van vrijenTn trouwen. Populair Bijvoegsel van de heldersche courant, van ZATERDAG 15 NOV. 1924. VAN 'SLEVENS WIJSGEERIGEN KANT Ieder miensabenkind krijgt ln zijn leven eenmaal een kans heet het verder. Zoo diep rampzalig of zoo miskend1 kan geen sterveling wezen, zoo hardnekkig kan hem niet het ongeluk of de onfortuinlijk heid achterna zitten of hjj krijgt eenmaal z'n kan» Vandaar dat tmen zegt: Smeed het ijzer als het heet is. Neem de kans waar. Oogst als het gewas rijtp is. Enzoovoort Enzoövoort En wat beteetoent dit nu allemaal voor ons, eenvoudige stervelingen? Het (beteetoent dat, wat te lezen ïs in dezen gulden regel, die ook al dezelfde strekking heeft: „Ik zal dezen weg niet weder (bewandelen." Dat wil zeggen: Een maal van mijn leven mag ik hier voorbij komen. Voor de tweede maal zal ik dat niet doen. Voor de tweede maal zal ik geen kans hebben dezen weg te loopen. Hij moge dan mooi zijn of leelijk. Ik mag hier dan met pleizier loopen of met wee moed'. Eenmaal. Geen beter en zuiverder ibeeld kan ons eigenlijk worden voorgesteld van een ding, waarmee we rekening dienen te hou den1: Den onverbiddelijken voortgang van ons mensohelijk leven! Dat is niet te stui ten dat is niet over te doen. Op dezen weg is nimmer terug te komen. Het is als met het water van een eeuwenlang vlie denden stroom.... Eenmaal komt de stroom langa Eenmaal gaat het water aan een bepaalde plek voorbij. Voor de tweede maal nooit meer. Weliswaar mag het den oppervlakkigen beschouwer niet opvallen. Het cmag zijn alsof er altijd' hetzelfde water langs hem heen stroomt Het mag hem zelfs vrij onverschillig wezen 'welk water het is, 'dat op een bepaald moment over de (bedding gaat. Waneer het water een bewust leven heeft en elke waterdroppel kan worden aangezien als een binkje leven als een levend ding, dan is het voor dien water- droppel niet hetzelfde. Want die eene wa terdroppel in onderdanig aan dezelfde wetten van de natuur. Eenmaal zal hf) slechts aan een bepaalde plek Voorbij ko men. Daarna nooit meer. Het leven gaat steeds voorwaarts ge lijk kabbelend en strocwnend water. We merken bet niet altijd maar niettemin ge beurt het. 'En we mogen er wel ter dege rekening imee houden. Want in ronde woorden wil dit levens beeld niets anders zeggen, dan dat de tmensch in zijn korte levensperiode ook maar één kans krijgt ook maar eenmaal aan een bepaalde plek voorbij gaat - ook maar eenmaal een ding kan doen en nimmer voor de tweede maal in de gele genheid zal worden gesteld. - „Ik zal dezen weg niet weder bewande lend dat is een groote en een ernstige gedachte. En ik 'geloof, dat wanneer deze diepe waarheid ons wat vaker en wat in tenser bezielde, wij het leven misschien anders zouden leven, dan wij nu vaak doen. Het zou stellig zijn invloed op ons bestaan doen gelden. Want in de eerste plaats als we ons meer 'bewust waren van de waarheid, dat ieder oogenlblik maar een keer terug komt zouden we ons aangespoord voelen om van ieder oogenlblik meer te genieten. We zouden probeeren minder achteloos om ons heen te zien en meer intens voedsel te krijgen van de schatten aan natuur en weelde en pracht om ons heen. We zouden kort gezegd mee» die gelegenheid waarnemen. En dat op z'n beurt zou weer verhinde ren, dat we a! te veel wroeging ondervon den hij het terugzien op den af gelegden ant we zouden minder tot de ontdek king komen, van wat we hadden kunnen doen op een bepaald oogenlblik en ook van wat we hadden kunnen nalaten. We zouden ons niet zoo vaak met ze ker leed op het verleden behoeven terug te koeien en we zouden niet zoo vaak op de teenen hoeven te staan om in de toe komst te zien Het heden zou ons moer dan voldoende zijn. Want alleen in het heden steekt de wer kelijkheid. Het verleden te een gelukt of een mislukt brok van oen' achter ons lig gend heden De toekomst fa niet anders dan het heden dat in de verte aankomt. En daarom is het van belang om ons hoe langer hoe meer vertrouwd te maken! met den gulden regel: Éénmaal! „Ik zal dezen weg slechts eenmaal be wandelen" Ik zal mt of dat ding slechts eenmaal kunnen doen! Zooalg *n schutter 'n schot lost. Zoo leven wij ons leven We schieten raak en het is gelukt of we schieten mis en het te mislukt! Over schieten op hetzelfde oogenblik gaat niet, want het imament is voorbij. Do doelwitten zijn vervlogen. Laten we er eens pogen in te komen en het probeeren toe te passen op de handelingen in ons dageljjksch leven. Eenmaal! SCHOONHEIDS-GEHEIMEN. Een artikeltje voor de vrouwen. Het streven om zich zoo mooi mogelijk te maken is niet alleen bij de menschen, maar bij al wat leeft een natuurlijke eigenschap geweest. Maar bij de mfensohen heeft het de meest ontwikkelde en meest geraffineerde hoogte bereikt Blijkt het bij alle levende wezens tot natuurlijke ontwikkeling en natuurlijke hulmdddelen begrensd, bij den mensch is er sedert de oudste tijden aller lei soort kunst en vliegwerk aan te pas gekomen. En het is niet onaardig om eens even stil te staan bij deze menachelijke eigen schap. Slaan we dan maar direct de alleroud ste beschavingen, zelfs de Grieksche en Romeinsche, over, dan kunnen we ons niet ontveinzen dat. zelfs de oude Germa nen, die toch bij velen voor een soort wil den doorgaan, hun eigenaardige toilet- middelen, kunstjes en geheimen hadden. Zoo bijvoorbeeld dienden bij dit volk de baden in de eerste plaats om de huid een mooie en, blanke tint te bezorgen. Zij maakten daarbij gebruik van het schuim van bier. Zelfs blanketsel was hun niet onbekend. Veel zorg werd ook aan het beroemde blonde haar besteed, zoowel door de mannen als door de vrouwen. Om dit de gewenschte kleur te geven bezigde men een pommade van geitenvet en beu- VTSSCHERIJ. De sardlenvisscherij te een ander sta dium ingetreden. Een andere vischmetho- de dan die tot heden was gevolgd, heeft men toegepast en in enkele gevallen met verbluffend resultaat. Voorheen kende men niet anders dan de vangst in de haven, soms even buiten de haven op de roede, dioch op ander ter rein deed men, om de sardien te vangen, geen verdere poging. Voor sardien visscherij had men, naar de algemeens overtuiging, een storm uit het zuidwesten noodig, die de vischjes naar binnen dreef. In de haven lagen de vletten dan gereed om ds sardien met speciaal netwerk te vangen. Ook onlangs is gebleken, dat met een dergelijke gelegenheid de kans van flinke vangst het grootst ia Nauwelijks echter was de wind wat ruimer geworden of de vangsten werden veel minder en teen de Oostenwind begon door te staan, was er zelfB geen schijn van een kans oneer. De vletten lagen weer werkeloos aan den kant en op den dijk en de bron, die nauwelijks was beginnen te vloeien, scheen opgedroogt te zijn. Waar waren de vischjes, die een en kelen nacht in zoo groote hoeveelheid zich hadden vertoond, zoo plotseling geble ven? Dat raadsel is nog niet opgelost. (De oostenwind bleef aanhouden en de sardien was men haast vergeten. Daar komt een tijding, dat te LJmuiden groote hoeveelheden aan de markt wor den gebracht en het bewijs was dus ge leverd, dat onder de kust zich sardien be vond. Van hieruit gingen ook de motorbotters haar geluk beproeven. Het sleepnet, tus- schrn twee botters in, werd tegen stroom in gesleept en gestevend langs de kust tot omstreeks Callantsoog en Maandag werden er door enkele goedie vangsten •gemaakt. Dit spoorde ook anderen aan het geluk in de Noordzee te gaan beproeven en Dinsdag waren er een paar span botters, die al bijzonder geluk hadden. Onder scheidenlijk waren er vangsten van 600 en 1000 mandjes sardien, die gemiddeld 1.50 per mandje opbrachten. Geen wonder dus, dat ook de vletten hun netten klaar maakten en een poging buiten het Gat 'beproefden. Het spreekt vanzelf, dat daarvoor gunstig weer noo dig is, omdat de vleitten geankerd liggen en niet, zoo als de motorbotters, in staat zijn tegen stroom het met te sleepen. Zij De vermaken bi] het vrijen. Zomder dat er eigenlijk met bepaalde woorden op wordt 'gewezen ligt het voor de hand voor ieder goed' begrijpend lezer, dat er tengevolge van al die voorloopige ceremoniën ten opzichte van het vrijen een bepaald ding ontstond, dat tot dusver door mij! niet te genoemd. Dat te het vrij-vermaakl Wamt leder weet m zelfs als hij of zij het niet uit eigen ervaring wist, dan nog begreep iedereen het Van zien komt spreken van spreken komt gek ken van gekken komt stoeien van stoeien komt vrijen en van vrijen komt. trouwen! „Dat te zoo 's werelds beloop" zelden de ouderwetsohe vrouwen min of meer berustend1! v En zoo ligt het voor die hand, dat er een apart hoofdstuk en wel meer dan een zou te schrijven wezem over de ver- makelijkheden bij vrijenden. Het stoeien wordt spelen en het spelen wordt lang zamerhand tot meer vaste vermaken. De vrijtijd te de vermaakstijd bij uitnemend heid. En het zal dan ook geen lezers verwon deren, dat er ook in onze vroegere ja ren en bij de vroegere geslachten een be paalde serie „vrij-vermaken" bestond. Dat waren gebruiken, welke in' het bijzonder door vrijende jonge menschen werden toegepast of bijgewoond. Of wel zulke vermaken waarheen zich de jongeling schap bij voorkeur heen wendde of die ze juist om het feest van het vrijen te vieren, voor zichzelve schiep. Om maar een ding van onzen tijd te noemen. Het wandelen in de stilte. Wanneer ze alleen te en geen vrijer heeft zal geen jong meisje het wagen mat staan gezellig vinden om op een Zondagavond te gaam wandelen in het park of langs de zee of overal waar het stil is en geen druk publiek is. Maar als ff te den vrijtijd fa, ambieert zelfs het Jneest serieuze meisje dit als een soort kunnen dus ook niet zoo ver gaan en leg den zich; ter hoogte van Huisduinen, ter vischvangst. Hun vangsten waren schraal en voor de vletten schijnt dus harde zuidwesten wind de eemige mogelijkheid van goede sardienvamgst te gewen. Het bezigen van een sleepkull tusschen twee motorbotters te hier zoo goed als niet nog toegepast, doch voor de sardien- visscherij heeft het flinke resultaten op geleverd. Ondanks de groote hoeveelheid' sardien, die lm vroegere jaren de prijzen terstond deed kelderen, blijft de prijs nu tamelijk stabiel. De groote vraag naar het vtechje, vooral voor Duitschland, blijkt voor de visschers voordeelig. Goed gezouten gaat de sardien per spoor naar Duitschland, waar ze gerookt wordt en als sprot in den handel ge bracht Ook de Zuiderzeerookerijen betrekken groote partijen. Hopen we, dat de vangsten goed mogen blijven en de prijs stabiel blijft. Is, met het kalme weer, de kans gun stig voor de motorbotters, ook de vletten zullen wel weer een kans krijgen als de zuidwester weer krachtig blaast en de sardien als t ware naar binnen stuwt Iets bijzonders was ook, dat er deze week spiering aan den vischafslag werd gebracht, die in de fuiken was gevangen. Bijna uitsluitend werd dit vischje vroeger op de Zuidarzeé gevangen, en er is daar in een levendige ihandel, ook naar Frank- krijk. De spiering was van een bijzonder groot soort. Mem hoopt dat er meerdere partijen zullen worden aangebracht, op dat ook deze vischvangst onzen vischaf slag en wat daarmee annex is, ten goede zal komen. EENMAAL! Zoo zegt men: Eenmaal! De meest be- teetoenende dingen in het wereldgebeu ren en in het mensohelijk leven komen slechts eenmaal! Alles maar eenmaal. Verscheidene spreekwoorden wijzen, er ons op en herinneren er ons aan. Een maal! „Slechts eenmaal bloeit in *t jaar de Meislechts eenmaal in 't leven de liefde.zoo zongen onze ouders en grootouders hun sentimenteel liedje. In de tijden van onze voorouders waren er echter vermaken, die meer in het bij zonder door en voor de vrijenden beston den. Men hoeft er de oude tijdschriften de z.g. „Arcadia's maar op door te le zen om allerlei behagielijke gewoonten te gen te komen. Die Arcadia's hielden vooral veel minneliederen, of eigenlijk minnedrama's en minmekluchten is, waarin de vrijende paren als in eem toomeelspel werden voor gesteld en met allerlei zoete en hoogdra vende namen betiteld. Het krioelde daarin altijd van Herde rinnen en Herders, van meisjes, die den naam diroegen van Daphmis en Rosemond, Thyrsis en Fhyllis, Dichtlief en Gloor roos etc. Daarbij werden dan landelijke spelen uitgeschreven, waarin de aanwe zige vrijende parem de hoofdrollen ver vulden. En het was alles even zoet en dichterlijk en aanminnig. Daartegenover stonden ook een serie min of meer woeste Spelen Zoo b.v. Het Stoovebranden te Haar lem en het „Molen door de Vang" in Friesland Het Mengelbed e.d„ die even wel strikt genomen zoo onpleizlerig wa ren, dat het bet^r te ze hier niet ais aan gename vrijspelen te kenschetsen. Een ander spel was het „dragen in de zee". Dat was nu ook niet bepaald een lolletje. Vooral niet als de vrijers vat ruw van aard waren en graag hun mannelijke kracht toonden. Want het spreekwoord zei: Een ezel, die vrijt, Die schopt em die smijt! En het was bij, die soort van jongelui dan de gewoonte om' op het onverwachts het meisje op te nemen, met haar naar de zeekant te loopen en haar zoo ver mo gelijk in zee te dragen. De bedoeling was het welistrevende meisje te overwinnen en haar van onder tot boven druipend nat van' het zeewater te maken. Het heette dan dat men op deze wijze het ware karakter yam aoo'n meisje kon leerem kennen. Want verdroeg zij het dragen in de zee met geduld, dan was zij zacht en volgzaam van aard. Weerde zij zich, zooals elk die in angst zitmet krabben en schoppen en bijten, dan meen de men in haar een niet gemakkelijk vrouwtje te zullen krijgen. Toonde zij zich geraakt em kwaad, dan was 't 'n kruidje roer me niet Maakte zij: zich be angst en ging zij huilen over haar klee- ren, dan had mem een zuinige huisvrouw te wachten. En zoo vervolgens. Op deze wijze nam eem vrijer de proef op de som ten opzichte van het karakter van zijn aanstaande vrouw En als het even meeliep dan was hier mee de proef nog niet ten einde. Want weer op het strand terug geko men, nam de jongen het meisje opnieuw in zijn armen en begon met het tweede spelletje: „Duinrollen". Hij droeg het meisje tot op een top van het duin en rolde haar nat en wel door het 'mulle zand- naar beneden! En het scheen toch hoe gek het klinke moge dat sommige meisjes niet ongevoelig waren voor deze spelletjes. Want zij op hun beurt namen deze gele genheid waar om te constateeren of zij een „sterke" man zouden krijgen Zwakke en aamborstige jongelingen toch hielden de proef niet tot het einde toe uit! Het zou niet onaardig zijn eens de mee rling daaromtrent te hooren van die te genwoordige jonge meisje.Of zij nog verzot zouden wezen op het „Dragen in de zee" en het „rollen van de duimen" Ik hoop er het beste van! En- niemand oneene toch, dlat het een spel was van uitsluitend ruwe en half wilde menschen. Want wanneer een far mille woonde in een zeedorp of dicht bij de duinen en de vrijendle jongens en meis jes, waren een dagje weg geweest, dian werd er inderdaad stilzwijgend op gere kend, dat ze sliknat en onder het zand terugkwamen. Was dit niet het geval, dian volgde er van de zijde van de oudiers of van de 'grootmoeder niet zelden een soort bespot ting in den vorm van een ironie. Want het was dan niet zeldzaam, dat de moe der minachtend naar die dochter en haar kleeren keek en vroeg: „Of er altemot geen water, meer in de zee was!". Dat zou men niet zeggen van die ondler- wetschs degelijke moeders. Temeer niet, wanneer ik u vertel, dat het vrij vaak voorkwam, dat'uit dit a.g. „Katjesspel" ernstig leédi voor de betrok kenen ontstond. Want menig jonge maagd heeft dit katjesspel met ziekte en zelfs met den dood moeten bekoopen. Zoo is b.v. het geval bekend van een jonge gravin van Egmomd toch niet de perste de beste visachersdochter die van het in Zee dragen gestorven is. Zij werd tegen haar wil en zin in zee gedra gen door een Duitschen graaf, die om baar hand dong. Zij worstelde en weer streefde in haar angst, waarbij niemand haar overeenkomstig de regelen van het spel te hulp kwam. Zoodoende verwondde zij zich aan het gevest van zijn degen. Deze wond had kanker ten ge volge en het eind was dat het jonge meis je stierf! Een meer gezond vrij-vermaak was het „Spelevaren". Het was in den grond niet anders, dan een geheelen dag in paren van twee of drie of meer rond te rijden en te loopen In de open lucht en er dan dapper op los te vrijen. Er werd in den regel ©en soort boerenwagen gehuurd en voor gezamenlijke rekening gingen ette lijke paren daarmee een dag „op stap". Men reed 'n paar uur tot een mooie plek, stapte uit, wandelde door de laantjes en de bosschen of over de hei, at en dronk en snoepte, dwaalde van elkaar of stoei de met elkaar en bracht zoo den tijd zoek! Op deze spelevaarten onderhield men ook weer bepaalde spelletjes, die met het vrijen weer in verband, stonden of uit sluitend voor de vrijende bedoeld' waren. Ze waren overeenkomstig het geheele spelevaart-karakter aardig en dnschul- dig- Een ervan was het zg. „Grasblnaen'' of „Graskmoopen". Het spelletje bestond hierin, dat ieder voor zich en vooral de jonge mannen proeven moesten afleggen van bekwaam heid en kracht. Men nam lange en ge schikte grashalmen of rietbladen en legde daarin knoopen, Ze moesten op een be paalde wijze worden1 gelegd en die aardig heid ervan was nu, om uit de sterkte van, de gelegde knoop verschillende waarhe- heden af te leiden. De meisjes keken vol verwachting bij het knoopen toe en ieder was in haar schik als de jongen den wedstrijd ge wonnen had. Er bleek in de eerste plaats uit de sterkte van die knoop hoe krachtig en handig de kenasch. Ook kalk en gestremde melk werden flls kleunrdddelen aangewend. De mammen en vrouwen ln de 10e eeuw droegen ook de grootste zorg voor huid, haar en baard en bedienden, zich daartoe van verschillende instrumenten. Op de toilettafels zag men prachtig gesneden ivoren en palmhouten; ja zelfs zilveren kammen. En de dames voerden op die wandeling kleine handspiegels met zich die van ach teren kunstig met snijwerk waren ver sierd. In de 12e en 18e eeuw kreeg de wereld een ietwat ander aanzien. Terwijl tevoren do man els volstrekt heer en meester door zjjm vrouw werd aangeboden, kwam nu de beurt aan de vrouw om door haar man als te hoogead wezen vereerd en geliefdkoosd te wor den. Het was die eeuw van de vrouw en dat zij zich beijverden om dat standpunt te blijven innemen, valt mlet te verwon- deren. Zij trachtten dit allereerst te doen door het zooveel mogelijk ontwikkelen en ten toonöpreidieu van haar bekoorlijkheden. En de kunstmiddelen vermeerderden zich met den dag. Het verven van de huid werd algemeen, want een schoone vrouw moest voor alles een Manke huid hebben. Daarbij gebruik te men langen tijd niet alleen vele soor ten van poedertjes en watertjes en zalf jes aftreksels en kooksete en alle mo gelijke onbegrijpelijke mengsels.Neen men trachtte vaak door vasten mi zelfs door Aderlaten dé bloedrijkheid te verminderen om toch maar een bleeke kleur te krijgen! De wangen moesten vooral hoog ge kleurd schijnen. En daar gebruikte men dan weer een sourt'menie voor. 'Er was een tijd dat er meer dan drie honderd middelen bekend waren om zijn uiterlijk te veranderen en te verfraaien. Hoe het zij: Om een dame ate „femme a la mode" op te tuigen was in die dagen zeker een voMe winkel hulpmiddelen noo dig. Het getoste was niet gek genoeg. De huid van een vrouw moest zoo doorschij nend wezen (als 't goed was!) dat wan neer ze een glas rood en wijn. dronk, men dit ondier de huid moest zien schemeren! Of 't zoo was? 't zal wel wat anders ge weest zijn, vooral als de bewuste dame rooden wijn genoeg gedronken had. Een vrouw, die in dien tijd aan de schoonheidsregel-en voldeed, moest rede lijk lang en slank van gedaante wezen. De boezem moest zoo veel mogelijk ontwik keld en het middel daarentegen zoo dun mogelijk zijn. Vandaar dat men geruimen tijd sprak van „wespentailles". De dichters schilderden de vrouwen ate blank van huid en doorschijnend, wangen als rozen, lippen als koraal, tanden ate paarlen en het haar blond. Men ziet het de beelden, die tegen woordig nog d©-rijmelaars en prulpoëten gebruiken zijn niet van vandaag of gis teren. Ze zijn stokoud en versleten. Maar de blauwe oogen eertijds zoo gewild en bemind! hadden voet voor voet den voorrang moeten afstaan aan de bruine oogen. De fraaiheid! van handen en voeten was ook voorgeschreven en onderhevig aan on- geschreven wetten. De handen moesten klein zijn en lange vingers (niet te lange vingers!) dragen. Ook die voeten moesten vrijer was. Maar bovendien schreven de jonge meisjes aan diezen uitslag een meer hoogere bedoeling toe. Want ze namen aan dat de jongens deze ridderproef' af legden in haar tegenwoordigheid] om een goeden indruk te maken. En uit de meer of mindere vastheid van de knoop leid den nu de meisjes de sterkte ven den ge knoopte liefdesband af Men stemde om naar het land' te loope* Om daar wat grasjes vast te knoopen. En ieder toog het eerst vooruit. Wamt wie kon t eerste grasje binden, 'Was 't zekerste van zijn beminde En zou het eerste zijn.de bruidl Er waren behalve de hier genoemden nog twee vermaken, die in het bijzonder ieder jaar terugkeerden. Dat was het ver maak van het kermishouden zeer ge liefd bij vrijenden en welhaast het geheel© jaar met verlangen tegemoet gezien. En daarnaast het ijsvermaak. Dat was volgens de oudere bescheiden wel een van de meest gieliefdkoosde vermaken voor de vrijende jeugd. Mede misschien tengevolge van het feit, dat, in vroegere jaren de winters wat meer streng en der halve in dit opzicht wat meer betrouwbaar plachten te wezen. In ieder geval: Overal in de oude boe ken en geschriften kan men d© verhalen lezen van ijsfeesten voor verliefden en het ijsvermaak als een bij uitstek ge- eigend1 feest voor vrijende paren. In de Zaanstreek zeide men dan ook: Op het Ys ken men 's Lamds wijs. Aldaar zijn lust en hoop gemeen. Die nog geen lief heeft kiest er eenl En d!e bekende dichter Onne Zwier Van Haren schreef in een van zijn dicht stukken: Dan kunnen minnaars zonder schromen Kun oog doen tuigen van hun brancL En vliegen over 't vlak der stroomen Op de Yzers drijven hand' in hand. Dan leiden 's vrijers vlugge schaatsen i Zijn hanbewensch door buitenplaatsen Hij drukt de vingers, dl© hij houdt En als een kusje bij 't verpozen, Des meisjes frtesche kaak doet blozen, Dan zijn geen Oostenwinden koud!. UIT DE OUDE DOOS, Antieke Zeden en Gewoonten uit onze eif Provinciën. 't Juttertje Nf. 149 (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN) Brensa. Slechts eenmaal bloeit in 't jaar de Mei Slechts eenmaal ln t leven de Liefde Door CAREL BRENSA.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1924 | | pagina 7