i'
zijn, maar uit de thans gevoerde discus
sies kan niemand ooncludeeren, dat zij in
derdaad: voor het algemeen belang zijn.
Spr. beschouwt ze dan ook meer als een
relletje. Alleen is aangetoond', dat een
lont is begaan. De directeur der bedrijven
doet zijn uiterste best de belangen der ge
meente te dienen. De heer Schoeffelenber-
ger zeide de directeur wordt gedreven
door elementen uit den raad. De heer
Schoeffelenberger praat maar weer zooals
hij altijd doet Noem dan namen, zegt spr.
Hij spreekt van een hongerloon, maar te
gelijkertijd noemt hij ©en overschot van
De heer Sohoef f elenberg er:
Wat stumperig!
De Voorzitter hamert.
De heer Schoeffelenberger In
terrumpeert.
De heer Grunwald: Och, meneer
de Voorzitter, neemt u dit den heer Soh.
niet kwalijk. Ate het een ander lid van den
Raad betrof, was het een ander geval. Na
de les, die den voorzitter den heer Sch.
zooeven heeft gegeven, heeft hij nog niets
geleerd. De heer Geurts sprak ook al, dat
hij nu den wethouder leert kennen. Deze
belooft maar, en komt zijn beloften niet
na. Laat de heer Geurts de feiten noemen.
Tot nu toe heeft spr. nog elke belofte, als
hij die vervullen kon, nagekomen. De heer
Geurts heeft niet den naam genoemd van
dén directeur, zegt hij, alleen gesproken
van den „steller" van het rapport. Maar
iedereen weet tocht, wie het heeft opge
steld. Wat hij verder zei, acht spr. niet in
het belang van het algemeen. Ware de
heer Geurts bij spr. gekomen, dan zou hij
hem hebben ingelicht. De heer Geurts
zegt, de arbeiders hebben maar 12.50
verdiend. Spr. moet zich evenwel houden
aan dé mededeelingen van den bedrijfs
leider.
De heer Schoeffelenberger:
Dan zijn er twee rapporten!
De heer Grunwald: Er is in deze
zaak een vergissing begaan, maar is dat
nu een reden om een interpellatie te hou
den?
De heer Schoeffelenberger in
terrumpeert.
D© heer Grunwald heeft zich be
schikbaar gesteld om de cijfers te ver
schaffen, maar daarvan is geen gebruik
gemaakt. Spr. houdt vol, dat het meer in
het belang der gemeente ware geweest,
als deze zaak niet in openbaren raad was
gekomen.
De heer Sohoieff elenberg er:
Als spr. eene verkeerde uitdrukking be
zigt, is niet hjj daar schuldig aan, maar
de wethouder, die ons blind slaat met on
juiste cijfers. Wij hebben dien directeur
geprezen, men moet de zaak niet verdoe
zelen. Laat men toch voorzichtig zijn.
De heer Grunwald: Daar komt het
dreigement van den heer Schoeffelenber
ger weer!
De heer Soeffelenberger be
strijdt niet dé persoon van den directeur,
ofschoon spr. volstrekt niet bang is per-
Bonen te tasten, indien dat noodig is.
Ook qpr. acht dien directeur super fine.
Maar wij zijn tevreden als de heer Grun
wald erkent, dat hier ©en vergissing be
gaan is, want daarom was het ons te doen.
Te goeder trouw is hier eene vergissjng
begaan.
De heer Grunwald: En moet daarvoor
dan een interpellatie worden aangevraagd?
De heer Schoeffelenberger: De
burgerij moet weten waar bet geld blijft Bij
publieke 'besteding had dit werk veel goed-
kooper gekund; maar daar praat men over
heen. Het is een bewijs van de onbekwaam
heid van hot Ooilege, dat het een dergelijke
bijlage heeft gegeven. De heer Grunwald
goochelt met cijfers.
De heer Grunwald wensoht naar aan
leiding hiervan nog iets te zeggen. (Geroep
uit dien Raad: och, schei toch uit!). Neen,
M. de V„ ik eisch thans als de betrokken
wethouder het laatste woord op. Ik heb hier
de cijfers van de Oentrale Boekhouding be
treffende de uitbetaalde loonen. (Spr. leest
die voor). En dit durft men nu goochelen
met cijfers" te noemen.
De heer Schoeffelenberger in
terrumpeert
De heer Grunwald: Laat u maar, M.
de V„ ik kan er wel tegen. De heer Sch.
praat thans voor de publieke tribun©, en hij
doet niet anders dan verkeerde uitdrukkin
gen gebruiken;
De heeren Schoeffelenberger en
Geurts interrumpeeren heftig. De
Voorzitter hamert, de heer Geurts-
schreeuwt, dat het zijn zaak is te zorgen, dat
geen hongerloonen worden uitbetaald.
Interpellatie gesloten.
Overeenkomst hoefbeslag.
Voorstel om afwijzend te beschikken op
het adres van S. Moorman inzake scha
devergoeding.
Op verzoek van den heer Zondervan
afgevoerd ter bespreking in comité.
Zeevaartschool.
Voorstel tot het nemen van maatregelen
in verband met het onderwijs in de radio-
telegrafie aan de Zeevaartschool.
(Held. Ori 18 Jan.)
De heer Smits meent, dat thans weder
een particuliere instelling is opgericht door
den heer Mets. Hoeveel deelnemers zijn er
voor den gem. cursus?
De Voorzitter is nog niet bekend
met dit feit. Spr. meent evenwei, dat het
gewenscht is aan het zeev. onderwijs diezen
cursus toe te voegen; Ook op andere zee
vaartscholen bestaat hij. Op het oogenblik
zijn er voor den avondcursus 8 leerlingen,
voor den dagoursus nog maar 1. Wellicht
zou deze dagcursus kunnen vervallen indien
inderdaad de particuliere Instelling wordt
opgericht. Avondcursus acht spr. In ieder
geval wenschelijk.
Woningstichting.
Voorstel tot toekenning van aanvullings-
voorachotten aan de Woningstichting.
Aangenomen,
Gasfabriek.
Voorstel tot aanbesteding van werkzaam
heden aan de gasfabriek.
(Held. Ort. 17 Jan.)
De heer Boogaard had verwacht, dat
het Ooilege zelf uit de overwegingen, door
den directeur aangevoerd voor een aanbe
steding, d© conclusie zou hebben getrokken,
dat dit werk beter in eigen beheer kan wor
den verricht. De aangevoerde overwegingen
voor aanbesteding acht spr. van weinig be
lang, zooals spr. uit het .rapport voorleest.
De heer Grunwald merkt op, dat het
hier alleen betreft het kolenbunkeren, ene.
De werkzaamheden aan den elevator staan
hier buiten.
De heer Boogaard staat op het stands
punt dit werk in eigen beheer te behouden.
Bij aanbesteding van een dergelijk gering
werk blijft het werk steeds in dezelfde han
den. Spr. weerlegt verschillende motieven
van den directeur. «De hoofdzaak is wel, dat.
de directeur na de interpellatie-Geurts van
eigen beheer niets meer weten wil en Gever
alles aanbesteedt. Dan is hij van de soessah
af. Er staat bijv. in zijn rapport, dat de ge
meente dan wachtgelden moet uitkeeren,
indien de elevator stuk gaat; dit is een ge
zocht argument, in 1924 is dit ook niet één
maal geschied Zooiets had niet in het rap
port behooren te staan. In de bestekken
voor dé besteding moet toch een wachtgeld
regeling komen, die dan immers in de aan
nemingssom verrekend wordt. Deze wordt
dén duurder. Het kan nooit in het belang
van de gemeente zijn voor een dergelijk
klein karwei een aanbesteding te houden.
Bovendien is dan de kans voor andere ar
beiders, hier ook iets aan te verdiepen, ver
keken. Verleden jaar hebben 145 arbeiders
er 10 aan verdiend; deze zijn toch in min
dering gekomen van de eteunuitkeering der
gemeente. Verleden jaar Is gezegd: laten
we 't een jaar probeeren. Spr. meent, dat
de zaak thans op te goede basis staat om
haar weer te veranderen. Ernstige motieven
daarvoor zijn er dan ook niet.
De heer Van Dam merkt op, dat vast
personeel dikwijls veel voor heeft wegens
de routine. Redeneerenö in den geest van
den heer Boogaard, namelijk, dat er op deze
manier overblijft voor de steunregeling, kan
men zeggen: neem dan steeds rouléerend
personeel voor de gemeente, dan wordt het
nog voordeeliger. Maar zoo redeneerend,
praat men niet uit het bedrijfsoogpunt, al
leen uit een oogpunt van personeelsbelangen.
De heer Boogaard' heeft den vorigen keer
gesproken over combinatie van elevator en
andere werkzaamhedeü. Is het niet beter
beide zaken in de de. voor de Bedrijven te
bezien? Een debat hierover lijkt spr. uiterst
onvruchtbaar.
De heer Borkert is Md van die Cie.
voor de Bedrijven. Deze Cie. heeft de kwes
tie al in drie verschillende vergaderingen
besproken» zonder dat er nochtans meer
licht op valt, In de Cie. zijn de meeningen
verdeeld en de zaak komt niet verder. Het
CoGege heeft de zaak goed bezien door haar
in den Raad' te brengen.
Na eenige discussie doet de wethouder de
toezegging de zaak nogmaals in de Commis
sie voor de Bedrijven te brengen, waar dan
de heer Boogaard' en de directeur elk hun
standpunt gunnen verdedigen.
Het pjjnt wordt verdaagd
Geneesk. Dienst
Afwijzend advies op het voorstel van den
heer Zondervan tot insteUing van een Com
missie van Bijstand voor den Gemeentelij
ken Geneeskundigen Dienst.
De heer Zondervdn móet met bloe
dend hart de discussies omtrent dat punt
beginnen. In de Cie. van Bijstand is door
spr. voorgesteld) hieromtrent een voorstel
te doen; thans wordt gezegd, dat een raads
lid niét het recht heeft daartoe. Maar spr.
heeft reeds meerdere jaren aangedrongen op
zoo'n commissie, ook de vrijs.-dein. hebben
dat, maar de zaak werd steeds onder de tafel
gewerkt, Spr. Is het niét eens met de over
wegingen van het College en als men op
deze wijze de zaak van de hand wil wijzen,
moeten wij het vertrouwen in het Ooüege
opzeggen ten opzichte van het Ziekenhuis.
Er zijn hier grievende dingen gebeurd, waar
omtrent wj} in de vergaderingen der Cie.
van Bijstand gaarne ingelicht wilden worden.
Vandaar onze. vraag naar zoo'n Commissie.
De heer Heiblok: Onze fractie heeft
zich afgevraagd waarom de heer Breda....
Geroep, von Breda!
De heer Van Breda van BredaI
De heer H efl blok De heer von Breda
dan zoo gekant Is tegen een Oommissie van
Bijstand. Alle gemeenten in onze omgeving
hebben een zoodanige oommissie, en er zijn
klachten omtrent de werking van het zieken
huis ons ter oore gekomen. Zooiets moet nu
altijd in den Raad worden behandeld en
nimmer krijgen wij een afdoend antwoord
omtrent hetgeen is gebeurd.
De heer Van Loo sluit zich bij deze
woorden aan. Een Oommissie van Bijstand
steunt den wethouder. Spr. is overigens van
een minder goeden gang van zaken niets
bekend, integendeel, en spr. zal gaarne ver
nemen om welke redenen het CoGege zoo
zeer tegen een de. van Bijstand gekant is.
De heer Schoeffelenberger: Als
men de verschiUende sprekers hoort, schijnt
er inderdaad iets aan de hand te zijn. Het
algemeen belang brengt dus mee de instel
ling eener commissie.
De Voorzitter heeft indertijd den
heer Zondervan gezegd, dat deze geen voor
stel kon indienen voor een Commissie van
Bijstand, doch slechts een motie. Wat de
heer He ij blok opmerkte, heeft spr. niet
gevoeliger gemaakt voor eene commissie.
Het is een blijk van wantrouwen aan het
College als men ons een zoodanige oommis
sie wil opdringen. Het CoGege heeft steeds
een open oog voor alle klachten en wen-
echen, etn, en bovendien vertegenwoordigt
het ongeveer alle fracties van den Raad. Wat
de genoemde plaatsen betreft, waar een
Comm. van Bijstand Is, deze hebben alle
gemeentelijke ziekenhuizen.
Geroep: Wij toch ook!
De Voorzitter blijft het een blijk van
wantrouwen vinden als men aandringt op
een Commissie van Bijstand.
Mevrouw Van der Hulst vraagt
waarvoor andere Commissies van Bijstand
dienen en waarom er hier geen mag worden
benoemd?
De Voorzitter: Het werken met
Commissies is niét zoo gemakkelijk. Spr.
vindt het niét noodig, geldelijke kwesties
komen niet ter sprake, en voor andere is
zoo'n commissie overbodig.
De heer Borkert: Dat is la Musso-
linil Dan gaan wij maar naar huis!
De Voorzitter: De kleine kwesties
die ontstaan kan het College onderzoeken.
Voor krankzinnigenverpleging bijv. is toch
ook geen commissie?
De heer Boogaard merkt op, dat het
betrokken Md thans wethouder is. Vroeger
is er een zoodanige commissie geweest,
waarvan de heer Van BrefLa, toen hij nog
aUeen lid van den Raad was, Gd was. Thans
wil genoemde heer er niets meer van wéten.
Het is toch geen wantrouwen jegens het
CoGege als wij weder zoo'n oommissie wiBen
hebben. Wij achten een commissie voor
elke zaak, die de gemeente betreft, wensche-
Hjk. Het is veel beter, dat een commissie de
verschiGende dingen; die kunnen voorko
men, beoordeelt
De Voorziltter merkt opi, dat de wet
houder steeds voorzitter was van zoo'n
commissie. Door den dood van den heer De
Ven is dat veranderd*, uit deferentie voor
den Raad is de heer Van Breda toen voor
zitter geworden, maar thans zit hij er als
wethouder niet meer in.
De heer Van Breda heeft altijd mee
gewerkt tot de aanvulling der Oommissie.
De vorige commissie, bestaande uit de hee
ren Bryant, dr. Bakker en spr., heeft een
voorstel ingediend haar wederom aan te vul
len, Het toenmaGg CoGege wenschte dat
niet. Het gaat thans om de benoeming
eener Commissie van Toezicht of Bijstand,
laatstgenoemde wenscht spr. niet, daar hij
die voor ons ziekenhuis niet noodig vindt
De Comm. van Toezicht was destij dis inge
steld voor specifiek huiselijke aangelegen
beden, maar ons ziekenhuis is thans opge
heven. Omtrent de wijze van verzorging
etc. is spr. geen klacht ter oore gekomen;
mochten er klachten zijn, dan kan men bij
spr. komen.
De heer Borkert merkt op, dat in elke
Comm. van Bijétand deskundigen zitten van
het betrokken bedrijf, behalve in die voor 'het
Onderwijs. Voor het ziekenhuis kan dat
toch ook?
De heer Van Breda: Dat is eenig
verschil.
De heer Borkert: Zuüce Comm. van
Bijstand zijn eigenlijk vóórvergaderingen
omtrent kwesties, 'die de gemeente raken.
Het zijn comm. van voorlichting en advies.
Het is immers juist het werk van de raads
leden de taak van het CoGege te verlichten
en opdoeken van alle oommissies, zooals de
voorzitter wil, acht spr. verkeerd. Ware spr.
wethouder, dan zou hij een verzoek van een
raadameerderheid niet maar zoo naast zich
neerleggen. We zijn thans een iüusie armer
geworden omtrent ons ziekenhuis, en heb
ben vernomen, dat we eigenlijk maar oom-
mensaal zijn van de marine. Dit feit heeft
evenwel niets aan den toestand1 veranderd;
alleen hebben we een ander onderdak ge
kregen, betere verpleging, etc. Er kunnen
ook nu klachten voorkomen, en men kan die
toch in een commissie beter onderzoeken.
Wat is er bijv. waar van de bewering ais
zouden verschülende landverhuizers zijn
overgebracht toen de verbouwingnog niet
half klaar was? Spr. beschuldigt niemand,
maar wil gaarne onderzoek dqor middel eener
commissie. Het beroep op de wet van den
wethouder is een uitvlucht, vólgens de let
ter is het juist wat de wethouder zegt, niet
volgens den geest. Spr. zou ais wethouder
een dergelijk verzoek nimmer afwijzen.
Dp heer Zondervan heeft gemerkt,
dat het College in deze tegenover de raada
meerderheid1 staat, die een Oomm. van Bij
stand wenscht. Nu zeide de Burgemeester,
dat wij dan maar een motie moesten indie
nen; ja, ik heb die inderdaad in den zak,
M. de V. Blijft het Ooilege afwijzend staan
tegenover een Comm. van Bijstand; dan zal
spr. een volgend maal verschiGende feiten
opnoemen, die hem' ter oore zijn gekomen.
Maar spr. hoopt alsnog, 'dat het CoGege ge
volg zal geven aan den wensch der raads-
meerderhéid.
De heer Van Breda: De medicus be
oordeelt welke zieke al of niet vervoerd kan
worden, niet een leek. De kwestie van het
overbrengen der zieken is door spr. in over
leg met den directeur van den gemeentelij
ken geneeskundigen dienst geregeld; Zoo'n
commissie zou met dergelijke dingen op het
terrein van den directeur komen. Overigens
weet spr. niet wat zoo'n oommissie zou moe
ten doen. De directeur is chef van de bur-
gerafdeebng, en een Oomm. heeft daar niets
te verteüen, althans niet op medisch terrein.
En klachten, die er komen, onderzoekt spr.
wel. Het spijt spr„ dat hier thans op bedekte
wüze klachten, naar voren zijn gebracht, die
inderdaad niet bestaan.
De heer Verstegen neemt een af
wijkend standpunt in van zijn collega's
wethouders. Onder den oud'en vorm be
stond een Oommissie van Toezicht, die
meer en meer een Comm. van Beiheer
werd. Toen een directeur van den gem.
geneesk. dienst moest worden benoemd,
kwam tevens deze zaai weer naar voren.
De Comm. bleef, voor' zoover ze nog niet
bestond, intact en dat dr. Bryant hierin
iwerd benoemd, bewijst al, dlat het niet een
Comm. van Beheer was, zooals de gemeen
te die kent Thans komt de wensch naar
voren naar een Oomm. van Bijstand, dus
Bjjstand in het beheer van een bedrijf,
buiten den medicus om. Zoo'n Comm. heeft
dus slechts te beoordee!Len over d'e wijze
van beheer der gelden. Zelfs bet onder
zoek op d© zalen gaat al buiten de be
voegdheid dezer oommissie om. Het is
volstrekt niet onmogelijk, indigo de twpm
geïnstalleerd zou zijn, dat dan vele vrn
gen naar voren zouden komen. De over
gang naar het marine-hospitaal j£ spr. al
tijd sympathiek geweest het was hem be
kend, dat er bij vele mensohen een aversie
bestond en nog bestaat tegen veT-
pleging In het hospitaal, maar uit eigen
ervaring weet spr., dat die verpleging daar
steeds prima was. Om nu die bestaande
aversie bij de burgerij te overbruggen
aóhteni de leien van den Raad de instel
ling eener Oomm. noodig. Volgens de wet
kan de Raad deze Oomm. niet opdringen
aan het Ooieges maar In het belang eener
goede samenwerking met den Raad zou
het overweging verdienen voor het Col
lege een zoodanige oom missie in te stel
len De tijd1 zal dan leeren of zjj noodig
ia
De beer V an Br edl a: De heer Verste
gen praat om de zaak heen. Het finantieel
beheer is geregeld. Wij kunnen toch de
opname van een patiënt niet onderwerpen
aan het oordeel van 5 commissie-leden?
Geroep: Dat is ook de bedoeling niet!
De heer Van Breda beeft tot nu toe
nog geen ernstige klacht ontvangen....
De heer Z o n d e r v a n: Vertelt u dan
dat geval van 1 Januari ook!
De heer Van Breda acht dit niet in
het belang van den dienst
De Voorzitter: Trekt de heer Zon
dervan dus zijn voorstel in?
De beer Zondervan: M. d.-V., vol
gens die wet kan ik geen voorstel indie
nen, dus ook niet intrekken. Ik geef even
wel bet, College in overweging de zaak
nogmaals ernstig te overwegen.
Discussies gesloten.
v Dading.
Voorstel tot het treffen van een dading
over de levering van een brikettenpers.
(Held. Crt. 18 Jan.)
Aangenomen.
Schilderwerk.
Voorstel om het adres der SchGderspa-
i troonsvereeniglng over uitvoering van verf-
i werken voor kennisgeving aan te nemen.
Held. Crt 13 Jan.
De heer Hl e y b 1' o k merkt op, dat deze
zaak reedis in verschillende commissies
buiten den raad is besproken. Spr. geeft
in overweging eens met den bouwmeester
hieromtrent te praten of in den winter
I niet wat meer geschilderd kan worden,
I dat vermindert de werkeloosheid.
De Voorzitter: Wij krijgen elk jaar
dit verzoek, maar niet steeds kan er reke
ning mee worden gehouden.
De heer Van Breda: De zaak is be
sproken in FubL Werken, en de directeur
zal trachten zooveel mogelijk binnenwerk
te laten verrichten, zooals schoolbanken'
schilderen, enz.
Aangenomen.
Bonselaarsweg.
Adres om over te gaan tot bestrating van
den Bonselaarsweg met afwijzend advies
van Burgemeester en Wethouders.
Held. Crt 17 Jan.
Aangenomen.
.Belasting.
Adres van de Vereeniging „De Dageraad"
om vrijsteUing van belasting met afwijzend
advies van Burgemeester en Wethouders.
De heer Schoeffelenberger vraagt
het woord.
De Voorzitter wil het punt dan
aanhouden voor de volgend© vergadering,
en wegens het vergevorderd uur alleen de
hamerstukken afdoen.
Verdaagd.
Subsidie.
Voorstel tot het verleenen van een sub
sidie van de Advies-Oommissie voor bouw
ontwerpen. (Held. Crt. 13 Jan.)
Aangenomen.
Tunnelplan.
Bespreking omtrent het verleenen van
een crediet voor het maken van een pro
ject voor het tunnelplan.
Aangenomen.
De wethouder Van Breda stelt voor
dit plan tot bet volgend jaar terug te ne
men wegens den finantieelen toestand der
gemeente.
Aangenomen.
Machinisten Avondschool.
Voorstel tot uitreiking van akten van
aanstelling.
Aangenomen.
Piulmveetentoonstelllng.
Adres houdende verzoek om subsidie
voor de in 1924 gehouden Pluimveeten
toonstelling met gunstig advies van Bur
gemeester en Wethouders.
Aangenomen.
Waterleverlng.
Afwijzend advies op het adres van be
woners van Tuindorp inzake invoering
van een nieuw tarief voor waterleverixig.
i Aangenomen.
Benoemingen.
Voorstel tot benoeming van een lid-
werkgever van de Commissie van Advies
voor den dienst der Arbeidsbemiddeling
en Werkloosheidsverzekering in de va
cature A. Krijnem
Aanbevolen wordt daarvoor de heer H.
Riem era, Penningmeester der af deeling
Helder van dan Nederlandschen Aan-
nemerebond.
Benoemd wordt d© heer J. Smit, plaata-
verv. de heer Riemers.
Voorstel tot benoeming van leden van
de Commissie tot voorlichting bij beroeps
keuze in verband met de aftreding volgens
rooster van de leden:
Mevr. B. A. Ketnerde Jongh en de hee-
E- Bos, A. J. Bemaling, J. Gomes, H.
P. Baak en 0. Rrinkp-nm
Voor de ontstane vacaturen worden aan-
bei°leMevr. B. A. Ketner—de Jongh.
1 Mevr. J. Dibbetz—Romenjj.
1. E. Bos.
2. J. C. Boon.
1. A. J. BesseGng.
2. A. Slingervoet Ramondt
1. J. Gomeé.
2. M. A. Kolster.
1. L. F. van Loo,
2 O de Jongh,
de beide laatsten afgevaardigden van
„Onderling Belang", Ver. v. Per
soneel in 'b Rijks dienst.
1. O. Brinkman,
2. Obr. Goes,
afgevaardigden van R.-K. vakver-
eeniglngen.
Benoemd wordén de noa 1 dezer voor
dracht.
Mededeeilng,
Aangaande de adressen van H. Schenkels
cs. nopens verlaging van huishuren en ver
andering van het tarief der waterlev?ring
wordt medegedeeld, dat beide verzoeken in
onderzoek zijn en daarover eerlang alvi»s
van Burgemeester en Wethouders is tege
moet te zien.
Benoeming.
Voorstel tot benoeming van een 1H van
de Commissie van Toezicht voor het L. O.
wegens aftreding volgens rooster van
Mevr. Van Urk—Zwanenburg.
Aanbevolen worden:
1. Mevr. Van Urk—Zwanenburg.
2. Mevr. J. RotgansAlta.
Benoemd mevrouw Van Urk.
Rondvraag.
De heer Sohoef felenbergerbe
spreekt de hedenmiddag gehouden tan-
besteding. Voor een zacht prijsje is lier
de gemeente inderdaad van deze geeciie-
denis af. Spr. feliciteert het College dair-
mee, maar zou gaarne willen vernenen
of men yan plan is in te gaan op dit tod.
Spr. vraagt dit met het oog op zijn am-
bod om de geheele reiniging over te ie-
men, welk bod spr. gestand doet, ondarks
het feit, dat de raadsoverzichtschrijverln
de Held. Crt. meende, dat het wel wer
in de prullemand1 zou terechtkomen.
De Voorzitter antwoordt, dat oa-
trent de gunning nader door het Collete
zal worden beslist.
De heer Van Loo wijst er op, dat n
het bericht omtrent den brand op de ga-
fabriek in de Held. Crt den indruk wed
gewekt alsof de directeur dezen brand hit
eerst ontdekt had. Dit is evenwei niet hit
geval, de brand werd dóór het peraonal
ontdekt, dit waarschuwde den directeur
en de directeur zelf erkent ook dat kt
geval, zich aldus heeft toegedragen.
De Voorzitter merkt op, dat kt
personeel reeds een gratificatie daarvor
heeft gehad.
De heer Van Loo heeft er alleen
willen wijzen, teneinde den indrukjfl
te nemen als zou het personeel maar aooh
beetje geslapen hebben.
Hierna weid de openbare vergadering
gesloten.
VOOR DEN POLITIERECHTE!.
Zitting van 16 Februari.
Oordeelt niet, opdat ge niet geoordheid
zult worden.
De 60-jarige kruidenier A. K. te Té.el,
was op geheimzinnige wijze- een west
kwijt geraakt, en verdacht nu een zijier
klanten, de circa 80-jarig© weduwe B. wn
dezen diefstal Had hjj nu maar die ve-
denking voor zich gehouden, dan was r
niks te doen geweest, maar op 12 Jan. ka
hij niet langer zwijgen en verweet hij
tegenwoordigheid van haar gehuwdi
dochter, de oude tante, dat zij de worm
had gestolen. De oude juffrouw, die nog
goed bjj de pinken is, gevoelde zich ten
zeerste gecompromitteerd en deed klacht
wegens beieediging.
Maandagmorgen stond de onvoorzich
tige kruidenier terecht. Hem werd beduid,
dat hij onverantwoordelijkheid had gehan
deld, daar het ingestelde politic-onder
zoek niets ten nadeele van de verdachts
had opgeleverd; De poiitie-rechter ver
oordeélde hem voorts tot 16 boete of lt
dagen, met welk vonnis de veroordeelde
genoegen nam en contant betaalde.
Zoo heeft alles een end, behalve de ge
stolen worst, die had er zélfs twee.
Haastige spoed, zelden goed.
De landbouwer T. K., te Texel, had
partij aangespoeld hout op het strand out
dekt en dit klusje omstreeks half 10 da
avonds op een driewieJde kar geladen ol
naar huis gereden;
De strandvonder kreeg er echter de
lucht van en arriveerde omstreeks 12 uur
tei den nacht met de politie om dit hout,
dat op het erf van K. nog niet afgeladen
werd aangetroffen, in beslag te nemm.
Rrooes-verbaal werd- opgemaakt en hedtn
moest onze landbouwer zich voor den po
litierechter nader verklaren; Hoewel hy
net in de diplomatie niet ver heeft go
bracht, want den toon dien hij tegen dei
poiitie-rechter aansloeg; was zeer onbe
hoorlijk, wist hjj bij instructie de judstt
ven lediging te vinden. Hij beweerde na
melijk, dat hij absoluut niet voornemens
was geweest, zich het hout toe te eigenen,
maar het plan had gehad, den volgen mor
gen den burgemeester met zijn vondst in
kennis te stellen.
De Officier wou aan dit aas niet bijten
en vorderde 40 boete of 40 dagen, doch
de poiitie-rechter sloot de mogelijkheid
niét uit, dat beklaagd© inderdaad het
voornemen had gekoesterd bet hout aan
te geven. Door de te vlugge inbeslagname
was het opzet tot wederrechtelijke toe-
eigening niet voldoende bewezen en sprak
mr. Muller dan beklaagd© aizoo vrij, ach-