AMSTERDAMSCHE BRlEVtN.
1
f
(Ml ff II
een door ben -verwachte opleving van de
Duitsohe industrie.
De algevaardigden van den NederL
Bond betoogden eveneens, aan de hand
van de zelf kosten der Duitsohe en der
Engel ach e mijnen, dat de abnormaal ster
ke concurrentie van thans niet van lan
gen duur kan zijn. Zij zien voorts in de
toekenning van medezeggenschap aan de
arbeiders een middel om tot een lageren
kostprijs te komen» Met name handhaven
zij hun bezwaren tegen iedere verlenging
van werktijd.
De directies betwisten dat voor optimis
tische verwachtingen eeniige grond zou
bestaan. Uitstel is niet mogelijk, aange
zien reeds -zoo lanig mogelijk met verla
ging der locnen gewacht is. Voor de ar
beiders ls het beter dat de voorgestelde
loonsverlaging met 1 October wordt inge
voerd dan dat de mijnen een of twee dagen
per week worden stopgezet.
De vertegenwoordigers der bonden er
kenden dat zij met den igang van' zaken
in het bedrijf ten volle rekening hebben
te houden. Zij zullen de mededeelibgen
der directies aan hun hoofdbesturen over
brengen.
In verband hiermede werd de verdere
behandeling verdaagd tot Maandag as.
Scheuring In „De Dageraad**?
Naar het Hbl. verneemt, dreigt er scheu
ring in de Vrijdenkersorgaiiisatie „De Da
geraad". Eenige oudgedienden van de
Haagsche afdeeling zijn uitgetreden, wijl
zjj zich niet meer kunnen vereenigeni met
het optreden van het-hoofdbestuur en de
leiding van het vereenigingsorgaan. De
financiën vooral moeten op slordige wijze
beheerd zijn in' den laatsten tijd, zei de
zegsman van het Hbl. Verwacht mag wor
den, dat de ontevredenen zullen trachten
een nieuwe landelijke organisatie op een
huns inziens' beteren grondslag te stich
ten.
Economische toestand van Nederland.
Rapport over het tweede
kwartaal van 1024.
„Tjmgzaam aan hleef 'zich in de indus
trie meer opleving afteekenen". Aldus de
aanhef van de Sociaal-economische Kro
niek van het Centraal Bureau voor die Sta
tistiek over het tweede kwartaal 1924,
welke dezer dagen verschenen is. Allee
bijeen genomen vertoonde de bedrijvig
heid een stijgende lijn. De uitvoer van fa
brikaten overtrof dien van de overeen
komstige periode van het vorige jaar. Er
was verbetering in die cijfers der werk
loosheid. Teekenen dat de nijverheid thans
weer een begin van mogelijkheid heeft ge
vonden om zich uit haar verlaagd peil te
verheffen.
Hierop volgen, echter dadelijk opmer
kingen, die een waarschuwing voor te veel
optimisme Inhouden. Veelal toch hielden
de klachten aan over gebrek aan orders,
moeilijken afzet, te lage verkoopsprijzen.
Ook waren de cijfers der werkloosheid en
van de hl} de arbeidsbeurs .Ingeschreven
werkenden nog niet gunstig.
In overeenstemming hiermee is wat aan
het eind van het hoofdstuk „Nederland"
onder het hoofdje handel en verkeer wordt
meegedeeld. De handelsbeweging blijkt,
zoowel tegenover het vorige kwartaal als
tegenover het tweede kwartaal van 1923
te zijn vooruitgegaan, de invoer intus-
schen meer dan de uitvoer: 64 van den
invoer werd door uitvoer gedekt, tegen
68 in het eerste kwartaal 1924 en 61
in het tweede kwartaal van 1923. Ook het
havenverfceer, in het bijzonder van Rot
terdam, vertoont een vooruitgang: de goe
derenbeweging bedroeg aldaar 12 millioen
tonnen, tegen 7 millioen in het vorige
kwartaal en 48 millioen in het tweede
kwartaal van verleden jaar. De tonhen-
maat der in- en uitgeklaarde zeeschepen
vertoont in mindere mate een ontwikke
ling in gelijke richting. Het aantal opge
legde zeeschepen alsmede hun tonnen-
maat nam sterk af en bedroeg gemiddeld
slechts 6 met 83000 ton (inmiddels zijn
deze getallen evenwel weer belangrijk ge
stegen, zonder echter de hooge cijfers van
1922 en 1923 te bereiken).
De economische toestand weerspiegelt
Doordat Lodewijk XYI niet voor het
eerst en niet voor het laatst in zijn leven
aarzelde ten aanzien van de maatrege
len, tegenover den prins te nemen, had
deze gelegenheid het briefje den heiduk
in handen te spelen; deze reed ventre
terre naar het paleis van den prins en
kwam er zoo tijdig aan, dat juist op het
oogenblik, dat koninklijke dienaren, be
last met de huiszoeking, er aankwamen,
de bewuste papieren verbrand waren. De
prins was inmiddels in hechtenis geno
men en in de Bastille in een voor hooge
misdadigers gereserveerd vertrek opge
sloten.
Wat er voor Rohan, Indien hij zelf be
drogen was, dan wel te verbranden viel?
Het bewijs, gelijk uit het verder verloop
zal blijken, dat hij er Marle Antoinette,
de koningin, toe in staat had geacht om
op minder vorstelijke wijze afspraken aan
te gaan, zelfs een rendez-vous toe te staan
op een plaats, voor het publiek toeganke
lijk. Dat hij van de koningin geloofd had,
dat zij- zich van de diensten van een gra
vin de la Motte zou bedienen om hem te
doen blijken, dat, mits hij het oolller voor
haar aankocht, hij weer In genade zou
worden aangenomen. Deze verbrandde pa
pieren echter stelden ten duidelijkste de
onschuld van den prins, wat betreft de
eigenlijke oplichting, in het licht, en dat
hij ze deed verbranden, ls wel het beste
bewijs ervoor, dat hjj in den grond der
zaak onschuldig was. De hooggeplaatste
'adellijke heer, steeds verlangend zijn In
vloed aan het hof te herkrijgen, vreesde
blijkbaar eer van gebrek aan eerbied je
gens de koningin te worden verdacht dan
van werkelijke oplichting! Misschien
heeft hij en niet ten onrechte ge
meend, dat deze laatste beschuldiging
wat al te dwaas was, gezien het niet ge
1 zich ook in de arbeidsvoorwaarden. Het
streven van de werkgevers, zoowel parti
culiere als openbare lichamen, is in. het
algemeen nog gericht op vermindering
van loon en (of) verlenging van den ar
beidsduur, maar niet meer in die mate als
in vroegere kwartalen. Het aantal nieuw
uitgebroken conflicten, die ook thans we
der uitsluitend de arbeidsvoorwaarden be
troffen, was betrekkelijk klein, en slechts
één daarvan (dat bij Werkspoor) bereikte
een aanzienlijken omvang.
Ook de „Indische Kroniek", samenge
steld dbor het Kantoor van Arbeid te Wel
tevreden, getuigt van verbetering in den
economischen toestand, welke zich echter
nog slechts zeer langzaam voltrekt; in de
af geloop en periode was van bepaalde op
leving nog weinig te bespeuren.
Het inkomen der Nederlanders.
Blijkens de statistiek der Rijksinkom
stenbelasting daalde bij een lichte stij
ging van het aantal aamgeslagenen het
totaal-Inkomen in Nederland van 4292 mil
lioen (1921—1922) op 4138 millioen (.1922—
1923) en de opbrengst van 180 op 111 mil
lioen.
Faillissement H. v. d» Vijver.
Passief «04.603.
Het blad' „Handelsbelangen" bevat de
crediteurenlijist in het faillissement-N. V.
Maatschappij tot Exploitatie van winkel
bedrijven Hendrik van der Vijver, 'sHer-
togenbosoh, in welk faillissement de veri
ficatievergadering op 8 September ajs. zal
worden gehouden.
De crediteuren-lijst telt 63 namen. Het
passief bedraagt 604.608. Het totaal van
het actief is alsnog onbekend.
Verwaarloozlng.
Een ergerlijk geval' van verwaarloozlng
komt voor in het onder den rook van Arn
hem gelegen oude stadje Huissen, schrijft
men aan het „Vad.".
Marie M., een 28-jarig zwakzinnig
meisje, werd! in Februari van dit jaar uit
haar woning gezet, waar zij na den dood
van haar ouders en het vertrek van haar
broers alleen woonde, levende van aalmoe
zen.
Het gemeentebestuur verzuimde om
haar onderdak te verschaffen. Tot Mei
hield zjj verblijf in de open lucht, 's nachts
wel eens slapende in schuren, maar meest
al in 'n oude kast, welke zij tegen een
muur had gezet. Jonge kerels hebben het
haar meermalen toen lastig gemaakt»
De bewoners uit de omgeving, wien het
ten slotte te bar werd, requestreerden aan
den raad, de burgemeester greep in en
Marie werd een onderdak aangewezen in
de Lange Kerkstraat.
Dit onderdak bestaat uit een bouwval
lig, onbewoonbaar huisje, waarvan het
dak is ingestort, zoodat alleen de vier
muren nog staan. Binnen deze vier mu
ren heerscht een onbeschrijfelijke ellende
en vuilheid» Daar leeft de vrouw sinds
dien. Waar eens een bedstede was, ligt
wat rottend beddegoed en daar sliep Marie
onder den biooten hemel» Wanneer het re
gende, gutste het water dadelijk op dit
„bed'.' Bij noodweer heeft de vrouw haar
domein moeten verlaten en verscheiden
nachten sliep zij in het portaal van den
Huissenschen bioscoop. Toen wij de vrouw
zagen, was zjj door en door nat.
Het gemeentebestuur heeft de vrouw
rustig in dezen toestand laten liggen. In
een gesprek dat wij hadden met een der
wethouders, verklaarde deze, dat vrijwel
de geheele raad wel zou willen ingrijpen,
maar dat alles afstuit op verzet van den
burgemeester.
Na ons bezoek aan Huissen ontvingen
wij nog bericht, dat *de geestelijkheid
thans maatregelen gaat nemen en dat ge
tracht zal worden om Marie bij een we
duwe onder dak te brengen. (HbL)
Krab geen puistje open!
Doordat hij een puistje had opengekrabt
heteft een 16-jarige zoon van den schil
der R. Schuur te Voorthuizen, bloedver
giftiging gekregen, aan welker gevolgen
hij thans overleden ls.
Waterballetten. Koningtnne-dag. Twee echt Amsterdamsche jubilea.
naard» Hij hielp, in witte kiel met pet, hij de
schoonmaak, bij het verhuizen; hij deed bood-
sciiappen. Deftig aangedaan in t zwart, met
hooge hoed, haaide hij de juffers s avonds
af van do „partijtjes" on bracht zo veilig eii
wel weer terug naar het ouderlijk nest. Hij
fungeerde, dn dezelfde dracht, als getuige by
huwelijken deed als tijdelijke huisknecht
dienst hij bijzonder plechtige „diners van
zijn klanten eni, Jast not least, kweet zich
nauwgezet van meer délicate opdrachten ais
„postillon d'amour", een functie, die hij, al
ringe fortuin, waarover Rohan beschikte.
Wie was dan wel die gravin de Ia Motté-
Valois, aan welke de prins zich had toe
vertrouwd? Het geslacht van Valois was
een oud, dat reeds ten tijde van Henri IV
zekere voorrechten van 'skonings wege
genoot. Maar de omstandigheden, de woe
lige en luxueuse leefwijze van de afstam
melingen van dit geslacht hadden het ver
armd, en de vader van deze „Gravin" de
la Motte (Jeanne geheeten) was zoo arm,
dat hem zelfs het moodige ontbrak om
zijn kinderen en zijn vrouw te eten te ge
ven. Bijna zonder kleeren vertoefden de
kinderen in een schuur in hun geboorte
dorp en leefden van de medelijdendheid
van de bewoners. Jeanne was een aan
trekkelijk, niet beeldschoon meisje; reeds
vroeger werd van haar charme gebruik
gemaakt om bij de mannen te bedelen;
later, toen zij met De la Motte in kennis
kwam, aarzelde deze niet van haar in-
invloed op tal van belangrijke personen
gebruik te maken. Door een toevallige om
standigheid kwam zij in kennis met Ro
han, die haar welwillend tegemoet trad;
haar, zij het ook niet rijkelijk, ondersteun
de. Maar zij, wilde meer, en het ooilier
van de koningin, gelijk het genoemd
werd, bood haar daartoe een welkome ge
legenheid.
Ln het kort kwam haar intrige hierop
neer. Zij deed het den prins van Rohan
voorkomen, alsof zij in staat was om hem
met de koningin te verzoenen; daartoe
zou bemiddeling zijnerzijds bij den aan
koop van het collier noodig zijn. Zij deed
de valscthe brieven, zn. van do koningin
afkomstig, maken en speelde ze Rohan in
handen. Zij speelde hem' zelfs een oomedie
voor van een ontmoeting met de koningin
in de tuinen van Versallles. Listig was
haar intrige zeker, maar nog begreep
Tot sluiting van het zomer- en vacantie-
seizoen gaf God Pluvius verleden Zaterdag
en Zondag nog een laatste bedrijf grand
spectacie, in den vorm van een rijk-gemon
teerd water-ballet 1 Buiten de Oranje-sluizen,
op de Zuiderzee was dit met behulp van1 de
Koninklijke Roei- en Zeiivereeniging in el
kaar gezet: daar hadden, in tegenwoordigheid
van de Koningin en van den Prins zeil- en
motorboot-wedstrijden plaats. De mise-en-
scène was er echter al te „waterig", zoodat,
waar de mededingende booten op enkele hon
derden nieters afstand al in het grauwe re
gen-gordijn schuil gingen van de „handeling"
zelf, zoo goed als niets meer te bespeuren
viel en het publiek, de Koninklijke gasten
incluis, reeds lang voor dat het einde geko
men was, huis-toe gingen en uit het „open
lucht-theater" vertrokken.
Binnen de Oranje-sluizen, op den Amstel,
slaagde het ballet beter. Daar riep de, van
den oever gemakkelijk te volgen voorstelling:
duidelijke herinneringsbeelden op van de
eertijds beroemde water-balletten in Oarré,
waar de vreemdsoortigst toegetakelde clowns
in het bassin ronddreven en tenslotte dèt
mankeerde nooit! een dikke, argelooze po
litieagent in het koele nat „kopje onder"
ging. Ook hier in den Amstel, tusschen de
Nieuwe Brug en de Roei- en Zeiivereeniging
„Poseidon", dreven allerlei vreemd-verkleede
mannen en vrouwen rond' en ontbrak al even
min de, martiaal-behelmde orde-bewaarder,
't Zag er, daar onder het troepje water
acteurs en -actrices gezellig uit en men kreeg
den indruk, dat deze menschelijke waterrat
ten zich eigenlijk heel wat aangenamer en
veiliger gevoelden dan het publiek aan den
kant, dat meer dan zij van den neerstrooment-
den regen en van de verkeersdrukte te lijden
hadden. En deze indruk wildé men immers
juist bereiken! Het betrof bier namelijk een
demonstratie van onze Vrijwillige Brigade
tot redding van drenkelingen, die er baar
werk van maakt ons met grooter gevoel van
veiligheid langs onze grachten te doen wan
delen, in goed: vertrouwen op de solide zwem-
capaciteiten van haar leden!
Ook Maandag nog deed Pluvius pogingen
de ballet-serie te vervolgen en de Koningin-
ne-dag-viering in het water te doen vallen.
Hetwelk evenwel niet gelukte omdat tenslotte
de hos-, zang- en dans-lust van de hoofdste
delijke bevolking alle, van bovenaf neerklet
terende „koude donder" wist te oompensee-
ren en het- vuurwerk-materiaal van de Ver.
tot verbetering van het Volksvermaak op
deugdelijke wijze „water-proof" bleek te zijn!
Het traditioneele feest-gehos had ook dit keer
in de hoofdstraten met onverminderde hevig
heid plaats, terwijl de door de goede zorgen
van Publieke Werken den laatsten tijd aan
zienlijk uitgebreide gratis asphalt-dansvloe-
ren, onder de tonen der ontelbare „pieremen
ten" eveneens druk benut werdén. In den
Stadsschouwburg deed men naast bovenge
noemde vereeniging nog een poging om het
„Volksvermaak" te verbeteren; dit keer on
der de jongeren. Deze laatste poging betee-
kende echter een wel wat al te krachtdadige
en al te „verre" greep: men deed: n.L door het
nieuwe „Vereenigd' Tooneel" van Verkade
en Verbeek een jeugdvoorstelling geven van
het Shakespeare-stuk: „Een blijspel vol ver
rassingen"Is het, vraagt men zich af,
ter verbetering van het „volksvermaak", noo
dig de jeugd nu ook maar direct met „Sha-
kesneare" te gaan bekogelen?!
Het kan, gerust, in wat langzamer tempo,
Mijne Heeren!
Behalve dit „nationale" feest, hebben we
deze week nog twee specifiek Amsterdam
sche festiviteiten beleefd.
Daar was dan allereerst: het 50-jarig be
staan van de „Kruiers-bazen-Vereeniging".
De „kruier" is Jange jaren achtereen een ty
peerend' hoofdstedelijk „verschijnsel" ge
weest, dat op veel en velerlei terreinen van
de samenleving een rol speelde. In andere
plaatsen en steden mocht men ook bood-
schap-loopers, vrachtrijders, en andere tot
deze categorie behoorende „dienende gees
ten" kennen, nergens werd onze „kruier"
in zijn karakter van vertrouwd „manusje
van-alles" en vriendl van dén huize geëve-
men niet, dat een man, die over zoodanige
ervaring moest beschikken als de prins
van Rohan, er zoozeer invloog; hij meen-
de werkelijk in Versailles de koningin te
hebben gesproken; hij meende werkelijk
brieven van de koningin te hebben ge-
zien, en zijne moreele borgstelling tegen
over Boehmer en Bassange was volkomen
te goeder trouw. In dienzelfden tijd ech
ter verkochten de gravin de la Motte en
haar man, zoo te Parijs als te Londen en
te Amsterdam, stukken die zij uit het ool-
lier namen, zulks tegen prijzen, die meer
dan eens belachelijk laag waren, en tot
een hoeveelheid, die in Engeland zelfs een
korten tijd de prijzen van edelgesteenten
aanmerkelijk deed dalen tengevolge van
het overmatig aanbod. OogenschijnlJjk, al
thans voor den prins van Rohan, leefden
de De la Motte's eenvoudig; zij hadden
zich langzamerhand een groote luxe aan
gewend, maar voor de oogen van Rohan
bleef deze verborgen, daar zij hem steeds
in eenvoudige vertrekken ontvingen.
Rohan voor den rechter van instructie
gebracht, legde natuurlijk al zijn kaarten
op tafeL Onmiddellijk werd gravin de la
Motte in hechtenis genomen; er was daar
toe reeds aanleiding in het feit, dat zij
zich ten onrechte voor een vertrouwde
van de koningin had uitgegeven. Tegen
over Rohan staande, hield zij haar intrige
vol; zij deed het voorkomen als ware zij
door Rohan belast met den aankoop van
het ooilier, dat hij aan de koningin wensoh-
te aail te bieden; zjj ontkende eiken ver
koop door haar of haar echtgenoot van
deze edel-gesteenten; zij hield vol, dat het
oolller in handen van Rohan was gesteld
en gebleven.'Niettegenstaande deze zelf
erbij- tegenwoordig was geweest, dat het
collier werd overgedragen aan een man,
in wien Rohan een lakei van de koningin
„ilUBWliUU U OJilVUi VU" -»
kon hij dan ook wegens gebrek aan talen
kennis, den naam er niet van onthouden, tot
in finesses bestudeerd hadl Dé moderne tijd,
met zijn auto-besteldiensten, zijn verhuis-
maatschappijen, zijn telefoon en zijn kiosken
en huwelijksadvertenties drong hem op dan
achtergrond, waar hij aanvankelijk kans liep
geheel van het tooneel -te verdwijnen. Echter
ook hij wist zich tenslotte met fiets, tele
foon en wat dies meer zij „aan te passen
en bleef zich, ook door middel van een orga
nisatie, die coöperatief met auto's, verhuis-
materiaal, enz. werkt, handhaven» Vele stad-
genooten zweren nog altijd bö „hun" kruier-
uit-de-buurt en wel voornamelijk, omdat hij,
hoezeer zijn ras dan ook met den tijd mee
ging, in één ding.achterbleef. Hij behield
n.1. het van vader op zoon geërfde karakter
van gemoedelijke vertrouwensman en be
hulpzaam vriend-„werknemer", een ka
rakter, dat in deze wereld hoe langer hoe zeld
zamer werd.
Maar misschien zijn we in dezen ook al
weer over het laagte-punt heen on gaat dat,
wat in „den goeden ouden tijd", inderdaad
„goed" was, thans, na een kwade overgangs
periode, weer in nieuwe vormen onder ons
opstaan»
'Men zou het gaan gelöoven naar aanleiding
van de tweede, specifiek-Amdterdamsche fes
tiviteit van deze week: het 40-jarig jubileum
van de Diamantslijperij „Eduard van Dam"
Het was een groot gebeuren in deze typisch
hoofdstedelijke industrie, waar een zoo groot
deel van onze bevolking bij betrokken is.
's Ochtends was er feest in de fabriek zelf,
waarbij de werklieden aan de direotie een
door de firma Begeer, gedécoreerde „gedenk-
muur" aanboden 's middags was er re
ceptie in het Vondelpark-paviljoen, waar al
lerlei kopstukken uit onze bank- en handels
wereld hun opwachting kwamen maken en
's avonds had een feestmaaltijd in „Trianon'
plaats, waar de direotie tezamen met afge
vaardigden der werklieden en stedelijke auto
riteiten, burgemeester De Vlugt vooraan,
rond den gemeenschappelijken disch ge
schaard zaten. De voorzitter van de Algem.
Diamantbewerkersbond, de heer Henri Polak,
wees in zijn tafelrede op het feit, dat enk<?;e
tientallen jaren geleden een dergelijk vriend
schappelijk samenzijn tot de onmogelijkhe
den zou behoord hebben. En hij verheugde
zich in het feit, dat uit den aanvankelijken
strijd het besef gekomen was, dat meu teza
men, in gemeenschappelijk overleg, moest
komen tot wat zoowel de eene als de andere
„partij" ter harte gaat: het groot maken en
het doen bloeien van het bedrijf.
Leeft, nog eens, het „goede" uit den ouden
tijd, het vertrouwen en de waardeering voor
elkanders arbeid, in nieuwe vormen weer op?
Laat ons 't hopen. Kiemen, die deze opleving
doen verwachten, zijn er, het bleek hier bij
dit jubileum ook weer eens, we! te ontdek
ken. Maar dat het jonge nog door veel on
kruid zal moeten heengroeien en dat het, on
gestoord, zonder schokken zal gaan, totdat
eindelijk de nieuwe vrucht zich aan de vol
wassen plant zal kunnen zetten, behoef: men
'daarbij nog niet in al te groot optimisme te
verwachten.
Daarvoor is de bodem door de verwaarloo
zlng en wan-prestaties der vroegere, thans
op leeftijd gekomen tuinlieden, al te veel uit
gemergeld.
Hét doet dan ook wat vreemd aan één van
die ouderen de jongeren met verwijten te
hooren overladen!
iZulks deed prof. Treub in zijn tafel-rede
aan den „Van Damschen feestdisch". Hij
roemde z ij n geslacht (de menschen boven
de 50), wees er op, wat zij allemaal tot stand
hebben gebracht, enz., enz. en vroeg,- ver
ontwaardigd: „Waar blijven de jopgeren?"
Men zou hem, ook verontwaardigd, als ver
tegenwoordiger van die Jongeren", kunnen
antwoorden: „Zij zijn bcz-g- gèacbte Pro
fessor den uitgemergelden noceiu upn.euw
te^mesten en het onkruid, dM in een vorige
periode groeide, te verwijderen.
Hebben z ij, zou ik, met een variant op
een zin in m«n vorigen brief, kunne» vra
gen, hebben zij, ouderen, oorlog gemaakt
of wij, jongeren?
Men zou, zeg ik, dit alles kunnen ant
woorden en vragen, ook al erkent uien grif
en gaarne de verdiensten en de energ.e van
„ouderen" ais..., dezen kranigen diamant-
industrieel Van Daml
Het zou kunnen maar het past een
eenvoudig kroniek-schrijver misschien min
der; hij boekstave slechts de feilen» En hij
eindige dus met de vermelding van het ieit,
dat de oudste firmant van „Van Dam op
dezen dag nog geridderd werd met de Oranje-
Nassau-orde, hetwelk een gerechtvaardigde
erkenning van verdiensten mag heeeten.
Die „boekstaving van feiten" kan, voor
wat het verhandelde in de eerste Raadsver
gadering van dit seizoen betreft, kort zijn.
De Edelachtbare Heeren moeten zich eerst
weer in de Prinsenhof-routine inwerken en
het vacantie-gevoel overwinnen. Dit deze
eerste bijeenkomst, was het aanloopje en
de agenda bood dan ook niet veel bijzonders,
terwijl een groot deel van'den tijd werd zoek
gebracht met het trekken der Commissies.
Er was een fel oppositietje van den com
munist Doornbusch tegen het voorstel van
B. en W. om aan de bekende vereeniging
„Amstelodanum", ten behoeve van een te
houden historische tentoonstelling, een sub
sidie van 6000 te verleenen. „Kwam niet
•te pas" vond hij; „de groote massa van het
volk had er niets aan en interesseerde er zich
niet voor. Zij, die groote massa, interesseerde
zich alleen voor onze stedelijke historie in
zooverre het stakingen en acties betrof, ge
richt tegen havenbaronnend) en anderen."
Afgescheiden van andere overwegingen is
deze redeneering op zichzelf ook al niet juist;
hét bezoek aan de „historische" cursussen
aan deVolksuniversiteit als anderszins wijzen
uit, dat ook onder de „breede volkslagen" een
liefde voor onze stad bestaat, die wel wat
verder reikt dan voor de zaken, die onmiddel
lijk met de huidige loon- en andere acties
verband houden. De voorgestelde subsidie
aan Amstelodanum werd dan ook door den
Raad vlot gevoteerd.,
Behalve het adres, waarin een opgewonden
jongeling, werkzaam aan de Arbeidsbeurs,
meende te moeten opkomen tegen een hem,
.wegens eigengerechtigd verzuim, toegedien
de schorsings-straf van enkele dagen;
waarvan de Raad, met handhaving van de
straf, zich niet veel aantrok kwam ten
slotte nog het plan van den Onderwijs-wet
houder Polak ter sprake om in het nieuwe
plan-West 6 (zegge: zes) scholen naast
elkaar te bouwen. Hier en daar werd hier
tegen geopponeerd, maar toen de wethouder
had uitgelegd, dat men daardoor „bezuini
gen" kon door aanleg o. a. van een gemeen
schappelijk oentrale verwarming bleek
men bereid deze proefneming met een „scho-
lenbouw-concentratie" te wagen. En af te
wachtefi wat het wordtzooals men dan,
deze eerste vergadering, ook verder in af
wachting leefde van wat deze nieuwe zittings
periode „worden" zal.
meende te herkennen. Toppunt toch van
1 iohtgeloovigheid, dat men een dergelijk
kostbaar collier zonder meer aan de zor
gen van een ondergeschikte zou toever
trouwen! Men poogde ook De la Motte in
hechtenis te nemen, teneinde imeer lioht
te verspreiden en den dader te kunnen
straffen. Maar deze was tijdig gewaar
schuwd en uitgeweken, hij bevond zioh
te Londen en van uitlevering was in die
dagen nog weinig sprake.
Als derde persoon van belang werd in
h et proces CagTioetro gcmcnigd. Deze
avonturier, die op zoo tragische wijze zijn
leven te Rome zou eindigen, stond toen
op het toppunt van zijn invloed in de Pa-
rijsche samenleving. Men geloofde in zijne
kunsten, in zijn magischen invloed; men
hield al datgene wat hij door verschil
lende kunstgrepen wist te voorschijn te
brengen, voor echt. Naar het zieggen van
mevr. de la Motte zou het ten huize van
Gagliostro zijn geweest, dat Rohan zich
bereid had verklaard' om het collier te
koopen; zelfs zou daar op haar invloed
zijn geoefend om haar bemiddeling te ver
leenen. Verschillende scènes, die rich ten
huize van Gagliostro hadden afgespeeld-
werden aangehaald. Maar tevergeefs!
want Gagliostro gevoelde geen neiging
om gravin de la Motte te hulp te komen
Rohan was, zoo verklaarde hii slechts
zelden b« hem geweest, en vïï'eÏÏSS
invloed, die in deze zaak van zijn vertrek
ken »u zijn uttgegaM,
Wel werden hein verschillende gevallen
voorgebracht, waaruit bleek dat hij aller
grappigste vertooningen had ow«vo^
met een niet nader gepreciseerd doel- wel
speelde daarin een nichtje van .gravin da
la Motte, een zekere mej. de la TW een
rol, maar al deze getuigen bleken sléchts
te worden voorgehracht om de voonrteb
ïWij ontvingen „Van Graan tot Brood
De Oud-Holiandsche Bakker", Reclame-uit
gave van de Koninklijke Fabrieken Lensvelt-
Nicola, Den Haag. Het is een album van dun
grijs carton in oranje omslag. Op elke linker
pagina is ruimte voor 6 mooie gekleurde
plaatjes, geteekend door Pieck, terwijl op de
rechterpagina een kleine beschrijving van
elk plaatje wordt gegeven. Het album bevat
in woord en beeld een geschiedenis van het
bereiden van brood, koek, beschuit, enz. van
den graankorrel af, alles in den tijd van de
eerste Nicola, nJ. Gerard O. Nicola, Mr. Bak
ker, Anno ,1796, die ons op het eerste plaatje
hoffelijk uitnoodigt tot een bezoek aan zijn
v?6™ ,Len °P be^ 'aatste plaatje weer even
hoffelijk afscheid' van ons neemt.
Het geheel is een mooie, goed verzorgde
reclame. 6
De plaatjes zijn gepakt bij de verschillende
koeksoorten van de firma Lensvelt—Nicola,
terwijl het album tegen betaling of legen i-i-
sselmj* van bepaalde bons verkrijgbaar !s.
li n gen der rechters te verwarren, niet om
werkelijk licht te doen verspreiden. Voor
een ieder, die de zaken nam zooals zH wa
ren, kwam wel vast te staan, dat Rohan
was: üch °P lichtvaardige wij-
ker ^iriegén en veel te snel, ze-
BeteIfdririL man Van z*Jn P<*™e. had
ril wii ^PP00 van toenadering van
wa^ «i maai! 111 S^al schuldig
werköitfke oplichting. De
tegenstanders van Rohan aan het hof ech-
hLteW zaak dooi:; zij wensohteri
te ^ien S op??baar VOOT de rechtbank:
kentïï 2ra„Cht en, belden geen re
kening met de werkelijke belangen van
dat men rib 'n"?'0' dk) voorschreven,
at men dit vuil linnen ln eigen kring
Kohan was ongSw$5d
mer «nge^6est 0111 de die Boeh-
althan^ liepen, te vergleden,
reikte 1 j 9de koninklijke arm
reikte in die dagen nog ver genoeg om
De la Motteg8n aan het echtpaar
straf ntet te en. bandlangers een gerechte
gen^ öp n^n°1'1 a^cn "de vernederin^jel
Ksasyr--2,1 dMe
Zoo werd het Parlement van Parijs, sa
mengesteld uit een kleine vijftig rechters
EE82F het OI>enba" d *o^ak?é
E".0PWeuw kwamen de ver-
n lii01!?0 Betuigen voor, opnieuw deed
Gagliostro zijne zonderlinge verhalen- ou
nieuw getuigde Rohan zijn iicht£XX
heid, opnieuw spon gravin de la Motte ge
heel een weefsel van leugens verdacht-
makingen en laster, waarin zij telken
male ook zichzelf verstrikte Het geluk
voor Rohan echter wilde, dat men de hand
6011 zekepe baronnes Oliva een
nauw nam. Zij kwaim vertellen,
tifli - .Lu,