GEMENGD NIEUWS v HöTEL „BELLEVUE". Café - Restau r ant. Voor vergaderingen hebben wij zeer ruime Zalen beschikbaar, tegen zeer billijke conditie. Waarschuwing. TWEEDE KAMER. Interpellatie-Weltkamp over Drente. De Tweede Kamer hield zich Dinsdag bezig met de gedachtenwisseling' over de interpellatie-Weitkamp betreffende den toestand in de Overijselsche en Drentsche venen, en de door dit Kamerlid ingediende motie. In de motie wordt de wensch uitge sproken, dat de regeering zich bezighoudt met verzachting van de moeilijke toestan den voor de turfindustrie. De v.-& heer Ebels wees er op, dat de mijnindustrie dezelfde rechten heeft als de turfindustrie en gaf in overweging een flink scheepvaartkanaal te graven van Twente naar Delfzijl. De oomm. heer Van Ravesteyn gaf als zijn meening, dat het groote probleem der veenstreken de werkeloosheid is. De regeering denkt er niet aan finantieelen steun te geven aan de gemeente Emmen en is dus evenzeer schuldig aan de ontzettende toestanden. De heer Hiemstra (s.-d.) lichtte een motie toe om de regeering uit te noodigen te onderzoeken welke maatregelen voor steun kunnen worden genomen. Ook de v.b. heer B i e r e m a dient een motie In." Minister Ruys zegde toé de aan gelegenheid met zijn ambtgenooten van Arbeid en Waterstaat spoedig te zullen overwegen. De Minister ziet de provincie Drente in de toekomst meer en meer als landbouw-provincie. Alle maatregelen der regeering gaan in de richting van economi sche opheffing, maar het is een kwestie van jaren. De Minister deelt mede welke maat regelen bereids zijn genomen. Er zijn echter te veel menschen in Drente, zoodat emigratie noodzakelijk zal zijn, waarvoor de bevolking evenwel weinig voelt Drente moet zich ont wikkelen tot land- en tuinbouw-provincle. De heer Weltkamp trok hierna zijn motie in, doch de heer Hiemstra hand haafde de zijne. Vergadering van Woensdag 4 Maart Op voorstel van den Voorzitter wordt be sloten, a.s. Dinsdag te behandelen het ont werp tot afschaffing van den Zomertijd en het voorstel-Staalman tot invoering van den inidzomertijd De motie-Hiemstra, vragend maat regelen tot verbetering van den toestand der Drentsche bevolking, wordt verworpen met 47 tegen 22 stemmen. De motie-Bierema, vragend maatre gelen tot verlichting van den finantieelen toestand der noodlijdende gemeenten in de nabijheid der venen, wordt verworpen met 42 tegen 28 stemmen. Aan de orde is dan het z.g. psychopaten- ontwerp. EERSTE KAMER. Woensdag werden door de Ministers Ruys de Beerenbrouck en Colijn de bij de Algemeene Beschouwingen over de Staats- begrootlng gemaakte opmerkingen beant woord. Vlsschert]. Minister Ruys vervolgde zijn reeds Vrijdag aangevangen rede, en kwam op te gen de klacht, alsof de Visscherjjbelangen verwaarloosd zouden worden. De opheffing der Vlsscherljdlrectie berokkende geen schade, daar het werk door lagere ambtena ren wordt verricht, terwijl wat het biologi sche visscherijonderzoek betreft, een rap port zal worden afgewacht voor verdere maatregelen worden getroffen. Ontwapening. Het verwijt van prof. Van Embden aan het adres der regeering gericht inzake het niet publiceeren van het Geneefsche rap port over den chemischen en bacteriologi- schen oorlog, wees hij af. De Regeering heeft niets verheimelijkt en het rapport aan het parlement overgelegd, waarmede zij meer deed dan de meeste andere landen. Het uit gangspunt van prof. Van Embden, dat reke ning met een nieuwen wereldoorlog moet worden gehouden, wordt door de Regeering aanvaard, door het streven naar internatio nale samenwerking. Eenzijdige nationale ontwapening wordt z.1. door niets gemoti veerd. In Nederlands bewapening kan nie mand eenige voorbereiding ten oorlog zien. Roekeloos zou het zijn ln te gaan op de denk beelden van prof. Van Embden. Socialisatie. Vol lof was de Minister over de rede van den heer Stenhuis, wiens opvattingen hij voor de toekomst ook van heteekenis achtte. Hier was niet aan 't woord de bespiegelende idealist, maar de man, die meende zijn ideaal nog eens in werkelijkheid te zullen zien op gaan. Aan samengaan van christelijke en socia listische arbeiders is echter niet te denken. De heer Mendels (S.DA.JP.): Dat zul len de arbeiders zelf uitmaken. De Minister vervolgde met te betoogen, dat bet historisch-materialisme „voor de christelijke arbeiders geen doel kan zijn". Erkentelijk wa8 hij voor ide openhartige ver klaring van den heer Stenhuis, dat als het niet goedschiks ging, de arbeiders langs an deren weg de macht in handen zouden zien te krijgen. De Regeering zal waken tegen eenzijdige overheersching zoowel van de werkgevers als van de werknemers. Ftnantien. Minister C o l IJ n betoogde aan de hand van eenige cijfers, dat het budget voor 1926 sluitend kan worden gemaakt Betreffende den steun aan de Rott. Bank deelde de mi nister mede, dat hieraan geen cent staats geld is besteed, doch dat, in het algemeen belang, de regeering den koers heeft ge steund, daar door het aan de markt brengen van groote hoeveelheden aandeelen de vrees voor een débécle niet ongemotiveerd was. In 1926 zal er bij elkaar een 26 mlllioen meer aan uitgaven te dekken zijn. De ver liezen op de bouwexploitatie zullen met f 6 mlllioen moeten worden verhoogd. De on gunstige toestand' ln de veenstreken zal in 1926 voor werkverschaffing grootere bedra gen vragen dan in 1925. Ook voor de droog- legging van de Zuiderzee, waarvoor de mi nister een krachtige voortzetting bepleit, zal d« post van 2 mllltoan op 5 mlllioen wor den gebracht Over enkele jaren zal kunnen worden be gonnen met de conversie der 6 leeningen, terwijl in voorbereiding is een normaliseering der schulddelging. Belastingen.' Tenslotte behandelde de Minister de aan vallen op zijn belastingpolitiek. Als men billijk wil zijn, moet men de be- lastingontwerpen van 1924 en 1925 niet af zonderlijk beschouwen, maar als één complex en dan kan men z. L niet ontkennen, dat er een vaste lijn in zit, namelijk een verplaat sing van den belastingdruk die meer recht vaardig is dan de bestaande. Salarisverlaging. Het zou heel gemakkelijk geweest zijn de salarisverlaging tot het volgend jaar uit te stellen en aan een ander kabinet na te laten. Doch de Regeering meende te moeten doen wat haar plicht was. (Bravo's). VOOR DEN POLITIERECHTER. Zitting van 2 Maart 1926. Beter besteed tn een geztn rfiet 7 kinderen, dan op den bodem der zee. ï)e tos-arbeider P. v. D., huisvader met een groot gezin, had, na het vastloopen van de vrachtboot „Promuk", ijverig meege holpen het reddingswerk te verlichten, door het schip van een gedeelte van de lading te ontlasten. Het schip voornoemd was hoofd zakelijk met meel geladen, welke zakken meel werden overgeladen op de botters, die langszij bij het schip lagen. Waren echter geen botters aanwezig, (ten moest het meel ln zee worden geworpen, daar bet aan de snelheid, waarmee men het loste, grooten- deels afhing, of het schip zou kunnen war den afgesleept. Van D. vond het natuurlijk te bejamme ren, dat zooveel van dat kostelijke meel nutteloos verloren ging, terwijl een zakje hem en zijn hongerig gezin zoo welkom zou zijn. Deze overweging bracht hem op 't Idee om zoo'n zak in te pikken en hij bracht dit plan dan ook ten uitvoer. Doch toen hij met het zakje op zijn rug door Helder sjouwde, trok hij de aandacht van twee speurende politieagenten, die direct aanstalten maakten om hem aan te houden. Van D. wierp den zak toen onverwijld weg en maakte zich uit de voeten, welke vlucht natuurlijk in zijn nadeel werd uitgelegd. Hij stond Maandag dan ook terecht en ver haalde den politierechter zijn avontuur met den zak meel en de overwegingen, die hem tot deze^daad hadden geleid. Daar zijn toe lichting door de 2 getuigen meer bevestigd dan tegengesproken werd, meende de poli tierechter, dat het opzet tot diefstal niet voldoende kon worden vastgesteld en sprak hij den beklaagde vrijt De officier had 5 boete of 5 dagen gevorderd en tevens bij den agent, die als le getuige optrad, aangedrongen op een meer uitvoerig pro ces-verbaal bij volgende gelegenheid. Diefstal van water. P. A. V. alhier was ln gebreke gebleven de kosten der gem. waterleiding te betalen en dientengevolge van dit genot verstoken, zoodat hij maatregelen moest nemen tegen deze duldelooze drooglegging. Hij wist zich dan ook te helpen, brutaal, maar geniaal, door zelf een pijp te leggen, die hij ln ver binding, stelde ifiet de hoofdbuis, zoodat er weer naar hartelust en ditmaal geheel kos teloos, kon worden gewascht en geplast. Maar de gemeente legde mindere waardee ring voor deze oplossing aan den dag en het gevolg was, dat de politierechter tegen den niet verschenen P. A. V. heden een zaak behandelde betreffende diefstal van water, ten nadeele der gemeente Helder. De officier vorderde een geringe geldboete, doch de politierechter, terecht van meening zijnde, dat iemand die zelfs geen water kan betalen, ook wel niet in staat zou zijn, een geldboete te voldoen, veroordeelde beklaag de tot geldboete van 30 of 80 dagen, ech ter met dien verstande, dat deze boete niet zal behoeven te worden betaald, tenzij de veroordeelde zich binnen den proeftijd van 1 jaar zich niet opnieuw aan eenig straf baar feit zal hebben schuldig gemaakt. MEERVOUDIGE RECHTBANK. Uitsprak en van 8 Maart J. O. K., H. J. K. en N. K., Texel, be lemmering, leder 75 boete of 76 dagen. A. S, Helder, stichten van brand door schuld, vrijgesproken. Ingezonden Mededeellng. W. J. M. SCHOUTEN. De Passage te Zandvoort afgebrand. De bekende Passage, eenmaal de trots van Zandvoort, is Dinsdagnacht in vlammen opgegaan- Om 2 uur 's nachts werd de po litie gewaarschuwd, dat er in een van de 26 woningen brand was uitgebroken. De woning, waarin de brand is ontstaan, was onbewoond en ln gebruik bij den heer Cassee, die daar een filiaal in suikerwerken had. De politie-brandweer ging dadelijk er op uit met een brandspuit en ook de vrij willige brandweer trad1 spoedig in actie. De laatste kwam met haar nieuwe motorspuit, die voor den tweeden keer dienst deed. Het vuur was echter niet meer te bedwingen. Binnen een kwartier was de heele Passage een vuurzee. De bewoners van de huizen kondOTi slechts zichzelven redden. Hun ge- heele hebben en houden moesten zij ach terlaten. De eene woning na de andere werd door het vuur aangegrepen. De Passage zelf deed als schoorsteen dienst zoodat de vlammen zeer hoog oplaaiden. Een der bewoners miste een van zijn kin deren en ijlde naar zijn winkel terug. Het kind lag nog rustig te slapen. Juist toen de vader, met het kind op zijn arm, den winkel verliet, stortte deze in. zen dak, dat de Passage dekte, kwam met donderend geraas naar beneden. De Passage was eenmaal de trots van Zandvoort. Toen zij in 1881 werd gebouwd, was zij voor de badplaats een groote attrao- tie. Er waren toen tal van winkels, een groot café en eenige emnaam*nt«i n - gen. De spoorlijn naar Zandvoort eindigde bij de Passage. Twaalf Jaren geleden echter werd het spoorwegstation meer naar het dorp verplaatst, en toen begon voor de Pas sage de achteruitgang. De winkels verdwe nen meer en meer en de hulzen werden betrokken door gezinnten, die geen woning konden vinden. In een van de ln de asch gelegde huizen was gevestigd een opslagplaats van meu- beldn van den heer Webber, waarin voor een groot bedrag, men spreekt van een som van ƒ85.000, aan meubelen was opge slagen. Dit alles ging ook in het vuur ver loren. Woensdagmorgen ongeveer 7 uur was de brand gebluscht. Om half-acht werd1 de groote poort aan den zeekant omgehaald; met groot geraa s viel het enorme gevaarte neer. Het bouwwerk is thans een ruïne. 26 Huizen wetden door den brand ver nield, 12 gezinnen geraakten dakloos. De huizen waren op beurspolis verzekerd. De schade wordt geschat op ƒ100.000, met Inbegrip van het gebouw, dat aan den eigenaar, den heer Katz, papierfabrikant te Sloterdijk, ƒ60.000 heeft gekost. Doodslag? Een beklaagde van 72 Jaar. Voor de rechtbank te Rotterdam heeft Dinsdag terecht gestaan de 72-jarige W. A. R., geboren te Duisburg, wonende te Rotterdam, wien tenlastewasgelegd.dat hij op 27 October J.1. opzettelijk Constant Frangois Bertet van het leven zou hebben beroofd. Beklaagde erkende niet wat hem ten laste werd gelegd. Hij woont een jaar of zes bij getuige Süss, en is weduwnaar sedert 1917. In 1919 is hij bij die getuigen in den kost gekomen. Bertet is in 1924 thuis gekomen van zee bij juffrouw Süss. Er was tusschen dat tweetal heel veel ruzie en Bertet sloeg de vróuw dikwijls. Het meubilair was grootendeels eigen dom van beklaagde. Bertet was op 27 Oct. thuis gekomen,volgens beklaagde dronken. Aan tafel was weer ruzie ontstaan. Bertet had een pan rijst met kerrie genomen en die naar het hoofd van getuige Süss ge worpen. Daarna sloeg Bertet de vrouw. Beklaagde had toen gewaarschuwd: „Constant, denk er om, ik heb een mes!" Bertet draaide zich om, viel op beklaagde en diens mes drong toen in Bertet's lichaam. Met het mes, dat al# stuk van overtui ging ter tafel werd gebracht, deed be klaagde aan de rechtbank voor hoe hij het mes gehouden had. Bertet had beklaagde gewaarschuwd: Denk er om, dat je er niet mee bemoeit, dan krjjg je er ook van langs. Dit naar aanleiding van een opmerking van be klaagde: Je hoeft mjj niet met de rijst te gooien. Beklaagde heeft het mes dadelijk uit het lichaam van Bertet getrokken, en is er mee naar de keuken gegaan. Bertet liep de gang in, zeggende: ik ben gestoken. Hij kwam even later terug, is op den grond gaan liggen, de vrouw heeft 's mans kleeren los gemaakt. Beklaagde heeft getracht een dokter te halen, maar de doktoren in de buurt waren niet thuis. Een buurvrouw had inmiddels de politie gewaarschuwd. De hoofdagent E. v. Duin had op 27 October een onderzoek ingesteld in de Steinwegstraqt.De vrouw had onmiddellijk gezegd, dat de verslagene in het mes gevallen was. En beklaagde, die in een hoekje zat, zeide„Ik had het mes". Het bloed was van het mes afgeveegd met een doekje. Noch de man, noch de vrouw waren sterk onder den indruk van het gebeurde. Getuige verklaarde, dat beklaagde vroeger jaren lang in een sigarenwinkel heeft gewoond in de Hillelaan. Er was nooit iets op den man aan te merken. Getuige Margaretha Süss had met den verslagene Bertet geleefd. Deze was in Amerika tijdens den oorlog vastgehouden wegens spionnage. Beklaagde R. was in dien tijd bij haar komen wonen. Bertet was terug gekomen en getuige was toen weer met hem gaan wonen. R. betaalde tien gulden kostgeld bij haar. Bertet dronk de laatste anderhalf jaar sterk, bijna eiken dag was hij dronken. Bertet was Franschman en sprak ge broken Nederlandsch. Hij was een „bloed zuiger" voor ons, zei getuige. Eéns had hij ook gezegd: Vandaag of morgen, als hij slaapt, sla ik R. met een lat op zijn kop dood. Het O. M. eischte, den leeftijd van be klaagde in aanmerking nemende, 2 jaar. De verdediger zeide in zijn verdediging, dat niemand dieper dan deze beklaagde overtuigd kan zijn van het vreeselijke, wat er geschied, is. Men stqat hier echter tegenover het blinde noodlot, niet tegen over opzet van dezen ouden, gebroken man. De verslagene was een verloopen dronk aard, die in den laatsten tijd dronk, schold en raasde. Wat zal de rechtbank met beklaagde moeten doen? Voor het geval dat ze hem mocht veroordeelen, wil pleiter er op wijzen, dat hij réfeds 4 maanden in voor- loopige hechtenis doorbrengt, dubbel hard voor iemand als hij, die zijn 78e jaar zonder ooit met den rechter in aanraking te komen, heeft gehaald. Pleiter concludeerde tot vrijspraak, subs. Het duurde niet lang, of het groote gla-' 'ontslag van rechtsvervolging, meer sub sidiair een voorwaardelijke veroordeeling en beklaagdes onmiddellijke invrijheid stelling. De onmfddellijke invrijheidstelling werd geweigerd. Uitspraak later. Van een verborgen schat. De „Mepp. Ct." meldt, dat in de afge- loopen week op last van' den officier van justitie te Assen opgravingen zijn gedaan op het Israëlitische kerkhof te Ruinen. In verband hiermee heeft het blad mede- deelingen ontvangen, waaraan het volgen de is ontleend Ongeveer 30 jaar geleden pleegde ergens in ons land een zekere Fransen een moord op een rijken koopman. F. eigende zich bij die gelegenheid door diefstal een be drag van f 3Q.000 en een gouden oorijzer toe. De man vluchtte. De pogingen van de politie, hem in handen te krijgen, liepen aanvankelijk op niets uit. F. pas seerde op zijn vlucht Ruinen, waar hij toen, naar hij later persoonlijk verteld heeft, op het Israëlitisch kerkhof boven- genoemden schat begraven zou hebben. Spoedig daarop werd F. dooi de politie gevat. H}j werd tot levenslange gevangenis straf veroordeeld, welke straf hij te Leeuwarden heeft ondergaan. Gedurende de eerste vijf jaar moest hij zijn tijd in eenzame opsluiting door brengen. Nadien verkeerde F. te midden van andere gevangenen. Met een hunner schijnt hij toen heel bevriend te zijn ge raakt, hij heeft dien gevangene althans zijn geheim verteld omtrent het in den grond verborgen geld te Ruinen. F. is later in gevangenschap overleden, terwijl de persoon, wien hij zijn geheim had toevertrouwd, spoedig daarop uit die inrichting is ontslagen. Eenige jaren geleden moet deze ont slagen gevangene Ruinen bezocht hebben. Natuurlijk zal het 'smans bedoeling zijn geweest, eens te onderzoeken of zijn in gevangenschap overleden vriend hem indertijd waarheid had verteld. Hij waande zich op weg naar Ruinen reeds in het b'ezit van die kapitale som en daarom dronk hij onderweg al vast een extra borrel. Het gevolg daarvan was echter, dat hij geheel „onder den invloed" te Ruinen aankwam. De bevolking aldaar keek raar tegen den vreemden snuiter op en in een ommezien was de „schat graver" met kar en al weer buiten Ruinen gebracht. Blijkens een bezoek, dat een andere persoon nu korten tijd geleden aan Rui nen heeft gebracht, schijnt ook de ver dreven „schatgraver" de kwestie van het verborgen geld later niet meer geheim gehouden te hebben. Gebleken is thans nl„ dat eenige weken geleden een familie lid van bedoelden persoon voornemens is geweest, opgravingen op het Isr. kerk hof te doen. Hij schijnt echter bevreesd geworden te zijn, dat de politie hem zou ontdekken. Ook hij is toen onverrichter zake teruggekeerd. De politie te Groningen schijnt daarop kennis van de zaak gekregen te hebben. Die zal zich daarop in verbinding gesteld hebben met den officier van justitie te Assen en op diens last hebben boven vermelde opgravingen plaats gehad Met welk resultaat is ons niet bekend. Vrijdagmorgen bleek, dat 's nachts door tot dusverre onbekend gebleven personen een bezoek aan het Isr. kerkhof is ge bracht. Dat er meer dan één persoon is geweest, valt af te leiden uit het feit, dat de eenige zerk op het kerkhof over den kop gewenteld is. Eén persoon kon dat werk onmogelijk uitvoeren. De zerk is nl. een steen van zeer groote zwaarte. In den grond onder de zerk heeft men een gat gegraven, waarbij men gebruikt ge maakt moet hebben van een ijzeren staaf. Eten eigenaardig ongevaL Ede, 3 Maart. In de houtzagerij van de N.V. Tulp Zn., te Ede, gebeurde een eigenaardig ongeluk, dat toch nog goed afliep. Een werkman had opdracht werk zaamheden aan een machine te verrichten. Zonder vooraf deze machine buiten wer- kiug te stellen, kroop de man tusschen een houten beveiligingsschot en de ma chine, met het gevolg, dat hjj door een uitstekende moer van een wiel werd ge grepen. Hij had de tegenwoordigheid van geest zich aan het schot vast te houden en op zijn angstgeschreeuw had onmid dellijk de werkmeester de machine stop gezet In die paar seconden echter waren de kleeren hem totaal van het lichaam gerukt. Hjj had alleen nog maar zijn schoenen en een zwart befje om den hals aan. De man had het er echter goed af gebracht en de dokter constateerde alleen, dat een paar ribben een weinigje ge kneusd waren. Mishandeling. Dinsdagmorgen is in een woning in.de Heemskerkstraat te Eindhoven de 16- jarige dochter van F. dood te bed gevon den. Zij zag er zeer vermagerd uit en bleek ernstig mishandeld te zijn. Dinsdag- mogen nog zou zij zijn mishandeld!. In ver band daarmede zijn de broers en do moe dor van het meisje gearresteerd De Juiste toedracht van het geval is nog niet be kend. Het meisje was ziek en kon niet gaan werken. Gasverstlkklng. De Italiaansche granietbewerker, D. A., die Zondagmorgen in een hotel te Leidien bewusteloos in zijn kamer is gevonden, door gas bedwelmd, is in het «fjutomw.h ziekhuis overleden. Zclfqioord? In de Univeradteitsolub te New York is Dinsdag het lijk gevonden van Parker, een bekend financier, vice-presddent dor Equi- table Trustoompany. Mon vermoedt dat hij zich de dolkstoot, waaraan zijn dood is toe te schrijven, zelf heeft toegebracht, ofschoon de beweegredenon van zelf moord niet duidelijk zijn. Ontploffing. In do Weetfaalach-Anhaltsche fabriek van ontplofbare stoffen te Retnsdorf-Rit tenberg is gisterochtend een zware ont ploffing voorgekomen. Er zijn 6 menschen gedood, 7 zwaar en 81 licht gewond; de redding van de gewonden is nog gaande. De stoffelijke schade is zeer groot. Moederlijk vernuft Voor den Utrechtschen kinderrechter moest Zaterdagmorgen een 16-jarig meisje verschijnen. Zij zop zich ln de buurt harer woning bij een ruzie hebben schuldig ge maakt aan mishandeling en dat bezorgde haar een vervolging, die vanwegen den 16-jarigen leeftijd van het meisje voor den kinderrechter aanhangig werd ge maakt. Zij was opgeroepen tegen Zater dagochtend, vertelt „U. D." en daar ver scheen zij in den bloei van haar zestien jaren. „Is u Marie Sophiadie en die? „Jawel, Edelachtbare." „En u is ongehuwd en zonder beroep? „Vraag excuus, ik ben getrouwd". De rechter keek vreemd op, en alle aanwezigen keken vreemd op. Men dacht in het eerste oogenbllk nog aan een vergissing, aan een misverstand of zoo iets. Maar er was heelemaal geen vergissing en nog minder een misver stand deze zestienjarige was inder daad een gehuwde vrouw. De kinderrechter verklaarde zich on bevoegd deze zaak verder te behandelen, want door haar huwelijk was de 16-jarige meerderjarig geworden en dus viel zij niet meer in de termen voor het kinder gerecht. Wat was nu de achtergrond van deze mysterieuze geschiedenis Deze: de moeder van het 16-jarige meisje had hooren vertuiden, dat haar dochter voor die mishandeling wel eens Ïaar de tuchtschool kon worden gezonden. In dat wilde mama coüte que coüte ver ijdelen. Voor haar Marietje geen tucht school i Moeder schommelde in minder dan geen tijd <en aardigen jongen op, geschikte echtgenoot voor haar Maria en binnen tien dagen stapte Marietje met Floris aan haar arm het Stadhuis binnen. En zij kwam er getrouwd uit. Moeder glimlachte stil. En liet den dag van Zaterdag rustig en onbtevreesd aanlichten. Marietje was wel 16 jaar gebleven, maar door de verbintenis in de trouwzaal, boven de wet getild, die het kind anders met de tuchtschool had bedreigd. Hoe uitgaven aangroeien. Men schrijft aan het MbL: Jaren geleden vertelde mij een mijner vrienden hoe een uitgave van 25 cents per jaar in één jaar aangroeide tot meer dan tweehonderd gulden 200). Dat zat zóó. i Over een klein, gekanaliseerd riviertje, dat gekruist werd door een rijksstraatweg, lag een ophaalbrug. Ter 'bescherming van het vaste gedeelte van die 'brug stonden er aan weerskanten daarvan vier, zes of acht duodalven. Deze moesten voor hun behoud, jaarlijks, bij lagen waterstand geteerd worden. Dit deed, voor het Rijk, de tolgaarder-brugwaohter. Deze had' de daarvoor noodige teer ter beschikking en huurde dan, op geschikte tijden, van een toevallig vóór (of achter) de brug over- nachtenden tjalkschipper het roeibootje. Dit bootje werd hem feitelijk telkens uit goeie buurschap, en dus gratis, verstrekt Maar, om geen verplichtingen te maken en om een kleine wederdienst te bewijzen, betaalde 'hij per keer de luttele som van vjjf-en-twintig oent Later kreeg hij dit voorschot van den Rijksopzichter over het kanaal en over den straatweg wel woetr terug. Maar op een keer kwam er een nieuwe Rijksopzichter met „ruime" denkbeelden. Wat was dat nu voor een bekrompen ma nier van doenl Eten bootje hu rep voor het Rijk? Neen, nu moest er voor Rijk», rekening een flinke boot gebouwd wor den I En toen die er was, moest, er ter voorkoming dat de zuinighied ook de wijs heid nog zou bedriegen, een 'boothuls bij komen. Dat kostte samen, als ik het ver baal goed onthouden heb, vijftienhonderd gulden, wat ongeveer gelijkstond met een jaariijksehe rente van 75. Toen het boothuisje klaar was, was de opzichter verliefd op de dochter van den tolgaarder en dit gaf den tolgaarder-brug- wachter aanleiding om den opzichter te willen verzoeken wel te willen bevorderen i 'dat aan zijn tolhuis een behoorlijk keu kentje werd bijgebouwd. Hoe het imet den opzichte» en de dochter van den tolgaarder-brugwachter verder afgeloopen is, weet ik niet, maar wel meen ik te weten dat dit alles het Rijk op onge veer vierduizend gulden ls komen te staan, ongerekend nog de verplichting orai jaarlijks een evenredig bedrag te beste den voor toezicht en onderhoud. Zou die oude tijd wel ln alle opzichten zoo verkeerd geweest zijn als men hein ons wel eens uitschildert? De Burgemeester van Soort geeft be langhebbenden in overweging om, al vorens in relatie te treden met Maarten de Jong, makelaar, wonende Klaarwater- wegweg U, te Soest, inlichtingen bij hem la te winnen. De Hoofdcommissaris van Politie te Rotterdam geeft belanghebbenden ern stig in overweging, alvorens ln verbin ding te treden met het „Kantoor van Cre- dleten en Hypotheken, ook wel genoemd „Kantoor van Credieten, Hypotheken, As suranties, Wissels en Effecten", gevestigd aan de Claes de Vrieselaan 19b, te Rotter dam, gehouden door Willem van Kassei, geb. 9 Augustus 1887 te Middel bamis, in lichtingen in te winnen aan het Hoofd bureau van Politie, afdleeling Centrale Recherche, Haagsche Veer 28 te Rotter dam. I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 12