Hotel „BÉLLEVUE"
DINERS
HELOERSCHECOURANT
Tweede Blad.
GEMENGD NIEUWS.
W. J. M. SCHOUTEN.
KOOPMANS',™, BOEKWEITEGORT
VAN ZATERDAG 8 NOVEMBER 1924.
'AMSTERDAMSCHE BRIEVEN.
Ingezonden mededeellng.
Een dubbel ongeluk.
a Moord.
Valsche ban bil Jetten van f 40.
Inbraak In het kantoor der Nederlandsche
Bank te Kampen.
Ingezonden Mededeellng.
Overspannen zenuwen
Poging tot doodslag.
Ingezonden Mededeellng.
Café Restaurant
HELDER. Telef. 49.
f 1.50 per couvert.
MENU op Zondag 9 November a.s.:
Bezoekt ons Concert
op a.s. Zondag van 8'/j tot 11 uur.
Grenslncldemtje.
Een zeilschip zonder zeilen.
OOST-INDIE.
De Zeemeeuw.
Ingezonden Mededeellng.
De strijd tegen de vrouwelijke IJdelheden. De zee in stad.
Schoonschip. Vooruitzichten.
Het merkwaardige, en dikwijls aan
trekkelijke, in.de vrouw is haar
veelkantigheid, die het haar mogelijk
maakt zich in de meest uiteenloopende om
standigheden des levens te verplaatsen en
er haar goed recht te verdedigen.
Er was een tijd, die van de suffra
gettes, dat de situatie des levens zóó
was, dat er door de vrouwen gestreden
moest worden voor de verovering van
maatschappelijke rechten, tot dan uitslui
tend en alleen het monopolie van den man
en dat deze strijd het er op nahouden van
min of meer mannelijke allures noodzake
lijk maakte. Het zwakke geslacht vatte de
zaak met vuur aan en schoot met ongeken
den ijver mannelijke jassen, mannelijke
boorden en mannelijke manchetten aan
terwijl het op mannelijke wijze met dikke
wandelstokken vensterruiten en politie'
agenten bewerkte.
Daarna kwam de tijd, waar we nóg in
leven, dat de vrouw in het maatschap
peljjk leven een vaste plaats innam en dat
er gestreden moest worden om in dat leven
wat gratie, wat poëzie en, haars inziens
waarschijnlijk óók, wat.... verleiding te
brengenDies werd fluks, met bekoor
lijken zwaai, rechts-omkeert gemaakt, wer
den de mannenjassen, de wandelstokken,
de manchetten en de boorden aan den op
kooper vermaakt en verschenen de lage,
lagere en laagste halsjes, de korte, kortere
en kortste rokjes en, ten laatste de bobbed'
hair-oftewel de jongenskopjes.... En met
evenveel vuur en toewijding als er, nog
kort geleden, geloerd werd op strenge orde
bewaarders en al te tergend-solide venster
ruiten, wordt er thans, vanachter de
schrijfmachine of vanover 't copieboek
gelonkt naar een strengen chef of een
te tergend-soliden mannelijken collega.
Wij, mannen, leeren het nooit....: de
juiste methode in den strijd-der-sexen, be
doel ik. We zijn er te plomp, niet lenig
genoeg voor. Want ziet, terwijl wij nog
maar altijd de excessen van die eerste, suf
fragette-periode aan het bestrijden waren
en het onvrouwelijke in de vrouw tot een
stokpaardje-van-aanfluiting maakten, be
merkten wij te laat, dat de slinger van het
vrouwelijk aanpassingsvermogen al lang
weer bezig was, in angstige mate, naar de
andere zijde uit te slaan.En, nu het te
laat is, komen we natuurlijk met schrik
met draconische verbodsbepalingen en
maatregelen aandragen.
Eerst het verbod van de Spoorwegen
tegen de lage blousjes achter de. loketten,
daarna bij de Post en bij andere instel
lingen en nu dan dezer dagen de oekase
van de directeuren van Wilhelmina- en
Binnengasthuis hier ter stede aan de ver'
pleegsters, waarbij hun verboden wordt
page-haar te dragen.... Intusschen: of
deze laatste oekase zóó maar zonder meer
gehandhaafd kan blijven, is zeer de vraag,
Het raadslid Mevr. Tilanus zal het eerst-
daagsch op het Prinsenhof voor haar, met
ouderwetsch lang-haar bedreigde zusteren
opnemen en we mogen dus vooruitzien
naar een aangenaam coiffeurs-debat in den
Gemeenteraad, wat ter afwisseling van de
hoogere politiek aangenaam kan zijn. De
Euriteinsche gasthuisdirecteuren gronden
un verbodsbepaling op de instructie,
waarbij aan de verpleegsters „een eenvou
dige haardracht" wordt voorgeschreven
Ook moeten zij zich, naar de opvatting de
zer directeuren, van alle wereldsche ijdel-
heden afzijdig houden. Maar dit laatste is
slechts een „opvatting". Wettelijk vastge'
legd werd alleen die „eenvoudige haar
dracht". En, waar de page-kop toch moei
lijk niet eenvoudig kan genoemd worden,
daar staan o. i. de directeuren buitenge
woon zwak in hun juridische schoenen.
Maar of dan al deze en dergelijke ver
bodsbepalingen tenslotte doorgaan, ik
vrees met groote vreeze, dat we ook nü
al weer tegen windmolens vechten en dat
de vrouwen al lang weer bezig zijn naar
nóg een andere zijde „uit te slaan".
We zien het alleen, in mannelijke on-
noozelheid, nog niet en wachten in duizend
angsten af wat ons nu weer voor excessen
bedreigen.
Zóó hulpeloos als tegenover de vrouw
staan we gelukkig tegenover de elementen
niet.We kunnen ons tegen hen althans
ten deele beschermen en, wordt het èl te
bar, zóó dat de gemiddelde mensch geen
uitkomst meer weet, dan zijn er altijd nog
een handjevol moedigen, een aantal stoere
mannen, die hun leven in de waagschaal
stellen om aan water en wind hun slacht
offers te ontnemenIk spreek natuur
lijk van de bemanning der reddingbooten.
In een Heldersch blad behoef ik over hen
niet uit te wijden. Men kent hen en leeft
in hun omgeving. Men heeft er, nabij, de
zee en alles wat daarbij behoort: de doe
ning van visschers en andere zeevarenden,
teerlucht, het flitsen van vuurtoren
lichten, het geluid van de stoomfluiten in
de verte.... Vooral nü, tegen den winter,
in het aangevangen seizoen, dat allerhande
steedsche, welomsloten gezelligheid biedt,
lijken ons, hier in de hoofdstad, deze din
gen vèr en raakt men aan het vergeten.
Maar Woensdag j.1. waren zij plotseling
weer dicht om ons heen. De stad stond dien
dóg in het teeken der zee: een suggeree-
rend symbool in den vorm van een red
dingboot bemand met een aantal verweerde
en zwaar beridderorde helden werd door de
straten getrokken en zwermen kweek
school-leerlingen botsten met vlaggetjjes
en insignetjes en.... offer-busjes tegen
u op.ik heb wel eens kwaad gesproken
van straat-collectes; ik heb die altijd weer-
keerende vlaggetjes en bloempjes en
klompjes, mitsgaders de mannelijke en
vrouwelijke collectanten wel eens naar de
weerlicht gewenschtl Maar dit, deze col
lecte deed veel ergernis van vroeger ver
geten en met vreugde heb ik geofferd.
Ik geloof dat het velen, zéér velen zoo ver
gaan is, en dat de Zuid- en Noord-Holland-
sche en Zuid-Hollandsche Reddingsmaat
schappijen pleizier van hun initiatief, om
op deze wijze het zeeliedenfonds te verster
ken, hebben beleefd. Vergis ik me niet,
dan is dit een van de meest geslaagde col
lectes geweest, ooit in de hoofdstad ge-
houdeti....
Om van het zeemans-leven met zijn wijde
verschieten terug te komen tot.... de
Amsterdamsche Gemeentebegrooting en
het daarbij behoorend cijfer-bachanaal kost
moeite, ook al is dit laatste onderwerp dan
niet heelemaal zonder.... verschieten. De
overgang wordt wat verzoet als we dan
eerst maar even wijzen op het goede voor
nemen van B. en W., medegedeeld in de
Memorie van beantwoording op het ver
slag der afdeelingen van den Gemeente
raad, om, in navolging van den zeeman, al
lereerst aan dek schoon schip te houden.
Vooral 't aanstaande jaar, tijdens de Raads
verkiezingen, voorzien zij een gruwelijke
vervuiling door middel van aanplakbiljet
ten, trottoir-spreuken, enz., enz. En, waar
zij mede van oordeel zijn, dat het „voor de
burgerij niet wenschelijk is nog langen tijd
na den dag der verkiezingen op dergelijke
propaganda-lectuur te moeten kijken",
daar trekken zij nu alvast een 500 gulden
uit voor de generale verkiezings-schoon-
maak, opdat het Koggeschip onder de
nieuw-gekozen stuurlieden dadelijk weer
schoon kan uitvaren. Niet alleen uiterlijk,
ook innerlijk, in de financleele ingewan
den der Gemeente, zal, aldus B. en W., in
1925 sclioon schip gemaakt worden. De Be
grooting voor dat jaar sluit en „steekt gun
stig af b'ij haar onmiddellijke voorgang
ster". Voor te groot optimisme meenen B.
en W. echter te moeten waarschuwen; zij
geven enkele posten aan die h. i. nog méér
zullen slinken (zoo, in de eerste plaats, de
inkomstenpost uit de belasting op de pu
blieke vermakelijkheden) en verklaren dan,
zooals na deze afkoelende douche te ver
wachten viel, dat „er vooralsnog geen aan
leiding bestaat den belastingdruk te ver
minderen". Inmiddels philosofeeren zij dan
tóch nog even door over de vraag, welke
belasting, mocht in de toekomst tenslotte
eindelijk eens wèl zulk een aanleiding be
staan, het eerst voor verlaging in aan
merking zou komen.... Blijkbaar is dit
philosofietje voornamelijk bedoeld om de
tegenstanders van de Zakelijke Belasting
op het Bedrijf eens even op hun plaats te
zetten; immers B. en W. verklaren, dat dan,
in dat eventueele geval, allereerst aan de
Inkomstenbelasting moet gedacht worden,
dan, ten tweede, aan de Personeele Be
lasting en tenslotte, na vooraf waar
schijnlijk nog „een heele tijd niks", aan
genoemde Zakelijke Bedrijfsdito.
Verder worden drie stevige pleidooien
in deze Memorie op touw gezet: één voor
het Georganiseerd Overleg (waarvan men
de beraadslagingen, zooals enkele Raads
leden wèl verlangden, ook in den vervolge
niet openbaar zal maken); één voor het
goed recht van het plaatsen van Gemeente-
leeningen in het buitenland, op oogenblik-
ken dat de vaderlandsche geldmarkt weinig
lust heeft de noodzakelijke nieuwe uitgifte
op te nemen; en één voor een rechtvaar
diger financieele regeling tusschen Rijk
en Gemeenten.
Bij de openbare behandeling in den Raad
komt een en ander natuurlijk *nog eens
ampel ter sprake.
Aan een woning aan den Amstel te Am
sterdam waren Woensdag twee glazenwas-
schers bezig met het schoonmaken van de
glazen. Bij het opbrengen van een ladder,
voor dat bedrijf noodig, stootte een der
mannen tegen een deel van de gevelver-
siering, die niet al te degelijk tegen een
stoot bestand was. Een hardsteen-en bloem
pot tuimelde naar beneden en trof een der
glazenwasschers. De man viel door een
ruit en werd ernstig verwond.
De intusschen verder omlaag suizende
bloempot viel een en-gelukkigen loopjon
gen op zijn voeten. Beide slachtoffers van
den bloempot zijn per zieken-aut» maar
het Binnengasthuis vervoerd.
Zoo komen de ongelukken in de wereld.
Te Nieuwolda (Gron.) heeft Woensdag
KI. B. in een vechtpartij Tj. van G. ern
stig met een hletenimes in het hoofd ge
sneden. Van G. is dadelijk naar het zie
kenhuis te Groningen vervoerd. Zijn toe
stand moet hopeloos zijn. De dader is ge
arresteerd.
De rechtbank te Amsterdam heeft M. A.
62 jaar, boekdrukker en G. G., 37 jaar,
lavenarbeider, schuldig verklaard aan het
namaken en vervaardigen van valsche
bankbiljetten van 40; G. G. voornoemd,
en H. W. D., 80 jaar, los-werkman, aan
iet uitgeven van de valsche bankbiljetten.
Het O. M. had fi jaar gevangenisstraf te
gen ieder geëischt. De rechtbank heeft K.
en G. tot 3 jaar en D. tot l1/, jaar gevan-
gevangenisstraf gestraft.
In den nacht van 25 op 26 November
1923 werd in het kantoor van het agent
schap der Nederlandsche Bank te Kam
pen een hoeveelheid- papiergeld, zilver
geld en bons ontvreemd tot een bedrag
van ongeveer 79.000.Donderdag
stond voor de rechtbank te Zwolle terecht
de 34-jarige koopman W. N., te Amster
dam, thans gedetineerd, die tijdens den
diefstal in de nabijheid van het gebouw de
wacht heeft gehouden.
Bekl. ontkent alles, -geeft evenwel, op
aandringen van den president der recht
bank, een omstandig verhaal van het voor
gevallene. Hij doet dit om de anderen te
kunnen bezwaren, daar dit, volgens hem,
een zoodje is. Hij heeft destijds een geheel
andere verklaring afgelegd, waarop hij
thans terugkomt.
Uit bekl. verhaal blijkt, dat hij met
eenige anderen te Amsterdam de inbraak
beraamden. De heeren zijn er voor naar
Kampen gegaan, doch dien avond- mis
lukte het fraaie plan. volgens zeggen van
een der daders, een zekeren Goseling, om
dat de sleutel niet paste. Zij zijn toen naar
Amsterdam teruggegaan, doch lieten de
gereedschappen in Kampen achter. Zij
zouden d-e volgende week terugkomen,
doch in dien tusschentijd had Goseling de
gereedschappen noodig (1). Deze werden
hem gezonden in een zak met hoeden. D.e
volgende week zijn zij weer gegaan, maar
ook toen kwam er niets van omdat er
steeds iemand op het pleintje liep, die hen
verdacht scheen te vinden. Er is verder
niets afgesproken.
•Hierop zijn zij 's Zondags per auto ge
gaan; een paar anderen hadden zich bij
hen aangesloten, een van dezo had die
week een auto gekocht. Maar daar Max
Meijer, van wien de auto was, in Kampen
den weg niet kende, reed hij aldaar tegen
een huis op. Weder zijn zij met de boot te
ruggegaan.
Een week Tater sprak de bekl. er op het
Waterlooplein te Amsterdam met verschil
lende betrokkenen over en zij begrepen
niet, waarom de anderen er van af hadden
gezien.
Bekl meende evenwel, dat men het nog
maals probeeren moest. Na dien tijd heeft
hij niemand meer gesproken, tot op een
Maandag Goudsmit met een blij gezicht
bij hem kwam en hem 1100.— neertelde
in bankjes. Toen bekl. hem vroeg waar
voor dat was, zeide hij met gokken een
mooien slag te hebben geslagen. Bekl. ge
loofde dat, nam het geld aan, en las des
avonds in de courant van de inbraak.
Ik ben dadelijk naar Goudsmit gegaan,
want ik voelde dat ik voor de mal gehou
den was. Ik zei dit tegen hem en vroeg
mijn aandeel van het geld. Goudsmit ont
kende pertinent, dat het geld van de in
braak was. Wel zou hij mij bekennen, dat
hij 's nachts 1000 meer gewonnen had,
en hij gaf mij nog f 500. Ik pakte het aan,
want of het van gokken of van die inbraak
was. in elk -geval kwam het mij toe.
Bekl. wilde met de 1600 in vet gaan
handelen. Hij verhaalt verder hoe hij drie
maanden later op het politiebureau moest
komen en daar de verklaring las van
Brand, dat hij op een der hoeken wacht
hield. Bekl. was ontstemd over het doen
en laten van Gou-dsmit, die niet alleen de
Nederlandsche Bank, maar ook spr. had
bestolen door hem zijn rechtmatig aandeel
in de winst te onthouden.
Een andere, minder omslachtige verkla
ring, afgelegd tegen den inspecteur van
politie van Slobbe te Amsterdam, luidt ge
heel anders; hierin wordt een omstandig
verhaal gegeven van de wijze waarop de
inbraak geschiedde.
In het najaar 1923 waren Goudsmit, Van
der Heijden, Max Maijer en bekl., met de
auto van Maijer ongeveer 5 uur uit Am
sterdam vertrokken.
Om elf uur 's avonds waren zij bij Kam
pen. Max vond het beter een eind buiten
Kampen te blijven. Met hun drieën waren
zij naar de stad geloopen, naar Brand zijn
woning. Brand, Van der Heijden en Goud
smit gingen een 10 minuten weg om de
gereedschappen uit het pakhuis van
Brand te halen. Daarna gingen Van der
H., G. en bekl. op stap. Brand bleef thuis.
Met z'n drieën waren zij; naar de school
gegaan. In het kolenhok stond een ladder.
Zij zagen geen kans om over den zolder
het bankgebouw binnen te komen. Zij zijn
nog op de binnenplaats geweest, hebben
den ladder tegen den muur gezet, maar 't
lukte niet
Met z'n drieën zijn zij terug gegaan naar
de woning van Brand. Daar werd besloten
hebben een kalmeerend en zenuwsterkend
middel noodig. Mijnhardt's Zenuwtablet
ten beantwoorden volkomen aan dit doel.
Koker Tfc et. Bij apoth. en drogisten.
het aan den- voorkant te probeeren. Branc
moest mee en heeft op wacht gestaan bi,
de kazerne; bekl. op den hoek van he\
steegje. Van der Heijden en Goudsmit
gingen aan het breken.
Max Maijer kreeg 800 voor zijn on
kosten-, het overige weid in 7 porties ver
deeld. Ieder kreeg 8400. V. d. Heijde
nam de portie voor. Jan Goseling mee.
W|j hadden elk veel meer moeten heb
ben, maar dat overige heeft Goudsnüt ach
terover gedrukt
De officier begint hulde te brengen aan
die Kamper en Amsterdamsche recherche,
wien het eindelijk gelukt is, de draden in
handen te krijgen. Het lijvig dosuier toont
aan, dat er heel wat werk aam vast heoft
gezeten. De zaak is duidelijk -en klaar als
glas. In d-e verklaring van bekl. komen
tal van bijzonderheden voor, die hij niet
kon weten, -uit de verklaring van Brand.
Hij heeft hier nu een onmogelijk verhaa"
gedaan, maar de herroeping van zijn be
kentenis wordt daardoor niet aannemelijk
gemaakt. Hij q^emt deze houding aan, om
dat hij er voordeel in ziet voor zichzélf
of voordeel voor anderen. De bekentenis
van bekl. v-oor den recbter-commissaris
wordt door tal van aanwijzingen bevestigd.
Wat hem -ten laste is gelegd, i-s voldoende
wettig ein overtuigend bewezen. Wat de
strafmaat betreft, kan hij niet eenige aan
spraak op eenige clementie doen gelden.
Hij heeft aanvankelijk actief aan het op
touw 'zetten van de inbraak meegewerkt,
hij heeft een behoorlijke portie van de op
brengst gehad, dan dient hij ook even
eens behoorlijk gestraft te worden.
Geëischt wordt vier jaar gevf.vgenis-
straf.
De verdediger bepleit vrijspraak op
grond van de herroeping der eerste beken
tenis, waarvoor z.L aannemelijke gronden
aanwezig zijn.
Uitspraak 20 <jezer.
Vervolgens stonden terecht Philip
Goudsmit en- G. E. van der Heijden, bij
welke zaak de reeds veroordeelde Brand
als getuige fungeert. Deze Brand ver
klaart allerlei dingen, die den verdediger
van bekl. doet uitroepen:
„Niet lang geleden beeft- getuige in deze
zaal toen hij-zelf bekl. was, heel anders
verklaard. Toen heeft hij alles ontkend.
Waarom is zijn houding nu anders?"
Get.: „Er heeft eens een R. O. tegen me
gezegd: „als bekL mag je -zooveel liegen
als je wfi, maar als getuige moet je de
waarheid spreken." Daar heb ik me altijd
aan gehouden."-
BekL Goudsmit ontkent alles, wat Brand
over hem vertelt; hij is in November niet
in Kampen geweest. Het doel van Brand
is hem aan- de galg te helpen, dat heb je
van zoo'n eersten schurk, je grootste vij
and, fe wachten.
Tegen deze beide bekL wordt zes jaar
geëischt. Ook hiervoor is de uitspraak op
20 dezer bepaald.
Donderdag heeft zich voor de rechtbank
te Amsterdam te verantwoorden gehad de
78-jarige H. de V., laatstelijk zonder
beroep en zonder vaste woonplaats, ter
zake van poging tot doodslag op drie
personen, op wie hij in den nacht van 14
op 15 Juli revolverschoten loste, met het
gevolg dat slechts een, in den arm, ge
troffen werd.
Beklaagde werd in 1915 veroordeeld
tot 1 jaar en 9 maanden gevangenisstraf
wegens poging tot zware mishandeling
met voorbedachten rade, gepleegd op zijn
echtgenote. In 1918 huwde hij met zijn
tegenwoordige echtgenoote, de nu 61-jarige
D. v. G.
Dit huwelijk kenmerkte zich door
tweespalt. Beklaagde dronk sterk en
mishandelde de vrouw, en de buren, die
in hetzelfde perceel woonden als zij,
Laurierstraat 220, ondervonden veel last
van de oneenigheden tusschen de echte
lieden, totdat een tijdperk van rust intrad,
toen beklaagde opgenomen werd in het
gesticht de Dolder.
Na zijn ontslag begon de onrust opnieuw.
Beklaagde 's echtgenoote wilde niets
meer met haar man te doen hebben. De
beklaagde echter kwam herhaaldelijk
kabaal maken en trachtte zich den toegang
tot de woning van zijn echtgenoote te
verschaffen, zoodat de buren, die de vrouw
in bescherming namen, voortdurend op
hun quivive moesten zijn, teneinde een
overval te voorkomen.
In den nacht van 14 op 15 Juli ver
voegde beklaagde zich onverwachts aan
de woning en wist toegang tot het trap
portaal te krijgen. De bovenburen werden
gewaarschuwd en snelden ter hulp. Zij
maanden den beklaagde aan zich te ver
wijderen, maar deze weigerde en haalde
een revolver te voorschijn, waaruit hij
twee schoten op de mannen loste, die
evenwel hun doel misten. De mannen
vluchtten naar boven en riepen uit het
raam om politiehulp. Een derde schot
loste d. V. op een man die beneden, aan
de deur stond en die op het hulpgeroep
de deur geopend had.
Toen de beklaagde na zqn arrestatie
gefouilleerd werd, bleèk hij in het bezit
te zijn van een deugdelijke revolver
waarop 6 patronen. Drie patronen waren
afgeschoten, twee waren geketst. Een
patroon was. nog in goeden toestand.
Beklaagde zeide niet geschoten te heb
ben. Er was integendeel op hem-zelf
geschoten. Hij blijkt vijfmaal gehuwd te
zijn geweest. Zijn tegenwoordige echtge
noote deelde mede, dat beklaagde op den
eersten dag van het huwelijk haar alleen
naar huisliet gaan en daarna smoordronken
thuis kwam. Zij beklaagde zich hevig
over de vreeselijke mishandelingen, die
zij van haar echtgenoot moest ondergaan.
Het O. M., wees er in zijn requisitoir
op, dat beklaagde naar de woning ging
met het opzet om zijn vrouw te dooden.
De voorgenomen moord veranderde in
een poging tot doodslag, toen hij op de
drie personen, die hem in den weg traden,
de revolver afschoot, welk wapen bestemd
was geweest om zijn vrouw te dooden.
Spreker achtte met het oog op de ge-
Tomatensoep
Biefstuk v. d. Haas
la Jardlnlère
Versche Aardappelen
Cabinetpuddlng
Men vrage bij ons aan een bonboekje,
geldende voor 10 dinérs. Prijs per bon
boekje f 13.50. Geldigheidsduur onbepaald.
Diners eiken dag verkrijgbaar, volgens
Menu van den dag.
WIJ zorgen voor populaire muziek.
vaarlijkheid van den beklaagde een zware
straf noodzakelijk en eischte veroordeeling
tot 10 jaren gevangenisstraf, ter zake
van poging tot doodslag, tweemalen ge
pleegd.
Aam de grens bij Eede (Zeeland), heeft
zich een incidentje voorgedaan. Een Ne
derlander, die in België nog iets op zijn
kerfstok schijnt te hebben, bevond zioh op
ongeveer 10 meter van de grens op Ne-
derlap-dsch grondgebied.
Plotseling werd hij aangegrepen door
een Belgischen douanebeambte in burger-
kleeding die hem over de grens trachtte
te brengen. Toen de aangevallene zich
bleef verzetten, kwam een tweede douane
te hulp. De Nederlander wist zich aan een
grenspaal' vast te klampen en enkele per
sonen uit een café kwamen te hulp. De
Belgen lieten den man toen los en verdwe
nen. De politie stelt een nader onderzoek
in.
In verband met het bericht betreffende
proefnemingen met een door windkracht
bewogen schip zonder zeilen (zie de Held.
Crt. van Dinsdag 4 Nov.) heeft de „Tele
graaf' zioh tot den heer Flettner gewend,
om -hem zelf over zijn uitvinding te hoo-
ren. Het is nog maar een jonge man, die
zioh na den oorlog in Nederland vestigde,
daar hij er op rekende, in ons land ge
makkelijker steun voor zijn pogingen op
Aero-dynamisch -gebied te zullen vinden,
Dat was inderdaad het geval. De heer A.
W. Kröller van de firma W. N. Müller
Oo. interesseerde zich voor zijn pogin
gen en verleende hem ruimen steun. Door
den heer Kröller kwam hij met de firma
Wilton te Rotterdam in verbinding. De
scheepvaart ondernemingen, die tot deza
groep -behooren hebben daarop tezamen
het Instituut voor Aero- en Hydro-dyna-
miek op de Raguli-ersgradht gesticht De
heer Flettner roemde zeer de -belangstel
ling, welke zijn arbeid in Nederland alge
meen heeft ondervonden. Hij zeide, dat
hij in Nederland' het eerst op het denk
beeld van het Flettner-roer was -gekomen
door observatie van de wijze,, waarop in
Nederland de kracht van den wind voor
allerlei doeleinden wordt aangewend. Te?
zam-en met de firma Müller stichtte hij
de Flettner Scheepsroermakerij, die het
nieuwe -model scheepsroer maakte. Deze
uitvinding vond in Nederland bijval en-
werd o.a. op een- van onze oorlogsschepen
toegepast. Op het oogenblik zijn reeds
tweehonderd Flettner-roeren in gebruik.
Het nieuwe Flettner-schip, dat den
naam van rotorsohip ontving, is gebouwd
volgens dezelfde grondslagen ais het
Flettner-roer.
In de plaats van masten en zeilen heeft
het twee zeer hooge drie meter dikke
glSdde metalen walsen of cilinders. Deze
cylinders draaien met een snelheid- van
honderd omwentelingen in de minuut en
ontwikkelen daarbij een vijftien maal
groor effect dan met zeilen, die -aan de
masten bevestigd geweest zouden zijn,
het geval was geweest.
In het begin van dit jaar heeft de heer
Flettner voor een aantal -genoodigderg
onder wie president Ebert en de directeu
ren van de -groote industrleele onderne
mingen zijn systeem uiteengezet. Aan de
genoodigden was evenwel om -geheimhou
ding verzocht. De firma Rrupp -bood hem
haar medewerking aan. In Duitschland
werkte hij- hoofdzakelijk met het Aëro
dynamisch Instituut te Göpplngen samen.
Zijn voornaamste wetenschappelijk steun
punt is echter Amsterdam gebleven.
De heer Flettner deelde mede, dat het
in -zijn bedoeling ligt, in Nederland een
grooten rotortoren op het land te bouwen,
die naar het 'beginsel der windmolens
kraoht voor de industrie zal leveren.
Eerstdaags zal te Soerabaja het gouver-
nements-stoomsohip Zeemeeuw te water
gelaten worden. De kosten van -het sohip
bedroegen een half millioen gulden.
blank van kleur, heerlijk van smaak.
GEBRUIKSAANWIJZING OP tui PAK.