DE
i
REIS-INDRUKKEN.
„Waar Maas en Waal te samen vloeit
En Gorcum rijst ven ver.
Daar, ln één der achterstraten van dat
oude, historische stedeke Gorkum, dat
zich als 't ware spiegelt in dien breeden
Merwedestroom, woont „oome Dirk'*...
die oude zalmvisscher.
Leuk.als je dien gezelligen prater
hoort vertellen van de eigenaardige vangst
op onze groote stroomen.de zalmvis-
■dherij. Dan schuift ie zijn „slaatjen" eens
even terzij, de ouwe oogen van den 84-
jarige beginnen weer te glinsteren en hi,
begint:
„Meer dan zestig jaar heb ik aan
saimvisscherij gedaan, dtus ik weet er van
mee te praten. Mot uwes hooren:
„Met m'n 10e jaar, as kleine jongen, zat
ik al op het „luurpêrd1"."
„Luurpérd? wat Is dat?"
„Zal ik u zoo meteen vertellen van de
heele viascherij, want daar komt Je wat
bij kijken; dat is geen kwajongens werk.
Een jaar ol vier geleden heb ik de leste
gevangenreken nou zeivers, maar
eens uit, hoe lang of ik op en bij de ri
vieren heb gescharreld.
Toen was k tachtig en zeien ze:
„Ga je mee, oome Dirk?"
„Waarachtig wel," zeg iken we
kregen d'er nog een en een goeie.van
24 pond. Hoe was ie?
De laatste jaren heb Tc nog een „hortje
op een sleepboot gevaren, maar anders al-
tijd aan de vlsscher]j. Maar nou wou uwes
weten, hoe dat ln z]jn werk gaat
Goed.luister maar.en dan zal k het
ook wel wat op een papiertje teeltenen.
Heeft uwes een stukke en een potllood?
Krek zool
Nou dan!.Een Jaar of tien geleden
had je hier boven die stad in de Merwee
soo'n merakel groote „plaat" liggen, die
noemde ze de „galgeplaat". Zoo'n zand
bank in de rivier begrijpt u.
Hou.daar werden met de pont de
pêrds (paarden) naar toe gebracht, want
die heb je er bij noodig natuurlijk om aan
de lijnen te trekken.
En ook het sleepnet, de „zegen", moet
naar de plaat en de groote roeiboot. Dat
net heet de zalmizegen en die zit vast aan
een groote sterke lijn van zoo'n 800 vaam
lang.
Nu
<iu gongen we met die luurlljn zoo
heet dat lange touw, hooger aan: de ri
vier op. Als dan de zegen er aan vast is
en we benne ver genoeg de rivier op, dan
gaat er een ton over boord en roeien we
met de zegen in de boot de rivier in om
hem „uit te zetten". In die boot zitten zes
man: 4 roeiers aan de riemen, een steen
reepgast en een uitzetter.
Er zitten steenien aan 't net en die moet
de steenreepgast er uit gooien in de ri
vier. En de uitzetter gooit langzamerhand
de zegen met de kurken overboord.
Zoo besla je schuins weg de rivier.
Aan die groote lijn, waaraan 't net zit
komt nu een pêrd, dat heet het luurpêrd
en daar zit een jongen op, om t pêrd aan
te zetten, om zoodoende het net langza
merhand weg te trekken.
Daar is dan de baas bi} en die schreeuwt
alsmaar „harder rijen" „zachter rijen"
die commandeert de luurjongen.
Ais de zegen eindelijk goed ligt, dan
wordt ie met ankers vastgezet en nou moet
het net „opgekort" (ingehaald) worden.
Aan 't andere eind: van de zegen is ook
een lijn met een pêrd en die trekt de zegen
ook dwars naar de ^Taat toe, zoodat het
groote net langzamerhand naar Je toe
komt. Dat „opkorten" moet met de handen
gebeuren.
Op dat andere pêrd zit ook een man:
dus je bent met zoo'n negen personen en
een jongen. Of die zegen groot ls?
Nou.wat dacht je.die la ook wel
een 200 vaam lang.
Heeft uwes het nu goed begrepen?.
De zatmzegen komt nu met de stroom
mee naar de plaat toe, en de pêrds hel
pen mee, om hem ln de goede richting
te trekken. Want dat is een aparte kunst
Ik ken de zeg$n wel zoo trekken, dat je
niks vangt
Maar als 't goed gaat.en wfl maar
steeds Inkorten.dan gast de visch naar
achteren.
Dat moest je alen in den goeien tijd1: elf
en
■k Ben dfetr vaak genoeg bij geweest, dat
we zoo'n 700 koppen (vissollen) hadden.
meest elft natuuiiijk. Die wegen zoo wat
•en pond of vier, vijf, zes.
En dan had je d'er meestens een stuk
of twee, drie zalmen bij.... maar elke
trek bad je geen zalm natuurlijk.
En dan deden we op een dag zoo'n 26
trekken met de zegen.
En jaar of' tien geleden hadden we op
de ^Galij" nog 45 zalmen op één dag, daar
was er ééntje bij van veertig pond. Jong.
dat was een baas.
Zoo gemiddeld wegen ze een 18, 20 tot
24 pond.
Als nou de visch er is ln de zegen.
dan raapten we de elft met de handen,
maar de zalm, die möt je scheppen roet
een groote beugel met een net er aan.
Want die benne wat mann in t water.
Maar ze vangen se niet alleen met de
zegen.we doen het ook met de drijf
netten. Maar dat moet in den nacht gebeu
ren. Want overdag zien ze de netten en
dan lloopen *e er niet op.
Met de drijfnetten ben je met z'n tweeën
in de schuit
Ja.dat ls wel eigenaardig met die
saimvisscherij. Ze moeten de zegen zien.
maar de drijfnetten moeten ze niet zien,
anders krijg je ze niet Want se benne
vlug meneer.
We hebben t wel geprobeerd met een
kleine zalm. Die bonden we dan een touw
tje aan zijn staart met een kurk er aan:
dan kon je altijd zien hoe of ie 't deed bij
het net Aan dM kurkie kon je altijd zien,
waar ie terecht kwam.
En dan imM j'em zien wegschieten. Zé-
hard. merakel! Ze kenne vört as een
kogel uit «en osweer.
Maar sooakelk uwes «u sast da
moeten ze 't net zien, als t water „wit" is
(niet helder), dan hoel je met de zegen
niet te trekken. Voor de zalmvisscherij
heb je twee „teelten" (vangtijden): de
zomerteelt en de vinterteelt
Die zomerteelt is zoowat ln de maan
den Mei, Juny en July, maar dan zijn ze
niet zoo groot Dat noeme ze Meiaalmpiea
die wegen zoowat 10 tot 15 pond.
De winterteelt loopt zoo ongeveer van
November tot Mêrt (Maart) toe. Dan
ginge we zoodra 't donker werd met de
drijfnetten de rivier op.
Zoo vroeger, dan voirg je nog wel
d'ereis van die knapen van zoo'n goeie
veertig pond of me dat knapen benne.
Soms ken je ze met de band krijgen, als
ze heel stil zijn. Maar als ze willen, dan
zijn ze wat mans. Dan sla je se met een
haak in den rug.
En lekker dat ze benne.nou fijn.
De rijke hii, die motte ze „krimp" hebben,
dat noeme ze „krimpzalm". Als ie „krimp"
is moet ie levendig gesneden worden.
Maar wij hebben ze liever vet As ie
dood is, dan wordt ie pas vet We hebben
d'er wel eens een op de plaats geslacht
en dan lieten we hem zoo drie dagen en
nachten onder 't zand liggen. Dan tegen
den morgen haalden wij 'em op. Maar
jongof ie dan vet was. Dan is ie veel
malscher.
Ja zeker.erg duur is ie. De vorige
week is er nog «en verkocht voor 8.60
het pond on dan zat er nog een gebrék
aan: dat zal "k u zoo meteen vertellen.
Maar de laatste jaren wordt er bijkans
niks meer gevangen aan zalm en elft
Tegenwoordig zie je ee niet meer: elft
ook niet Dat komt door de kuilers lager
op. Die vermoorden met die netten bij
kans alles. Daar aan de Moerdijk vangen
ze al die kleine vischjes maar weg, don
loope ze d'er soms maar dwars doorheen
door die mooie jonge beesles. Dan werd je
valsch op die lui.
Die kleine vlschles noeme ze sprot
De zalm en elft komen eigenlijk uit de
zee en vandaar zoeken ze de rivieren op
het zoete water, om daar kuit te schieten.
De zalm houdt van stroomend water:
hij moet kunnen „trekken". Hoe barder
weer en sterker de stroom, hoe beter. Als
de wind Noord-Oost is en „'t tij loopt
flink af (als 't water krachtig naar zee
stroomt) dan komen de zalmen juist de
rivier opzetten.
Maar zooals k zei, je ziet ze de laatste
jaren bijkans niet meer. Ze wille wel be
weren, dat ze tegenwoordig een andere
koers nemen en onze rivieren niet meer
opkomen.
Zoodoende beteekent de zalmvisscherij
de laatste jaren niks meer. Er zijn teelten
geweest, dat er maar een stuk of acht ge
vangen zijn.
Daar straks heb Tc uwes verteld van
die zalm, die een gebrek had. Dat komt
zoo:
Daar aan den Moerdijk en verder op,
daar heb je de zeehonden en de zeekatten
(otters). Vooral daar aan de Willemstad
daar heb je ze bij hoopen op die platen.
En die loeren op de zalm en de elft Jonge,
jonge, wat kunne ze d'er achter jagen,
'k Heb wel eens zoo'n zeehond half boven
water zien komen, dan was ie met zoo'n
groote zalm aan t vechten om em dood
te maken.
Maar ze krijgen ze niet allemaal, want
de zalm is ook vlug. Dan gebeurt het dat
ze he malleen maar een knauw kunnen
geven, dan bijten ze d'er een stuk uit dat
dan later weer geneest Dat zie Je, as je
ze later vangt: dan benne ze gehavend.
Maar jonge, jonge, die zeehonden en
zeekatten vermoorden er wat
Vroeger mocht Je op die roovers jagen;
dan kreeg je drie gulden voor zoo'n dooie
zeehond! als premie.
Ook een paar bruinvissohen hebbe we
d'ereis met de zegen gevangen. Dat benne
ook knapen van zoo'n zestig pond. Die
moeite zoo ln H water 'boven komen oen
ucht te happen en dan blazen ze t water
uit de neusgaten naar boven, t Benne an
ders heel mooie beesten.
Ja, manheer, zooals k u zei, de vangst
is niks meer gedaan. En rijk ben ik er
niet mee gewonden. BJj de zalmvisscherij
ls alles verdeeld. De baas krijgt een derde
deel van de vangst en 't andere wordt on
der de mannen gelijk verdeeld en de paar
den hebben elk ook een deeL Maar ais
knecht blijf je arm.
Nou hen ik al 84 en mijn vrouw wordt
acht en tachtig. Oud benne we samen en
zoo moeten we d'r rondscharrelen. Met
ons beiden vijf gulden ouderdomsrente en
dan vier gulden er bij van 't armbestuur,
daar die ondersteuning gaat weg aan
huur, fonds, waterleiding en kolen. Dat
dan houdt je vijf gulden over om verder
van te leven.
Ja, rijk benne we niet geworden, al heb
k meer dan zestig jaar gevischt Oud.
en arm, meheer!".D
ZIJN MEENING.
(Excelsior).
HET MANNETJE IN HET WEEB-
HUISJE.
(Le Rire).
Wat sta jij daar zoo te glunderen,
kleine rakker?
Moeder zegt altijd: Als 't weer
mannetje ln zijn huisje gaat, dan komt
er gauw regenNou sta ik te wachten
of hij eerst in zijn huisje gaat als 't be-
int te regenen of dat hjj eerst ln z'n
ulsje gaat «n dat 't dan begint ta rege
nen ziet I
HeerMaar ober dat ls nu wel wat
'n schandaalDaar heb ik nou notabene
voor groente de kapitale hoeveelheid van
zeventien erwtjes...
Ober: Het spijt me mijnheer Maar
ik dacht dat iemand van uw stand zich
niet zou verwaardigen die erwtjes op zijn
bord te tellen.
HOE ZIET DE WERELD ER
TEGENWOORDIG UIT?
De razende dood.
In dén Staat New York alleen zQn ln
het jaar 1928 door middel van Motor-on
gevallen ruim 2000 menschen gedood en
meer dan 40.000 gewond.
(Tribune).
Hef „Boeren" ln Engeland.
Het Heereboer spelen ln de Engelsche
landen is een van die eigenaardige buiten
sporigheden, die zeer geliefd schijnen te
zijn bij rijke mannen, die er erg bang voor
zjjn ook rijk te zullen sterven.I
(Lord Dewar).
Van kwaad tof erger.
De indertijd zoo gevreesde Tiende Pen
ning van den hertog van Alva, dat was
nog maar 'n onbeteekenend peulschilletje
vergeleken bij wat wij moderne menschen
tegehwoordig te slikken krijgen.
(De Bedrijfsorganisatie).
thrlsteUJke „eens-gezind-held".
Te Hilversum, een plaats van 88.000 in
woners, waarvan er volgens eigen opgave
6200 zonder bepaald kerkgenootschap
zijn, zijn niettemin volgens de officieele
statistiek niet minder dan.66 gezind
ten vertegenwoordigd.
(De Standaard).
Waarom?
Het zou er in de tegenwoordige wereld
vrij wat beter uitzien als een ieder, die
den leeftijd! van 21 jaar bereikt had eens
'n paar weken in de gevangenis moest
zitten.
(Miss Penrose op een vrouwen-
vergadering te Londen).
Nog geen Amerika!
Tengevolge van de nieuwe drankwet,
welke na den oorlog in België in werking
is getreden, zijn er in dit land sinds 1920
80.000 herbergen verdwenen.
Er hieven er echter ln totaal nog soo
ongeveer.200.000 over. Dat is gemid
deld een herberg op de 88 inwoners. Hier
bij is dan dé waard niet mee gerekend,
ofschoon deze ln dé meeste gevallen wel
tot den besten klant mag worden gere
kend.
(Le Soir).
Da haastige tijd.
In het vorig jaar zijn ln Parijs in de
Metro" en op straat meer dlan 5000 para
plu! es verloren. In de trams en omnibus
sen bleven er meer dan 6000 achter. In
totaal precies 11.145 stuks.
En dit zijn dan de schermen, die niet
door een eerlijke vindér dadelijk zijn mee
genomen naar huis wat natuurlijk ook
voorkomt
Van de 1U.45 parapluies zijn er ln "t
geheel slechts 5082 weer opgevraagd!
(Le Temps).
De «holdings-ring.
Het allernieuwste op het gebied van de
huwelijkasoheiding in het land van de
scheiding (Amerika) dat is de scheidings-
ring. Hjj ls vooral ln SanFrancisoo erg in
zwang. De ring is van goud met een' zin-
nebeeldlgen gebroken boog van Cupido.
Deze boog is met steentjes versierd. Hij
wordt gedragen aan den pink van den
linkerhand. Bij elke nieuwe scheiding
wordt er een steentje bij gezet!
Een bekende gescheiden vrouw te Ban
Francisco beweert dat zij de eerste is ge
weest, die dézen ring gedragen heeft en
dat zij ook reoordhoudster is van het
aantal steentjes.
(Observer).
Het heil vsn de grammofoon.
In de staatsgevangenis van New Jersey
zijn twee neger» terecht gesteld. Op weg
van de gevangenis naar de eleotrische
stoel speelde een nieuwste modél Edison
die meest stichtelijke wijsjes.
Dit was om de zenuwen van de gevan
genen te kaiimeeren.
In den staat New York wil men nu nog
verder gaan en aan den ter dood veroor
deelden misdadigers den avond voor de
terechtstelling een komische doen
vertooMK.
<M«sr Yosfc Hsrsld).
kleinigheden.
Men krflgt moddervlekken uit zwarte hee-
renk leeding, door de vlekken met een door
gesneden rauwe aardappel ln te wrijven.
Om roest van een mes of van een soort
gelijk voorwerp te krijgen, steekt men het
met de vlek in een ui en laat het zoo een
uur staan.
Daarna polijst men het op de gewone
manier.
De lucht van gekookte uien krijgt men
uit dé pan door deze -na het gebruik met
kokend water te vullen en daarbij een heeten
sintel uit de kachel te gooien.
De azijn, die in den zomer van de kom
kommers of augurkjes overblijft kan uit
stekend gebruikt worden in haché van
vleesch of nieren.
'Worteltjes krijgt men heel goed schoon
door ze te wrijven tusschen een schoonen
witten doek waarop men zout gestrooid
heeft. Ze behoeven dan niet meer geschrapt
te worden.
Bloemvazen met een nauwen hols worden
goed schoon gemaakt door er warm water lm
te gieten en daarbij wat koffiedik, wat zand
of wat krantensnippers te doen. Dit haalt
het vuil geheel van de binnenzijde van het
glas.
Wanneer Iets op de kachel of op het gas
stel overkookt, bjv. In hoofdzaak melk, strooi
dan dadelijk zout op de overstroomde plek.
Dit houdt het ontstaan van vlekken tegen
en voorkomt het verspreiden van de akelige
brandlucht door het huis.
De voorbeeldige echtgenoot
Is Jansen wel aardig tegen zijn
vrouw?
rlig? Hij ls gewoon voorbeeldig!
ze Bridge spelen, dan biedt hij
nooit tegen zijn vrouw opl
Dat deed hg.
Heb je last van Indigestie? Dan weet
ik raad. Dan moet je lederen morgen een
top warm water drinken.
Och man, dat doe lk al maanden lang.
Maar mijn kostjuffrouw noemt het thee!
Erfelijkheid.
Au Geloof jij dan aan die erfelijkheids
theorie?
B. Natuurlijk. Ik moet er wel aan ge-
ooven. Ik ben getrouwd met de dochter
van een rechter. En het gevolg ls dat mijn
vrouw me voortdurend de wet voorschrijft
Ze kan het niet laten!
Zelfs dat niet veeL
Joris: Haar verloofde ls een van d
menschen die veel meer geld hebben, dan
verstand, geloof ik.
Angeniet: Dat is zoo.Maar daaruit
moet je niet ooncludeeren, dat hij nu wer
kelijk echt veel geld zou hébben hoor.
NOG EEN VERHAAL VAN
EPAMINONDAS.
(De vorige week heb jullie zeker wel
gelezen, hoe de grappige kleine neger-
ongen een cactus had, die er slap en
akelig uitzag. Epaminondas was bang, dat
z]jn plant dood zou gaan en zijn moeder
stuurde hem naar den tuinman Rasmus.
2paminondas sprak met Rasmus over het
weer eni over Rasmust vrouw en kinde-
renen over Epaminondas' Jonge poesjes,
Inondas*
tot Rasmus vroeg, waarvoor Epami
moeder hem gestuurd had!)
„Moeder heeft me gestuurd om met u
e praten," antwoordde Epaminondas
De oude tuinman glimlachte en zei:
Wel mijn jongen, we hebben nu gezellig
samen gepraat Goeie middag!"
e middag, mijnheer Rasmus," ant
woordde Epaminondas. Hij stapte van
den kruiwaagen af en wandelde naar huls.
Toen hij thuis kwam vroeg Moeder:
,Wel, ben je bij mijnheer Rasmus ge
weest?"
„Ja, Moeder," antwoordde onna kleine
vriend!.
„En heeft hij je verteld, wat je met je
cactus moet doen?"
„Nee, Moeder!" zei Epaminondas.
„Niet?" riep Moeder verbaasd uit „Ver
telde hij je niét, wat je met je plantje moet
doen?"
„Nee, Moeder. Misschien wist hij niet
dat ik een cactus heb."
„Lieve help, Epaminondas! Heb je dien
tuinman dan niets gevraagd over je cac
tus!'
nocdaa schudde zijn hoofdje,
aar héb ja daa over e*praat?"
Bpamii
„Waar
„Over mevrouw Rasmos en over stJn
kinderen en over het weer en over ome
jonge katjes.
„O, Epaminondas, hou op, riep Moeder
lachend uit ,Jk heb je toch naar mijnheer
Rasmus gestuurd om te vragen, wat je
met je plantje moest doen. En nu hou Je
hem met nuttelooae praatjes van zijn
werk!"
„O, Moeder," iel Bpamlnondas nu. „Ik
wist heusch niet dat ik over mijn cactus
moest praten. Ik dacht dat ik met hom
moest praten zooals anders wél eens, als
er visite ls. U zei: „Ga eens niet mijnheer
Rasmus praten."
„Je bent toch een klein domoor, zet
Moeder lachend, terwijl ze haar Jongen
kuste. „Kom, dan gaan we samen naar
mijnheer Rasmus."
En nadat de tuinman t nr tel ijk gelachen
had, om wat Moeder'hem vertelde, legde
hij Epaminondas precies uit, hoe hij zijn
planje moest «behandelen, om het weer
beter te maken en te laten bloeden.
RAADSELS.
Oplossingen der
L De letter N.
H Reiger
e b e r t
Inkt
g i l
l
r
Goede oplossingen van belde raadsels
ontvangen van:
W. en O. A.; H. J1. en B. Ad J- en B.
v. A.; B.; J. B.; T. B.; J. B.; M. O. B.
C. B.; P. O. dé B.; D. B.; L. B.; J. B.
M. B.; W. B.; K. ter B.; R en M. B.
R. v. B.; A. de B.; 8. O.; O. A. en M. A. D.
G. en J. D.; A. en H. D.; T. D.; D. en
V. D.; O. v. d. E.; O. E; A. E; M. F.
A. v. G.; A. de G.; A. H.; J. en W. H..
A. en M. O. H.; O. H.; G. H.; M. H.; O. de
H.; J. H.; G. H.; M. J.; A. M. J.; M. TL
W. en G. K; S. de K; L. K.; Tj- en O. K.
G. K; N. E; A. en A. K.; W. E; M. L.
O. G. v. M.; N. en M. M.; H. M.; O. en
M. M.; D. N.; T. O.; J. P.; O. v. d. P.
A. H. P.; J. P.; T. G. v. P.; M. R.; A. R
P. J. R; O. J. en J. R; W. en J. 8.; M. E
S. en A. E; T.; B. en D. T.; R en O. T.
W. dl T.; Jw v. W.; G. W.; A. en Cl de W.
M. W.; A. IJ.; J. O. Z.; T. v. E
Nieuw raadsel
Ieder land heeft een 1, 2, B, <L
In moeders naaidoos ls wel een B, II,
16, 18.
Bij 't vissohen gebruikt men 10, IA 7.
11, 16 is de le lettergreep van een
groote stad.
9,10,1112 is een voedsel
Brand geeft een 1,18, IA 11
Vast is niet 8,16,17.
Elk wiel heeft een 8,18.
6, 8, 7, 8 1b een groot gebouw.
B]j 't eten gebruikt men een 28, M, M, 19.
27, 24, 20 is een herkauwend dier.
25, 21 is een persoonlijk voorn aam woord.
6, 28 ls laag water.
7, 26, 27 is een klaedingstuk.
8, 28, 24, 26 is lang niet recht.
Een 19, 20, 21, 22 -behoort bij dfce
boerderij.
Een 80, 61, 82 ls een vrucht.
De 88, &A 85, 86 is een vijand van den
landman.
81, 84, 87 ls het tegenovergestelde van
niemand.
Welk huis heeft geen 82, 65, 68, 40.
Moe heeft niet graag een B6, 89, 41, 48
op de meubels.
Een 43, 44, 46, 46 la een water.
Een ander woord voor „kijk" ia 61, 52, Bk
Grootje is een goede oude 47, 48, 40, 50
54, 55 ls een lidwoord.
47, 44 is een persoonlijk voornaam
woord.
51, 48, 45 eens naar de lucht
Een 54,52,49,40 heeft evengoed gevoel
als een mensch.
BiJ den grutter haalt men 50, 65, 61, BOL
67, 69, 68 ls een tuingereedschap.
58, 69, 60 is een familielid.
01, 62, 68, 64 ls niet vriendelijk.
Ben 66, 67, 68 keert het water.
Een 60, 67, 88 keert het water.
Beter een 69, 70, 71 dan een gat In de
kleeren
72J',ia een toilet-artikel, dat leder
noodig heeft
Wie met een 75, 70, 77 speelt doet skh
Een andere naam voor een klein paan!
ta 78, 79, 80
Ben 81, 82, 88 ta een vogel
01, 67, 74, 79, 84 is niet alleen.
62, 68 is een boom.
00, 64, 69 is een visch.
Een 60, 78, 78 heeft elk huls.
66, 70, 75, 82, 88 dragen alle imrmnTi—
(en sommige dieren ook).
Een 71, 7<l, 88 is een schriffmeiteriaaL
Onze hond heet 80, 85, 89.
84, 86, 86, 87, 88 zijn vruchten.
86, 90, 92 is een deel van een boom.
89, 90, 91 is moede.
81, 87, 91 is oen lidwoord.
doos Qk
I
Op een 87, 88, 89 laadt men steenm.
Een ander woord voor moe is 40, 4L
60, 81 is een noot (muziek).
pijn.