T Derde Blad. PLAATSELIJK NIEUWS 'n Huisapotheek^ voor 50 centen J VAN ZATERDAG 24 JANUARI 1925. DE GEMEENTE-BEGROOTING 1K1 Een tegenvaller tn de opbrengst der Plaatselijke Inkomstenbelasting van 75.000 gokten. De door B. «n W. voorgestelde maat regelen rijn: Bijdrage van 81/» voor weduwen- en weezenpensloen door gemeentepereoneel; verhooging van belasting met 10 96; verlaging prijzen van Gas en Eleetriciteit van het de de Wij hebben Donderdag j! reeds gemeld, dat in de Raadszitting van Maandag de be handeling van de gemeentebegrooting werd geschorst, aangezien B. en W. van den In specteur der belastingen bericht hadden ont vangen, dat de opbrengst van de plaatselijke Inkomstenbelasting belangrijk minder zou rijn dan ln de begrooting voor 1926 geraamd was. Hierdoor werden B. en W. voor de nood zakelijkheid geplaatst de begrooting te her zien en maatregelen te beramen, waardoor de uitgaven zouden worden beperkt ol de In komsten zouden worden verhoogd. Het Col lege besloot belde middelen .te baat te nemen. In de eerste plaats werd door B. en W. een voorstel Ingediend om van het gemeente- personeel een bijdrage in1 de premie voor weduwen en weezenpensloen te heffen van 8/1, der jaarwedden, met inachtneming van de door de Wet voorgeschreven beperking. In de aan het Georganiseerd Overleg ge zonden toelichting op dit voorstel zetten B. en W. den toestand1 en die te nemen maatre gelen als volgt uiteen: Volgens eene berekening van het Hoofd van den Oontröledienst der gemeente-belas tingen, gebaseerd op gegevens van den In specteur der Rijksbelastingen, zal de Inkom stenbelasting dienst 1926/1926, te verant woorden in de begrooting 1925, zuiver op brengen pi. m. f 711.000, zulks bij een ver- menigvuldagingscy f er als voor 1924/1925, dienst 1924, welk cijfer Is 0.77. Aangezien op de ontwerp-begrooting een bedrag van 776.000 is geraamd, zou er dus 64.000 te weinig worden ontvangen. Bij de overweging, op welke wijze dat te kort zal zijn te dekken, hebben B. en W. tevens de mogelijkheid onder de oogen ge zien om den gasprijs te verlagen, omdat huns inziens een handhaving van den tegenwoor- cügen prijs stellig een verderen achteruit gang van het gasdebiet zal tengevolge heb ben. Algemeen was men het er in het College ever eens, dat die verlaging 2 cents per M'. zou moeten bedragen en werd dan ook be sloten in dien geest te adviseeren. Die gasprijsverlaging zal echter tengevolge hebben, dat van de geraamde winst afgaat een bedrag van rond 60.000, zoodat een bedrag van 64.000 f 50.000 is f 114.000 moet worden gevonden ter dekking der beide genoemde tekorten. Nu is het mogelijk om tengevolge van na het samenstellen der begrooting bekend ge worden omstandigheden den post voor on voorziene uitgaven zoodanig te verhoogen, dat uit dezen post een bedrag van 16.000 wordt geput, waardoor hij tot ruim f 10.000 wordt teruggebracht, welk bedrag B. en W. even voldoende achten. Te dekken is dan nog f 114.000 16.000 Is 98.000. B. en W. hebben gemeend, dat een zoo groote som niet kan worden gedekt dan zon der tot eenige verhooging van het vermenig- vuldigingscijfer en zonder het vragen van een bijdrage in de pensioenpremie van het personeel over te gaan. Zij zijn namelijk van oordeel, dat genoemd tekort noch geheel voor rekening van de be lastingplichtigen in het algemeen onder wie er velen zijn wier inkomen zeer belang rijk is gedaald noch geheel of grootendeels voor rekening van het gemeentepersoneel mag worden gebracht. Na gezette overweging, zijn B. en W. tot de conclusie gekomen, dat hét billijk is, uit de Inkomstenbelasting te halen een bedrag van 75.000, waardoor het vermenigvuldi- gingscijfer waarschijnlijk moet worden ge bracht óp 0.86, en uit de bijdragen voor wee zen en weduwenpensioen 23.000, waarvoor een heffing van 81/»% noodig is. Hieraan kan nog worden toegevoegd, dat, zonder dat het geraamde winstcijfer wordt aangetast, naar de mening van B. en W. de electriclteitsprijs kan worden verlaagd met 6 cents per K.W.U. Wt) 'kunnen hier nog aan toevoegen, dat waarschijnlijk de eleotriciteitsprijzen. voor het kleinbedrijf gebracht zullen worden op I7l/i cent voor dagstroom en 86 cent P®1 K.W.U. lm den spertijd. Voor grootverbruik wordt de spertljdeprijs met 5 ct verlaagd, terwyi de prijs van den dagstroom eveneens wordt verminderd. Zooals uit het bovenstaande blijkt, wordt de vermenigvuldigingsfactor van 0.77 ge bracht op 0.86, een vermeerdering dus van 0.08 of goed 10%. Wy vreezen, dat dit een geduchte tegen valler zal rijn voor de riJkswerklleden, amb tenaren en het marinepersoneel, die hun sa laris reeds zoo zwaar besnoeid zagen. Welis waar staat hiertegenover de verlaging van de prijzen van gas en eleetriciteit, die pLm. 121/, bedraagt, en dus wellicht een goed deel van de belastingverhooging compenseert, doch men heeft in dezen tijd al heel weinig op met belastingverhooging". Het ïykt ons dan ook niet waarschyniyk, dat men er zon der meer in zal berusten. Eerder zullen er stemmen opgaan, die aandringen op oen scherp doorgevoerde bezuiniging, op schrap ping of vermindering van uitgaven voor za ken of instellingen, die wellicht wenscheiyk, doch niet absoluut onmisbaar zyn voor onze gemeente. Wy kunnen hieraan nog toevoegen, dat bet voorstel betreffende den pensioenaftrek Dinsdag a.s. door den vertegenwoordiger van B. en W. in het georganiseerd overleg zal worden behandeld en verdedigd dat by afdemping van hei instrument (het- feen geschiedt door er de vuist Ln te steken) it een halven toon hooger klinkt, zoodat de speler onmiddellijk door moet gaan in een andere toonsoort.het was een lust voor het oor! Na de pauze toonde de bazuinblazer welk een mooi instrument ook zyn eigenaardige schuiftrompet is. Geweldige klanken wist hy te ontlokken aan zyn bazuin en steeds waren daar zyn partners, die, volkomen in hetzelfde tempo en dezelfde klanksterkte, In vielen. Geen wonder, dat het enthousiaste pubhek. na een rijk-genuanceerde fantaisie dramatique van R. Sell te hebben aange boord, om een toegiftje bedelde. En we kre- gen een praebtig-gerythineerd danenummer toftelot. Dèt Is zeker: een dergelijke combi natie van koperen solo-instrumenten hoort men niet eiken dag. Soms klonk het samen spel volmaakt als een kerkorgel. Wy hopen, dat dit kwartet hier nog eens terugkomt; het s een afwisseling in wat men als instrumen- ale muziek gewooniyk hoort, die ook by ve en, die er nu niet waren, in den smaak zal vallen. wy eindigen met. den wensch, dat „Inter Nos" te Haarlem zijn goeden roep gestand moge doen en met lauweren beladen naar Heraer terugkeeren zal! Dubbel Mannenkwartet ginter Nos". „Inter Nos" heeft, onder de bekwame lei ding van den heer Leewens, ln den loop der jaren een groote populariteit verkregen. De heer Leewens beyvert zich trouwens steeds om aan de door dit kwartet te geven concer ten, die uit den aard der zaak op zichzelf iet wat eenzydig zyn, ter afwisseling solisten te doen optreden. Voor ditmaal was een zeer byzonder instrumentaal kwartet geënga geerd, nJ. „het Amsterdamsch Instrumentaal Solisten-Quartet", bestaande uit de heeren D. Speets en D. M. Tonnis (trompet), R. Sell (hoorn) en E. Haagman (bazuin). Een dergelijk ensemble is, voor zoover wy weten, hier nog niet opgetreden en dus had dit op treden de bekoring van het nieuwe. „Inter N09" had een aantal nieuwe num mers ingestudeerd. Geopend werd mot een tweetal klassieke koren, n.1. *Libera me" van Orlando di Lasso en „Popule meus" van Pa- lestrina, beide componisten en tydgenooten uit de 16e eeuw. De prachtige, sonore man nenstemmen, waaruit het kwartet is samen gesteld, deden de composities alle recht we dervaren. Een tweetal andere, eveneens op Latynscben tekst geschreven, composities van P. Piel werden onder begeleiding van het koper-kwartet ten gehoore gebracht. De zoo te zeggen volmaakte begeleiding, berekend op alle eventualiteiten by zangers,maakte van deze nummers een verrukkelijk geheel, waar naar te luisteren een genot was. A ca- pella zong „Inter Nos" daarna een. concours- nummer „Morgenzang" van Nico Hooger- werf, en het bekende en reeds herbaalde malen gezongen „LandsknechtstSndchen" van Ori. Lasso. Wat dien „Morgenzang" betreft, kan het klankgehalte nog beter wor den en dit zal tegen den tyd dat de heeren naar Haarlem moeten (eind •Fearuari) wel terdege ingezongen zijn. Het werk van Lasso kennen ze terdege; het is 'n dankbaar num mer; men zal evenwel goed doen zich nog eens op de uitspraak van het Duitsch toe te leggen. Na de pauze zong het kwartet een, even eens nieuw, lied „September, blaas!" van Jacob Hamel (woorden van Adama v. Schel- tema), een mooi werk op mooie, dichter- lyke woorden; verder een tweetal Dui-tsche oomposities van Paul Scheinpflug en Emi Kraemer. In bet eerste „Auf der Lagune" is op aardige wijze het bekende Itallaansche lied „Santa Lucia" verwerkt, gedeelteiyk op bromstemmen by bas-solo. Heel goed kwam dit uit Het andere, ,jO wie wunderschön ist die Frühlingszerf*, van Emil Kraemer, is een melodieus liedje met een zangerig refrein, Tot slot werd het muzikale grapje „O Pe- pita!" gegeven, welbekend van menige uit voering, voor „Inter Nos" evenwel nieuw (volgens het programma). De zangers en he, publiek hadden er evenveel schik in, het was een waardig slot van den avond, deze aardige dansmelodietjes. Het instrmentale kwartet verwon storen- derhand de harten van het publiek. Dat ko- per-intrumenten zich- goed leenen voor fyne nuanceeringen, wisten wy, maar ook, dat het bespelen ervan uiterst subtiel en moeilijk is. Door dat men op bizondere manier lucht in de instrumenten blaast, ontstaat de toon, doch de klepjes, die hiervoor zyn ingericht, zijn van uiterst kleine openingen voorzien, en één enkel vliesje speeksel verandert den toon. Oppassen en de uiterste voorzichtig heid is dus geboden en zelfs dat voorkomt; by plotselinge intervallen, nog niet altij< kleine ongelukjes. Welnu, de bespeling der instrumenten was zoodanig, dat geen enkele ongewenschte nuanceering plaats had, De vier heeren gaven een samenspel van zeer groote volmaaktheid. De beide trompet ten (le en 2e) klonken als één enkel instru ment, de donkerder bazuin (of schuif trom bone) begeleidde, en de prachtig-getimbreer- de waldhoorn overheerschte alles. Het pu bliek was over het gebodene verrukt. Na een statig Andante van Klein, een mooi Air pastorale van Sell, en nadat het by het volgend nummer den zang begeleid had, kre gen we, een waldhoorn-solo, door den solist- zelf gecomponeerd, waarover kenners in de wolken waren. Zulk spelen had men nimmer gehoord, de hoogst-bereikbare toon der waldhoorn, drie gestreept f, werd met een gemak te voor- schyn gebracht alsof het niets was. En de verrukkeiyke fyn-genuanoeerde, steeds ver der weg klinkende echo's! En dan te weten, geloopen en ving het bal aan. ReddJngnaierlML het gebouw „Musis Tooneefvereenlglng „Tsvenn. „Bergopwaarts" wil de Heldersche Too- neelvereeniging „Tavenu" en zy toont, dat n de keuze faarer stukken. Stukken als „Freuleken", dat de vorige maal werd1 opge voerd, en nu weer „Bergopwaarts", zyn voor dilettantenclubs waarlijk geen peulescbil- letjes. Dat de Vereeniging ze, niet de haar ten dienste staande krachten, nochtans aan durft, getuigt van durf, maar tevens van zelfvertrouwen, en zelfvertrouwen, zoolang het niet ontaardt in zelfoverschatting, is voor een vereeniging, die zich beweegt op het ge bied der kunst, een machtige factor tot wel slagen. Heeft „Tavenu" met dit tooneelstuk be wezen het meer ernstige genre aan te kun nen? Zeer zeker, al blijft het hier en daar natuuriyk dilettantenwerk. „Bergopwaarts" door den schrijver van het bekende stuk „De Pastoor van Neuvillette", D. Scheffer, is vóór alles een stuk van innerlijke conflicten. De jonge predikant, een man van hooge roe ping, ernstig willen en nobel karakter, is ge trouwd met een wat wuft Haagsch meisje, dat zich in het achteriyke dorpje doodkniest, geen tact heeft met de kortzichtige en be krompen gemeentenaren om te gaan.... Henk is geheel in beslag genomen door zyn ambt; behalve zijn meer enge werk in de gemeente, beweegt hy zich ook op het wy- der terrein van het geesteiykeleven daar buiten; zyn artikelen Tn bladen en tydschrif- ten, zyn groot werk over den „nieuwen mensch" zal hem straks 'beroemdheid ver schaffen. Voor dat alles verwaarloost hy Mary. Heele dagen zit by op zyn studeer kamer en Mary zit alleen, beneden, het hart vol wrok en eenzaamheid. Het conflict, dat komen moet, Is door den schrijver scherp gesteld: freule Else van Nyewene komt meer en meer onder de be koring van de leer des nieuwen predikanten: Tij bezoekt dagelijks de- pastorie, corrigeert de driikproeven voor Henk's boek, kortom, de toehoorder ziet aankomen waar dat op uit draait Daartegenover staat Mary, als oude kennis van Else's broer Paul, den charmeur, die het dominé's-vrouwtje op de verderfe- lykheid der wufte wegen voert, als daar zijn het gezameniyk paardrijden over de hei, een beetje geflirt, enz. Daar tusschenin: Henk's moeder, sympa thieke vrouw, weduwe, na een buitengewoon gelukkig huweiyk als zoodanig het hoogte is. Aan het huweiyk, aan het gelukkig samen- gelukkig huweiyk, aan het gelukkig samen leven tusschen man en vrouw, moet alles, ook Henk's werk, ondergeschikt worden ge maakt. Zy predikt verzoening, en, als straks het conflict zyn hoogtepunt heeft bereikt, Mary met Paul is heengegaan en Else van de gelegenheid gebruik maakt om te trachten Henk te veroveren, (wat haar intusschen niet gelukt), is zy het, die de partyen weder tot elkander brengt. Want Paul, de speler, heeft zich in Monte Carlo doodgeschoten (altijd een gemakkelijke oplossing voor een auteur om zich van een lastige figuur te ontdoen!). Mary komt berouwvol terug, en Henk neemt haar in genade weer aan. Er is in dit stuk iets onwerkelijks: de fi guren zyn zoo zoeteiyk, de verwydering tus schen den predikant en zyn vrouw 3s veel te scherp gesteld, waardoor het geheel Iets melodramatisch' krijgt. Het is trouwens ook geen stuk, dat lang op de planken ls geble ven; het is ma enkele opvoeringen, in de archieven der schouwburgen opgeborgen. De lezer zal nu begrijpen, dat een stuk als dit voor een dilettanten-tooneel groote moei lijkheden oplevert. Het op zichzelf ietwat onwerkeiyke (immers te scherp gestelde) conflict moet zoodanig worden uitgebeeld, dat het «ochtans aannemeiy-k is. Over het fügemeen hebben de spelers van „Tavenu" getoornd voor hun taak berekend te zyn. De heer S. A. Denker als de idealistische, dweepzieke predikant vertolkte zyn moeiiyke rol uitstekend; ook in de meer tragische mo menten kon hy goed voldoen. Als zyn vrouw speelde Mevr. M. Dy-kshoornThieman, die plotseling was ingevallen voor een der an dere dames, en welke zich volkomen in staat toonde deze taak te vervullen. Mejuffrouw Tine Knipper was de sympathieke oude moe der van den predikant; zij had een alleraar digste grijze coiffure en ruischte den heelen avond als een statige oude dame in haar def tige zwarte japon over het tooneel. J. H. Wijker was de fiere huzarenofficier en- de ladies-killer, die vereenigd waren In den per soon van Paul van Nyewene en Else werd vertolkt door Mejuffrouw J. de Groot, die, in haar tailorraade en met de blonde pruik er aantrekkelijk uitzag. Ouderling Bron-gers vond- in' den beer A. Swart een typisch ver tolker; het dweperig-fanatieke van dezen man wist hy goed te doen uitkomen. Het kleine rolletje van de dienstbode werd door Mejuf frouw E. van Hoek zeer goed weergegeven. Zooals altijd, was ook.nu moeite noch kos ten gespaard aan de regie, waardoor de „Ta- venu"-uitvoeringen altyd een cachet van voornaamheid krijgen. En omstreeks half twaalf was deze uitstekende uitvoering af- Tentoonatefllng In de zaal van Saorum" in de Koningstraat had Donder dagmiddag de Winter zyn intrede gemaakt U zal zeggen: dat is een waarheid als een koe, want we zitten midden in den winter. Jawel, maar er is verschil in winter en winter. Vooreerst is daar de yverige secretaris der IJsclub „Het Noorden", als de eerste Winter (en hoewel niet de eerste de beste, is hy toch de eerste en beste dezer winters). Dan is er de winter der natuur, die eigeniyk geen winter is, maar veeleer een filiaal van het voorjaar. En tenslotte dan de kunstmatige winter in ^Musis Sacrum", die een winter ls van het degelijke, ouderwetsche soort, zoo een, waarby de teen en u van de voeten vriezen. Wat is er dan in Musis vraagt de lezer: waar heeft hy het over? Stel u voor, lezer, dat gy, binnenkomend in Musis, daar een groot bord ziet staan met „rechtshouden"dat een verscheiden meters lange handvrijzer u den kortstee weg naar 'tZand, Anna Paulowna en Helder wyst; dat overal paaltjés staan met het woord „dreg" in duidelijke, roode lettersdat Winter (u ziet, ik werk met de hoofdletters W) u by de hand neemt en u vol trots een compleet zuurstof apparaat toontstel u dat alles voor, en zegt dan nogmaals, dat deze Winter niet echt isl Want de IJsclub „Het Noorden", op gericht 22 December 1922 en sedertdien zich verheugend in groote populariteit en talrijke leden, meende aan zyn plichten van rechtgeaarde IJsclub te kort te doen indien niet oen zoo volledig mogehjke uitrusting van reddingsmateriaal werd aangeschaft. En nu zy dat by elkander heeft, wilde zy, in gerechtmatigden trots over zoo schoon een uitrusting, een en ander eens exposeeren. Wat er Donderdagmiddag te zien was, mag inderdaad den toets der kritiek ten volle doorstaan. Alles wat tot een volledige uitrusting voor het redden van drenke lingen behoort, alles ook wat een goed toegeniste IJsclub noodig heeft aan materiaal, ia aanwezig. Het kostbaarst wellicht ls de complete medische afdeeling, waar de arts alles vindt wat hij voor hulp aan drenkelingen noodig heeft. Men vindt daar een zuurstofapparaat, dat aangewend wordt indien kunstmatige ademhaling faalt; een stethoscoop, injec tie-apparaten met de daarvoor benoodigde preparaten, een spiritusketel voor warm water, enz. enz. Dit alles is in één kist verpakt, zoodat men onmiddeliyk alle benoodigdhéden by de hand heeft. Verder zijn er twee brancards, elk met drie dekens, een 10-tal dreggen, dieop verschil lende plaatsen latogs de ysbaan worden opgesteld. Deze dreggen zijn voorzien van een zwaren houten dryver, zoodat men by het uitwerpen de plaats waar de drenkeling zich bevindt, kan bepalen. Behalve deze dreggen zyn nog een aan tal werpljjnen aanwezig van 10 M. lengte Deze hebben aan het einde een stevig bevestigd houten handvat, dat de dren keling gemakkeiyk kan vast houden. Zoo als reeds gezegd zyn de dreggen aange duid door roode houten borden met het woord „dreg", en de lijnen zyn zeer ge makkelyk uit te rollen. Er zyn verder ladders, zeer praktische uitklapbare red- dinghaken van 6, 6 en 8 M. lengte. Ook eventueel langs het Noord-HoTlandsch kanaal zullen van deze dreggen worden geplaatst, terwy'1 op sommige punten een complete installatie, nl. dreg, ladder, haak, zal worden gestationneerd. De Vereeniging liet een doelmatige ys schaaf maken, welke drie onderling ver stelbare beitels bezit, die op verschillende diepten kunnen worden ingesteld. Boven en behalve dit alles is er nog het gewone baanmateriaal aanwezig: vegers,bezems schuivers, aanwysborden, alsmede, voor wedstrijden, een mechanisch cyferbord stophorloges, een startrevolver, enz. enz Men ziet, de installatie mag er wezen Noblesse oblige: de IJsclub „HetNoorden is aangesloten bij den Ijsbond Holl. Noor derkwartier en Lid van den Kon. Nederl Schaatsenrijdersbond, en dat alles brengt zijn verplichtingen mede. Toen wy er Donderdagmiddag een kykje namen, was de photograaf juist bezig aan een kiek van een en ander, zoodat ook de niet bezoekers van deze expositie er een glimpje van zullen opvangen. Vooruit, winter! waar blijft gij? Heer Winter en de zynen staan voor* Heer winter klaar. PREDIKBEURTEN. ZONDAG 25 JANUARI Ned. Herv. Gemeente. Nieuwe Kerk (Weststraat): 's Morgens 10.80 u., Ds. W. A. F. van Dyk. Weeterkerk: Geen Avonddienst. Huisduinen: Geen dienst. Jullanadorp: 's Morgens 10 uur, de heer G. A. Niessink. Evangelisatie (Palmstraat): 's Morgens 10 uur en 's avonds half zes, Ds. A. G. H. van Hoogenhuyzen, van Amsterdam. Kinderkerk in de School m.d. Bybel. Geref. kerk (Spoorstraat), 's Morgens 10 uur en 's avonds 5.80 uur, Ds. B. v. d. Werft. Chr. Geref. Kerk (Steengraoht): 's Morgens 10 uur en 's avonds 5 uur, Oud Geref. Kerk (Hoogstraat): 's Morgens 10 uur en 's avonds 5.30 uur. Doopsgezinde Kerk: 's Morgens geen dienst 's Avonds 7Vi uur gemeente-avond. Lutherache Kerk: 's Morgens 10 uur, Ds. L. Schutte, van Amsterdam. „Gysbert Japlcx." Snjeon de 31 Januari 1925 scil it fryske selskip „Gysbent Japicx" to Helder hjar 2e byienkonste hélde. Er scji dan opfierd wirde „Memme liet", toanielstik yn 5 bedriuwen fen W. Vrijburg. Fen dizze selde skriuwer is jurren lyn opfierdi „Likel ut'e Weiten Piek". Dy dat stik toen sioen hawwe, seille nou net wei bliuwe, hwet dit stik is bjit noch moayer. Dus friezen yn Helder en omkriten as jimme nou ln moai stik sjen wolle, kom dan op us gearkomste. Tenk fierder noch om e krante fen 29 Jan. aansteande. Voorstelling ln Casino. Gezelschap Dir. Joh. Langenaken en Jan Nooy. Morgen (Zondag) komt het bekende Amsterdamsche Tooneelensemble onder directie van de heeren Joh. Langenaken en Jan Nooy weer in „Casino" met een eerste opvoering alhier van de Amster damsche volksschets„Zwarte Toon", de koning van den Zeedyk. Dit gezelschap, dat deze volksstukken zoo echt in den stijl weet te spelen en de typen uit de Amsterdamsche volksbuurt zoo juist kan weergeven, heeft hier een goede bekend heid gekregen. Voohal de medewerking van den populairen humoristischen speler. Jan Nooy, verzekert een uitstekende opvoering. Bovengenoemd stuk, door hem zelf bewerkt, had overal reeds een groot succes. Het is, als al deze stukken, weer Ingezonden Mededeeüng. een echt brok leven uit de Amsterdam sche volksbuurten, een stuk met een boeienden inhoud, waarby men een traan wegpinkt en u afwisselend laat schudden van den lach. De .prijzen van deze voorstelling zyn weer laag gesteld. NederL Ver. van Huisvrouwen. Opvoeding der rijpere Jeugd. In de bovenzaal van het Alg. Tehuis voor Militairen in de Spoorstraat, trad gisterenavond voor bovengenoemde ver eeniging op prof. dr. J. H. Gunning, met het onderwerp„De opvoeding der Ry- pere Jeugd". Mevr. DekkerKlik opende deze ver gadering, die druk bezocht was, met een woord van welkom aan aanwezigen, in het bizonder aan prof. Gunning, die naar het hooge Noorden was gekomen, om iets van zyn rijke ervaring te verhalen. Hierna verkreeg prof. Gunning het woord. We zullen het aldus prof. Gunning hebben over de eigenaardigheden van de rijpere jeugd. Rijper beteekent hier eigeniyk onrijp, het beteekent wel, op weg om rijp te worden. Het is dat tydperk dat volgt: op de kindsheiden voorafgaat aan de volwassenheid. Wy hebben eigen iyk daarvoor in onze taal geen juiste naam. De naam'„rijpere jeugd" hebben we te danken aan prof. Bavinck, die in 1916 een boek onder dezen titel schreef. In Duitschland gebruikt men hiervoor Jugendpflege etc. Deze periode, die ligt tusschen de kindsheid en volwassenheid, trekt tegen woordig algemeen de aandacht. Dat ver dient deze leeftyd dan ook ten volle. Want het is een zeer eigenaardige en gewichtige leeftyd. Het is zelfs een zeer vreemd feit, dat eigeniyk nog maar zoo kort aan dezen leeftyd de aandacht wordt geschonken. Toen spr. een 25, 80 jaar geleden wat meer over dezen leeftyd wilde gaan be- studeeren, waren er geen boeken. De man, die de geheele moderne opvoed kunde beheerscht, Jean Jacq Rousseau heeft in zyn boek „Emile" gewezen op het groote belang van dezen leeftyd, de theoriën van Rousseau hebben een ge weldigen invloed uitgeoefend op heel de moderne wetenschap. Rousseau heeft het leven van den mensch in verschillende tijdperken ver deelt. Hy zegt van het tydperk van de „rijpere jeugd": „Dit tydperk, waarop de opvoeding meestentyds ophoudt, is juist de tyd, waarop onze opvoeding eigeniyk eerst recht beginnen moet." Hy breekt hier dus met de heerschende opvatting, dat op dezen leeftyd de op voeding voleind zou zyn. Want wanneer men een boek over op voeding gaat lezen, leest men een boek over opvoeding van jong# kinderen. Hier mee doet men dan ook uitkomen, dat de opvoeding op vyftienjarigen leeftyd afge loopen zou zyn. Natuuriyk is niet de opleiding afgeloopen. Rousseau nu echter zegt dat dit juist verkeerd is. De opvoeding van de kinderen noemt hy kinderspel. Maar nu komt voor hem juist de taak voor opvoeding. Want nu ontwikkelt zich de mensch. Sinds kort hebben we een aparte weten schap n.1. die der paedologie.(kinderstudie) Vroeger beschouwde men het kind als een klein mensch. Dat uitte zich b.v. in de kleeding. Een kind werd hetzelfde gekleed als een volwassen mensch. Op de visschersdorpen is dit nog zoo. In de kleeding openbaart zich dus al, dat men nu van meening is, dat het kind anders is dan een volwassen mensch. goed voor brand- mij- en «tootwonden, verouderde wonden, zonnebrand, aam beien. spierpijnen, spit, rheumatlsche pijnen, wintervoeten, springende banden en nog veel meer, koopt ge met een pot Akkers Kloosterbalsem, de snel werkende merkwaardige veelzijdige zalf

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 9