OUD HST VOOI DE VROUWEN &SÏÏMI&2 hOT gelijke hypothese, dan dat ik me ongerust maak over mijn toestand van te zijn een kuddedier van de Marsbewoners. Het is in den komkommertijd, die ten einde spoed, iets anders dan de telkens weer opduikende zeeslang en we mogen Mars danken, dat hij de eigenlijke oor zaak is geweest van de variatie in de nieuwsberichten in den komkommertijd. Ik veronderstel, dat we van .Henri ter Hall's draadloos straks wel meer nieuws van Mars zullen vernemen dan dat ons draadloos rechtstreeks is meegedeeld. Ge ziet, dat als het lang geregend heeft en, het zonnetje weer schijnt, ook mijn weeke massa een beetje de kluts begint kwijt te raken en daarom zou het me beusbb niet verwonderen, dat ook als Mars' kuddedier zou worden bestempeld Uw onderdanige was de visch gestorven. Bij nadere proef nemingen bleek immers, dat een schel- visch zelfs eenige maanden in frisch wa ter kan leven zonder voedsel tot zich te nemen. IETS OVER HET ONDERWIJS EN DEN SCHOOLMEESTER IN VROEGERE TIJDEN. Wjj weten betrekkelijk weinig oveF het schoolwezen vau vóór de 16e en 17e eeuw Het onderwijs werd in de middeleeuwen grootendeels door geestelijke broeders en zusters gegeven en aan vele kerken waren scholen verbonden. In de 16e eeuw ,pas kreeg men vergunning z'n kinderen te zenden naar de school, die men het geschiktst achtte, maar dan moest toch aan den rector van de stadsschool een zekere vergoeding worden betaald. Zulke be palingen waren» wel noodig, want op som mige plaatsen vefliepen de groote scholen geheel, omdat de rijken hun kinderen naar bijzondere scholen zonden. Het paste toen evenmin als tegenwoordig, om arm en rijk op één school te doen gaan. PARFUM. De eeuwige behoefte van den mensch naar het aroma. Hoe lang kunnen dieren hongeren? Dat kameelen weken lang kunnen le ven zonder water, dat de reuzenslangen langer dan een jaar zonder voedsel kun nen blijven bestaan wordt meestal als een eigenaardigheid van deze dieren vermeld. „Wetenschappelijke Bladen" van Augus tus geeft thans een paar interessante voorbeelden van hongeren bi) lagere die ren. In een terrarium, aldus Urabin, waren eenige lomgenslakken (Stylommatopho- ren). Toen zij zich in den herfst In hun huisjes in winterslaap terugtrokken en de openingen daarvan met het bekende huidje hadden gesloten, werden zij In een doosje geborgen om ze gedurende den winter te bewaren; voedsel konden zij niet krijgen. Later werden de slakken verge ten eb eerst na anderhalf jaar, bij het vinden van het bewuste doosje, werden zij te voorschijn gehaald. In koud water gedompeld, vertoonden zij tot groote ver bazing teekénen van leven en kropen al spoedig over de tafel rond. Een andere waarneming deed Urabin bij een schelvisch. Het dier werd in egn emmer water geplaatst, waarvan lederen dag het water met ander uit de waterlei ding ververscht werd. Voedsel kreeg het niet en het leefde meer dan' dertig dar gen. Blijkbaar door een organisch lijden Menscheneters op Nieuw Gulnea. 't Begint zoo langzamerhand een sage te worden, dat bestaan van echte kanniba len. Toch is het verschijnsel nog waarlijk niet zoo zeldzaam, ala men geneigd ls te gelooven. Zelfs In onzen archipel komen nog ras-echte menscheneters voor; al be hoeft men nu ook geen vrees te hebben, dat men bij een wandelingetje om het Ba- taviaasche Koningspleiri tot goeden buit voor het braadspit verklaard wordt. Om dergelijke gebruiken waar te nemen, moet men een eind je verder uit de buurt gaan, naar Nieuw Guinea. Pater Vertenten, de bekende missiona ris, die zijn beschavingsarbeid reeds "ind« jaren in dien duisteren uithoek van ons rftk verricht, vertelt daarvan het volgende in „Het Indische Leven": „Menschenvleesch is er een ruil-arti kei; een heel been met dij en al heeft de waarde van .een ijzeren bijL Men kan een schouder-, rug- of ribstuk koopen met varkenstanden, hondentanden of met de hier zoo gewilde kleine schelpjes, die als geld dienst dóen. - „Men slacht niet zoo maar lukraak maar kalmweg en met kennis van zaken Zoo goed als niets gaat verloren. Ook de ingewanden worden verorberd; het vet daarvan is zelfs zeengezocht. De handen worden aan bamboes gestoken boven het vuur geroosterd en daarna tot stukjes ge kapt. De hersenen worden, warm uit de he-etgestoofde schedels genomen, nadat men deze imet een zwaar voorwerp heeft verbrijzeld. Dat alles is „nam-nam", eten en volgens hen is er geen heerlijker eten dan menschenvleesch 1 „Sommige ernstige vergrijpen tegen zeden en adat worden met den dood ge straft en de doode wordt dan natuurlijk opgegeten. Men zou het jammer vinden zulk een lekkernij te laten bederven. „Zelfs gaat men zoo ver, dat men de lijken van verongelukte stamgenooten ver orbert, na toch eerst ernstig over den doode te hebben getreurd. Zoo is het eens gebeurd, dat een paar gidsen van vogel jagers bij wijze van proviand gebraden stukken van een kind meenamen; dat uit de hooge palenhut te pletter was gevallen! „Voor het overige zijn het natuurlijk in de eerste plaats vijanden van den stam, of lieden die men in de rimbpe heeft over vallen, welke deze aanvulling van de pro visiekast opleveren; bij de in het binnen land' buiten de invloedsfeer van het be stuur nog geregeld plaats hebbende snel- tochten viert het kannibalisme natuurlijk hoogtij." GEWAARDEERDE KOOKKUNST. Daar moet je een Amcrlkaansch mllüonalr voor wezen! Van den vroegeren Senator Sawyer wan Wisconain (NA) vertelt men het vol gende: Toen SawyeFs dochters nog kinderen waren raadde haar vader hun aan zelf la ter het koken grondig te leerén en be loofde ze een mooi geschenk als zij een maal in staat zouden zijn, hem een sma kelijk middagmaal te bereiden. Ongeveer tien jaar latetr herinnerden de dames Sawyer hun vader aan zijn be lofte en' zetten! hem een eigenhandig klaargemaakt middagmaal voor, dat onbe rispelijk was en hem heerlijk smaakte, en papa Sawyer prees zijn dochters zeer. De jonge dames waren daarover zeer verheugd en dachten dat zij voor beloo ning van hun vlijt zeker elk een mooi ge schenk zouden ontvangen. De miilionair was echter veel vrijgevi ger dan ze verwachtten; hij gaf elk zijner knappe dochters een cheque mn 25000 dollars. Verloren tijd? Een cynisch man heeft dezer dagen eens de moeite'genomen na te gaan, en statistisch vast te leggen, hoevele malen een vrouw in den spiegel kijkt en hoeveel tijd ze daaraan besteedt. 'Hij kwam tot de volgende conclusies: Tussohen haar zesde en tiende jaar kijkt een meisje hoogstens zeven minuten daags naar zichzelf. Van het tiende tot het vijftiende jaar loopt dat op tot een kwar tier; van haar vijftiende tot haar twin tigste* tot 22 minuten. Vrouwen van twintig tot vijf en <w5n- tig jaar staren dagelijks 25 minuten naar zichzelf en van het vijf ep twintigste tot het dertigste jaar hebben zij er een half uur voor noodig. Dan is een daling merk baar. Van 30 tot 35 jaar verbruikt ze 25 minuten voor den spiegel; van 35 tot 40 jaar 118 minuten, van 50 to 60 jaar slechts 6 minuten. Volgens deze berekening heeft al dus de cynischen statist een 70-jarige vrouw 5.862 kostelijke uren haars levens, niet minder dan acht maanden dus, voor haar spiegel doorgebracht. OM KNOOPEN STEVIG AAN TE ZETTEN. Soms neemt een afgescheurde knoop een stuk stof mee, zoodat er een gat in het kleedingstuk ontstaat. Wanneer ge de knoopen weer aanzet verdient het aanbe veling deze op een stevig stukje goed te naaien, dat grooter is dan het gat. Ge haalt de knoop nu door het gat heen, zoo dat het lapje aan de achterzijde terecht komt, waar ge het stevig op vastzoomt Het zwakke stuk ia nu weer even sterk als voorheen. De proef op de som! 'Dame: „Mag ik eens zoo'n onbreekbaar porceleinen kannetje van u hebben?" Winkelier: „Het spijt me zeer dame, maar op het oogenblik kan ik u niet daar aan helpen. De plank waar ze op stondón, is bezweken en toen zijn ze allemaal ge broken." Teveel gevergd. „Wil je werken voor een maal eten?" vroeg een menschenvriend aan een land- looper, die om een aalmoes vroeg. „Neen mijnheer," was het antwoord. „Ik h' b wel honger, maar zoo erg is het ge lukkig nog niet met me gesteld. Vooruitgang. „De kosten voor levensonderhoud schij nen toch lager te worden 1" „Hoe kom je daar zoo bij?" „Wel, Ik heb de vorige maand zeven en halve 'cent van mijn salaris overge houden." BABBELUURTJE OVER MODE. Nog eenige aardige Kindermodelletjes! O! O! Wat heb ik op m'n hoofd ge- fa ad 1 Echt op m'n hoofd. En dan dat arme afgetobde hoofd, dat zich zoo buitenge woon poogt in te spannen en zoo trach na te denken over alles wat we maar aan en om en op kunnen hebben 1 't Was wel erg.Maar:.Helaas! 't Was 'n beetje verdiend! En nu is u natuurlijk alleruiterst nieuwsgierig wat er dan wel gebeurd is en wie het wel heeft durven wagen mi, op een of andere wijze iets kwalijk te nemen Welnu ik heb een bovenste beste re primande gehad van alle jonge moeders van kleine zoontjes! Ze zeiden „Der stond nou nooit iets aardigs in voor kleine kindera". Ik zette m'n geweldigste vraagteekenge- zichit????. Wa-blief????. O! Nou jaantwoordden de jonge moedersvoor meisjes, maar nooit 's wat voor kleine jongensEn wat heb ben wij daaraan. Wij hebben jongens. En dat zijn toch ook kinderen? Natuurlijk! Daar is stellig wat van aan. Ik geef het eerlijk toe. En ik voeg erbij: Mijn hoofd en ook 't hoofd van de meeste mode-ontwerpsters staat eigenlijk maar zelden naar t scheppen van jongens- modelletjea Voor meisjes?.O, ja. In alle mogelijke variatiea Maar jóngens? Och dat ls eigenlijk volgens de mode begrippen niet noodig. Men moet die jon gens niet zoo poppig mooi maken. 'tZfln nou eenmaal robbedoezen die moeten niet die fijne, snoezige kleertjes dragen, zooals meisjes. En toch Aan den anderen kant ben ik het daar mee ook niet heelemaal eens! Zoo'n klei ne jongen is dikwijls net zoo'n heerlijke schat als een kleine meid en mag daar om al is t dan ook op z'n „Jongens" net zoo goed aardig gekleed zijn. En modelletjes daarvoor? Wel die zijn er meer dan genoeg booze moeders van aardige zoontjes. Ja zeker.- Als u er maar even naar zoekt Zal ik u eens 'n mooi hulpbruggetje aan de hand doen bij 't zoeken? Zie daar hebt u een jongenspakje en daarnaast een meisjesjurk. Ziet u al iets? Nee Nu kijk dau goed. Men heeft hier eenvoudig het type van de jurk gebruikt als model voor het jongensbuisjeEen weinig korter, een weinig nauwer. Dan er onderuit een cheviot, een lin nen, eenr satijnen of een fluweelen broekje. En ziet het kereltje er nu niet honnrv ponnig uit? verandering voor jongensmodellen kan ge bruiken. Van een jurk uiaakt men heel gemak kelijk een kiel. i Wel te verstaan natuurlijk slechts lot aan den leeftijd van 'n jaar of vier. Na dien. tijd beginnen de matrozenpakjes al aardig te staan en voor nog ouder ver dienen altijd nog aanbeveling de bekende Norfolk-modelien. Ook bovenstaand model is b.v. heel goed geschikt voor 'n „heertje' van vier of vijf jaar. Iets korter en rechter. Bijna sluitend om de heupjes. De hals vierkant, desnoods lange mouwen en niet te vergeten: de zak, die fijn voor knikkers kan dienen. Een broekje van cheviot of vbd hetzelf de materiaal erbij en. .1uw kleine snui ter ziet er snul tig uit. Op deze wijze zijn er ook in de meisjes- modellen heel veel mogelijkheden gepas seerd, die dienst hadden kunnen doen voor jongens. Dus goed beschouwd, hebben meer de moeders van kleine jongens 't boven ge releveerde standje verdiend dan ik.... O! zoo!! Een raad moet ik echter nog geven hoewel misschien overbodig. De moeders, die opgewekt door wat ik hier gezegd heb een model van een meisjesjurk gaan gebruiken voor een buis, moeten oppassen nimmer een model te be zigen met volannetjes of strookjes of aan gezette rokjes, aangezien die minder ge schikt zijn. Ook moet een jongensmodel 't liefst al tijd glad zijn. En nu zuilen de mama's wel weer tevre den over rnjj willen zijn! Mme. Corry. DE ZEEPBELLEN. Jaap je zuchtte verveeld. Hij trok het gordijn open en keek door het kleine raam naar beneden in de nauwe straat. Deze was in een achterbuurt vau de groote stad, want Jaapjes moeder was heef arm. Hij zag niets dan vuile smalle huizen en een heel klein reepje blauwe lucht Wat zou hij dolgraag eens een grooter stuk van den heimei zien, een groot stuk blauw imet mooie witte wolken! Wat zou hij graag spelen met andere kinderen op een wei buiten de stad! Waarom ging hij toch nooit met Moeder naar bulten? Hij liet het gordijn vallen en keek lus teloos in het kamertje rond. op tafel stond een kom met zeepsop en een steenen pijp lag ernaast. Hij had zeepbellen geblazen* tot het hein verveelde, maar hij zou nu toch maar weer beginnen, omdat hij niets anders wist uit te voeren. Hij nam de pijp op en begon zijn spel- etje opnieuw. En dadelijk genoot hij weer van de mooie bellen met hun schitterende kleuren, die een paar seconden door de kamer zweefden en dan uiteenspatten met een he^l zacht plofje. O, wat 'n groote was dat en wat had die prachtige kleuren! Jaapje staarde er naar in verrukking. Hij zag vol verbazing, dat de bel al gróoter en grooter werd en de kleuren al helderder tot de bel eindelijk barstte eneen mooie kleine fee er uit stapte! Ze droeg een kleedje van dezelfde kleu ren als -0 zeepbel, heur haren glansden als goud en haar groote blauwe oogen straalden vriendelijk. --Dag Jaapje," sprak ze, vriendelijk glimlachend. Ik ben hier gókomen om te vragen of je mee wilt gaan naar zeepbel len-elfenland!" I Jaapje schreeuwde van vreugde. „O, wat lief van u," riep hij uit. „Alstublief, alstublieft! Zeg toch, dat het waar ls en dat ik niet droom. O, nee, laat me niet wakker worden uit een droom I" riep hij angstig uit. Maar de fee schudde vroolljk het Èaapje6"60 "^e heusoh mee, J£? vl™« naar het raam en opende dit ze Jaapje, of hij d£ T ^00tfn bel wilde 'hlazen. „Als Ik Z®1 ze> „dan moet je opsprin gen en den bal grijpen." hi£FT°IiLd^nJ?reeP JaaP pijp «o hhes een bel,.die naar het raam toe verhit rfeP de fee en Jaap IS ai kreupele been, dat hem stee<is noodzaakte thuis te blijven. dSLn iT046 huhen en daarna over en welden tot ze zich Pindeiüv .V°tl dalen, heel langzaam, en toen t" voeten den grond werSk mldd0™, kec?' dat Aheriïi d?n ln Sprookjesland stond. ]1*P- heen en zeeT>belkipn T 11 kleedjes aan met vriend emirt* allen 'glimlachten T\den 3on,^n- Nu greep de litMe hand aÖ bad gehaald, hem 2. SJÏS h"m me"Ze urs lianTriAo v konden, maar o! wat deed iS&OT**® hem p«n! •Hoe vffi f°"d d? fee stil en riep uit: mooiste en L JaaP ®h>nd voor het ooit gezien had^Wf ,palei8' dat hij nog maaC f®!' £et leek heelemaal g<v maakt van zeepbellen en glansde en schlt- de Ze z«pbel-koningln," le^Se t^ee uH (Wordt voortgezet). Robinson. Deze scholen waren waarschijnlijk voor namelijk opgericht met het oog op de oplei ding van toekomstige geestelijken. Door den geest, die in dat onderwijs heerschte, werden veel jongelieden opgewekt of overgehaald zich aan den geestelijken stand te wijden, wat vermoedelijk iniet altijd naar den zin van de ouders zal zijn geweest, tenminste al spoe* dlg werden er naast de kerkelijke scholen ook stedelijke scholen opgericht. Reeds in de dertiende eeuw bestond er zulk een stadsschool, die „groote school" werd genoemd, in onderscheiding van de kerk- school. Dikwijls stonden zoowel de stads- als de kerkscholen onder het Patronaat van 's Lands Heer, die er soms zeer willekeurig over kón beschikken, zooals het hijvoorbeeld in Haar lem aan twee zijner hovelingen ten ge schenke. Dit was als belooning voor' betoon de diensten en de hovelingen konden deze scholen nu zoo voordeelig mogelijk verpach ten. Dat dit niet de weg was, om het onder wijs door de beste reoboren of schoolmeesters te doen geven, spreekt vanzelf. Op de groote school Werd waarschijnlijk, naast de landtaal, óók het Latijn, misschien ook hier en daar het Grieksch geleerd, want hij immers, die in die dagen in de wereld vooruit wilde komen, diende de Latijnsche taal te kennen. Het Fransch werd ook zeer veel gebruikt, maar of dat ook op „de groote school" onder wezen werd1, is moeilijk te beslissen. Er schijnen ook bijzondere scholen te heb ben bestaan, maar daar deze aan de stads scholen afbreuk deden, stelde men 3 pond boete als straf .voor diegene, die zijn kind daarheen durfde te laten gaan. Bjj de benoeming van schoolmeesters werd. er niet zoozeer gelet of de sollicitant veel kennis bezat. Van veel meer waarde werd het geacht* dat hij aan de Gemeente andere dien sten kon bewijzen. Bij de Gecommitteerde Raden van Zeeland werd eens een verzoek schrift ingediend door het Bestuur van Sehore en Viake om een anderen school meester. Er wordt in dat verzoekschrift ge zegd, dat hun schoolmeester „noch lezen, noch schrijven, noch rekenen" kon. In die gemeente waren nog 3 of 4 menschen, die „geletterd" waren, maar bleef dezelfde schoolmeester gehandhaafd en stierven die geleerde menschen, dan zou er niemand meer n d;e Gemeente zijn, die lezen of schrijven kon. Zoodat dat verzoek zeker wel ingewilligd diende te worden. B. Parfum, hetwelk door alle eeuwen heen een noodzakelijkheid blijk., te zijn, was in de Oudheid een levensbehoefte. De Oostersche volken kenden voorschriften voor het ge bruik van reukwerken en zalf, en in het warme Nijlgebied voelden armen noch rijken zich op hun gemak, zonder „zoete" olie, gen rigen balsem en aromatische mondpillen. De arbeiders, die in parfumerie-fabrieken te Alexandrië werkten, werden vóór ze de werkplaatsen verlieten, aan een onderzoek onderworpen.. Men kende de verslaafdheid aan parfumerie, die heerschte óók ónder de arbeidersvrouwen, zoodat -men zich wel op die wijze tegen diefstal beschermen moest 'De Egyptische vrouwen gebruikten de duurste middelen om zich te zalven, waarbi. dan voor. elk lichaamsdeel een andere geur noodig was. Een meesteres in de kunst der parfumerie was Cleopatra, van wie Plinius en anderen vertellen, dat zij de uitvindster was van dé beroemde berenvet-pommade. In voorname kringen hield men er een „opperzalver" ,op na, die belast was met de hoofdzalving. Voor deze bewerking zette hj; een kegelvormig instrument in een schaal met zalf en liet het door middel van een op' zuigende beweging vol loopen. Vervolgens zette hij het gevulde instrument op het hoofd zijns meesters, en terwijl nu het feestmaal voortging, vloeide het kostbare vocht zachtjes in de pruik. De Grieken, die het zalven yan hun Oos tersche buren leerden, waren even groote liefhebbers van 'reukwerk en een Grieksche ijdeltuit had heel wat aan zijn toilet te doen en heel wat potjes uit elkaar te houden. Im mers in het eene bewaarde hij de Egyptische zalf voor enkels en voeten, in een ander de Phoenicische, die voor wangen en borst ge bruikt werd. Voor haren en wenkbrauwen diende de Amaraoon-zalf, terwijl kin en nek weer een andere., n.1. Serphyllos-zalf eischten Zijn armen bestreek hij met Sysymbrion zalf, zoodat hij, behalve naar verschillende odeurs, betooverend rook naar thym, mar jolein en bittere amandelolie. De meest geliefde geuren waren in het al gemeen: wierook, myrrhe, violen en rozen. De dichte reuknevel, waarin de wereld1 der oudheid gehuld was, werd door de stormen der volksverhuizing totaal weggeblazen. Ech ter niet voor altijd, want in de dagen der Kruistochten leerde het avondland opnieuw1 met den neus te genieten. De invoering van reukwerken, werd zeer 'n de hand gewerkt door de geparfumeerde huiden, welke gebruikt werden voor de ver vaardiging van handschoenen, ceintuurs, beurzen en leeren vesten. In Frankrijk had daarom vroeger de handschoenmaker den juisten naam van gantier-parfumeur. Ook in dit land', waar het gebruik van parfum langs Spaanschen en Xtaliaanschen weg was bin nengedrongen, leed men weldra aan over drijving. Zeide men van Anna van Oostenrijk, dat men haar met fijn lijnwaad en parfumeriën naar de hel kon lokken, Lodewjjk XIV deed voor zijn moeder niet onder. Gedurende eeni- gen tijd hield1 hij zelf het toezicht op de be reiding zijner reukwerken en Martial een van zijn beroemdste handschoenmakers par fumeurs van die dagen bereidde ze in zijn tegen woordigheid. Van het eene kwam men tot het andere, van de parfums verviel men tot allerlei mid delen, waardoor de schoonheid verh'oogd, of kunstmatig te voorschijn geroepen werd. De parfumerie beperkte zich dan-ook vol strekt niet .tot hetgeen haar naam aanduidt, maar was de kunst tot schoonheicLsvolmaking in den ruimsten zin. des woords. De kunst der parfumerie bereikte haar hoogtepunt on der de regeering van Lodewjjk XV, wiens hof la cour parfumée genoemd werd. Doch de schrikkelijke dagen der revolutie verdre ven de parfum-heerschappij, totdat Madame Tallien haar weer terugriep en keizerin Jo- séphine alles deed om haar in eere te her stellen. Tijdens haar verblijf op Malmaison wer den de wanden zoodanig met muskus ge drenkt, dat talrijke jaren later werklieden, die eenige reparaties aan de paneelen te ver richten hadden, bevangen werden door den sterken geur, dien deze wanden nog steeds bleven uitstralen. En thans schijnen de dagen van keizerin Joséphine teruggekeerd; niet alleen wordt tegenwoordig weer groote waarde gehecht aan verfijnde parfums, maar evenzeer aan de elegante flacons, die de kostbare geuren ge vangen houden. DE VROUW VOOR HAAR SPIEGEL. band ,°P> Kreep de bel met de eene w a uitgestoken handje van de to* ™ïL Z™ en daar hij door wer dT T ?™ho°S naar de blauwe lucht, over zwarte schoorsteenen,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1924 | | pagina 12