Hulpkeurmeester.
Volksonderwijs afdeeling Helder om te
Julianadorp niet over te gaan tot het oom-
Ibineeren van klassen, teneinde daardoor
een plaats als onderwijzer uit te winnen.
t. Verzoek van de SchilderspatroonBver-
eeniglng afd. Helder om verschillende
verfwerken thans uit te voeren en deze
voortaan aan te besteden of op te dragen
aan de plaatselijke schilderspatroona
(Burgemeester en Wethouders stellen
voor deze stukken in 'hunne handen om
praeadvies te stellen.)
•Conform.
Nog is ingekomen een verzoek van den
heer Kastelijn om met ingang van 1 Januari
8J9. eervol ontslag als gemeente-bouw
meester.
De Voorzitter moet met leedwezen
van dit schrijven mededeeling doen. De
heer Kastelijn ziet zich, met het oog op zijn
gezondheidstoestand genoodzaakt eervol
ontslag te vragen. De gemeente verliest in
dezen heer een hoofdambtenaar, die gedu
rende 32 jaren haar trouw heeft gediend.
De heer Kastelijn was een man uit één stuk,
van onkreukbare eerlijkheid, zeer nauwge
zet werker, die met al de hem ten dienste
staande vermogens gedurende deze jaren
de belangen onzer gemeente heeft behar
tigd, belangen, welke steeds hooger
eischen stelden aan zijn geest- en werk
kracht, aan zijn denkvermogen.
Het College stelt voor den heer Kastelijn
eervol en onder dankzegging voor de lang
jarige trouwe diensten het gevraagd ont
slag te verleenen, en drukt daarbij den
wensch uit, dat het hem gegeven moge
zijn nog vele jaren van de zoo welverdiende
rust te mogen genieten.
Door applaus vereenigt de Raad zich met
deze woorden.
Zonder discussie of stemming worden
vervolgens aangenomen:
Grondaankoop.
Voorstel tot aankoop «van -den Polder
„Helder en Huisduinen" van verschillende
perceelen grond gelegen in openbare wegen.
(Held. Ort., 9 Dec.).
Verkoop grond.
Voorstel tot verkoop van grond' aan de
Veilingsvereeniging te Helder.
(Held Ort, 11 Dec.).
Verhuring.
Voorstel tot wijziging van het Raadsbe
sluit van 18 Februari 1924 tot verhuring
van grond aan Gerrit de Beurs.
(Held Crt, 16 Dec.).
Verhuring.
Voorstel tot verhuring van verschillende
perceelen tuingrond en weiland.
(Held Ort., 16 Dec.).
L. O. Wet 1920.
Voorstel tot toekenning van de vergoe
ding overeenkomstig art. 100 der L. O. wet
1920 aan de Vereeniging „Laat de Kindèr-
kens tot Mij komen".
(Held Ort, 9 Dec.).
L. O. Wet 1920.
Voorstel om afwijzend te beschikken op
het verzoek van eenige bewoners van Koe-
gras om verleening van steun uit de ge
meentekas overeenkomstig art 13 der L.
O. wet 1920.
(Held. Ort, 11 Dec.).
Met dit laatste voorstel ia de heer
Schoeffelenberger het niet eens.
Of er al of niet schade wordt geleden door
de bedoelde 'bewoners, laat spr. daar, maar
zeker is het dat voor de lange wandeling,
die deze kinderen hebben te doen, eenige
vergoeding dient te worden gegeven. Spr.
wijst op andere scholen, die haar leerlingen
per auto halen en brengen, en meent dat
het alleszins logisch is, als hier van ge
meentewege een dergelijken autodienst werd
ingesteld voor deze kinderen.
De Voorzitter merkt op, dat aan die
ouders gevraagd' is of zij kosten hadden. Zij
hebben ontkennend geantwoord; nu kan de
gemeente toch moeilijk vergoeding geven
voor kosten, die er niet zijn.
De heer Schoeffelen berger meent,
dat niettemin toch in de hand kan worden
gewerkt, dat op d'eze wijze aan de bestaande
bezwaren worde tegemoet gekomen.
De heer Geurts wijst op Oallantsoog,
waar 50.vergoeding wordt gegeven voor
een autodienst.
'De Voorzitter: Ais dat gevraagd
wordt, krijgen ze dat hier ook.
De heer Smits heeft met genoegen den
heer Schoeffelenberger gehoord', omdat thans
de zaak eens precies kan worden rechtgezet.
De tegemoetkoming wordt gevraagd op
grond van art. 13 der wel In de Cie. voor
het Onderwys is gebleken, dat enkele dezer
menschen niet in de termen van de wet'val
len, velen, desgevraagd, vonden blijkbaar de
zaak niet belangrijk genoeg om te antwoor
den. Het is overigens geen onwil van de
de., maar aan de hand' van dé wet kunnen
wij geen vergoeding geven. Iets anders is
het als ze straks om een vergoeding vragen.
De heer Gru-nwald' leest voor wat in
de bijlage staat. iB. en W. spreken daarin uit,
dat als er inderdaad' kosten worden gemaakt,
B. en W. die gaarne zullen vergoeden. De
heer Schoeffelenberger behoeft daar werke
lijk geen acte van te nemen, want het staat
In de bijlage.
De heer Heijblok Ate dé ouders een
rijtuig of auto vragen, zal de gemeente haar
medewerking verleenen. Maar, op enkele
uitzonderingen na, is dat niet gevraagd.
De heer Schoeffelenberger meent,
dat men langs de zaak heen praat. Het zijn
allemaal eenvoudige menschen, en zij heb
ben misschien hun bedoeling niet zoo precies
kunnen fonnuleerent.
De Voorzitter heeft de zaak grondig
nagegaan. Vier dezer gezinnen wonen ver
der dan 4 K.M. van een school af; er zijn er,
die dichter bjj Huisduinen wonen en wier
kindéren dus feitelijk op de school te Huis
duinen behooren. Zij vroegen: geef ons het
geen de K-K. krijgen. Welnu, die krijgen
niets. Overigens zal spr. gaarne medewerken
aan het geven van vergoeding als hiervoor
een georganiseerde beweging komt
Conform voorstel aangenomen.
L. O. Wet 1920.
Voorstel tot verleening van medewerking
aan de Heldersche Schoolvereniging over
eenkomstig de bepalingen der L. O. wet
(Held. Crt, 11 Dec.).
De heer Schoeffelenberger zal
zich, daar het niet anders kan, met deze voor
dracht vereenigen. Is de gemeente hiermede
van de zaak af of moet zij deze school nog
Inrichten? f -
De Voorzitter: De school moet be
hoorlijk zijn ingericht hetgeen hier het ge
val is.
De heer Heijblok meent, dat over deze
voordracht weinig behoeft te worden gezegd.
De Schoolvereniging is opgericht om te
ageeren tegen de wet van 1922, die klassen
van 48 leerlingen kent. Dat in Amsterdam
beter gesitueerden er toe overgaan voor hun
kinderen een school te stichten, die kleiner
klassen heeft, kan men zich voorstellen, dat
dit te Helder geschiedt frappeert wel. Ais
wij hier de belasting gingen verhoogen, zou
men daartegen sputteren, maar men ziet er
niets in de gemeente aldus op hooge kosten
te jagen, enkel omdat zij geen schooi van
30 leerlingen per klasse kan bekostigen. Spr.
vindt het ongemotiveerd, dat deze menschen
aldus handelen.-
Aangenomen.
Bouwverordening.
Voorstel tot wijziging der Bouwverorde
ning.
(Held. Crt, 9 Dec.).
De heer D e Z e e betwist de juistheid van
hetgeen in de bijlage staat n.1., dat de Cie.
van Bijstand met alle veranderingen- aocoord
zou gaan. Zeer zeker is dat niet het geval
met de versoberingen. Worden deze wijzi
gingen onveranderd aangenomen, dan kun
nen ook eengezinswoningen worden ge
bouwd onder deze bepalingen, hetgeen we
gens de laagheid ervan niet bevorderlijk i»
aan de volksgezondheid'. Spr. acht het heter
de artikelen 15 en 23 uit de verordening te
lichten. Voor het overige kunnen wij met
de verordening accoord gaan.
Wy hebben thans aan den buitenkant der
stad mooie wegen aangelegd; straks zouden
we daar woningen op krijgen met een ge
drukt uiterlijk aspect tengevolge van de af
metingen; dit is niet wenschelijk. Is het wel
nood'ig de hoogte der gevels te verminderen?
De directeur der gemeentewerken verklaarde
om bezuinigingsredenen mede te gaan met
deze wijziging. Spr. heeft gevraagd' of de
huren voor deze woningen nu ook lager wor
den,; dat schijnt evenwel niet het geval te
zijn, de invloed op den huurprijs is slechts
gering. Moeten wij, vraagt spr., ni^ maar
accoord er mede gaan, dat we in onze royale
nieuwe straten woningen krijgen van een
gedrukt aspect? Voor spr. en de zijnen is
dit het belangrijkste punt, dat zij niet ac
coord' kunnen gaan met een verlaging in
hoogte der woningen.
De heer V a n"0 s wijst op.de huizen aan
den Ruijghweg, die nog veel lager zijn dan
in dit voorstel staat en toch zijn goedge
keurd'. Volgens deskundigen is een hoogte
van 2.80 M. voldoende, en zeker heeft de
lagere bouw invloed' op de kosten.
De heer Geurts heeft in Alkmaar ook
mooie huizen, villa's zelfs van 2.80 M. hoogte
gezien, en is van meening, dat we met ar
beiderswoningen ook wei met deze hoogte
kunnen volstaan.
De heer Schoeffelenberger meent,
dat het verwijt van den heer De Zee tot Mi
nister Aalberse behoort te worden gericht,
die deze hoogte heeft toegestaan aan de wo-
nangbouwvereenigingen. Het is overigens
slechts 2.75 M., geen 2.80 M. De heer De
Zee, aspirant-éigenbouwer, spreekt thans
aldus, maar aLs hij straks eigenbouwer is,
tapt hij natuurlijk uit een ander vaatje. De
architect P. Kramer, de bouwheer van het
Marine-Bondsgebouw, ontwerpt nog lager
huizen, en dit is op het oogenblik een van
de toonaangevende architecten in ons land.
Van de huizen, die hier in Helder zijn ge
bouwd, deugt er zoowat geen enkel. Op de
bouwkosten heeft een dergelijke verhooging
van 25 oM. een grooten invloed'. Dat de
huren hooger worden, zooals de heer De Zee
opmerkt, is waar, maar gaat 'buiten de zaak
om.
De heer E ij Iders stond aanvankelijk
aan de zijde van dén 'heer De Zee, omdat
spr. inderdaad meende, dat meer licht en
lucht wenschelijk was. Thans zijn er van de
oorspronkelijke 22 artikelen, waaruit de ont-
werp-verordening bestond^ nog 9 over, en
wij zullen ons niet meer tegen de vermin
derde hoogte verzetten.
D e heer Van Breda beantwoordt dén
heer De Zee, die z. i. de zaak wel wat erg
zwaar neemt Art. 20, en ook het gewijzigd
art 23 laten ontheffing toe van de bepalin
gen op de hoogte, en dé heer De Zee had in
de Oie. niet zulke overwegende bezwaren.
De heer D e Z e e meent dat bij de indie
ning der voorstellen de opzet bestond het
peil dér woningen te drukken. Minister Aal
berse heeft dergelijke woningen' ingevoerd^
jawel, maar die doet meer gekke dingen,
die een gemeenteraad niet altijd behoeft op
te volgen. De woningen aan den Ruijghweg
maken een leelijk figuur. In openbare vei
ling kon er geen bod' op komen. De Direc
teur van P. W. ging er mee accoord', maar
in eerste instantie stond de directeur afwijk
zend tegenover de plannen, uit bezuiniging
slechts is hij1 meegegaan. De volkswoning
moet omlaag worden gedrukt, straks komen
er eengezinswoningen, waar de menschen
in de lage kamers moeten1 bivakkeeren. Spr.
hééft het verschil jn prijs nagerekend, en
komt tot een verschil van 88.
De heer VanOa: 't Hangt ervan af hoe
men rekent!
De heer De Zee: Inderdaad, en aan hét
adres van den heer Schoeffelenberger wil ik
dan nu al vast zeggen, dat hij er nota van
moet nemen, dat ik thans tracht een veror
dening aangenomen' te krijgen, die mij, als
ik straks eigenbouwer ben, beletten zal der
gelijke woningen te bouwen.
De heer Van OsDe tijden veranderen
en men verzet de"bakens. Alie architecten
in 't land bouwen thans lage woningen.
De heer, V e rstegen Niet in de ste
den, op het land.
De heer V a n O sMen is teruggekomen
van hooge kamers, ook al omdat dit bezui
niging oplevert in verwarming, enz.
Den heer Schoeffelenberger ver
wondert het, dat de heer De Zee vasthoudt
aan de hoogte van 2.75 M. Spr. zal nu met
een argument komen, dat de heer De Zee
zoo vast zal zetten als een, muur (gelach).
Toen in den vorigen Raad de kwestie ter
tafel kwam betreffende de huisjes in de Ko.
ningdwarsstraat, heeft de heer De Zee zijn
stem gegeven aan een verlaging zelfs tot
2.40 M.
De heer Van Breda wijst erop, dat de
oppervlakte dezelfde blijft en dat bovendien
ontheffing kan worden verleend door B.
en W.
De heer Bok zou gaarne zien, dat dén
directeur van gemeentewerken er op ge
wezen werd, dat in het algemeen zo.i min
mogelijk Amerikaansch grenenhout gebruist
moet worden boven- kelderruimten, omdat dit
hout spoedig rot. In art. 40 wordt doze zaax
geregeld-.
D© heer Borkert antwoordt, den heer
Schoeffelenberger, die zich altijd blij maakt
met een doode musch,. Het geval- Koning-
dwarsstraat is dan ook niet te vergelijken
met deze verordening; daar gold hst een
paar krotwoningen bewoonbaar te maken.
De wijzigingen der verordening tornen
thans in stemming; bij art 2 stelt-de heer
Zondervan voor de hoogte van 2.75 M.
te brengen op 8 M. Dit amendement wordt
verworpen met 16 tegen 5 stemmen; vóór
de -heeren- Zondervan, Borkert,Heijblok,
Boogaard en De Zee. Eveneens wordt ge
stemd over artt 4 en 5, welke in dezelfde
stemmenverhouding worden aangenomen,
evenals tenslotte de geheele voordracht
Straatnaam.
Voorstel- tot vaststelling van- een naam
voor de straat tusschen de Jan in 't Velt-
straat en den Ruijghweg..
(Held. Ort, 9 Dec.).
De heer Schoeffelenberger vindt
den naam „Van der Duyn van Maasdam
straat" uiterst moeilijk om te onthouden en
zou liever een populairder naam hebben.
Wat is er tegen de straat „Van den Broeke
straat" te noemen. Spr. doet dit niet uit pro
test tegen de bekende medaille-geschiedenis,
zooals de gétaeente Rijssen, maar alleen
omdat de naam populairder is.
De heer Zondervan heeft eveneens
bezwaren tegen den naam. Vooreerst kan
niemand hem uitspreken en ten tweede kan
bij niet op de enveloppe. Spr. wil de straat
Heijermansstraat noemen.
De heer V a n O s merkt op, dat het wen
schelijk is te blijven in het milieu van de
andere straten. We hebben- een Van Hogen-
dorpstraat, een Van Limburg Stirumstraat,
dus is het gewenscht, dat deze straat Van
der Duyn van Maasdamstraat heet.
Het voorstel-Zondervan, ondersteund door
den heer Schoeffelenberger, komt ter tafel
van B. en -W., de Voorzitter brengt het voor
stel van het Ooilege in stemming. Dit wordt
aangenomen met 16 tegen 5 stemmen. Te
gen stemmen de heeren Zondervan, Schoef
felenberger, Geurts, De Zee en Verstegen.
De naam dér straat is dus „Van der Duyn
van Maasdamstraat".
0 N
Onderwijs.
Voorstel tot opheffing van school no. 14
aan de Hoofdgracht.
(Held. Crt„ 16 Dec.).
De heer Heijblok merkt op, dat de
Voorzitter in de Cie. van Bijstand beloofd
heeft deze zaak nog niet aan de orde te zul
len stellen. Spr. herinnert aan die belofte en
wil de zaak thans van de agenda afgevoerd
zien.
De Voorzitter bevestigt dit. Maar de
omstandigheden zijn thans gewijzigd' en de
inspecteur gaat accoord met het voorstel be
treffende afstand aan de Schoolvéreeniging,
zoodoehde is het bezwaar voor directe be
handeling thans vervallen.
Aangenomen.
Gratificatie.
Voorstel tot toekenning van een gratifi
catie aan de Wed. K. ter Burg alhier.
(Held. Crt., 9 Dec.).
De heer V a n O s vraagt naar de redenen,
die B. en W. hebben bewogen de gratifi
catie terug te brengen tot 50 Spr. stelt
voor deze oude weduwe het volle bedrag uit
te keeren, dat ook haar man genoot.
De Voorzitter antwoordt, dat de
vrouw g^en- rechten heeft op eenige vergoe
ding. Het College meende juist een zeer
gunstig voorstel te doem
De heer Verstegen licht dit nader toe.
Alle weduwen krijgen steeds 50 van het
pensioen, dat hun man genoot. Nu zijn dé
gratificaties door den Raad- afgeschaft, en
daarom is dit voorstel aldus geformuleerd- op
den grondslag van het weduwenpensioen.
Indien de Raad van meening is, dat door de
gratificatie te verdubbelen, geen precedent
zal worden geschapen, wil het College zich
niet verzetten tegen een voorstel in dien
geest.
De heer V a n O s meent, dat de Raad
hiermede geen- précédent schept.
De heer Schoeffelenberger kan
het bezwaar van- den heer Verstegen- onder
schrijven, maar acht een beetje clementie
wel gewenscht. De man is 50 jaar achtereen
in gemeentedienst geweest.
De Voorzitter zegt, dat het College
accoord gaat met het voorstel' de gratificatie
te verdubbelen, waarna met algemeene stem
men aldus -besloten wordt
Overeenkomst hoefbeslag.
Voorstel om afwijzend te beschikken- op
het adres van S. Moorman inzake schade
vergoeding.
(Held. Ort, 9 Dec.).
De heer Maters: Omtrent dit punt zou
ik gaarne iets willen zeggen
Vanaf 1 October 1923 tot 80 September
1Ö24 is bot hoefbeslag van de Reinigings
dienst aangenomen door S. Moorman voor
den prijs van 40.per paard per jaar,
torwyl door J. Moorman, die het vorige
jaar de paarden bdd beslagen, voor 60.—
per paard per jaar was ingeschreven, De
commissie der Reinigingsdienst heeft
toen geadviseerd bet werk aan den laag-
st-n insohrijver te moeten gunnen, om
dat beide smeden hetzelfde rijksdiploma
a!v hoefsmid bezitten.
Door B. en W. is hem op 28 December
dit werk ontnomen, omdat het volgens
den directeur of diens plaatsvervanger
niet goed was. Moorman, van meenlng
wel goed werk te hebben geleverd, Dam
met dit besluit geen genoegen en ver
zocht een commissie van deskundigen te
benoemen, teneinde de al of niet juistheid
van dit besluit vast te stellen.
Deze Commissie is benoenjd, heeft een
onderzoek voor zoover dit toen riog mo
gelijk was ingesteld, een was eenparig
van oordeeld at het heofbeélag aan be
hoorlijke eischen voldeed.
11 Maart is hem toen opnieuw het 'hoef
beslag opgedragen en 3 Juni daaropvol
gende voor de 2de maal ontnomen, en
volgens de daarover verschenen rappor
ten, omdat tengevolge van het door hem
geleverde hoefbeslag verschillende paar
den voortdurend kreupel werden.
Niettegenstaande de Commissie van
deskundigen het hoefbeslag heeft goed
gekeurd, wat dus wil zeggen dat tengevol
ge van het geleverde werk geen kreupel
heid is ontstaan, immers zou bet antwoord
van de deskundigen dan anders zijn ge
weest, hébben B. en W. hem toch bet
werk ontnomen.
En dit, M. d. V., Is een handeling, die ik
niet kan goedkeuren.
-Door het kreupel worden der paaiden
mag deze smid het hoefbeslag niet meer
doen, maar welke maatregelen worden
nu genoemen ten opzichte van zijn opvol
ger, want kreupele paarden zijn er tegen
woordig ook bij de Reiniging. Of wordt
bij dezen smid' er rekening mede gehou
den, dat er nog andere oorzaken zijn-,
waardoor kreupelheid kan ontstaan. Bij
den vorigen smid was dit niet het geval.
M. de V. Deze man is mijns inziens be
nadeeld in zijn naam als hoefsmid en ook
financieel. Toen hem -het werk is opge
dragen heeft hij daarvoor hulp moeten
nemen. .Hij heeft een hoeveelheid zrwaar
ijzer gekocht, wat alleen voor de paarden
der Reiniging wordt gevraagd, en' de kos
ten van het deskundig onderzoek heeft hij
voor de helft moeten dragen.
En nu is mij bekend dat in het con
tract de bepaling voorkomt dat B. en W.
deze overeenkomst kunnen verbreken,
zonder dat de aannemer recht heeft op
vergoeding als het werk niet voldoet aan
de eischen, of wanneer de aannemer zich
niet houdt aan de bepalingen.
Maar dan moeten deze tekortkomingen
tooh bestaan en dit is door het onderzoek
gebleken niet zoo te zijn.
Waar hier aan S. Moorman buiten zijn
schuld schade is toegebracht, is het zeker
noodzakelijk deze te vergoeden.
De heer van Os is het met dit betoog
eens. Spr. -meent te moeten protesteeren
tegen de voorstelling, die omtrent deze
zaak in de bijlage gewekt wordt, alwaar
staat: dat het in 't belang is van adres
sant te volstaan met verwijzing naar <fe
stukken. Juist uit deze stukken is vol
strekt niet bewezen, dat Moorman onvol
doende werk heeft afgeleverd. 'Integen
deel, zijn werk was in orde, en voor het
kreupel worden der paarden waren an
dere oorzaken aan te wijzen. Eigenlijk
dienden- wij een speciale deskundige te
hebben, die, evenals er speciale schoen
makers zijn voor misvormde voeten, ook
rekening houden met afwijkingen bjj
paardenhoeven. In ieder geval wijzen de
stukken wel uit, dat M. volkomen in staat
was paarden te beslaan en de Raad kan
hem ten opzichte van het rapport gerust
rehabiliteeren. Men heeft den man on-
reoht aangedaan en het is dus alleszins
billijk, dat hem daarvoor eene schadever
goeding worde toegekend.
De heer Schoeffelenberger:
De heer Maters heeft spr. het gr eis voor
de voeten weggemaaid. Oppervlakkig be
zien staat het College sterk in zijn opvat
ting; maar spr. vraagt (en hierbij Is geen
sprake van eenige depreciatie var: den
directeur der reiniging) of de directeur
der reiniging kan beoordeelien cf M.^en
bekwaam hoefsmid is. Naar spr. meening
kan dat alleen een deskundige, en M. is
niet alleen gediplomeerd, maar heeft
daarenboven nog een extra bekroning.
Spr. gaat uitvoerig den gang van zaken
na; na gerehabiliteerd te zijn en wederom
als hoefsmid te zijn aangesteld, werd hem
opnieuw het werk ontnomen. Op welke
gronden? Wij vernemen daar niets van.
En hij heeft tengevolge van die nieuwe
aanstelling onkosten gemaakt, o.a. heeft
hij een knecht in huis genomen.
De heer Boogaard: Hier wordt die
voorstelling gewekt alsof M. onrechtvaar
dig is behandeld. Nadat hem aanvanke
lijk het werk ontnomen was, is hij bij alle
commissieleden rond geweest. Het gevolg
daarvan was een- vergadering van de com
missie waarin werd besloten hem te reha
biliteeren en opnieuw aan te stellen. Er
is uitdrukkelijk gezegd, dat het werk hem
opnieuw zou worden ontnomen, indien er
weer manke paarden zouden komen. De
Cie. hoorde er verder niet meer van, tot
dat zij bericht kreeg, dat inderdaad aan
M. het weer weer was ontnomen. De de.
naan deze mededeeling voor kennisgeving
aan. Indien M. opnieuw in verzet ware
gekomen, zou ongetwijfeld weer een des
kundig onderzoek hebben plaatsgehad,
maar hij heeft dit nagelaten en is nooit
op de zaak teruggekomen. Thans is er
niets meer aan de zaak te veranderen
hoewel het spr. voor M. spijt
De heer Zondervan zou hierover
gaarne in comité-vergadering nadere me
dedelingen wensohen te doen om voor
lezing le doen van een particulier schrij
ven aan de oom-leden.
De heer Verstegen wil ook wei een
oomité-vergadering over deze zaak, maar
de verschillende dingen, die thans in
openbaren raad zijn te berde gebracht,
dienen even te worden rechtgezet Spr.
leest voor de desbetreffende clausule uit
het oontract (in de bijlage opgenomen).
Hierin staat, dat het reeds voldoende ia
indien de directeur der reiniging van
oordeel is, dat het werk niet goed is. -Dan
reeds kan tot ontneming van het werk
worden overgegaan.
De heer van Dam: Dat is juristerij!
De heer v a n O s: Dat is een drastische
bepaling!
De heer Verstegen: Neen, meneer
de voorzitter, dat is geen Juristerij en ook
niet drastisch. Toen het werk aan M. was
ontnomen op grond van het kreupel wor
den der paarden, heeft de betrokkene zich
gewend tot ©en paar raadsleden, o.a. tot
den heer Maters, die zich zeer interes
seerdie voor het geval en wien door den
wethouder ©en onmiddellijk onderzoek
werd toegezegd. De gemeente heeft de
helft der kosten gedragen van dit onder
zoek.
De heer Schoeffelen berger:
Volgens de usanoe!
•De heer Verstegen: Neen, meneer
de voorzitter, niet volgens de usance. Het
'contract spreekt daar in 't geheel niet
van. De Cie. van onderzoek heeft verga
derd met de beide broeders, en wat daar
door hen gezegd is, zal spr. hier niet ver
tellen. Een van de twee deed zich van
heel bizondere zijde kennen. Door den
betrokken Moorman is zijn broeder be-
noemd als zijn practlschen, dendieren
arts als zijn theoretlschen examinator,
beide twee volkomen bevoegde deskundi
gen. In het rapport staat, dat „over t
algemeen" M.'s werk tot tevredenheid
stemt „voor zoover dit is te oonsta toeren".
De conclusie van een en ander laat spr.
thans aan den Raad over. Naar aanleiding
van dit rapport is het werk opnieuw aan
M. toegewezen. Spr. heeft in de denver-
gadering, tegen het oordeel van den di
recteur der reiniging in, de zaak-M. 'be
pleit en verdedigd, is persoonlijk bij hem
geweest en heeft hem op -het hart gedrukt
voorzichtig te zijn, in het bizonder imet
het 'bewuste paard Frits. Ook van andere
paarden waren klachten over -het -beslaan
ingekomen. De Cie. heeft toen (één lid
wilde het contract laten doorloopen tot
Oct.) opnieuw besloten M. het werk te
ontnemen. Toen M. het hoefbeslag voor
de'tweede maal was opgedragen, kwam
hij daags daarna reeds bij spr. om te vra
gen schadevergoeding te mogen ontvan
gen. Spr. heeft evenwel geweigerd daar
aan mede te werken.
Ooncludeerende meent spr., dat hem
volkomen recht ls gedaan en hij royaal is
behandeld.
Nog enkele raadsleden vragen over
deze zaak -het woord, doch de Voorzit
ter wil de verdere discussies sluiten en
de zaak wordt verwezen naar het oornlté-
generaal.
Voorstel om afwijzend te beschikken op
het adres van P. Bakker, hulpkeurmeester
dezer gemeente te Anna Paulowna, om toe
kenning eener gratificatie voor de door hem
te Wieringen betaalde foronsenbelasting.
Held. Crt 9 Dec.
Conform het prae-advies besloten.
Vloekverbod.
Voorstellen om niet over te gaan tot
strafbaarstelling van vloeken en ijdel ge
bruik van Gods Heiligen Naam en tot het
opnemen van bepalingen tegen het vloeken
in de instructies van het gemeente personeel
en in de voorschriften betreffende gemeen
telijke lokaliteiten.
Held. Crt 9 Dec.
(Met adhaesie-betuiging van den ker-
keraad der Ger. Gemeente).
De heer van der Veer is verwon
derd, dat het adres, dat zoo geruimen tijd
om prae-advies bij het College is geweest
thans zoo slecht er af komt. Wij kunnen
ons van deze zaak niet zoo afmaken, wij
zitten hier voor de belangen der gemeen
tenaren, niet uitsluitend de stoffelijke,
maar ook de geestelijke.' Het adres is niet
zeer scherp gesteld, het zal ons niet dan
aangenaam zijn als de Raad het scherper
wil stellen. Al voor 100 jaren terug was
het vloeken verboden. Wij zitten hier als
raadsleden voor zoover God het toelaat
Niemand onzer zou hier zitten als God
het niet wil. Als de Voorzitter belasterd
en uitgescholden wordt, zullen wij allen
hen in besohenming nemen; zouden wij
dus niet opkomen voor de majesteit Gods?
Van beleediging of belastering van ge
meenteambtenaren is geen sprake; wij
vragen eenvoudig kaarten te imogen' op
hangen op dezelfde manier zooals de
drankbestrijding dat doet. Honderden ge
meenten in ons land hebben dit toege
staan, spr. kan een lijst van 18 plaatsen
noemen. Wij willen de zedelijkheid be
trachten om de majesteit Gods niet te
doen lasteren. Want vloeken ls zware
zonde. Het kwaad is moeilijk te keeren*
maar de overheid is niet verantwoord als
wij niet trachten het zooveel mogelijk té
besnoeien. Spr. weidt nog uitvoerig over
dit onderwerp uit.
De heer E y 1 d e r s heeft een uitvoerig
schriftelijk 'betoog opgesteld ter verdedi
ging van het voorstel. Wij nomen er het
volgende uit over:
Spr. betoogt allereerst, dat het verzoek
van dien Bond tegen het vloeken gegrond
is en de plaatselijke overheid bevoegd is
haar gezag ook op dit terrein te doen
gelden. Hij overlegt achtereenvolgens de
drie door B. en W. aangevoerde bezwaren:
le. Het juridische (onbevoegdheid van
den Raad). Hierbij halen B. en W. het
oordeel aan van prof. Slotemaker de
Bruyne, dien' spr. wel een bevoegd gids
acht in theologische of sociale quacsth-s,
maar dat sluit vblstrekt niet in, dat hij
juridisch ook ls. Spr. verwijst naar hot
Kon. Besluit van 8 Dec. 1896 ter vernie
tiging van de verordening van Wonsera-
deel waarbij vloeken strafbaar gesteld