BINNENLAND.
Louis Bouwmeester.
Louis Bouwmeester heeft van den mi
nister van Onderwijs, K. en W. een offl-
cieel schrijven ontvangen, meldende, dat
hem door het rijk een toelage van f 1000
per jaar is toegekend, te betalen in vier
driemaandelij ksch# termijnen.
Steunverleenlng behoeftige redders.
In aansluiting op een dezer dagen ge
publiceerd bericht wordt nog het volgen
de gemeld:
Zooals men weet, is er verschil van
meerling ontstaan tusschen minister van
Swaay en het hoofdbestuur van het Dorus
Rijkers-fonds over den toestand, waarin
vele oud-redders verkeeren. ZJB. had aan
den hoofdinspecteur van de scheepvaart
opgedragen een onderzoek in te stellen,
waarna deze ambtenaren een rapport uit
bracht, waarin de toestand der oude red
ders aanmerkelijk gunstiger werd ge
schetst dan uit het onderzoek, door het
bestuur van het helden der zeefonds inge
steld, kon worden opgemaakt.
In een poging, in deze klaarheid te
brengen, had de minister dezer dagen de
heeren Muller, hoofdinspecteur voor de
scheepvaart, de Ronde, ambtenaar van de
scheepvaartinspectie, die het plaatselijk
onderzoek heeft ingesteld, en Pieren, ad
ministrateur van het Nationaal Zeeman/B
londs, uitgenoodigd tot een conferentie
met de heeren Ter Hall, Jager en dir. Ra-
dfemaker, resp. voorzitter, secretaris en
eerelid van het helden der zeefonds, ten
einde in tegenwoordigheid van hem en
van den heer Coops, hoofd van de afdee-
ling scheepvaart, de zaak te bespreken.
De conferentie heeft tot een bevredi
gend resultaat geleid. Het bleek, dat het
verschil in uitkomsten van het hoofdza
kelijk voortkwam uit verschil in de basis
van het onderzoek. Terecht toonde het
ambtelijk rapport aan, dat op de lijst van
het bestuur van het helden der aeefonde
namen van personen foorkomen, die niet
als direct behoeftig kunnen worden be
schouwd, en verder bleek, dat die organen,
die èn de scheepvaartinspectie èn het be
stuur van het fonds inlichtten, afwijkende
inlichtingen hadden verschaft De goede
trouw van beide rapporten werd buiten
verdenking gesteld en de beschouwingen
over den toestand dier redders naderden
ten slotte elkaar in die mate, dat het be
stuur van het helden der zeefonds Z. E.
het volgende voorstel kon doen: indien
het rijk jaarlijks 10.000 voor de redders
zou willen afzonderen, zal het helden der
zeefonds zich borg stellen, dat de nood
onder de oude redders tot het verleden
behoort
Een hoofdoorzaak voor het verschil in
beide rapporten was eindelijk nog, dat de
heeren Muller en de Ronde enkel den toe
stand der oude redders hebben onder
zocht, die in dienst van de Reddingmaat
schappijen hun werk hebben verricht, ter
wijl het helden der zeefonds alle redders
onder zijn bemoeiing heeft betrokken,
dus ook hen, die op eigen gelegenheid
hebben gehandeld, alsmede dat het helden
der zeefonds In bijzondere gevallen gra
tificaties toekende aan redders, die niet
direct behoeftig waren, doch door bijzon
dere daden hebib; t munt
De Rljwielbelastlngplaatjes.
„De Kampioen", het orgaan van den A.
N. W. B., Toeristenbond! voor Nederland,
verneemt dat de Rijksmunt te Utreoht
rijwielplaatjes, die bij het ombuigen bre
ken, gratis door nieuwe vervangt, als men
de beide stukken opzendt; althans, een
der leden van den Bond heeft dit onder
vonden.
Eenheid onder het spoorwegpersoneel.
Het "Voorloopig Centraal Comité van
Actie voor eenheid' van organisatie van
het spoorwegpersoneel alhier, heeft aan
d hoofdbesturen van den B. A. N. 8., den
Neutralen Bond, de Nederl. Vereeniging,
den Prot. Christ. Bond en „St. Raphaël"
een schrijven gezonden, waarin nogmaals
op het vormen eener eenheid onder het
spoorwegpersoneel wordt aangedrongen
en waarbij in het belang van het geheele
spoorwegpersoneel verzocht wordt, even-
tueele bezwaren, voortspruitende uit den
huldigen organisatievorm hunner vereeni
ging, ter zijde te stellen, „opdat eindelijk
voor het personeel de zoo hoog noodige
verbeteringen kunnen worden verkregen".
Rooken In diensttijd.
Naar de Reabode meldt, heeft de mi
nister van financiën aan de inspecteurs,
ontvangers en hoofden van bureaux der
directe belastingen, invoerrechten en ac
cijnzen een circulaire gezonden, waarin
hij er op wijst dat het ten strengste ver
boden is, dait door het personeel onder den
bureautijd gerookt wordt Den chefs
wordt verzocht streng toe te zien, dat aan
dit voorschrift de hand wordt gehouden.
Opdracht voor het bon wen van een schip
In Nederland.
De regeering van New Foundland heeft
een order geplaatst voor den bouw van
een stoomschip van 2600 ton met een snel
heid! van 15 knoopen bij de Scheepsbouw
Maatschappij te Rotterdant Ook voor En-
gelsohe rekening, werd aan de Mij. de
bouw van een dergelijk stoomschip opge
dragen. De orders werden in Nederland
geplaatst omdat de Briische inschrijvingen
te hoog en geen Brltsche werf een spoe
dige aflevering kon waarborgen.
De Bt Miehaël-actie.
Zaterdagavond is te Amsterdam weder
om een vergadering gehouden tusschen
het bestuur van „St. Miohaël" en prot
Aengenent als arbiter tusschen dezen
bond en de R. K. Staatspartij. Naar wij
vernemen werd nog geen resultaat be
reikt. Besloten werd de vergadering an.
Donderdag voort te zetten.
In verbind, vooral met ln den laatsten
tijd in de R. K. pers gelanceerde berich
ten, over eigen candidaten van St Mi-
chaël, heeft de „Telegr." eens ln de krin
gen van den bond naar de juistheid hier
van geïnformeerd.
Men deelde mede, dat van eigen candi
daten voorloopig geen sprake kan zijn,
daar er afgewacht dient te worden, met
welke candidaten het advies-college der
R. K. Staatspartij op 28 Maart a.s. zal ko
men. Eerst dan zou vastgesteld kunnen
worden, welke houding men dient aan te
nemen.
Ln een vergadering van dezen R. K.
Kiezersbond van Limburg deelde de
bondsvoorzitter mede, dat in verband met
de toepende geruchten dr. Nolens hem ge
machtigd had hier te verklaren, dat deee
nooit een candidatuur voor de Kamer el
ders dan in Limburg zou aanvaarden en
dus voor een eventueele candidatuur voor
Amsterdam zou bedanken.
Van kazerne tot sigarenfabriek.
Op de terreinen van het marine-etablis
sement aan de Kattenburgerstraat te
Amsterdam, zal een centrale fabriek voor
de kleinfabrikanten ln de sigarenindustrie
gev stigd worden en wel in een der ge
bouwen, welke tot voor kort als matrozen-
kazerne dienst deden.
Van kazerne tot sigarenfabriek, 't Is
een niet alledaagsche overgang 1
't Zal wel 1 Maart worden, alvorens de
fabriek gereed zal zijn en in gebruik
genomen kan worden. Voorloopig zullen
er 50 werkplaatsen komen, elk l'/j M.
breed en 4 M. lang. De zalen bieden
evenwel ruimte voor ongeveer 300 klein
bedrijven. De huur zal hoogstwaarschijnlijk
f 2 per week en per werkplaats bedragen.
(Tel.)
Uit de metaalnijverheid.
De bondsraad van den Algem oenen Ne-
dcrL Metaal'bewerkersbond heeft jijn
goedkeuring gehecht aan het door het
hoofdbestuur ontworpen schema voor een,
aan de werkgeversbonden aan te bieden
ontwerp-landeHjke collectieve arbeidsover
eenkomst, waarin om. opgenomen Is de
handhaving van den 8-urendag en mede
zeggenschap van de arbeiders ln de on
dernemingen.
Na besprekingen ln de afdeellngen ln
de maanden Februari en Maart zal de
bondsraad opnieuw bijeenkomen om het
ontwerp ter nadere behandeling met de
andere metaalbewerkersbonden definitief
vast te stellen.
Staatscommissie voor het openbaar en
bijzonder voorbereidend hooger en
middelbaar ouderwijs.
Bij Kon. besluit is:
le. ingesteld een Staatscommissie aan
welke wordt opgedragen „te overwegen in
hoever de Regeering met inachtneming
der grenzen, die de openbare kas stelt,
a) een normale ontwikkeling van het
openbare zoowel als van het bijzonder
voorbereidend hooger en middelbaar on
derwijs ook ln de toekomst kan mogelijk
maken en b) een redelijk verband kan be
vorderen tusschen de salarissen van het
personeel van het middelbaar onderwijs
aan Rijksscholen, het personeel van het
voorbereidend hooger en middelbaar on
derwijs aan gemeentescholen en het per
soneel van het voorbereidend hooger en
middelbaar onderwijs aan bijzondere
scholen*.
De staking te IJmulden.
De reeder-svoarsteUen verworpen.
Het bestuur van de Ned. Federatie van
Transportarbeiders bericht, dat de Maan
dag gehouden stakingsvergadering te
Umuiden, Egmond en Amsterdam tegen
het advies van het bestuur in met 269
tegen 186 stemmen en 21 blanco besloten
heeft de voorstellen van de Reedersver-
eeniging niet te aanvaarden. De grootste
tegenzin der stakers richtte zich tegen het
feit, dat de toegezegde gage-vermeerde
ring als premie per 8 maanden zou wor
den uitbetaald aan hen, die 8 maanden bij
dezelfde reederlj gevaren hebben en dus
niet bij de gewone maandgage zou worden
uitbetaald.
De zomertijd.
Op vragen van het lid ln de Tweede
Kamer, den heer Braat, heeft de minister
van binnenliandsche zaken en landbouw ge
antwoord:
De ondergeteekende beschikt niet over
gegevens, die hem zouden machtigen tot
de verklaring, dat „hot overgroote moe
rend eel van het Nederl andsche volk ver
langend uitziet naar het geheele jaar,
handhaven van den Amsterdamschen
tijd."
Een wetsontwerp in zake den z.g. zo
mertijd heeft het departement verlaten.
Omtrent den inhoud daarvan kunnen,
volgens goed gebruik, thans geen mede-
deelingen worden gedaan.
IJmulden in den mist
Uit IJmulden werd Zaterdag aan het
Hbl. gemeld:
IJmulden is administratief een gedeelte
van de gemeente Velsen, maar in werke
lijkheid is het een stuk van Amsterdam,
tenminste een brok van de haven.
De zeehaven is het Als daar het scheep
vaartverkeer storing ondervindt, is Am
sterdam in last.
Zaterdagmiddag vier uur hing nog
altijd de mist als een dichte sluier over
de sluizen en haven van IJmulden. Even,
kort na het middaguur, was het wat lich
ter, maar sedert werd de nevel zwaarder
en zwaarder. De lucht is vervuld met ge
luiden. Somber loeit de mistsirene, welke
klinkt als het geklaag van een rund, door
angst voor onweer gedreven naar den
kant van een sloot Af en toe vermenger
zioh daarna de signalen van de stoomboo-
ten, welke buitengaats liggen te wachten
Ingezonden MededeeUng.
bRAiS^lA-vAN'VALKENBURG'S-'
e A LEVERTRAAN
si
T^LEggWARDDf
op het oogenblik, om te kunnen blnnen-
loopen.
Wanneer zal dat zijn? Wij weten het
niet Het laatste bericht van de „Rem
brandt" was één uur namiddag: „Twintig
mijlen van de kust Wij varen langzaam
op."
Bijna twaalf uren is dc „Rembrandt"
nu al over tijd, en er zullen nog wel enkele
uren bijkomen. De „Batjan" wacht al meer
dan 24 uren buiten, de pieren, de „Kari-
mata", de „Manoeran" zien evenmin kans
binnen te komen.
Het wachten, zoo op zee, ln dit sombere
weer moet iets ellendigs zijn, maar zwaar
wordt ook het geduid op den proef ge
steld van hen, die verwanten en vrienden
verwachten uit het verre Indië. En met
het wachten groeit de spanning.
Toch is er, voor zoover het zich thans
laat aanzien, geen gevaar. 'De zee is vrij
kalm en de kapiteins, het Is bekend, be
trachten alle voorzichtigheid. Speciaal de
gezagvoerder van de „Rembrandt" staat
bekend als een zeeman, die geen gewaag
de manoeuvre zal uitvoeren.
Binnenkomen is ln zoo'n mist, behalve
dan voor kleine vaartuigen, practisch on
uitvoerbaar, uitvaren is we! mogelijk:
vanochtend is reeds de „Varangar" voor
d© proeftocht vertrokken en vanmiddag
heeft de „Prinses Juliana" zee gekozen.....
Langs de groote sluis wachten velen
om een laatste afscheid te nermen van hen,
die met de „Prinses Juliana" naar de
tropische gewesten zullen gaan.
Zij blikken ln de richting van Velsen,
maar niets is te zien. De ducdalven op een
paar honderd meter afstand zijn nauw te
onderscheiden. Niets verbreekt de stilte
in het kanaal, behalve een sleep zandbak
ken, welke naar Amsterdam trekt.
Dan klinkt ver weg nog, de diepe toon
van de sirene van de „Nederland"-boot.
Even stilte. Dan weer de sirene, dichter
bij nu al. Herhaalde etooten op de fluit
kondigen de nadering van de mailboot
aan.
Eensklaps doemt een schim uit den mist
op. De vormen teekenen zich duidelijker
af, al zijn zij nog omringt door dichten
nevel. Langzaam, héél langzaam glijdt de
„Prinses Juliana" de sluiskolk in.
Grootsch is het schouwspel: de nade
ring van het schip, dat uit den mist is te
voorschijn getooverd. De gewon© werk
zaamheden volgen: het meren, de gelei
ders, die tot IJmulden zijn medegevaren,
gaan van boord. Haastig worden nog bloe
men aangedragen en enkele laatste sou
venirs aan het vaderland.
Er ligt iets tragisch in dit gebeuren, dit
afscheid misschien voor vele jaren. Vrou
wen weenen, mannen wenden zich met
een ruk af, nog even een snelle groet en
dan gaan zij weg, als schamen zij zich
over hun ontroering;
Het schutten verloopt snel. De eerste
fluit: gasten van boord, tweede fluit: plan
ken in. En dan, kort daarop, het derde
signaal: touwen los. Het is alles eigenlijk
zoo heel gewoon, zoo geschiedt het Im
mers elke veertien dagen. Maar nu, in
deze geheimzinnige waas van mist, is het
of die stemming gedrukter is dan anders.
Of er een vage angst bestaat de vrienden
de onzichtbare zee te doen opgaan.
Even langzaam als zij is genaderd, ver
trekt ook de mailboot weer. Nog enkele
minuten is het schip nevelig zichtbaar,
dan is het omgeven door een ondoordring-
baren sluier, waaruit dof de fluit op klinkt
Dit vertrek, dit snelle verdwijnen van
het schip in de dichte nevelen, zoodat er
zelfs geen tipje meer van zichtbaar is,
heeft iets huiveringwekkends, en velen
verliezen zich in sombere gedachten.
Zoo snel kan het veranderen: De „Prin
ses Juliana" kan nog niet buiten de pie
ren zijn, of de mist, welke in het laatste
uur steeds dichter is geworden, verandert
in regen, welke alle nevel absorbeert.
Om vijf uur is het weer geheel helder,
de vuurtoren schitterend, duidelijk tee
kenen zich de lichten van de pieren. Of
een wonder zich heeft voltrokken.
Snel keert in de sluizen het leven terug.
Ai spoedig weten allen het: de „Rem
brandt" ligt voor de pieren. Een kwartier
later reeds loopt het vaartuig de sluiskolk
binnen. Alle mist-elllende is vergeten. De
schipbreukelingen van de „Mercurius" be
groeten hun verwanten. Overal bedrijvig
heid, spoed is geboden, want meer sche
pen moeten door de sluizen, voor een
nieuwe mistbank zou kunnen komen op
zetten.
Roods is de ,3atjan" binnen de pieren,
de „Karimata", de „Manoeran", de Phe-
bius/' volgen; de 'kleine „Erato" Is intus-
schen ln de eerste kolk geschut
IJmulden is uit den mist
Het Zondagnacht binnengekomen Fran-
sche stoomschip „Député Josselin Rohan"
is ten gevolge van den mist op tien mijlen
afstand van het vuurschip AI aas" in aan
varing gekomen met het uitgaande Fran-
sche stoomschip ,3. S. N. No* 6". Twee
matrozen van het eerste schip, die in kooi
lagen, werdén door de aanvaring tusschen
een schot bekneld. De verwondingen wa
ren van dien aard, dat ze naar het ziekend-
buis moesten gebracht worden. De „Dé
puté Rohan" had een gat in den steven
en in de voorpiek.
Ontrouw ambtenaar.
Als verdacht van verduistering van een
bedrag van 240 ten postkantore Roosen
daal is doqr de marechaussee gearr esteerd
de kantoorbediende S. van dat kantoor.
Provinciale Staten van Noord-Holland.
De najaarszitting, die in de vergadering
van 16 December j.L werd verdaagd, zai wor
den voortgezet op Dinsdag 27 Januari, des
voormiddags hall twaalf.
Ter behandeling in de op dien dag te hou
den verga<!bring worden aan de punteniijst
de navolgende stukken toegevoegd:
1. Voorstel ten aanzien van de arbeidsvoor
waarden van het Provinciaal personeel, in
verband met de rapporten der bezuinigings
commissie voor de provinciale ziekenhuizen.
2. Voorstel tot wijziging van het ambtena
renreglement 1920.
3. Voorstel ten aanzien van de huisvesting
der provinciale griffie.
4. Praeadvies ten aanzien van adressen,
houdende verzoek in de bestekken van voor
rekening van de Provincie uit te voeren wer
ken, de bepalingen van het Landelijk Collec
tief Contract, wat betreft de arbeidsvoor
waarden, van toepassing te verklaren.
5. Voorstel tot wijziging van het regle
ment van bestuur voor het Hoogheemraad
schap, Noordhollands Noorderkwartier.
6. Voorstel ten aanzien van nadere maatr
regelen, te nemen ter bestrijding van de tu
berculose.
Ter wille van den tijd, die vermoedelijk
voor de samenstelling der rapporten zal be-
noodigd zijn, zal worden voorgesteld de open
bare behandelingen van punten 16 te be
palen en niet op Dinsdag 10, maar eerst op
Dinsdag 17 Februari, des voormiddags half
elf en de vergadering, indien zij dien dag
niet afloopt, voort te zetten den volgenden
dag, eveneens des voonniddags half elf.
Provincie en Hoogheemraadschap
Noord-HoU. Noorderkwartier.
Toen ln de eerste jaren, nadat het regle
ment van bestuur voor het Hoogheemraad
schap Noord-Hollands Noorderkwartier in
werking was getreden, de uitkomsten van
het land- en tuinbouwbedrijf tengevolge van
de geheel gewijzigde economische toestanden
in binnen- en buitenland' achteruitgingen,
bereikten Ged. Staten van verschillende zij
den verzoeken om de lasten, die van de op
richting van het Hoogheemraadschap het ge
volg waren, te doen verminderen. De leiding
werd daarbij gegeven door Dijkgraaf en
Hoogheemraden zelf, die in een uitvoerig be
toog de wenschelijkheid eener verlichting der
lasten hebben bepleit.
In de eerste plaats wenschte men de be
oogde vermindering van lasten te versrijg^n
door wijziging van de financieele verhouding
tusschen het Hoogheemraadschap en de Pro
vincie.
Niet alleen zou in plaats van de helft der
Rijksbijdrage, die bijdrage ln haar geheel op
de uitkeering van het Hoogheemraadschap in
mindering moeten worden gebracht, maar
ook werd betoogd', dat de verhouding, waarin
het Hoogheemraadschap en de Provincie in
de rente en aflossing voor de in het eerste lid
van het artikel bedoelde som bijdroegen, voor
het Hoogheemraadschap te ongunstig was, ja
zelfs dat elke bijdrage van dit laatste in de
watersnoodskosten achterwege behoorde te
blijven, en deze kosten ten volle door de Pro
vincie zouden moeten worden gedragen.
Enkele besturen verlangden verder, dat de
Provincie het Hoogheemraadschap ook in de
jaarlijksche onderhoudskosten zijner zeewe
ringen voortaan éene bijdrage zou verleenen,
teneinde die kosten billijker en gelijkmatiger
té verdeelen, dan bij het bestuursreglement
was geschied.
Het bestuur van het waterschap de Dertig
gemeenschappelijke polders op Texel heeft
daarentegen medegedeeld, zich met de ver
zoeken van bovenstaande strekking niet te
kunnen vereenigen.
Op het standpunt, door Ged. Staten reeds
in 1918 ingenomen, en waarmede de Staten
zich hebben vereenigd, dient men zich ook
thans'nog te plaatsen. Het staat trouwens
aan het voor rekening der Provincie nemen
van een belangrijk aandeel dezer kosten niet
in den weg. Reeds volgens de geldende rege
ling immers is het aandeel der provincie in
de rente en aflossing, vallende op de totale
kosten van den watersnood, waarvan slechts
rond ƒ2.950.000 niet aan het vasteland ten
noorden van het IJ en het Noordzeekanaal
ten goede is gekomen, voor het jaar 1926 bij
voorbeeld ruim 998.000, terwijl het Rijk
uit dien hoofde pl. m. 530.000 verschuldigd
zou zijn.
Hieruit blijkt, dat het gewest ook thans
reeds verreweg den grootsten last der wa-
rersnoodslasten op zich genomen heeft, een
omstandigheid, die naar de meening van Ged.
Staten ook door onderscheidene der verzoe
kers te veel uit het oog verloren wordt.
Ged. Staten hebben net noodig geacht op
een en ander nog eens uitdrukkelijk de aan
dacht te vestigen, nu men het van verschil
lende zijden doet voorkomen, alsof de pro
vincie eene op haar rustende schuld op an
deren heeft afgewenteld. Eene wijziging in
de verhouding, waarin de provincie en het
hoogheemraadschap in deze kosten dragen,
zou echter wel in aanmerking kunnen ko
men, indien de druk op laatstgenoemd
lichaam te zwaar zou blijken te zijn. Dit laat
ste is tot zekere hoogte het geval, en het is
uitsluitend op dien grond, dat Ged. Staten,
vrijheid' kunnen vinden, in overweging te
geven, de bijdrage van het hoogheemraad
schap" ln de watersnoodslasten eene vermin
dering te doen ondergaan, door de in artikel
5 van zijn bestuursreglement bepaalde uit
keering van 8/5 gedeelten van het daarbe-
doelde bedrag tot 45 van dat bedrag terug
te brengen.
Ged. Staten merken hierbij op, dat, waar
de totale uitgaven ln verband met den wa
tersnood tot dusverre rond 80.796.000 heb
ben bedragen, het zooeven genoemde per
centage slechts betrekking heeft op eene som
van 120.870.000 en de provincie dé over
schietende bijna f 10.000.000 reeds ten volle
voor hare rekening heeft genomen.
Komt de voorgestelde vermindering tot
stand, dan zal dientengevolge bijv. ln 1925
bet Rijk hebben te betalen pl. m. 846.000,
het hoogheemraadschap ongeveer ƒ866.000
en de provincie rond f1.178.000.
Een ontwerp-besluit heeft ter inzage gele
gen en aanleiding gegeven tot de Indiening
van een tweetal bezwaarschriften, zoomede
van een aantal adhaesiebetulgingen.
De oorzaak van de hoogere onderhoudskos
ten van het Hoogheemraadschap is gelegen
in de omstandigheid, dat het de technische
werkzaamheden dadelijk krachtig ter hand
genomen heeft.
Het verschil tusschen de destijds opge
maakte ramingen en de werkelijke uitgaven
van het Hoogheemraadschap levert ln de af-
geloopen jaren in geen enkel opzicht een be
hoorlijken maatstaf voor de thans toe te ken
nen vermindering van zijn aandeel ln de wa-
tersnoodlasten.
Ged. 'Staten betreuren, dat. de oprichting
van een waterschap, dat alle bij de Zuiderzee
weringen ten oosten en zuiden van Amster
dam belanghebbende eigendommen binnen
zijne grenzen vereenigt, nog niet heeft kun
nen plaats vinden. Tegenover de bedragen
ad rond ƒ25.500.000 aan de dijken van het
Noorderkwartier besteed^ zijn die, welke aan
de zeeweringen in het zuidelijk deel der pro
vincie zijn ten koste gelegd, ten bedrage van
rond 2.400.000 echter slechts van onderge
schikte beteekenia
Teneinde de vermindering van het aandeel
van het Hoogheemraadschap in de waters-
noodlasten overeenkomstig de daaromtrent
dcor Ged. Staten gedane toezegging reeds
over het jaar 1924 te kunnen doen plaats heb
ben, is in het ontwerp-besluit bepaald, dat de
daarop betrekking hebbende reglementswij
ziging geacht zal worden met 1 Januari 1924
te zijn ingegaan. De verhooging der bedragen
van de polders Wieringerwaard en Oallants-
oog kan gevoegelijk met 1 Januari 1925 in
werking treden.
Wijziging Ambtenarenreglement
1920.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
heeft ter kennis van Ged. Staten gebracht,
dat ook na de wijzigingen in het Ambtena
renreglement 1920 aangebracht, dat Regle
ment nog niet voor goedkeuring in aanmer
king komt. In de eerste plaats is naar het
oordeel van Z. Exc'. een bezwaar gelegen in
de bindende kracht, welke aan de uitspraken
van het Scheidsgerecht is toegekend, terwijl
de Minister voorts van meening ia, dat de in
artikel 66 neergelegde regeling dient te wor
den vervangen door de bepalingen van het
Koninklijk Besluit van 26 October 1928, be
treffende gelijktijdig genot van burgerlijke
en militaire belooning.
Ged. Staten meenen uit de met den Mi
nister gevoerde correspondentie met stellig
heid te mogen op-maken, dat, zoo aan de als
nog geopperde bedenkingen der Regeering
wordt tegemoet gekomen, de goedkeuring van
het Reglement verzekerd s.
De wijzigingen staan o. a. in verband met
voorstellen betreffende de rechtspositie van
nieuw in dienst der Provincie aan te nemen
leerling-verplegenden, en met het besluit der
Prov. Staten tot invoering der 48-urige ar
beidsweek voor de ambtenaren, terwijl de
voorgestelde inlassehing van een nieuw zesde
lid in artikel 68 eene technische verbetering
van de wijze van vergoeding wegens over
werk beoogt
Arbeidsvoorwaarden provinciaal
personeel in verband met rap
porten Bezumigtngscomatissle
Prov. Ziekenhuizen.
De Bezu i nigi ngsoommissie voor de Pro
vinciale Ziekenhuizen heeft ln een drietal
lapporten hare bevindingen nedergelegd en
verschillende voorstellen aan de Prov. Staten
gedaan ten einde tot een belangrijke bezui
niging bij genoemde takken van dienst te
geraken.
Verlenging arbeidsduur.
Het eerste concrete voorstel der Commis
sie strekt er toe om ten aanzien van invoe
ring van de 55-urige werkweek met belang
hebbenden in overleg te treden.
Dit overleg heeft plaats gevonden. 8telde
het georganiseerd overleg zich aanvankelijk
op het standpunt, dat er geen aanleiding be
stond op het eens gegeven advies terug te
komen, ten slotte besloot de Commissie in
meerderheid (6 stemmen tegen 4) Ged. Sta
ten tot invoering der 64-urige arbeidsweek
voor het verplegend personeel te adviseeren.
Werkelijke overeenstemming met het perso
neel 4 der 5 organisaties stemden tegen
- werd echter niet bereikt
Ged. Staten vereenigen zioh met het ad
vies der voorloopige commissie voor georga
niseerd overleg om den arbeidsduur op 64
uren te bepalen, daarbij ln overeenstemming
handelende met het advies van den eersten
geneesheer-directeur van het Provinciaal Zie.
kenhuis nabij Santpoort
Het komt hun inderdaad aannemelijk voor,
dat eene arbeidsweek van 54 uren zich ge
makkelijker voor het samenstellen van een
dienstrooster leent dan eene van 55 uren.
Hoe noode Ged1. Staten er toe overgaan
voor te stellen een maatregel ln te voeren,
die de instemming van 4 der 6 van de in het
georganiseerd overleg vertegenwoordigde or
ganisaties mist, kunnen zij toch geen vrij
heid vinden het aanvankelijk advies derVoor-
loopige Oommissie te volgen en tot 1 Januari
1926 de werking der reeds aanvaarde bezuini
gingsmaatregelen af te wachten. Naar hun
oordeel toch is er geen maatregel aan te wij
zen, welke de vermindering van de lasten der
ziekenhuizen op zoo snelle en effectieve wij-
ze zal bewerkstelligen als eene hernieuwde
verlenging van den arbeidstijd van het ver
plegend personeel, waardoor een belangrijke
afvloeiing van dat personeel mogelijk zai
worden. Zij zijn het ten volle met de Bezui-
rngingsoommi8sie eens, dat een arbeidstijd
van 54 uren geenszins eene overmatige gees
telijke en lichamelijke inspanning van de be
trokkenen vordert en evenmin een gevaar
voor eene blijvend goede verpleging der pa
tiënten oplevert.
Op grond hiervan bieden Ged. Staten ter
aststelling hel ontwerp-besluit aan, strek
kende tot invoering der 64-urige arbeidsweek
voor i et verplegend personeel in de Provin-<
ciale Ziekenhuizen.
Intrekking vacanttetoelagen.
Ged. Staten kunnen zich met ddt ooncrete
tweede voorstel der Commissie volkomen
vereenigen. Het betreft hier eene jaarlijk
sche ultkeeripg van 10 aan bepaalde cate
gorieën van lagere ambtenaren', eene uitkee
ring, die voor de betrokkenen van geringe
beteekenia ls en die nochtans aan genoemds