5 cent per regel berekend
Contract-Advertentiën speciaal tarief
4/3 X
Oplaag 6800 exemplaren
Wordt gratis huis aan huis bezorgd
Advertentiën, welke in de Heldersche Courant
worden geplaatst in dezelfde week waarin het
Advertentieblad verschijnt, worden voor het
Advertentieblad tegen den prijs van slechts
Met een Advertentie in Helder's Advertentieblad bereikt gij heel Helder
Uil
(Voor Iedere belanghebbende te Controleeren)
i
Het mollennest
Velen herinneren zich vermoedelijk nog
wel uit het dierkunde-boek de interessante
teekening van het mollennest: een z.g.n.
ketel, het eigenlijke nest; daar rondomheen
een bovenste en een onderste rondgang, door
verbindingsgangen onderling en met den
ketel verbonden en vandaar uit gangen naar
het Jachtveld en altijd een afzonderlijke gang
naar het water. En bij die ingenieuze teeke
ning ontbrak niet een even interessante be
schrijving van de doelmatigheid dezer in
richting; van welken kant ook een gevaar
lijke indringer mocht naderen, de mol kon
steeds aan zijn vervolgers ontkomen.
„Als scholier heb ik behoorlijk den tol
van bewondering betaald voor die zeldzaam
doelmatige inrichting", schrijft de heer Boon
in „Onze Tuinen", „en toen Ik later zelf
dlerkunde-les had te geven, heb ik ook trouw
dien overgeleverden onzin gedoceerd', die in
vrijwel alle leerboeken, binnen^ en buiten-
landsche, te genieten viel. Totdat ik voor
ca. 20 jaar een boekje in mijn bezit kreeg,
getiteld: „Berichtigungen und Ergflnzun-
gen" door Alfred Lehmann. Daarin vond ik
beschreven, hoe een sceptische Engelsche
natuuronderzoeker, Adams, de moeite had
genomen, een 300 mollennesten nauwkeurig
te onderzoeken, en hoe er toen geen enkele
klopte'met de overlevering van Blasius, van
wien de oorspronkelijke fantasie afkom
stig is.
Nu zou men de opmerking kunnen maken,
dat wellicht de Engelsche mollen minder in
telligent zijn dan die van het vastelqjid. Maar
een jaar of acht geleden heeft dr. K. G.
Lutz, de nu overleden voorzitter van de
Dultache Leerarenvereenlging voor Natuur
kunde, eveneens de moeite genomen, eenige
mollennesten in Baden te onderzoeken, met
dezelfde uitkomst, waartoe Adams was ge
komen.
Adams beschrijft het mollennest als een
ronde holte, een ketel, vanwaar uit een meer
of minder rondloopende en verdeelde (ver
takte) gang naar boven voert, voor het weg
werken der aarde. Bovendien voeren nog
meer gangen naar het jachtterrein, waarvan
zich tevens weer nevengangen afsplitsen
om de aarde kwijt te raken (molshoopen).
Lutz vond1 een mollennest inwendig be
kleed met dorre perebladeren, die zoo
danig gerangschikt waren, dat bij regen
het nest volkomen dtroog bleef.
Wat echter merkwaardig is, is het feit,
dat niettegenstaande er alweer een
kwart-eeuw is verloopen, sedert de recht
zettingen van Adams werden gepubli
ceerd de fantasie van Blasius nog maar
steeds opgeld1 doet.
WIER EN GEN.
J.1. Donderdagmorgen werd ter hoogte van
Texel op zee bij stormachtig weer hulpeloos
aangetroffen de motorbotter van Gebr.
Tijsen te Den Oever alhier. De sleepboot1
„Assistent", kapitein Hoogendjjk, van Zaan
dam, het gevaar ziende, waarin de motor-
botter verkeerde, ging er direct heen en nam
hem op sleeptouw. De botter had reeds zijn
anker uitgeworpen en kon wegens defect
aan den motor niet verder. Bij hooge zee en
heVig slingere* gelukte het den botter be
houden in de haven van den Oever alhier
binnen te sleepen, toodat dit ongeluk best
afliep.
Burgerlijke Stand van Anna Paulowna.
GETROUWD: M. A J. van den Berg
en J. van Baaren.
OVERLEDEN: Jansje Stroop er, 64 j.,
echfcgen. v. J. Slijkerman.
EEN REIS DOOR HET BLOED.
(Vervolg).
Hoe lang we bewusteloos waren, weet
ik niet. Hei kan slechts seconden of mis
schien maar een deel van een seoonde
hebben geduurd. Als we bjj komen, zien
we, dat we evenals de held in de Arabi
sche sprookjes in een toovergrot gevan
gen zitten; in de schemering valt het ons
moeilijk, bijzonderheden te onderschei
den. Van den grond af stijgen als in een
druipsteengrot stalagmieten in forschen
zuilvonn tot de zoldering en dragen met
hun-uitgespreide takken het gewelf. De
muren zijn uit honderden zuilen samen
gesteld, die dicht op elkaar staan, fijn
versierd zijn en door donkerroode aderen
en schitterend wittte zenuwen effectvol
worden omslingerd. Enkele heel sterke
zuilen staan vrij in de ruimte en zijn door
sterke koorden, die als takken van een
boom van elkaar wijken, met de zoldering
van de ruimte verbonden. Deze steekt in
den vorm van een. hoogen koepel boven
de muren uit. De muren zelf zijn door
vele nissen onderbroken; tusschen de
galerijen druppelt water neer, evenals in
de druipsteengrotten. De koepel, de
kroon van het geheel, lijkt ons nog groo-
ter dan de St. Pieter te Rome den Pel
grims toeschijnt, die aan het doel van
hun, reis in öntroering tot het bouwwerk,
door Michel Angelo ontworpen, opzien.
Het meest tooverachtige van de ruimte
is echter, dat alles in en aan haar leeft.
De muren trillen, de zuilen schokken, de
touwen, die de zuilen in het midden on
dervangen, schommelen ln de ruimte, de
koepel beeft en de bogen van het dak
wapperen als vlaggen, door den wind in
golvende beweging gebracht. Maar plot
seling Schuiven de wanden naar elkaar
toe, alsof ze de geheel© grot met al haar
zuilen, takken, galerijen en het fijne fili
graan der muren en al de celbootjes, die
tusschen del druipende zuilen in de róode
grotzee rondvaren, wilden verpletteren.
We voelen ons opgenomen, gaan tus
schen de zuilen de hoogte in, we zweven
in de vrije ruimte van den koepel, komen
dicht bij hun zuilen, willen ons daaraan
vasthouden om ons te redden, maar daar
opent de koepel zich boven ons, ais door
een onzichtbare macht in drie deelen
opengetrokken en nu vliegen wp, als wer
den we door een explosie door het dak
van een huis geslingerd, door den koepel
omhoog. Nu zweven we hoog boven het
hart, onder ons gaapt echter door het ge
speten dak heen de diepe grot als een
afgrijselijke afgrond en nu lijkt het ons,
neen, het ls werklijkheid, we vallen naar
beneden, terug op den somheren charyb-
dis. Maar daar sluit zich reeds onder ons
de klapperende koepel, we dwarrelen door
elkaar en mej^den eerstvolgenden slag
drijft de golf ons in een grooten boog
verder, de longen In. De stroom splitst
zich naar alle kanten, de vloed wordt al
kalmer, we varen nu langzaam, de kana
len worden nauw en door de dunnere
wanden kunnen we weer evenals vroeger
het landschap om ons heen beschouwen.
Aan den rechterkant loopt naast ons
parallel met de ader een luchtpijp, schit
terend omgeven door ringen van kraak
been, en met frissche lucht gievuld; bjj
iederen nieuwen zijarm van de ader
geeft ook de luchtpijp een zijtak af, zoo
dat deze evenals onze ader, steeds dun
ner wordt, totdat ten slotte nog slechts
een fijne wand ader en luchtpijp scheidt.
Nu eindigt de luchtpijp als een kruisgang
Langzaam varen we in die hal van nissen
rond; uit de binnenste ruimte, waar we
omheen varen, stroomt de frissche zuur
stof van de lucht ons toe, het koolzuur
vloeit weg, en van frissche, nieuwe levens
stof voorzien, gaan we weer door een
nieuwe zijgang weg, kleine beekjes stroo
men toe, uit alle richtingen komen schuit
jes met zuurstof beladen, de stroom wordt
breeder en donkerder en nu varen we
weer in een steeds sneller tempo naar
het hart Weer hooren we het geklop in
de diepte, weer het geruisch als van een
waterval, eerst veraf, dan dichtbij, al
dichter en dichter en weer maken we
mee, maar dit keer in het linker deel
van het hart, de doorvaart tusschen ka-
merkleppen en het omhoog stijgen door
het splijtende dak van den koepel; dan
varen we langs de reusaohtigo bochten
van de slagader in een ware looping-the-
loop naar de lichaamsdeelen. Waarheen?
Met iederen omloop komen we in een
ander gebied van het menschelijk
lichaam, dat uit 80 billioen cellen be
staat; 4000 keer per dag varen we langs
den grooten weg, dien de bloedsomloop
maakt; in het snijpunt tusschen den om
loop van de longen en van het lichaam
werkt het hart als pomp 4000 keer en niet
ln een klooster in een rotonde, die rond
om van nissen voorzien is we zijn het
doel van onzen tocht door de longen
genaderd, we zijn in de laatste kamer der
luchtpijpen aangeland; ln de nissen heeft
de wisseling plaats tusschen de zuurstof
in de lucht en het koolzuur in het bloed,
één keer nemen we denzelfden weg.
Iederen keer verlaten we dicht bij het
hart de groote slagader door een ander
zijkanaal en gaan vandaar in een ande
ren zijtak en van hier in een andere ader
en geen tweemaal wordt de avontuurlijke
reis in het milliardennet van de haar
vaten hetzelfde gedaan.
O, rijk, onuitputtelijk rijk levensland,
door velden, bosschen en gebergten, door
rotsen, alpenpassen en watervallen rijk
bezet, door druipsteengrotten, ondaraard-
sche rivieren, kraters en mijngangen dui
zenden keeren doorgraven. Gij land van
pyramiden en van labyrinthen, van han
gende tuinen en van Alexanderstroomen!
Gij; rijk van cellensteden en van klier-
fabrieken, van zenuwcentralen en van
chemische laboratoria. Gij, paradijs van
het onderzoek! Vele malen per dag varen
we langs de kronkelingen van den darm
voort en op één van haar duizend kaden,
die met een smal puntje uit het haven
water van de voedselrivier steken, hou
den we' aan, glijden langzaam in een bocht
langs den oever en geven den werkzamen
tremmers zuurstof, opdat ze de lading
voedsel, de balen suiker, de eiwitmole
culen, de balletjes vet, vlug uit den darm-
stroom op het cellendok transporteeren.
Van den darm uit varen we in den lever,
waar het opgenomen vrachtje voedings
stoffen uitgepakt en chemisch geanaly
seerd wordt en dan tot
werkt.
glycogeen ver-
Even vaak ook trekken we door de
roode velden der spiercellen langs de ge
heimzinnig electrisch geladen Volta-zui
len der gestreepte vezels, nu eens onder
in het been, dan weer boven op den sche
del, nu eens binnen ln den romp, telkens
weer in een ander gebied met een ande
ren bouw, een andere schikking, andere
bijzondere vormen. Of wel we gaan langs
een wenteltrap den Eiffeltoren op, door
de wervelkolom gevormd; we gaan in dui
zelingwekkende vaart rondom het als een
gletscher zoo witte zenuwmerg van den
nek en komen door het achterhoofdsgat
op den bodem van de schedelholte. Hier
veranderen we van koers.
Nu eens zeilen we den schedelbodem
rond, dan weer dringen we in andere
deelen van het hoofd door. We varen in
het oog rond, ln al de lagen, nu eens in
de hoogte op de glinsterende vlakte van
den oogappel, dan weer door het gebied
van de aderen met zijn kronkelende we-
gep of wel aan den kraterrand van het
pupillengat langs den oever van de kris
talheldere zee van de lens. We trekken
door het labyrinth, door de neusholte ge
vormd, met haar dam|^nde moerassen,
we varen door de diep in het rotsbeen in
gesneden holte der ooren, we dalen af
naar den hals. Als de reizigers in Egypte
bezoeken we de pyramiden van het strot
tenhoofdkraakbeen1 met zijn bewonde-
renswaardigen bouw, we reizen over het
karstgebied van de amandelen en gaan
door het kanaal van de kiezen naar de
tanden. Vele malen gaan we dagelijks
langs de zenuwen en beschouwen met
eerbied en vrees den hoog gespannen ka
bel achter zijn isolatoren. We klauteren
de helling der gewrichtsholten op en gaan
omhoog langs de beenderbalkjes evenals
de bezoeker van den Eiffeltoren te Parijs
door het stangwerk van dit meesterstuk
van menschelijk vernuft naar boven gaat.
We dringen in het gesloten Tibeb der
beenderholten binnen en wandelen door
hun steenen bedding langs de oester-
banken van het beendermerg. Honderden
keeren bereiken we de grens van het rijk
en reizen door het heuvelland der huid-
papillen; i^ler van deze stelt een fort
voor, met wapens en signaalapparaten
voorzien) om de grenzen van het' rijk te
beschermen; we doorkruisen het woud
der haren en glijden onder het spiegel
vlak der nagels. Honderden keeren ko
men we, zoo wfi de groote slagader op
varen, dicht bij de plaats, waar ze in het
hart komt, de plek voorbij, waar de lymph-
stroom van het darmkanaal met alle voe
dingssappen in den bloedstroom valt en
we zien den melkachtigen voedselstroom
zich uitstorten in het donkere bloed.
Steeds weer komen we op onzen tocht
in het industriegebied der klieren, sohild-
i Lein,.8peekselklier' maa«> milt, ge-
slachtsklier en nieren en in ieder van
deze klieren zien we iets anders en op
iedere reis zien we het oude op een an-
Vizt^ifuw- Tachtigduizend keer
i*5 löven> dat 20 dagen duurt,
de bloedcelboot door het lichaam, tachtig-
duizendmaal zou men een nieuwe ge
schiedenis moeten beginnen, zoo men de
wederwaardigheden van een celreiziger
if- ™cnsohen bloed wilde vertellen. De
Arabische koningin heeft in 1000 nachten
1000 sprookjes verteld aan haar wreed en
echtgenoot. Tachtigduizend sprookjes zou
Sindbad, de zeevaarder uit de lilliputters-
wereld der cellen, kunnen vertellen van
zijn avontuurlijke tochten op den rooden
stroom van het leven.
POST- EN TELEGRAAFKANTOOR.
Het hoofd- en het bijkantoor der poste
rijen zijn respectievelijk geopend op werk
dagen van 's morgens 7.30 u. tot 's avonds
7.30 u. en van 's morgens 8 u. tot 's avonds
7.30 u. De telegraaf, gevestigd in het
hoofdkantoor, tot 's avonds 0 uur. Des
Zondags is bet hoofdkantoor open van
8 u. m. tot 9 u. m. en van 1 u. a. tot 2 u. a.;
het bijkantoor is op Zon- en Feestdagen
gesloten.
De kantooruren zijn op werkdagen:
a. Voor de frankeering, het debiet van
postwaarden en de aanneming en afgifte
van aangeteekende stukken, dagelijks van
7.30 u. v.nt7.80 zun. en Zaterdags van
7.30 u. vm.6.u. n.m De aanneming
van aangeteekende stukken, waarvan geen
expresse-bestelling wordt verlangd, heeft
Zaterdags tot 8 u. non. plaats.
b. Voor dan dienst der postwissels, qui-
tantiën en ryksverzekeringbank van 8.80
c. Voor den dienst der Rijkspostspaar
bank van 9 u. v.m.—7.30 u. n.m. Zater
dags van 9.— u. vjn.—6 u. mm.
<1 Voor den dienst der pakketpost van
7.80 u. v.m.7.80 u. n.m. Zaterdags van
7.30 u. v.m.6.n m,
De lichting der stadsbrlevenbussen
heeft op werkdagen plaats des v.m. 8.15 u.,
's namiddags 1.60 u. en 5.10 u., en 's avonds
9.30 u. Bovendien geschiedt op Maandag
en daags na een feestdag eene lichting
des vmi. te 8.80 u. De op het station ge
plaatste brievenbus wordt 10 minuten voor
het vertrek van iederen posttrein ge
licht.
D© brievenbussan zijn respectievelijk
geplaatst aan de Javastraat, Brakkeveld-
weg, Stakmanboesestraat, Binnenhaven,
HELDER'S ADVERTENTIEBLAD
Seizoenen ixt de 2e klasse gespeeld en alleen
bet le seizoen daarin was bevredigend, toen
ais 4e geëindigd werd; 18 wedstrijden 18 pun-'
ten. 1923'24 Werd de voorlaatste plaats bezet
•n bleef zij boven Purmersteijn. Thans ls het
pleit beslecht en alleen de promotie-d%radatie-
competitio kan nog uitkomst brengen.
U. v.m.8 U. nm,
Zuidstr., Ankerpark, Buitenhaven, Kruis
weg, Molenstraat, Koiringstraat, Keizer
straat, Piet Heinstraat, Langestraat, Dük-
straat en SchagbTistraat.
Dat beteekent: Viermaal een ongewijzigde
advertentie ter plaatsing opgegeven in de
Heldersche Courant" tegen drierfiaal bere
kening.
H ervaren dikwijls, vooral bi] hen, die
Ben z.g. kleine advertentie plaatsen, dim,
wanneer een eerste plaatsing niet voldoende
succes oplevert, vergeten wordt, om tijdig
order tot herplaatsing te geven.
Om onze cliënten voor schade en last ten
gevolge van een dergelijk verzuim te behoe
den, advlseeren wij-in den regel om direct
opdracht te geven tot lj3 X plaatsing. Zoo
dra vpn dan geslaagd is, deelt men ons zulk*
mede en wordt dan de overbodig geworden
advertentie uitgelicht. Onze cliënten zijn dqn
slechts schuldig het aantal malen, dal zij ge
adverteerd hebben.
Probeert U dat ook eens!
Deze bepaling geldt alleen voor adverten
tiën, welke niet volgens het goedkoope tarief
voor handels-advertentiën worden geplaatst