Hotel „BÉLLEVUE" DINERS HELOERSCHECOURANT Tweede Blad. GEMENGD NIEUWS. W. J. M. SCHOUTEN. KOOPMANS',™, BOEKWEITEGORT VAN ZATERDAG 8 NOVEMBER 1924. 'AMSTERDAMSCHE BRIEVEN. Ingezonden mededeellng. Een dubbel ongeluk. a Moord. Valsche ban bil Jetten van f 40. Inbraak In het kantoor der Nederlandsche Bank te Kampen. Ingezonden Mededeellng. Overspannen zenuwen Poging tot doodslag. Ingezonden Mededeellng. Café Restaurant HELDER. Telef. 49. f 1.50 per couvert. MENU op Zondag 9 November a.s.: Bezoekt ons Concert op a.s. Zondag van 8'/j tot 11 uur. Grenslncldemtje. Een zeilschip zonder zeilen. OOST-INDIE. De Zeemeeuw. Ingezonden Mededeellng. De strijd tegen de vrouwelijke IJdelheden. De zee in stad. Schoonschip. Vooruitzichten. Het merkwaardige, en dikwijls aan trekkelijke, in.de vrouw is haar veelkantigheid, die het haar mogelijk maakt zich in de meest uiteenloopende om standigheden des levens te verplaatsen en er haar goed recht te verdedigen. Er was een tijd, die van de suffra gettes, dat de situatie des levens zóó was, dat er door de vrouwen gestreden moest worden voor de verovering van maatschappelijke rechten, tot dan uitslui tend en alleen het monopolie van den man en dat deze strijd het er op nahouden van min of meer mannelijke allures noodzake lijk maakte. Het zwakke geslacht vatte de zaak met vuur aan en schoot met ongeken den ijver mannelijke jassen, mannelijke boorden en mannelijke manchetten aan terwijl het op mannelijke wijze met dikke wandelstokken vensterruiten en politie' agenten bewerkte. Daarna kwam de tijd, waar we nóg in leven, dat de vrouw in het maatschap peljjk leven een vaste plaats innam en dat er gestreden moest worden om in dat leven wat gratie, wat poëzie en, haars inziens waarschijnlijk óók, wat.... verleiding te brengenDies werd fluks, met bekoor lijken zwaai, rechts-omkeert gemaakt, wer den de mannenjassen, de wandelstokken, de manchetten en de boorden aan den op kooper vermaakt en verschenen de lage, lagere en laagste halsjes, de korte, kortere en kortste rokjes en, ten laatste de bobbed' hair-oftewel de jongenskopjes.... En met evenveel vuur en toewijding als er, nog kort geleden, geloerd werd op strenge orde bewaarders en al te tergend-solide venster ruiten, wordt er thans, vanachter de schrijfmachine of vanover 't copieboek gelonkt naar een strengen chef of een te tergend-soliden mannelijken collega. Wij, mannen, leeren het nooit....: de juiste methode in den strijd-der-sexen, be doel ik. We zijn er te plomp, niet lenig genoeg voor. Want ziet, terwijl wij nog maar altijd de excessen van die eerste, suf fragette-periode aan het bestrijden waren en het onvrouwelijke in de vrouw tot een stokpaardje-van-aanfluiting maakten, be merkten wij te laat, dat de slinger van het vrouwelijk aanpassingsvermogen al lang weer bezig was, in angstige mate, naar de andere zijde uit te slaan.En, nu het te laat is, komen we natuurlijk met schrik met draconische verbodsbepalingen en maatregelen aandragen. Eerst het verbod van de Spoorwegen tegen de lage blousjes achter de. loketten, daarna bij de Post en bij andere instel lingen en nu dan dezer dagen de oekase van de directeuren van Wilhelmina- en Binnengasthuis hier ter stede aan de ver' pleegsters, waarbij hun verboden wordt page-haar te dragen.... Intusschen: of deze laatste oekase zóó maar zonder meer gehandhaafd kan blijven, is zeer de vraag, Het raadslid Mevr. Tilanus zal het eerst- daagsch op het Prinsenhof voor haar, met ouderwetsch lang-haar bedreigde zusteren opnemen en we mogen dus vooruitzien naar een aangenaam coiffeurs-debat in den Gemeenteraad, wat ter afwisseling van de hoogere politiek aangenaam kan zijn. De Euriteinsche gasthuisdirecteuren gronden un verbodsbepaling op de instructie, waarbij aan de verpleegsters „een eenvou dige haardracht" wordt voorgeschreven Ook moeten zij zich, naar de opvatting de zer directeuren, van alle wereldsche ijdel- heden afzijdig houden. Maar dit laatste is slechts een „opvatting". Wettelijk vastge' legd werd alleen die „eenvoudige haar dracht". En, waar de page-kop toch moei lijk niet eenvoudig kan genoemd worden, daar staan o. i. de directeuren buitenge woon zwak in hun juridische schoenen. Maar of dan al deze en dergelijke ver bodsbepalingen tenslotte doorgaan, ik vrees met groote vreeze, dat we ook nü al weer tegen windmolens vechten en dat de vrouwen al lang weer bezig zijn naar nóg een andere zijde „uit te slaan". We zien het alleen, in mannelijke on- noozelheid, nog niet en wachten in duizend angsten af wat ons nu weer voor excessen bedreigen. Zóó hulpeloos als tegenover de vrouw staan we gelukkig tegenover de elementen niet.We kunnen ons tegen hen althans ten deele beschermen en, wordt het èl te bar, zóó dat de gemiddelde mensch geen uitkomst meer weet, dan zijn er altijd nog een handjevol moedigen, een aantal stoere mannen, die hun leven in de waagschaal stellen om aan water en wind hun slacht offers te ontnemenIk spreek natuur lijk van de bemanning der reddingbooten. In een Heldersch blad behoef ik over hen niet uit te wijden. Men kent hen en leeft in hun omgeving. Men heeft er, nabij, de zee en alles wat daarbij behoort: de doe ning van visschers en andere zeevarenden, teerlucht, het flitsen van vuurtoren lichten, het geluid van de stoomfluiten in de verte.... Vooral nü, tegen den winter, in het aangevangen seizoen, dat allerhande steedsche, welomsloten gezelligheid biedt, lijken ons, hier in de hoofdstad, deze din gen vèr en raakt men aan het vergeten. Maar Woensdag j.1. waren zij plotseling weer dicht om ons heen. De stad stond dien dóg in het teeken der zee: een suggeree- rend symbool in den vorm van een red dingboot bemand met een aantal verweerde en zwaar beridderorde helden werd door de straten getrokken en zwermen kweek school-leerlingen botsten met vlaggetjjes en insignetjes en.... offer-busjes tegen u op.ik heb wel eens kwaad gesproken van straat-collectes; ik heb die altijd weer- keerende vlaggetjes en bloempjes en klompjes, mitsgaders de mannelijke en vrouwelijke collectanten wel eens naar de weerlicht gewenschtl Maar dit, deze col lecte deed veel ergernis van vroeger ver geten en met vreugde heb ik geofferd. Ik geloof dat het velen, zéér velen zoo ver gaan is, en dat de Zuid- en Noord-Holland- sche en Zuid-Hollandsche Reddingsmaat schappijen pleizier van hun initiatief, om op deze wijze het zeeliedenfonds te verster ken, hebben beleefd. Vergis ik me niet, dan is dit een van de meest geslaagde col lectes geweest, ooit in de hoofdstad ge- houdeti.... Om van het zeemans-leven met zijn wijde verschieten terug te komen tot.... de Amsterdamsche Gemeentebegrooting en het daarbij behoorend cijfer-bachanaal kost moeite, ook al is dit laatste onderwerp dan niet heelemaal zonder.... verschieten. De overgang wordt wat verzoet als we dan eerst maar even wijzen op het goede voor nemen van B. en W., medegedeeld in de Memorie van beantwoording op het ver slag der afdeelingen van den Gemeente raad, om, in navolging van den zeeman, al lereerst aan dek schoon schip te houden. Vooral 't aanstaande jaar, tijdens de Raads verkiezingen, voorzien zij een gruwelijke vervuiling door middel van aanplakbiljet ten, trottoir-spreuken, enz., enz. En, waar zij mede van oordeel zijn, dat het „voor de burgerij niet wenschelijk is nog langen tijd na den dag der verkiezingen op dergelijke propaganda-lectuur te moeten kijken", daar trekken zij nu alvast een 500 gulden uit voor de generale verkiezings-schoon- maak, opdat het Koggeschip onder de nieuw-gekozen stuurlieden dadelijk weer schoon kan uitvaren. Niet alleen uiterlijk, ook innerlijk, in de financleele ingewan den der Gemeente, zal, aldus B. en W., in 1925 sclioon schip gemaakt worden. De Be grooting voor dat jaar sluit en „steekt gun stig af b'ij haar onmiddellijke voorgang ster". Voor te groot optimisme meenen B. en W. echter te moeten waarschuwen; zij geven enkele posten aan die h. i. nog méér zullen slinken (zoo, in de eerste plaats, de inkomstenpost uit de belasting op de pu blieke vermakelijkheden) en verklaren dan, zooals na deze afkoelende douche te ver wachten viel, dat „er vooralsnog geen aan leiding bestaat den belastingdruk te ver minderen". Inmiddels philosofeeren zij dan tóch nog even door over de vraag, welke belasting, mocht in de toekomst tenslotte eindelijk eens wèl zulk een aanleiding be staan, het eerst voor verlaging in aan merking zou komen.... Blijkbaar is dit philosofietje voornamelijk bedoeld om de tegenstanders van de Zakelijke Belasting op het Bedrijf eens even op hun plaats te zetten; immers B. en W. verklaren, dat dan, in dat eventueele geval, allereerst aan de Inkomstenbelasting moet gedacht worden, dan, ten tweede, aan de Personeele Be lasting en tenslotte, na vooraf waar schijnlijk nog „een heele tijd niks", aan genoemde Zakelijke Bedrijfsdito. Verder worden drie stevige pleidooien in deze Memorie op touw gezet: één voor het Georganiseerd Overleg (waarvan men de beraadslagingen, zooals enkele Raads leden wèl verlangden, ook in den vervolge niet openbaar zal maken); één voor het goed recht van het plaatsen van Gemeente- leeningen in het buitenland, op oogenblik- ken dat de vaderlandsche geldmarkt weinig lust heeft de noodzakelijke nieuwe uitgifte op te nemen; en één voor een rechtvaar diger financieele regeling tusschen Rijk en Gemeenten. Bij de openbare behandeling in den Raad komt een en ander natuurlijk *nog eens ampel ter sprake. Aan een woning aan den Amstel te Am sterdam waren Woensdag twee glazenwas- schers bezig met het schoonmaken van de glazen. Bij het opbrengen van een ladder, voor dat bedrijf noodig, stootte een der mannen tegen een deel van de gevelver- siering, die niet al te degelijk tegen een stoot bestand was. Een hardsteen-en bloem pot tuimelde naar beneden en trof een der glazenwasschers. De man viel door een ruit en werd ernstig verwond. De intusschen verder omlaag suizende bloempot viel een en-gelukkigen loopjon gen op zijn voeten. Beide slachtoffers van den bloempot zijn per zieken-aut» maar het Binnengasthuis vervoerd. Zoo komen de ongelukken in de wereld. Te Nieuwolda (Gron.) heeft Woensdag KI. B. in een vechtpartij Tj. van G. ern stig met een hletenimes in het hoofd ge sneden. Van G. is dadelijk naar het zie kenhuis te Groningen vervoerd. Zijn toe stand moet hopeloos zijn. De dader is ge arresteerd. De rechtbank te Amsterdam heeft M. A. 62 jaar, boekdrukker en G. G., 37 jaar, lavenarbeider, schuldig verklaard aan het namaken en vervaardigen van valsche bankbiljetten van 40; G. G. voornoemd, en H. W. D., 80 jaar, los-werkman, aan iet uitgeven van de valsche bankbiljetten. Het O. M. had fi jaar gevangenisstraf te gen ieder geëischt. De rechtbank heeft K. en G. tot 3 jaar en D. tot l1/, jaar gevan- gevangenisstraf gestraft. In den nacht van 25 op 26 November 1923 werd in het kantoor van het agent schap der Nederlandsche Bank te Kam pen een hoeveelheid- papiergeld, zilver geld en bons ontvreemd tot een bedrag van ongeveer 79.000.Donderdag stond voor de rechtbank te Zwolle terecht de 34-jarige koopman W. N., te Amster dam, thans gedetineerd, die tijdens den diefstal in de nabijheid van het gebouw de wacht heeft gehouden. Bekl. ontkent alles, -geeft evenwel, op aandringen van den president der recht bank, een omstandig verhaal van het voor gevallene. Hij doet dit om de anderen te kunnen bezwaren, daar dit, volgens hem, een zoodje is. Hij heeft destijds een geheel andere verklaring afgelegd, waarop hij thans terugkomt. Uit bekl. verhaal blijkt, dat hij met eenige anderen te Amsterdam de inbraak beraamden. De heeren zijn er voor naar Kampen gegaan, doch dien avond- mis lukte het fraaie plan. volgens zeggen van een der daders, een zekeren Goseling, om dat de sleutel niet paste. Zij zijn toen naar Amsterdam teruggegaan, doch lieten de gereedschappen in Kampen achter. Zij zouden d-e volgende week terugkomen, doch in dien tusschentijd had Goseling de gereedschappen noodig (1). Deze werden hem gezonden in een zak met hoeden. D.e volgende week zijn zij weer gegaan, maar ook toen kwam er niets van omdat er steeds iemand op het pleintje liep, die hen verdacht scheen te vinden. Er is verder niets afgesproken. •Hierop zijn zij 's Zondags per auto ge gaan; een paar anderen hadden zich bij hen aangesloten, een van dezo had die week een auto gekocht. Maar daar Max Meijer, van wien de auto was, in Kampen den weg niet kende, reed hij aldaar tegen een huis op. Weder zijn zij met de boot te ruggegaan. Een week Tater sprak de bekl. er op het Waterlooplein te Amsterdam met verschil lende betrokkenen over en zij begrepen niet, waarom de anderen er van af hadden gezien. Bekl meende evenwel, dat men het nog maals probeeren moest. Na dien tijd heeft hij niemand meer gesproken, tot op een Maandag Goudsmit met een blij gezicht bij hem kwam en hem 1100.— neertelde in bankjes. Toen bekl. hem vroeg waar voor dat was, zeide hij met gokken een mooien slag te hebben geslagen. Bekl. ge loofde dat, nam het geld aan, en las des avonds in de courant van de inbraak. Ik ben dadelijk naar Goudsmit gegaan, want ik voelde dat ik voor de mal gehou den was. Ik zei dit tegen hem en vroeg mijn aandeel van het geld. Goudsmit ont kende pertinent, dat het geld van de in braak was. Wel zou hij mij bekennen, dat hij 's nachts 1000 meer gewonnen had, en hij gaf mij nog f 500. Ik pakte het aan, want of het van gokken of van die inbraak was. in elk -geval kwam het mij toe. Bekl. wilde met de 1600 in vet gaan handelen. Hij verhaalt verder hoe hij drie maanden later op het politiebureau moest komen en daar de verklaring las van Brand, dat hij op een der hoeken wacht hield. Bekl. was ontstemd over het doen en laten van Gou-dsmit, die niet alleen de Nederlandsche Bank, maar ook spr. had bestolen door hem zijn rechtmatig aandeel in de winst te onthouden. Een andere, minder omslachtige verkla ring, afgelegd tegen den inspecteur van politie van Slobbe te Amsterdam, luidt ge heel anders; hierin wordt een omstandig verhaal gegeven van de wijze waarop de inbraak geschiedde. In het najaar 1923 waren Goudsmit, Van der Heijden, Max Maijer en bekl., met de auto van Maijer ongeveer 5 uur uit Am sterdam vertrokken. Om elf uur 's avonds waren zij bij Kam pen. Max vond het beter een eind buiten Kampen te blijven. Met hun drieën waren zij naar de stad geloopen, naar Brand zijn woning. Brand, Van der Heijden en Goud smit gingen een 10 minuten weg om de gereedschappen uit het pakhuis van Brand te halen. Daarna gingen Van der H., G. en bekl. op stap. Brand bleef thuis. Met z'n drieën waren zij; naar de school gegaan. In het kolenhok stond een ladder. Zij zagen geen kans om over den zolder het bankgebouw binnen te komen. Zij zijn nog op de binnenplaats geweest, hebben den ladder tegen den muur gezet, maar 't lukte niet Met z'n drieën zijn zij terug gegaan naar de woning van Brand. Daar werd besloten hebben een kalmeerend en zenuwsterkend middel noodig. Mijnhardt's Zenuwtablet ten beantwoorden volkomen aan dit doel. Koker Tfc et. Bij apoth. en drogisten. het aan den- voorkant te probeeren. Branc moest mee en heeft op wacht gestaan bi, de kazerne; bekl. op den hoek van he\ steegje. Van der Heijden en Goudsmit gingen aan het breken. Max Maijer kreeg 800 voor zijn on kosten-, het overige weid in 7 porties ver deeld. Ieder kreeg 8400. V. d. Heijde nam de portie voor. Jan Goseling mee. W|j hadden elk veel meer moeten heb ben, maar dat overige heeft Goudsnüt ach terover gedrukt De officier begint hulde te brengen aan die Kamper en Amsterdamsche recherche, wien het eindelijk gelukt is, de draden in handen te krijgen. Het lijvig dosuier toont aan, dat er heel wat werk aam vast heoft gezeten. De zaak is duidelijk -en klaar als glas. In d-e verklaring van bekl. komen tal van bijzonderheden voor, die hij niet kon weten, -uit de verklaring van Brand. Hij heeft hier nu een onmogelijk verhaa" gedaan, maar de herroeping van zijn be kentenis wordt daardoor niet aannemelijk gemaakt. Hij q^emt deze houding aan, om dat hij er voordeel in ziet voor zichzélf of voordeel voor anderen. De bekentenis van bekl. v-oor den recbter-commissaris wordt door tal van aanwijzingen bevestigd. Wat hem -ten laste is gelegd, i-s voldoende wettig ein overtuigend bewezen. Wat de strafmaat betreft, kan hij niet eenige aan spraak op eenige clementie doen gelden. Hij heeft aanvankelijk actief aan het op touw 'zetten van de inbraak meegewerkt, hij heeft een behoorlijke portie van de op brengst gehad, dan dient hij ook even eens behoorlijk gestraft te worden. Geëischt wordt vier jaar gevf.vgenis- straf. De verdediger bepleit vrijspraak op grond van de herroeping der eerste beken tenis, waarvoor z.L aannemelijke gronden aanwezig zijn. Uitspraak 20 <jezer. Vervolgens stonden terecht Philip Goudsmit en- G. E. van der Heijden, bij welke zaak de reeds veroordeelde Brand als getuige fungeert. Deze Brand ver klaart allerlei dingen, die den verdediger van bekl. doet uitroepen: „Niet lang geleden beeft- getuige in deze zaal toen hij-zelf bekl. was, heel anders verklaard. Toen heeft hij alles ontkend. Waarom is zijn houding nu anders?" Get.: „Er heeft eens een R. O. tegen me gezegd: „als bekL mag je -zooveel liegen als je wfi, maar als getuige moet je de waarheid spreken." Daar heb ik me altijd aan gehouden."- BekL Goudsmit ontkent alles, wat Brand over hem vertelt; hij is in November niet in Kampen geweest. Het doel van Brand is hem aan- de galg te helpen, dat heb je van zoo'n eersten schurk, je grootste vij and, fe wachten. Tegen deze beide bekL wordt zes jaar geëischt. Ook hiervoor is de uitspraak op 20 dezer bepaald. Donderdag heeft zich voor de rechtbank te Amsterdam te verantwoorden gehad de 78-jarige H. de V., laatstelijk zonder beroep en zonder vaste woonplaats, ter zake van poging tot doodslag op drie personen, op wie hij in den nacht van 14 op 15 Juli revolverschoten loste, met het gevolg dat slechts een, in den arm, ge troffen werd. Beklaagde werd in 1915 veroordeeld tot 1 jaar en 9 maanden gevangenisstraf wegens poging tot zware mishandeling met voorbedachten rade, gepleegd op zijn echtgenote. In 1918 huwde hij met zijn tegenwoordige echtgenoote, de nu 61-jarige D. v. G. Dit huwelijk kenmerkte zich door tweespalt. Beklaagde dronk sterk en mishandelde de vrouw, en de buren, die in hetzelfde perceel woonden als zij, Laurierstraat 220, ondervonden veel last van de oneenigheden tusschen de echte lieden, totdat een tijdperk van rust intrad, toen beklaagde opgenomen werd in het gesticht de Dolder. Na zijn ontslag begon de onrust opnieuw. Beklaagde 's echtgenoote wilde niets meer met haar man te doen hebben. De beklaagde echter kwam herhaaldelijk kabaal maken en trachtte zich den toegang tot de woning van zijn echtgenoote te verschaffen, zoodat de buren, die de vrouw in bescherming namen, voortdurend op hun quivive moesten zijn, teneinde een overval te voorkomen. In den nacht van 14 op 15 Juli ver voegde beklaagde zich onverwachts aan de woning en wist toegang tot het trap portaal te krijgen. De bovenburen werden gewaarschuwd en snelden ter hulp. Zij maanden den beklaagde aan zich te ver wijderen, maar deze weigerde en haalde een revolver te voorschijn, waaruit hij twee schoten op de mannen loste, die evenwel hun doel misten. De mannen vluchtten naar boven en riepen uit het raam om politiehulp. Een derde schot loste d. V. op een man die beneden, aan de deur stond en die op het hulpgeroep de deur geopend had. Toen de beklaagde na zqn arrestatie gefouilleerd werd, bleèk hij in het bezit te zijn van een deugdelijke revolver waarop 6 patronen. Drie patronen waren afgeschoten, twee waren geketst. Een patroon was. nog in goeden toestand. Beklaagde zeide niet geschoten te heb ben. Er was integendeel op hem-zelf geschoten. Hij blijkt vijfmaal gehuwd te zijn geweest. Zijn tegenwoordige echtge noote deelde mede, dat beklaagde op den eersten dag van het huwelijk haar alleen naar huisliet gaan en daarna smoordronken thuis kwam. Zij beklaagde zich hevig over de vreeselijke mishandelingen, die zij van haar echtgenoot moest ondergaan. Het O. M., wees er in zijn requisitoir op, dat beklaagde naar de woning ging met het opzet om zijn vrouw te dooden. De voorgenomen moord veranderde in een poging tot doodslag, toen hij op de drie personen, die hem in den weg traden, de revolver afschoot, welk wapen bestemd was geweest om zijn vrouw te dooden. Spreker achtte met het oog op de ge- Tomatensoep Biefstuk v. d. Haas la Jardlnlère Versche Aardappelen Cabinetpuddlng Men vrage bij ons aan een bonboekje, geldende voor 10 dinérs. Prijs per bon boekje f 13.50. Geldigheidsduur onbepaald. Diners eiken dag verkrijgbaar, volgens Menu van den dag. WIJ zorgen voor populaire muziek. vaarlijkheid van den beklaagde een zware straf noodzakelijk en eischte veroordeeling tot 10 jaren gevangenisstraf, ter zake van poging tot doodslag, tweemalen ge pleegd. Aam de grens bij Eede (Zeeland), heeft zich een incidentje voorgedaan. Een Ne derlander, die in België nog iets op zijn kerfstok schijnt te hebben, bevond zioh op ongeveer 10 meter van de grens op Ne- derlap-dsch grondgebied. Plotseling werd hij aangegrepen door een Belgischen douanebeambte in burger- kleeding die hem over de grens trachtte te brengen. Toen de aangevallene zich bleef verzetten, kwam een tweede douane te hulp. De Nederlander wist zich aan een grenspaal' vast te klampen en enkele per sonen uit een café kwamen te hulp. De Belgen lieten den man toen los en verdwe nen. De politie stelt een nader onderzoek in. In verband met het bericht betreffende proefnemingen met een door windkracht bewogen schip zonder zeilen (zie de Held. Crt. van Dinsdag 4 Nov.) heeft de „Tele graaf' zioh tot den heer Flettner gewend, om -hem zelf over zijn uitvinding te hoo- ren. Het is nog maar een jonge man, die zioh na den oorlog in Nederland vestigde, daar hij er op rekende, in ons land ge makkelijker steun voor zijn pogingen op Aero-dynamisch -gebied te zullen vinden, Dat was inderdaad het geval. De heer A. W. Kröller van de firma W. N. Müller Oo. interesseerde zich voor zijn pogin gen en verleende hem ruimen steun. Door den heer Kröller kwam hij met de firma Wilton te Rotterdam in verbinding. De scheepvaart ondernemingen, die tot deza groep -behooren hebben daarop tezamen het Instituut voor Aero- en Hydro-dyna- miek op de Raguli-ersgradht gesticht De heer Flettner roemde zeer de -belangstel ling, welke zijn arbeid in Nederland alge meen heeft ondervonden. Hij zeide, dat hij in Nederland' het eerst op het denk beeld van het Flettner-roer was -gekomen door observatie van de wijze,, waarop in Nederland de kracht van den wind voor allerlei doeleinden wordt aangewend. Te? zam-en met de firma Müller stichtte hij de Flettner Scheepsroermakerij, die het nieuwe -model scheepsroer maakte. Deze uitvinding vond in Nederland bijval en- werd o.a. op een- van onze oorlogsschepen toegepast. Op het oogenblik zijn reeds tweehonderd Flettner-roeren in gebruik. Het nieuwe Flettner-schip, dat den naam van rotorsohip ontving, is gebouwd volgens dezelfde grondslagen ais het Flettner-roer. In de plaats van masten en zeilen heeft het twee zeer hooge drie meter dikke glSdde metalen walsen of cilinders. Deze cylinders draaien met een snelheid- van honderd omwentelingen in de minuut en ontwikkelen daarbij een vijftien maal groor effect dan met zeilen, die -aan de masten bevestigd geweest zouden zijn, het geval was geweest. In het begin van dit jaar heeft de heer Flettner voor een aantal -genoodigderg onder wie president Ebert en de directeu ren van de -groote industrleele onderne mingen zijn systeem uiteengezet. Aan de genoodigden was evenwel om -geheimhou ding verzocht. De firma Rrupp -bood hem haar medewerking aan. In Duitschland werkte hij- hoofdzakelijk met het Aëro dynamisch Instituut te Göpplngen samen. Zijn voornaamste wetenschappelijk steun punt is echter Amsterdam gebleven. De heer Flettner deelde mede, dat het in -zijn bedoeling ligt, in Nederland een grooten rotortoren op het land te bouwen, die naar het 'beginsel der windmolens kraoht voor de industrie zal leveren. Eerstdaags zal te Soerabaja het gouver- nements-stoomsohip Zeemeeuw te water gelaten worden. De kosten van -het sohip bedroegen een half millioen gulden. blank van kleur, heerlijk van smaak. GEBRUIKSAANWIJZING OP tui PAK.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1924 | | pagina 5