GEMENGD NIEUWS <ie advertentie wag een voordrachtsavond aangekondigd, terwijl uit het Verslag in de „Heldersche Courant" volgt, dat het een declamatie-avond betrof, waarop Da Schermerhorn het door hem geschreven bijbel ach drama „De Christustragedie" vertolkte zijns inziens niet kan be schouwd worden als een vermakelijkheid of tooneelvoorstelling; doch al kan worden toegegeven, <jat de voordrachtsavond geen vermakelijkheid is in den zin van het da- gelijksoh spraakgebruik, het' begrip ver makelijkheid in de verordening is uitge breid tot een technisohen term, waaronder in artikel 1 verstaan worden o.a. zang- en muziekuitvoeringen, wedstrijden, tentoon stellingen en Voordrachten. Of zoodanige uitvoeringen een religieus karakter heb ben, of als wetenschappelijke voorlichting zijn bedoeld, zij blijven niettemin verma kelijkheden in den zin der verordening. Waar voorts de gehouden voordrachts avond niet valt onder die vrijstellingen ge noemd in artikel 4 sub a en b der Veror dening tot heffing van belastirft van too- neelvoorstelliingen en andere vermakelijk heden, zijn B. en W. van oordeel, dat de door de afdeellng Helder van „De Dage raad" betaalde belasting te recht is op gelegd. Resumeerende stellen B. en W. voor, aan het adresseerende Bestuur te berich ten, dat het ingevolge de verordening be lastingplichtig was. Ontheffing Bouwverordening. Bij adres aan den Raad verzoekt O. Verfadlle, alhier, ontheffing van het be paalde bij artikel 16, le lid, der Verorde ning op biet bouwen en op de bewoning in deze gemeente ten behoeve van de door hem te bouwen woning, in de Molenstraat No. 47, hoek Biersteeg. De omtrent dit verzoek uitgebrachte ad- vlezen van den wnd. Directeur van Ge meentewerken en die Gezondheidscommis sie zijn mede bij dit verzoek overgelegd. In overeenstemming daarmede stellen B. en W. voor de gevraagde ontheffing te verleenen. De moord op den makelaar Bosch. In den jongsten anoniemen brief aan het adres van een ingezetene te Amsterdam met betrekking tot de verdwijning van den com- missionnair Busch gericht, werd de naam ge noemd van een der metselaars, die bij den thans in voorarrest vertoevenden bouwonder nemer heeft gewerkt Acht dagen na de ontvangst van dien brief is die metselaar in de garage aan den Over- tom gebracht toen was er nog niets gevon den. Hem werd gevraagd te zeggen aan wel ke „put" hij destijds, in October 1916, had gewerkt. De man meende die te kunnen aan wijzen, doch enkele weken daarna, jongst leden Zaterdag, werd het geraamte gevonden onder een andere put. Toen is door de cen trale recherche opgespoord de metselaar, die met den eerstbedoelde in de laatste maanden van 1915 heeft samengewerkt ter inwendige verbouwing van de garage. De verklaringen van den tweeden waren positiever dan van den eerstgehoorde, al ontkende de laatste de mededeelingen van zijn vakgenoot niet. Die getuigenissen komen, in onderling verband, op het volgende neer: De perceelen 23—26 aan den Overtoom werden opgetrokken en afgewerkt onder lei ding van den heer Muylwijk. Tijdens de voortzetting van het „binnenwerk" gebeurde het meermalen, dat eenige bouwvakarbeiders '8 middags van iM. aanzegging kregen, des avonds terug te komen om over te werken. In den namiddag van deni 22sten October 1916, toen beide werklieden naar buis zouden gaan, gaf M. hun opdracht 's avonds voor het afdekken van het achterste gedeelte van den vloer, d. L aan den buitenmuur, waar twee groote „putten" moesten komen voor den waterafvoer, terug te komen. Dat deden ze, zij waren omstreeks acht uur, half negen, weer in de garage en von den, aan het nog niet bevloerde gedeelte van de werkplaats, den heer Muylwijk reeds aan het metselen. Hij deed zeer geagiteerd, had een linnen lap om een zijner handen en zei, op de vraag van een der twee werklieden waarom dat was: dat hij de hand had gekneld. Hij metselde aan een klein baksteenen muurtje, dat reeds bijna gereed' was toen de arbeiders verschenen .althans reeds geheel uitstak boven de gestorte aarde en puin. Het werd opgetrokken in den grond naast een ijzeren loozihgsbuis. De heer M. werkte In zijne hemdsmouwen, de manchetten vielen hem soms tot over de handen. De ruimte naast dat muurtje was opgevuld met puin en zand, zoodat de werklieden, zonder het min ste vermoeden, onder toezicht van M. en m t zijne assistentie, den betonnen plaat hebben gegoten, waarin het afvoerrooster werd aan gebracht. Blijkbaar was de bedoeling van het metselen van het muurtje van nauwelijks een halven meter lang en hoog, om te voorko men, dat later, bij eventueele reparaties aan de waterloozing, zou worden1 gegraven op de plaats waar de kist stond; bij het stuiten O] een muur is het in reparatie gevallen niet gewoonte verder te gaan. Het muurtje, dat buiten dit deel tot niets diende, doch de kist met haar inhoud „be schermde", bleek, toen vakmenschen het thans beschouwden, buitengewoon haastig te zijn gemetseld, het was niet behoorlijk gece menteerd. Oók de betonplaat, op die plaats gelegd, vertoont de sporen van buitengewoon gehaast werk. Nadat alles, na hoogstens twee uur arbeid, gereed was, heeft M. de werklieden uitgela ten. Van de verdwijning van den oommission-' nair Busch was toen nog niets bekend, want eerst den daaropvolgenden dag, op 28 Octo ber 1915, des middags omstreeks twaalf uur, heeft de heer Lichtle in het bureau Pieter Aertszstraat aangifte van de verdwijning van zijn handelsvriend gedaan. Een der beide bouwvakarbeiders, in den loop der daarop volgende week van de ver dwijning hebbende gelezen, heeft voor den wchter-commissaris verklaard daarna In per ceel Overtoom 26 tot djn makker te gezegd: „Stel nu eens, dat Busch dèèr onder ligtl" Daarna wijzende op de plek, die zij dien Vrijdagavond hadden „gedicht". C3bL"). Muylwijk bekend. Na een langdurig verhoor heeft de bouwondernemer bekend den moord op den makelaar Busoh te hebben gepleegd. Een smokkelschlp. Aan accijns 108.000 ontdoken. Dezer dagen is een werkman op het kantoor van den hoofdinspecteur van de invoerrechten en accijnzen in de Bobmpjes te Rotterdam komen vertellen, dat er in de haven op groote schaal met suiker gesmokkeld werd. De man was een der genen, die bij de lading van deze suiker werkzaam was, en kreeg daarvoor bóven het gewone daggeld van f 12 tot f 15 daags uitbetaald. Toen hij van den met de uitbetaling belasten persoon naar zijn meening te weinig ontving en op zijn reclame geen voldoening kreeg, liep hij naar het belastingkantoor oin de ambte naren in te lichten. Op verzoek van de hoofdinspectie der invoerrechten en accijnzen heeft de re cherche van het hoofdbureau van politie zich daarop met een onderzoek belast, waarbij het volgende aan het licht is gekomen. In den loop van verleden jaar is op gericht de naamlooze vennootschap de Willemina, directeur H. van K., een te Rotterdam gevestigd expediteur. De be zitting van de naamlooze vennootschap bestaat uit den motorlichter Willemina. Deel van de vennootschap maakt uit een te Hamburg gevestigde flritna, die suiker leverde uit Duitschland, welke suiker over Rotterdam in transito verkeer weer naar Duitschland moest ver voerd worden. Uit een zeeschip werd na aankomst te Rotterdam de suiker in de Willemina overgeladen; deze motorlichter werd ambtelijk verzegeld, en daarna werd ver lof tot expeditie gegeven, zoodat schipper Van U. met zijn motorlichter de reis kon aanvaarden. Accijns hoefde van deze suiker niet betaald te worden. De ambtenaren van de belasting wisten evenwel niet, dat de Willemina ingericht was als smokkelschip, en dat de zegel- pennen, die bij de verzegeling om de luiken gaan, zoo ingericht waren, dat zij uit elkaar genomen konden worden zonder de douanesluiting te verbreken, en dat vervolgens ook de luiken konden wegge nomen worden. Waren de ambtenaren vertrokken, dan stevende schipper Van U. met de Wille mina naar een punt in do haven, waar met bekwamen spoed de 1 uiken geopend, de balen suiker gelost en door balen zout vervangen werden. Voor deze balen zout zorgde dezelfde Hamburgsche firma. In plaats van suiker werd zout naar Duitschland vervoerd. Reclames kwamen er natuurlijk nimmer, want alles bleef in één hand. De geloste suikt>r, waarop per baal f 27 aan accijns werd gesmokkeld, ging het binnenland in. Zevenmaal heeft de motorlichter Wille mina op deze wijze zout in plaats van suiker naar Duitschland vervoerd. Er zijn 4000 zakken met suiker gesmokkeld, waardoor het rijk voor f 108.000 is bena deeld. Dit is geschied tusschen begin October en einde December van het vorige jaar. Toen ontving de hoofdinspectie van de invoerrechten en accijnzen de waar schuwing, en werd aan dc recherche van het hoofdbureau een onderzoek opge dragen. Op 6 Januari werd op 750 zakken suiker beslag geleg^ bfj een zeer goed bekend staande firma te Rotterdam, doch reeds den volgenden dag werd dit beslag opgeheven, omdat bleek, dat de firma geheel te goeder trouw was en de suiker reeds uit de vierde hand had. De recherche had inmiddels ook het smokkelschip gevonden, dat in de Scheep makershaven lag, en waar men aan boord juist 550 zakken suiker moest inladen, voor de achtste reis. Op deze suiker werd voorloopig beslag gelegd en ook op het smokkelschip Wil/emina, dat naar de Entrepothaven is gebracht, waar het onder beheer ligt van den ontvanger der belastingen. Daar de expediteur-directeur H. van K. geen directe borgstelling bij de be lastingen heeft, zal, naar wij vernemen, een firma uit de Westerstraat, die borg voor hem bleef, door de belastingen wor den aangesproken. De schipbreuk van de „Mercurius". Op den achtsten dezer maand seinde Reuter het sombere bericht, dat het s.s. „Mercurius" van de Kon. Nederlandsche Stoomboot Maatschappij bij Gibraltar op een rif was geloopen. Later volgden, druppelsgewijs, mededeelingen, dat de bemanning het schip had verlaten, dat de lading gedeeltelijk was verloren, en ten slotte, dat de „Mercurius" door midden was gebroken. De bemanning is, behalve kapitein Schaap, die voor de regeling van zaken nog in Gibraltar is gebleven, per sa „Rembrandt" van de „Nederland" terug gekeerd. Dit vaartuig is, na door den mist ongeveer twaalf uur vertraging te hebben gehad, Zaterdagmiddag vijf uur te Uanmden binnengeloopen. Een verslaggever van het HhL was in de gelegenheid met eenige der opvaren den van de verloren „Mercurius" een on derhoud te hebben. Ziehier wat hij hoorde: De Mercurius", een vrachtboot, was, met een lading o.a. bestaande uit sinaas appelen, wijn en suiker op weg van Va- lencia naar Amsterdam. Op den dag van het ongeluk werd Gibraltar te vier uur in den namiddag gepasseerd. Twintig minu ten later stootte het schip plotseling 'he vig en onmiddellijk daarna lag het stil. Het moest zijn vast geloopen. Alle pogin gen om weer los te komen faalden. De machines werkten achteruit, maar het bleek vruchteloos, het vaartuig zat on wrikbaar vast op de Peiarlrots, welk ten Westen van Gibraltar haft. Het weer, zoo vertelde men ons verder, was wel niet schitteren, maar toch rede lijk wel. Het stormde niet en het was vrij helder. Het rif, waarop het vaartuig stootte, is op de kaart aangegeven. Ver moedelijk is het schip door den storm uit den koers geraakt. Spoedig na het vastloopen maakte het vaartuig slagzij naar bakboord. De ruimen 1 en 2 maakten water, zoodat viel op te maken, dat het schip lék was gestooten. Het voorschip was over het rif heenge- schoven en zat, naar het scheen, vast, on geveer midscheeps, vóór de machine kamer. Op die plaats is het ook gaan scheuren. t Met behulp van morse-seinen werd een passeeremd passagi erssschip gewaar schuwd'. Dit vaartuig stelde, per radio, Gibraltar van de situatie op de hoogte. Na eenigen tyd kwam een sleepboot uit Gibraltar. Direct gevaar was er toen nog niet en de officieren, na onderling overleg te heb ben gepleegd, achtten het niet onmogelijk, het schip nog vlot te krijgen. Ten einde het wat hooger op het water te krijgen en de slagzij te doen verdwijnen, werden tachtig vaten wijn overboord gegooid. Het resultaat van deze handeling was echter niet groot. Het schip bleef vastzitten. In den loop van den avond werd de situatie ernstiger. Hooge zeeën kwamen opzetten. Ook in de bunkers liep nu water, zoodat gevaar ontstond, dat het koude water bij de ketels zou komen. Om onhei len te voorkomen, werden de vuren ge trokken. Kans om met eigen kracht los te komen was er nu in geen geval meer. Noodseinen werden gegeven. Het bleek dat het Deen- sche bergingsvaartulg „Freya" in de buurt was. Dit poogde onmiddellijk te hulp te komen, doch het slaagde daarin niet en gaf met morseseinen bericht, dat wegens de hooge zeeën de „Mercurius" niet was te naderen. Zoo ging de nacht in spanning voorbij. Den volgenden morgen was de zee wat kalmer. De „Freya" was in de buurt ge bleven en met behulp van de reddingboot van dit schip en met de eigen redding booten kon de bemanning de „Mercurius" verlaten en naar Gibraltar oversteken, daar het te gevaarlijk werd geacht aan boord te blijven. De officieren vonden onderkomen in een hotel, de bemanning in het Zeemans huis. Hoewel de zee iets kalmer was, was de toestand toch nog niet zogdanig, dat de „Mercurius" dadelijk kon worden gena derd om de lading te lossen. Twee dagen later werd een poging gedaan om nog een deel van den wijn en sinaasappelen ln veiligheid te brengen. Het bleek echter, dat een groot deel van de lading was ver loren, misschien door den storm over boord geslagen, maar wellicht hebben zee schuimers een bezoek aan het wrak ge bracht en zich een en ander toegeëigend. Van de particuliere bezittingen der be manning was niet veel meer over. Inmiddels was het schip voor de brug middendoor gescheurd en spoedig daarna is het geheel door midden gebroken. Van de beide helften van het wrak stak niet veel meer boven water. De .Rembrandt", welke op weg was van Batavia naar Amsterdam, en eenige dagen na het ongeval Gibraltar zou pas- seeren, had radiografisch order gekregen de Britsche haven aan te doen om de 27 schipbreukelingen op te nemen. Aan dit bevel is gevolg gegeven ien, als gezegd, Zaterdagavond zijn de zee lieden behouden in het vaderland terug gekeerd. Ernstig ongeluk. Vrijdagmiddag is, naar het Hsgz. meldt, te Nieuwkujjk een ernstig ongettik ge beurd. Eeni jongen liet in de schuur van den landbouwer Verreijt een geladen ge weer uit een rek vallen, met het gevolg dat het schot afging en Verreijt, die ter plaatse was, de volle lading in zijn borst kreeg. De man was op slag dood. Hij was weduwnaar en vader van 6 kinderen. Met den burgemeester op het bruggetje. Een incident op Marken. Een 21-jarige reserve-tweede-luitenant van het 2e regiment infanterie G. V., was door den krijgsraad te 's-Hertogenbosch veroordeeld tot 1 boete wegens het niet voldoen aan een bevel van den burge meester van Marken om zich van een brug op het eilandje te verwijderen in verband met het verkeer ter plaatse. Hij stond Vrijdag voor het Hoog Mliitair Gerechts hof in hooger beroep terecht. feekl. was Zondag 8 Augustus 1.1. met een gezelschap van ongeveer 15 personen op Marken geweest Men heeft toen ge zamenlijk op een bruggetje gestaan. Iemand passeerde het gezelschap op de brug, waarbij deze persoon zich vol gens bekL niet al te beleefd gedroeg tegenover de dames. Een» der dames maak te daar dan ook een opmerking over. De betrokkene zeide toen, dat hij die burge meester was en dat h^J gelastte, dat men de brug vrij1 liet voor het verkeer. Bekl. trad, waar ook zijn zuster door den per soon, di. zJ. niet den indruk maakte bur gemeester te zijn, onbeleefd was behan deld, naar voren en verzocht hem, zich te legftimeeren. De burgemeester deed' dat niet, maar drukte bekL van de brug af. De burgemeester, als getuige gehoord, verklaarde, dat het verkeer door het blij ven staan van het gezelschap op de brug, belemmerd werd. Hij heeft den dames en heeren daarom vriendelijk verzocht zich te verwijderen. Toen inplaats van, dat men hieraan gehoor gaf, een opmerking werd gemaakt, zeidie getuige, dat hjj de burge meester was en dlat hij gelastte, dat men doorliep. Hierop trad bekl. naar voren en verzocht hem zich te legitimeeren. Ge tuige heeft beklaagde toen met de handen van de brug afgeduwd. Een andere getuige, die ln'bekl/a ge zelschap was geweest, bevestigde ia hoofd zaak de verklaringen' van den getuige. Volgens dezen getuige zou een gewone agent te Amsterdam beleefder opgetreden zijn dan deze burgemeester. Men had dan ook niet den indruk gekregen, dat men werkelijk met een burgemeester te doen bad. De uitspraak volgt later. Brandstichting. In een pension in de Amalia van Solmstraat te den Haag werd Vrijdag avond omstreeks 8 uur door een Indische familie daar ais pensiongasten vertoe vend, thuiskomend brand ontdekt. De vlammen kwamen uit de keuken, die ech ter op slot bleek te zijn. De pensionhoudster, een 40-jarige we-; duwe, was afwezig. Toen men de keuken deur met een toevallig passenden sleutel opende, bleek het vuur het houtwerk reeds te hebben aangetast. Daar men in de keuken bussen met pe troleum aantrof, en hout en turf in petro leum gedrenkt, dacht men dadelijk aan brandstichting en waarschuwde de politie. Inmiddels hadden de pensiongasten het vuur reeds weten te dooven, zoodat de aangerichte schade niet groot was. De politie verscheen spoedig ter plaatse en stelde een nader onderzoek in. Niet' alleen in de keuken, ook op andere plaatsen werden bussen, met petroleum gevuld, aangetroffen, zoodat het opzet tot brandstichting wel duidelijk aanwezig was. Tegen 11 uur 's avonds kwam eindelijk de pensionhoudster aanzetten, die heel verbaasd deed toen zij hoorde, wat er voorgevallen was. Na een langdurig en scherp verhoor bekende zij den brand gesticht te hebben. Zij had aldus gehandeld omdat zij in fi- nancieele moeilijkheden verkeerde. I>e inboedel was niet hoog verzekerd, terwijl; het huis niet haar eigendom was. Een zoon. Zaterdagmorgen is voor den Officier van Justitie te Tiel geleid een werklooze aldaar, die zijn 63-jarige blinde moeder' heeft bedreigd! met een broodmes onder, den uitroep: „Ik maak je kapot". Daar hij erkend heeft de bedoeling zijn moeder uit den weg te ruimen werkelijk te hebben gehad en vrees voor een nieuwe geweld-; pleging ten opzichte van zijn moeder en zuster bestaat, heeft de politie hem aan de justitie overgeleverd. Melkvervalsching. Voor het kantongerecht te Purmerend stond terecht een veehouder uit de ge meente lip endjam, beschuldigd van melk vervalsching. In melk welke hij als volle melk afle verde, werd door den Keuringsdienst voor waren te Amsterdam 14 water bevon den. De beklaagde bekende en voerde aan dlat hij wegens ongunstige financieele om standigheden water bij de melk had ge voegd. Voor deze opzettelijke melkver-j vaisching werd hij veroordeeld tot 150! boete of 20 dagen hechtenis. Voor een soortgelijk geval werd een veehouder te Wijdewormer tot dezelfde straf veroordeeld. Uit het Politie-rapport Zaterdag verzochten een tweetal be woners van de Laan toezicht op hun woning, omdat in de afgeloopen week was getracht hun woning binnen te dringen, hetgeen ze bemerkt hadden aan het slot op de deur. Een dochtertje van één van de bewoners, dat te bed lag, deelde mee, dat er een man in de gangj was geweest, die op haar komst het huis had verlaten. De politie stelt een onderzoek in. MARINEBERICHTEN. W. Obbea. t Te Meran overleed op 52-jarigen leeftijd de heer W. Obbee, oud-hoofdofficier van admini stratie der Kon. Marine. Hr. Ms. „Java". Hr. kruiser „Java" wordt 1 Moi te Vlis singen in dienst gesteld orwier bevel van kapitein ter zee L. J. Quant. Hr. Ms. mijnenllegger van Meerlant, on dier bevel van luitenant ter zee le kl. A. C. Wëkerlin, is van Hellevoetsluis naar Vlissingen teruggekeerd. Hr. Ms. „Hydra". Hr. Ms. mijnenlegger Hydra, onder bevel van luit. ter zee le kl. F. B. van Moorse), zal deze week te Hellevoetsluis arriveeren voor opne mingen vin mijnenvelden. Bij Kon. besluit Is aan vice-admiraal J. H. Zeeman vergunning verleend tot ihet aannemen en dragen der versierselen van het Grootkruis der Zwaardorde van Zweden. De eerg.-kok A. J. Storm weidt aangewezen voor uitzending naar O.-I. in. Maart a.e.; aan wijzing van den eerg.-kok H. J„ Neuveglise is ingetrokken. De buitengewoon adelborst M.-B. zeewaar nemer N. L. Verdonk wordt 15 Jan. overge plaatst van Wachtschip Willemsoord naar de Kooij. 26 Jan.serg.-vlgtmr. D. Sdhraa van de Koolj naar de Marine-kazerne te Amsterdam ten einde tegenwoordig te zijn 'bij den aanbouw van Marine-vliegtuigen aan de Ned*. vliegt.- fabriek Fokker. 16 Maart: serg.-torpedist J. Kater van Mar.- kaz. Amsterdam naar van Meerlant. 23 Maart: bootsman W. P. de Fouw van v. Meerlant naar Wachtschip Vlissingen. 0 Febr.': serg.-machinist A. Jl Opmeer van Z 8 naar Gelderland. De navolgende onderofficieren worden den 9en 'Februari a.s. bij indienststelling bij de Marine-kazerne te Willemsoord geplaatst: Opperechipper JL v. Sluys van Wachtschip Willemsoord; bootsman H. van Buren van id.; id. L. L. Verhage van ld.; id. A. v. d. Weijden van v. Speijk; konstabel-maj. C. Wit, serg.-ikonst. P. Sohreura, C. W. Brouwer, serg.-timmerman P. Vis en serg.-bott, C. J. Reynbout van Wachtschip Willemsoord; eerg.- bott. W. F. Huivenaar van O.zeedJcazerne; serg.-8chrijver P. J. de Lengte, L. Goedhart en C. B. Brouwer van Wachtschip Willemsoord 2e Febr.: serg.-konst. M. A. Dons van Wacht schip Willemsoord geplaatst bij de zwemin richting. 16 Febr.: serg.-konst. M. G. van der Lans van Wachtschip Willemsoord naar de Mok. 2 Maart: bootsman HL J. Bierman van de Mok naar Schorpioen. 2 Febr.: serg-schrijver A. Schoe van Wacht schip Willemsoord naar O.zeedJcaz. De bootsman R. Cl van den Bosch van M.K.W. Leiden wordt van 26 Jan. tot 16 Febr. gedetacheerd aan boord Wachtschip te Wil lemsoord en de id. A. Jl Levinson van Hr. Ms Wachtschip te Willemsoord gedurende het zelfde tijdvak bij de MJL.W. te Leiden. De serg.-seiner A. Nannings van Gelderland, G. Bennema van M.K.W. Leiden, A. J. Wolte ring van Wachtschip Willemsoord, A. W. Weekhout en J. Labruyere van Wachtschip Misingen worden van 6 Febr. tot en met 6 Maart a~s. gedetacheerd in de Marinekazerne te Amsterdam tot het volgen van een cursus bij den Radiodienst aldaar. De serg.-seiner M. Kuiper van O.zeed.kea. wordt 6 Febr. gedetacheerd bij de MJL.W. te Leiden. 008T-INDIE. Geplaatst: bij bet dep. van marine, de kap.- luit. ter zee B. Jl Heilbron, aan boord Hr. Ms. Van Gogh de luit. ter zee 2e kl. A. C. H. Kuijk (beiden verwacht uit Ned.). Overgeplaatst: van Hr. Ms. Van Gogh naar de m&r.-kazerne Oedjong. de luit. ter zee 2e kl. F. Pinke. Vergund om naar Ned. terug te keeren aan den kap.-luit. ter zee J. de Graaff, den luit. ter zee 2e kl. T. K. Baron van Aebeck, den off. van den MB.D. 2e kl. M. Deutekom en den off. van adm. C. Kerkmeijer. Zaterdagavond deed een bewoner van de Tuinstraat aangifte, dat van het rij wiel van zijn patroon hetbelastingplaatje I was ontvreemd. (Bevestig dus uw plaatje goed aan uw rijwiel. Red.) Zondagavond werd door twee agenten in de Jonkerstraat terzake openbare dronkenschap een marineschepeling over gebracht naar het bureau Zuidstraat. Zij werden daarin door een ander marine schepeling zóó gehinderd, dat zij gebruik moesten maken van hun sabel. Gisterenavond werd door een vrouw kennis gegeven, dat er op de Achtergr. W.Z. een man stond, die tegenover haar openbare schennis der eerbaarheid had gepleegd. Een agent begaf zich onmiddellijk naar de aangegeven plaats. De man had zich echter ondertusschen verwijderd. Gisterenavond werd door een bewoonster van de 2de Vroonstraat kennis gegeven, dat zij achter haar woning een man had gezien. Door een agent, die direct op onderzoek uitging, werd in een achter de woning loopende steeg een man aange troffen. De man verklaarde omgang te hebben met een aldaar wonende vrouw. Vermoedelijk echter hield hij zich daar met minder goede bedoelingen op. TELEGRAFISCH WEERBERICHT naar waarnemingen verricht m den morgen van 20 Januari. Medegedeeld door het Kon. Nederlandsch Meteorologisch Instituut te De Bilt. Hoogste stand 786.2 te Kopenhagen. Laagste stand' 786,3 te Isafjord. Verwachting: Zwakke tot matige Oostelijke tot Zuide lijke wind, nevelig tot zwaar of halfbe- wolkt, weinig of geen neerslag, aanvanke lijk iets kouder. LEGERBERICHTEN. Berekening van jaarwedde, enz. Vanwege het Dep. van Oorl. zullen aan de administrateurs van korpsen, enz. kaarten wor den verstrekt, waarop voor ieder militair, niet behoorende tot het verlofspersoneel, hoofdelijk zal worden berekend, welk bedrag hem aan jaarwedde, toelage eau. op 1 Jlan. 1905 volgens de op dien datum' in werking tredenden jaar- wedderegeling zal toekomen. Indien onverhoopt op het tijdstip, waarop de jaarwedden over Jan. 1925 moeten worden uitbetaald, de kaarten bij één of meer korpeen nog niet mochten zijn ontvangen, dan kunnen voorschotten aan belanghebbenden worden ver strekt, en wel voor gehuwden of kostwinners tot 90 pet. van het bedrag dat op 1 Jan. 1926 zou zijn genoten, wanneer de regeling van vóór Mei 1924 onveranderd van kracht zou zijn ge bleven. en voor ongehuwden tot 80 pet. van dat bedrag: ia beide gevallen verminderd met de geraamde bedragen voor verplichte kortingen en naar beneden afgerond tot 10-tallen van «guldens. STOOM V A ARTBERICHTEN. Stoomvaartmaatschappij Nederland. Celebes, pass. 19 Jan. Pointe de Galle. Sembilan, vertr. 18 Jan. r. Batavia. BUliten, uitr., pass. 18 Jan. Gibraltar. Java, vertr. 18 Jan. v. A'dam Johan de Witt, vertr. 18 Jan. v. Port Sald. Karimoen, pass. 18 Jan. Wight. Koningin der Nederlanden, vertr. 16 Jan. v. Singapore. Lombok, arr. 18 Jan. te Londen. Moena, vertr. 16 Jan. v. Galveeton. Nias, pa sa. 17 Jan. Perim. Prins der Nederlanden, arr. 19 Jan. te Port Baid Prinses Juliana, arr. 18 Jan. te Southampton. Riouw, arr. 17 Jan. te Londen. Batjan, arr. 17 Jan. te A'dam. Krakatau, pass. 17 Jan. Gibraltar. Manoeran, arr. 17 Jan. te Unnuiden. Rembrandt, arr. 17 Jan. te A'dam. Saparoea, arr. 17 Jan. te Genua. Kon. Ned. Stb. Mij. Luna, arr. 19 Jian. te A'dam. Aohillee, vertr. 18 Jan. v. Samos. Adonis, pass. 16 Jan. Gibraltar. Berenice, arr. 17 Jan. te Setubal. Clio, vertr. 18 Jan. v. Napels. Fauna, arr. 19 Jan. te Hamburg. Hercules, vertr. 18 Jan. v. Hamburg. Hennes. arr. 18 Jan. ba GoatantinopaL

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 20