Hulpkeurmeester. Volksonderwijs afdeeling Helder om te Julianadorp niet over te gaan tot het oom- Ibineeren van klassen, teneinde daardoor een plaats als onderwijzer uit te winnen. t. Verzoek van de SchilderspatroonBver- eeniglng afd. Helder om verschillende verfwerken thans uit te voeren en deze voortaan aan te besteden of op te dragen aan de plaatselijke schilderspatroona (Burgemeester en Wethouders stellen voor deze stukken in 'hunne handen om praeadvies te stellen.) •Conform. Nog is ingekomen een verzoek van den heer Kastelijn om met ingang van 1 Januari 8J9. eervol ontslag als gemeente-bouw meester. De Voorzitter moet met leedwezen van dit schrijven mededeeling doen. De heer Kastelijn ziet zich, met het oog op zijn gezondheidstoestand genoodzaakt eervol ontslag te vragen. De gemeente verliest in dezen heer een hoofdambtenaar, die gedu rende 32 jaren haar trouw heeft gediend. De heer Kastelijn was een man uit één stuk, van onkreukbare eerlijkheid, zeer nauwge zet werker, die met al de hem ten dienste staande vermogens gedurende deze jaren de belangen onzer gemeente heeft behar tigd, belangen, welke steeds hooger eischen stelden aan zijn geest- en werk kracht, aan zijn denkvermogen. Het College stelt voor den heer Kastelijn eervol en onder dankzegging voor de lang jarige trouwe diensten het gevraagd ont slag te verleenen, en drukt daarbij den wensch uit, dat het hem gegeven moge zijn nog vele jaren van de zoo welverdiende rust te mogen genieten. Door applaus vereenigt de Raad zich met deze woorden. Zonder discussie of stemming worden vervolgens aangenomen: Grondaankoop. Voorstel tot aankoop «van -den Polder „Helder en Huisduinen" van verschillende perceelen grond gelegen in openbare wegen. (Held. Ort., 9 Dec.). Verkoop grond. Voorstel tot verkoop van grond' aan de Veilingsvereeniging te Helder. (Held Ort, 11 Dec.). Verhuring. Voorstel tot wijziging van het Raadsbe sluit van 18 Februari 1924 tot verhuring van grond aan Gerrit de Beurs. (Held Crt, 16 Dec.). Verhuring. Voorstel tot verhuring van verschillende perceelen tuingrond en weiland. (Held Ort., 16 Dec.). L. O. Wet 1920. Voorstel tot toekenning van de vergoe ding overeenkomstig art. 100 der L. O. wet 1920 aan de Vereeniging „Laat de Kindèr- kens tot Mij komen". (Held Ort, 9 Dec.). L. O. Wet 1920. Voorstel om afwijzend te beschikken op het verzoek van eenige bewoners van Koe- gras om verleening van steun uit de ge meentekas overeenkomstig art 13 der L. O. wet 1920. (Held. Ort, 11 Dec.). Met dit laatste voorstel ia de heer Schoeffelenberger het niet eens. Of er al of niet schade wordt geleden door de bedoelde 'bewoners, laat spr. daar, maar zeker is het dat voor de lange wandeling, die deze kinderen hebben te doen, eenige vergoeding dient te worden gegeven. Spr. wijst op andere scholen, die haar leerlingen per auto halen en brengen, en meent dat het alleszins logisch is, als hier van ge meentewege een dergelijken autodienst werd ingesteld voor deze kinderen. De Voorzitter merkt op, dat aan die ouders gevraagd' is of zij kosten hadden. Zij hebben ontkennend geantwoord; nu kan de gemeente toch moeilijk vergoeding geven voor kosten, die er niet zijn. De heer Schoeffelen berger meent, dat niettemin toch in de hand kan worden gewerkt, dat op d'eze wijze aan de bestaande bezwaren worde tegemoet gekomen. De heer Geurts wijst op Oallantsoog, waar 50.vergoeding wordt gegeven voor een autodienst. 'De Voorzitter: Ais dat gevraagd wordt, krijgen ze dat hier ook. De heer Smits heeft met genoegen den heer Schoeffelenberger gehoord', omdat thans de zaak eens precies kan worden rechtgezet. De tegemoetkoming wordt gevraagd op grond van art. 13 der wel In de Cie. voor het Onderwys is gebleken, dat enkele dezer menschen niet in de termen van de wet'val len, velen, desgevraagd, vonden blijkbaar de zaak niet belangrijk genoeg om te antwoor den. Het is overigens geen onwil van de de., maar aan de hand' van dé wet kunnen wij geen vergoeding geven. Iets anders is het als ze straks om een vergoeding vragen. De heer Gru-nwald' leest voor wat in de bijlage staat. iB. en W. spreken daarin uit, dat als er inderdaad' kosten worden gemaakt, B. en W. die gaarne zullen vergoeden. De heer Schoeffelenberger behoeft daar werke lijk geen acte van te nemen, want het staat In de bijlage. De heer Heijblok Ate dé ouders een rijtuig of auto vragen, zal de gemeente haar medewerking verleenen. Maar, op enkele uitzonderingen na, is dat niet gevraagd. De heer Schoeffelenberger meent, dat men langs de zaak heen praat. Het zijn allemaal eenvoudige menschen, en zij heb ben misschien hun bedoeling niet zoo precies kunnen fonnuleerent. De Voorzitter heeft de zaak grondig nagegaan. Vier dezer gezinnen wonen ver der dan 4 K.M. van een school af; er zijn er, die dichter bjj Huisduinen wonen en wier kindéren dus feitelijk op de school te Huis duinen behooren. Zij vroegen: geef ons het geen de K-K. krijgen. Welnu, die krijgen niets. Overigens zal spr. gaarne medewerken aan het geven van vergoeding als hiervoor een georganiseerde beweging komt Conform voorstel aangenomen. L. O. Wet 1920. Voorstel tot verleening van medewerking aan de Heldersche Schoolvereniging over eenkomstig de bepalingen der L. O. wet (Held. Crt, 11 Dec.). De heer Schoeffelenberger zal zich, daar het niet anders kan, met deze voor dracht vereenigen. Is de gemeente hiermede van de zaak af of moet zij deze school nog Inrichten? f - De Voorzitter: De school moet be hoorlijk zijn ingericht hetgeen hier het ge val is. De heer Heijblok meent, dat over deze voordracht weinig behoeft te worden gezegd. De Schoolvereniging is opgericht om te ageeren tegen de wet van 1922, die klassen van 48 leerlingen kent. Dat in Amsterdam beter gesitueerden er toe overgaan voor hun kinderen een school te stichten, die kleiner klassen heeft, kan men zich voorstellen, dat dit te Helder geschiedt frappeert wel. Ais wij hier de belasting gingen verhoogen, zou men daartegen sputteren, maar men ziet er niets in de gemeente aldus op hooge kosten te jagen, enkel omdat zij geen schooi van 30 leerlingen per klasse kan bekostigen. Spr. vindt het ongemotiveerd, dat deze menschen aldus handelen.- Aangenomen. Bouwverordening. Voorstel tot wijziging der Bouwverorde ning. (Held. Crt, 9 Dec.). De heer D e Z e e betwist de juistheid van hetgeen in de bijlage staat n.1., dat de Cie. van Bijstand met alle veranderingen- aocoord zou gaan. Zeer zeker is dat niet het geval met de versoberingen. Worden deze wijzi gingen onveranderd aangenomen, dan kun nen ook eengezinswoningen worden ge bouwd onder deze bepalingen, hetgeen we gens de laagheid ervan niet bevorderlijk i» aan de volksgezondheid'. Spr. acht het heter de artikelen 15 en 23 uit de verordening te lichten. Voor het overige kunnen wij met de verordening accoord gaan. Wy hebben thans aan den buitenkant der stad mooie wegen aangelegd; straks zouden we daar woningen op krijgen met een ge drukt uiterlijk aspect tengevolge van de af metingen; dit is niet wenschelijk. Is het wel nood'ig de hoogte der gevels te verminderen? De directeur der gemeentewerken verklaarde om bezuinigingsredenen mede te gaan met deze wijziging. Spr. heeft gevraagd' of de huren voor deze woningen nu ook lager wor den,; dat schijnt evenwel niet het geval te zijn, de invloed op den huurprijs is slechts gering. Moeten wij, vraagt spr., ni^ maar accoord er mede gaan, dat we in onze royale nieuwe straten woningen krijgen van een gedrukt aspect? Voor spr. en de zijnen is dit het belangrijkste punt, dat zij niet ac coord' kunnen gaan met een verlaging in hoogte der woningen. De heer V a n"0 s wijst op.de huizen aan den Ruijghweg, die nog veel lager zijn dan in dit voorstel staat en toch zijn goedge keurd'. Volgens deskundigen is een hoogte van 2.80 M. voldoende, en zeker heeft de lagere bouw invloed' op de kosten. De heer Geurts heeft in Alkmaar ook mooie huizen, villa's zelfs van 2.80 M. hoogte gezien, en is van meening, dat we met ar beiderswoningen ook wei met deze hoogte kunnen volstaan. De heer Schoeffelenberger meent, dat het verwijt van den heer De Zee tot Mi nister Aalberse behoort te worden gericht, die deze hoogte heeft toegestaan aan de wo- nangbouwvereenigingen. Het is overigens slechts 2.75 M., geen 2.80 M. De heer De Zee, aspirant-éigenbouwer, spreekt thans aldus, maar aLs hij straks eigenbouwer is, tapt hij natuurlijk uit een ander vaatje. De architect P. Kramer, de bouwheer van het Marine-Bondsgebouw, ontwerpt nog lager huizen, en dit is op het oogenblik een van de toonaangevende architecten in ons land. Van de huizen, die hier in Helder zijn ge bouwd, deugt er zoowat geen enkel. Op de bouwkosten heeft een dergelijke verhooging van 25 oM. een grooten invloed'. Dat de huren hooger worden, zooals de heer De Zee opmerkt, is waar, maar gaat 'buiten de zaak om. De heer E ij Iders stond aanvankelijk aan de zijde van dén 'heer De Zee, omdat spr. inderdaad meende, dat meer licht en lucht wenschelijk was. Thans zijn er van de oorspronkelijke 22 artikelen, waaruit de ont- werp-verordening bestond^ nog 9 over, en wij zullen ons niet meer tegen de vermin derde hoogte verzetten. D e heer Van Breda beantwoordt dén heer De Zee, die z. i. de zaak wel wat erg zwaar neemt Art. 20, en ook het gewijzigd art 23 laten ontheffing toe van de bepalin gen op de hoogte, en dé heer De Zee had in de Oie. niet zulke overwegende bezwaren. De heer D e Z e e meent dat bij de indie ning der voorstellen de opzet bestond het peil dér woningen te drukken. Minister Aal berse heeft dergelijke woningen' ingevoerd^ jawel, maar die doet meer gekke dingen, die een gemeenteraad niet altijd behoeft op te volgen. De woningen aan den Ruijghweg maken een leelijk figuur. In openbare vei ling kon er geen bod' op komen. De Direc teur van P. W. ging er mee accoord', maar in eerste instantie stond de directeur afwijk zend tegenover de plannen, uit bezuiniging slechts is hij1 meegegaan. De volkswoning moet omlaag worden gedrukt, straks komen er eengezinswoningen, waar de menschen in de lage kamers moeten1 bivakkeeren. Spr. hééft het verschil jn prijs nagerekend, en komt tot een verschil van 88. De heer VanOa: 't Hangt ervan af hoe men rekent! De heer De Zee: Inderdaad, en aan hét adres van den heer Schoeffelenberger wil ik dan nu al vast zeggen, dat hij er nota van moet nemen, dat ik thans tracht een veror dening aangenomen' te krijgen, die mij, als ik straks eigenbouwer ben, beletten zal der gelijke woningen te bouwen. De heer Van OsDe tijden veranderen en men verzet de"bakens. Alie architecten in 't land bouwen thans lage woningen. De heer, V e rstegen Niet in de ste den, op het land. De heer V a n O sMen is teruggekomen van hooge kamers, ook al omdat dit bezui niging oplevert in verwarming, enz. Den heer Schoeffelenberger ver wondert het, dat de heer De Zee vasthoudt aan de hoogte van 2.75 M. Spr. zal nu met een argument komen, dat de heer De Zee zoo vast zal zetten als een, muur (gelach). Toen in den vorigen Raad de kwestie ter tafel kwam betreffende de huisjes in de Ko. ningdwarsstraat, heeft de heer De Zee zijn stem gegeven aan een verlaging zelfs tot 2.40 M. De heer Van Breda wijst erop, dat de oppervlakte dezelfde blijft en dat bovendien ontheffing kan worden verleend door B. en W. De heer Bok zou gaarne zien, dat dén directeur van gemeentewerken er op ge wezen werd, dat in het algemeen zo.i min mogelijk Amerikaansch grenenhout gebruist moet worden boven- kelderruimten, omdat dit hout spoedig rot. In art. 40 wordt doze zaax geregeld-. D© heer Borkert antwoordt, den heer Schoeffelenberger, die zich altijd blij maakt met een doode musch,. Het geval- Koning- dwarsstraat is dan ook niet te vergelijken met deze verordening; daar gold hst een paar krotwoningen bewoonbaar te maken. De wijzigingen der verordening tornen thans in stemming; bij art 2 stelt-de heer Zondervan voor de hoogte van 2.75 M. te brengen op 8 M. Dit amendement wordt verworpen met 16 tegen 5 stemmen; vóór de -heeren- Zondervan, Borkert,Heijblok, Boogaard en De Zee. Eveneens wordt ge stemd over artt 4 en 5, welke in dezelfde stemmenverhouding worden aangenomen, evenals tenslotte de geheele voordracht Straatnaam. Voorstel- tot vaststelling van- een naam voor de straat tusschen de Jan in 't Velt- straat en den Ruijghweg.. (Held. Ort, 9 Dec.). De heer Schoeffelenberger vindt den naam „Van der Duyn van Maasdam straat" uiterst moeilijk om te onthouden en zou liever een populairder naam hebben. Wat is er tegen de straat „Van den Broeke straat" te noemen. Spr. doet dit niet uit pro test tegen de bekende medaille-geschiedenis, zooals de gétaeente Rijssen, maar alleen omdat de naam populairder is. De heer Zondervan heeft eveneens bezwaren tegen den naam. Vooreerst kan niemand hem uitspreken en ten tweede kan bij niet op de enveloppe. Spr. wil de straat Heijermansstraat noemen. De heer V a n O s merkt op, dat het wen schelijk is te blijven in het milieu van de andere straten. We hebben- een Van Hogen- dorpstraat, een Van Limburg Stirumstraat, dus is het gewenscht, dat deze straat Van der Duyn van Maasdamstraat heet. Het voorstel-Zondervan, ondersteund door den heer Schoeffelenberger, komt ter tafel van B. en -W., de Voorzitter brengt het voor stel van het Ooilege in stemming. Dit wordt aangenomen met 16 tegen 5 stemmen. Te gen stemmen de heeren Zondervan, Schoef felenberger, Geurts, De Zee en Verstegen. De naam dér straat is dus „Van der Duyn van Maasdamstraat". 0 N Onderwijs. Voorstel tot opheffing van school no. 14 aan de Hoofdgracht. (Held. Crt„ 16 Dec.). De heer Heijblok merkt op, dat de Voorzitter in de Cie. van Bijstand beloofd heeft deze zaak nog niet aan de orde te zul len stellen. Spr. herinnert aan die belofte en wil de zaak thans van de agenda afgevoerd zien. De Voorzitter bevestigt dit. Maar de omstandigheden zijn thans gewijzigd' en de inspecteur gaat accoord met het voorstel be treffende afstand aan de Schoolvéreeniging, zoodoehde is het bezwaar voor directe be handeling thans vervallen. Aangenomen. Gratificatie. Voorstel tot toekenning van een gratifi catie aan de Wed. K. ter Burg alhier. (Held. Crt., 9 Dec.). De heer V a n O s vraagt naar de redenen, die B. en W. hebben bewogen de gratifi catie terug te brengen tot 50 Spr. stelt voor deze oude weduwe het volle bedrag uit te keeren, dat ook haar man genoot. De Voorzitter antwoordt, dat de vrouw g^en- rechten heeft op eenige vergoe ding. Het College meende juist een zeer gunstig voorstel te doem De heer Verstegen licht dit nader toe. Alle weduwen krijgen steeds 50 van het pensioen, dat hun man genoot. Nu zijn dé gratificaties door den Raad- afgeschaft, en daarom is dit voorstel aldus geformuleerd- op den grondslag van het weduwenpensioen. Indien de Raad van meening is, dat door de gratificatie te verdubbelen, geen precedent zal worden geschapen, wil het College zich niet verzetten tegen een voorstel in dien geest. De heer V a n O s meent, dat de Raad hiermede geen- précédent schept. De heer Schoeffelenberger kan het bezwaar van- den heer Verstegen- onder schrijven, maar acht een beetje clementie wel gewenscht. De man is 50 jaar achtereen in gemeentedienst geweest. De Voorzitter zegt, dat het College accoord gaat met het voorstel' de gratificatie te verdubbelen, waarna met algemeene stem men aldus -besloten wordt Overeenkomst hoefbeslag. Voorstel om afwijzend te beschikken- op het adres van S. Moorman inzake schade vergoeding. (Held. Ort, 9 Dec.). De heer Maters: Omtrent dit punt zou ik gaarne iets willen zeggen Vanaf 1 October 1923 tot 80 September 1Ö24 is bot hoefbeslag van de Reinigings dienst aangenomen door S. Moorman voor den prijs van 40.per paard per jaar, torwyl door J. Moorman, die het vorige jaar de paarden bdd beslagen, voor 60.— per paard per jaar was ingeschreven, De commissie der Reinigingsdienst heeft toen geadviseerd bet werk aan den laag- st-n insohrijver te moeten gunnen, om dat beide smeden hetzelfde rijksdiploma a!v hoefsmid bezitten. Door B. en W. is hem op 28 December dit werk ontnomen, omdat het volgens den directeur of diens plaatsvervanger niet goed was. Moorman, van meenlng wel goed werk te hebben geleverd, Dam met dit besluit geen genoegen en ver zocht een commissie van deskundigen te benoemen, teneinde de al of niet juistheid van dit besluit vast te stellen. Deze Commissie is benoenjd, heeft een onderzoek voor zoover dit toen riog mo gelijk was ingesteld, een was eenparig van oordeeld at het heofbeélag aan be hoorlijke eischen voldeed. 11 Maart is hem toen opnieuw het 'hoef beslag opgedragen en 3 Juni daaropvol gende voor de 2de maal ontnomen, en volgens de daarover verschenen rappor ten, omdat tengevolge van het door hem geleverde hoefbeslag verschillende paar den voortdurend kreupel werden. Niettegenstaande de Commissie van deskundigen het hoefbeslag heeft goed gekeurd, wat dus wil zeggen dat tengevol ge van het geleverde werk geen kreupel heid is ontstaan, immers zou bet antwoord van de deskundigen dan anders zijn ge weest, hébben B. en W. hem toch bet werk ontnomen. En dit, M. d. V., Is een handeling, die ik niet kan goedkeuren. -Door het kreupel worden der paaiden mag deze smid het hoefbeslag niet meer doen, maar welke maatregelen worden nu genoemen ten opzichte van zijn opvol ger, want kreupele paarden zijn er tegen woordig ook bij de Reiniging. Of wordt bij dezen smid' er rekening mede gehou den, dat er nog andere oorzaken zijn-, waardoor kreupelheid kan ontstaan. Bij den vorigen smid was dit niet het geval. M. de V. Deze man is mijns inziens be nadeeld in zijn naam als hoefsmid en ook financieel. Toen hem -het werk is opge dragen heeft hij daarvoor hulp moeten nemen. .Hij heeft een hoeveelheid zrwaar ijzer gekocht, wat alleen voor de paarden der Reiniging wordt gevraagd, en' de kos ten van het deskundig onderzoek heeft hij voor de helft moeten dragen. En nu is mij bekend dat in het con tract de bepaling voorkomt dat B. en W. deze overeenkomst kunnen verbreken, zonder dat de aannemer recht heeft op vergoeding als het werk niet voldoet aan de eischen, of wanneer de aannemer zich niet houdt aan de bepalingen. Maar dan moeten deze tekortkomingen tooh bestaan en dit is door het onderzoek gebleken niet zoo te zijn. Waar hier aan S. Moorman buiten zijn schuld schade is toegebracht, is het zeker noodzakelijk deze te vergoeden. De heer van Os is het met dit betoog eens. Spr. -meent te moeten protesteeren tegen de voorstelling, die omtrent deze zaak in de bijlage gewekt wordt, alwaar staat: dat het in 't belang is van adres sant te volstaan met verwijzing naar <fe stukken. Juist uit deze stukken is vol strekt niet bewezen, dat Moorman onvol doende werk heeft afgeleverd. 'Integen deel, zijn werk was in orde, en voor het kreupel worden der paarden waren an dere oorzaken aan te wijzen. Eigenlijk dienden- wij een speciale deskundige te hebben, die, evenals er speciale schoen makers zijn voor misvormde voeten, ook rekening houden met afwijkingen bjj paardenhoeven. In ieder geval wijzen de stukken wel uit, dat M. volkomen in staat was paarden te beslaan en de Raad kan hem ten opzichte van het rapport gerust rehabiliteeren. Men heeft den man on- reoht aangedaan en het is dus alleszins billijk, dat hem daarvoor eene schadever goeding worde toegekend. De heer Schoeffelenberger: De heer Maters heeft spr. het gr eis voor de voeten weggemaaid. Oppervlakkig be zien staat het College sterk in zijn opvat ting; maar spr. vraagt (en hierbij Is geen sprake van eenige depreciatie var: den directeur der reiniging) of de directeur der reiniging kan beoordeelien cf M.^en bekwaam hoefsmid is. Naar spr. meening kan dat alleen een deskundige, en M. is niet alleen gediplomeerd, maar heeft daarenboven nog een extra bekroning. Spr. gaat uitvoerig den gang van zaken na; na gerehabiliteerd te zijn en wederom als hoefsmid te zijn aangesteld, werd hem opnieuw het werk ontnomen. Op welke gronden? Wij vernemen daar niets van. En hij heeft tengevolge van die nieuwe aanstelling onkosten gemaakt, o.a. heeft hij een knecht in huis genomen. De heer Boogaard: Hier wordt die voorstelling gewekt alsof M. onrechtvaar dig is behandeld. Nadat hem aanvanke lijk het werk ontnomen was, is hij bij alle commissieleden rond geweest. Het gevolg daarvan was een- vergadering van de com missie waarin werd besloten hem te reha biliteeren en opnieuw aan te stellen. Er is uitdrukkelijk gezegd, dat het werk hem opnieuw zou worden ontnomen, indien er weer manke paarden zouden komen. De Cie. hoorde er verder niet meer van, tot dat zij bericht kreeg, dat inderdaad aan M. het weer weer was ontnomen. De de. naan deze mededeeling voor kennisgeving aan. Indien M. opnieuw in verzet ware gekomen, zou ongetwijfeld weer een des kundig onderzoek hebben plaatsgehad, maar hij heeft dit nagelaten en is nooit op de zaak teruggekomen. Thans is er niets meer aan de zaak te veranderen hoewel het spr. voor M. spijt De heer Zondervan zou hierover gaarne in comité-vergadering nadere me dedelingen wensohen te doen om voor lezing le doen van een particulier schrij ven aan de oom-leden. De heer Verstegen wil ook wei een oomité-vergadering over deze zaak, maar de verschillende dingen, die thans in openbaren raad zijn te berde gebracht, dienen even te worden rechtgezet Spr. leest voor de desbetreffende clausule uit het oontract (in de bijlage opgenomen). Hierin staat, dat het reeds voldoende ia indien de directeur der reiniging van oordeel is, dat het werk niet goed is. -Dan reeds kan tot ontneming van het werk worden overgegaan. De heer van Dam: Dat is juristerij! De heer v a n O s: Dat is een drastische bepaling! De heer Verstegen: Neen, meneer de voorzitter, dat is geen Juristerij en ook niet drastisch. Toen het werk aan M. was ontnomen op grond van het kreupel wor den der paarden, heeft de betrokkene zich gewend tot ©en paar raadsleden, o.a. tot den heer Maters, die zich zeer interes seerdie voor het geval en wien door den wethouder ©en onmiddellijk onderzoek werd toegezegd. De gemeente heeft de helft der kosten gedragen van dit onder zoek. De heer Schoeffelen berger: Volgens de usanoe! •De heer Verstegen: Neen, meneer de voorzitter, niet volgens de usance. Het 'contract spreekt daar in 't geheel niet van. De Cie. van onderzoek heeft verga derd met de beide broeders, en wat daar door hen gezegd is, zal spr. hier niet ver tellen. Een van de twee deed zich van heel bizondere zijde kennen. Door den betrokken Moorman is zijn broeder be- noemd als zijn practlschen, dendieren arts als zijn theoretlschen examinator, beide twee volkomen bevoegde deskundi gen. In het rapport staat, dat „over t algemeen" M.'s werk tot tevredenheid stemt „voor zoover dit is te oonsta toeren". De conclusie van een en ander laat spr. thans aan den Raad over. Naar aanleiding van dit rapport is het werk opnieuw aan M. toegewezen. Spr. heeft in de denver- gadering, tegen het oordeel van den di recteur der reiniging in, de zaak-M. 'be pleit en verdedigd, is persoonlijk bij hem geweest en heeft hem op -het hart gedrukt voorzichtig te zijn, in het bizonder imet het 'bewuste paard Frits. Ook van andere paarden waren klachten over -het -beslaan ingekomen. De Cie. heeft toen (één lid wilde het contract laten doorloopen tot Oct.) opnieuw besloten M. het werk te ontnemen. Toen M. het hoefbeslag voor de'tweede maal was opgedragen, kwam hij daags daarna reeds bij spr. om te vra gen schadevergoeding te mogen ontvan gen. Spr. heeft evenwel geweigerd daar aan mede te werken. Ooncludeerende meent spr., dat hem volkomen recht ls gedaan en hij royaal is behandeld. Nog enkele raadsleden vragen over deze zaak -het woord, doch de Voorzit ter wil de verdere discussies sluiten en de zaak wordt verwezen naar het oornlté- generaal. Voorstel om afwijzend te beschikken op het adres van P. Bakker, hulpkeurmeester dezer gemeente te Anna Paulowna, om toe kenning eener gratificatie voor de door hem te Wieringen betaalde foronsenbelasting. Held. Crt 9 Dec. Conform het prae-advies besloten. Vloekverbod. Voorstellen om niet over te gaan tot strafbaarstelling van vloeken en ijdel ge bruik van Gods Heiligen Naam en tot het opnemen van bepalingen tegen het vloeken in de instructies van het gemeente personeel en in de voorschriften betreffende gemeen telijke lokaliteiten. Held. Crt 9 Dec. (Met adhaesie-betuiging van den ker- keraad der Ger. Gemeente). De heer van der Veer is verwon derd, dat het adres, dat zoo geruimen tijd om prae-advies bij het College is geweest thans zoo slecht er af komt. Wij kunnen ons van deze zaak niet zoo afmaken, wij zitten hier voor de belangen der gemeen tenaren, niet uitsluitend de stoffelijke, maar ook de geestelijke.' Het adres is niet zeer scherp gesteld, het zal ons niet dan aangenaam zijn als de Raad het scherper wil stellen. Al voor 100 jaren terug was het vloeken verboden. Wij zitten hier als raadsleden voor zoover God het toelaat Niemand onzer zou hier zitten als God het niet wil. Als de Voorzitter belasterd en uitgescholden wordt, zullen wij allen hen in besohenming nemen; zouden wij dus niet opkomen voor de majesteit Gods? Van beleediging of belastering van ge meenteambtenaren is geen sprake; wij vragen eenvoudig kaarten te imogen' op hangen op dezelfde manier zooals de drankbestrijding dat doet. Honderden ge meenten in ons land hebben dit toege staan, spr. kan een lijst van 18 plaatsen noemen. Wij willen de zedelijkheid be trachten om de majesteit Gods niet te doen lasteren. Want vloeken ls zware zonde. Het kwaad is moeilijk te keeren* maar de overheid is niet verantwoord als wij niet trachten het zooveel mogelijk té besnoeien. Spr. weidt nog uitvoerig over dit onderwerp uit. De heer E y 1 d e r s heeft een uitvoerig schriftelijk 'betoog opgesteld ter verdedi ging van het voorstel. Wij nomen er het volgende uit over: Spr. betoogt allereerst, dat het verzoek van dien Bond tegen het vloeken gegrond is en de plaatselijke overheid bevoegd is haar gezag ook op dit terrein te doen gelden. Hij overlegt achtereenvolgens de drie door B. en W. aangevoerde bezwaren: le. Het juridische (onbevoegdheid van den Raad). Hierbij halen B. en W. het oordeel aan van prof. Slotemaker de Bruyne, dien' spr. wel een bevoegd gids acht in theologische of sociale quacsth-s, maar dat sluit vblstrekt niet in, dat hij juridisch ook ls. Spr. verwijst naar hot Kon. Besluit van 8 Dec. 1896 ter vernie tiging van de verordening van Wonsera- deel waarbij vloeken strafbaar gesteld

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1924 | | pagina 6