TWEEDE EN LAATSTE BLAD. PLAATSELIJK NIEUWS VAN DONDERDAG 8 JANUARI 1925. De „Promus". Loop van de Bevolking In de gem. Helder over 1924. M. V. M. V. Bevolking op 1 Jan. 1924 16278 14183 Vermeerdering door: Geboorte324 241 Vestiging!.1858 998 Vermindering door Overlijden111 128 Vertrek1719 1139 18460 15422 1830 1267 Bevolking op 31 Dec. 1924 16630 14155 totaal 30785 81 923 16278 14183 30461 Totaie vermeerdering over 1924 352 28 324 A. G. O.-lezing. „Hans en Grietje". De heer P. Goudswaard! alhier is gistere® te dien Haag geslaagd voor het machinist-examen. Het Engelsehe stoomschip „Promus" is hedenmorgen, gesleept door de „Drente" en de „Limburg", naar Rotterdam ver- trokken. Mr. „Tromp". Hr. Ms. pantserschip „Maarten Harpertsz. Tromp", onder bevel van kapitein ter zee C. Aronstein, dat thans op oefeningsreis is, zal van 25 tot 30 dezer te Lissabon vertoeven, ter vertegenwoordiging van de Nederland- sche regeering bij de herdenking aldaar van den sterfdag, 400 jaar geleden, van Vasca de Gama. Gisteravond te 9 uur bracht de Oranje Harmonie-kapel een serenade aan het echtpaar Horsman, dat op dien dag zijn 60-jari'ge echtvereeniging mocht herdenken. In verband met de serenade- koorts werd -geen rondgang door de ge meente gemaakt. Na het spelen van Psm. 134; „Dat 's Hoeren Zagen ou U daal" werd bij mondle van den voorzitter het goudén bruidspaar gelukgewenecht, waar na nog eenige marschen -ten beste gege ven werdén. 't Is voor de nog zeer krasse oudjes een onvergetelijke dag geweest. Bezoek Turksche marine-officieren. Ben Turksche studie-oommissie voor dien onderzeedienst, bestaande uit twee zee-offioieren en een officier van den stoomvaartdienst in Turkije, vertoeft thans in ons land. Dinsdag heeft zij de Scheepsbauwwerf Feyenoord aldaar be zocht en de in het gemeentedok liggende K. XI en de in aanbouw zijnde onderzee boot van het O-type bezichtigd. Gisteren werd een bezoek aan Nieuwediep ge bracht ter bezichtiging van de K. XII, die zich daar bevindt tot het maken van proeftochten. Optocht met fakkels. •Hedenavond zal „Helder's Fanfarekorps" een rondgang door de Gemeente maken. n Vertrek om 8 uur vanaf het Werfplein. Route: Bierstraat, Molenstraat, Palmstraat, Spoorstraat, Weezenstraat, Keizerstraat, S'uisdijkstraat, Gravenstraat, Prins Hen driklaan, Emmastraat, van Galenstraat, Wil helm! nastraat, Polderwég, Koningsplein, Loodsgracht, Ooststeeg, Molenstraat, Bier straat, Werf. Belasting betalen! Tot nog toe ontving men, als men zijn be lasting niet op tijd voldeed, eene waarschu wing, om vóór den zooveelsten aan zijn ver plichtingen te voldoen. De kosten van zoo'n waarschuwing bedroegen 0.15. Die waar-* schuwing werd gevolgd door een aanmaning en dan volgde het „dwangbevel". Het zenden van waarschuwingen is echter afgeloopen en men krijgt nu dadelijk de „aanmaning". Met vette lettertjes staat op de aanmaning gedrukt: „De kosten dezer zijn vijf-en-twïn- tig cent". Wil men dus van deze extra be- lastingkosten vrij blijven, dan moet men zor gen zijn belasting op tijd te voldoen. Het niet-betalen na de aanmaning heeft dus direct een dwangbevel tengevolge met alle kosten daarvan. Wij meenden goed te doen dit even onder de aandacht van onze lezers te brengen. Brief van het „C.A.M.B.O." aan den den Minister van Marine. Door het Ooimiité tot behartiging van de algemeen» belangen van het Marine personeel! beneden dien rang van officier, „C.A.M.B.O.", is het volgend» schrijven aan den Minister van Marine gezonden: Excellentie, Het comité tot behartiging van de algemeenc belangen van het marinepersoneel beneden den rang van officier heeft de eer Uwer Excellentie het volgende ter kennis te brengen^ Sedert liet optreden van Uwe Excellentie als hoofd van het Departement van Marine, hebt U slechts tweemaal een tweetal afgevaardigden (militairen) van de hoofdbesturen der bonden van marinepersoneel in eene conferentie bij eengeroepen teneinde te beraadslagen over maat regelen, welke zouden zijn te nemen tegen het in Indië bestaande onheil der venerische ziek ten. Nadien heeft Uwe Excellentie met geen enkel bestuurder van de bonden van marine personeel, vereenigd in het C.A.M.B.O., eene conferentie gehad, over welk onderwerp ook. Een bij herhaling gedaan verzoek, door het Hoofdbestuur van den Bond van Marine-Onder officieren om in audiëntie te worden toegelaten, mocht evenmin tot het gqwenschte resultaat leiden. In tegenstelling hiermede werd door Uwe Excellentie wel herhaaldelijk audiënties ver leend of een onderhoud toegestaan aan leiders of bestuurders van burgervakorganisaties van personeel, eveneen® ressorteerende onder het Departement van Marine. Dit verschil in be handeling had plaats ondanks er èn voor het burgerpersoneel èn voor het marinepersoneel, ressorteerende onder het Departement van Ma rine, afzonderlijke commissies voor georgani seerd overleg waren ingesteld. Ons comité meent goed te doen aan het bo venstaande uitdrukking te geven, omdat Uwe Excellentie in de Tweede Kamer op 16 Decem ber 1924 den schijn heeft gewekt als zou het in stellen van eene commissie voor georganiseerd overleg een onderhoud van het betrokken hoofd van het departement met het militaire personeel geheel overbodig maken. Door Uwe Excellentie werd toch, klaarblijkelijk ironisch bedoeld, opgemerkt: „Ik heb verkeerd gehandeld door, nadat de commissie van overleg was ingesteld, de or ganisaties voor alles wat zich voor bespre king in die commissie leende, naar die com missie te verwijzen en daarvoor audiënties niet noodig te achten." Verder heeft Uwe Excellentie in dezelfde Ka mer op 16 December 1924 eveneens den schijn gewekt alsof er een „onderhoud" zou hebben plaats gehad tusschen Uwe Excellentie en eenige vertegenwoordigers van het personeel uit de bij het C-A.M.B.O. aangesloten organisaties, door te zeggen: „Mij gaf een en ander aanleiding om aan eenige vertegenwoordigers van het personeel uit de bij het C.A.M.B.O. aangesloten orga nisaties mondeling te doen weten, enz." Allerminst - is dit waar en lijkt het ons co mité niet ondienstig goed tot uitdrukking te brengen, dat Uwe Excellentie vertegenwoor digers in het georganiseerd overleg van slechts twee der bij ons comité aangesloten bonden die toevallig door eene vergadering van de commissie G.O. te '®-Gravenhage aanwezig wa ren bij zich heeft ontboden en hen heeft- „onderhouden", zonder dat tegen de geuite be schuldigingen ook maar één woord mocht wor den ingebracht, op eene wijze, welke hier niet nader zal worden gepreciseerd. Ten slotte heeft Uwe Excellentie ook op 16 December j.1. in de Tweede Kamer eene voorstelling van zaïken gegeven betreffende de door ons comité gevoerde actie, welke in strijd met de feiten is. Niet dadelijk na het bekend worden van de voornemens der Regeering in zake het salarisvraagstuk voor het Rijksperso neel, is het C.A.M.B.O. begonnen met zich in het Algemeen Marine Weekblad op zeer scherpe wijze uit te laten over de Regeering en over be paalde leden der Regeering, zooals Uwe Excel lentie meent te moeten uiteenzetten, want toen die plannen in hun oonspronkelijken vorm be kend werden (10% verlaging voor 1924 en 20 voor 1923) was het marinepersoneel reeds 13J1 van zijn salaris afgenomen (5 per 1 Juli 1922 onrechtmatig en 81/i premie voor pensioenen per 1 Januari 1923). Afgé- scheiden hiervan was den jeugdigen personen en .het in opleiding zijnde personeel ook ong eene soldijverlaging opgelegd, was het garantie loon ingetrokken, waren verschillende meer of minder belangrijke aan de positie van he! marinepersoneel verhonden faciliteiten reeds ontnomen en was het personeel verder op aller lei kleinigheden al beknibbeld. Waarbij, buiten de soldijregeling gaande, door ons comité van zelf niet vergeten wordt de extra pensioen verslechteringen, het marinepersoneel opgelegd. Er mag na dit alles inderdakdkWl eens een j artikel in het Algemeène Marine Weekblad zijn geschreven waarin de feiten, den regen van aan j het marinepersoneel opgelegde verslechteringen J betreffende scherp zijn gesteld, nimmer is ech- j ter tegen de personen, die de Kegecring vormen j geschreven. Doch zoolang de fe^en, daarin ge noemd, juist zijn,- kunnen daartegen geen be zwaren zijn, tenzij de Regeering, tegen wier maatregelen het geïncrimineerde artikel of de artikelen dan gericht- zouden zijn, van oordeel is, dat het militaire personeel, nadat het c ret zijn salarisregeling met die van de burgerrijks ambtenaren heeft zien nivelleeren, zich later zonder verweer meer van zijn soldij moet la ten afnemen dan elk ander Staatsburger; of zonder daarover te spreken of te schrijven zich vele, aan de betrekking van marineman verbon den faciliteiten moet laten afnemen. Al deze maatregelen hadden ten slotte tot ge volg, dat vanzelf medio 1922, dus reeds vóór Uwe Excellentie aan het hoofd van de marine stond, onder het marinepersoneel een geest van ontevredenheid ging heerschen, welke vererger de, naarmate de Regeering doorging met het nemen van maatregelen, beoogende de positie ook van het marinepersoneel in elk opzicht te verzwakken. De besturen van de bonden kwa men daarbij steeds weer voor de groote moei lijkheid te staan om langs den, in de statuten dier bonden aangegeven weg, de actie tegen deze maatregelen te voeren. Daartoe moest in ieder opzicht en herhaaldelijk remmend worden opgetreden. Ons comité zal ook verder daarbij blijven doorgaan en doen wat zijn plicht is in het belang van de marine en het personeel. Het is ons comité dan ook onbegrijpelijk, dat Uwe Excellentie nog moeilijk kan aan nemen, dat het C.A.M.B.O. niet de' hand zou hebben in de soort van actie als „het op muren en schuttingen plaatsen van opschriften". Zoo als ook in het artikel „De Geest" in -het Alge meen Marine Weekblad van 10 Juli j.1. uitdruk kelijk werd geschreven, konden we toen niet en kunnen we thans nog niet,deze daden onder schrijven alhoewel se wel sijn te begrijpen. Inderdaad heeft de redactie van de Nieuwe Courant van 14 Juli d.a.v. op den inhoud van dat artikel gewezen, doch Uwe Excellentie kan daarnaast toch niet onbekend zijn met ons ver weer daarop in het Algemeen Marine Week blad van 24 Juli 1924, evenmin als met het thans door diezelfde redactie van de Nieuwe Courant van 2 December 1924 geschrevene, waarin nu tot dezelfde conclusie wordt gekomen als des- destijds in het artikel „de Geest", vooral nu deze redactie zich blijkbaar eenigszins beter op de hoogte heeft gesteld van de feiten zooals deze zijn. Al het voorgaande zou echter voor ons co mité nog geen aanleiding zijn zich tot Uwe Excellentie te wenden, ware het niet, dat door U in meergenoemde Kamer ook is medegedeeld, reden te hebben voor de veronderstelling, dat ia het program van actie van ons comité o.m. zou voorkomen „het plaatsen van tegen de Re geering gerichte opschriften op muren, enz.". Ons comité wenscht met kracht op te komen tegen de beschuldiging, in bedoelde veronder stelling opgesloten, welke beschuldiging op geen enkelen grond steunt en waarmede Uwe Excel lentie tevens een blaam werpt, op het marine personeel, georganiseerd in de bij het C.A.M.B.O. aangesloten bonden. Immers ware de beschuldiging juist, dan zou het geheele personeel der Marine, georganiseerd in de bij het C.A.M.B.O. aangesloten organisa ties, dit punt van dat program onderschrijven uithoofde van het lidmaatschap van één dier bonden. Eene beleediging, dit personeel hiermede aan gedaan, zal het dan ook niet licht vergeten. Het personeel bezit zijn organisaties om in het be lang van zijn positie te arbeiden en stelt er prijs op openlijk op te komen tegen alle verslechte ringen, zijn positie aangedaan. De geschiedenis dier organisaties is er om zulks te bewijzen. Het is ieder ter zake kundige duidelijk dat de personeelsorganisaties ibij het voeren hunner acties in geen geval steunen,op baldadigheden en als zoodanig zijn toch te beschouwen, daden, als het plaatsen van opschriften op muren, enz. De organisaties meenen dan ook dat dit is ge schied door hen die het geloof in het welslagen der actie, door de organisaties ontwikkeld, ont breekt en daarom meenen hun heil te moeten zoeken mede in door de vereeniging afgekeurde daden. Het kan toch moeilijk de schuld van die be sturen of één dier bestuurders dan wel van onS comité zijn, dat Uwe Excellentie van die ge schiedenis onkundig is en bij den gedachten- gang over de thans heerschende ontevredenheid onder het marinepersoneel U slechts de oor zaak daarvan niet zoekt, waar die inderdaad te vinden is. Verschillende leden van de Tweede Kamer vestigden daarop zeer terecht de aan dacht, waaronder de heer van der Voort van Zijp, wien als lid van de commissie voor de re geling van den rechtstoestand van het militaire personeel der zeemacht en voorzitter van de vlootcommissie niet het recht ontzegd kan wor den eenigszins uit ondervinding te spreken. Met verschuldigde gevoelens van hoogachting hebben wij de eer te zijn, Namens het C-A.M.B.O. D. C. A. de Zwart, Voorzitter. J. H. de Nijs, Secretaris. Lflst van prijzen, beschikbaar gesteld door de Heldersche winkeliers voor het bal masqué ten bate van het M. S. F, op 17 Januari a.8. Fa. v. Wjlligen 1 groote koperen vaas; Fa. Hoogenbosch 1 paar dames pantoffels; Fa. Lnyokx 1 flesch champagne en 1 fleech gToc; Fa. Westerhaan 1 groote koperen schemer lamp; Fa. Quast een piëdestal; Fa. Axends 1 steendruk in gouden lijst; Fa. Buhse 1 douiblé heeren1 horlogeketting; Fa. S. J. Prins 2 schil derijen; „Het Kappershuis" 2 vaasjes, 1 doos zeep. aluin en veiligheids scheermesjes; Mevr. Haaksman 1 doos savon Rosé Thé; Fa. v. Baaren 1 kistje assortiment; .Fa. Kannewasser 6 kleedjes en 1 buffetlooper; Fa. Kiesewetter 4 tochtlatten, 1 wandbord en 1 beker; Fa. Spruit een dames vulpen; „De Toko" een flesch roode port; Fa. S. Coltof 3 doosjes geborduurde zak doeken; Fa. Querelle 1 wandelstok; Fa. Govers 1 oud-Hollandsche stoel; Fa. Nauta 1 alpacca sigarettenkoker en 1 goud-doublé blouse speld; Fa. Zoetelief 1 paar schaatsen; „De Ster" 2 met gouddraad doorweven kleedjes; Fa. de Goeij 1 luxe kist sigaren; Fa. Klopper 1 piano beeld; Fa. P. v. d. Leek een kist sigaren; Fa. v. d. 'Maden een 1 collier; Chef Kreuger 1 foto-album en 2 schilderijtjes; Fa. Manheim een pendulestel; „De Concurrent" 1 fantasie tafelkleed; „Centraal Warenmagazijn" 1 lede ren damestasch; Fa. Herschel 3 dames regen hoeden; Fa. Amersfoort (Koningstr.) 1 kunst voorwerp; Fa. Dijkshoorn 3 potten jam; Fa. v. Os 1 electriseer machine; Firma J. de Jóng een wollen deken; Fa. Ridder Meijer 1 doos savon Peau dTlspagne; Fa. v/d Maden 1 boorden en handschoenendoos; Fa. v. Triet '1 wollen heeren vest, 2 zelfjstrikkers, 4 zijden doekjes; A. Wieridga 1 zilveren heerenhorloge; Fa. Verfaille 1 kist sigaren; Fa. Koorn 1 sigaret tenpijpje; Fa. Buitendijk 1 handzaag en Ibeitei; Fa. Graaff 1 fantasie tafelkleedje, 1 linnen kleedje; Fa. Ptuijlaar 1 flech sinaasappel- siroop; Fa. Troost 3 heerendaesen; Fa. Postma 1 fruitmand; Fa. Oudkerk van Praag 1 stilleven; Firma Schoonhoven t bloemen vaas; Fa. v. Baaren 1 el. pianolamp; Fa. Korver 2 blikken amandelbrood; Fa. Klorcq I poppenwieg; Fa. N. Coltof 1 tabakspot, 3 bébémutsen, 1 damesmuts, 1 at. kinderspeel goed; Fa. Mazairac 2 kisten sigaren, 1 doos sigaretten, 1 sigarettenkoker en 2 tabakspij pen; Fa. I. Grunwald 1 fantasie tafelkleed; Fa. Cohen en Witte 1 hangklok met gongslag; Fa. Snor 1 pr. wollen dames handschoenen; Fa. K. Kater 1 fl. advocaat, 1 fl. gratia, 1 fl. Musoat de Samos; de heer Lameis 1 hum. roman; Fa. v. Os 2 luxe 'kistjes mandarijnen; Fa. Lager- veld 1 fruitmand; Fa. v. d. Lee 1 fl. advocaat. De onderstaande firma'6 zegden op den avond verschillend gebak toe: Fa. de Lange, Metzelaar en Vie, Lammere en de fabriek „Heldria", terwijl firma's Heijdaniis en Amersfoort (Kerkgr.) een bloemstuk zullen zenden. Crescendo. Afd. Helder der Mij. t. b. der Toonkunst. Dir. A. J. Leewens. „Das Lied ven der Glocke" (Max Bruch). Bereids is reeds medegedeeld dat boven genoemd meesterwerk bij gelegenheid van het 40-jarig bestaan van de afd. Toonkunst, alhier, op Dinsdag en Woens dag a.s., zal worden opgevoerd. Betreffende den heldenbariton, Jan van Rijsselberg, die in genoemd werk' de „meesterpartij" zal zingen, lezen wij o.ip.: „Tilburgsche Courant". Hetgeen door den heer J. v. Rijssel berg werd gezongen, was alles zóó in de finesses afgewerkt, dat hem telkens een daverend applaus ten deel viel. Wij hopen den heer v. R., wederom spoedig in Tilburg terug te zien, om van zijn machtig en mooi geluid te kunnen genieten. „'s Hertogenbosch". De heer v. R. is niet te vergeefs als heldenbariton aangekondigd. Deze zanger bezit materiaal, dat haast te groot is voor de concertzaal. „Petrus Klage" werd met veel verve gezongen, zoodat deze klacht ons werkelijk ontroerde. „Schiedam". De solist van den avond was de schit terende unique heldenbariton Jan v. Rijs selberg, die waarlijk subliem was, en wat techniek en uitspraak en wat klank en voordracht betreft. Diep onder den indruk was de geheele zaal. Als ratelende donderkleppen waren zijn tot fortissimo zwellende crescendo's, maar ook hoe mooi klonken zjjn decrescendo's tot pianissimo's. Omtrent de alt-soliste, mevr. Binnen dijk—v. d. Burg, schrijft de bekende com ponist en criticus Frieso Moolenaar, in de „Prov. Groninger Courant", dato II Febr. '24: Als soliste trad gisteren op het concert der Groningsche Orkestvereeniging op mevr. Binnendijk—v. d. Burg, die een tweetal aria's zong met orkestbegeleiding. Na de pauze hoorden wij liederen van Kuiler en Strauss. Over deze soliste kun nen wij kort zijn. Een prachtig geluid en een gekuischte voordracht. Ze bezit een stem om zalen te veroveren. Het geheel klonk zeer mooi. Vermelden wij ten slotte nog, dat mevr. Mooij—Molenaar, onze bekende oud- stadgenoote, de sopraan-solo's zal zingen (betreffende deze zangeres behoeven wij heusch geen kritiek te memoreéren), en een onzer beste zangers de tenor-partij, dan mag „Crescendo" werkelijk gewagen van een feestconcert. De Orkesbegeleiding is in haftden van zeer verdienstelijke dillettanten, mei ver sterking van H.H. leden der Marine-kapel, terwijl mevr. VelthuisHuchshorn (Hel der), aan den vleugel zal plaats nemen en de heer A. J. C. Mooij (Amersfoort), het orgel zal bespelen. Betreffende den toegang tot de slot- repetitie, met volledige bezetting, f 0.5Q (alles inbegrepen), raadplege men nader de in dit blad te plaatsen advertentie. Gedurende twee en een half uur heeft de heer Pieters, Directeur van het Centraal-Bu- reau der Nederlandsche Reisvereeniging te 's-Gravenhage, een aandachtig luisterend publiek meegevoerd op een Harareis, die hij door middel van een causerie en vele mooie lichtbeelden, in den geest met een reisgezel- j schap maakte, zooals de Ned. Reisvereeni ging, die hij vertegenwoordigt, dat in wer kelijkheid zooveel gedaan heeft en1 nog altijd doet. De Harz is van oudsher een trekpleis ter geweest, voor Duitschers, maar ook voor Nederlanders, die voor betrekkelijk weinig kosten dit uitstapje konden maken. Goethe en Heine reeds hebben er over verteld; de groote trek van de Hollanders kwam na den oorlog: de Duitsche vahT a was in vek geval len de aanleiding tot het weerklinken var» het Hooghaarlemmerdijksch in dit oer-Duitsche bergland, en toen de mark-ingewikkeldheden door de rentemark werden opgelost, verdwe nen de Nederlanders weer. Maar de reislust is gebleven, de Reisvereeniging organiseert weer nieuwe Harzreizen, en straks zullen ze weer komen, de touristen, die bij herha ling of voor het eerst dit grootscne en liefe lijke bergland1 willen bezichtigen. Heiue, drie op zijn tocht in 1824 veel Ijeve jonge meisjes ontmoetw, beschrijft in dich terlijke woorden ook de -ele schoonheden van het landschap. „Onbeschrijfelijk is de be koorlijkheid, de naieveteit en de vroolijkheid, waarmee zich de Ilse over de grillig-gevorm- de rotsblokken slingert, die zij op haar weg ontmoet", zoo zegt hij. „Hier spat het water wild omhoog, of overstroomt het schuimend de steenen, ginds stroomt het in heldere stralen uit grillige spleten, als evenzoovele waterkannen, beneden trippelt het als een vrooljjk meisje over de kleine steenen. Ja", gaat hjj voort, „de sage is waar, de Ilse is een prinses, die lachend en bloeiend van jeugd en schoonheid den beTg afgaat Hoe schittert haar witte schuimkleed in den zon neschijn! Hoe waaien haar zilveren gordels in den wind! Hoe vonken en blinken haar diamanten! En de hooge beuken staan daar als ernstige vaders bij, stilletjes glimlachend over den moedwil van het aanvallige kind" Geheel het Haregebied heeft ons de heer Pieters doorgevoerd; na een korte inleiding, die ons een denkbeeld gaf van dit eigenaar dige bergland, merkwaardig is, dat, op he melsbreedte gemeten, de Harz het eenige bergland' is van Amerika tot Siberië, reis den wü over BrunswijkGoslarHare- burg-^Wernigerode naar den Broeken. Fraaie lichtbeelden had de heer Pieters, o. a. van het bekoorlijk gelegen Hareburg, van het prachtige Wernigerode met de Steinerne Renne. Die Steinerne Renne moet men, zei de heer Pieters, niet langs den gewonen ver keersweg beklimmen; men trekke een paar stevige schoenen aan en werke zich moei zaam, springend en wringend en zoekend, nu eens over grillige steenen, dan weer via een primitief bruggetje, omhoog. Dèt is de manier om den Harz te zién en te genieten. Nog beter: men bestede zijn gansche vacantie aan een voetreis door den Harz. Op den Broeken kwamen wij, en natuur lijk op Walpurgisnacht, als de heksen er dansen. „De Broeken is lypisch-Duitseh". Het is alweer Heine, die dit zegt. „Met Duit sche degelijkheid laat hij ons zien, als een reusachtig panorama, de Vele honderden ste den, stadjes en dorpen, die meestal aan den noordkant liggen, en in de rondte alle ber gen, wouden, stroompjes, vlakten, oneindig ver.En zoo'n berg zal nog wel wat meer zien als hij zijn oogen opendoet, dan wij dwergjes, die met onze kleine oogjes over hem heen wandelen". Verder nog kwamen wij, den geheelen noordkant hebben we gezien op de lichtbeel den van den heer Pieters, en van elk plaatje had déze heer iets aardigs te vertellen. Ten slotte, maar toen was het al over tienen gingen we via Hannover naar huis. Han- nover prachtstad, betrekkelijk dicht bij onze grenzen. De heer Pieters maakte een zeer beschei den gebruik 'van de vergunning, hem door het A.G.O.-bestuur gegeven, om eenige pros pectussen van de Nederlandsche Reis-Ver- eeniging te verspreiden. Zeer bescheiden, maar wij willen wat onbescheidener zijn, en tot slot iets over die Reis-Vereeniging mel den. Men kan daarvan lid worden voor slechts 1.25 per jaar (met een entrée van slechts 50 cent). Van deze contributie houdt de Ver eeniging zichzelf in stand; zij organiseert rei zen, stelt leiders aan, en de prijzen zijn zóó berekend, dat winstbejag absoluut is uitge sloten. Wie plan heeft en er voor sparen kan eens een reisje te maken, zal goed doen lid van de Vereeniging te worden. Het kan toor is gevestigd Koningin Emmakade 46, Den Haag. Met deze korte aanbeveling zullen wij ein digen. Wat nog komt van den winter, uitgaande van A.G.O., zal van anderen aard' zijn. Wij hebben zelfs den naam „Clinge Doorenbos" hooren fluisteren, maar definitief is dit nog niet. Verder zal ook de heer Alt weer komen, maar dat is pas in 't laatst van Februari. Ein de rest verneemt u wel. De vele jongens en meisjes, die onder het auditorium van den heer Pieters waren, heb ben genoten: zij zullen allen een varkentje koopen, u weet wel, met zoo'n gleuf erin. Als je er een kwartje in doet, kun je het er haast niet meer uitkrijgen, en dat bewijst, dat het een verstandig varkentje is. En trek die jongens en meisjes ken naar den Hare, bedoel ik. Zooals wij! reeds hebben medegedeeld, zouden eenige leerlingen van den heer Boelens Woensdagmiddag het kinder sprookje „Hans en' Grietje" opvoeren. Toen wij tegen 2 uur naar den Kanaal- weg gingen, stonden daar zeer vele moe ders meit kinderen, zeker nog wel twee honderd, die toegang wilden, doch de zaal' reeds geheel gevuld zagen. Een der gelijk succes overtrof - de verwachtingen van vele ouders, die meit glundere gezich ten ons op al' die kinderen attent maak ten. „Hè, meneer, -zei ons een moeder, „ik ben toch zoo blij, dat d'e zaal zoo vol is, want meneer Boelens kan toch zoo reuze-fijn met de kinderen omgaan," En Hans, die achter de coulissen rondsprong in haar jongenspakje, had eens door de kier in het gordijn gegluurd!, en die ge weldige zaalfvol imenschen gezien; toen had' ze den- recensent van de Held. Cri aangekeken, ('t liefst had ze gelóóf ik, met zjjin edel gestrenge een dansje ge daan, maar durfde dait niet' vanwege 'amiaus grijze haren) en juichende eh springende constateerde ze toen maar, dat het heerlijk was en dlat ze „toch zoo blij was"! Waarmee ik allemaal' betoogen wil, in dien dlat nog noodig ware, dat de heer Boelóns hier vele goedé vrienden heeft Behalve van zijn kortingen had de heer Roelens veel medewerking van den heer Polak, dl» voor een zacht prijsje de zaal had afgestaan, hij had van de Graauw zeer mooie costuums gehumd, en, zelf regisseur, was natuurlijk de opvoering op zichzelf uitstekend verzorgd. Het or kestje bestond uit een. pianist je en een violistje, maar die konden het natuurlijk niet tegen een kleine duizend kinder keeltjes bolwerken, dait begrijpt u. Wat kwam het er op aam? er was wat te zien, er werd aardig gespeeld, de costuums wa ren leuk, en.de booze heks werd in den oven'gestopt Sakkerloot, dat India- nengebrul, dlat opging toen, nadat Griet je haar vastgebonden broertje had ge waarschuwd' en Hans op de teenen kwam aangeslopen, die twee kindleren het booze wijfje beetpakten en1 in de gapenden oven stoptenO, dat geweldige ge juich en gebrul! Als volwassen nuchter- linj* sta je daar perplex van. Zijn dat de sluimerende instincten van het kinderlijk onderbewustzijn of zullétn we de zaak maar nuchter nemen en eenvoudig be schouwen als reactie op de geweldige spanning van dit slotbedrijf?Hoe het zij, het gejuich was onbedaarlijk! Het sprookje is natuurlijk genoegzaam bekend1; er waren nochtans jeugdige be zoekers en bezoekstertjes, die voor deze voorstelling in hun wetenschappelijke werken, door Sinterklaas blijkbaar met milde hand verspreid, speciale studies hadden gemaiakt om heit verloop beter te kunnen volgen. Het tweede bedrijf, als Hans en Grietje verdwaald zijn in het bosch, dé avond is gevallen, en de kleine zandman wat zag hjj er eenig-Leuk uit en wat was hij dood-ernstig met zijn witte baardil hen zand in dé oogen heeft gestrooide, geeft dien droom weer, dien de beide kinderen hebben. Dan ko men er engelen, die hen beschermen en behoeden, die hen „geloof, hoop en liefde", dé drie kostelijke gaven, waarvan reeds Paullus spreekt, brengen, en déze apotheose, waarbij gekleurd» schijnwer pers verrassende effecten gaven, was bui tengemeen- aantrekkelijk. Van de vertolkers en vertoOksteitjes moet vooral worden genoemd Ali van Es als Hans. Met groote vrijmoedigheid trad zij op eni maakte de ml voor de kinderen buitengewoon aardig door mimiek en van die „onder-onsjes" meit de kleine toe schouwers; ook Grietje (Lauise Pielaet) was erg leuk en blééf goed' in haar rol. De heer Boelens speelde zelf de vader rol, met een verschrikkelijke barsche stem omdat hij (aan het slot) zoo gewel dig boos wras op Hans, die was wegge- Loopen. Tilly van Es was de moeder, Rika Ti essen de heks, de heer Nebbeling de jager. Oorry Schutte de toe, Annie de Vroome dé engel. Jan Kuilman het zand mannetje, terwijl Geloof, Hoop en Liefde door Annie Egberts werd vertolkt Pia- nistje was Leo Borgbant, violiste Annie Koorn. Hier heeft u het volledige tabjeau de Ia troupe. Een nastukje „Wie brengt de pan weg?" dioor den heer Boelens en twee leerlingen vertolkt, hebben wij niet meer gezien, omdat in de Koningstraat die zet ter ons al stond op te wachten, maar dJat was, zooals d» heer Bodlens zei, een aller aardigst dingetje. En nu speet hét ons aanvankelijk erg, dat er zooveel kinderen terugmoesten, maar de heer Boelens zelf vond dat niet erg. „Want," zoo zei hjj, „den 21sten Januari dat is weer op een Woensdag middag geven wij het'nog eens." Dus dlat moeten dan de teleurgestelde kinde ren maar onthouden. En dit wil ik er nog bijvoegen: dan wordt het vast en zeker nog leuker dan vanmiddag. Waarom, dat zeg ik niet, maar iet maar eens opl

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 5