t
WAT DE KEURIS
C. DE BOER JR.,
Tegen slapeloosheid, Overspanning, Gejaagdheid, Prikkelbaarheid en Examenvrees
gebruikt men de Zenuwstlllende en Zenuwsterkende Mijnhardt's Zenuwtabletten
VOOR EDELE METALEN
IS DIT MONOGRAM
VOOR UW DRUKWERK
Ingasonden mededeellng.
De paedologie heeft zich eerst bepaald
tot de Btudie van het pas geboren kind.
Er verscheen in 1900 in Amerika een boek
van Stanley Hall onder den naam „Adol-
lescentie". Dat beteekent „aankomend".
Er waren twee oorzaken die aanleiding
gaven om wat meer studie van deze leeftijd
te maken. De eerste was „de wetenschap",
de tweede „de wereldoorlog'
Door den oorlog is men zich bewust
geworden dat men dezen leeftijd te veel
verwaarloosd had. Men weet dat in het
begin van den oorlog veel schandalen in
België plaats hadden.
Dit werd eerst door Duitsche professoren
tegen gesproken. De onderwijzers zeiden
ook„het kan niet waar zijn", want wij
hebben deze kinderen op school gehad.
Doch twee jaar daarna kwam men tot de
erkenning, dat het wel waar was. En men
voelde toen, dat het verzuim in de opvoe
ding groot was. Wel had men de kinderen
acht jaar op school gehad, doch daarna
had men de opvoeding verwaarloosd.
De periode van de rijpere jeugd wordt
ook genoemd de puberteitsperiode. Daar
mede wordt bedoeld het tijdperk, waarop
de geslachtsorganen van den mensch rijp
worden. Het kind is nog een geslachtsloos
wezen, maar op een gegeven oogenblik
wordt het kind geslachtelijk rijp.
Het woord puberteit wordt verschillend
gebruikt. Men gebruikt het als aanduiding
van die overgang zelf en men gebruikt
het ook .voor de jaren die op die over
gang volgen eh ook wel de voorperiode.
Dit overgangstijdperk heeft bij de
vrouw twee jaar eerder plaats dan bij den
man. De natuur heeft dat zoo gewild.
Niet de cultuur, want een vrouw
van 16 of 17 jaar is voor de tegenwoordige
maatschappij nog niet klaar.
De jongens zijn eenige jaren later klaar.
De eerste overgangsjaren zijn de z.g.
vlegeljaren. Dat zijn de jaren van uit
bundigheid, die bij den jongen soms tot
op 24 of 26 jarigen leeftijd duren.
Rousseau noemt deze puberteitsover-
gang de 2e geboorte. In den aanhef van
zijn boek zegt hij„Wij menschen worden
tweemaal geboren. Een keer als mensch
en den tweeden keer voor de sekse".
Die term 2e geboorte is zeer belangrijk.
De puberteitsperiode is zoo moeilijk
en zoo ingewikkeld dat ze onder bepaald
gezichtspunt geplaatst moet worden. Spr.
plaatst ze onder het gezichtspunt van
Rousseau„Het is een tweede geboorte".
In het leven van ieder mensch zijn
twee oogenblikken waarin de mensch in
gansch anderen toestand komt n.1. bij de
geboorte en den dood. Daar tusschen in
ligt de periode van de puberteit, waar
door men wel niet zoo gauw, doch soms
in enkele weken of maanden, een geheel
ander persoon wordt.
Er is een groote evenwijdigheid tusschen
het lichamelijke en het geestelijke.
In de wetenschap beschouwt men de
lengte groei het beste middel om zich een
duidelijk beeld te vormen van den ont
wikkeling van den mensch.
We zullen daarom steeds met het
lichamelijke beginnen om vandaar uit,
met het geestelijke aan te vangen. Om
dat er 'gelijkenis is kunnen we ons de
geestelijke verse. duidelijk maken
wanneer we eerst de lichamelijke ver
schillen zien.
Spr. heeft een beeld van den lichame-
lijken groei van den mensch en toont daarin
het groote verschil aan tusschen het kind
en de volwassene. Het hoofd van het
kind is b.v. tweemaal zoo groot als het
hoofd van den volwassene en alle ver
houdingen zijn geheel verschillend. Zeer
sterk komt dat ook uifbij den schedel,
oogen, neus en ooren zijn veel grooter.
Ook van binnen is het kind anders dan
de vqjwassene. De verhoudingen en
samenstellingen zijn alle anders.
De hersenen zijn bij den mensch op
negen of tienjarige leeftijd reeds vol
groeid. Het lichaam wordt twintig maal
grooter, het hart twaalf en half maal, de
lever elf maal, de hersenen vier maal,
de spiermassa's acht en veertig maal, enz.
Dit is dus het lichamelijk verschil
tusschen het kind en den volwassene op
twee of drie-entwintigjarigen leeftijd.
We constateereu dus, dat we het recht
hebben, te zeggen de puberteitsleeftijd
is een tweede geboorte. Dan wordt het
kind als mensch geboren.
Kousseau spreekt dan ook van volwas
sen kinderen. Daarna sterft het kind en
krijgen we de kindsheid van den mensch.
We kunnen tusschen die eerste en tweede
kindsheid vergelijkingen maken.
Wanneer het kind geboren wordt, is
het negen maanden oud. De eerste
maanden is de groeisnelheid verbazend.
De laatste drie maanden gaat dat echter
heel langzaam.
Deze groeisnelheid is in de eerste
maanden zoo sterk, dat wanneer het kind
zoo door zou groeien, het in ander huil
jaar volwassen zou zijn. Tot drie jaar
groeit het kind nog tamelijk snel, dan
wordt het echter minder en op zeven-
arigen leeftijd is het kind volwassen
ilnd.
Zoo ook gaat het met de puberteits-
leeftijd, dan is ook die plotselinge groei
daar. Bij het meisje gaat dit vlugger dan
bij den jongen. Zij is aan ook veel vlugger
volwassen, lichamelijk en geestelijk, dan
de jongen. Doch de jongen haalt haar
spoedig in en groeit haar dan weerover
het hoofd.
Deze liohamelijke groei is een beeld
van het geestelijke. Het is ons niet om
het lichamelijke te doen, maar om het
geestelijke. Wanneer we daartoe overgaan
nemen we bet recht om gebruik te maken
van vergelijkingen.
We worpen dus eerst een blik op de
eerste kindsheid. Een mensch heeft nooit
zooveel te doen dan in de eerste Jaren
van zijn leven, omdat hij zichzelf dan nog
niet bewust van zijn bestaan en zich nu
bewust nvon worden.
Het kind heeft oogen maar kan niet
zien en ooren maar nog niet hooren.
Alleen reuk en smaak zijn bij het kind
volwassen. Zijn handen kan hij nog niet
gebruiken, evenzoo zijn beenen, mond en
tong. Alle organen heeft hij, maar is het
zich nog niet bewust.
Hij tnoet dus al deze dingen ontdekken
en ze dan leeren gebruiken. Dat ont
dekken is experimenteeren.
Hij komt tot verschillende ontdekkin
gen, n.1. dat hij beenen heeft en handen
en dat is voor hem een geweldige ge
waarwording.
Het is heel vermakelijk die experimen
ten van de kinderen gade te slaan. Het
kind herhaalt de experimenten net zoo
lang tot hij zeker weet. dat hij ze zelf
heeft teweeggebracht
Later krijgt, hij experimenten met het
uitspreken van woorden en dan wordt
het een ware woordenjacht voor hem. Hij
vraagt naar alle mogelijke dingen.
En nu die tweede kindsheid (puber
teitsleeftijd). Er is overeenkomst I Het
kind leeft van uitwendige indrukken,
maar nu gaat het naar binnen. Het ikzijn
treed op den voorgrond. Men gaat zichzelf
bestudeeren en vraagt zich af, wie ben
ik eigenlijk
Spr. heeft een dagboek van een meisje
bij zich, dat zich van haar dertiende jaar
af met dit probleem had beziggehouden
Een derde karaktertrek van dezen
leeftijd is zoo belangrijk, dat Stanley
Hall deze onder het gezichtspunt van de
de tegenstellingen .geplaatst, heeft. Op
twee tegenstrijdige manieren openbaart
dit zich.
Het lichaam wordt in de puberteits
jaren bestudeerd, en er wordt gevraagd
waarvoor dient dat lichaam eigenlijk.
Men gaat zich bestudeeren, wordt nuffig
en coquet. Interesseert zich voor zijn
toilet en de tegenstelling hiervan is, dat
men zichzelf aan mishandelingen gaat
onderwerpen. Het tatoaeeren, slapen in de
open lucht, komt in dezen leeftijd zeer
sterk voor.
De belangstelling wordt ook gewek;
voor de vormen, kleuren en geluiden.
In deze tweede kindsheidperiode ont
waakt ook het gevoel voor reuk en smaak.
Hier is ook weer de tegenstelling waar
te nemen. Een kind is ongevoelig voor
stank, in dezen leeftijd echter wil men
allerlei bijzondere geurenodeur, etc. Het
kind is geen fijnproever, nu ziet men
echter de fljnproeverij en daartegenover
het zwelgen,
Spr. bepaalt zich hierna bij de taal.
De taal is een zeer oprollende gelijkenis
van de eerste en tweede kindsheid. Nu
is natuurlijk het gebruik van de taal aan
wezig. Men krijgt ook in deze periode een
ware woordenjacht. Er zijn kinderen, die
op dezen leeftijd in een woordenboek ern
stige studie maken. Men gaat z.g. deftig
spreken en alle mogelijke vreemde woor
den gebruiken. Het is echter niet zoozeer
het gebruik van woerden, maar het gevoel
vanik ben ik. Men is bezig zichzelf te
ontdekken en overdrijft, evenals alle ont
dekkers. Men gelooft absoluut, dat er nooit
zoo'n interessant wezen is geweest als men
zelf is en er ontstaat nu een heftig ver
langen zichzelf te doen gelden.
Men gaat nu experimenteeren met het
eigen ik. Het groote middel om zichzelf
te doen gelden is de taal en daarom be
hoort tot dezen leeftijd het redeneeren
en nog eens redeneeren.
Prof. Kramer heeft zoo juist gezegd,
dat een kind in kortsluiting denkt Het
kind springt van het een op het ander,
maar nu wordt het anders, nu gaan ze
bewijzend en overtuigend redeneeren.
Er is hier een duidelijk verschil waar
te nemen tusschen jongens en meisjes.
Meisjes zijn niet onverschillig voor feiten,
't Is bij de jongens een behoefte tot woor
denstrijd, maar door dit eeuwige gerede
neer oefenen zij zoowel hun spraak als
denkvermogen.
In dezen puberteitsleeftijd voelt de
jeugd, dat zij niet volwassen is, en nu wil
zij juist niet tegenover de volwassenen
bekennen, dat zij nog niet rijp is. Zij voelen
hun eigen ik zeer sterk en verdenken de
volwassenen er van-, dat zjj hen niet
voor vol aanzien.
Deze rebeileerende wezens, die zichzelf zoo
willen doen geiden, hebben aan den anderen
kant een behoefte aan steun.
Die onderscheidt zich in drie vormen.
In de eerste plaats aan een tijdgenoot en
wel van hetzelfde geslacht, waarvan levens
lange vriendsohap het gevolg- kan zijn.
In de tweede plaats aan tijdgenooten van
een heele groep. Dat is de tijd van het club-
en vereenigingsleven. Met heel hun bravour
en lawaai voelen zij zich zwak, vandaar deze
aansluiting, wat tevens beteekent een afslui-
t.iig van de volwassenen.
Het eigenaardige is, dat deze wezens, die
zoo prat gaan op hun zelfstandigheid in de
vereeniging hun geheele zelfstandigheid op
zij i eggen.
De derde vorm van aanpassing is aan een
vo: wassen persoon. Zoo sterk als dat ver
langen ook is zoo sterk is ook de moeilijkheid.
Het is van ontzettend groote beteekenis in
wiens handen ze vallen, omdat deze pereon n
een zeer grooten invloed op de jeugd hebben.
Het ware te wenschen, dat die ouders zelf
hun kinderen zouden kunnen lelden. Maar
dit is nu juist het moeilijke. De kinderen
hebben het idee, dat vader of moeder, hen
voor onvolwassen aanzien en daarom gaan ze
ook beslist niet tot hen.
Het respect en de eerbied voor de ouders
komt op lateren leeftijd weer terug.
Het vertrouwen in de ouders moet bij de
kinderen blijven en het is smartelijk voor de
ouders als zij zien, dat de kinderen van hen
vervreemden. Toch moeten zij afwachten tot
het kind zelf weer tenlgkomt.
Het gevoelsleven ontwaakt ook op
dezen leeftijd. Bij het kind gaat niets diep,
het denkt niet na. Op dezen leeftijd echter
ontwaakt plotseling net gevoelsleven. Ge
weldig slaan deze gevoelens om In smart en
vreugde. Met deze gevoelens wordt geëxpe
rimenteerd HeftSge uitingen alB het dwepen
met lyrische poëzie, dtroomen in maneschijn,
verzen maken etc. zijn hiervan het gevolg.
De onvolwassenen maken met deze gevoe
lens geen ernst, toch is dit voor de jeugd
volle ernst,het zijn heilige gevoelens voor
haar.
Met deze gevoelens gaan ook de religieuse
gepaard. Het kind gaat zoeken, het wil zelf
standig religieus leven, zelf uitdenken. In
dezen leeftijd hebben dan ook de meeste be
keeringen plaats.
Stanley Hall heeft deze chaotische toesta gi
in hot leven de reoonstructietoestand ge
noemd. Alles wordt in dezen leeftijd anders,
Er zijn personen, die een aangeboren ta
lent bezitten om die jongelui te begrijpen.
Dit kan ten zege, maar ook ten verderve zijn,
Behalve de oudere hebben de geestelijken
hier een roeping. Jammer, dat er predikan
ten zijn, die, wanneer de jongelui met vragen
tot hen komen, hen van zich afstooten door
de vraag: „rijt ge wel van mijn kerk?"
Van het medelijden of de hulp van de
ouderen zijn de jonge menschen niet g
diendi Het'komt steeds op begrijpen aam
De heele paedagogiek, die we op de jeugd
hebben toe te passen, is samen te vatten in
het laatste vere van 1 Oor. 18: „Zoo blijven
geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de
meeste van die is de liefde."
Je moet ze gelooven dat ze de toekomst
hebben. We moeten hun-hoop versterken,
maar bovenal moeten we ze liefhebben.
Wanneer we hen waarlijk liefhebben, zullen
we hen niet schaden.
Mevr. Dekker—Klik sloot de vergadering
met een woord van dank aan prof. Gunning
voor zijn leerzame lezing en een opwekking
om lid te worden van de Vereeniging voor
Huisvrouwen.
Vereeniging „Pensioenbelang".
Uit het Jaarverslag over 1924 der Ver
eeniging „Pensioenbelang", gevestigd te
Helder, memoreeren wij het volgende:
Den 24sten Maart 1924 werden verzoek
schriften ingediend:
le. aan de Tweede Kamer der Staten-Ge-
neraal;
2e. aan den Minister van Financiën;
8e. aan den Minister van Marine;
4e. aan den Minister van Oorlog,
allen hetzelfde doel beoogende „verbetering
der pensioenen van oud-gepensionneerden,
zoowel burgerlijke als militairen".
Besloten weid, met het oog dat vele depu-
tatiën in dien tijd van verschillende organi
saties bij de verschillende autoriteiten waren
geweest, met audiënties te wachten tot in het
na jaar, opdat wanneer in Den Haag door den
tijd de aangelegenheid mocht zijn geluwd,
door het bijwerpen van brandstof de zaak
weder te doen oplaaien.
In het najaar, nadat de daartoe strekkende
verzoeken waren ingediend, werden 23 Octo
ber 1924 door Z. E. den Minister van Marine
in audiëntie ontvangen de heeren bestuurs
leden Tiessen, Broekhulzen en Bruul;
den lOden November 1924 door den Mi
nister van Financiën 4e heeren Tiessen, Ver
hoeff en Bruul
Het resultaat dezer audiëntiën was bemoe
digend.
Door beide Ministers werd medegedeeld,
dat plannen in bewerking waren voor steun
der oud-gepensionneerden, zich uitstrek,
kende over al wat gepensionneerd was, zoo
wel burgerlijk als militair, zoowel weduwen
ais anderszins.
Op een vraag wanneer en hoeveel,
door den heer Verhoeff gedaan, kon geen
antwoord worden gegeven, daar dit een voor-
uitloopen op Regeeringszaken zou zijn, die
bovendien nog niet eens een vasten vorm
hadden aangenomen.
Op een nader verzoek aan de betrokken
Ministers werd door den Voorzitter van den
Ministerraad geantwoord: dat als urgente
zaak het lot der oud-gepensionneerden tn be
handeling was", dit in verband met de klach
ten over Vie vermindering der ambtenaars
salarissen. Een en ander reeds medegedeeld
bij de behandeling der motie Gerhard in de
2e Kamer.
Alles tezamen doet het bestuur hoopvol de
toekomst tegemoet zien, zeker veel bemoedi
gender dan begin 1924.
In Juli j.1. was het tijdstip aangebroken,
dat de Voorzitter, de heer Tiessen, en de
Commissaris, de heer Broekhuizen, periodiek
moesten aftréden. Ofschoon oorspronkelijk
het voornemen bij den heer Tiessen bestond',
rch niet weder herhiepbaar te stellen, besloot
bij toch, vooral door het aandringen van den
1en Secretaris, alsmede anderen, dit voor
nemen niet ten uitvoer te brengen, doch zich
weder herkiesbaar te stellen. Hiervoor past
ons een woord van welsremeenden dank,
daar een vertrek van den beer Tiessen een
zware slag voor „Pensioenbelang" zou zijn
niet alleen, doch nog in het bijzonfier voor
den len Secretaris.
In den loon van het jaar waren de verga-
'eringen meerendeels slecht bezocht.- De
laatste vergadering was door een nieuwe re
geling van oonvoceerén druk bezocht, zelfs
door eenige damesleden.
Een verdeeling van brandstoffen aan de
meest behoeftigen heeft niet aan het gestelde
doel beantwoord en mede door de groote on
tevredenheid, die zij hier en daar veroor
zaakte, zoodat dit zelfs aanleiding tot leden
verlies had gegeven, in het belang der Ver
eeniging niet meer plaats gehad.
Comité voor buitengewone abonnements
concerten.
Birgtt Engell.
Het volgende abonnementsconcert, gear
rangeerd door de Hollandsche Oonoertdirec-
tie Dr. G. de Koos, zal door de gevierde
Deensobe zangeres Birgit Engell worde» ge
geven.
Goede waar behoeft geen krans. Door
laar veelvuldig en succesvol optreden in ons
and is Birgit Engel! wel zoo bekend, dat wij
niet veel over haar behoeven te schrijven.
W|j zijn er dan ook van overtuigd, dat, wan
neer onze lezers een blik hebben geworpen
n onderstaande kritieken, welke wij van deze
Deensche nachtegaal ontvingen, zij de gele
genheid niet voorbij laten gaan om een avond
van het hoogste kunstgenot te gaan ge
nieten.
„De Maasbode" van 10 Nov. 1924 schrijft:
„Birgit Engeli's nachtegalenzang is een
toover van geluid".
„De Nieuwe Rotterdammer Courant", 10
Nov. 1924:
„Birgit Engell bekoorde haar gehoor we
derom met haar schitterende gave van stem
en keelvaardigheld".
„De Maasbode", 6 Nov. 1924:
Birgit Engell declameerde de glanzende,
vreugdevolle sopraansolo. Vreugdevol was
het verschijnen der Nachtegaal een der wei
nig uitverkorenen, die ons met prachtig or
gaan en tintelend geestesleven te verhalen
weet van het „geniesen der Himmllschen
Freuden."
Engell heeft als Nachtegaai moeten fun-
geeren in de Hfindel Aria en heeft daarmede
tevens schitterende proeven van een tegen
woordig welhaast "onmogelijk geworden colo
ratuur zang afgelegd.
„Het Vaderland" van 10 Nov. 1924:
„....de zang van Birgit Engell werkte
wonderlijk suggereerend, wat een welluidend
heid en een charme."
„De Nieuwe Courant", 10 Nov. 1924:
„:...dat z}j een gaarne geziene en ge
hoorde artieste is, bewees het langdurige ap
plaus voor en na haar soll.... hoe fijn en
teer klonken de verschillende coloratuur paa-
„De Telegraaf':
„Birgit Engell, de bekende Deensche nach
tegaal is een der liefst gehoorde solisten, al
sedert jaren treedt zij hier op, haar succes is
even verzekerd' als de directie een bezette
zaal".
Rijkspostspaarbank.
Opgave uitsluitend betreffende het post
kantoor Helder en zyne by- en hulppostkan
toren over de maand December 1924.
Op spaarbankboekjes, uitgegeven aan
bovengemelde kantoren, werd In den loop
der maand ingelegd f73.071.98 en terug
betaald f 69.888.53. Derhalve meer inge
legd dan terugbetaald f 8.183.45. Het aantal
nieuw uitgegeven spaarbankboekjes be
droeg 62. Door tusschenkomst dezer kan
toren werd ter Directie op Staatsschuld
boekjes ingeschreven een nominaal bedrag
van f 1600.en afgeschreven f8100.Der
halve minder in- dan afgeschreven f6500.
Het aantal uitgegeven nieuwe staatsschuld
boekjes bedroeg 1.
Hieronder 60 formulieren ad f 1.in
spaarbankzegels van 5 cent en 212 formu
lieren ad f 1.in spaarbankzegels van
1 cent (3choolsparen).
Uit het Polltle-rapport
Donderdag werd aangifte gedaan van
vermissing van een hoeveelheid touw, uit
een vlet, liggende bij de Onderzee-
kazerne.
Vrijdagavond weid aangifte gedaan
door iemand, dat er 's morgens uit een
wagen met koek, die hij onbeheerd op de
Binnenhaven had laten staan, voor een
waarde van 8.— waa ontvreemd-
Van een rijwiel dat in de vestibule in
een café aan den Kanaal weg stond, is de
lantaarn ontvreemd. Door den eigenaar
werd hiervan aangifte gedaan. Van het
zelfde rijwiel werd in het begin van de
week het belastingplaatje ontvreemd:
(Er zijn menschen die nooit leeren at
tent te zijn. Red.)
De burgemeester van Ommen (O.) geeft
lan ieder in overweging geen relaties
ian te knoopen met Hermanus Westerik,
koopman, wonende te f Lemelerveld, in
deze gemeente ojn. handelende in vleesch-
waren, alvorens daaromtrent inlichtingen
te hebben ingewonnen.
HET WAARBORGT U EEN
PRIMA UITVOERING.
KONINGSTRAAT - HELDER
TEXEL.
28 Jan. Deze week werden van hier
verzonden: 182 varkens, 5 kalveren, 11
koeien, 17 paarden en 16 schapen.
De heer J. J. van dier Ree, die naar
Frankrijk vertrekt, zal weldra ophouden
lid van den Raad der gemeente Texel te
zijn. Als zijn opvolger zal als zoodanig
moeten worden aangewezen de heer M.
Bakker Kz.
Burgerlijke Stand van Te^el
van 17 tot en met 28 Januari 1925.
GEBORENPieter Atphonso, z. van
Willem Jacob Jannes en Margaretha
Johanna CornelisseWijnand, e. v. Jan
Bakker en Trijntje Ramers.
ONDERTROUWDAdrianus Nicolaas
v. d. Hulst en Cornelia Krijnen.
GETROUWDJan Martinus Vlaming
en Grietje Bremer.
ANNA PAULOWNA.
Aan A. Blaauboer, dienstpliotige der lich
ting 1928, is opnieuw één jaar vrijstelling
van den dienstplicht verleend wegens kost
winnerschap.
Politie Anna Paulowna.
Verloren een portefeuille Inhoudende
eenig geld.
Gevonden een paar kousen. Inlichtingen
te bekomen ter secretarie.
Burgerlijke Stand van Anna Paulowna.
GEBOREN: Johanna Hendrika, d.v. Ja
cob Grin en van Oodijntje de Wit.
GETROUWD: Johanna Cornelia Timmer,
oud 28 jaar, z. b., te Anna Paulowna, en
Egidlus Nloolaaa Josefus de Wit, oud 26 jaar,
bloembollenkweeker te Wijk a. Zee en Duin.
ANNA PAULOWNA.
Zonder den prikkel van het „Bal na"
was de laatste T.A.G.O.-avond weer flink
bezocht en gaf alzoo het verheugend
bewijs, dat er toch ook altijd nog heel
wat menschen zijn, die enkel ter wille
van het gepresteerde zelf, zich een gang
naar „Veerburg" getroosten, in de ver
wachting iets moois of iets goeds te
hooren. En wij gelooven niet dat Frans
Hulleman, die ditmaal voor T.A.G.0
optrad, hen in die verwachting zal hebben
teleurgesteld.
De heer Hulleman begon met de voor
dracht van „De Zonde" door Agnes Maas
van der Moer, een fijn en gevoelig verhaal,
dat den zielstoestand teekent van een
jonge non, die voor eenigen tijd in de
verpleging gaat en door het oudste
dochtertje van de door haar verpleegde
moeder de reine weelde van kinderge
negenheid en daardoor het mooie geluk
van de wereldsche liefde leert kennen.
De belijdenis van haar innerlijken strijd
tusschen het religieuse en het aardsche
liefdeleven werd op uitnemende wijze
vertolkt. Mooier nog vonden velen de
voordracht van het anti-militaristisch
gedicht „Slachtveld" van van Collem.
Trouwens, de heer Hulleman is begaafd
met een volle, welluidende en buigzame
stem, die wel in staat is zulke ernstige
stukken boeiend voor te dragen, maar
in het komische genre; waartoe „Moderne
Ans" en het fragment uit „Heyerman 's
Schakels" den overgang vormden ligt
zeer zeker toch wel zijn grootste kracht.
In dat Schakels-fragment werden de
verschillende persoonlijkheden Pancras
Duif, zijn broer Hein en diens vrouw,
door stemnuanceering, gelaatsuitdruk
king en nu en dan een slechts sober
gebaar zoo meesterlijk weergegeven, dat
men dit geheele tafereel als voor zich
zag.
Na de pauze kregen we uitsluitend
humoristische stukken. Bijzonder lach
wekkend waa „Het huwelijksaanzoek".
Een Fransch muzikant, die om de hand
van een Amsterdamsch meisje komt
vragen, doch geen woord Hollandsch
verstaat, waarom de neef-pistonnist als
tolk moet fungeeren, en daarbij rijn „ken
nis" van de Fransche taal uit op een
wijze, die het publiek aanhoudend deed
schateren van plezier.
Ook Jan Feith's „Als vreemdeling ln
Amsterdam" gaf allerlei hoogst koddig
staaltjes van de „kennis" van vreemde
talen te hooren, terwijl wij in „De Boks
wedstrijd", verteld door een vrouw uit
de Jordaan, den origineelen humor van
het onvervalschte Amsterdamsche dialect
te genieten kregen.
't Was dus weer een mooie T.A.G.O.-
avond en ten gevolge van het voortdurend
contact tusschen voordrager en publiek
heerschte er een gezellige stemming in
de zaal.
Door de afd. Anna Paulowna der Holl.
Maatschappij van Landbouw is de leve
ring van 400 baal chili en 80 baal kali-
zout bij aanbesteding gegund aan de
firma Haytema en Verburg.
8CHAGEN.
De boerenplaats van den heer J. Boots,
't Zand, groot 12.5D H.A., is verkocht aan
den heer J. Commandeur, te Hem, nabij
Veenhuizen.
TELEGRAFISCH WEERBERICHT
naar waarnemingen verricht tn den
morgen van 24 Januari.
Medegedeeld door het Kon. Nederiandsoh
Meteorologisch Instituut te De Bilt
Hoogste stand 777.4 te Olennont
Laagste stand 768.8 te Vardoe.
Verwachting:
(Meejt matige Zuidoostelijke tot Zuid
westelijke wind, nevelig tot zwaarbewolkt,
waarsohijnlijk weinig of «een regen,
zelfde temperatuur.
N.V.Texete Eigen Stoomboot-Onderneming
Winterdunsl ingtgaon 18 Oetobtr 1914.
Op* werkdagen:
Vertrek Texel: 8.-— vja, IJL— v.m.,
2.80* «ua
Vertrek Helder: 9.80 v.m., 12.— mldnL,
4.15 n.m.
Op Zo>m- en Feestdagea UX.