TWEEDE EN LAATSTE BLAD.
PLAATSELIJK NIEUWS
VAN DONDERDAG 8 JANUARI 1925.
De „Promus".
Loop van de Bevolking In de gem. Helder over 1924.
M. V. M. V.
Bevolking op 1 Jan. 1924 16278 14183
Vermeerdering door:
Geboorte324 241
Vestiging!.1858 998
Vermindering door
Overlijden111 128
Vertrek1719 1139
18460 15422
1830 1267
Bevolking op 31 Dec. 1924 16630 14155 totaal
30785
81 923 16278 14183
30461
Totaie vermeerdering over 1924 352 28 324
A. G. O.-lezing.
„Hans en Grietje".
De heer P. Goudswaard! alhier is
gistere® te dien Haag geslaagd voor het
machinist-examen.
Het Engelsehe stoomschip „Promus" is
hedenmorgen, gesleept door de „Drente"
en de „Limburg", naar Rotterdam ver-
trokken.
Mr. „Tromp".
Hr. Ms. pantserschip „Maarten Harpertsz.
Tromp", onder bevel van kapitein ter zee C.
Aronstein, dat thans op oefeningsreis is, zal
van 25 tot 30 dezer te Lissabon vertoeven,
ter vertegenwoordiging van de Nederland-
sche regeering bij de herdenking aldaar van
den sterfdag, 400 jaar geleden, van Vasca
de Gama.
Gisteravond te 9 uur bracht de
Oranje Harmonie-kapel een serenade aan
het echtpaar Horsman, dat op dien dag
zijn 60-jari'ge echtvereeniging mocht
herdenken. In verband met de serenade-
koorts werd -geen rondgang door de ge
meente gemaakt. Na het spelen van Psm.
134; „Dat 's Hoeren Zagen ou U daal"
werd bij mondle van den voorzitter het
goudén bruidspaar gelukgewenecht, waar
na nog eenige marschen -ten beste gege
ven werdén.
't Is voor de nog zeer krasse oudjes
een onvergetelijke dag geweest.
Bezoek Turksche marine-officieren.
Ben Turksche studie-oommissie voor
dien onderzeedienst, bestaande uit twee
zee-offioieren en een officier van den
stoomvaartdienst in Turkije, vertoeft
thans in ons land. Dinsdag heeft zij de
Scheepsbauwwerf Feyenoord aldaar be
zocht en de in het gemeentedok liggende
K. XI en de in aanbouw zijnde onderzee
boot van het O-type bezichtigd. Gisteren
werd een bezoek aan Nieuwediep ge
bracht ter bezichtiging van de K. XII, die
zich daar bevindt tot het maken van
proeftochten.
Optocht met fakkels.
•Hedenavond zal „Helder's Fanfarekorps"
een rondgang door de Gemeente maken. n
Vertrek om 8 uur vanaf het Werfplein.
Route: Bierstraat, Molenstraat, Palmstraat,
Spoorstraat, Weezenstraat, Keizerstraat,
S'uisdijkstraat, Gravenstraat, Prins Hen
driklaan, Emmastraat, van Galenstraat, Wil
helm! nastraat, Polderwég, Koningsplein,
Loodsgracht, Ooststeeg, Molenstraat, Bier
straat, Werf.
Belasting betalen!
Tot nog toe ontving men, als men zijn be
lasting niet op tijd voldeed, eene waarschu
wing, om vóór den zooveelsten aan zijn ver
plichtingen te voldoen. De kosten van zoo'n
waarschuwing bedroegen 0.15. Die waar-*
schuwing werd gevolgd door een aanmaning
en dan volgde het „dwangbevel". Het zenden
van waarschuwingen is echter afgeloopen en
men krijgt nu dadelijk de „aanmaning".
Met vette lettertjes staat op de aanmaning
gedrukt: „De kosten dezer zijn vijf-en-twïn-
tig cent". Wil men dus van deze extra be-
lastingkosten vrij blijven, dan moet men zor
gen zijn belasting op tijd te voldoen.
Het niet-betalen na de aanmaning heeft
dus direct een dwangbevel tengevolge met
alle kosten daarvan.
Wij meenden goed te doen dit even onder
de aandacht van onze lezers te brengen.
Brief van het „C.A.M.B.O." aan den
den Minister van Marine.
Door het Ooimiité tot behartiging van
de algemeen» belangen van het Marine
personeel! beneden dien rang van officier,
„C.A.M.B.O.", is het volgend» schrijven
aan den Minister van Marine gezonden:
Excellentie,
Het comité tot behartiging van de algemeenc
belangen van het marinepersoneel beneden den
rang van officier heeft de eer Uwer Excellentie
het volgende ter kennis te brengen^
Sedert liet optreden van Uwe Excellentie als
hoofd van het Departement van Marine, hebt
U slechts tweemaal een tweetal afgevaardigden
(militairen) van de hoofdbesturen der bonden
van marinepersoneel in eene conferentie bij
eengeroepen teneinde te beraadslagen over maat
regelen, welke zouden zijn te nemen tegen het
in Indië bestaande onheil der venerische ziek
ten. Nadien heeft Uwe Excellentie met geen
enkel bestuurder van de bonden van marine
personeel, vereenigd in het C.A.M.B.O., eene
conferentie gehad, over welk onderwerp ook.
Een bij herhaling gedaan verzoek, door het
Hoofdbestuur van den Bond van Marine-Onder
officieren om in audiëntie te worden toegelaten,
mocht evenmin tot het gqwenschte resultaat
leiden.
In tegenstelling hiermede werd door Uwe
Excellentie wel herhaaldelijk audiënties ver
leend of een onderhoud toegestaan aan leiders
of bestuurders van burgervakorganisaties van
personeel, eveneen® ressorteerende onder het
Departement van Marine. Dit verschil in be
handeling had plaats ondanks er èn voor het
burgerpersoneel èn voor het marinepersoneel,
ressorteerende onder het Departement van Ma
rine, afzonderlijke commissies voor georgani
seerd overleg waren ingesteld.
Ons comité meent goed te doen aan het bo
venstaande uitdrukking te geven, omdat Uwe
Excellentie in de Tweede Kamer op 16 Decem
ber 1924 den schijn heeft gewekt als zou het in
stellen van eene commissie voor georganiseerd
overleg een onderhoud van het betrokken
hoofd van het departement met het militaire
personeel geheel overbodig maken. Door Uwe
Excellentie werd toch, klaarblijkelijk ironisch
bedoeld, opgemerkt:
„Ik heb verkeerd gehandeld door, nadat de
commissie van overleg was ingesteld, de or
ganisaties voor alles wat zich voor bespre
king in die commissie leende, naar die com
missie te verwijzen en daarvoor audiënties
niet noodig te achten."
Verder heeft Uwe Excellentie in dezelfde Ka
mer op 16 December 1924 eveneens den schijn
gewekt alsof er een „onderhoud" zou hebben
plaats gehad tusschen Uwe Excellentie en
eenige vertegenwoordigers van het personeel uit
de bij het C-A.M.B.O. aangesloten organisaties,
door te zeggen:
„Mij gaf een en ander aanleiding om aan
eenige vertegenwoordigers van het personeel
uit de bij het C.A.M.B.O. aangesloten orga
nisaties mondeling te doen weten, enz."
Allerminst - is dit waar en lijkt het ons co
mité niet ondienstig goed tot uitdrukking te
brengen, dat Uwe Excellentie vertegenwoor
digers in het georganiseerd overleg van slechts
twee der bij ons comité aangesloten bonden
die toevallig door eene vergadering van de
commissie G.O. te '®-Gravenhage aanwezig wa
ren bij zich heeft ontboden en hen heeft-
„onderhouden", zonder dat tegen de geuite be
schuldigingen ook maar één woord mocht wor
den ingebracht, op eene wijze, welke hier niet
nader zal worden gepreciseerd.
Ten slotte heeft Uwe Excellentie ook op
16 December j.1. in de Tweede Kamer eene
voorstelling van zaïken gegeven betreffende de
door ons comité gevoerde actie, welke in strijd
met de feiten is. Niet dadelijk na het bekend
worden van de voornemens der Regeering in
zake het salarisvraagstuk voor het Rijksperso
neel, is het C.A.M.B.O. begonnen met zich in
het Algemeen Marine Weekblad op zeer scherpe
wijze uit te laten over de Regeering en over be
paalde leden der Regeering, zooals Uwe Excel
lentie meent te moeten uiteenzetten, want toen
die plannen in hun oonspronkelijken vorm be
kend werden (10% verlaging voor 1924 en
20 voor 1923) was het marinepersoneel reeds
13J1 van zijn salaris afgenomen (5 per
1 Juli 1922 onrechtmatig en 81/i premie
voor pensioenen per 1 Januari 1923). Afgé-
scheiden hiervan was den jeugdigen personen
en .het in opleiding zijnde personeel ook ong
eene soldijverlaging opgelegd, was het garantie
loon ingetrokken, waren verschillende meer of
minder belangrijke aan de positie van he!
marinepersoneel verhonden faciliteiten reeds
ontnomen en was het personeel verder op aller
lei kleinigheden al beknibbeld. Waarbij, buiten
de soldijregeling gaande, door ons comité van
zelf niet vergeten wordt de extra pensioen
verslechteringen, het marinepersoneel opgelegd.
Er mag na dit alles inderdakdkWl eens een j
artikel in het Algemeène Marine Weekblad zijn
geschreven waarin de feiten, den regen van aan j
het marinepersoneel opgelegde verslechteringen J
betreffende scherp zijn gesteld, nimmer is ech- j
ter tegen de personen, die de Kegecring vormen j
geschreven. Doch zoolang de fe^en, daarin ge
noemd, juist zijn,- kunnen daartegen geen be
zwaren zijn, tenzij de Regeering, tegen wier
maatregelen het geïncrimineerde artikel of de
artikelen dan gericht- zouden zijn, van oordeel
is, dat het militaire personeel, nadat het c ret
zijn salarisregeling met die van de burgerrijks
ambtenaren heeft zien nivelleeren, zich later
zonder verweer meer van zijn soldij moet la
ten afnemen dan elk ander Staatsburger; of
zonder daarover te spreken of te schrijven zich
vele, aan de betrekking van marineman verbon
den faciliteiten moet laten afnemen.
Al deze maatregelen hadden ten slotte tot ge
volg, dat vanzelf medio 1922, dus reeds vóór
Uwe Excellentie aan het hoofd van de marine
stond, onder het marinepersoneel een geest van
ontevredenheid ging heerschen, welke vererger
de, naarmate de Regeering doorging met het
nemen van maatregelen, beoogende de positie
ook van het marinepersoneel in elk opzicht te
verzwakken. De besturen van de bonden kwa
men daarbij steeds weer voor de groote moei
lijkheid te staan om langs den, in de statuten
dier bonden aangegeven weg, de actie tegen
deze maatregelen te voeren. Daartoe moest in
ieder opzicht en herhaaldelijk remmend worden
opgetreden. Ons comité zal ook verder daarbij
blijven doorgaan en doen wat zijn plicht is in
het belang van de marine en het personeel.
Het is ons comité dan ook onbegrijpelijk,
dat Uwe Excellentie nog moeilijk kan aan
nemen, dat het C.A.M.B.O. niet de' hand zou
hebben in de soort van actie als „het op muren
en schuttingen plaatsen van opschriften". Zoo
als ook in het artikel „De Geest" in -het Alge
meen Marine Weekblad van 10 Juli j.1. uitdruk
kelijk werd geschreven, konden we toen niet en
kunnen we thans nog niet,deze daden onder
schrijven alhoewel se wel sijn te begrijpen.
Inderdaad heeft de redactie van de Nieuwe
Courant van 14 Juli d.a.v. op den inhoud van
dat artikel gewezen, doch Uwe Excellentie kan
daarnaast toch niet onbekend zijn met ons ver
weer daarop in het Algemeen Marine Week
blad van 24 Juli 1924, evenmin als met het thans
door diezelfde redactie van de Nieuwe Courant
van 2 December 1924 geschrevene, waarin nu
tot dezelfde conclusie wordt gekomen als des-
destijds in het artikel „de Geest", vooral nu
deze redactie zich blijkbaar eenigszins beter op
de hoogte heeft gesteld van de feiten zooals
deze zijn.
Al het voorgaande zou echter voor ons co
mité nog geen aanleiding zijn zich tot Uwe
Excellentie te wenden, ware het niet, dat door
U in meergenoemde Kamer ook is medegedeeld,
reden te hebben voor de veronderstelling, dat
ia het program van actie van ons comité o.m.
zou voorkomen „het plaatsen van tegen de Re
geering gerichte opschriften op muren, enz.".
Ons comité wenscht met kracht op te komen
tegen de beschuldiging, in bedoelde veronder
stelling opgesloten, welke beschuldiging op geen
enkelen grond steunt en waarmede Uwe Excel
lentie tevens een blaam werpt, op het marine
personeel, georganiseerd in de bij het C.A.M.B.O.
aangesloten bonden.
Immers ware de beschuldiging juist, dan zou
het geheele personeel der Marine, georganiseerd
in de bij het C.A.M.B.O. aangesloten organisa
ties, dit punt van dat program onderschrijven
uithoofde van het lidmaatschap van één dier
bonden.
Eene beleediging, dit personeel hiermede aan
gedaan, zal het dan ook niet licht vergeten. Het
personeel bezit zijn organisaties om in het be
lang van zijn positie te arbeiden en stelt er prijs
op openlijk op te komen tegen alle verslechte
ringen, zijn positie aangedaan. De geschiedenis
dier organisaties is er om zulks te bewijzen.
Het is ieder ter zake kundige duidelijk dat de
personeelsorganisaties ibij het voeren hunner
acties in geen geval steunen,op baldadigheden
en als zoodanig zijn toch te beschouwen, daden,
als het plaatsen van opschriften op muren, enz.
De organisaties meenen dan ook dat dit is ge
schied door hen die het geloof in het welslagen
der actie, door de organisaties ontwikkeld, ont
breekt en daarom meenen hun heil te moeten
zoeken mede in door de vereeniging afgekeurde
daden.
Het kan toch moeilijk de schuld van die be
sturen of één dier bestuurders dan wel van onS
comité zijn, dat Uwe Excellentie van die ge
schiedenis onkundig is en bij den gedachten-
gang over de thans heerschende ontevredenheid
onder het marinepersoneel U slechts de oor
zaak daarvan niet zoekt, waar die inderdaad te
vinden is. Verschillende leden van de Tweede
Kamer vestigden daarop zeer terecht de aan
dacht, waaronder de heer van der Voort van
Zijp, wien als lid van de commissie voor de re
geling van den rechtstoestand van het militaire
personeel der zeemacht en voorzitter van de
vlootcommissie niet het recht ontzegd kan wor
den eenigszins uit ondervinding te spreken.
Met verschuldigde gevoelens van hoogachting
hebben wij de eer te zijn,
Namens het C-A.M.B.O.
D. C. A. de Zwart, Voorzitter.
J. H. de Nijs, Secretaris.
Lflst van prijzen,
beschikbaar gesteld door de Heldersche
winkeliers voor het bal masqué ten bate
van het M. S. F, op 17 Januari a.8.
Fa. v. Wjlligen 1 groote koperen vaas; Fa.
Hoogenbosch 1 paar dames pantoffels; Fa.
Lnyokx 1 flesch champagne en 1 fleech gToc;
Fa. Westerhaan 1 groote koperen schemer
lamp; Fa. Quast een piëdestal; Fa. Axends 1
steendruk in gouden lijst; Fa. Buhse 1 douiblé
heeren1 horlogeketting; Fa. S. J. Prins 2 schil
derijen; „Het Kappershuis" 2 vaasjes, 1 doos
zeep. aluin en veiligheids scheermesjes; Mevr.
Haaksman 1 doos savon Rosé Thé; Fa. v.
Baaren 1 kistje assortiment; .Fa. Kannewasser
6 kleedjes en 1 buffetlooper; Fa. Kiesewetter 4
tochtlatten, 1 wandbord en 1 beker; Fa. Spruit
een dames vulpen; „De Toko" een flesch roode
port; Fa. S. Coltof 3 doosjes geborduurde zak
doeken; Fa. Querelle 1 wandelstok; Fa. Govers
1 oud-Hollandsche stoel; Fa. Nauta 1 alpacca
sigarettenkoker en 1 goud-doublé blouse speld;
Fa. Zoetelief 1 paar schaatsen; „De Ster" 2
met gouddraad doorweven kleedjes; Fa. de
Goeij 1 luxe kist sigaren; Fa. Klopper 1 piano
beeld; Fa. P. v. d. Leek een kist sigaren; Fa.
v. d. 'Maden een 1 collier; Chef Kreuger 1
foto-album en 2 schilderijtjes; Fa. Manheim
een pendulestel; „De Concurrent" 1 fantasie
tafelkleed; „Centraal Warenmagazijn" 1 lede
ren damestasch; Fa. Herschel 3 dames regen
hoeden; Fa. Amersfoort (Koningstr.) 1 kunst
voorwerp; Fa. Dijkshoorn 3 potten jam; Fa.
v. Os 1 electriseer machine; Firma J. de Jóng
een wollen deken; Fa. Ridder Meijer 1 doos
savon Peau dTlspagne; Fa. v/d Maden 1 boorden
en handschoenendoos; Fa. v. Triet '1 wollen
heeren vest, 2 zelfjstrikkers, 4 zijden doekjes;
A. Wieridga 1 zilveren heerenhorloge; Fa.
Verfaille 1 kist sigaren; Fa. Koorn 1 sigaret
tenpijpje; Fa. Buitendijk 1 handzaag en Ibeitei;
Fa. Graaff 1 fantasie tafelkleedje, 1 linnen
kleedje; Fa. Ptuijlaar 1 flech sinaasappel-
siroop; Fa. Troost 3 heerendaesen; Fa.
Postma 1 fruitmand; Fa. Oudkerk
van Praag 1 stilleven; Firma Schoonhoven
t bloemen vaas; Fa. v. Baaren 1 el. pianolamp;
Fa. Korver 2 blikken amandelbrood; Fa. Klorcq
I poppenwieg; Fa. N. Coltof 1 tabakspot, 3
bébémutsen, 1 damesmuts, 1 at. kinderspeel
goed; Fa. Mazairac 2 kisten sigaren, 1 doos
sigaretten, 1 sigarettenkoker en 2 tabakspij
pen; Fa. I. Grunwald 1 fantasie tafelkleed; Fa.
Cohen en Witte 1 hangklok met gongslag; Fa.
Snor 1 pr. wollen dames handschoenen; Fa. K.
Kater 1 fl. advocaat, 1 fl. gratia, 1 fl. Musoat
de Samos; de heer Lameis 1 hum. roman; Fa.
v. Os 2 luxe 'kistjes mandarijnen; Fa. Lager-
veld 1 fruitmand; Fa. v. d. Lee 1 fl. advocaat.
De onderstaande firma'6 zegden op den
avond verschillend gebak toe: Fa. de Lange,
Metzelaar en Vie, Lammere en de fabriek
„Heldria", terwijl firma's Heijdaniis en
Amersfoort (Kerkgr.) een bloemstuk zullen
zenden.
Crescendo.
Afd. Helder der Mij. t. b. der Toonkunst.
Dir. A. J. Leewens.
„Das Lied ven der Glocke"
(Max Bruch).
Bereids is reeds medegedeeld dat boven
genoemd meesterwerk bij gelegenheid
van het 40-jarig bestaan van de afd.
Toonkunst, alhier, op Dinsdag en Woens
dag a.s., zal worden opgevoerd.
Betreffende den heldenbariton, Jan van
Rijsselberg, die in genoemd werk' de
„meesterpartij" zal zingen, lezen wij o.ip.:
„Tilburgsche Courant".
Hetgeen door den heer J. v. Rijssel
berg werd gezongen, was alles zóó in de
finesses afgewerkt, dat hem telkens een
daverend applaus ten deel viel. Wij hopen
den heer v. R., wederom spoedig in Tilburg
terug te zien, om van zijn machtig en
mooi geluid te kunnen genieten.
„'s Hertogenbosch".
De heer v. R. is niet te vergeefs als
heldenbariton aangekondigd. Deze zanger
bezit materiaal, dat haast te groot is voor
de concertzaal. „Petrus Klage" werd met
veel verve gezongen, zoodat deze klacht
ons werkelijk ontroerde.
„Schiedam".
De solist van den avond was de schit
terende unique heldenbariton Jan v. Rijs
selberg, die waarlijk subliem was, en wat
techniek en uitspraak en wat klank
en voordracht betreft. Diep onder den
indruk was de geheele zaal.
Als ratelende donderkleppen waren zijn
tot fortissimo zwellende crescendo's, maar
ook hoe mooi klonken zjjn decrescendo's
tot pianissimo's.
Omtrent de alt-soliste, mevr. Binnen
dijk—v. d. Burg, schrijft de bekende com
ponist en criticus Frieso Moolenaar, in
de „Prov. Groninger Courant", dato
II Febr. '24:
Als soliste trad gisteren op het concert
der Groningsche Orkestvereeniging op
mevr. Binnendijk—v. d. Burg, die een
tweetal aria's zong met orkestbegeleiding.
Na de pauze hoorden wij liederen van
Kuiler en Strauss. Over deze soliste kun
nen wij kort zijn. Een prachtig geluid en
een gekuischte voordracht. Ze bezit een
stem om zalen te veroveren. Het geheel
klonk zeer mooi.
Vermelden wij ten slotte nog, dat mevr.
Mooij—Molenaar, onze bekende oud-
stadgenoote, de sopraan-solo's zal zingen
(betreffende deze zangeres behoeven wij
heusch geen kritiek te memoreéren), en
een onzer beste zangers de tenor-partij,
dan mag „Crescendo" werkelijk gewagen
van een feestconcert.
De Orkesbegeleiding is in haftden van
zeer verdienstelijke dillettanten, mei ver
sterking van H.H. leden der Marine-kapel,
terwijl mevr. VelthuisHuchshorn (Hel
der), aan den vleugel zal plaats nemen en
de heer A. J. C. Mooij (Amersfoort), het
orgel zal bespelen.
Betreffende den toegang tot de slot-
repetitie, met volledige bezetting, f 0.5Q
(alles inbegrepen), raadplege men nader
de in dit blad te plaatsen advertentie.
Gedurende twee en een half uur heeft de
heer Pieters, Directeur van het Centraal-Bu-
reau der Nederlandsche Reisvereeniging te
's-Gravenhage, een aandachtig luisterend
publiek meegevoerd op een Harareis, die hij
door middel van een causerie en vele mooie
lichtbeelden, in den geest met een reisgezel- j
schap maakte, zooals de Ned. Reisvereeni
ging, die hij vertegenwoordigt, dat in wer
kelijkheid zooveel gedaan heeft en1 nog altijd
doet. De Harz is van oudsher een trekpleis
ter geweest, voor Duitschers, maar ook voor
Nederlanders, die voor betrekkelijk weinig
kosten dit uitstapje konden maken. Goethe
en Heine reeds hebben er over verteld; de
groote trek van de Hollanders kwam na den
oorlog: de Duitsche vahT a was in vek geval
len de aanleiding tot het weerklinken var» het
Hooghaarlemmerdijksch in dit oer-Duitsche
bergland, en toen de mark-ingewikkeldheden
door de rentemark werden opgelost, verdwe
nen de Nederlanders weer. Maar de reislust
is gebleven, de Reisvereeniging organiseert
weer nieuwe Harzreizen, en straks zullen
ze weer komen, de touristen, die bij herha
ling of voor het eerst dit grootscne en liefe
lijke bergland1 willen bezichtigen.
Heiue, drie op zijn tocht in 1824 veel Ijeve
jonge meisjes ontmoetw, beschrijft in dich
terlijke woorden ook de -ele schoonheden
van het landschap. „Onbeschrijfelijk is de be
koorlijkheid, de naieveteit en de vroolijkheid,
waarmee zich de Ilse over de grillig-gevorm-
de rotsblokken slingert, die zij op haar weg
ontmoet", zoo zegt hij. „Hier spat het water
wild omhoog, of overstroomt het schuimend
de steenen, ginds stroomt het in heldere
stralen uit grillige spleten, als evenzoovele
waterkannen, beneden trippelt het als een
vrooljjk meisje over de kleine steenen. Ja",
gaat hjj voort, „de sage is waar, de Ilse is
een prinses, die lachend en bloeiend van
jeugd en schoonheid den beTg afgaat Hoe
schittert haar witte schuimkleed in den zon
neschijn! Hoe waaien haar zilveren gordels
in den wind! Hoe vonken en blinken haar
diamanten! En de hooge beuken staan daar
als ernstige vaders bij, stilletjes glimlachend
over den moedwil van het aanvallige kind"
Geheel het Haregebied heeft ons de heer
Pieters doorgevoerd; na een korte inleiding,
die ons een denkbeeld gaf van dit eigenaar
dige bergland, merkwaardig is, dat, op he
melsbreedte gemeten, de Harz het eenige
bergland' is van Amerika tot Siberië, reis
den wü over BrunswijkGoslarHare-
burg-^Wernigerode naar den Broeken.
Fraaie lichtbeelden had de heer Pieters, o. a.
van het bekoorlijk gelegen Hareburg, van
het prachtige Wernigerode met de Steinerne
Renne. Die Steinerne Renne moet men, zei
de heer Pieters, niet langs den gewonen ver
keersweg beklimmen; men trekke een paar
stevige schoenen aan en werke zich moei
zaam, springend en wringend en zoekend,
nu eens over grillige steenen, dan weer via
een primitief bruggetje, omhoog. Dèt is de
manier om den Harz te zién en te genieten.
Nog beter: men bestede zijn gansche vacantie
aan een voetreis door den Harz.
Op den Broeken kwamen wij, en natuur
lijk op Walpurgisnacht, als de heksen er
dansen. „De Broeken is lypisch-Duitseh".
Het is alweer Heine, die dit zegt. „Met Duit
sche degelijkheid laat hij ons zien, als een
reusachtig panorama, de Vele honderden ste
den, stadjes en dorpen, die meestal aan den
noordkant liggen, en in de rondte alle ber
gen, wouden, stroompjes, vlakten, oneindig
ver.En zoo'n berg zal nog wel wat meer
zien als hij zijn oogen opendoet, dan wij
dwergjes, die met onze kleine oogjes over
hem heen wandelen".
Verder nog kwamen wij, den geheelen
noordkant hebben we gezien op de lichtbeel
den van den heer Pieters, en van elk plaatje
had déze heer iets aardigs te vertellen. Ten
slotte, maar toen was het al over tienen
gingen we via Hannover naar huis. Han-
nover prachtstad, betrekkelijk dicht bij
onze grenzen.
De heer Pieters maakte een zeer beschei
den gebruik 'van de vergunning, hem door
het A.G.O.-bestuur gegeven, om eenige pros
pectussen van de Nederlandsche Reis-Ver-
eeniging te verspreiden. Zeer bescheiden,
maar wij willen wat onbescheidener zijn, en
tot slot iets over die Reis-Vereeniging mel
den. Men kan daarvan lid worden voor slechts
1.25 per jaar (met een entrée van slechts
50 cent). Van deze contributie houdt de Ver
eeniging zichzelf in stand; zij organiseert rei
zen, stelt leiders aan, en de prijzen zijn zóó
berekend, dat winstbejag absoluut is uitge
sloten. Wie plan heeft en er voor sparen
kan eens een reisje te maken, zal goed doen
lid van de Vereeniging te worden. Het kan
toor is gevestigd Koningin Emmakade 46,
Den Haag.
Met deze korte aanbeveling zullen wij ein
digen.
Wat nog komt van den winter, uitgaande
van A.G.O., zal van anderen aard' zijn. Wij
hebben zelfs den naam „Clinge Doorenbos"
hooren fluisteren, maar definitief is dit nog
niet. Verder zal ook de heer Alt weer komen,
maar dat is pas in 't laatst van Februari. Ein
de rest verneemt u wel.
De vele jongens en meisjes, die onder het
auditorium van den heer Pieters waren, heb
ben genoten: zij zullen allen een varkentje
koopen, u weet wel, met zoo'n gleuf erin.
Als je er een kwartje in doet, kun je het er
haast niet meer uitkrijgen, en dat bewijst,
dat het een verstandig varkentje is. En trek
die jongens en meisjes
ken naar den Hare,
bedoel ik.
Zooals wij! reeds hebben medegedeeld,
zouden eenige leerlingen van den heer
Boelens Woensdagmiddag het kinder
sprookje „Hans en' Grietje" opvoeren.
Toen wij tegen 2 uur naar den Kanaal-
weg gingen, stonden daar zeer vele moe
ders meit kinderen, zeker nog wel twee
honderd, die toegang wilden, doch de
zaal' reeds geheel gevuld zagen. Een der
gelijk succes overtrof - de verwachtingen
van vele ouders, die meit glundere gezich
ten ons op al' die kinderen attent maak
ten. „Hè, meneer, -zei ons een moeder,
„ik ben toch zoo blij, dat d'e zaal zoo vol
is, want meneer Boelens kan toch zoo
reuze-fijn met de kinderen omgaan," En
Hans, die achter de coulissen rondsprong
in haar jongenspakje, had eens door de
kier in het gordijn gegluurd!, en die ge
weldige zaalfvol imenschen gezien; toen
had' ze den- recensent van de Held. Cri
aangekeken, ('t liefst had ze gelóóf ik,
met zjjin edel gestrenge een dansje ge
daan, maar durfde dait niet' vanwege
'amiaus grijze haren) en juichende eh
springende constateerde ze toen maar,
dat het heerlijk was en dlat ze „toch zoo
blij was"!
Waarmee ik allemaal' betoogen wil, in
dien dlat nog noodig ware, dat de heer
Boelóns hier vele goedé vrienden heeft
Behalve van zijn kortingen had de heer
Roelens veel medewerking van den heer
Polak, dl» voor een zacht prijsje de zaal
had afgestaan, hij had van de Graauw
zeer mooie costuums gehumd, en, zelf
regisseur, was natuurlijk de opvoering
op zichzelf uitstekend verzorgd. Het or
kestje bestond uit een. pianist je en een
violistje, maar die konden het natuurlijk
niet tegen een kleine duizend kinder
keeltjes bolwerken, dait begrijpt u. Wat
kwam het er op aam? er was wat te zien,
er werd aardig gespeeld, de costuums wa
ren leuk, en.de booze heks werd in
den oven'gestopt Sakkerloot, dat India-
nengebrul, dlat opging toen, nadat Griet
je haar vastgebonden broertje had ge
waarschuwd' en Hans op de teenen kwam
aangeslopen, die twee kindleren het booze
wijfje beetpakten en1 in de gapenden
oven stoptenO, dat geweldige ge
juich en gebrul! Als volwassen nuchter-
linj* sta je daar perplex van. Zijn dat de
sluimerende instincten van het kinderlijk
onderbewustzijn of zullétn we de zaak
maar nuchter nemen en eenvoudig be
schouwen als reactie op de geweldige
spanning van dit slotbedrijf?Hoe het
zij, het gejuich was onbedaarlijk!
Het sprookje is natuurlijk genoegzaam
bekend1; er waren nochtans jeugdige be
zoekers en bezoekstertjes, die voor deze
voorstelling in hun wetenschappelijke
werken, door Sinterklaas blijkbaar met
milde hand verspreid, speciale studies
hadden gemaiakt om heit verloop beter te
kunnen volgen. Het tweede bedrijf, als
Hans en Grietje verdwaald zijn in het
bosch, dé avond is gevallen, en de kleine
zandman wat zag hjj er eenig-Leuk
uit en wat was hij dood-ernstig met zijn
witte baardil hen zand in dé oogen
heeft gestrooide, geeft dien droom weer,
dien de beide kinderen hebben. Dan ko
men er engelen, die hen beschermen en
behoeden, die hen „geloof, hoop en
liefde", dé drie kostelijke gaven, waarvan
reeds Paullus spreekt, brengen, en déze
apotheose, waarbij gekleurd» schijnwer
pers verrassende effecten gaven, was bui
tengemeen- aantrekkelijk.
Van de vertolkers en vertoOksteitjes moet
vooral worden genoemd Ali van Es als
Hans. Met groote vrijmoedigheid trad zij
op eni maakte de ml voor de kinderen
buitengewoon aardig door mimiek en van
die „onder-onsjes" meit de kleine toe
schouwers; ook Grietje (Lauise Pielaet)
was erg leuk en blééf goed' in haar rol.
De heer Boelens speelde zelf de vader
rol, met een verschrikkelijke barsche
stem omdat hij (aan het slot) zoo gewel
dig boos wras op Hans, die was wegge-
Loopen. Tilly van Es was de moeder, Rika
Ti essen de heks, de heer Nebbeling de
jager. Oorry Schutte de toe, Annie de
Vroome dé engel. Jan Kuilman het zand
mannetje, terwijl Geloof, Hoop en Liefde
door Annie Egberts werd vertolkt Pia-
nistje was Leo Borgbant, violiste Annie
Koorn. Hier heeft u het volledige tabjeau
de Ia troupe.
Een nastukje „Wie brengt de pan
weg?" dioor den heer Boelens en twee
leerlingen vertolkt, hebben wij niet meer
gezien, omdat in de Koningstraat die zet
ter ons al stond op te wachten, maar dJat
was, zooals d» heer Bodlens zei, een aller
aardigst dingetje.
En nu speet hét ons aanvankelijk erg,
dat er zooveel kinderen terugmoesten,
maar de heer Boelens zelf vond dat niet
erg. „Want," zoo zei hjj, „den 21sten
Januari dat is weer op een Woensdag
middag geven wij het'nog eens." Dus
dlat moeten dan de teleurgestelde kinde
ren maar onthouden. En dit wil ik er nog
bijvoegen: dan wordt het vast en zeker
nog leuker dan vanmiddag. Waarom, dat
zeg ik niet, maar iet maar eens opl