T
Derde Blad.
PLAATSELIJK NIEUWS
'n Huisapotheek^
voor 50 centen J
VAN ZATERDAG 24 JANUARI 1925.
DE GEMEENTE-BEGROOTING 1K1
Een tegenvaller tn de opbrengst der
Plaatselijke Inkomstenbelasting van
75.000 gokten.
De door B. «n W. voorgestelde maat
regelen rijn: Bijdrage van 81/» voor
weduwen- en weezenpensloen door
gemeentepereoneel; verhooging van
belasting met 10 96; verlaging
prijzen van Gas en Eleetriciteit
van
het
de
de
Wij hebben Donderdag j! reeds gemeld,
dat in de Raadszitting van Maandag de be
handeling van de gemeentebegrooting werd
geschorst, aangezien B. en W. van den In
specteur der belastingen bericht hadden ont
vangen, dat de opbrengst van de plaatselijke
Inkomstenbelasting belangrijk minder zou
rijn dan ln de begrooting voor 1926 geraamd
was.
Hierdoor werden B. en W. voor de nood
zakelijkheid geplaatst de begrooting te her
zien en maatregelen te beramen, waardoor
de uitgaven zouden worden beperkt ol de In
komsten zouden worden verhoogd. Het Col
lege besloot belde middelen .te baat te nemen.
In de eerste plaats werd door B. en W.
een voorstel Ingediend om van het gemeente-
personeel een bijdrage in1 de premie voor
weduwen en weezenpensloen te heffen van
8/1, der jaarwedden, met inachtneming van
de door de Wet voorgeschreven beperking.
In de aan het Georganiseerd Overleg ge
zonden toelichting op dit voorstel zetten B.
en W. den toestand1 en die te nemen maatre
gelen als volgt uiteen:
Volgens eene berekening van het Hoofd
van den Oontröledienst der gemeente-belas
tingen, gebaseerd op gegevens van den In
specteur der Rijksbelastingen, zal de Inkom
stenbelasting dienst 1926/1926, te verant
woorden in de begrooting 1925, zuiver op
brengen pi. m. f 711.000, zulks bij een ver-
menigvuldagingscy f er als voor 1924/1925,
dienst 1924, welk cijfer Is 0.77.
Aangezien op de ontwerp-begrooting een
bedrag van 776.000 is geraamd, zou er dus
64.000 te weinig worden ontvangen.
Bij de overweging, op welke wijze dat te
kort zal zijn te dekken, hebben B. en W.
tevens de mogelijkheid onder de oogen ge
zien om den gasprijs te verlagen, omdat huns
inziens een handhaving van den tegenwoor-
cügen prijs stellig een verderen achteruit
gang van het gasdebiet zal tengevolge heb
ben. Algemeen was men het er in het College
ever eens, dat die verlaging 2 cents per M'.
zou moeten bedragen en werd dan ook be
sloten in dien geest te adviseeren.
Die gasprijsverlaging zal echter tengevolge
hebben, dat van de geraamde winst afgaat
een bedrag van rond 60.000, zoodat een
bedrag van 64.000 f 50.000 is f 114.000
moet worden gevonden ter dekking der beide
genoemde tekorten.
Nu is het mogelijk om tengevolge van na
het samenstellen der begrooting bekend ge
worden omstandigheden den post voor on
voorziene uitgaven zoodanig te verhoogen,
dat uit dezen post een bedrag van 16.000
wordt geput, waardoor hij tot ruim f 10.000
wordt teruggebracht, welk bedrag B. en W.
even voldoende achten. Te dekken is dan nog
f 114.000 16.000 Is 98.000.
B. en W. hebben gemeend, dat een zoo
groote som niet kan worden gedekt dan zon
der tot eenige verhooging van het vermenig-
vuldigingscijfer en zonder het vragen van
een bijdrage in de pensioenpremie van het
personeel over te gaan.
Zij zijn namelijk van oordeel, dat genoemd
tekort noch geheel voor rekening van de be
lastingplichtigen in het algemeen onder
wie er velen zijn wier inkomen zeer belang
rijk is gedaald noch geheel of grootendeels
voor rekening van het gemeentepersoneel
mag worden gebracht.
Na gezette overweging, zijn B. en W. tot
de conclusie gekomen, dat hét billijk is, uit
de Inkomstenbelasting te halen een bedrag
van 75.000, waardoor het vermenigvuldi-
gingscijfer waarschijnlijk moet worden ge
bracht óp 0.86, en uit de bijdragen voor wee
zen en weduwenpensioen 23.000, waarvoor
een heffing van 81/»% noodig is.
Hieraan kan nog worden toegevoegd, dat,
zonder dat het geraamde winstcijfer wordt
aangetast, naar de mening van B. en W. de
electriclteitsprijs kan worden verlaagd met
6 cents per K.W.U.
Wt) 'kunnen hier nog aan toevoegen, dat
waarschijnlijk de eleotriciteitsprijzen. voor
het kleinbedrijf gebracht zullen worden op
I7l/i cent voor dagstroom en 86 cent P®1
K.W.U. lm den spertijd. Voor grootverbruik
wordt de spertljdeprijs met 5 ct verlaagd,
terwyi de prijs van den dagstroom eveneens
wordt verminderd.
Zooals uit het bovenstaande blijkt, wordt
de vermenigvuldigingsfactor van 0.77 ge
bracht op 0.86, een vermeerdering dus van
0.08 of goed 10%.
Wy vreezen, dat dit een geduchte tegen
valler zal rijn voor de riJkswerklleden, amb
tenaren en het marinepersoneel, die hun sa
laris reeds zoo zwaar besnoeid zagen. Welis
waar staat hiertegenover de verlaging van de
prijzen van gas en eleetriciteit, die pLm.
121/, bedraagt, en dus wellicht een goed
deel van de belastingverhooging compenseert,
doch men heeft in dezen tijd al heel weinig
op met belastingverhooging". Het ïykt ons
dan ook niet waarschyniyk, dat men er zon
der meer in zal berusten. Eerder zullen er
stemmen opgaan, die aandringen op oen
scherp doorgevoerde bezuiniging, op schrap
ping of vermindering van uitgaven voor za
ken of instellingen, die wellicht wenscheiyk,
doch niet absoluut onmisbaar zyn voor onze
gemeente.
Wy kunnen hieraan nog toevoegen, dat
bet voorstel betreffende den pensioenaftrek
Dinsdag a.s. door den vertegenwoordiger van
B. en W. in het georganiseerd overleg zal
worden behandeld en verdedigd
dat by afdemping van hei instrument (het-
feen geschiedt door er de vuist Ln te steken)
it een halven toon hooger klinkt, zoodat de
speler onmiddellijk door moet gaan in een
andere toonsoort.het was een lust voor
het oor!
Na de pauze toonde de bazuinblazer welk
een mooi instrument ook zyn eigenaardige
schuiftrompet is. Geweldige klanken wist
hy te ontlokken aan zyn bazuin en steeds
waren daar zyn partners, die, volkomen in
hetzelfde tempo en dezelfde klanksterkte, In
vielen. Geen wonder, dat het enthousiaste
pubhek. na een rijk-genuanceerde fantaisie
dramatique van R. Sell te hebben aange
boord, om een toegiftje bedelde. En we kre-
gen een praebtig-gerythineerd danenummer
toftelot. Dèt Is zeker: een dergelijke combi
natie van koperen solo-instrumenten hoort
men niet eiken dag. Soms klonk het samen
spel volmaakt als een kerkorgel. Wy hopen,
dat dit kwartet hier nog eens terugkomt; het
s een afwisseling in wat men als instrumen-
ale muziek gewooniyk hoort, die ook by ve
en, die er nu niet waren, in den smaak zal
vallen.
wy eindigen met. den wensch, dat „Inter
Nos" te Haarlem zijn goeden roep gestand
moge doen en met lauweren beladen naar
Heraer terugkeeren zal!
Dubbel Mannenkwartet ginter Nos".
„Inter Nos" heeft, onder de bekwame lei
ding van den heer Leewens, ln den loop der
jaren een groote populariteit verkregen. De
heer Leewens beyvert zich trouwens steeds
om aan de door dit kwartet te geven concer
ten, die uit den aard der zaak op zichzelf iet
wat eenzydig zyn, ter afwisseling solisten
te doen optreden. Voor ditmaal was een zeer
byzonder instrumentaal kwartet geënga
geerd, nJ. „het Amsterdamsch Instrumentaal
Solisten-Quartet", bestaande uit de heeren
D. Speets en D. M. Tonnis (trompet), R.
Sell (hoorn) en E. Haagman (bazuin). Een
dergelijk ensemble is, voor zoover wy weten,
hier nog niet opgetreden en dus had dit op
treden de bekoring van het nieuwe.
„Inter N09" had een aantal nieuwe num
mers ingestudeerd. Geopend werd mot een
tweetal klassieke koren, n.1. *Libera me" van
Orlando di Lasso en „Popule meus" van Pa-
lestrina, beide componisten en tydgenooten
uit de 16e eeuw. De prachtige, sonore man
nenstemmen, waaruit het kwartet is samen
gesteld, deden de composities alle recht we
dervaren. Een tweetal andere, eveneens op
Latynscben tekst geschreven, composities
van P. Piel werden onder begeleiding van het
koper-kwartet ten gehoore gebracht. De zoo
te zeggen volmaakte begeleiding, berekend
op alle eventualiteiten by zangers,maakte
van deze nummers een verrukkelijk geheel,
waar naar te luisteren een genot was. A ca-
pella zong „Inter Nos" daarna een. concours-
nummer „Morgenzang" van Nico Hooger-
werf, en het bekende en reeds herbaalde
malen gezongen „LandsknechtstSndchen"
van Ori. Lasso. Wat dien „Morgenzang"
betreft, kan het klankgehalte nog beter wor
den en dit zal tegen den tyd dat de heeren
naar Haarlem moeten (eind •Fearuari) wel
terdege ingezongen zijn. Het werk van Lasso
kennen ze terdege; het is 'n dankbaar num
mer; men zal evenwel goed doen zich nog
eens op de uitspraak van het Duitsch toe te
leggen.
Na de pauze zong het kwartet een, even
eens nieuw, lied „September, blaas!" van
Jacob Hamel (woorden van Adama v. Schel-
tema), een mooi werk op mooie, dichter-
lyke woorden; verder een tweetal Dui-tsche
oomposities van Paul Scheinpflug en Emi
Kraemer. In bet eerste „Auf der Lagune"
is op aardige wijze het bekende Itallaansche
lied „Santa Lucia" verwerkt, gedeelteiyk op
bromstemmen by bas-solo. Heel goed kwam
dit uit Het andere, ,jO wie wunderschön ist
die Frühlingszerf*, van Emil Kraemer, is een
melodieus liedje met een zangerig refrein,
Tot slot werd het muzikale grapje „O Pe-
pita!" gegeven, welbekend van menige uit
voering, voor „Inter Nos" evenwel nieuw
(volgens het programma). De zangers en he,
publiek hadden er evenveel schik in, het was
een waardig slot van den avond, deze aardige
dansmelodietjes.
Het instrmentale kwartet verwon storen-
derhand de harten van het publiek. Dat ko-
per-intrumenten zich- goed leenen voor fyne
nuanceeringen, wisten wy, maar ook, dat het
bespelen ervan uiterst subtiel en moeilijk is.
Door dat men op bizondere manier lucht in de
instrumenten blaast, ontstaat de toon, doch
de klepjes, die hiervoor zyn ingericht, zijn
van uiterst kleine openingen voorzien, en
één enkel vliesje speeksel verandert den
toon. Oppassen en de uiterste voorzichtig
heid is dus geboden en zelfs dat voorkomt;
by plotselinge intervallen, nog niet altij<
kleine ongelukjes. Welnu, de bespeling
der instrumenten was zoodanig, dat geen
enkele ongewenschte nuanceering plaats had,
De vier heeren gaven een samenspel van
zeer groote volmaaktheid. De beide trompet
ten (le en 2e) klonken als één enkel instru
ment, de donkerder bazuin (of schuif trom
bone) begeleidde, en de prachtig-getimbreer-
de waldhoorn overheerschte alles. Het pu
bliek was over het gebodene verrukt.
Na een statig Andante van Klein, een mooi
Air pastorale van Sell, en nadat het by het
volgend nummer den zang begeleid had, kre
gen we, een waldhoorn-solo, door den solist-
zelf gecomponeerd, waarover kenners in de
wolken waren.
Zulk spelen had men nimmer gehoord, de
hoogst-bereikbare toon der waldhoorn, drie
gestreept f, werd met een gemak te voor-
schyn gebracht alsof het niets was. En de
verrukkeiyke fyn-genuanoeerde, steeds ver
der weg klinkende echo's! En dan te weten, geloopen en ving het bal aan.
ReddJngnaierlML
het gebouw „Musis
Tooneefvereenlglng „Tsvenn.
„Bergopwaarts" wil de Heldersche Too-
neelvereeniging „Tavenu" en zy toont, dat
n de keuze faarer stukken. Stukken als
„Freuleken", dat de vorige maal werd1 opge
voerd, en nu weer „Bergopwaarts", zyn voor
dilettantenclubs waarlijk geen peulescbil-
letjes. Dat de Vereeniging ze, niet de haar
ten dienste staande krachten, nochtans aan
durft, getuigt van durf, maar tevens van
zelfvertrouwen, en zelfvertrouwen, zoolang
het niet ontaardt in zelfoverschatting, is voor
een vereeniging, die zich beweegt op het ge
bied der kunst, een machtige factor tot wel
slagen.
Heeft „Tavenu" met dit tooneelstuk be
wezen het meer ernstige genre aan te kun
nen? Zeer zeker, al blijft het hier en daar
natuuriyk dilettantenwerk. „Bergopwaarts"
door den schrijver van het bekende stuk „De
Pastoor van Neuvillette", D. Scheffer, is
vóór alles een stuk van innerlijke conflicten.
De jonge predikant, een man van hooge roe
ping, ernstig willen en nobel karakter, is ge
trouwd met een wat wuft Haagsch meisje,
dat zich in het achteriyke dorpje doodkniest,
geen tact heeft met de kortzichtige en be
krompen gemeentenaren om te gaan....
Henk is geheel in beslag genomen door zyn
ambt; behalve zijn meer enge werk in de
gemeente, beweegt hy zich ook op het wy-
der terrein van het geesteiykeleven daar
buiten; zyn artikelen Tn bladen en tydschrif-
ten, zyn groot werk over den „nieuwen
mensch" zal hem straks 'beroemdheid ver
schaffen. Voor dat alles verwaarloost hy
Mary. Heele dagen zit by op zyn studeer
kamer en Mary zit alleen, beneden, het hart
vol wrok en eenzaamheid.
Het conflict, dat komen moet, Is door den
schrijver scherp gesteld: freule Else van
Nyewene komt meer en meer onder de be
koring van de leer des nieuwen predikanten:
Tij bezoekt dagelijks de- pastorie, corrigeert
de driikproeven voor Henk's boek, kortom,
de toehoorder ziet aankomen waar dat op uit
draait Daartegenover staat Mary, als oude
kennis van Else's broer Paul, den charmeur,
die het dominé's-vrouwtje op de verderfe-
lykheid der wufte wegen voert, als daar zijn
het gezameniyk paardrijden over de hei, een
beetje geflirt, enz.
Daar tusschenin: Henk's moeder, sympa
thieke vrouw, weduwe, na een buitengewoon
gelukkig huweiyk als zoodanig het hoogte is.
Aan het huweiyk, aan het gelukkig samen-
gelukkig huweiyk, aan het gelukkig samen
leven tusschen man en vrouw, moet alles,
ook Henk's werk, ondergeschikt worden ge
maakt. Zy predikt verzoening, en, als straks
het conflict zyn hoogtepunt heeft bereikt,
Mary met Paul is heengegaan en Else van
de gelegenheid gebruik maakt om te trachten
Henk te veroveren, (wat haar intusschen niet
gelukt), is zy het, die de partyen weder tot
elkander brengt. Want Paul, de speler, heeft
zich in Monte Carlo doodgeschoten (altijd
een gemakkelijke oplossing voor een auteur
om zich van een lastige figuur te ontdoen!).
Mary komt berouwvol terug, en Henk neemt
haar in genade weer aan.
Er is in dit stuk iets onwerkelijks: de fi
guren zyn zoo zoeteiyk, de verwydering tus
schen den predikant en zyn vrouw 3s veel
te scherp gesteld, waardoor het geheel Iets
melodramatisch' krijgt. Het is trouwens ook
geen stuk, dat lang op de planken ls geble
ven; het is ma enkele opvoeringen, in de
archieven der schouwburgen opgeborgen.
De lezer zal nu begrijpen, dat een stuk als
dit voor een dilettanten-tooneel groote moei
lijkheden oplevert. Het op zichzelf ietwat
onwerkeiyke (immers te scherp gestelde)
conflict moet zoodanig worden uitgebeeld,
dat het «ochtans aannemeiy-k is. Over het
fügemeen hebben de spelers van „Tavenu"
getoornd voor hun taak berekend te zyn. De
heer S. A. Denker als de idealistische,
dweepzieke predikant vertolkte zyn moeiiyke
rol uitstekend; ook in de meer tragische mo
menten kon hy goed voldoen. Als zyn vrouw
speelde Mevr. M. Dy-kshoornThieman, die
plotseling was ingevallen voor een der an
dere dames, en welke zich volkomen in staat
toonde deze taak te vervullen. Mejuffrouw
Tine Knipper was de sympathieke oude moe
der van den predikant; zij had een alleraar
digste grijze coiffure en ruischte den heelen
avond als een statige oude dame in haar def
tige zwarte japon over het tooneel. J. H.
Wijker was de fiere huzarenofficier en- de
ladies-killer, die vereenigd waren In den per
soon van Paul van Nyewene en Else werd
vertolkt door Mejuffrouw J. de Groot, die,
in haar tailorraade en met de blonde pruik
er aantrekkelijk uitzag. Ouderling Bron-gers
vond- in' den beer A. Swart een typisch ver
tolker; het dweperig-fanatieke van dezen man
wist hy goed te doen uitkomen. Het kleine
rolletje van de dienstbode werd door Mejuf
frouw E. van Hoek zeer goed weergegeven.
Zooals altijd, was ook.nu moeite noch kos
ten gespaard aan de regie, waardoor de „Ta-
venu"-uitvoeringen altyd een cachet van
voornaamheid krijgen. En omstreeks half
twaalf was deze uitstekende uitvoering af-
Tentoonatefllng
In de zaal van
Saorum" in de Koningstraat had Donder
dagmiddag de Winter zyn intrede gemaakt
U zal zeggen: dat is een waarheid als
een koe, want we zitten midden in den
winter. Jawel, maar er is verschil in
winter en winter. Vooreerst is daar de
yverige secretaris der IJsclub „Het
Noorden", als de eerste Winter (en hoewel
niet de eerste de beste, is hy toch de
eerste en beste dezer winters). Dan is
er de winter der natuur, die eigeniyk
geen winter is, maar veeleer een filiaal
van het voorjaar. En tenslotte dan de
kunstmatige winter in ^Musis Sacrum",
die een winter ls van het degelijke,
ouderwetsche soort, zoo een, waarby de
teen en u van de voeten vriezen.
Wat is er dan in Musis vraagt de
lezer: waar heeft hy het over? Stel u
voor, lezer, dat gy, binnenkomend in
Musis, daar een groot bord ziet staan
met „rechtshouden"dat een verscheiden
meters lange handvrijzer u den kortstee
weg naar 'tZand, Anna Paulowna en
Helder wyst; dat overal paaltjés staan
met het woord „dreg" in duidelijke, roode
lettersdat Winter (u ziet, ik werk met
de hoofdletters W) u by de hand neemt
en u vol trots een compleet zuurstof
apparaat toontstel u dat alles voor,
en zegt dan nogmaals, dat deze Winter
niet echt isl
Want de IJsclub „Het Noorden", op
gericht 22 December 1922 en sedertdien
zich verheugend in groote populariteit
en talrijke leden, meende aan zyn plichten
van rechtgeaarde IJsclub te kort te doen
indien niet oen zoo volledig mogehjke
uitrusting van reddingsmateriaal werd
aangeschaft. En nu zy dat by elkander
heeft, wilde zy, in gerechtmatigden trots
over zoo schoon een uitrusting, een en
ander eens exposeeren.
Wat er Donderdagmiddag te zien was,
mag inderdaad den toets der kritiek ten
volle doorstaan. Alles wat tot een volledige
uitrusting voor het redden van drenke
lingen behoort, alles ook wat een goed
toegeniste IJsclub noodig heeft aan
materiaal, ia aanwezig. Het kostbaarst
wellicht ls de complete medische afdeeling,
waar de arts alles vindt wat hij
voor hulp aan drenkelingen noodig heeft.
Men vindt daar een zuurstofapparaat,
dat aangewend wordt indien kunstmatige
ademhaling faalt; een stethoscoop, injec
tie-apparaten met de daarvoor benoodigde
preparaten, een spiritusketel voor warm
water, enz. enz. Dit alles is in één kist
verpakt, zoodat men onmiddeliyk alle
benoodigdhéden by de hand heeft. Verder
zijn er twee brancards, elk met drie
dekens, een 10-tal dreggen, dieop verschil
lende plaatsen latogs de ysbaan worden
opgesteld. Deze dreggen zijn voorzien
van een zwaren houten dryver, zoodat
men by het uitwerpen de plaats waar de
drenkeling zich bevindt, kan bepalen.
Behalve deze dreggen zyn nog een aan
tal werpljjnen aanwezig van 10 M. lengte
Deze hebben aan het einde een stevig
bevestigd houten handvat, dat de dren
keling gemakkeiyk kan vast houden. Zoo
als reeds gezegd zyn de dreggen aange
duid door roode houten borden met het
woord „dreg", en de lijnen zyn zeer ge
makkelyk uit te rollen. Er zyn verder
ladders, zeer praktische uitklapbare red-
dinghaken van 6, 6 en 8 M. lengte. Ook
eventueel langs het Noord-HoTlandsch
kanaal zullen van deze dreggen worden
geplaatst, terwy'1 op sommige punten een
complete installatie, nl. dreg, ladder, haak,
zal worden gestationneerd.
De Vereeniging liet een doelmatige ys
schaaf maken, welke drie onderling ver
stelbare beitels bezit, die op verschillende
diepten kunnen worden ingesteld. Boven
en behalve dit alles is er nog het gewone
baanmateriaal aanwezig: vegers,bezems
schuivers, aanwysborden, alsmede, voor
wedstrijden, een mechanisch cyferbord
stophorloges, een startrevolver, enz. enz
Men ziet, de installatie mag er wezen
Noblesse oblige: de IJsclub „HetNoorden
is aangesloten bij den Ijsbond Holl. Noor
derkwartier en Lid van den Kon. Nederl
Schaatsenrijdersbond, en dat alles brengt
zijn verplichtingen mede. Toen wy er
Donderdagmiddag een kykje namen, was
de photograaf juist bezig aan een kiek
van een en ander, zoodat ook de niet
bezoekers van deze expositie er een
glimpje van zullen opvangen.
Vooruit, winter! waar blijft gij? Heer
Winter en de zynen staan voor* Heer
winter klaar.
PREDIKBEURTEN.
ZONDAG 25 JANUARI
Ned. Herv. Gemeente.
Nieuwe Kerk (Weststraat):
's Morgens 10.80 u., Ds. W. A. F. van Dyk.
Weeterkerk:
Geen Avonddienst.
Huisduinen:
Geen dienst.
Jullanadorp:
's Morgens 10 uur, de heer G. A. Niessink.
Evangelisatie (Palmstraat):
's Morgens 10 uur en 's avonds half zes,
Ds. A. G. H. van Hoogenhuyzen, van
Amsterdam.
Kinderkerk in de School m.d. Bybel.
Geref. kerk (Spoorstraat),
's Morgens 10 uur en 's avonds 5.80 uur,
Ds. B. v. d. Werft.
Chr. Geref. Kerk (Steengraoht):
's Morgens 10 uur en 's avonds 5 uur,
Oud Geref. Kerk (Hoogstraat):
's Morgens 10 uur en 's avonds 5.30 uur.
Doopsgezinde Kerk:
's Morgens geen dienst
's Avonds 7Vi uur gemeente-avond.
Lutherache Kerk:
's Morgens 10 uur, Ds. L. Schutte, van
Amsterdam.
„Gysbert Japlcx."
Snjeon de 31 Januari 1925 scil it fryske
selskip „Gysbent Japicx" to Helder hjar 2e
byienkonste hélde. Er scji dan opfierd wirde
„Memme liet", toanielstik yn 5 bedriuwen
fen W. Vrijburg. Fen dizze selde skriuwer
is jurren lyn opfierdi „Likel ut'e Weiten
Piek". Dy dat stik toen sioen hawwe, seille
nou net wei bliuwe, hwet dit stik is bjit noch
moayer. Dus friezen yn Helder en omkriten
as jimme nou ln moai stik sjen wolle, kom
dan op us gearkomste.
Tenk fierder noch om e krante fen 29 Jan.
aansteande.
Voorstelling ln Casino.
Gezelschap Dir. Joh. Langenaken
en Jan Nooy.
Morgen (Zondag) komt het bekende
Amsterdamsche Tooneelensemble onder
directie van de heeren Joh. Langenaken
en Jan Nooy weer in „Casino" met een
eerste opvoering alhier van de Amster
damsche volksschets„Zwarte Toon", de
koning van den Zeedyk. Dit gezelschap,
dat deze volksstukken zoo echt in den
stijl weet te spelen en de typen uit de
Amsterdamsche volksbuurt zoo juist kan
weergeven, heeft hier een goede bekend
heid gekregen. Voohal de medewerking
van den populairen humoristischen speler.
Jan Nooy, verzekert een uitstekende
opvoering.
Bovengenoemd stuk, door hem zelf
bewerkt, had overal reeds een groot
succes. Het is, als al deze stukken, weer
Ingezonden Mededeeüng.
een echt brok leven uit de Amsterdam
sche volksbuurten, een stuk met een
boeienden inhoud, waarby men een traan
wegpinkt en u afwisselend laat schudden
van den lach.
De .prijzen van deze voorstelling zyn
weer laag gesteld.
NederL Ver. van Huisvrouwen.
Opvoeding der rijpere Jeugd.
In de bovenzaal van het Alg. Tehuis
voor Militairen in de Spoorstraat, trad
gisterenavond voor bovengenoemde ver
eeniging op prof. dr. J. H. Gunning, met
het onderwerp„De opvoeding der Ry-
pere Jeugd".
Mevr. DekkerKlik opende deze ver
gadering, die druk bezocht was, met een
woord van welkom aan aanwezigen, in
het bizonder aan prof. Gunning, die naar
het hooge Noorden was gekomen, om
iets van zyn rijke ervaring te verhalen.
Hierna verkreeg prof. Gunning het
woord.
We zullen het aldus prof. Gunning
hebben over de eigenaardigheden van
de rijpere jeugd. Rijper beteekent hier
eigeniyk onrijp, het beteekent wel, op
weg om rijp te worden. Het is dat tydperk
dat volgt: op de kindsheiden voorafgaat
aan de volwassenheid. Wy hebben eigen
iyk daarvoor in onze taal geen juiste
naam. De naam'„rijpere jeugd" hebben
we te danken aan prof. Bavinck, die in
1916 een boek onder dezen titel schreef.
In Duitschland gebruikt men hiervoor
Jugendpflege etc.
Deze periode, die ligt tusschen de
kindsheid en volwassenheid, trekt tegen
woordig algemeen de aandacht. Dat ver
dient deze leeftyd dan ook ten volle.
Want het is een zeer eigenaardige en
gewichtige leeftyd. Het is zelfs een zeer
vreemd feit, dat eigeniyk nog maar zoo
kort aan dezen leeftyd de aandacht wordt
geschonken.
Toen spr. een 25, 80 jaar geleden wat
meer over dezen leeftyd wilde gaan be-
studeeren, waren er geen boeken. De
man, die de geheele moderne opvoed
kunde beheerscht, Jean Jacq Rousseau
heeft in zyn boek „Emile" gewezen op
het groote belang van dezen leeftyd, de
theoriën van Rousseau hebben een ge
weldigen invloed uitgeoefend op heel de
moderne wetenschap.
Rousseau heeft het leven van den
mensch in verschillende tijdperken ver
deelt. Hy zegt van het tydperk van de
„rijpere jeugd":
„Dit tydperk, waarop de opvoeding
meestentyds ophoudt, is juist de tyd,
waarop onze opvoeding eigeniyk eerst
recht beginnen moet."
Hy breekt hier dus met de heerschende
opvatting, dat op dezen leeftyd de op
voeding voleind zou zyn.
Want wanneer men een boek over op
voeding gaat lezen, leest men een boek
over opvoeding van jong# kinderen. Hier
mee doet men dan ook uitkomen, dat de
opvoeding op vyftienjarigen leeftyd afge
loopen zou zyn. Natuuriyk is niet de
opleiding afgeloopen.
Rousseau nu echter zegt dat dit juist
verkeerd is. De opvoeding van de kinderen
noemt hy kinderspel. Maar nu komt voor
hem juist de taak voor opvoeding. Want
nu ontwikkelt zich de mensch.
Sinds kort hebben we een aparte weten
schap n.1. die der paedologie.(kinderstudie)
Vroeger beschouwde men het kind als
een klein mensch. Dat uitte zich b.v. in
de kleeding. Een kind werd hetzelfde
gekleed als een volwassen mensch. Op de
visschersdorpen is dit nog zoo.
In de kleeding openbaart zich dus al,
dat men nu van meening is, dat het kind
anders is dan een volwassen mensch.
goed voor brand- mij- en «tootwonden,
verouderde wonden, zonnebrand, aam
beien. spierpijnen, spit, rheumatlsche
pijnen, wintervoeten, springende banden
en nog veel meer, koopt ge met een
pot Akkers Kloosterbalsem, de snel
werkende merkwaardige veelzijdige zalf