NIEUWSBLAD VOOR
HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
tot Glasverzekering,
Begraven Geld
Eerste Blad.
BUITENLAND
Heidersche Maatschappij
Nr. 5984.
53ste JAARGANG.
DUITSCHLAND.
De zaak-Bannat
Als U Boodschappen doet I
Het vergaan van de „Saigon".
„Wy- logeeren in de pastorie," zeide ik,
„en myn getrouwde zuster is by ons."
De uitzetting van den patriarch.
VEREENIGDE STATEN.
De regeling der schulden en de
ontwapenlngsquaestle.
De manipulaties In tarwe In de Ver. SL
De winst der speculatie.
„Myn broer," zeide tante Josephine,
heeft nooit van zyn leven een stuiver
bezeten om aan Geneviève of iemand
anders achter te laten."-
HELDERSCHECOURANT
ABONNEMENT PER 3 MAANDEN BIJ VOORUITBETALING:
Heldersche Courant fl.50; fr. p. p. binnenland 12.—, Ned. 0. en W.
1 en overi«e landen f 4.20. Zondureblad
reep. f 0.50, f 0.70,10.70, f 1.20. Modeblad resp. 10.95, f 1.25, f 1.25,11.60
Losse nuAmers der Courant 4 ct.; fr. p. p. 6 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur-Uitgever: O. DE BOER Jr., HELDER
Bureau: Koningstraat 29 Telefoon: 50 en 412
Poat-Girorékenig No. 16066.
ADVERTENTIEN:
20 ct. p. regel (galjard) logee, meded. (kolombreedte ale redaction.
tekst) 60 ct. Kleine advertenties (gevraagd, te koop, te huur) v. 14
regele 40 ct.. elke regel meer 10 et. bij vooruitbetaling (adres: Bureau
v. d'. blad en met br. onder no. 10 «t. p. adv. extra). Bewijsno. 4 cl
Op- en ondergang van Zon en Maan
en tijd van hoogwater (Texel).
Wint er ty d.
Maan Zon Hoogwater
Febr. op: ond.: op: ond.: v.m.:n.m.:
Zo. 8 a. 4.40 m. 7.19 7.28 4.58 8.46 9,03
Ma. 9 5 46 7.49 7.26 5.— 9.19 9.34
Di. 10 a 6.53 8.16 7.24 5.02 9.5010.06
Wo. 11 8 02 8.40 7.22 5.03 10.2310.40
Do. 12 9.13 9.02 7.20 5.0510.5711.15
Vr. 13 10.25 9.24 7.18 5.07 11.33 11.52
Za. 14 11.39 9.48 7.16 5.040.11
Licht op
voor auto's en fietsen:
Zaterdag 7 Febr5.26 uur
Zondag 8 5 28
Maandag 9 5.30
eroepelijke credietfaciliteiten hebben ge
pend. Natuurlijk in den strijd, toen de so-
De „Berliner Börsenzeitung", die eeni-
ge jaren geleden in Duitschnationale Lan-
den is overgegaan, publiceert een heele
pagina nieuwe onthullingen inzake de
Barmat-affaire.
Een niet genoemd zegsman van het
blad, die volgens de ,3örsenzeitung" bij
zonder goed op de hoogte is van alles
wat er gebeurt in de Amsterdamsche on
dernemingen van Barmat, heeft aan het
blad heele reeksen van namen genoemd
van sociaaldemocratische en oentrumpoli-
tkri, die zich door Barmat zouden hebben
laten „stoppen". In de eerste plaats de
vroegere rijkspostminister dr. Höfle, die
gedurende den inflatietijd door bemidde
ling'van een Duitsche firma te Amster
dam 500 dollar zou hebben gekregen.
Voorts de directeur van de Pruisische
Staatsbank, dr. Hellwig, die in Septem-
ber-October 1924 door een andere Duitr
sche firma te Amsterdam 20.000 frans heet
te hebben ontvangen.
De Pruisische Landdagafgevaardigde
Heilman kreeg van de redactie van het
sociaal-democratische dagblad „Voor-
waats" te Rotterdam een maandelyksche
toelage van 150 gulden, die door de
Amexima te Amsterdam als propaganaa-
kosten werden geboekt. Bovendien had de
Amexima in 1922 het verblyf van de
dochter van Heilmann in Zwitserland be
taald. De vroegere Saksische minister-pre
gident en tegenwoordige gezant van Sak
sen te Berlijn, Gradnauer, had in 1919 van
de Amexima een leening van ca. 1000
gulden gekregen, die later op de onkos-
tenrekening werden geboekt. Regeerings-
president dr. Gützner te Dusseldorf had
van Barmat in 1919 een leening van 4000
francs gekregen, die naderhand eveneens
op de onkostenrekening werd onderge
bracht. In den zomer van 1924 had de
directeur van de staatsbank, Geheimrat
Hebena een reis naar Amsterdam onder
nomen en als aandenken van Barmat
Delftsch poroelein ter waarde van 700 gul
den gekregen, eveneens door de Amexima
betaald.
Voorts maakt de zegsman van de „Ber-
liner Börsenzeitung" melding van een
groot aantal sociaal-democraten, die „Lie-
besgaben" van Barmat hebben ontvan
gen. Daaronder_ zou ook rijkspresident
Ebert zijn (wiens vrouw daarvoor steeds
in bijzonder hartelijke brieven bedankte),
de oud-rijkskanselier Bauer, Gradnauer,
de voorzitter van de sociaal-democratische
party Wels, en de politiepresident van
Berlijn Richter. Scheidemann zou met
zijn vrouw op kosten van de Amexima zes
weken in het Grand Hötel te Scheven in-
gen hebben gelogeerd. Ook aan de heide
directeuren der Staatsbank, Hellwig en
Rtihe, zouden voortdurend groote Liebes-
gabepakketten gezonden zijn. De Saksi
sche regeering zou, om Barnfat de leve
rantie van vet en spek gemakkeiyker te
maken by verschillende bankfirma's on-
he:
open
ciaaldemocrateri In Saksen- het heft in
handen hadden.
De geheele voorpagina van de „Beriiner
Börsenzeitung" is door deze onthullingen
in -beslag genomen. Natuuriyk regent het
onmiddellyk tegenspraken.
Ebert laat verklaren, dat hij nooit van
rijn leven „Liebesgaben" van Barmat
heeft ontvangen. De oud-rijkspresident
Höfle deelt in de „Germania" mode, dat
hy nooit eenig pecuniair voordeel van
Barmat heeft genoten. Heilmann was
oorrespondent van de „VorwSrts" en
kreeg daarvoor 150 gulden salaris per
maand.
Voordat alle tegenspraken nog konden
rijn gepubliceerd, komt de „Lokal-Anzei-
ger" reeds weer met nieuwe onthullingen,
Het blad publiceert een afschrift van een
brief, dien de Amexima den 27en Octo-
ber 1923 tot den rijkskanselier Bauer
zou hebben gericht, en waarin Bauer er
aan herinnerd wordt, wat hy allemaal van
Barmat heeft gekregen. Het blad dringt
er op aan, dat ook dit geval weer ernstig
zal worden onderzocht, te meer omdat
Bauer voor de Pruische Barmat-commis-
sie nadrukkeiyk heeft verklaard, nooi
eenig financieel voordeel van zyn toetrek
kingen met Barmat te hebben genoten.
Ingezonden mededeellng.
FEU I L L ET O N.
FRANKRIJK.
Strijd om de scheepvaart
De Kamer van Koophandel te Oher-
bourg heeft aan de „United States Lines'1
aangeboden voor de Leviathan, die, zoo
als hekend is, een buitengewoon grooten
diepgang heeft, te Oherbourg een byzon
dere kade met haven te bouwen, waar het
groote schip kan aanleggen en manoeu
vreeren, indien tenminste de Amerikaan-
sche Shipping board in de kosten wilde
bydragen. Dit alles geschiedt om te trach
ten het eindstation van de Amerikaansche
stooanvaartlynen van Southampton naar
Oherbourg verlegd te krijgen.
By de onderhandelingen, die onlangs
hebben plaats gevonden, hebben de Ame
rikaansche vertegenwoordigers hun ver-
Ingezonden mededeellng.
vergeet, dan vooral niet dat PUROL
evenmin thuismag ontbreken als een ander
artikel van dagelijksch gebruik.
wondering erover uitgesproken, dat de
verbindingen tusschen Oherbourg en Pa
rijs zoo slecht waren en dat de rijtijd tus
schen de beide stations veel te lang was.
Southampton van zijn kant doet alle
moeite eindstation van de Amerikaan
sche lynen te biyven. Ook deze stad heeft
een afzonderiijke kade voor de Leviathan
aangeboden, alsmede inrichting van een
enorm dok.
Op dezelfde wyze tracht men thans in
Havre ook iets te doen.
Er is nog geen beslissing gevallen, doch
het sóhynt juist te zyn, dat de Amerika
nen een eindstation in Europa zoeken, dat
niet in Engeland gelegen is. (N. R. Ot)
Een Franschman, die „niéts zag".
In de „Hlu8tration" van 31 Januari
schrijft Ludovic Naudeau een artikel
over Duitschland. Het is een zeer uitvoe
rig, maar tevens b«' opwekkend artikel
dat echter nog vele vragen openlaat, wel
ke de schrijver voornemens is in een
tweede artikel te beantwoorden. Niette
min verdient deze eerste brief van Nau
deau de aandacht, omdat hij sprekende
van de dingen, welke hij gezien heeft,
moet constateeren dat hy althans niets
zag van al het verontrustende, dat dé
Fransche pers over Duitschland opdischt.
Hy zag te Berlyn veel rijkdom en weelde,
veel goed voorziene winkels, en het
was omstreeks Kerstmis en Nieuwjaar
veel feesteiykheid en feestgangers. Maar
van oorlogstoerustingen zag of merkte
liy niets.
Naudeau verhaalt eveneens van een
Franschman, die sedert maanden in de
Duitsche hoofdstad woont, maar ook
moest verklaren van al de verschrikke-
lykheden, welke de Parijsche bladen voor
hun lezers afschilderen, te Beriyn nim
mer iets te hebbeir gezien of gemerkt. En
het eenige dat Naudeau zelf aan nationa
listische betooging kon constateeren was
zoo nu en dan dat in een koffiehuis op
verzoek aan het strijkje dte Duitsche va-
derlandsche liederen worden gespeeld en
met schitterende oogen door de aanwezi
gen worden toegejuicht.
Gezien heeft hij dus eigenlijk niets, zoo
als hy zelf zegt In zijn volgend artikel
echter zal hij nu nagaan of er niettemin
toch nog aanleiding is om aan het ge
vaar der Duitsche oorlogstoerusting is te
gelooven.
Teekenend is in het artikel ook nog,
dat Naudeau, die getuigt, dat de Fran
sche controle-officieren en ambtenaren
ongehinderd zich te Berlijn bewegen, de
vraag stelt wat er te Parijs wel zou ge
schieden als men zich eens voorstelt, dat
daar in 1925 een Duitsche militaire com
missie zou zetelen.
Ten slotte stelt Naudeau de vraag:
heeft de Duitscher in het algemeen een
afschuw van de Franschen? Uit eigen er
varing merkte hy daarvan niets, overal
werd hij correct en hoffelijk behandeld.
Den löen Januari j.1. ontving ljet de
partement van koopvaardij bericht dat er
van het ss. „Saigon", dat den kustdienst
in Indo-China onderhoudt, sedert 3 Dec.,
toen het uit Quinhon was vertrokken,
geen bericht meer was ontvangen. Er
werden kanonneerbooten uitgezonden om
het schip te zoeken, doch zij keerden on
verrichter zake terug.
Het bericht werd nog eenigen tyd ach
tergehouden om de openbare meening
niet te verschrikken, maar thans wordt
bekend gemaakt dat het schip met man
en muis moet zyn vergaan. Behalve de
bemanning, die uit 38 leden bestond (28
Japanners en 10 Annamieten) bevonden
zich 92 passagiers aan boord (84 inlan
ders en acht leden der Christelijke Missie
in Indo-China)'. De „Saigon", die tot de
oudste vaartuigen van de Compagnie des
Messageries Maritimes behoorde, was on
langs aan de Gnobay, een inlandsche
maatschappy, verkocht, die het schip
restaureerde en in de kustvaart bracht.
TURKIJE.
Ingezonden Mededeellng.
gevestigd te HELDER - opgericht 1904.
Directie: Firma GEBR. HOOGERDUIJN,
MIDDENSTRAAT 18-20—24-29.
n deze Maatschappij worden alle glasruiten
verzekerd tegen de laagste noteering.
Direct plaatsing van ruiten.
Int. Comm. Tel. 74.
door
GBORGE A. BIRMINGHAM.
86> v
Tante Josephine sprong van de bana,
waarop zy stond, en fluisterde een dame
die naast haar zat, iets in het oor. Ik weet
niet wie die dame was, maar zy moet een
volleerde openbare redenaarster zyn ge-
woest. Zoodra zy gehoord had wat haar
toegefluisterd was, sprong zy op de bank
on ging met Josephine's redevoering door.
Het gehoor moest de verandering van
spreekster opgemerkt hebben, maar er
was nauwelijks een pauze in den woorden
stroom. De nieuwe dame begon precies
daar waar tante Josephine uitgescheiden
was. Ik ben er niet zeker van, want ik
kon het niet duidelijk hooren, maar mijn
indruk is, dat zy een onvoltooiden zin
grammatikaal juist afmaakte, wat meer is
dan de meeste openbare redenaars met
-hun eigen zinnen kunnen doen, wanneer
die toevallig wat lang zyn.
Tante Josephine glipte uit de auto en
haastte zich naar de plaats waar wy ston
den. Geneviève deed haar een paar stap:
pen tegemoet en liet zioh zoenen, eerst
op de eene wang en daarna op de andere.
Josephine's zoenen waren, gelyk haar wel
sprekendheid, krachtig. Ik zou niet graag
haar man of ook maar haar nioht zyn. Ik
ben zeker, dat zy my telkens zou bezeeren,
als zy een 'bevlieging van harteiykbeid
kreeg-
„Lieve Geneviève," zeide zy, „jij bent
de laatste die ik hier verwacht had te
zullen zien. Ik dacht dat je by je vader
in Bretagne was."
„Vader is verleden week gestorven,"
zeide Geneviève.
„O, werkelijk!"
Josephine's toon drukte uit dat Wilbred
wat haar betreft veel beter dood dan
levend was. Ik geloof niet dat zij meer
geconcentreerde bitterheid in hare woor
den had kunnen leggen, zelfs als zy van
„burger van het Britsche ryk" had ge
sproken. Misschien was Wilbred een
„lakei van de Engelsche kroon" geweest en
had zij hem daarom gehaat.
„En wat doe je nou?" vroeg Josephine.
Zy keek naar my, terwy'1 zy die vraag
deed, en ik begreep dat, als Geneviève
van hare eigen wederwaardigheden ver
slag deed, zy eenige opheldering zou moe
ten geven, hoe ik bij haar was.
„Deze mynheer," zeide Geneviève een
voudig, ,4s mynheer Farnham".
Deze terloopsche manier van voorstel
len -bevredigde tante Josephine niet. Het
was nauwelijks te verwachten geweest.
Maar Geneviève scheen niet geneigd om
iets- meer te zeggen. Ik -begreep dat ik
een verslag van mijzelf moest geven.
„Ik ben hierheen overgekomen met uw
nicht," zeide ik, „als een soort van ver
trouwd persoon om voor haar eigendom
te zorgen."
Tante Josephine gluurde naar my.
Dat moest eiken achterdocht by haar
bedaard hebben. Niemand kan in een fat-
soeniyker huis logeeren dan een pastorie,
en een getrouwde zuster wordt altyd een
Eten orkaan boven Treblzonde.
Draadloos wordt uit Konstantinopél
gemeld, dat er boven Trebizonde in Klein-
Aziö een orkaan, vergezeld van een
sneeuwstorm, heeft gewoed, waarby een
.honderdtal personen zyn omgekomen: en
tal van huizen zyn verwoest
Volgens berichten uit Engelsche bron
aan de Matin neemt te Athene de opwin
ding nog steeds toe en wordt er geyverd
voor het vormen van een leger van vrij
willigers om de Turken te bestrijden. De
oproep hiertoe is uiterst oorlogszuchtig
gesteld. Ofschoon men over het algemeen
geen oorlog voorziet, erkent men toch,
dat de gebeurtenissen door een onver
wacht voorval een ernstigen loop zouden
kunnen nemen.
De gezant van Zuid-Slavië heeft ver
klaard, dat zyn regeering bereid was on
middeliyk -het verbond met Griekeiïland
te hernieuwen. De Engelsche gezant heeft
aan den minister-president verklaard, dat
Engeland met sympathie het Grieksche
standpunt beschouwde en Griekenland tot
gematigdheid raadde. De gezant van
Frankrijk spoorde eveneens- tot kalmte
aan.
De Zuid-Slavische gezant te Athene
heeft aan den correspondent van de Daily
Telegraph aldaar verklaard, dat de Zuid-
Slaviërs zeer verstoord waren over de
uitzetting van den patriarch, waardoor het
aanzien van alle christelyke kerken aan
getast wordt Overigens is Zuid-Slavië
altyd nog in oorlogstoestand met Turkije,
daar er nooit een vredesverdrag tusschen
beide staten gesloten is.
Volgens de Daily Telegraph heeft
Moestafa Kemal een antwoord gereed ge
maakt op de Grieksche nota. Hy verwerpt
daarin elke vreemde inmenging en zegt
geen reden te hebben, zich tot den Vol
kenbond te wenden. Hy betoogt ook, dat
Griekenland alle verwikkelingen had kun
nen vermijden door een niet uitwisselbaar
persoon tot patriarch te kiezen.
Uit Washington wordt gemeld, dat pre
sident Coolidge zyn vriend Stearn heeft
opgedragen, met vooraanstaande finan
ciers en politici in Europa besprekingen
te voeren, teneinde hun meening te ver
nemen over de regeling der schulden en
de beperking der bewapening, om daar
na aan het Witte Huis rapport over zyn
bevindingen uit te brengen.
Een lid van den Amerikaanschen se
naat heeft geëischt, dat de regeering een
onderzoek zou instellen naar d'e manipu-
Ingezonden Mededeellng.
Ouderdom en Gezondheid
De oude dag verklaart niet noodzake-
ïyk nierzwakte, rugpyn, styfheid der
spieren, rheumatische pynen en last met
de urine by menschen op leeftyd; want
terwyl sommigen jong zyn op 80-jarigen
leeftyd zajn anderen oud als zy 60 zyn.
Maar de oud© dag brengt gezondheids-
wijsheid. Oude menschen zyn verstandig
door de harde ondervinding, en zij zeg
gen:
„Wees opgewekt, maar ga niet ]/iat
naar -bed. Vermijd zware maaltijden en
buitensporigheden. Neem lichaamsoefe
ning en de noodige rust." Zoovelen ver-
waarloozen deze eenvoudige regels en
worden bijgevolg te spoedig oud.
Fosber's Rugpijn Nieren Pillen passen
oude menschen. Zy regelen de urinewe
gen zonder de maag, lever of ingewan
den te verstoren. Zij bevrijden bejaarde
personen van rugpyn, verminderen de
aanleg voor iheumatiek en helpen om de
kwade gevolgen van urinezuur op het ge
zicht, het geheugen en het gehoor tegen
te -gaan. Duizenden danken hun goede
gezondheid aan Posteris Pillen.
Verkrijgbaar in apotheken en drogist
zaken, 1.75 per flaoon (geel etiket met
zwarten opdruk).
doeltreffende chaperone geachtMaar tante
Josephine was in het minst niet bevredigd,
„Welk eigendom?" vroeg zy.
„Het eigendom," zeide ik, „dat uw
broer heeft nagelaten toen hy stierf. Het
komt allemaal aan Geneviève."
VUFTIENDE HOOFDSTUK.
Tante Josephine sprak met volstrekte
overtuiging. Zy liet by nuj den indruk
achter dat haar broer niet alleen geleefd
had en gestorven was zonder eenig eigen
dom, maar ook rykeiyk verdiende om arm
te zyn. Ik werd opnieuw geschokt in myn
geloof aan het bestaan van den schat. AI
myn aanvankelyke twyfel keerde by nnj
terug en ditmaal zoo machtig was tante
Josephine's persoonlykheid hielp my
zelfs niet de herinnering aan Wil-bred's
getatoeëerde boenen het geloof eraan
teruggeven.
De uitwerking van de woorden van haar
tante op Geneviève was heel anders. Ik
weet niet of zij de nagedachtenis van ha
ren vader bepaaldeiyk wilde verdedigen.
Zy wensche stellig niet van haren schat
beroofd te worden.
„Vader heeft wel fortuin nagelaten,"
zeide zy, „een heel groot fortuin."
„Zoo," zeide tante Josephine.
Ik schryf daar „zeide", maar wat zy
werkeiyk deed was^rieschen. Zy was ver
vuld met minachting voor WilbreJ's na
gedachtenis, en voor Geneviève, omdat
zy hem geloofd had, en voor mij, omdat
ik met Geneviève geassocieerd was. Zij
gaf dat alles te verstaan door de manier
waarop zy haar „zoo" eruitbrieschte, maar
Geneviève was niet bedwongen.
„Hy heeft 20,000 pond nagelaten," zeide
Geneviève, „allemaal in gouden souve-
reigns."
Josephine keek alsof zy weer zou gaan
briescben, schamperder nog dan eerst.
Maar ditmaal hield zy zich in, voor zy
een geluid had geuit. In plaats van te spre
ken of te brieschen vestigde zy een lan
gen blik op Geneviève en daarna een nog
langoren op my. Ik kreeg een onbehage
lijk gevoel. Geneviève niet. Zy keek triom-
fantelyk.
„Twintigduizend pond," herhaalde zy,
alsof de vermelding van zulk een som
tante moest overtuigen.
Vreemd genoeg maakte het indruk op
tante Josephine.
„Aha," zeide zy, en nu was het woord
langgerekt, alsof zy ingespannen nadacht.
„Twintigduizend pond?" zeide Jose
phine. .Allemaal in goud? Zei je allemaal
in goud?"
„In sovereigns," zeide Geneviève.
„Mynheer Farnham en ik zyn ze komen
halen."
,3n ben je daarvoor hier gekomen?"
zeide Josephine.
Het kwam my voor dat zy te veel vra
gen stelde. En ik begreep de manier niet
waarop zy het -bericht opnam dat haar
broef was gestorven. Eerst had zy den
spot gedreven met het denkbeeld dat hy
eenig geld zou -bezeten hebben. Daarna
begon zy het te gelooven toen zy gehooid
had dat het allemaal in -goud was. Ik zou
het veel gemakkeiyker gevonden hebben
om aan het bestaan van het geld te geloo
ven, als men my had gezegd dat het be
legd was in staatsfondsen.
„Zoek je hier naar je vaders geld?"
zeide tante Josephine.
Als we hare vragen -bleven beantwoor
den, zou zy spoedig meer inlichtingen
-hebben, dan ik wys oordeelde haar te ver
strekken.
Wy stellen eenige voorloopige naspo
ringen in deze buurt in," zeide ik.
Zij schonk geen aandacht aan die op
merking.-
„Quartus kan het gedaan hebben," zei
de zy peinzend. „Hij kan zeker het geld
verborgen hebben. Ik verwonder mij, dat
ik daar nooit aan gedacht heb."
Het verbazingwekkende voor mij was,
dat zy er nu aan dacht. Zoowel zy als
Hardy schenen het heel natuuriyk te vin
den dat Wilbred een groote som geld be
graven had. Zoodra zy op het idee waren
gebracht, schenen zy er niets vreemds in
te vinden.
„Ik veronderstel dat je weet," zeide zy
tegen Geneviève, „dat het geld, als er ten
minste geld is, evenmin aan je vader be
hoorde als aan my. Je hebt er geen schyn
van recht op."
„Vader heeft gezegd dat het van hem
was," zeide Geneviève, „en hy zei dat ik
het zou krijgen."
„Geneviève kan een dwazin zyn," zeide
zy. „In elk geval is zy een kind. Maar u
bent een volwassen man, en u weet heel
goed dat u, als u dat geld neemt, zich aan
een strafrechterlyke vervolging zult bloot-
cif/\ 11 nn '-
stellen.'
(Wordt voortgezet)