T. O. P-
ZWAAN
S. COLTOF,
S. COLTOF,
S. COLTOF,
J. A. VAN DER VLIET,
KONINGSTRAAT 82
DE KONINGIN DER KLEEDING
KLEEDING NAAR MAAT
NICO GRAAFT - SPOORSTRAAT li
Firma KOPPEN, Spoorstr. 53.
Firma KOPPEN, Spoorstr. 53.
ilie-drukwerk
E. JOH. VAN OER LEE - Spoorstraat 106.
Belangrijke prijsdaling
- op alle SCHOENEN -
C. DE BOER JR.,
Drukkerij, Koningstraat
E. BOS, Zuidstr. 20.
Vertegenw.:Fa. R. van den Burg, Amersfoort.
ONZE EIGENGEMAAKTE CONFECTIE
Ziet onze étalages en profiteert van deze lage prijzen.
danst Zondag
Machinale Brei-inrichting
ZEER OUDE JENEVER
99
Kanaalweg 141-142, naast Casino.
aparte
modellen.
Heeft groote voorraad en ruime keuze:
Dames-Mantels
Dames-Costuums
Dahries- Japonnen
Blouses, Rokken, Peignoirs
Kanaalweg 141-142, naast casino.
Dames-, Heeren- en Kinder Tricot Ondergoederen.
Wit Jaeger wollen Flanellen vanaf f 0.79.
I s/4 roode Baaien en Jaeger Baaien vanaf f 1.85.
Dames? en Kinder-Directoirs,
Kanaalweg 141-142, naast casino.
Prima Ratinó Heeren-Overjassen f 37.50.
Kinder-Jekkers en -Capes.
REUZE-ATTRACTIE.
HOTEL CAFÉ „DE POORT VAN KLEEF".
ZATERDAG SCHITTEREND CONCERT
ZONDAGAVOND DAMES-TRIO
hoevelen zich al beklaagd hebben, niet direct
een deugdelijk instrument te hebben gekocht?
'tls ook werkelijk van belang te bedenken, dat ge een
koopt voor zeer vele jaren.
Indien ge plannen maakt tot aanschaffing van
een instrument, informeer dan ook eens bij ons.
Wij waarborgen U de grootst mogelijke soliditeit.
Elgenmaakta Ratiné-Jassen f 31.— en f 42.50
Wollen Gabardine Jassen v.aff 13.90 tot f 36.00
Blauwe Ratiné-Jekkers voor Jongens en meisjes
voor allo leeftijden, tot In de beste kwaliteiten
Winterjassen en Ulsters f 18.—, 18.?- tot»48.
Vraagt onze stalen of stukken op zicht. Alle stoffen
aan het stuk voorradig, zoodat U ziet wat U koopt
Van af HEDEN leveren wij:
zeer mooie kwaliteit Heerenbottine 5.75,6.80,7.90,8.30,8.90,9.60,10.30.
prachtkwaliteit Heerenmolières 6.80, 7.60, 8.20, 8.60, 9.60.
Onze bekende waterdichte netlederen Werkschoenen, 5,75 en 6.50.
Extra sterke Jongensschoenen, 13.75,13.95,14.25,14.50, ^4.75, |4.95.
Buitengewone collectie In MODERNE DAMESSCHOENEN
Peau de Suède Pumps, nieuwste vorm, 9.60, 10.30, 10.80.
Imitatie Peau de Suède (Duvettlen), nieuw, 4.90, 5.30, 5.60, 5.90.
Fijne boxcalfs Schoentjes, groote sorteering, 5.60, 6.50,7.30,7.90,8.60,9.30
Prima fijn calfslaklederen Schoentjes, nieuwe modellen,
7 60, 8.30, 8.60, 8.90, 9.90, 10.60.
Buitengewone collectie In KINDERSCHOENEN* Sterk en goedkoop.
Meisjes-Schoollaarsjes, boxcalf, met en zonder lakneusje, vanaf f 3.60.
Verlovings-, Ondertrouw-,
Geboorte-, Rouw-Kaarten
en -Circulaires, leveren wij
vlug en tegen billijken prijs
Uitgebreid modelboek ter Inzage
van hal» 7 tot hal» 9.
voor leden en hunne Introducés.
Dames 30 et. Heeren 40 ot.
CASINO JAZZ-BAND.
Koopt onze eigen
gebreide IJzersterke
•nrc»»T(gï>IO^
jaigüPic»'^i<aicr*>>*f)T<y''>
(fiSHSKS
merk
kwaliteit.
i/i pot I 5.—. '/j pot 2.50.
Fabrikanten: J. J. MEDEK Zn. - Schiedam.
Zie de speciale étalage bij:
■)(55)(S5xgSi
oogenblikkelijk gesorteerd In extra groote maten.
Flink gesorteerd In alle soorten wollen en halfwollen
In de maten vpn 30 tot 00 cM.
mat dubbel st boordje, heerlijk warm en goed passend,
Nr. 1, 2, 3, 4. 5, 6
onder leiding van SAL. DOOF.
HEIERMAN, Amsterdam.
Aanbevelend, A. VISSER, Kanaalweg 156.
WIEZALZEGGEN
V
PIANO- ORGEL
f 1.55, f 1.65, f 1.80, f 2.05, f 2.25, f 2.45.
IS
DE VROUW ZONDER NAAM (17»1).
Het droge papier van gerechtelijke ao-
ten bergt menige diep in bet menschelijk
leven ingrijpende tragedie in zich. Ver
borgen onder de vaak harteloos schijnen
de wettelijke formules kent de rechtzaal
zulke tragedies in alle soorten. Geen eoh-
ter was in den loop der eeuwen van zoo
zonderlingen aard als die, welke in de ge
schiedenis der rechtspraak bekend staat
als het geding van de „vrouw zonder
naam" of de „valsche markiezin". Deze
geenszins valsche markiezin de Douhault
het kan nu zonder bezwaar worden ge
zegd was slachtoffer van de hebzucht
en het egoisme van haar broeder. En nu
is het zonderlinge, (tot niettegenstaande
deze geschiedenis zich afspeelt in een tijd,
dat de revolutie geheel Frankrijk onderst
boven haalde, en de revolutionairen er
trotsch op waren aan-de zelfzucht der
vroegere heerschende klasse een einde te
maken, het juist de rechtbanken der revo
lutie zijn geweest, die het wreede onrecht
van den broeder van de markiezin, den
graaf de Champigmelles, hebben beves
tigd. Terwijl die revolutionairen anderen
verdreven van het vaderlijk, hun recht
matig toekomend erf, het hun als een
misdaad aanrekenden, dat zij daar ver
blijf hielden, lieten zij dezen Champignel-
les, die niet alleen tot de bezittende klasse
behoorde, doch is er ook maar iets waar
van de-klachten van zijn zuster een vol
leerde schurk was, rustig in het bezit van
eên hem geenszins toekomend groot do
mein, en stelden hem in -staat de inkom
sten ervan op ongestoorde wijze te genie-
ton. De markiezin procedeerde jaren ach
tereen; de staatsvorm veranderde en werd
van republiek consulaat een keizerrijk; zij
J procedeerde door. Zij werd door de intri
ges van haar broeder van haar bezit lxv
roofd nog ten tijdo van den ongelukkigen
Lodewijk XVI; zij is als de vrouw zonder
naam gestorven onder Lodewijk XVffl.
Adelaide Marie Regres de Lusigpan de
Champignelles, afkomstig uit de streek in
do onmiddellijke nabijheid van Auxère,
•v geboren op 7 October 1741, huwde op 23-
jarïgen leeftijd met den markies de Dou
hault, die groote landelijke bezittingen had
geërfd, en dientengevolge een vermogend
man was. Reeds korten tijd na zijn huwe
lijk .werd hij door plotselinge vlagen van
krankzinnigheid aangegrepen, en deze
werden zóó erg, dat men bejhi in 1766 in
verzekerde bewaring moest stellen, waar-
,n hij tot aan zijn dood in 1787 bleef. De
t heer de Champlgnelles was reeds
hi 1,84 gestorven, zulks tengevolge van
de vele verdrietelijkheden, die zijn zoon
tosti aandeed. Deze zelfde zoon, de eenlgo
rm>eder van de markiezin de Douhault,
as het ook, die zijn moeder een groot
deel van de erfenis betwistte; de voor
waarden van het testament zijns vaders
op onbillijke wijze uitlegde, en zelfs de
uitbetaling van de rente, waartoe hij zich
tegenover zijn moeder verplicht had, zóó
weinig nakwam, dat zij somwijlen als in
armoede leefde, terwijl zij toch op een
jaarlijksch inkomen van 60.000 francs -
in dien tijd een heel vermogen recht
kon doen gelden. De moeder richtte zich
meer dan' eens tot haar beide dochters; de
oudste, ^xlia der Domindkanen te Montar-
gis, bewoog haar jongere zuster, de mar
kiezin, om ten gunste van de moeder tus-
schenbeide te komen. Zij vertrok daartoe
in de laatste, dagen van 1787 naar Parijs.
Zij had zich van het reisgezelschap van
een neef, een zekeren De Lude willen ver
zekeren, maar deze, haar andiers altijd ten
dienste staande, antwoordde niet op haar
schrijven, en zij vertrok dus alleen. Te
Argentob wilde zij afstappen aan' het huis
van De Lude; deze bleek intusschen naar'
Orleans vertrokken. Hem daar ontmoe
tende, deelte hij haar mede, dat het hem
heel slecht schikte haar te ontvangen,
maar een zijner vrienden, een zekere De
la Roncière, had' zijn huis te har er be
schikking gesteld. Om dezen evenwel zoo
weinig mogelijk last te veroorzaken, raad
de hij haar aan, haar knecht en kamenier,
die zij met zich had genomen, te zijnent
achter te laten en alleen bij De la Ron
cière haar intrek te nemen.
Zij bleef er een veertien dagen, en stond
op 16 Januari 1788 op het punt om te ver
trekken, toen haar gastheer haar voor den
mooien ochtend, die het was, een wandel
rit in de omgeving van Orléans voorstel
de. Zij nam de uitnoodiging aan, en van
af dat oogenblik verliet haar geheugen
haar, totdat zij zich weer herinnerde, kor
ter of langer tijd daarna, de Salpetrière
te Parijs, de bekende gevangenis voor
vrouwen van onredelijk gedrag, te zijn
binnengetreden. Zij herinnerde zich nog
flauwtjes, dat in het rijtuig, na een snuif
je van den heer de Roncière te hebben ge
nomen, plotseling haar bewustzijn haar
begaf; dat zij de haar omringende zaken
slechts flauw onderscheidde; daarna was
het eerste wat zij zag de kamer in de Sal-
pétrièm Haar geheugen daarna opfris-
sohend, herinnerde zij zich wel, dat men
er bij haar op had' aangedrongen, dat zij
nog denzelfden avpnd naar Parijs zou ver
trekken; zij herinnerde zich ook, onder
weg halt te hebben gehouden, maar door
bereidwillige handen te zijn geleid en zoo
genaamd te zijn verzorgd.
In de Salpetrière kwam zij geheel tot
zichzelve. Zij begreep wat haar overko
men was; dat men haar had misleid. Zij
noemde haar naam, maar men sloeg et
geen, acht op; men antwoordde haar, dat
zij zich vergiste, dat zij Blainville heette
en dat wat rij vertelde pure fantasie waa
Intusschen had men te Orléans den schijn
aangenomen als was zij gestorven: men
had haar plechtige uitvaart gevierd, ze
gels op het kasteel geplaatst en deze op
geheven, toen aan het einde van Januari
1788 daartoe door de oude mevrouw de
Champlgnelles toestemming was gegeven.
Haar broeder was in het bezit getreden
van haar erfenis en beheerde het uitge
strekte domein van Douhault, en in (hen-
zelfden tijd trachtte de ongelukkige mar
kiezin zich tevergeefs in de Salpétjière
te doen herkennen. Eindelijk slaagdie zij
erin, de waakzaamheid der haar omrin
genden te verschalken, z$ richtte zich tot
een machtige vriendin, mevrouw de Po-
lignac, die er den betrokken minister
denzelfden Breteuil, dien wij in de ge
schiedenis van het ooilier van Marie An-
toinette hebben ontmoet van overtuig
de, dat hij bedrogen was, en diie zoodoende
medewerkte om een weg te vinden, dat zij
de Salpetrière kon verlaten. Maar zij be
vond' zich aileen te Parijs en dat op den
avond van 13 Juli, voorafgaande aan de
uitbarsting der revolutie, in een Parijs,
opgewonden door volksleiders, en waar
tromgeroffel en krijgsgeschreeuw door
alle straten 'klonken. Zoover was zij boven
dien nog van de waarheid verwijderd, dat
zij besloot de hulp van haar broeder te
gaan inroepen, maar toen zij dezen be
zocht, veinsde hij haar niet te herkennen
en liet haar uit rijn huis wegjagen. Niets
van deze ontvangst begrijpend, ging zij
naar een oom, die eveneens zeide, haar
niet te herkennen en die haar de valsche
mededeeling deed, dat haar moeder over
leden was. Eerst bij mevr. de Polignac,
hoezeer ook onder den indruk verkeerend
van de gebeurtenissen (fier dagen, die de
omgeving van het hof van Lodewijk XVI
en Marie Antoinétte aangrepen, vond zij
een vriendelijk onthaal. Daar werd zij
dodr haar vroegere bekenden, onder wie
ook de prinses de Lamballe en de gravin
de Luynes, herkend; ook door Talleyrand.
Zij vreesde echter een openbaar gfcham-
daal; hoewel overtuigd dat men haar had
willen bedriegen, hoopte zij nog steeds
met vredelievende middelen in haar reohr
ten te kunnen worden hersteld.
Eindelijk gaf zij gevolg aan de haar
verstrekte raadgevingen; rij riep juridi
sche hulp in. Maar zij voorzag zich in dit
opzicht slecht, want het tweetal rechtsge
leerden, een zekere Fleury en een zekere
Paris, die haar ter zijde zouden staan, wa
ren er niet ver vandaan om slechts van
haar te profiteeren. Vooral met Paris was
dit het geval Voor het voeren van haar
prooes had de markiezin natuurlijk geld
noodig; Paris was bereid het haar te 1 oe
nen tegen een intusschen exorbitant boog©
rente. Tegelijk bemerkte zij, dat Paris in
de stukken, die zij terzake van het pro
ces zou onderteekenon, van haar bevoegd
heden trachtte te verkrijgen, die geens
zins met haar waardigheid en haar inrich
ten strookten. Zij Peigerde dus te teeke
nen en Paris maakte van de omstandig
heden gebruik om naar een der wijk-
oomité's te loopen, die in deze rumoerige
dagen do geschillen tusschen de burgers
beslechtten. Daar deed hij het voorkomen
ais had hij haar geld geleend, dat zij niet
wenschte terug te betalen; als ontkende
zij zelfs alle schuld. Voor het wjjkoomité
gebracht, bestreed zij'de beweringen van
Paris; toen men haar niet op haar woord
geJooven wilde, kon zij, de in aristocratie
opgevoed© aristocrate, zich niet weerhou
den. te vragen: „Haar ben ik hier dan in
een hol van dieven en roovers?" Die uit
drukking, op,gevat als minachting jegens
het comité, kwam haar duur te staan,
kostte haar een maand gevangenisstraf.
Mep trachtte Bailly, den moedige maire
van Parijs, voor haar zaak te winnen,
maar hij had de handen ook niet vrij en
het eenige wat hij: kon doen, was haar
straf verzachten. Zij bracht haar maand in
de gevangenis de la Force door; zag na
haar vertrek uit de gevangenis haar moe
der en ging vervolgens op weg om te
trachten haar recht te vinden.
Zoo klopte zij op 17 October 1791, ge
heel in het zwart gekleed1 en het gelaat
door een sluier bedekt, aan <jjp poort van
het kasteel van de Ohampignelles, onge
veer negen mijlen van Auxère verwijderd,
aan; aan de poort dus van het kasteel,
waarin zij zelf was opgevoed. De con
ciërge antwoordde haar, dat zijn meester
hem had verboden iemand te laten binnen
treden zonder voorafgaand verlof, door
hem geteekend. „Maar Saint Loup, her
ken je me dan niet", vroeg de markiezin,
terwfil zij hakr sluier oplichter, „ik ben je
vroegere meesteres." De man, die zijn or
ders had, veinsde haar niet te herkennen;
herkende haar wellicht ook niet en dwong
haar den ingang te veriaten. Den volgen
den dag, na in den herberg den nacht te
hebben doorgebracht, was zij in die kerk;
zij bad er voor de graven van haar ouders,
en reeds daardoor trok zij de opmerk
zaamheid van velen tot zich. Menigeen
der kerkgangers wierp een verstolen blik
op haar en werd getroffen door haar ge
lijkenis met de markiezin de Douhault,
die de brave dorpsbewoners allen inder
daad overleden dachten. Het praatje ging
van mond tot mond; toen zij de kerk ver
liet, ging zij door een rij van belangstel
lende toeschouwers. Haar sluier had zij
opgelicht, want het was in haar belang,
herkend te worden door zoovélem als
slechts mogelijk waa En daaraan ontbrak
het waarlijk niet.
Wat nu antwoordde de Champlgnelles
op de tot hem gerichte uitnoodiging om
zich voor het plaatselijk gerecht te St
Fargeau gevestigd, te komen verantwoor
den? Voorioopig niets, omdat do wette
lijke vormen van dien tijd, die men nog
volledig in acht nam, voorschreven, dat
eerst d'e eischerel in een zoodanige zaak
nauwkeurig moest worden ondervraagd.
Nu moet worden opgemerkt, dat in zoo
verre het proces van de markiezin de Dou-,
haufct niet ais een aanklacht tegen de
rechtspraak dier tijden mag gelden, wijl
zij zich op haar verdediging slecht had
voorbereid en in de verschillende instan
ties ook over slechte verdedigers beschik
te. Na herkend te zijn door een groot aan
tal betrouwbare getuigen, werd zij door
het gerecht aan een reeks van niet minder
dan 115 vragen onderworpen; vragen, die
slechte door de markiezin de Douhault en
moeilijk door een bedriegister op bevredi
gende wijze konden worden beantwoord.
Maar daarbij beging zü eene vergissing,
te verstaan wanneer men bedenkt wat zij
in de laatste jaren had doorgémaakt, maar
niettemin als een onvergeeflijke fout te
beschouwen. De Ghampignelles toch had
gezegd' in baar slechte te herkennen een
zekere Anne Buirette, gehuwd met een
zekeren Baudin, die naar zijn zeggen op
3 Januari 1786 de Salpetrière zou zijn bin
nengetreden. En in antwoord! op de haar
gestelde vraag, wanneer zij de'Salpetrière
had betreden, nam de markiezin dezen
datum over. Een ieder kon gevoelen, dat
de datum onjuist, moest zijn, want eerst
aan het einde van 1787 was zij naar Parijs
vertrokken; een ieder had haar hier te
Auxère en omgeving zien rondloopen; was
zij werkelijk een oplichtster, dan was het
haar, blijkbaar in het bezit geraakt van
zoovele intieme bijzonderheden, niet
moeilijk gevallen om ook op de hoogte van
deze, algemeen bekende, bijzonderheid te
komen.
Maar de rechters oordeelden niet aldus;
de Champlgnelles oefende groote macht
in zijn omgeving uit, en het is meer voor
gekomen, in die tijden en later, dat men
het zekere voor het onzekere nam. Zij za
gen in het antwoord op de betreffende
vraae het zeker bewijs, dat deze vrouw
de markiezin de Douhault niet kon zijn;
zij onderzochten niet verder of zij dan
Anna Buirotte was of niet, maar kenden
haar de vordering niet toe. Zoover ging
men op grond uitsluitend van dit ant
woord, dat men aan haar eisch om de
Champlgnelles in verhoor te nemen, niet
trad. Integendeel, tegen haar werden aan
gevoerd brieven, aan den graaf de Oham
pignelles geschreven door "den priester,
die1 de markiezin bij haar einde zou heb
ben bijgestaan; brieven, welke notabene
niet in originali werden overgelegd en die
aan de tegenpartij, dus aan de markiezin,
niet werden getoond. Tegen haar werden
ook aangehaald brieven, die zfi z.n. aan
een har er vriendinnen zou hebben ge
schreven en die een zoodanige spelling
verrieden, dat zij onmogelijk van de mar
kiezin de Douhault afkomstig konden zijn,
met welke, toch waarlijk ln dit prooes niet
onbelangrijke, stukken op gelijke vrijze
gehandeld werd. De commissaris van den
koning bij de rechtbank, als hoedanig de
heer Moreau de Fouraeaiu fungeerde, liet