al 't
land en 't zachte werelddeel dat ia al 't
water. Klaar is keesl.
Natuurlij kl Eenvoudiger kan 't niet.
Dan zie je de grens op 'm uur afstand. En
al die prutsige verdeelingien in kleine lan
den bestaat niet.
Daarom zijn conflicten' als bij ons
tusschen' Duitschland en Frankrijk uitge
sloten. Dat is allemaal één Departe-
mentl.
Met een algemeen Heerscher aan 't
hoofd, die voor alles goed moet kunnen
kokenl.Daarom zijn zij van hun kant
ook zoo gecharmeerd om met ons in con
tact te komenNiet vanwege weten
schappelijke nieuwsgierigheid of astrono
mische dikdoenerij.
Maar om te zien of er wat te maken
is van ons om te smikkelen!
't Zijn reuze-fijnproeversZe
kennen ons heel goed, want ze hebben
daar op Loeklboekibramanada veel betere
instrumenten dan wij.Zij kunnen ons
al bekijken, zooals wij 'n druppel bloed
door de microscoop bekijken.
Willen ze dan op den duur nog diich-
ter komen?.
Veel dichter.De eigenwijze astro
nomen hier meenen, dat die Planeet maar
om de zooveel jaar erg dicht bij komt,
maar dat is niet waar. Er bestaat op
Loekiboekitframanada een maatschappij,
die zich bezig houdt met de bewuste ver
plaatsing in den etherruimte van de plar
neet. Ze bewegen zich langzamerhand
vooruit en ze zijn van plan alle andere
planeten langzamerhand te bereiken en
ze een voor een in te Hjven.
'n Soort Kolonisatie?.
'n Soort explotatie.Net als die
Duitsohe Broeder van Prins Hendrik met
Nieuw Guinee wou doenEn zooals
wij met Atjeh gedaan hebben en enfin:
Je weet wel.Dat probeeren we alle
maal maar op 'n beetje pietluttige schaaL
Loeklboekibramanada doet 't veel royaler.
Die neemt onzen heelen stumper van 'n
Aarde-platoeet in één keer. En dan niet
met die mooi-voorgevende praatjes van
beschaving of werkverschaffing of Chris
tendom of zoo.Wel neei Ze winden
d'r daar geen doekjes om en zeggen vier
kant wat ze meenen: Om lekker te etenl
Ze wilen onze aarde te pakken krijgen,
omdat ze door hun tnsrumenten onze mil-
Uoenenbevolking zien romdwriemelen en
die willen ze nou als toespijs óp tafel heb
ben. Net als wij garnalen eten.
- Maar dan zal 1 leeg worden op den
duur in de ruimte
Geeft nietl Wamt Ik zag die knaap
schrijven op z'n roode schijf en ik be
greep, dat ze geen respect hebben voor
planeetje als de onze. t Gaat bij ons alle
maal te langzaam. Er zit geen schot in
en als er 'n keer schot in zit, dan begin
nen we op 'n ander oogenblik weer van
voren af aam.... Die geschiedenis met
Toet-amk-ahmen, daar wist die Loeki-
biekibramanadiër alles van at Dat was
voor hem zooiets als de vorige week ge
weest En die tijd was veel beter en rijk-er
en rijper dan de tegenwoordige seinde-
nieWe waren er op achteruit gegaan.
En dus had onze planeet geen toekomst
Wat we van voren opbouwden, dat bra-
j ken we van achter weer af
Gelijk had-ie.
Dat zal waar wezen! Daarom is e®
aan ons niks verspeeld. Op-eten dat is
nog 't eenige en daar zijn ze dan op Loe
klboekibramanada druk mee bezig I.Ze
noemen ons „Pilatoelatiamusi", dat bete©-
kent zooveel als „De krabben uit het
Heelal".Wij bewegen ons achteruit
inplaats van vooruit.... Enfin: Ik heb-
nog 'n heeleboel meer gehoord! en ge
zien. Ik ben van plan er een boekje
van te schrijven en dat te laten uitgeven
bij de firma de Boer
En dan gratis verspreidén op de pla
neet Loeklboekibramanada?.
Welnee want die weten 't zelf
veel beter.Maar te koop aanbieden
bij de' Pilatoelatiamusi van' Europa....
Missohlen dat ze er nog wat leering uit
trekken voor dat ze op de tafel komen als
geroosterde toespijs van het verjaardags-
middagmaal van den eersten Heerscher
van het eerste Departement van het Vaste
Werelddeel van Loekiboekibramanada.
Reken d'r maar niet op. Als dat kom,
dan was 't al lang gebeurd.
Ik denk 't ook dus.
Dus als 't er dan van komen moet,
dan moet 't er maar van komen.Als
we niet beter waard zijn, dan om op de
keukentafel tereoht te komen van een of
ander bewoner van een grootere pla
neet.
Vooruit dan maar.
Nietwaar.We zullen zeggen, dat
we het zelf hebbeh gewild! althans
dat we niet iets anders hebben gewild!
De leer van de sterkere moet in de natuur
zijn loop hebben.addioll.
Nou als ik je niet meer zie.
Tabbee.
't Juttertje
Door CAREL BRENSA.
door CAREL BRENSA.
i