AMSTERDAMSCHE BRlEVtN. 1 f (Ml ff II een door ben -verwachte opleving van de Duitsohe industrie. De algevaardigden van den NederL Bond betoogden eveneens, aan de hand van de zelf kosten der Duitsohe en der Engel ach e mijnen, dat de abnormaal ster ke concurrentie van thans niet van lan gen duur kan zijn. Zij zien voorts in de toekenning van medezeggenschap aan de arbeiders een middel om tot een lageren kostprijs te komen» Met name handhaven zij hun bezwaren tegen iedere verlenging van werktijd. De directies betwisten dat voor optimis tische verwachtingen eeniige grond zou bestaan. Uitstel is niet mogelijk, aange zien reeds -zoo lanig mogelijk met verla ging der locnen gewacht is. Voor de ar beiders ls het beter dat de voorgestelde loonsverlaging met 1 October wordt inge voerd dan dat de mijnen een of twee dagen per week worden stopgezet. De vertegenwoordigers der bonden er kenden dat zij met den igang van' zaken in het bedrijf ten volle rekening hebben te houden. Zij zullen de mededeelibgen der directies aan hun hoofdbesturen over brengen. In verband hiermede werd de verdere behandeling verdaagd tot Maandag as. Scheuring In „De Dageraad**? Naar het Hbl. verneemt, dreigt er scheu ring in de Vrijdenkersorgaiiisatie „De Da geraad". Eenige oudgedienden van de Haagsche afdeeling zijn uitgetreden, wijl zjj zich niet meer kunnen vereenigeni met het optreden van het-hoofdbestuur en de leiding van het vereenigingsorgaan. De financiën vooral moeten op slordige wijze beheerd zijn in' den laatsten tijd, zei de zegsman van het Hbl. Verwacht mag wor den, dat de ontevredenen zullen trachten een nieuwe landelijke organisatie op een huns inziens' beteren grondslag te stich ten. Economische toestand van Nederland. Rapport over het tweede kwartaal van 1024. „Tjmgzaam aan hleef 'zich in de indus trie meer opleving afteekenen". Aldus de aanhef van de Sociaal-economische Kro niek van het Centraal Bureau voor die Sta tistiek over het tweede kwartaal 1924, welke dezer dagen verschenen is. Allee bijeen genomen vertoonde de bedrijvig heid een stijgende lijn. De uitvoer van fa brikaten overtrof dien van de overeen komstige periode van het vorige jaar. Er was verbetering in die cijfers der werk loosheid. Teekenen dat de nijverheid thans weer een begin van mogelijkheid heeft ge vonden om zich uit haar verlaagd peil te verheffen. Hierop volgen, echter dadelijk opmer kingen, die een waarschuwing voor te veel optimisme Inhouden. Veelal toch hielden de klachten aan over gebrek aan orders, moeilijken afzet, te lage verkoopsprijzen. Ook waren de cijfers der werkloosheid en van de hl} de arbeidsbeurs .Ingeschreven werkenden nog niet gunstig. In overeenstemming hiermee is wat aan het eind van het hoofdstuk „Nederland" onder het hoofdje handel en verkeer wordt meegedeeld. De handelsbeweging blijkt, zoowel tegenover het vorige kwartaal als tegenover het tweede kwartaal van 1923 te zijn vooruitgegaan, de invoer intus- schen meer dan de uitvoer: 64 van den invoer werd door uitvoer gedekt, tegen 68 in het eerste kwartaal 1924 en 61 in het tweede kwartaal van 1923. Ook het havenverfceer, in het bijzonder van Rot terdam, vertoont een vooruitgang: de goe derenbeweging bedroeg aldaar 12 millioen tonnen, tegen 7 millioen in het vorige kwartaal en 48 millioen in het tweede kwartaal van verleden jaar. De tonhen- maat der in- en uitgeklaarde zeeschepen vertoont in mindere mate een ontwikke ling in gelijke richting. Het aantal opge legde zeeschepen alsmede hun tonnen- maat nam sterk af en bedroeg gemiddeld slechts 6 met 83000 ton (inmiddels zijn deze getallen evenwel weer belangrijk ge stegen, zonder echter de hooge cijfers van 1922 en 1923 te bereiken). De economische toestand weerspiegelt Doordat Lodewijk XYI niet voor het eerst en niet voor het laatst in zijn leven aarzelde ten aanzien van de maatrege len, tegenover den prins te nemen, had deze gelegenheid het briefje den heiduk in handen te spelen; deze reed ventre terre naar het paleis van den prins en kwam er zoo tijdig aan, dat juist op het oogenblik, dat koninklijke dienaren, be last met de huiszoeking, er aankwamen, de bewuste papieren verbrand waren. De prins was inmiddels in hechtenis geno men en in de Bastille in een voor hooge misdadigers gereserveerd vertrek opge sloten. Wat er voor Rohan, Indien hij zelf be drogen was, dan wel te verbranden viel? Het bewijs, gelijk uit het verder verloop zal blijken, dat hij er Marle Antoinette, de koningin, toe in staat had geacht om op minder vorstelijke wijze afspraken aan te gaan, zelfs een rendez-vous toe te staan op een plaats, voor het publiek toeganke lijk. Dat hij van de koningin geloofd had, dat zij- zich van de diensten van een gra vin de la Motte zou bedienen om hem te doen blijken, dat, mits hij het oolller voor haar aankocht, hij weer In genade zou worden aangenomen. Deze verbrandde pa pieren echter stelden ten duidelijkste de onschuld van den prins, wat betreft de eigenlijke oplichting, in het licht, en dat hij ze deed verbranden, ls wel het beste bewijs ervoor, dat hjj in den grond der zaak onschuldig was. De hooggeplaatste 'adellijke heer, steeds verlangend zijn In vloed aan het hof te herkrijgen, vreesde blijkbaar eer van gebrek aan eerbied je gens de koningin te worden verdacht dan van werkelijke oplichting! Misschien heeft hij en niet ten onrechte ge meend, dat deze laatste beschuldiging wat al te dwaas was, gezien het niet ge 1 zich ook in de arbeidsvoorwaarden. Het streven van de werkgevers, zoowel parti culiere als openbare lichamen, is in. het algemeen nog gericht op vermindering van loon en (of) verlenging van den ar beidsduur, maar niet meer in die mate als in vroegere kwartalen. Het aantal nieuw uitgebroken conflicten, die ook thans we der uitsluitend de arbeidsvoorwaarden be troffen, was betrekkelijk klein, en slechts één daarvan (dat bij Werkspoor) bereikte een aanzienlijken omvang. Ook de „Indische Kroniek", samenge steld dbor het Kantoor van Arbeid te Wel tevreden, getuigt van verbetering in den economischen toestand, welke zich echter nog slechts zeer langzaam voltrekt; in de af geloop en periode was van bepaalde op leving nog weinig te bespeuren. Het inkomen der Nederlanders. Blijkens de statistiek der Rijksinkom stenbelasting daalde bij een lichte stij ging van het aantal aamgeslagenen het totaal-Inkomen in Nederland van 4292 mil lioen (1921—1922) op 4138 millioen (.1922— 1923) en de opbrengst van 180 op 111 mil lioen. Faillissement H. v. d» Vijver. Passief «04.603. Het blad' „Handelsbelangen" bevat de crediteurenlijist in het faillissement-N. V. Maatschappij tot Exploitatie van winkel bedrijven Hendrik van der Vijver, 'sHer- togenbosoh, in welk faillissement de veri ficatievergadering op 8 September ajs. zal worden gehouden. De crediteuren-lijst telt 63 namen. Het passief bedraagt 604.608. Het totaal van het actief is alsnog onbekend. Verwaarloozlng. Een ergerlijk geval' van verwaarloozlng komt voor in het onder den rook van Arn hem gelegen oude stadje Huissen, schrijft men aan het „Vad.". Marie M., een 28-jarig zwakzinnig meisje, werd! in Februari van dit jaar uit haar woning gezet, waar zij na den dood van haar ouders en het vertrek van haar broers alleen woonde, levende van aalmoe zen. Het gemeentebestuur verzuimde om haar onderdak te verschaffen. Tot Mei hield zjj verblijf in de open lucht, 's nachts wel eens slapende in schuren, maar meest al in 'n oude kast, welke zij tegen een muur had gezet. Jonge kerels hebben het haar meermalen toen lastig gemaakt» De bewoners uit de omgeving, wien het ten slotte te bar werd, requestreerden aan den raad, de burgemeester greep in en Marie werd een onderdak aangewezen in de Lange Kerkstraat. Dit onderdak bestaat uit een bouwval lig, onbewoonbaar huisje, waarvan het dak is ingestort, zoodat alleen de vier muren nog staan. Binnen deze vier mu ren heerscht een onbeschrijfelijke ellende en vuilheid» Daar leeft de vrouw sinds dien. Waar eens een bedstede was, ligt wat rottend beddegoed en daar sliep Marie onder den biooten hemel» Wanneer het re gende, gutste het water dadelijk op dit „bed'.' Bij noodweer heeft de vrouw haar domein moeten verlaten en verscheiden nachten sliep zij in het portaal van den Huissenschen bioscoop. Toen wij de vrouw zagen, was zjj door en door nat. Het gemeentebestuur heeft de vrouw rustig in dezen toestand laten liggen. In een gesprek dat wij hadden met een der wethouders, verklaarde deze, dat vrijwel de geheele raad wel zou willen ingrijpen, maar dat alles afstuit op verzet van den burgemeester. Na ons bezoek aan Huissen ontvingen wij nog bericht, dat *de geestelijkheid thans maatregelen gaat nemen en dat ge tracht zal worden om Marie bij een we duwe onder dak te brengen. (HbL) Krab geen puistje open! Doordat hij een puistje had opengekrabt heteft een 16-jarige zoon van den schil der R. Schuur te Voorthuizen, bloedver giftiging gekregen, aan welker gevolgen hij thans overleden ls. Waterballetten. Koningtnne-dag. Twee echt Amsterdamsche jubilea. naard» Hij hielp, in witte kiel met pet, hij de schoonmaak, bij het verhuizen; hij deed bood- sciiappen. Deftig aangedaan in t zwart, met hooge hoed, haaide hij de juffers s avonds af van do „partijtjes" on bracht zo veilig eii wel weer terug naar het ouderlijk nest. Hij fungeerde, dn dezelfde dracht, als getuige by huwelijken deed als tijdelijke huisknecht dienst hij bijzonder plechtige „diners van zijn klanten eni, Jast not least, kweet zich nauwgezet van meer délicate opdrachten ais „postillon d'amour", een functie, die hij, al ringe fortuin, waarover Rohan beschikte. Wie was dan wel die gravin de Ia Motté- Valois, aan welke de prins zich had toe vertrouwd? Het geslacht van Valois was een oud, dat reeds ten tijde van Henri IV zekere voorrechten van 'skonings wege genoot. Maar de omstandigheden, de woe lige en luxueuse leefwijze van de afstam melingen van dit geslacht hadden het ver armd, en de vader van deze „Gravin" de la Motte (Jeanne geheeten) was zoo arm, dat hem zelfs het moodige ontbrak om zijn kinderen en zijn vrouw te eten te ge ven. Bijna zonder kleeren vertoefden de kinderen in een schuur in hun geboorte dorp en leefden van de medelijdendheid van de bewoners. Jeanne was een aan trekkelijk, niet beeldschoon meisje; reeds vroeger werd van haar charme gebruik gemaakt om bij de mannen te bedelen; later, toen zij met De la Motte in kennis kwam, aarzelde deze niet van haar in- invloed op tal van belangrijke personen gebruik te maken. Door een toevallige om standigheid kwam zij in kennis met Ro han, die haar welwillend tegemoet trad; haar, zij het ook niet rijkelijk, ondersteun de. Maar zij, wilde meer, en het ooilier van de koningin, gelijk het genoemd werd, bood haar daartoe een welkome ge legenheid. Ln het kort kwam haar intrige hierop neer. Zij deed het den prins van Rohan voorkomen, alsof zij in staat was om hem met de koningin te verzoenen; daartoe zou bemiddeling zijnerzijds bij den aan koop van het collier noodig zijn. Zij deed de valscthe brieven, zn. van do koningin afkomstig, maken en speelde ze Rohan in handen. Zij speelde hem' zelfs een oomedie voor van een ontmoeting met de koningin in de tuinen van Versallles. Listig was haar intrige zeker, maar nog begreep Tot sluiting van het zomer- en vacantie- seizoen gaf God Pluvius verleden Zaterdag en Zondag nog een laatste bedrijf grand spectacie, in den vorm van een rijk-gemon teerd water-ballet 1 Buiten de Oranje-sluizen, op de Zuiderzee was dit met behulp van1 de Koninklijke Roei- en Zeiivereeniging in el kaar gezet: daar hadden, in tegenwoordigheid van de Koningin en van den Prins zeil- en motorboot-wedstrijden plaats. De mise-en- scène was er echter al te „waterig", zoodat, waar de mededingende booten op enkele hon derden nieters afstand al in het grauwe re gen-gordijn schuil gingen van de „handeling" zelf, zoo goed als niets meer te bespeuren viel en het publiek, de Koninklijke gasten incluis, reeds lang voor dat het einde geko men was, huis-toe gingen en uit het „open lucht-theater" vertrokken. Binnen de Oranje-sluizen, op den Amstel, slaagde het ballet beter. Daar riep de, van den oever gemakkelijk te volgen voorstelling: duidelijke herinneringsbeelden op van de eertijds beroemde water-balletten in Oarré, waar de vreemdsoortigst toegetakelde clowns in het bassin ronddreven en tenslotte dèt mankeerde nooit! een dikke, argelooze po litieagent in het koele nat „kopje onder" ging. Ook hier in den Amstel, tusschen de Nieuwe Brug en de Roei- en Zeiivereeniging „Poseidon", dreven allerlei vreemd-verkleede mannen en vrouwen rond' en ontbrak al even min de, martiaal-behelmde orde-bewaarder, 't Zag er, daar onder het troepje water acteurs en -actrices gezellig uit en men kreeg den indruk, dat deze menschelijke waterrat ten zich eigenlijk heel wat aangenamer en veiliger gevoelden dan het publiek aan den kant, dat meer dan zij van den neerstrooment- den regen en van de verkeersdrukte te lijden hadden. En deze indruk wildé men immers juist bereiken! Het betrof bier namelijk een demonstratie van onze Vrijwillige Brigade tot redding van drenkelingen, die er baar werk van maakt ons met grooter gevoel van veiligheid langs onze grachten te doen wan delen, in goed: vertrouwen op de solide zwem- capaciteiten van haar leden! Ook Maandag nog deed Pluvius pogingen de ballet-serie te vervolgen en de Koningin- ne-dag-viering in het water te doen vallen. Hetwelk evenwel niet gelukte omdat tenslotte de hos-, zang- en dans-lust van de hoofdste delijke bevolking alle, van bovenaf neerklet terende „koude donder" wist te oompensee- ren en het- vuurwerk-materiaal van de Ver. tot verbetering van het Volksvermaak op deugdelijke wijze „water-proof" bleek te zijn! Het traditioneele feest-gehos had ook dit keer in de hoofdstraten met onverminderde hevig heid plaats, terwijl de door de goede zorgen van Publieke Werken den laatsten tijd aan zienlijk uitgebreide gratis asphalt-dansvloe- ren, onder de tonen der ontelbare „pieremen ten" eveneens druk benut werdén. In den Stadsschouwburg deed men naast bovenge noemde vereeniging nog een poging om het „Volksvermaak" te verbeteren; dit keer on der de jongeren. Deze laatste poging betee- kende echter een wel wat al te krachtdadige en al te „verre" greep: men deed: n.L door het nieuwe „Vereenigd' Tooneel" van Verkade en Verbeek een jeugdvoorstelling geven van het Shakespeare-stuk: „Een blijspel vol ver rassingen"Is het, vraagt men zich af, ter verbetering van het „volksvermaak", noo dig de jeugd nu ook maar direct met „Sha- kesneare" te gaan bekogelen?! Het kan, gerust, in wat langzamer tempo, Mijne Heeren! Behalve dit „nationale" feest, hebben we deze week nog twee specifiek Amsterdam sche festiviteiten beleefd. Daar was dan allereerst: het 50-jarig be staan van de „Kruiers-bazen-Vereeniging". De „kruier" is Jange jaren achtereen een ty peerend' hoofdstedelijk „verschijnsel" ge weest, dat op veel en velerlei terreinen van de samenleving een rol speelde. In andere plaatsen en steden mocht men ook bood- schap-loopers, vrachtrijders, en andere tot deze categorie behoorende „dienende gees ten" kennen, nergens werd onze „kruier" in zijn karakter van vertrouwd „manusje van-alles" en vriendl van dén huize geëve- men niet, dat een man, die over zoodanige ervaring moest beschikken als de prins van Rohan, er zoozeer invloog; hij meen- de werkelijk in Versailles de koningin te hebben gesproken; hij meende werkelijk brieven van de koningin te hebben ge- zien, en zijne moreele borgstelling tegen over Boehmer en Bassange was volkomen te goeder trouw. In dienzelfden tijd ech ter verkochten de gravin de la Motte en haar man, zoo te Parijs als te Londen en te Amsterdam, stukken die zij uit het ool- lier namen, zulks tegen prijzen, die meer dan eens belachelijk laag waren, en tot een hoeveelheid, die in Engeland zelfs een korten tijd de prijzen van edelgesteenten aanmerkelijk deed dalen tengevolge van het overmatig aanbod. OogenschijnlJjk, al thans voor den prins van Rohan, leefden de De la Motte's eenvoudig; zij hadden zich langzamerhand een groote luxe aan gewend, maar voor de oogen van Rohan bleef deze verborgen, daar zij hem steeds in eenvoudige vertrekken ontvingen. Rohan voor den rechter van instructie gebracht, legde natuurlijk al zijn kaarten op tafeL Onmiddellijk werd gravin de la Motte in hechtenis genomen; er was daar toe reeds aanleiding in het feit, dat zij zich ten onrechte voor een vertrouwde van de koningin had uitgegeven. Tegen over Rohan staande, hield zij haar intrige vol; zij deed het voorkomen als ware zij door Rohan belast met den aankoop van het ooilier, dat hij aan de koningin wensoh- te aail te bieden; zjj ontkende eiken ver koop door haar of haar echtgenoot van deze edel-gesteenten; zij hield vol, dat het oolller in handen van Rohan was gesteld en gebleven.'Niettegenstaande deze zelf erbij- tegenwoordig was geweest, dat het collier werd overgedragen aan een man, in wien Rohan een lakei van de koningin „ilUBWliUU U OJilVUi VU" -» kon hij dan ook wegens gebrek aan talen kennis, den naam er niet van onthouden, tot in finesses bestudeerd hadl Dé moderne tijd, met zijn auto-besteldiensten, zijn verhuis- maatschappijen, zijn telefoon en zijn kiosken en huwelijksadvertenties drong hem op dan achtergrond, waar hij aanvankelijk kans liep geheel van het tooneel -te verdwijnen. Echter ook hij wist zich tenslotte met fiets, tele foon en wat dies meer zij „aan te passen en bleef zich, ook door middel van een orga nisatie, die coöperatief met auto's, verhuis- materiaal, enz. werkt, handhaven» Vele stad- genooten zweren nog altijd bö „hun" kruier- uit-de-buurt en wel voornamelijk, omdat hij, hoezeer zijn ras dan ook met den tijd mee ging, in één ding.achterbleef. Hij behield n.1. het van vader op zoon geërfde karakter van gemoedelijke vertrouwensman en be hulpzaam vriend-„werknemer", een ka rakter, dat in deze wereld hoe langer hoe zeld zamer werd. Maar misschien zijn we in dezen ook al weer over het laagte-punt heen on gaat dat, wat in „den goeden ouden tijd", inderdaad „goed" was, thans, na een kwade overgangs periode, weer in nieuwe vormen onder ons opstaan» 'Men zou het gaan gelöoven naar aanleiding van de tweede, specifiek-Amdterdamsche fes tiviteit van deze week: het 40-jarig jubileum van de Diamantslijperij „Eduard van Dam" Het was een groot gebeuren in deze typisch hoofdstedelijke industrie, waar een zoo groot deel van onze bevolking bij betrokken is. 's Ochtends was er feest in de fabriek zelf, waarbij de werklieden aan de direotie een door de firma Begeer, gedécoreerde „gedenk- muur" aanboden 's middags was er re ceptie in het Vondelpark-paviljoen, waar al lerlei kopstukken uit onze bank- en handels wereld hun opwachting kwamen maken en 's avonds had een feestmaaltijd in „Trianon' plaats, waar de direotie tezamen met afge vaardigden der werklieden en stedelijke auto riteiten, burgemeester De Vlugt vooraan, rond den gemeenschappelijken disch ge schaard zaten. De voorzitter van de Algem. Diamantbewerkersbond, de heer Henri Polak, wees in zijn tafelrede op het feit, dat enk<?;e tientallen jaren geleden een dergelijk vriend schappelijk samenzijn tot de onmogelijkhe den zou behoord hebben. En hij verheugde zich in het feit, dat uit den aanvankelijken strijd het besef gekomen was, dat meu teza men, in gemeenschappelijk overleg, moest komen tot wat zoowel de eene als de andere „partij" ter harte gaat: het groot maken en het doen bloeien van het bedrijf. Leeft, nog eens, het „goede" uit den ouden tijd, het vertrouwen en de waardeering voor elkanders arbeid, in nieuwe vormen weer op? Laat ons 't hopen. Kiemen, die deze opleving doen verwachten, zijn er, het bleek hier bij dit jubileum ook weer eens, we! te ontdek ken. Maar dat het jonge nog door veel on kruid zal moeten heengroeien en dat het, on gestoord, zonder schokken zal gaan, totdat eindelijk de nieuwe vrucht zich aan de vol wassen plant zal kunnen zetten, behoef: men 'daarbij nog niet in al te groot optimisme te verwachten. Daarvoor is de bodem door de verwaarloo zlng en wan-prestaties der vroegere, thans op leeftijd gekomen tuinlieden, al te veel uit gemergeld. Hét doet dan ook wat vreemd aan één van die ouderen de jongeren met verwijten te hooren overladen! iZulks deed prof. Treub in zijn tafel-rede aan den „Van Damschen feestdisch". Hij roemde z ij n geslacht (de menschen boven de 50), wees er op, wat zij allemaal tot stand hebben gebracht, enz., enz. en vroeg,- ver ontwaardigd: „Waar blijven de jopgeren?" Men zou hem, ook verontwaardigd, als ver tegenwoordiger van die Jongeren", kunnen antwoorden: „Zij zijn bcz-g- gèacbte Pro fessor den uitgemergelden noceiu upn.euw te^mesten en het onkruid, dM in een vorige periode groeide, te verwijderen. Hebben z ij, zou ik, met een variant op een zin in m«n vorigen brief, kunne» vra gen, hebben zij, ouderen, oorlog gemaakt of wij, jongeren? Men zou, zeg ik, dit alles kunnen ant woorden en vragen, ook al erkent uien grif en gaarne de verdiensten en de energ.e van „ouderen" ais..., dezen kranigen diamant- industrieel Van Daml Het zou kunnen maar het past een eenvoudig kroniek-schrijver misschien min der; hij boekstave slechts de feilen» En hij eindige dus met de vermelding van het ieit, dat de oudste firmant van „Van Dam op dezen dag nog geridderd werd met de Oranje- Nassau-orde, hetwelk een gerechtvaardigde erkenning van verdiensten mag heeeten. Die „boekstaving van feiten" kan, voor wat het verhandelde in de eerste Raadsver gadering van dit seizoen betreft, kort zijn. De Edelachtbare Heeren moeten zich eerst weer in de Prinsenhof-routine inwerken en het vacantie-gevoel overwinnen. Dit deze eerste bijeenkomst, was het aanloopje en de agenda bood dan ook niet veel bijzonders, terwijl een groot deel van'den tijd werd zoek gebracht met het trekken der Commissies. Er was een fel oppositietje van den com munist Doornbusch tegen het voorstel van B. en W. om aan de bekende vereeniging „Amstelodanum", ten behoeve van een te houden historische tentoonstelling, een sub sidie van 6000 te verleenen. „Kwam niet •te pas" vond hij; „de groote massa van het volk had er niets aan en interesseerde er zich niet voor. Zij, die groote massa, interesseerde zich alleen voor onze stedelijke historie in zooverre het stakingen en acties betrof, ge richt tegen havenbaronnend) en anderen." Afgescheiden van andere overwegingen is deze redeneering op zichzelf ook al niet juist; hét bezoek aan de „historische" cursussen aan deVolksuniversiteit als anderszins wijzen uit, dat ook onder de „breede volkslagen" een liefde voor onze stad bestaat, die wel wat verder reikt dan voor de zaken, die onmiddel lijk met de huidige loon- en andere acties verband houden. De voorgestelde subsidie aan Amstelodanum werd dan ook door den Raad vlot gevoteerd., Behalve het adres, waarin een opgewonden jongeling, werkzaam aan de Arbeidsbeurs, meende te moeten opkomen tegen een hem, .wegens eigengerechtigd verzuim, toegedien de schorsings-straf van enkele dagen; waarvan de Raad, met handhaving van de straf, zich niet veel aantrok kwam ten slotte nog het plan van den Onderwijs-wet houder Polak ter sprake om in het nieuwe plan-West 6 (zegge: zes) scholen naast elkaar te bouwen. Hier en daar werd hier tegen geopponeerd, maar toen de wethouder had uitgelegd, dat men daardoor „bezuini gen" kon door aanleg o. a. van een gemeen schappelijk oentrale verwarming bleek men bereid deze proefneming met een „scho- lenbouw-concentratie" te wagen. En af te wachtefi wat het wordtzooals men dan, deze eerste vergadering, ook verder in af wachting leefde van wat deze nieuwe zittings periode „worden" zal. meende te herkennen. Toppunt toch van 1 iohtgeloovigheid, dat men een dergelijk kostbaar collier zonder meer aan de zor gen van een ondergeschikte zou toever trouwen! Men poogde ook De la Motte in hechtenis te nemen, teneinde imeer lioht te verspreiden en den dader te kunnen straffen. Maar deze was tijdig gewaar schuwd en uitgeweken, hij bevond zioh te Londen en van uitlevering was in die dagen nog weinig sprake. Als derde persoon van belang werd in h et proces CagTioetro gcmcnigd. Deze avonturier, die op zoo tragische wijze zijn leven te Rome zou eindigen, stond toen op het toppunt van zijn invloed in de Pa- rijsche samenleving. Men geloofde in zijne kunsten, in zijn magischen invloed; men hield al datgene wat hij door verschil lende kunstgrepen wist te voorschijn te brengen, voor echt. Naar het zieggen van mevr. de la Motte zou het ten huize van Gagliostro zijn geweest, dat Rohan zich bereid had verklaard' om het collier te koopen; zelfs zou daar op haar invloed zijn geoefend om haar bemiddeling te ver leenen. Verschillende scènes, die rich ten huize van Gagliostro hadden afgespeeld- werden aangehaald. Maar tevergeefs! want Gagliostro gevoelde geen neiging om gravin de la Motte te hulp te komen Rohan was, zoo verklaarde hii slechts zelden b« hem geweest, en vïï'eÏÏSS invloed, die in deze zaak van zijn vertrek ken »u zijn uttgegaM, Wel werden hein verschillende gevallen voorgebracht, waaruit bleek dat hij aller grappigste vertooningen had ow«vo^ met een niet nader gepreciseerd doel- wel speelde daarin een nichtje van .gravin da la Motte, een zekere mej. de la TW een rol, maar al deze getuigen bleken sléchts te worden voorgehracht om de voonrteb ïWij ontvingen „Van Graan tot Brood De Oud-Holiandsche Bakker", Reclame-uit gave van de Koninklijke Fabrieken Lensvelt- Nicola, Den Haag. Het is een album van dun grijs carton in oranje omslag. Op elke linker pagina is ruimte voor 6 mooie gekleurde plaatjes, geteekend door Pieck, terwijl op de rechterpagina een kleine beschrijving van elk plaatje wordt gegeven. Het album bevat in woord en beeld een geschiedenis van het bereiden van brood, koek, beschuit, enz. van den graankorrel af, alles in den tijd van de eerste Nicola, nJ. Gerard O. Nicola, Mr. Bak ker, Anno ,1796, die ons op het eerste plaatje hoffelijk uitnoodigt tot een bezoek aan zijn v?6™ ,Len °P be^ 'aatste plaatje weer even hoffelijk afscheid' van ons neemt. Het geheel is een mooie, goed verzorgde reclame. 6 De plaatjes zijn gepakt bij de verschillende koeksoorten van de firma Lensvelt—Nicola, terwijl het album tegen betaling of legen i-i- sselmj* van bepaalde bons verkrijgbaar !s. li n gen der rechters te verwarren, niet om werkelijk licht te doen verspreiden. Voor een ieder, die de zaken nam zooals zH wa ren, kwam wel vast te staan, dat Rohan was: üch °P lichtvaardige wij- ker ^iriegén en veel te snel, ze- BeteIfdririL man Van z*Jn P<*™e. had ril wii ^PP00 van toenadering van wa^ «i maai! 111 S^al schuldig werköitfke oplichting. De tegenstanders van Rohan aan het hof ech- hLteW zaak dooi:; zij wensohteri te ^ien S op??baar VOOT de rechtbank: kentïï 2ra„Cht en, belden geen re kening met de werkelijke belangen van dat men rib 'n"?'0' dk) voorschreven, at men dit vuil linnen ln eigen kring Kohan was ongSw$5d mer «nge^6est 0111 de die Boeh- althan^ liepen, te vergleden, reikte 1 j 9de koninklijke arm reikte in die dagen nog ver genoeg om De la Motteg8n aan het echtpaar straf ntet te en. bandlangers een gerechte gen^ öp n^n°1'1 a^cn "de vernederin^jel Ksasyr--2,1 dMe Zoo werd het Parlement van Parijs, sa mengesteld uit een kleine vijftig rechters EE82F het OI>enba" d *o^ak?é E".0PWeuw kwamen de ver- n lii01!?0 Betuigen voor, opnieuw deed Gagliostro zijne zonderlinge verhalen- ou nieuw getuigde Rohan zijn iicht£XX heid, opnieuw spon gravin de la Motte ge heel een weefsel van leugens verdacht- makingen en laster, waarin zij telken male ook zichzelf verstrikte Het geluk voor Rohan echter wilde, dat men de hand 6011 zekepe baronnes Oliva een nauw nam. Zij kwaim vertellen, tifli - .Lu,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1924 | | pagina 10