GEMENGD NIEUWS
<ie advertentie wag een voordrachtsavond
aangekondigd, terwijl uit het Verslag in
de „Heldersche Courant" volgt, dat het
een declamatie-avond betrof, waarop Da
Schermerhorn het door hem geschreven
bijbel ach drama „De Christustragedie"
vertolkte zijns inziens niet kan be
schouwd worden als een vermakelijkheid
of tooneelvoorstelling; doch al kan worden
toegegeven, <jat de voordrachtsavond geen
vermakelijkheid is in den zin van het da-
gelijksoh spraakgebruik, het' begrip ver
makelijkheid in de verordening is uitge
breid tot een technisohen term, waaronder
in artikel 1 verstaan worden o.a. zang- en
muziekuitvoeringen, wedstrijden, tentoon
stellingen en Voordrachten. Of zoodanige
uitvoeringen een religieus karakter heb
ben, of als wetenschappelijke voorlichting
zijn bedoeld, zij blijven niettemin verma
kelijkheden in den zin der verordening.
Waar voorts de gehouden voordrachts
avond niet valt onder die vrijstellingen ge
noemd in artikel 4 sub a en b der Veror
dening tot heffing van belastirft van too-
neelvoorstelliingen en andere vermakelijk
heden, zijn B. en W. van oordeel, dat de
door de afdeellng Helder van „De Dage
raad" betaalde belasting te recht is op
gelegd.
Resumeerende stellen B. en W. voor,
aan het adresseerende Bestuur te berich
ten, dat het ingevolge de verordening be
lastingplichtig was.
Ontheffing Bouwverordening.
Bij adres aan den Raad verzoekt O.
Verfadlle, alhier, ontheffing van het be
paalde bij artikel 16, le lid, der Verorde
ning op biet bouwen en op de bewoning
in deze gemeente ten behoeve van de door
hem te bouwen woning, in de Molenstraat
No. 47, hoek Biersteeg.
De omtrent dit verzoek uitgebrachte ad-
vlezen van den wnd. Directeur van Ge
meentewerken en die Gezondheidscommis
sie zijn mede bij dit verzoek overgelegd.
In overeenstemming daarmede stellen
B. en W. voor de gevraagde ontheffing
te verleenen.
De moord op den makelaar Bosch.
In den jongsten anoniemen brief aan het
adres van een ingezetene te Amsterdam met
betrekking tot de verdwijning van den com-
missionnair Busch gericht, werd de naam ge
noemd van een der metselaars, die bij den
thans in voorarrest vertoevenden bouwonder
nemer heeft gewerkt
Acht dagen na de ontvangst van dien brief
is die metselaar in de garage aan den Over-
tom gebracht toen was er nog niets gevon
den. Hem werd gevraagd te zeggen aan wel
ke „put" hij destijds, in October 1916, had
gewerkt. De man meende die te kunnen aan
wijzen, doch enkele weken daarna, jongst
leden Zaterdag, werd het geraamte gevonden
onder een andere put. Toen is door de cen
trale recherche opgespoord de metselaar, die
met den eerstbedoelde in de laatste maanden
van 1915 heeft samengewerkt ter inwendige
verbouwing van de garage. De verklaringen
van den tweeden waren positiever dan van
den eerstgehoorde, al ontkende de laatste de
mededeelingen van zijn vakgenoot niet.
Die getuigenissen komen, in onderling
verband, op het volgende neer:
De perceelen 23—26 aan den Overtoom
werden opgetrokken en afgewerkt onder lei
ding van den heer Muylwijk. Tijdens de
voortzetting van het „binnenwerk" gebeurde
het meermalen, dat eenige bouwvakarbeiders
'8 middags van iM. aanzegging kregen, des
avonds terug te komen om over te werken.
In den namiddag van deni 22sten October
1916, toen beide werklieden naar buis zouden
gaan, gaf M. hun opdracht 's avonds voor het
afdekken van het achterste gedeelte van den
vloer, d. L aan den buitenmuur, waar twee
groote „putten" moesten komen voor den
waterafvoer, terug te komen.
Dat deden ze, zij waren omstreeks acht
uur, half negen, weer in de garage en von
den, aan het nog niet bevloerde gedeelte van
de werkplaats, den heer Muylwijk reeds aan
het metselen. Hij deed zeer geagiteerd, had
een linnen lap om een zijner handen en zei,
op de vraag van een der twee werklieden
waarom dat was: dat hij de hand had gekneld.
Hij metselde aan een klein baksteenen
muurtje, dat reeds bijna gereed' was toen de
arbeiders verschenen .althans reeds geheel
uitstak boven de gestorte aarde en puin. Het
werd opgetrokken in den grond naast een
ijzeren loozihgsbuis. De heer M. werkte In
zijne hemdsmouwen, de manchetten vielen
hem soms tot over de handen. De ruimte
naast dat muurtje was opgevuld met puin en
zand, zoodat de werklieden, zonder het min
ste vermoeden, onder toezicht van M. en m t
zijne assistentie, den betonnen plaat hebben
gegoten, waarin het afvoerrooster werd aan
gebracht. Blijkbaar was de bedoeling van het
metselen van het muurtje van nauwelijks een
halven meter lang en hoog, om te voorko
men, dat later, bij eventueele reparaties aan
de waterloozing, zou worden1 gegraven op de
plaats waar de kist stond; bij het stuiten O]
een muur is het in reparatie gevallen niet
gewoonte verder te gaan.
Het muurtje, dat buiten dit deel tot niets
diende, doch de kist met haar inhoud „be
schermde", bleek, toen vakmenschen het
thans beschouwden, buitengewoon haastig te
zijn gemetseld, het was niet behoorlijk gece
menteerd. Oók de betonplaat, op die plaats
gelegd, vertoont de sporen van buitengewoon
gehaast werk.
Nadat alles, na hoogstens twee uur arbeid,
gereed was, heeft M. de werklieden uitgela
ten.
Van de verdwijning van den oommission-'
nair Busch was toen nog niets bekend, want
eerst den daaropvolgenden dag, op 28 Octo
ber 1915, des middags omstreeks twaalf uur,
heeft de heer Lichtle in het bureau Pieter
Aertszstraat aangifte van de verdwijning
van zijn handelsvriend gedaan.
Een der beide bouwvakarbeiders, in den
loop der daarop volgende week van de ver
dwijning hebbende gelezen, heeft voor den
wchter-commissaris verklaard daarna In per
ceel Overtoom 26 tot djn makker te
gezegd: „Stel nu eens, dat Busch dèèr onder
ligtl" Daarna wijzende op de plek, die zij
dien Vrijdagavond hadden „gedicht".
C3bL").
Muylwijk bekend.
Na een langdurig verhoor heeft de
bouwondernemer bekend den moord op
den makelaar Busoh te hebben gepleegd.
Een smokkelschlp. Aan accijns 108.000
ontdoken.
Dezer dagen is een werkman op het
kantoor van den hoofdinspecteur van de
invoerrechten en accijnzen in de Bobmpjes
te Rotterdam komen vertellen, dat er in
de haven op groote schaal met suiker
gesmokkeld werd. De man was een der
genen, die bij de lading van deze suiker
werkzaam was, en kreeg daarvoor bóven
het gewone daggeld van f 12 tot f 15
daags uitbetaald. Toen hij van den met
de uitbetaling belasten persoon naar zijn
meening te weinig ontving en op zijn
reclame geen voldoening kreeg, liep hij
naar het belastingkantoor oin de ambte
naren in te lichten.
Op verzoek van de hoofdinspectie der
invoerrechten en accijnzen heeft de re
cherche van het hoofdbureau van politie
zich daarop met een onderzoek belast,
waarbij het volgende aan het licht is
gekomen.
In den loop van verleden jaar is op
gericht de naamlooze vennootschap de
Willemina, directeur H. van K., een te
Rotterdam gevestigd expediteur. De be
zitting van de naamlooze vennootschap
bestaat uit den motorlichter Willemina.
Deel van de vennootschap maakt uit een
te Hamburg gevestigde flritna, die suiker
leverde uit Duitschland, welke suiker
over Rotterdam in transito verkeer weer
naar Duitschland moest ver voerd worden.
Uit een zeeschip werd na aankomst
te Rotterdam de suiker in de Willemina
overgeladen; deze motorlichter werd
ambtelijk verzegeld, en daarna werd ver
lof tot expeditie gegeven, zoodat schipper
Van U. met zijn motorlichter de reis kon
aanvaarden. Accijns hoefde van deze
suiker niet betaald te worden.
De ambtenaren van de belasting wisten
evenwel niet, dat de Willemina ingericht
was als smokkelschip, en dat de zegel-
pennen, die bij de verzegeling om de
luiken gaan, zoo ingericht waren, dat zij
uit elkaar genomen konden worden zonder
de douanesluiting te verbreken, en dat
vervolgens ook de luiken konden wegge
nomen worden.
Waren de ambtenaren vertrokken, dan
stevende schipper Van U. met de Wille
mina naar een punt in do haven, waar
met bekwamen spoed de 1 uiken geopend,
de balen suiker gelost en door balen zout
vervangen werden. Voor deze balen zout
zorgde dezelfde Hamburgsche firma.
In plaats van suiker werd zout naar
Duitschland vervoerd. Reclames kwamen
er natuurlijk nimmer, want alles bleef in
één hand. De geloste suikt>r, waarop per
baal f 27 aan accijns werd gesmokkeld,
ging het binnenland in.
Zevenmaal heeft de motorlichter Wille
mina op deze wijze zout in plaats van
suiker naar Duitschland vervoerd. Er
zijn 4000 zakken met suiker gesmokkeld,
waardoor het rijk voor f 108.000 is bena
deeld. Dit is geschied tusschen begin
October en einde December van het vorige
jaar. Toen ontving de hoofdinspectie van
de invoerrechten en accijnzen de waar
schuwing, en werd aan dc recherche van
het hoofdbureau een onderzoek opge
dragen. Op 6 Januari werd op 750 zakken
suiker beslag geleg^ bfj een zeer goed
bekend staande firma te Rotterdam, doch
reeds den volgenden dag werd dit beslag
opgeheven, omdat bleek, dat de firma
geheel te goeder trouw was en de suiker
reeds uit de vierde hand had.
De recherche had inmiddels ook het
smokkelschip gevonden, dat in de Scheep
makershaven lag, en waar men aan boord
juist 550 zakken suiker moest inladen,
voor de achtste reis. Op deze suiker
werd voorloopig beslag gelegd en ook
op het smokkelschip Wil/emina, dat naar
de Entrepothaven is gebracht, waar het
onder beheer ligt van den ontvanger der
belastingen.
Daar de expediteur-directeur H. van
K. geen directe borgstelling bij de be
lastingen heeft, zal, naar wij vernemen,
een firma uit de Westerstraat, die borg
voor hem bleef, door de belastingen wor
den aangesproken.
De schipbreuk van de „Mercurius".
Op den achtsten dezer maand seinde
Reuter het sombere bericht, dat het s.s.
„Mercurius" van de Kon. Nederlandsche
Stoomboot Maatschappij bij Gibraltar op
een rif was geloopen. Later volgden,
druppelsgewijs, mededeelingen, dat de
bemanning het schip had verlaten, dat de
lading gedeeltelijk was verloren, en ten
slotte, dat de „Mercurius" door midden
was gebroken.
De bemanning is, behalve kapitein
Schaap, die voor de regeling van zaken
nog in Gibraltar is gebleven, per sa
„Rembrandt" van de „Nederland" terug
gekeerd. Dit vaartuig is, na door den
mist ongeveer twaalf uur vertraging te
hebben gehad, Zaterdagmiddag vijf uur
te Uanmden binnengeloopen.
Een verslaggever van het HhL was in
de gelegenheid met eenige der opvaren
den van de verloren „Mercurius" een on
derhoud te hebben. Ziehier wat hij hoorde:
De Mercurius", een vrachtboot, was,
met een lading o.a. bestaande uit sinaas
appelen, wijn en suiker op weg van Va-
lencia naar Amsterdam. Op den dag van
het ongeluk werd Gibraltar te vier uur in
den namiddag gepasseerd. Twintig minu
ten later stootte het schip plotseling 'he
vig en onmiddellijk daarna lag het stil.
Het moest zijn vast geloopen. Alle pogin
gen om weer los te komen faalden. De
machines werkten achteruit, maar het
bleek vruchteloos, het vaartuig zat on
wrikbaar vast op de Peiarlrots, welk ten
Westen van Gibraltar haft.
Het weer, zoo vertelde men ons verder,
was wel niet schitteren, maar toch rede
lijk wel. Het stormde niet en het was vrij
helder. Het rif, waarop het vaartuig
stootte, is op de kaart aangegeven. Ver
moedelijk is het schip door den storm uit
den koers geraakt.
Spoedig na het vastloopen maakte het
vaartuig slagzij naar bakboord. De ruimen
1 en 2 maakten water, zoodat viel op te
maken, dat het schip lék was gestooten.
Het voorschip was over het rif heenge-
schoven en zat, naar het scheen, vast, on
geveer midscheeps, vóór de machine
kamer. Op die plaats is het ook gaan
scheuren. t
Met behulp van morse-seinen werd een
passeeremd passagi erssschip gewaar
schuwd'.
Dit vaartuig stelde, per radio, Gibraltar
van de situatie op de hoogte. Na eenigen
tyd kwam een sleepboot uit Gibraltar.
Direct gevaar was er toen nog niet en de
officieren, na onderling overleg te heb
ben gepleegd, achtten het niet onmogelijk,
het schip nog vlot te krijgen. Ten einde
het wat hooger op het water te krijgen
en de slagzij te doen verdwijnen, werden
tachtig vaten wijn overboord gegooid. Het
resultaat van deze handeling was echter
niet groot. Het schip bleef vastzitten.
In den loop van den avond werd de
situatie ernstiger. Hooge zeeën kwamen
opzetten. Ook in de bunkers liep nu water,
zoodat gevaar ontstond, dat het koude
water bij de ketels zou komen. Om onhei
len te voorkomen, werden de vuren ge
trokken.
Kans om met eigen kracht los te komen
was er nu in geen geval meer. Noodseinen
werden gegeven. Het bleek dat het Deen-
sche bergingsvaartulg „Freya" in de
buurt was. Dit poogde onmiddellijk te
hulp te komen, doch het slaagde daarin
niet en gaf met morseseinen bericht, dat
wegens de hooge zeeën de „Mercurius"
niet was te naderen.
Zoo ging de nacht in spanning voorbij.
Den volgenden morgen was de zee wat
kalmer. De „Freya" was in de buurt ge
bleven en met behulp van de reddingboot
van dit schip en met de eigen redding
booten kon de bemanning de „Mercurius"
verlaten en naar Gibraltar oversteken,
daar het te gevaarlijk werd geacht aan
boord te blijven.
De officieren vonden onderkomen in
een hotel, de bemanning in het Zeemans
huis.
Hoewel de zee iets kalmer was, was de
toestand toch nog niet zogdanig, dat de
„Mercurius" dadelijk kon worden gena
derd om de lading te lossen. Twee dagen
later werd een poging gedaan om nog een
deel van den wijn en sinaasappelen ln
veiligheid te brengen. Het bleek echter,
dat een groot deel van de lading was ver
loren, misschien door den storm over
boord geslagen, maar wellicht hebben zee
schuimers een bezoek aan het wrak ge
bracht en zich een en ander toegeëigend.
Van de particuliere bezittingen der be
manning was niet veel meer over.
Inmiddels was het schip voor de brug
middendoor gescheurd en spoedig daarna
is het geheel door midden gebroken. Van
de beide helften van het wrak stak niet
veel meer boven water.
De .Rembrandt", welke op weg was
van Batavia naar Amsterdam, en eenige
dagen na het ongeval Gibraltar zou pas-
seeren, had radiografisch order gekregen
de Britsche haven aan te doen om de
27 schipbreukelingen op te nemen.
Aan dit bevel is gevolg gegeven ien,
als gezegd, Zaterdagavond zijn de zee
lieden behouden in het vaderland terug
gekeerd.
Ernstig ongeluk.
Vrijdagmiddag is, naar het Hsgz. meldt,
te Nieuwkujjk een ernstig ongettik ge
beurd. Eeni jongen liet in de schuur van
den landbouwer Verreijt een geladen ge
weer uit een rek vallen, met het gevolg
dat het schot afging en Verreijt, die ter
plaatse was, de volle lading in zijn borst
kreeg. De man was op slag dood. Hij was
weduwnaar en vader van 6 kinderen.
Met den burgemeester op het bruggetje.
Een incident op Marken.
Een 21-jarige reserve-tweede-luitenant
van het 2e regiment infanterie G. V., was
door den krijgsraad te 's-Hertogenbosch
veroordeeld tot 1 boete wegens het niet
voldoen aan een bevel van den burge
meester van Marken om zich van een brug
op het eilandje te verwijderen in verband
met het verkeer ter plaatse. Hij stond
Vrijdag voor het Hoog Mliitair Gerechts
hof in hooger beroep terecht.
feekl. was Zondag 8 Augustus 1.1. met
een gezelschap van ongeveer 15 personen
op Marken geweest Men heeft toen ge
zamenlijk op een bruggetje gestaan.
Iemand passeerde het gezelschap op de
brug, waarbij deze persoon zich vol
gens bekL niet al te beleefd gedroeg
tegenover de dames. Een» der dames maak
te daar dan ook een opmerking over. De
betrokkene zeide toen, dat hij die burge
meester was en dat h^J gelastte, dat men
de brug vrij1 liet voor het verkeer. Bekl.
trad, waar ook zijn zuster door den per
soon, di. zJ. niet den indruk maakte bur
gemeester te zijn, onbeleefd was behan
deld, naar voren en verzocht hem, zich te
legftimeeren. De burgemeester deed' dat
niet, maar drukte bekL van de brug af.
De burgemeester, als getuige gehoord,
verklaarde, dat het verkeer door het blij
ven staan van het gezelschap op de brug,
belemmerd werd. Hij heeft den dames en
heeren daarom vriendelijk verzocht zich
te verwijderen. Toen inplaats van, dat men
hieraan gehoor gaf, een opmerking werd
gemaakt, zeidie getuige, dat hjj de burge
meester was en dlat hij gelastte, dat men
doorliep. Hierop trad bekl. naar voren en
verzocht hem zich te legitimeeren. Ge
tuige heeft beklaagde toen met de handen
van de brug afgeduwd.
Een andere getuige, die ln'bekl/a ge
zelschap was geweest, bevestigde ia hoofd
zaak de verklaringen' van den getuige.
Volgens dezen getuige zou een gewone
agent te Amsterdam beleefder opgetreden
zijn dan deze burgemeester. Men had dan
ook niet den indruk gekregen, dat men
werkelijk met een burgemeester te doen
bad.
De uitspraak volgt later.
Brandstichting.
In een pension in de Amalia van
Solmstraat te den Haag werd Vrijdag
avond omstreeks 8 uur door een Indische
familie daar ais pensiongasten vertoe
vend, thuiskomend brand ontdekt. De
vlammen kwamen uit de keuken, die ech
ter op slot bleek te zijn.
De pensionhoudster, een 40-jarige we-;
duwe, was afwezig. Toen men de keuken
deur met een toevallig passenden sleutel
opende, bleek het vuur het houtwerk reeds
te hebben aangetast.
Daar men in de keuken bussen met pe
troleum aantrof, en hout en turf in petro
leum gedrenkt, dacht men dadelijk aan
brandstichting en waarschuwde de politie.
Inmiddels hadden de pensiongasten het
vuur reeds weten te dooven, zoodat de
aangerichte schade niet groot was.
De politie verscheen spoedig ter plaatse
en stelde een nader onderzoek in. Niet'
alleen in de keuken, ook op andere
plaatsen werden bussen, met petroleum
gevuld, aangetroffen, zoodat het opzet tot
brandstichting wel duidelijk aanwezig
was.
Tegen 11 uur 's avonds kwam eindelijk
de pensionhoudster aanzetten, die heel
verbaasd deed toen zij hoorde, wat er
voorgevallen was.
Na een langdurig en scherp verhoor
bekende zij den brand gesticht te hebben.
Zij had aldus gehandeld omdat zij in fi-
nancieele moeilijkheden verkeerde. I>e
inboedel was niet hoog verzekerd, terwijl;
het huis niet haar eigendom was.
Een zoon.
Zaterdagmorgen is voor den Officier
van Justitie te Tiel geleid een werklooze
aldaar, die zijn 63-jarige blinde moeder'
heeft bedreigd! met een broodmes onder,
den uitroep: „Ik maak je kapot". Daar hij
erkend heeft de bedoeling zijn moeder
uit den weg te ruimen werkelijk te hebben
gehad en vrees voor een nieuwe geweld-;
pleging ten opzichte van zijn moeder en
zuster bestaat, heeft de politie hem aan de
justitie overgeleverd.
Melkvervalsching.
Voor het kantongerecht te Purmerend
stond terecht een veehouder uit de ge
meente lip endjam, beschuldigd van melk
vervalsching.
In melk welke hij als volle melk afle
verde, werd door den Keuringsdienst voor
waren te Amsterdam 14 water bevon
den.
De beklaagde bekende en voerde aan
dlat hij wegens ongunstige financieele om
standigheden water bij de melk had ge
voegd. Voor deze opzettelijke melkver-j
vaisching werd hij veroordeeld tot 150!
boete of 20 dagen hechtenis.
Voor een soortgelijk geval werd een
veehouder te Wijdewormer tot dezelfde
straf veroordeeld.
Uit het Politie-rapport
Zaterdag verzochten een tweetal be
woners van de Laan toezicht op hun
woning, omdat in de afgeloopen week
was getracht hun woning binnen te
dringen, hetgeen ze bemerkt hadden aan
het slot op de deur. Een dochtertje van
één van de bewoners, dat te bed lag,
deelde mee, dat er een man in de gangj
was geweest, die op haar komst het huis
had verlaten.
De politie stelt een onderzoek in.
MARINEBERICHTEN.
W. Obbea. t
Te Meran overleed op 52-jarigen leeftijd de
heer W. Obbee, oud-hoofdofficier van admini
stratie der Kon. Marine.
Hr. Ms. „Java".
Hr. kruiser „Java" wordt 1 Moi te Vlis
singen in dienst gesteld orwier bevel van
kapitein ter zee L. J. Quant.
Hr. Ms. mijnenllegger van Meerlant, on
dier bevel van luitenant ter zee le kl. A.
C. Wëkerlin, is van Hellevoetsluis naar
Vlissingen teruggekeerd.
Hr. Ms. „Hydra".
Hr. Ms. mijnenlegger Hydra, onder bevel van
luit. ter zee le kl. F. B. van Moorse), zal deze
week te Hellevoetsluis arriveeren voor opne
mingen vin mijnenvelden.
Bij Kon. besluit Is aan vice-admiraal J. H.
Zeeman vergunning verleend tot ihet aannemen
en dragen der versierselen van het Grootkruis
der Zwaardorde van Zweden.
De eerg.-kok A. J. Storm weidt aangewezen
voor uitzending naar O.-I. in. Maart a.e.; aan
wijzing van den eerg.-kok H. J„ Neuveglise
is ingetrokken.
De buitengewoon adelborst M.-B. zeewaar
nemer N. L. Verdonk wordt 15 Jan. overge
plaatst van Wachtschip Willemsoord naar de
Kooij.
26 Jan.serg.-vlgtmr. D. Sdhraa van de Koolj
naar de Marine-kazerne te Amsterdam ten
einde tegenwoordig te zijn 'bij den aanbouw
van Marine-vliegtuigen aan de Ned*. vliegt.-
fabriek Fokker.
16 Maart: serg.-torpedist J. Kater van Mar.-
kaz. Amsterdam naar van Meerlant.
23 Maart: bootsman W. P. de Fouw van v.
Meerlant naar Wachtschip Vlissingen.
0 Febr.': serg.-machinist A. Jl Opmeer van
Z 8 naar Gelderland.
De navolgende onderofficieren worden den
9en 'Februari a.s. bij indienststelling bij de
Marine-kazerne te Willemsoord geplaatst:
Opperechipper JL v. Sluys van Wachtschip
Willemsoord; bootsman H. van Buren van
id.; id. L. L. Verhage van ld.; id. A. v. d.
Weijden van v. Speijk; konstabel-maj. C. Wit,
serg.-ikonst. P. Sohreura, C. W. Brouwer,
serg.-timmerman P. Vis en serg.-bott, C. J.
Reynbout van Wachtschip Willemsoord; eerg.-
bott. W. F. Huivenaar van O.zeedJcazerne;
serg.-8chrijver P. J. de Lengte, L. Goedhart
en C. B. Brouwer van Wachtschip Willemsoord
2e Febr.: serg.-konst. M. A. Dons van Wacht
schip Willemsoord geplaatst bij de zwemin
richting.
16 Febr.: serg.-konst. M. G. van der Lans
van Wachtschip Willemsoord naar de Mok.
2 Maart: bootsman HL J. Bierman van de
Mok naar Schorpioen.
2 Febr.: serg-schrijver A. Schoe van Wacht
schip Willemsoord naar O.zeedJcaz.
De bootsman R. Cl van den Bosch van
M.K.W. Leiden wordt van 26 Jan. tot 16 Febr.
gedetacheerd aan boord Wachtschip te Wil
lemsoord en de id. A. Jl Levinson van Hr. Ms
Wachtschip te Willemsoord gedurende het
zelfde tijdvak bij de MJL.W. te Leiden.
De serg.-seiner A. Nannings van Gelderland,
G. Bennema van M.K.W. Leiden, A. J. Wolte
ring van Wachtschip Willemsoord, A. W.
Weekhout en J. Labruyere van Wachtschip
Misingen worden van 6 Febr. tot en met 6
Maart a~s. gedetacheerd in de Marinekazerne
te Amsterdam tot het volgen van een cursus
bij den Radiodienst aldaar.
De serg.-seiner M. Kuiper van O.zeed.kea.
wordt 6 Febr. gedetacheerd bij de MJL.W. te
Leiden.
008T-INDIE.
Geplaatst: bij bet dep. van marine, de kap.-
luit. ter zee B. Jl Heilbron, aan boord Hr. Ms.
Van Gogh de luit. ter zee 2e kl. A. C. H. Kuijk
(beiden verwacht uit Ned.).
Overgeplaatst: van Hr. Ms. Van Gogh naar
de m&r.-kazerne Oedjong. de luit. ter zee 2e
kl. F. Pinke.
Vergund om naar Ned. terug te keeren aan
den kap.-luit. ter zee J. de Graaff, den luit. ter
zee 2e kl. T. K. Baron van Aebeck, den off.
van den MB.D. 2e kl. M. Deutekom en den off.
van adm. C. Kerkmeijer.
Zaterdagavond deed een bewoner van
de Tuinstraat aangifte, dat van het rij
wiel van zijn patroon hetbelastingplaatje I
was ontvreemd.
(Bevestig dus uw plaatje goed aan uw
rijwiel. Red.)
Zondagavond werd door twee agenten
in de Jonkerstraat terzake openbare
dronkenschap een marineschepeling over
gebracht naar het bureau Zuidstraat. Zij
werden daarin door een ander marine
schepeling zóó gehinderd, dat zij gebruik
moesten maken van hun sabel.
Gisterenavond werd door een vrouw
kennis gegeven, dat er op de Achtergr.
W.Z. een man stond, die tegenover haar
openbare schennis der eerbaarheid had
gepleegd.
Een agent begaf zich onmiddellijk naar
de aangegeven plaats. De man had zich
echter ondertusschen verwijderd.
Gisterenavond werd door een bewoonster
van de 2de Vroonstraat kennis gegeven,
dat zij achter haar woning een man had
gezien. Door een agent, die direct op
onderzoek uitging, werd in een achter
de woning loopende steeg een man aange
troffen. De man verklaarde omgang te
hebben met een aldaar wonende vrouw.
Vermoedelijk echter hield hij zich daar
met minder goede bedoelingen op.
TELEGRAFISCH WEERBERICHT
naar waarnemingen verricht m den
morgen van 20 Januari.
Medegedeeld door het Kon. Nederlandsch
Meteorologisch Instituut te De Bilt.
Hoogste stand 786.2 te Kopenhagen.
Laagste stand' 786,3 te Isafjord.
Verwachting:
Zwakke tot matige Oostelijke tot Zuide
lijke wind, nevelig tot zwaar of halfbe-
wolkt, weinig of geen neerslag, aanvanke
lijk iets kouder.
LEGERBERICHTEN.
Berekening van jaarwedde, enz.
Vanwege het Dep. van Oorl. zullen aan de
administrateurs van korpsen, enz. kaarten wor
den verstrekt, waarop voor ieder militair, niet
behoorende tot het verlofspersoneel, hoofdelijk
zal worden berekend, welk bedrag hem aan
jaarwedde, toelage eau. op 1 Jlan. 1905 volgens
de op dien datum' in werking tredenden jaar-
wedderegeling zal toekomen.
Indien onverhoopt op het tijdstip, waarop
de jaarwedden over Jan. 1925 moeten worden
uitbetaald, de kaarten bij één of meer korpeen
nog niet mochten zijn ontvangen, dan kunnen
voorschotten aan belanghebbenden worden ver
strekt, en wel voor gehuwden of kostwinners
tot 90 pet. van het bedrag dat op 1 Jan. 1926
zou zijn genoten, wanneer de regeling van vóór
Mei 1924 onveranderd van kracht zou zijn ge
bleven. en voor ongehuwden tot 80 pet. van dat
bedrag: ia beide gevallen verminderd met de
geraamde bedragen voor verplichte kortingen
en naar beneden afgerond tot 10-tallen van
«guldens.
STOOM V A ARTBERICHTEN.
Stoomvaartmaatschappij Nederland.
Celebes, pass. 19 Jan. Pointe de Galle.
Sembilan, vertr. 18 Jan. r. Batavia.
BUliten, uitr., pass. 18 Jan. Gibraltar.
Java, vertr. 18 Jan. v. A'dam
Johan de Witt, vertr. 18 Jan. v. Port Sald.
Karimoen, pass. 18 Jan. Wight.
Koningin der Nederlanden, vertr. 16 Jan. v.
Singapore.
Lombok, arr. 18 Jan. te Londen.
Moena, vertr. 16 Jan. v. Galveeton.
Nias, pa sa. 17 Jan. Perim.
Prins der Nederlanden, arr. 19 Jan. te Port Baid
Prinses Juliana, arr. 18 Jan. te Southampton.
Riouw, arr. 17 Jan. te Londen.
Batjan, arr. 17 Jan. te A'dam.
Krakatau, pass. 17 Jan. Gibraltar.
Manoeran, arr. 17 Jan. te Unnuiden.
Rembrandt, arr. 17 Jan. te A'dam.
Saparoea, arr. 17 Jan. te Genua.
Kon. Ned. Stb. Mij.
Luna, arr. 19 Jian. te A'dam.
Aohillee, vertr. 18 Jan. v. Samos.
Adonis, pass. 16 Jan. Gibraltar.
Berenice, arr. 17 Jan. te Setubal.
Clio, vertr. 18 Jan. v. Napels.
Fauna, arr. 19 Jan. te Hamburg.
Hercules, vertr. 18 Jan. v. Hamburg.
Hennes. arr. 18 Jan. ba GoatantinopaL