GEMENGD NIEUWS
v
HöTEL „BELLEVUE".
Café - Restau r ant.
Voor vergaderingen hebben wij zeer
ruime Zalen beschikbaar, tegen zeer
billijke conditie.
Waarschuwing.
TWEEDE KAMER.
Interpellatie-Weltkamp over Drente.
De Tweede Kamer hield zich Dinsdag
bezig met de gedachtenwisseling' over de
interpellatie-Weitkamp betreffende den
toestand in de Overijselsche en Drentsche
venen, en de door dit Kamerlid ingediende
motie. In de motie wordt de wensch uitge
sproken, dat de regeering zich bezighoudt
met verzachting van de moeilijke toestan
den voor de turfindustrie.
De v.-& heer Ebels wees er op, dat de
mijnindustrie dezelfde rechten heeft als de
turfindustrie en gaf in overweging een
flink scheepvaartkanaal te graven van
Twente naar Delfzijl. De oomm. heer Van
Ravesteyn gaf als zijn meening, dat
het groote probleem der veenstreken de
werkeloosheid is. De regeering denkt er
niet aan finantieelen steun te geven aan de
gemeente Emmen en is dus evenzeer
schuldig aan de ontzettende toestanden.
De heer Hiemstra (s.-d.) lichtte een
motie toe om de regeering uit te noodigen
te onderzoeken welke maatregelen voor
steun kunnen worden genomen. Ook de
v.b. heer B i e r e m a dient een motie In."
Minister Ruys zegde toé de aan
gelegenheid met zijn ambtgenooten van
Arbeid en Waterstaat spoedig te zullen
overwegen. De Minister ziet de provincie
Drente in de toekomst meer en meer als
landbouw-provincie. Alle maatregelen der
regeering gaan in de richting van economi
sche opheffing, maar het is een kwestie van
jaren. De Minister deelt mede welke maat
regelen bereids zijn genomen. Er zijn echter
te veel menschen in Drente, zoodat emigratie
noodzakelijk zal zijn, waarvoor de bevolking
evenwel weinig voelt Drente moet zich ont
wikkelen tot land- en tuinbouw-provincle.
De heer Weltkamp trok hierna zijn
motie in, doch de heer Hiemstra hand
haafde de zijne.
Vergadering van Woensdag 4 Maart
Op voorstel van den Voorzitter wordt be
sloten, a.s. Dinsdag te behandelen het ont
werp tot afschaffing van den Zomertijd en
het voorstel-Staalman tot invoering van den
inidzomertijd
De motie-Hiemstra, vragend maat
regelen tot verbetering van den toestand der
Drentsche bevolking, wordt verworpen met
47 tegen 22 stemmen.
De motie-Bierema, vragend maatre
gelen tot verlichting van den finantieelen
toestand der noodlijdende gemeenten in de
nabijheid der venen, wordt verworpen met
42 tegen 28 stemmen.
Aan de orde is dan het z.g. psychopaten-
ontwerp.
EERSTE KAMER.
Woensdag werden door de Ministers
Ruys de Beerenbrouck en Colijn de bij de
Algemeene Beschouwingen over de Staats-
begrootlng gemaakte opmerkingen beant
woord.
Vlsschert].
Minister Ruys vervolgde zijn reeds
Vrijdag aangevangen rede, en kwam op te
gen de klacht, alsof de Visscherjjbelangen
verwaarloosd zouden worden. De opheffing
der Vlsscherljdlrectie berokkende geen
schade, daar het werk door lagere ambtena
ren wordt verricht, terwijl wat het biologi
sche visscherijonderzoek betreft, een rap
port zal worden afgewacht voor verdere
maatregelen worden getroffen.
Ontwapening.
Het verwijt van prof. Van Embden aan
het adres der regeering gericht inzake het
niet publiceeren van het Geneefsche rap
port over den chemischen en bacteriologi-
schen oorlog, wees hij af. De Regeering
heeft niets verheimelijkt en het rapport aan
het parlement overgelegd, waarmede zij meer
deed dan de meeste andere landen. Het uit
gangspunt van prof. Van Embden, dat reke
ning met een nieuwen wereldoorlog moet
worden gehouden, wordt door de Regeering
aanvaard, door het streven naar internatio
nale samenwerking. Eenzijdige nationale
ontwapening wordt z.1. door niets gemoti
veerd. In Nederlands bewapening kan nie
mand eenige voorbereiding ten oorlog zien.
Roekeloos zou het zijn ln te gaan op de denk
beelden van prof. Van Embden.
Socialisatie.
Vol lof was de Minister over de rede van
den heer Stenhuis, wiens opvattingen hij
voor de toekomst ook van heteekenis achtte.
Hier was niet aan 't woord de bespiegelende
idealist, maar de man, die meende zijn ideaal
nog eens in werkelijkheid te zullen zien op
gaan.
Aan samengaan van christelijke en socia
listische arbeiders is echter niet te denken.
De heer Mendels (S.DA.JP.): Dat zul
len de arbeiders zelf uitmaken.
De Minister vervolgde met te betoogen,
dat bet historisch-materialisme „voor de
christelijke arbeiders geen doel kan zijn".
Erkentelijk wa8 hij voor ide openhartige ver
klaring van den heer Stenhuis, dat als het
niet goedschiks ging, de arbeiders langs an
deren weg de macht in handen zouden zien
te krijgen. De Regeering zal waken tegen
eenzijdige overheersching zoowel van de
werkgevers als van de werknemers.
Ftnantien.
Minister C o l IJ n betoogde aan de hand
van eenige cijfers, dat het budget voor 1926
sluitend kan worden gemaakt Betreffende
den steun aan de Rott. Bank deelde de mi
nister mede, dat hieraan geen cent staats
geld is besteed, doch dat, in het algemeen
belang, de regeering den koers heeft ge
steund, daar door het aan de markt brengen
van groote hoeveelheden aandeelen de vrees
voor een débécle niet ongemotiveerd was.
In 1926 zal er bij elkaar een 26 mlllioen
meer aan uitgaven te dekken zijn. De ver
liezen op de bouwexploitatie zullen met f 6
mlllioen moeten worden verhoogd. De on
gunstige toestand' ln de veenstreken zal in
1926 voor werkverschaffing grootere bedra
gen vragen dan in 1925. Ook voor de droog-
legging van de Zuiderzee, waarvoor de mi
nister een krachtige voortzetting bepleit, zal
d« post van 2 mllltoan op 5 mlllioen wor
den gebracht
Over enkele jaren zal kunnen worden be
gonnen met de conversie der 6 leeningen,
terwijl in voorbereiding is een normaliseering
der schulddelging.
Belastingen.'
Tenslotte behandelde de Minister de aan
vallen op zijn belastingpolitiek.
Als men billijk wil zijn, moet men de be-
lastingontwerpen van 1924 en 1925 niet af
zonderlijk beschouwen, maar als één complex
en dan kan men z. L niet ontkennen, dat er
een vaste lijn in zit, namelijk een verplaat
sing van den belastingdruk die meer recht
vaardig is dan de bestaande.
Salarisverlaging.
Het zou heel gemakkelijk geweest zijn de
salarisverlaging tot het volgend jaar uit te
stellen en aan een ander kabinet na te laten.
Doch de Regeering meende te moeten doen
wat haar plicht was. (Bravo's).
VOOR DEN POLITIERECHTER.
Zitting van 2 Maart 1926.
Beter besteed tn een geztn rfiet 7 kinderen,
dan op den bodem der zee.
ï)e tos-arbeider P. v. D., huisvader met
een groot gezin, had, na het vastloopen van
de vrachtboot „Promuk", ijverig meege
holpen het reddingswerk te verlichten, door
het schip van een gedeelte van de lading te
ontlasten. Het schip voornoemd was hoofd
zakelijk met meel geladen, welke zakken
meel werden overgeladen op de botters, die
langszij bij het schip lagen. Waren echter
geen botters aanwezig, (ten moest het meel
ln zee worden geworpen, daar bet aan de
snelheid, waarmee men het loste, grooten-
deels afhing, of het schip zou kunnen war
den afgesleept.
Van D. vond het natuurlijk te bejamme
ren, dat zooveel van dat kostelijke meel
nutteloos verloren ging, terwijl een zakje
hem en zijn hongerig gezin zoo welkom
zou zijn. Deze overweging bracht hem op
't Idee om zoo'n zak in te pikken en hij
bracht dit plan dan ook ten uitvoer. Doch
toen hij met het zakje op zijn rug door
Helder sjouwde, trok hij de aandacht van
twee speurende politieagenten, die direct
aanstalten maakten om hem aan te houden.
Van D. wierp den zak toen onverwijld weg
en maakte zich uit de voeten, welke vlucht
natuurlijk in zijn nadeel werd uitgelegd.
Hij stond Maandag dan ook terecht en ver
haalde den politierechter zijn avontuur met
den zak meel en de overwegingen, die hem
tot deze^daad hadden geleid. Daar zijn toe
lichting door de 2 getuigen meer bevestigd
dan tegengesproken werd, meende de poli
tierechter, dat het opzet tot diefstal niet
voldoende kon worden vastgesteld en sprak
hij den beklaagde vrijt De officier had
5 boete of 5 dagen gevorderd en tevens
bij den agent, die als le getuige optrad,
aangedrongen op een meer uitvoerig pro
ces-verbaal bij volgende gelegenheid.
Diefstal van water.
P. A. V. alhier was ln gebreke gebleven de
kosten der gem. waterleiding te betalen en
dientengevolge van dit genot verstoken,
zoodat hij maatregelen moest nemen tegen
deze duldelooze drooglegging. Hij wist zich
dan ook te helpen, brutaal, maar geniaal,
door zelf een pijp te leggen, die hij ln ver
binding, stelde ifiet de hoofdbuis, zoodat er
weer naar hartelust en ditmaal geheel kos
teloos, kon worden gewascht en geplast.
Maar de gemeente legde mindere waardee
ring voor deze oplossing aan den dag en
het gevolg was, dat de politierechter tegen
den niet verschenen P. A. V. heden een
zaak behandelde betreffende diefstal van
water, ten nadeele der gemeente Helder.
De officier vorderde een geringe geldboete,
doch de politierechter, terecht van meening
zijnde, dat iemand die zelfs geen water kan
betalen, ook wel niet in staat zou zijn, een
geldboete te voldoen, veroordeelde beklaag
de tot geldboete van 30 of 80 dagen, ech
ter met dien verstande, dat deze boete niet
zal behoeven te worden betaald, tenzij de
veroordeelde zich binnen den proeftijd van
1 jaar zich niet opnieuw aan eenig straf
baar feit zal hebben schuldig gemaakt.
MEERVOUDIGE RECHTBANK.
Uitsprak en van 8 Maart
J. O. K., H. J. K. en N. K., Texel, be
lemmering, leder 75 boete of 76 dagen.
A. S, Helder, stichten van brand door
schuld, vrijgesproken.
Ingezonden Mededeellng.
W. J. M. SCHOUTEN.
De Passage te Zandvoort afgebrand.
De bekende Passage, eenmaal de trots
van Zandvoort, is Dinsdagnacht in vlammen
opgegaan- Om 2 uur 's nachts werd de po
litie gewaarschuwd, dat er in een van de
26 woningen brand was uitgebroken. De
woning, waarin de brand is ontstaan, was
onbewoond en ln gebruik bij den heer
Cassee, die daar een filiaal in suikerwerken
had. De politie-brandweer ging dadelijk er
op uit met een brandspuit en ook de vrij
willige brandweer trad1 spoedig in actie. De
laatste kwam met haar nieuwe motorspuit,
die voor den tweeden keer dienst deed. Het
vuur was echter niet meer te bedwingen.
Binnen een kwartier was de heele Passage
een vuurzee. De bewoners van de huizen
kondOTi slechts zichzelven redden. Hun ge-
heele hebben en houden moesten zij ach
terlaten. De eene woning na de andere werd
door het vuur aangegrepen. De Passage
zelf deed als schoorsteen dienst zoodat de
vlammen zeer hoog oplaaiden.
Een der bewoners miste een van zijn kin
deren en ijlde naar zijn winkel terug. Het
kind lag nog rustig te slapen. Juist toen de
vader, met het kind op zijn arm, den winkel
verliet, stortte deze in.
zen dak, dat de Passage dekte, kwam met
donderend geraas naar beneden.
De Passage was eenmaal de trots van
Zandvoort. Toen zij in 1881 werd gebouwd,
was zij voor de badplaats een groote attrao-
tie. Er waren toen tal van winkels, een
groot café en eenige emnaam*nt«i n -
gen. De spoorlijn naar Zandvoort eindigde
bij de Passage. Twaalf Jaren geleden echter
werd het spoorwegstation meer naar het
dorp verplaatst, en toen begon voor de Pas
sage de achteruitgang. De winkels verdwe
nen meer en meer en de hulzen werden
betrokken door gezinnten, die geen woning
konden vinden.
In een van de ln de asch gelegde huizen
was gevestigd een opslagplaats van meu-
beldn van den heer Webber, waarin voor
een groot bedrag, men spreekt van een
som van ƒ85.000, aan meubelen was opge
slagen. Dit alles ging ook in het vuur ver
loren.
Woensdagmorgen ongeveer 7 uur was
de brand gebluscht. Om half-acht werd1 de
groote poort aan den zeekant omgehaald;
met groot geraa s viel het enorme gevaarte
neer. Het bouwwerk is thans een ruïne.
26 Huizen wetden door den brand ver
nield, 12 gezinnen geraakten dakloos. De
huizen waren op beurspolis verzekerd.
De schade wordt geschat op ƒ100.000,
met Inbegrip van het gebouw, dat aan den
eigenaar, den heer Katz, papierfabrikant te
Sloterdijk, ƒ60.000 heeft gekost.
Doodslag? Een beklaagde van 72 Jaar.
Voor de rechtbank te Rotterdam heeft
Dinsdag terecht gestaan de 72-jarige W.
A. R., geboren te Duisburg, wonende te
Rotterdam, wien tenlastewasgelegd.dat
hij op 27 October J.1. opzettelijk Constant
Frangois Bertet van het leven zou hebben
beroofd.
Beklaagde erkende niet wat hem ten
laste werd gelegd. Hij woont een jaar of
zes bij getuige Süss, en is weduwnaar
sedert 1917. In 1919 is hij bij die getuigen
in den kost gekomen. Bertet is in 1924
thuis gekomen van zee bij juffrouw Süss.
Er was tusschen dat tweetal heel veel
ruzie en Bertet sloeg de vróuw dikwijls.
Het meubilair was grootendeels eigen
dom van beklaagde. Bertet was op 27 Oct.
thuis gekomen,volgens beklaagde dronken.
Aan tafel was weer ruzie ontstaan. Bertet
had een pan rijst met kerrie genomen en
die naar het hoofd van getuige Süss ge
worpen. Daarna sloeg Bertet de vrouw.
Beklaagde had toen gewaarschuwd:
„Constant, denk er om, ik heb een mes!"
Bertet draaide zich om, viel op beklaagde
en diens mes drong toen in Bertet's
lichaam.
Met het mes, dat al# stuk van overtui
ging ter tafel werd gebracht, deed be
klaagde aan de rechtbank voor hoe hij
het mes gehouden had.
Bertet had beklaagde gewaarschuwd:
Denk er om, dat je er niet mee bemoeit,
dan krjjg je er ook van langs. Dit naar
aanleiding van een opmerking van be
klaagde: Je hoeft mjj niet met de rijst te
gooien.
Beklaagde heeft het mes dadelijk uit het
lichaam van Bertet getrokken, en is er
mee naar de keuken gegaan. Bertet liep
de gang in, zeggende: ik ben gestoken.
Hij kwam even later terug, is op den
grond gaan liggen, de vrouw heeft 's mans
kleeren los gemaakt. Beklaagde heeft
getracht een dokter te halen, maar de
doktoren in de buurt waren niet thuis.
Een buurvrouw had inmiddels de politie
gewaarschuwd.
De hoofdagent E. v. Duin had op 27
October een onderzoek ingesteld in de
Steinwegstraqt.De vrouw had onmiddellijk
gezegd, dat de verslagene in het mes
gevallen was. En beklaagde, die in een
hoekje zat, zeide„Ik had het mes". Het
bloed was van het mes afgeveegd met een
doekje. Noch de man, noch de vrouw
waren sterk onder den indruk van het
gebeurde.
Getuige verklaarde, dat beklaagde
vroeger jaren lang in een sigarenwinkel
heeft gewoond in de Hillelaan. Er was
nooit iets op den man aan te merken.
Getuige Margaretha Süss had met den
verslagene Bertet geleefd. Deze was in
Amerika tijdens den oorlog vastgehouden
wegens spionnage. Beklaagde R. was in
dien tijd bij haar komen wonen. Bertet
was terug gekomen en getuige was toen
weer met hem gaan wonen. R. betaalde
tien gulden kostgeld bij haar. Bertet
dronk de laatste anderhalf jaar sterk,
bijna eiken dag was hij dronken.
Bertet was Franschman en sprak ge
broken Nederlandsch. Hij was een „bloed
zuiger" voor ons, zei getuige. Eéns had
hij ook gezegd: Vandaag of morgen, als
hij slaapt, sla ik R. met een lat op zijn
kop dood.
Het O. M. eischte, den leeftijd van be
klaagde in aanmerking nemende, 2 jaar.
De verdediger zeide in zijn verdediging,
dat niemand dieper dan deze beklaagde
overtuigd kan zijn van het vreeselijke,
wat er geschied, is. Men stqat hier echter
tegenover het blinde noodlot, niet tegen
over opzet van dezen ouden, gebroken
man.
De verslagene was een verloopen dronk
aard, die in den laatsten tijd dronk, schold
en raasde.
Wat zal de rechtbank met beklaagde
moeten doen? Voor het geval dat ze hem
mocht veroordeelen, wil pleiter er op
wijzen, dat hij réfeds 4 maanden in voor-
loopige hechtenis doorbrengt, dubbel hard
voor iemand als hij, die zijn 78e jaar
zonder ooit met den rechter in aanraking
te komen, heeft gehaald.
Pleiter concludeerde tot vrijspraak, subs.
Het duurde niet lang, of het groote gla-' 'ontslag van rechtsvervolging, meer sub
sidiair een voorwaardelijke veroordeeling
en beklaagdes onmiddellijke invrijheid
stelling.
De onmfddellijke invrijheidstelling werd
geweigerd.
Uitspraak later.
Van een verborgen schat.
De „Mepp. Ct." meldt, dat in de afge-
loopen week op last van' den officier van
justitie te Assen opgravingen zijn gedaan
op het Israëlitische kerkhof te Ruinen.
In verband hiermee heeft het blad mede-
deelingen ontvangen, waaraan het volgen
de is ontleend
Ongeveer 30 jaar geleden pleegde ergens
in ons land een zekere Fransen een moord
op een rijken koopman. F. eigende zich
bij die gelegenheid door diefstal een be
drag van f 3Q.000 en een gouden oorijzer
toe. De man vluchtte. De pogingen van
de politie, hem in handen te krijgen,
liepen aanvankelijk op niets uit. F. pas
seerde op zijn vlucht Ruinen, waar hij
toen, naar hij later persoonlijk verteld
heeft, op het Israëlitisch kerkhof boven-
genoemden schat begraven zou hebben.
Spoedig daarop werd F. dooi de politie
gevat.
H}j werd tot levenslange gevangenis
straf veroordeeld, welke straf hij te
Leeuwarden heeft ondergaan.
Gedurende de eerste vijf jaar moest
hij zijn tijd in eenzame opsluiting door
brengen. Nadien verkeerde F. te midden
van andere gevangenen. Met een hunner
schijnt hij toen heel bevriend te zijn ge
raakt, hij heeft dien gevangene althans
zijn geheim verteld omtrent het in den
grond verborgen geld te Ruinen.
F. is later in gevangenschap overleden,
terwijl de persoon, wien hij zijn geheim
had toevertrouwd, spoedig daarop uit die
inrichting is ontslagen.
Eenige jaren geleden moet deze ont
slagen gevangene Ruinen bezocht hebben.
Natuurlijk zal het 'smans bedoeling zijn
geweest, eens te onderzoeken of zijn in
gevangenschap overleden vriend hem
indertijd waarheid had verteld. Hij waande
zich op weg naar Ruinen reeds in het
b'ezit van die kapitale som en daarom
dronk hij onderweg al vast een extra
borrel. Het gevolg daarvan was echter,
dat hij geheel „onder den invloed" te
Ruinen aankwam. De bevolking aldaar
keek raar tegen den vreemden snuiter
op en in een ommezien was de „schat
graver" met kar en al weer buiten Ruinen
gebracht.
Blijkens een bezoek, dat een andere
persoon nu korten tijd geleden aan Rui
nen heeft gebracht, schijnt ook de ver
dreven „schatgraver" de kwestie van het
verborgen geld later niet meer geheim
gehouden te hebben. Gebleken is thans
nl„ dat eenige weken geleden een familie
lid van bedoelden persoon voornemens
is geweest, opgravingen op het Isr. kerk
hof te doen. Hij schijnt echter bevreesd
geworden te zijn, dat de politie hem zou
ontdekken. Ook hij is toen onverrichter
zake teruggekeerd.
De politie te Groningen schijnt daarop
kennis van de zaak gekregen te hebben.
Die zal zich daarop in verbinding gesteld
hebben met den officier van justitie te
Assen en op diens last hebben boven
vermelde opgravingen plaats gehad Met
welk resultaat is ons niet bekend.
Vrijdagmorgen bleek, dat 's nachts door
tot dusverre onbekend gebleven personen
een bezoek aan het Isr. kerkhof is ge
bracht. Dat er meer dan één persoon is
geweest, valt af te leiden uit het feit, dat
de eenige zerk op het kerkhof over den
kop gewenteld is. Eén persoon kon dat
werk onmogelijk uitvoeren. De zerk is
nl. een steen van zeer groote zwaarte. In
den grond onder de zerk heeft men een
gat gegraven, waarbij men gebruikt ge
maakt moet hebben van een ijzeren staaf.
Eten eigenaardig ongevaL
Ede, 3 Maart. In de houtzagerij van de
N.V. Tulp Zn., te Ede, gebeurde een
eigenaardig ongeluk, dat toch nog goed
afliep. Een werkman had opdracht werk
zaamheden aan een machine te verrichten.
Zonder vooraf deze machine buiten wer-
kiug te stellen, kroop de man tusschen
een houten beveiligingsschot en de ma
chine, met het gevolg, dat hjj door een
uitstekende moer van een wiel werd ge
grepen. Hij had de tegenwoordigheid van
geest zich aan het schot vast te houden
en op zijn angstgeschreeuw had onmid
dellijk de werkmeester de machine stop
gezet In die paar seconden echter waren
de kleeren hem totaal van het lichaam
gerukt. Hjj had alleen nog maar zijn
schoenen en een zwart befje om den hals
aan. De man had het er echter goed af
gebracht en de dokter constateerde alleen,
dat een paar ribben een weinigje ge
kneusd waren.
Mishandeling.
Dinsdagmorgen is in een woning in.de
Heemskerkstraat te Eindhoven de 16-
jarige dochter van F. dood te bed gevon
den. Zij zag er zeer vermagerd uit en
bleek ernstig mishandeld te zijn. Dinsdag-
mogen nog zou zij zijn mishandeld!. In ver
band daarmede zijn de broers en do moe
dor van het meisje gearresteerd De Juiste
toedracht van het geval is nog niet be
kend. Het meisje was ziek en kon niet
gaan werken.
Gasverstlkklng.
De Italiaansche granietbewerker, D. A.,
die Zondagmorgen in een hotel te Leidien
bewusteloos in zijn kamer is gevonden,
door gas bedwelmd, is in het «fjutomw.h
ziekhuis overleden.
Zclfqioord?
In de Univeradteitsolub te New York is
Dinsdag het lijk gevonden van Parker, een
bekend financier, vice-presddent dor Equi-
table Trustoompany. Mon vermoedt dat hij
zich de dolkstoot, waaraan zijn dood is
toe te schrijven, zelf heeft toegebracht,
ofschoon de beweegredenon van zelf
moord niet duidelijk zijn.
Ontploffing.
In do Weetfaalach-Anhaltsche fabriek
van ontplofbare stoffen te Retnsdorf-Rit
tenberg is gisterochtend een zware ont
ploffing voorgekomen. Er zijn 6 menschen
gedood, 7 zwaar en 81 licht gewond; de
redding van de gewonden is nog gaande.
De stoffelijke schade is zeer groot.
Moederlijk vernuft
Voor den Utrechtschen kinderrechter
moest Zaterdagmorgen een 16-jarig meisje
verschijnen. Zij zop zich ln de buurt harer
woning bij een ruzie hebben schuldig ge
maakt aan mishandeling en dat bezorgde
haar een vervolging, die vanwegen den
16-jarigen leeftijd van het meisje voor
den kinderrechter aanhangig werd ge
maakt. Zij was opgeroepen tegen Zater
dagochtend, vertelt „U. D." en daar ver
scheen zij in den bloei van haar zestien
jaren.
„Is u Marie Sophiadie en die?
„Jawel, Edelachtbare."
„En u is ongehuwd en zonder beroep?
„Vraag excuus, ik ben getrouwd".
De rechter keek vreemd op, en alle
aanwezigen keken vreemd op.
Men dacht in het eerste oogenbllk nog
aan een vergissing, aan een misverstand
of zoo iets. Maar er was heelemaal geen
vergissing en nog minder een misver
stand deze zestienjarige was inder
daad een gehuwde vrouw.
De kinderrechter verklaarde zich on
bevoegd deze zaak verder te behandelen,
want door haar huwelijk was de 16-jarige
meerderjarig geworden en dus viel zij
niet meer in de termen voor het kinder
gerecht.
Wat was nu de achtergrond van deze
mysterieuze geschiedenis
Deze: de moeder van het 16-jarige
meisje had hooren vertuiden, dat haar
dochter voor die mishandeling wel eens
Ïaar de tuchtschool kon worden gezonden.
In dat wilde mama coüte que coüte ver
ijdelen. Voor haar Marietje geen tucht
school i Moeder schommelde in minder
dan geen tijd <en aardigen jongen op,
geschikte echtgenoot voor haar Maria en
binnen tien dagen stapte Marietje met
Floris aan haar arm het Stadhuis binnen.
En zij kwam er getrouwd uit.
Moeder glimlachte stil.
En liet den dag van Zaterdag rustig
en onbtevreesd aanlichten.
Marietje was wel 16 jaar gebleven,
maar door de verbintenis in de trouwzaal,
boven de wet getild, die het kind anders
met de tuchtschool had bedreigd.
Hoe uitgaven aangroeien.
Men schrijft aan het MbL:
Jaren geleden vertelde mij een mijner
vrienden hoe een uitgave van 25 cents
per jaar in één jaar aangroeide tot meer
dan tweehonderd gulden 200). Dat zat
zóó. i
Over een klein, gekanaliseerd riviertje,
dat gekruist werd door een rijksstraatweg,
lag een ophaalbrug. Ter 'bescherming van
het vaste gedeelte van die 'brug stonden
er aan weerskanten daarvan vier, zes of
acht duodalven. Deze moesten voor hun
behoud, jaarlijks, bij lagen waterstand
geteerd worden. Dit deed, voor het Rijk,
de tolgaarder-brugwaohter. Deze had' de
daarvoor noodige teer ter beschikking en
huurde dan, op geschikte tijden, van een
toevallig vóór (of achter) de brug over-
nachtenden tjalkschipper het roeibootje.
Dit bootje werd hem feitelijk telkens uit
goeie buurschap, en dus gratis, verstrekt
Maar, om geen verplichtingen te maken
en om een kleine wederdienst te bewijzen,
betaalde 'hij per keer de luttele som van
vjjf-en-twintig oent Later kreeg hij dit
voorschot van den Rijksopzichter over het
kanaal en over den straatweg wel woetr
terug.
Maar op een keer kwam er een nieuwe
Rijksopzichter met „ruime" denkbeelden.
Wat was dat nu voor een bekrompen ma
nier van doenl Eten bootje hu rep voor
het Rijk? Neen, nu moest er voor Rijk»,
rekening een flinke boot gebouwd wor
den I En toen die er was, moest, er ter
voorkoming dat de zuinighied ook de wijs
heid nog zou bedriegen, een 'boothuls bij
komen. Dat kostte samen, als ik het ver
baal goed onthouden heb, vijftienhonderd
gulden, wat ongeveer gelijkstond met een
jaariijksehe rente van 75.
Toen het boothuisje klaar was, was de
opzichter verliefd op de dochter van den
tolgaarder en dit gaf den tolgaarder-brug-
wachter aanleiding om den opzichter te
willen verzoeken wel te willen bevorderen
i 'dat aan zijn tolhuis een behoorlijk keu
kentje werd bijgebouwd.
Hoe het imet den opzichte» en de dochter
van den tolgaarder-brugwachter verder
afgeloopen is, weet ik niet, maar wel meen
ik te weten dat dit alles het Rijk op onge
veer vierduizend gulden ls komen te
staan, ongerekend nog de verplichting
orai jaarlijks een evenredig bedrag te beste
den voor toezicht en onderhoud.
Zou die oude tijd wel ln alle opzichten
zoo verkeerd geweest zijn als men hein
ons wel eens uitschildert?
De Burgemeester van Soort geeft be
langhebbenden in overweging om, al
vorens in relatie te treden met Maarten
de Jong, makelaar, wonende Klaarwater-
wegweg U, te Soest, inlichtingen bij hem
la te winnen.
De Hoofdcommissaris van Politie te
Rotterdam geeft belanghebbenden ern
stig in overweging, alvorens ln verbin
ding te treden met het „Kantoor van Cre-
dleten en Hypotheken, ook wel genoemd
„Kantoor van Credieten, Hypotheken, As
suranties, Wissels en Effecten", gevestigd
aan de Claes de Vrieselaan 19b, te Rotter
dam, gehouden door Willem van Kassei,
geb. 9 Augustus 1887 te Middel bamis, in
lichtingen in te winnen aan het Hoofd
bureau van Politie, afdleeling Centrale
Recherche, Haagsche Veer 28 te Rotter
dam.
I