t WAT DE KEURIS C. DE BOER JR., Tegen slapeloosheid, Overspanning, Gejaagdheid, Prikkelbaarheid en Examenvrees gebruikt men de Zenuwstlllende en Zenuwsterkende Mijnhardt's Zenuwtabletten VOOR EDELE METALEN IS DIT MONOGRAM VOOR UW DRUKWERK Ingasonden mededeellng. De paedologie heeft zich eerst bepaald tot de Btudie van het pas geboren kind. Er verscheen in 1900 in Amerika een boek van Stanley Hall onder den naam „Adol- lescentie". Dat beteekent „aankomend". Er waren twee oorzaken die aanleiding gaven om wat meer studie van deze leeftijd te maken. De eerste was „de wetenschap", de tweede „de wereldoorlog' Door den oorlog is men zich bewust geworden dat men dezen leeftijd te veel verwaarloosd had. Men weet dat in het begin van den oorlog veel schandalen in België plaats hadden. Dit werd eerst door Duitsche professoren tegen gesproken. De onderwijzers zeiden ook„het kan niet waar zijn", want wij hebben deze kinderen op school gehad. Doch twee jaar daarna kwam men tot de erkenning, dat het wel waar was. En men voelde toen, dat het verzuim in de opvoe ding groot was. Wel had men de kinderen acht jaar op school gehad, doch daarna had men de opvoeding verwaarloosd. De periode van de rijpere jeugd wordt ook genoemd de puberteitsperiode. Daar mede wordt bedoeld het tijdperk, waarop de geslachtsorganen van den mensch rijp worden. Het kind is nog een geslachtsloos wezen, maar op een gegeven oogenblik wordt het kind geslachtelijk rijp. Het woord puberteit wordt verschillend gebruikt. Men gebruikt het als aanduiding van die overgang zelf en men gebruikt het ook .voor de jaren die op die over gang volgen eh ook wel de voorperiode. Dit overgangstijdperk heeft bij de vrouw twee jaar eerder plaats dan bij den man. De natuur heeft dat zoo gewild. Niet de cultuur, want een vrouw van 16 of 17 jaar is voor de tegenwoordige maatschappij nog niet klaar. De jongens zijn eenige jaren later klaar. De eerste overgangsjaren zijn de z.g. vlegeljaren. Dat zijn de jaren van uit bundigheid, die bij den jongen soms tot op 24 of 26 jarigen leeftijd duren. Rousseau noemt deze puberteitsover- gang de 2e geboorte. In den aanhef van zijn boek zegt hij„Wij menschen worden tweemaal geboren. Een keer als mensch en den tweeden keer voor de sekse". Die term 2e geboorte is zeer belangrijk. De puberteitsperiode is zoo moeilijk en zoo ingewikkeld dat ze onder bepaald gezichtspunt geplaatst moet worden. Spr. plaatst ze onder het gezichtspunt van Rousseau„Het is een tweede geboorte". In het leven van ieder mensch zijn twee oogenblikken waarin de mensch in gansch anderen toestand komt n.1. bij de geboorte en den dood. Daar tusschen in ligt de periode van de puberteit, waar door men wel niet zoo gauw, doch soms in enkele weken of maanden, een geheel ander persoon wordt. Er is een groote evenwijdigheid tusschen het lichamelijke en het geestelijke. In de wetenschap beschouwt men de lengte groei het beste middel om zich een duidelijk beeld te vormen van den ont wikkeling van den mensch. We zullen daarom steeds met het lichamelijke beginnen om vandaar uit, met het geestelijke aan te vangen. Om dat er 'gelijkenis is kunnen we ons de geestelijke verse. duidelijk maken wanneer we eerst de lichamelijke ver schillen zien. Spr. heeft een beeld van den lichame- lijken groei van den mensch en toont daarin het groote verschil aan tusschen het kind en de volwassene. Het hoofd van het kind is b.v. tweemaal zoo groot als het hoofd van den volwassene en alle ver houdingen zijn geheel verschillend. Zeer sterk komt dat ook uifbij den schedel, oogen, neus en ooren zijn veel grooter. Ook van binnen is het kind anders dan de vqjwassene. De verhoudingen en samenstellingen zijn alle anders. De hersenen zijn bij den mensch op negen of tienjarige leeftijd reeds vol groeid. Het lichaam wordt twintig maal grooter, het hart twaalf en half maal, de lever elf maal, de hersenen vier maal, de spiermassa's acht en veertig maal, enz. Dit is dus het lichamelijk verschil tusschen het kind en den volwassene op twee of drie-entwintigjarigen leeftijd. We constateereu dus, dat we het recht hebben, te zeggen de puberteitsleeftijd is een tweede geboorte. Dan wordt het kind als mensch geboren. Kousseau spreekt dan ook van volwas sen kinderen. Daarna sterft het kind en krijgen we de kindsheid van den mensch. We kunnen tusschen die eerste en tweede kindsheid vergelijkingen maken. Wanneer het kind geboren wordt, is het negen maanden oud. De eerste maanden is de groeisnelheid verbazend. De laatste drie maanden gaat dat echter heel langzaam. Deze groeisnelheid is in de eerste maanden zoo sterk, dat wanneer het kind zoo door zou groeien, het in ander huil jaar volwassen zou zijn. Tot drie jaar groeit het kind nog tamelijk snel, dan wordt het echter minder en op zeven- arigen leeftijd is het kind volwassen ilnd. Zoo ook gaat het met de puberteits- leeftijd, dan is ook die plotselinge groei daar. Bij het meisje gaat dit vlugger dan bij den jongen. Zij is aan ook veel vlugger volwassen, lichamelijk en geestelijk, dan de jongen. Doch de jongen haalt haar spoedig in en groeit haar dan weerover het hoofd. Deze liohamelijke groei is een beeld van het geestelijke. Het is ons niet om het lichamelijke te doen, maar om het geestelijke. Wanneer we daartoe overgaan nemen we bet recht om gebruik te maken van vergelijkingen. We worpen dus eerst een blik op de eerste kindsheid. Een mensch heeft nooit zooveel te doen dan in de eerste Jaren van zijn leven, omdat hij zichzelf dan nog niet bewust van zijn bestaan en zich nu bewust nvon worden. Het kind heeft oogen maar kan niet zien en ooren maar nog niet hooren. Alleen reuk en smaak zijn bij het kind volwassen. Zijn handen kan hij nog niet gebruiken, evenzoo zijn beenen, mond en tong. Alle organen heeft hij, maar is het zich nog niet bewust. Hij tnoet dus al deze dingen ontdekken en ze dan leeren gebruiken. Dat ont dekken is experimenteeren. Hij komt tot verschillende ontdekkin gen, n.1. dat hij beenen heeft en handen en dat is voor hem een geweldige ge waarwording. Het is heel vermakelijk die experimen ten van de kinderen gade te slaan. Het kind herhaalt de experimenten net zoo lang tot hij zeker weet. dat hij ze zelf heeft teweeggebracht Later krijgt, hij experimenten met het uitspreken van woorden en dan wordt het een ware woordenjacht voor hem. Hij vraagt naar alle mogelijke dingen. En nu die tweede kindsheid (puber teitsleeftijd). Er is overeenkomst I Het kind leeft van uitwendige indrukken, maar nu gaat het naar binnen. Het ikzijn treed op den voorgrond. Men gaat zichzelf bestudeeren en vraagt zich af, wie ben ik eigenlijk Spr. heeft een dagboek van een meisje bij zich, dat zich van haar dertiende jaar af met dit probleem had beziggehouden Een derde karaktertrek van dezen leeftijd is zoo belangrijk, dat Stanley Hall deze onder het gezichtspunt van de de tegenstellingen .geplaatst, heeft. Op twee tegenstrijdige manieren openbaart dit zich. Het lichaam wordt in de puberteits jaren bestudeerd, en er wordt gevraagd waarvoor dient dat lichaam eigenlijk. Men gaat zich bestudeeren, wordt nuffig en coquet. Interesseert zich voor zijn toilet en de tegenstelling hiervan is, dat men zichzelf aan mishandelingen gaat onderwerpen. Het tatoaeeren, slapen in de open lucht, komt in dezen leeftijd zeer sterk voor. De belangstelling wordt ook gewek; voor de vormen, kleuren en geluiden. In deze tweede kindsheidperiode ont waakt ook het gevoel voor reuk en smaak. Hier is ook weer de tegenstelling waar te nemen. Een kind is ongevoelig voor stank, in dezen leeftijd echter wil men allerlei bijzondere geurenodeur, etc. Het kind is geen fijnproever, nu ziet men echter de fljnproeverij en daartegenover het zwelgen, Spr. bepaalt zich hierna bij de taal. De taal is een zeer oprollende gelijkenis van de eerste en tweede kindsheid. Nu is natuurlijk het gebruik van de taal aan wezig. Men krijgt ook in deze periode een ware woordenjacht. Er zijn kinderen, die op dezen leeftijd in een woordenboek ern stige studie maken. Men gaat z.g. deftig spreken en alle mogelijke vreemde woor den gebruiken. Het is echter niet zoozeer het gebruik van woerden, maar het gevoel vanik ben ik. Men is bezig zichzelf te ontdekken en overdrijft, evenals alle ont dekkers. Men gelooft absoluut, dat er nooit zoo'n interessant wezen is geweest als men zelf is en er ontstaat nu een heftig ver langen zichzelf te doen gelden. Men gaat nu experimenteeren met het eigen ik. Het groote middel om zichzelf te doen gelden is de taal en daarom be hoort tot dezen leeftijd het redeneeren en nog eens redeneeren. Prof. Kramer heeft zoo juist gezegd, dat een kind in kortsluiting denkt Het kind springt van het een op het ander, maar nu wordt het anders, nu gaan ze bewijzend en overtuigend redeneeren. Er is hier een duidelijk verschil waar te nemen tusschen jongens en meisjes. Meisjes zijn niet onverschillig voor feiten, 't Is bij de jongens een behoefte tot woor denstrijd, maar door dit eeuwige gerede neer oefenen zij zoowel hun spraak als denkvermogen. In dezen puberteitsleeftijd voelt de jeugd, dat zij niet volwassen is, en nu wil zij juist niet tegenover de volwassenen bekennen, dat zij nog niet rijp is. Zij voelen hun eigen ik zeer sterk en verdenken de volwassenen er van-, dat zjj hen niet voor vol aanzien. Deze rebeileerende wezens, die zichzelf zoo willen doen geiden, hebben aan den anderen kant een behoefte aan steun. Die onderscheidt zich in drie vormen. In de eerste plaats aan een tijdgenoot en wel van hetzelfde geslacht, waarvan levens lange vriendsohap het gevolg- kan zijn. In de tweede plaats aan tijdgenooten van een heele groep. Dat is de tijd van het club- en vereenigingsleven. Met heel hun bravour en lawaai voelen zij zich zwak, vandaar deze aansluiting, wat tevens beteekent een afslui- t.iig van de volwassenen. Het eigenaardige is, dat deze wezens, die zoo prat gaan op hun zelfstandigheid in de vereeniging hun geheele zelfstandigheid op zij i eggen. De derde vorm van aanpassing is aan een vo: wassen persoon. Zoo sterk als dat ver langen ook is zoo sterk is ook de moeilijkheid. Het is van ontzettend groote beteekenis in wiens handen ze vallen, omdat deze pereon n een zeer grooten invloed op de jeugd hebben. Het ware te wenschen, dat die ouders zelf hun kinderen zouden kunnen lelden. Maar dit is nu juist het moeilijke. De kinderen hebben het idee, dat vader of moeder, hen voor onvolwassen aanzien en daarom gaan ze ook beslist niet tot hen. Het respect en de eerbied voor de ouders komt op lateren leeftijd weer terug. Het vertrouwen in de ouders moet bij de kinderen blijven en het is smartelijk voor de ouders als zij zien, dat de kinderen van hen vervreemden. Toch moeten zij afwachten tot het kind zelf weer tenlgkomt. Het gevoelsleven ontwaakt ook op dezen leeftijd. Bij het kind gaat niets diep, het denkt niet na. Op dezen leeftijd echter ontwaakt plotseling net gevoelsleven. Ge weldig slaan deze gevoelens om In smart en vreugde. Met deze gevoelens wordt geëxpe rimenteerd HeftSge uitingen alB het dwepen met lyrische poëzie, dtroomen in maneschijn, verzen maken etc. zijn hiervan het gevolg. De onvolwassenen maken met deze gevoe lens geen ernst, toch is dit voor de jeugd volle ernst,het zijn heilige gevoelens voor haar. Met deze gevoelens gaan ook de religieuse gepaard. Het kind gaat zoeken, het wil zelf standig religieus leven, zelf uitdenken. In dezen leeftijd hebben dan ook de meeste be keeringen plaats. Stanley Hall heeft deze chaotische toesta gi in hot leven de reoonstructietoestand ge noemd. Alles wordt in dezen leeftijd anders, Er zijn personen, die een aangeboren ta lent bezitten om die jongelui te begrijpen. Dit kan ten zege, maar ook ten verderve zijn, Behalve de oudere hebben de geestelijken hier een roeping. Jammer, dat er predikan ten zijn, die, wanneer de jongelui met vragen tot hen komen, hen van zich afstooten door de vraag: „rijt ge wel van mijn kerk?" Van het medelijden of de hulp van de ouderen zijn de jonge menschen niet g diendi Het'komt steeds op begrijpen aam De heele paedagogiek, die we op de jeugd hebben toe te passen, is samen te vatten in het laatste vere van 1 Oor. 18: „Zoo blijven geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van die is de liefde." Je moet ze gelooven dat ze de toekomst hebben. We moeten hun-hoop versterken, maar bovenal moeten we ze liefhebben. Wanneer we hen waarlijk liefhebben, zullen we hen niet schaden. Mevr. Dekker—Klik sloot de vergadering met een woord van dank aan prof. Gunning voor zijn leerzame lezing en een opwekking om lid te worden van de Vereeniging voor Huisvrouwen. Vereeniging „Pensioenbelang". Uit het Jaarverslag over 1924 der Ver eeniging „Pensioenbelang", gevestigd te Helder, memoreeren wij het volgende: Den 24sten Maart 1924 werden verzoek schriften ingediend: le. aan de Tweede Kamer der Staten-Ge- neraal; 2e. aan den Minister van Financiën; 8e. aan den Minister van Marine; 4e. aan den Minister van Oorlog, allen hetzelfde doel beoogende „verbetering der pensioenen van oud-gepensionneerden, zoowel burgerlijke als militairen". Besloten weid, met het oog dat vele depu- tatiën in dien tijd van verschillende organi saties bij de verschillende autoriteiten waren geweest, met audiënties te wachten tot in het na jaar, opdat wanneer in Den Haag door den tijd de aangelegenheid mocht zijn geluwd, door het bijwerpen van brandstof de zaak weder te doen oplaaien. In het najaar, nadat de daartoe strekkende verzoeken waren ingediend, werden 23 Octo ber 1924 door Z. E. den Minister van Marine in audiëntie ontvangen de heeren bestuurs leden Tiessen, Broekhulzen en Bruul; den lOden November 1924 door den Mi nister van Financiën 4e heeren Tiessen, Ver hoeff en Bruul Het resultaat dezer audiëntiën was bemoe digend. Door beide Ministers werd medegedeeld, dat plannen in bewerking waren voor steun der oud-gepensionneerden, zich uitstrek, kende over al wat gepensionneerd was, zoo wel burgerlijk als militair, zoowel weduwen ais anderszins. Op een vraag wanneer en hoeveel, door den heer Verhoeff gedaan, kon geen antwoord worden gegeven, daar dit een voor- uitloopen op Regeeringszaken zou zijn, die bovendien nog niet eens een vasten vorm hadden aangenomen. Op een nader verzoek aan de betrokken Ministers werd door den Voorzitter van den Ministerraad geantwoord: dat als urgente zaak het lot der oud-gepensionneerden tn be handeling was", dit in verband met de klach ten over Vie vermindering der ambtenaars salarissen. Een en ander reeds medegedeeld bij de behandeling der motie Gerhard in de 2e Kamer. Alles tezamen doet het bestuur hoopvol de toekomst tegemoet zien, zeker veel bemoedi gender dan begin 1924. In Juli j.1. was het tijdstip aangebroken, dat de Voorzitter, de heer Tiessen, en de Commissaris, de heer Broekhuizen, periodiek moesten aftréden. Ofschoon oorspronkelijk het voornemen bij den heer Tiessen bestond', rch niet weder herhiepbaar te stellen, besloot bij toch, vooral door het aandringen van den 1en Secretaris, alsmede anderen, dit voor nemen niet ten uitvoer te brengen, doch zich weder herkiesbaar te stellen. Hiervoor past ons een woord van welsremeenden dank, daar een vertrek van den beer Tiessen een zware slag voor „Pensioenbelang" zou zijn niet alleen, doch nog in het bijzonfier voor den len Secretaris. In den loon van het jaar waren de verga- 'eringen meerendeels slecht bezocht.- De laatste vergadering was door een nieuwe re geling van oonvoceerén druk bezocht, zelfs door eenige damesleden. Een verdeeling van brandstoffen aan de meest behoeftigen heeft niet aan het gestelde doel beantwoord en mede door de groote on tevredenheid, die zij hier en daar veroor zaakte, zoodat dit zelfs aanleiding tot leden verlies had gegeven, in het belang der Ver eeniging niet meer plaats gehad. Comité voor buitengewone abonnements concerten. Birgtt Engell. Het volgende abonnementsconcert, gear rangeerd door de Hollandsche Oonoertdirec- tie Dr. G. de Koos, zal door de gevierde Deensobe zangeres Birgit Engell worde» ge geven. Goede waar behoeft geen krans. Door laar veelvuldig en succesvol optreden in ons and is Birgit Engel! wel zoo bekend, dat wij niet veel over haar behoeven te schrijven. W|j zijn er dan ook van overtuigd, dat, wan neer onze lezers een blik hebben geworpen n onderstaande kritieken, welke wij van deze Deensche nachtegaal ontvingen, zij de gele genheid niet voorbij laten gaan om een avond van het hoogste kunstgenot te gaan ge nieten. „De Maasbode" van 10 Nov. 1924 schrijft: „Birgit Engeli's nachtegalenzang is een toover van geluid". „De Nieuwe Rotterdammer Courant", 10 Nov. 1924: „Birgit Engell bekoorde haar gehoor we derom met haar schitterende gave van stem en keelvaardigheld". „De Maasbode", 6 Nov. 1924: Birgit Engell declameerde de glanzende, vreugdevolle sopraansolo. Vreugdevol was het verschijnen der Nachtegaal een der wei nig uitverkorenen, die ons met prachtig or gaan en tintelend geestesleven te verhalen weet van het „geniesen der Himmllschen Freuden." Engell heeft als Nachtegaai moeten fun- geeren in de Hfindel Aria en heeft daarmede tevens schitterende proeven van een tegen woordig welhaast "onmogelijk geworden colo ratuur zang afgelegd. „Het Vaderland" van 10 Nov. 1924: „....de zang van Birgit Engell werkte wonderlijk suggereerend, wat een welluidend heid en een charme." „De Nieuwe Courant", 10 Nov. 1924: „:...dat z}j een gaarne geziene en ge hoorde artieste is, bewees het langdurige ap plaus voor en na haar soll.... hoe fijn en teer klonken de verschillende coloratuur paa- „De Telegraaf': „Birgit Engell, de bekende Deensche nach tegaal is een der liefst gehoorde solisten, al sedert jaren treedt zij hier op, haar succes is even verzekerd' als de directie een bezette zaal". Rijkspostspaarbank. Opgave uitsluitend betreffende het post kantoor Helder en zyne by- en hulppostkan toren over de maand December 1924. Op spaarbankboekjes, uitgegeven aan bovengemelde kantoren, werd In den loop der maand ingelegd f73.071.98 en terug betaald f 69.888.53. Derhalve meer inge legd dan terugbetaald f 8.183.45. Het aantal nieuw uitgegeven spaarbankboekjes be droeg 62. Door tusschenkomst dezer kan toren werd ter Directie op Staatsschuld boekjes ingeschreven een nominaal bedrag van f 1600.en afgeschreven f8100.Der halve minder in- dan afgeschreven f6500. Het aantal uitgegeven nieuwe staatsschuld boekjes bedroeg 1. Hieronder 60 formulieren ad f 1.in spaarbankzegels van 5 cent en 212 formu lieren ad f 1.in spaarbankzegels van 1 cent (3choolsparen). Uit het Polltle-rapport Donderdag werd aangifte gedaan van vermissing van een hoeveelheid touw, uit een vlet, liggende bij de Onderzee- kazerne. Vrijdagavond weid aangifte gedaan door iemand, dat er 's morgens uit een wagen met koek, die hij onbeheerd op de Binnenhaven had laten staan, voor een waarde van 8.— waa ontvreemd- Van een rijwiel dat in de vestibule in een café aan den Kanaal weg stond, is de lantaarn ontvreemd. Door den eigenaar werd hiervan aangifte gedaan. Van het zelfde rijwiel werd in het begin van de week het belastingplaatje ontvreemd: (Er zijn menschen die nooit leeren at tent te zijn. Red.) De burgemeester van Ommen (O.) geeft lan ieder in overweging geen relaties ian te knoopen met Hermanus Westerik, koopman, wonende te f Lemelerveld, in deze gemeente ojn. handelende in vleesch- waren, alvorens daaromtrent inlichtingen te hebben ingewonnen. HET WAARBORGT U EEN PRIMA UITVOERING. KONINGSTRAAT - HELDER TEXEL. 28 Jan. Deze week werden van hier verzonden: 182 varkens, 5 kalveren, 11 koeien, 17 paarden en 16 schapen. De heer J. J. van dier Ree, die naar Frankrijk vertrekt, zal weldra ophouden lid van den Raad der gemeente Texel te zijn. Als zijn opvolger zal als zoodanig moeten worden aangewezen de heer M. Bakker Kz. Burgerlijke Stand van Te^el van 17 tot en met 28 Januari 1925. GEBORENPieter Atphonso, z. van Willem Jacob Jannes en Margaretha Johanna CornelisseWijnand, e. v. Jan Bakker en Trijntje Ramers. ONDERTROUWDAdrianus Nicolaas v. d. Hulst en Cornelia Krijnen. GETROUWDJan Martinus Vlaming en Grietje Bremer. ANNA PAULOWNA. Aan A. Blaauboer, dienstpliotige der lich ting 1928, is opnieuw één jaar vrijstelling van den dienstplicht verleend wegens kost winnerschap. Politie Anna Paulowna. Verloren een portefeuille Inhoudende eenig geld. Gevonden een paar kousen. Inlichtingen te bekomen ter secretarie. Burgerlijke Stand van Anna Paulowna. GEBOREN: Johanna Hendrika, d.v. Ja cob Grin en van Oodijntje de Wit. GETROUWD: Johanna Cornelia Timmer, oud 28 jaar, z. b., te Anna Paulowna, en Egidlus Nloolaaa Josefus de Wit, oud 26 jaar, bloembollenkweeker te Wijk a. Zee en Duin. ANNA PAULOWNA. Zonder den prikkel van het „Bal na" was de laatste T.A.G.O.-avond weer flink bezocht en gaf alzoo het verheugend bewijs, dat er toch ook altijd nog heel wat menschen zijn, die enkel ter wille van het gepresteerde zelf, zich een gang naar „Veerburg" getroosten, in de ver wachting iets moois of iets goeds te hooren. En wij gelooven niet dat Frans Hulleman, die ditmaal voor T.A.G.0 optrad, hen in die verwachting zal hebben teleurgesteld. De heer Hulleman begon met de voor dracht van „De Zonde" door Agnes Maas van der Moer, een fijn en gevoelig verhaal, dat den zielstoestand teekent van een jonge non, die voor eenigen tijd in de verpleging gaat en door het oudste dochtertje van de door haar verpleegde moeder de reine weelde van kinderge negenheid en daardoor het mooie geluk van de wereldsche liefde leert kennen. De belijdenis van haar innerlijken strijd tusschen het religieuse en het aardsche liefdeleven werd op uitnemende wijze vertolkt. Mooier nog vonden velen de voordracht van het anti-militaristisch gedicht „Slachtveld" van van Collem. Trouwens, de heer Hulleman is begaafd met een volle, welluidende en buigzame stem, die wel in staat is zulke ernstige stukken boeiend voor te dragen, maar in het komische genre; waartoe „Moderne Ans" en het fragment uit „Heyerman 's Schakels" den overgang vormden ligt zeer zeker toch wel zijn grootste kracht. In dat Schakels-fragment werden de verschillende persoonlijkheden Pancras Duif, zijn broer Hein en diens vrouw, door stemnuanceering, gelaatsuitdruk king en nu en dan een slechts sober gebaar zoo meesterlijk weergegeven, dat men dit geheele tafereel als voor zich zag. Na de pauze kregen we uitsluitend humoristische stukken. Bijzonder lach wekkend waa „Het huwelijksaanzoek". Een Fransch muzikant, die om de hand van een Amsterdamsch meisje komt vragen, doch geen woord Hollandsch verstaat, waarom de neef-pistonnist als tolk moet fungeeren, en daarbij rijn „ken nis" van de Fransche taal uit op een wijze, die het publiek aanhoudend deed schateren van plezier. Ook Jan Feith's „Als vreemdeling ln Amsterdam" gaf allerlei hoogst koddig staaltjes van de „kennis" van vreemde talen te hooren, terwijl wij in „De Boks wedstrijd", verteld door een vrouw uit de Jordaan, den origineelen humor van het onvervalschte Amsterdamsche dialect te genieten kregen. 't Was dus weer een mooie T.A.G.O.- avond en ten gevolge van het voortdurend contact tusschen voordrager en publiek heerschte er een gezellige stemming in de zaal. Door de afd. Anna Paulowna der Holl. Maatschappij van Landbouw is de leve ring van 400 baal chili en 80 baal kali- zout bij aanbesteding gegund aan de firma Haytema en Verburg. 8CHAGEN. De boerenplaats van den heer J. Boots, 't Zand, groot 12.5D H.A., is verkocht aan den heer J. Commandeur, te Hem, nabij Veenhuizen. TELEGRAFISCH WEERBERICHT naar waarnemingen verricht tn den morgen van 24 Januari. Medegedeeld door het Kon. Nederiandsoh Meteorologisch Instituut te De Bilt Hoogste stand 777.4 te Olennont Laagste stand 768.8 te Vardoe. Verwachting: (Meejt matige Zuidoostelijke tot Zuid westelijke wind, nevelig tot zwaarbewolkt, waarsohijnlijk weinig of «een regen, zelfde temperatuur. N.V.Texete Eigen Stoomboot-Onderneming Winterdunsl ingtgaon 18 Oetobtr 1914. Op* werkdagen: Vertrek Texel: 8.-— vja, IJL— v.m., 2.80* «ua Vertrek Helder: 9.80 v.m., 12.— mldnL, 4.15 n.m. Op Zo>m- en Feestdagea UX.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 10