OUD HST
VOOI DE VROUWEN
&SÏÏMI&2 hOT
gelijke hypothese, dan dat ik me ongerust
maak over mijn toestand van te zijn een
kuddedier van de Marsbewoners.
Het is in den komkommertijd, die ten
einde spoed, iets anders dan de telkens
weer opduikende zeeslang en we mogen
Mars danken, dat hij de eigenlijke oor
zaak is geweest van de variatie in de
nieuwsberichten in den komkommertijd.
Ik veronderstel, dat we van .Henri ter
Hall's draadloos straks wel meer nieuws
van Mars zullen vernemen dan dat ons
draadloos rechtstreeks is meegedeeld.
Ge ziet, dat als het lang geregend heeft
en, het zonnetje weer schijnt, ook mijn
weeke massa een beetje de kluts begint
kwijt te raken en daarom zou het me
beusbb niet verwonderen, dat ook als
Mars' kuddedier zou worden bestempeld
Uw onderdanige
was de visch gestorven. Bij nadere proef
nemingen bleek immers, dat een schel-
visch zelfs eenige maanden in frisch wa
ter kan leven zonder voedsel tot zich te
nemen.
IETS OVER HET ONDERWIJS EN
DEN SCHOOLMEESTER IN
VROEGERE TIJDEN.
Wjj weten betrekkelijk weinig oveF het
schoolwezen vau vóór de 16e en 17e eeuw
Het onderwijs werd in de middeleeuwen
grootendeels door geestelijke broeders en
zusters gegeven en aan vele kerken waren
scholen verbonden.
In de 16e eeuw ,pas kreeg men vergunning
z'n kinderen te zenden naar de school, die
men het geschiktst achtte, maar dan moest
toch aan den rector van de stadsschool een
zekere vergoeding worden betaald. Zulke be
palingen waren» wel noodig, want op som
mige plaatsen vefliepen de groote scholen
geheel, omdat de rijken hun kinderen naar
bijzondere scholen zonden. Het paste toen
evenmin als tegenwoordig, om arm en rijk
op één school te doen gaan.
PARFUM.
De eeuwige behoefte van den
mensch naar het aroma.
Hoe lang kunnen dieren hongeren?
Dat kameelen weken lang kunnen le
ven zonder water, dat de reuzenslangen
langer dan een jaar zonder voedsel kun
nen blijven bestaan wordt meestal als een
eigenaardigheid van deze dieren vermeld.
„Wetenschappelijke Bladen" van Augus
tus geeft thans een paar interessante
voorbeelden van hongeren bi) lagere die
ren.
In een terrarium, aldus Urabin, waren
eenige lomgenslakken (Stylommatopho-
ren). Toen zij zich in den herfst In hun
huisjes in winterslaap terugtrokken en
de openingen daarvan met het bekende
huidje hadden gesloten, werden zij In een
doosje geborgen om ze gedurende den
winter te bewaren; voedsel konden zij niet
krijgen. Later werden de slakken verge
ten eb eerst na anderhalf jaar, bij het
vinden van het bewuste doosje, werden
zij te voorschijn gehaald. In koud water
gedompeld, vertoonden zij tot groote ver
bazing teekénen van leven en kropen al
spoedig over de tafel rond.
Een andere waarneming deed Urabin
bij een schelvisch. Het dier werd in egn
emmer water geplaatst, waarvan lederen
dag het water met ander uit de waterlei
ding ververscht werd. Voedsel kreeg het
niet en het leefde meer dan' dertig dar
gen. Blijkbaar door een organisch lijden
Menscheneters op Nieuw Gulnea.
't Begint zoo langzamerhand een sage
te worden, dat bestaan van echte kanniba
len.
Toch is het verschijnsel nog waarlijk
niet zoo zeldzaam, ala men geneigd ls te
gelooven. Zelfs In onzen archipel komen
nog ras-echte menscheneters voor; al be
hoeft men nu ook geen vrees te hebben,
dat men bij een wandelingetje om het Ba-
taviaasche Koningspleiri tot goeden buit
voor het braadspit verklaard wordt. Om
dergelijke gebruiken waar te nemen, moet
men een eind je verder uit de buurt gaan,
naar Nieuw Guinea.
Pater Vertenten, de bekende missiona
ris, die zijn beschavingsarbeid reeds "ind«
jaren in dien duisteren uithoek van ons
rftk verricht, vertelt daarvan het volgende
in „Het Indische Leven":
„Menschenvleesch is er een ruil-arti
kei; een heel been met dij en al heeft de
waarde van .een ijzeren bijL Men kan een
schouder-, rug- of ribstuk koopen met
varkenstanden, hondentanden of met de
hier zoo gewilde kleine schelpjes, die als
geld dienst dóen.
- „Men slacht niet zoo maar lukraak
maar kalmweg en met kennis van zaken
Zoo goed als niets gaat verloren. Ook de
ingewanden worden verorberd; het vet
daarvan is zelfs zeengezocht. De handen
worden aan bamboes gestoken boven het
vuur geroosterd en daarna tot stukjes ge
kapt. De hersenen worden, warm uit de
he-etgestoofde schedels genomen, nadat
men deze imet een zwaar voorwerp heeft
verbrijzeld. Dat alles is „nam-nam", eten
en volgens hen is er geen heerlijker eten
dan menschenvleesch 1
„Sommige ernstige vergrijpen tegen
zeden en adat worden met den dood ge
straft en de doode wordt dan natuurlijk
opgegeten. Men zou het jammer vinden
zulk een lekkernij te laten bederven.
„Zelfs gaat men zoo ver, dat men de
lijken van verongelukte stamgenooten ver
orbert, na toch eerst ernstig over den
doode te hebben getreurd. Zoo is het eens
gebeurd, dat een paar gidsen van vogel
jagers bij wijze van proviand gebraden
stukken van een kind meenamen; dat uit
de hooge palenhut te pletter was gevallen!
„Voor het overige zijn het natuurlijk in
de eerste plaats vijanden van den stam,
of lieden die men in de rimbpe heeft over
vallen, welke deze aanvulling van de pro
visiekast opleveren; bij de in het binnen
land' buiten de invloedsfeer van het be
stuur nog geregeld plaats hebbende snel-
tochten viert het kannibalisme natuurlijk
hoogtij."
GEWAARDEERDE KOOKKUNST.
Daar moet je een Amcrlkaansch
mllüonalr voor wezen!
Van den vroegeren Senator Sawyer wan
Wisconain (NA) vertelt men het vol
gende:
Toen SawyeFs dochters nog kinderen
waren raadde haar vader hun aan zelf la
ter het koken grondig te leerén en be
loofde ze een mooi geschenk als zij een
maal in staat zouden zijn, hem een sma
kelijk middagmaal te bereiden.
Ongeveer tien jaar latetr herinnerden
de dames Sawyer hun vader aan zijn be
lofte en' zetten! hem een eigenhandig
klaargemaakt middagmaal voor, dat onbe
rispelijk was en hem heerlijk smaakte, en
papa Sawyer prees zijn dochters zeer.
De jonge dames waren daarover zeer
verheugd en dachten dat zij voor beloo
ning van hun vlijt zeker elk een mooi ge
schenk zouden ontvangen.
De miilionair was echter veel vrijgevi
ger dan ze verwachtten; hij gaf elk zijner
knappe dochters een cheque mn 25000
dollars.
Verloren tijd?
Een cynisch man heeft dezer dagen
eens de moeite'genomen na te gaan, en
statistisch vast te leggen, hoevele malen
een vrouw in den spiegel kijkt en hoeveel
tijd ze daaraan besteedt.
'Hij kwam tot de volgende conclusies:
Tussohen haar zesde en tiende jaar kijkt
een meisje hoogstens zeven minuten
daags naar zichzelf. Van het tiende tot het
vijftiende jaar loopt dat op tot een kwar
tier; van haar vijftiende tot haar twin
tigste* tot 22 minuten.
Vrouwen van twintig tot vijf en <w5n-
tig jaar staren dagelijks 25 minuten naar
zichzelf en van het vijf ep twintigste tot
het dertigste jaar hebben zij er een half
uur voor noodig. Dan is een daling merk
baar. Van 30 tot 35 jaar verbruikt ze 25
minuten voor den spiegel; van 35 tot 40
jaar 118 minuten, van 50 to 60 jaar slechts
6 minuten.
Volgens deze berekening heeft al
dus de cynischen statist een 70-jarige
vrouw 5.862 kostelijke uren haars levens,
niet minder dan acht maanden dus, voor
haar spiegel doorgebracht.
OM KNOOPEN STEVIG AAN TE
ZETTEN.
Soms neemt een afgescheurde knoop
een stuk stof mee, zoodat er een gat in
het kleedingstuk ontstaat. Wanneer ge de
knoopen weer aanzet verdient het aanbe
veling deze op een stevig stukje goed te
naaien, dat grooter is dan het gat. Ge
haalt de knoop nu door het gat heen, zoo
dat het lapje aan de achterzijde terecht
komt, waar ge het stevig op vastzoomt
Het zwakke stuk ia nu weer even sterk
als voorheen.
De proef op de som!
'Dame: „Mag ik eens zoo'n onbreekbaar
porceleinen kannetje van u hebben?"
Winkelier: „Het spijt me zeer dame,
maar op het oogenblik kan ik u niet daar
aan helpen. De plank waar ze op stondón,
is bezweken en toen zijn ze allemaal ge
broken."
Teveel gevergd.
„Wil je werken voor een maal eten?"
vroeg een menschenvriend aan een land-
looper, die om een aalmoes vroeg.
„Neen mijnheer," was het antwoord. „Ik
h' b wel honger, maar zoo erg is het ge
lukkig nog niet met me gesteld.
Vooruitgang.
„De kosten voor levensonderhoud schij
nen toch lager te worden 1"
„Hoe kom je daar zoo bij?"
„Wel, Ik heb de vorige maand zeven en
halve 'cent van mijn salaris overge
houden."
BABBELUURTJE OVER MODE.
Nog eenige aardige Kindermodelletjes!
O! O! Wat heb ik op m'n hoofd ge-
fa ad 1 Echt op m'n hoofd. En dan dat arme
afgetobde hoofd, dat zich zoo buitenge
woon poogt in te spannen en zoo trach
na te denken over alles wat we maar aan
en om en op kunnen hebben 1
't Was wel erg.Maar:.Helaas!
't Was 'n beetje verdiend!
En nu is u natuurlijk alleruiterst
nieuwsgierig wat er dan wel gebeurd is
en wie het wel heeft durven wagen mi,
op een of andere wijze iets kwalijk te
nemen
Welnu ik heb een bovenste beste re
primande gehad van alle jonge moeders
van kleine zoontjes!
Ze zeiden „Der stond nou nooit
iets aardigs in voor kleine kindera".
Ik zette m'n geweldigste vraagteekenge-
zichit????.
Wa-blief????.
O! Nou jaantwoordden de jonge
moedersvoor meisjes, maar nooit 's
wat voor kleine jongensEn wat heb
ben wij daaraan. Wij hebben jongens.
En dat zijn toch ook kinderen?
Natuurlijk! Daar is stellig wat van
aan. Ik geef het eerlijk toe. En ik voeg
erbij: Mijn hoofd en ook 't hoofd van de
meeste mode-ontwerpsters staat eigenlijk
maar zelden naar t scheppen van jongens-
modelletjea Voor meisjes?.O, ja.
In alle mogelijke variatiea Maar jóngens?
Och dat ls eigenlijk volgens de mode
begrippen niet noodig. Men moet die jon
gens niet zoo poppig mooi maken. 'tZfln
nou eenmaal robbedoezen die moeten
niet die fijne, snoezige kleertjes dragen,
zooals meisjes.
En toch
Aan den anderen kant ben ik het daar
mee ook niet heelemaal eens! Zoo'n klei
ne jongen is dikwijls net zoo'n heerlijke
schat als een kleine meid en mag daar
om al is t dan ook op z'n „Jongens"
net zoo goed aardig gekleed zijn.
En modelletjes daarvoor?
Wel die zijn er meer dan genoeg
booze moeders van aardige zoontjes. Ja
zeker.- Als u er maar even naar
zoekt
Zal ik u eens 'n mooi hulpbruggetje
aan de hand doen bij 't zoeken?
Zie daar hebt u een jongenspakje en
daarnaast een meisjesjurk. Ziet u al iets?
Nee Nu kijk dau goed. Men heeft hier
eenvoudig het type van de jurk gebruikt
als model voor het jongensbuisjeEen
weinig korter, een weinig nauwer.
Dan er onderuit een cheviot, een lin
nen, eenr satijnen of een fluweelen broekje.
En ziet het kereltje er nu niet honnrv
ponnig uit?
verandering voor jongensmodellen kan ge
bruiken.
Van een jurk uiaakt men heel gemak
kelijk een kiel. i
Wel te verstaan natuurlijk slechts lot
aan den leeftijd van 'n jaar of vier. Na
dien. tijd beginnen de matrozenpakjes al
aardig te staan en voor nog ouder ver
dienen altijd nog aanbeveling de bekende
Norfolk-modelien.
Ook bovenstaand model is b.v. heel goed
geschikt voor 'n „heertje' van vier of vijf
jaar. Iets korter en rechter. Bijna sluitend
om de heupjes. De hals vierkant, desnoods
lange mouwen en niet te vergeten: de zak,
die fijn voor knikkers kan dienen.
Een broekje van cheviot of vbd hetzelf
de materiaal erbij en. .1uw kleine snui
ter ziet er snul tig uit.
Op deze wijze zijn er ook in de meisjes-
modellen heel veel mogelijkheden gepas
seerd, die dienst hadden kunnen doen voor
jongens.
Dus goed beschouwd, hebben meer de
moeders van kleine jongens 't boven ge
releveerde standje verdiend dan ik....
O! zoo!!
Een raad moet ik echter nog geven
hoewel misschien overbodig.
De moeders, die opgewekt door wat
ik hier gezegd heb een model van een
meisjesjurk gaan gebruiken voor een buis,
moeten oppassen nimmer een model te be
zigen met volannetjes of strookjes of aan
gezette rokjes, aangezien die minder ge
schikt zijn.
Ook moet een jongensmodel 't liefst al
tijd glad zijn.
En nu zuilen de mama's wel weer tevre
den over rnjj willen zijn!
Mme. Corry.
DE ZEEPBELLEN.
Jaap je zuchtte verveeld. Hij trok het
gordijn open en keek door het kleine
raam naar beneden in de nauwe straat.
Deze was in een achterbuurt vau de
groote stad, want Jaapjes moeder was
heef arm. Hij zag niets dan vuile smalle
huizen en een heel klein reepje blauwe
lucht Wat zou hij dolgraag eens een
grooter stuk van den heimei zien, een
groot stuk blauw imet mooie witte wolken!
Wat zou hij graag spelen met andere
kinderen op een wei buiten de stad!
Waarom ging hij toch nooit met Moeder
naar bulten?
Hij liet het gordijn vallen en keek lus
teloos in het kamertje rond. op tafel stond
een kom met zeepsop en een steenen pijp
lag ernaast. Hij had zeepbellen geblazen*
tot het hein verveelde, maar hij zou nu
toch maar weer beginnen, omdat hij niets
anders wist uit te voeren.
Hij nam de pijp op en begon zijn spel-
etje opnieuw. En dadelijk genoot hij weer
van de mooie bellen met hun schitterende
kleuren, die een paar seconden door de
kamer zweefden en dan uiteenspatten met
een he^l zacht plofje.
O, wat 'n groote was dat en wat had die
prachtige kleuren! Jaapje staarde er naar
in verrukking. Hij zag vol verbazing, dat
de bel al gróoter en grooter werd en de
kleuren al helderder tot de bel eindelijk
barstte eneen mooie kleine fee er
uit stapte!
Ze droeg een kleedje van dezelfde kleu
ren als -0 zeepbel, heur haren glansden
als goud en haar groote blauwe oogen
straalden vriendelijk.
--Dag Jaapje," sprak ze, vriendelijk
glimlachend. Ik ben hier gókomen om te
vragen of je mee wilt gaan naar zeepbel
len-elfenland!"
I Jaapje schreeuwde van vreugde. „O,
wat lief van u," riep hij uit. „Alstublief,
alstublieft! Zeg toch, dat het waar ls en
dat ik niet droom. O, nee, laat me niet
wakker worden uit een droom I" riep hij
angstig uit.
Maar de fee schudde vroolljk het
Èaapje6"60 "^e heusoh mee,
J£? vl™« naar het raam en opende dit
ze Jaapje, of hij
d£ T ^00tfn bel wilde 'hlazen. „Als Ik
Z®1 ze> „dan moet je opsprin
gen en den bal grijpen."
hi£FT°IiLd^nJ?reeP JaaP pijp «o
hhes een bel,.die naar het raam toe
verhit rfeP de fee en Jaap
IS ai kreupele been, dat
hem stee<is noodzaakte thuis te blijven.
dSLn iT046 huhen en daarna over
en welden tot ze zich
Pindeiüv .V°tl dalen, heel langzaam,
en toen t" voeten den grond
werSk mldd0™, kec?' dat
Aheriïi d?n ln Sprookjesland stond.
]1*P- heen en
zeeT>belkipn T 11 kleedjes aan met
vriend emirt* allen 'glimlachten
T\den 3on,^n- Nu greep de
litMe hand aÖ bad gehaald, hem
2. SJÏS h"m me"Ze urs
lianTriAo v konden, maar o! wat deed
iS&OT**® hem p«n!
•Hoe vffi f°"d d? fee stil en riep uit:
mooiste en L JaaP ®h>nd voor het
ooit gezien had^Wf ,palei8' dat hij nog
maaC f®!' £et leek heelemaal g<v
maakt van zeepbellen en glansde en schlt-
de
Ze
z«pbel-koningln," le^Se t^ee uH
(Wordt voortgezet).
Robinson.
Deze scholen waren waarschijnlijk voor
namelijk opgericht met het oog op de oplei
ding van toekomstige geestelijken. Door den
geest, die in dat onderwijs heerschte, werden
veel jongelieden opgewekt of overgehaald
zich aan den geestelijken stand te wijden,
wat vermoedelijk iniet altijd naar den zin van
de ouders zal zijn geweest, tenminste al spoe*
dlg werden er naast de kerkelijke scholen
ook stedelijke scholen opgericht.
Reeds in de dertiende eeuw bestond er zulk
een stadsschool, die „groote school" werd
genoemd, in onderscheiding van de kerk-
school.
Dikwijls stonden zoowel de stads- als de
kerkscholen onder het Patronaat van 's Lands
Heer, die er soms zeer willekeurig over kón
beschikken, zooals het hijvoorbeeld in Haar
lem aan twee zijner hovelingen ten ge
schenke. Dit was als belooning voor' betoon
de diensten en de hovelingen konden deze
scholen nu zoo voordeelig mogelijk verpach
ten. Dat dit niet de weg was, om het onder
wijs door de beste reoboren of schoolmeesters
te doen geven, spreekt vanzelf.
Op de groote school Werd waarschijnlijk,
naast de landtaal, óók het Latijn, misschien
ook hier en daar het Grieksch geleerd, want
hij immers, die in die dagen in de wereld
vooruit wilde komen, diende de Latijnsche
taal te kennen.
Het Fransch werd ook zeer veel gebruikt,
maar of dat ook op „de groote school" onder
wezen werd1, is moeilijk te beslissen.
Er schijnen ook bijzondere scholen te heb
ben bestaan, maar daar deze aan de stads
scholen afbreuk deden, stelde men 3 pond
boete als straf .voor diegene, die zijn kind
daarheen durfde te laten gaan.
Bjj de benoeming van schoolmeesters werd.
er niet zoozeer gelet of de sollicitant veel
kennis bezat. Van veel meer waarde werd het
geacht* dat hij aan de Gemeente andere dien
sten kon bewijzen. Bij de Gecommitteerde
Raden van Zeeland werd eens een verzoek
schrift ingediend door het Bestuur van
Sehore en Viake om een anderen school
meester. Er wordt in dat verzoekschrift ge
zegd, dat hun schoolmeester „noch lezen,
noch schrijven, noch rekenen" kon. In die
gemeente waren nog 3 of 4 menschen, die
„geletterd" waren, maar bleef dezelfde
schoolmeester gehandhaafd en stierven die
geleerde menschen, dan zou er niemand meer
n d;e Gemeente zijn, die lezen of schrijven
kon. Zoodat dat verzoek zeker wel ingewilligd
diende te worden.
B.
Parfum, hetwelk door alle eeuwen heen
een noodzakelijkheid blijk., te zijn, was in de
Oudheid een levensbehoefte. De Oostersche
volken kenden voorschriften voor het ge
bruik van reukwerken en zalf, en in het
warme Nijlgebied voelden armen noch rijken
zich op hun gemak, zonder „zoete" olie, gen
rigen balsem en aromatische mondpillen.
De arbeiders, die in parfumerie-fabrieken
te Alexandrië werkten, werden vóór ze de
werkplaatsen verlieten, aan een onderzoek
onderworpen.. Men kende de verslaafdheid
aan parfumerie, die heerschte óók ónder de
arbeidersvrouwen, zoodat -men zich wel op
die wijze tegen diefstal beschermen moest
'De Egyptische vrouwen gebruikten de
duurste middelen om zich te zalven, waarbi.
dan voor. elk lichaamsdeel een andere geur
noodig was. Een meesteres in de kunst der
parfumerie was Cleopatra, van wie Plinius
en anderen vertellen, dat zij de uitvindster
was van dé beroemde berenvet-pommade.
In voorname kringen hield men er een
„opperzalver" ,op na, die belast was met de
hoofdzalving. Voor deze bewerking zette hj;
een kegelvormig instrument in een schaal
met zalf en liet het door middel van een op'
zuigende beweging vol loopen. Vervolgens
zette hij het gevulde instrument op het hoofd
zijns meesters, en terwijl nu het feestmaal
voortging, vloeide het kostbare vocht zachtjes
in de pruik.
De Grieken, die het zalven yan hun Oos
tersche buren leerden, waren even groote
liefhebbers van 'reukwerk en een Grieksche
ijdeltuit had heel wat aan zijn toilet te doen
en heel wat potjes uit elkaar te houden. Im
mers in het eene bewaarde hij de Egyptische
zalf voor enkels en voeten, in een ander de
Phoenicische, die voor wangen en borst ge
bruikt werd. Voor haren en wenkbrauwen
diende de Amaraoon-zalf, terwijl kin en nek
weer een andere., n.1. Serphyllos-zalf eischten
Zijn armen bestreek hij met Sysymbrion
zalf, zoodat hij, behalve naar verschillende
odeurs, betooverend rook naar thym, mar
jolein en bittere amandelolie.
De meest geliefde geuren waren in het al
gemeen: wierook, myrrhe, violen en rozen.
De dichte reuknevel, waarin de wereld1 der
oudheid gehuld was, werd door de stormen
der volksverhuizing totaal weggeblazen. Ech
ter niet voor altijd, want in de dagen der
Kruistochten leerde het avondland opnieuw1
met den neus te genieten.
De invoering van reukwerken, werd zeer
'n de hand gewerkt door de geparfumeerde
huiden, welke gebruikt werden voor de ver
vaardiging van handschoenen, ceintuurs,
beurzen en leeren vesten. In Frankrijk had
daarom vroeger de handschoenmaker den
juisten naam van gantier-parfumeur. Ook in
dit land', waar het gebruik van parfum langs
Spaanschen en Xtaliaanschen weg was bin
nengedrongen, leed men weldra aan over
drijving.
Zeide men van Anna van Oostenrijk, dat
men haar met fijn lijnwaad en parfumeriën
naar de hel kon lokken, Lodewjjk XIV deed
voor zijn moeder niet onder. Gedurende eeni-
gen tijd hield1 hij zelf het toezicht op de be
reiding zijner reukwerken en Martial een
van zijn beroemdste handschoenmakers par
fumeurs van die dagen bereidde ze in zijn
tegen woordigheid.
Van het eene kwam men tot het andere,
van de parfums verviel men tot allerlei mid
delen, waardoor de schoonheid verh'oogd, of
kunstmatig te voorschijn geroepen werd.
De parfumerie beperkte zich dan-ook vol
strekt niet .tot hetgeen haar naam aanduidt,
maar was de kunst tot schoonheicLsvolmaking
in den ruimsten zin. des woords. De kunst
der parfumerie bereikte haar hoogtepunt on
der de regeering van Lodewjjk XV, wiens
hof la cour parfumée genoemd werd. Doch
de schrikkelijke dagen der revolutie verdre
ven de parfum-heerschappij, totdat Madame
Tallien haar weer terugriep en keizerin Jo-
séphine alles deed om haar in eere te her
stellen.
Tijdens haar verblijf op Malmaison wer
den de wanden zoodanig met muskus ge
drenkt, dat talrijke jaren later werklieden,
die eenige reparaties aan de paneelen te ver
richten hadden, bevangen werden door den
sterken geur, dien deze wanden nog steeds
bleven uitstralen.
En thans schijnen de dagen van keizerin
Joséphine teruggekeerd; niet alleen wordt
tegenwoordig weer groote waarde gehecht
aan verfijnde parfums, maar evenzeer aan de
elegante flacons, die de kostbare geuren ge
vangen houden.
DE VROUW VOOR HAAR SPIEGEL.
band ,°P> Kreep de bel met de eene
w a uitgestoken handje van de
to* ™ïL Z™ en daar hij door
wer dT T ?™ho°S naar de blauwe lucht,
over zwarte schoorsteenen,