GEMENGD NIEUWS
de p:er heen, met zijn voorsteven in het
Noorden. Aan boord was de loods Ter Geus.
Wfl slaagden erin de „Soerakarta" op zij
van den vooreteven te komen, maar de ka
pitein deelde ons mede, dat hij met zijn be
manning het schip nog niet wenschte te
verlaten.
„Intusschen waren ook uitgevaren de
sleepbooten „Schelde" en „Waterweg" van
de firma L. Smit Oo. uit Rotterdam. Er
stond een ruwe hooge zee, de lucht was
buiig. De sleepboot „De Schelde", die met
de „"Waterweg" pogingen had gedaan om
met een tros verbinding te krijgen met de
„8oerakarta", kreeg den tros in de eigen
schroef. Daardoor verloor de boot haar
stuur en werd door de hooge zee in de rich
ting van de Zuiderpier gedreven, waar zij
strandde op het wrak van de „Steward
Star", die 4 October verleden jaar daar op
de pier is geloopen.
„Wij hebben geprobeerd", aldus schipper
Slis, „om de „Schelde" te naderen, maar de
hooge zee maakte dat onmogelijk. Aan
boord van de „Schelde" waren vijftien man.
Ik ben toen teruggekeerd naar de Bergha-
ven om verslag te doen van den toestand der
„Soerakarta" en der „Schelde". Van den
wal is toen gepoogd over de Zuiderpier het
wrak van de „Steward Star" en de „Schel
de" te naderen, maar het is toen niet gelukt
met een schietlijn verbinding met de „Schel
de" te krijgen. De andere' reddingboot der
Noord-Zuid-Hollandsche Reddingmaatschap-
PiJ, de „Prins der Nederlanden", is toen
uitgevaren met de sloep van het loodswezen
op sleep, met de bedoeling dat de sloep de
„Schelde" zou naderen, maar dat Is mislukt.
Ook een tweede poging van de „Prins der
Nederlanden" om met de sloep van het
loodswezen de „Schelde" te naderen, moest
Zondagnacht opgegeven worden.
„Intusschen was ik nog eens uitgevaren
met de „President van Heel" naar de „Soe
rakarta", maar de kapitein bleef erbijy dat
hij nog niet van het schip af wilde. Ook
toén Ik voor de derde maal Zondagnacht
verscheen, bleef hjj bij zijn besluit. In het
geheel ben ik dus driemaal naar de „Soera
karta" geweest, terwijl de „Prins der Ne
derlanden" Zondagnacht tweemaal gepoogd
heeft de „Schelde" te naderen.
„Maandagmorgen vroeg, bij. het krieken
van den dag, zijn we allebei nog eens uitge
varen; de „Prins der Nederlanden" weer
met de sloep van het loodswezen. Het is
toen gelukt uit de sloep met een wipper
toestel een schietlijn over de „Schelde" heen
te krijgen. De „Prins der Nederlanden"
bracht Maandagmorgen zeven levenden en
drie dooden der „Schelde" mee. In het ge
heel zijn er acht dooden. Twee lijken hangen
nog in den mast van de „Schelde". Straks
zal gepoogd worden de andere lijken te
bergen.
„De „Président van Heel" zal voorloopig
nog niet uitvaren naar de „Soerakarta",
omdat de kapitein met zijn bemanning er
toch niet af wil."
De kapitein wil blijkbaar nog een getij
afwachten. Maar schipper Slis achtte dat
volmaakt overbodig. Hij meent, dat de
„Soerakarta" absoluut verloren is en dat er
geen sprake meer Van kan zijn, dat het
•chip vlot komt. Vermoedelijk zal tegen den
namiddag nog de bemanning van de „Soe
rakarta" van boord gehaald worden. Het
schip is door de zeeën nu een weinig ge
draald op de pier. Heft had Maandagochtend
reeds 16 voet water. Ook in de machineka
mer was het water doorgedrongen»
De verslaggever heeft ook nog gesproken
schipper Klooster van de Prins der Neder
landen", de andere reddingboot der N. Z.-H.
Reddingmaatschappij, wiens verhaal hier
volgt.
„Schipper Slis had Zondagavond de vaar-
beurt en daarom moest hij met de „Presi
dent van Heel" er het eerst op uit, toen het
bericht van de schipbreuk van de „Soera
karta" kwam. Toen hjj weg was kwam het
bericht van het ongeval met de „Schelde",
die een tros in de schroef gekregen had en
daardoor aan wind en zee was overgeleverd.
De kapitein van de „Schelde" kon niet meer
ten anker komen door de zware branding.
WJj kregen toen bericht om ook met de
„Prins.der Nederlanden" uit te varen. Maar
toen we hoorden, dat de „Schelde" aan den
kop van den Leidam zat, die aan de binnen
zijde van de Zuiderpier is gelegen, besloten
we eerst een reddingspoging te wagen met
de sloep van het loodswezen tusschen den
Leidam en Zuiderpier binnendoor. Wij
zaten met zes man in de jol, maar er was
vloed en het water ieek daar op de volle zee.
Deze eerste poging mislukte dus. Wij kwa
men Zondagnacht om kwart voor één terug.
Het weer was buiig met sneeuwjachten.
„Toen we terug waren werd door den
kapitein van een sleepboot, die er alleen op
uit geweest was, meegedeeld, dat de „Schel
de" 70 80 meter van den Leidam af zat.
zoodat wij haar beter konden naderen aan
den buitenkant, dat is dus niet tusschen
cien Leidam en de Zuiderpier, maar aan de
Noordzijde van den Leidam.
„Ik ben daarom om half drie met de
„Prins der Nederlanden" uitgevaren om te
probeeren de „Schelde" aan den buitenkant
te naderen. Maar dat was onmogelijk zonder
gevaar te loopen zelf op den dam te slaan.
Het bleek mij trouwens, dat de „Schelde"
*el degelijk vlak aan den dam zat, zoodat
we dus alleen aan de binnenzijde van den
dam met succes iets zouden kunnen uit
voeren.
„Btj een tweede poging om met de sloep
van het loodswezen binnendoor langs den
dam heen de „Schelde" te naderen, zijn wij
daarin geslaagd. Ik denk dat we 's morgens
P uur ongeveer er waren. We hebben toen
met een schietlijn verbinding gekregen. De
lijn schoot hoog in den mast van de „Schel
de". Een van de opvarenden klom naar
boven om haar te halen en daarna werden
de zwaardere lijn en tenslotte de tros met
de broek overgehaald Er waren zeven op
varenden nog in leven, die we allemaal met
de broek over konden krijgen.
„Er zijn acht dooden, vermoedelijk zijn
Zondagavond reeds verschillende leden van
6e kusssBsg «vesbeord gesLagea» Br rijn
althans drie lijken aan de Zuiderpier aan
gespoeld. Twee lijken hingen in bet want,
maar die kónden we niet meer bergen. De
overlevenden waren dood-op, verkleumd
van koude en doornat
„De lijken, die nog aan boord van de
„Schelde" zijn, kunnen we pas bergen
wanneer het weer beter geworden is en we
het wrak van de buitenkant kunnen na
deren."
De bemanning van de Jol, die met schip
per Klooster het reddingswerk verrichtte,
heeft op den Leidam tot het middel in het
water moeten staan. Hieruit bleek, dat de
reddingspogingen in den nacht nog hebben
moeten mislukken, al zou de jol het wrak
hebben kunnen bereiken, omdat de beman
ning ervan op den Leidam geen plaats had
kunnen vinden om te werken. Heit water
stond Zondagnacht te hoog boven den Lei
dam.
De drie lijken, die zijn aangespoeld, wor
den gekist en Maandagochtend overgebracht
naar Hoek van Holland
„De Telegraaf" geeft het
„Zondagavond1", zoo deelde de heer Welte
vreden mede, „bevonden wij ons te Hoek
van Holland-aan boord van de „Schelde",
ten einde eventueel binnenkomende sche
pen hulp te verleenen. Zoodra wij bericht
kregen, dat de „Soerakarta" van den Rot-
terdamschen Lloyd was vastgeloopen, zijn
wij uitgevaren en het kostte ons slechts
weinig moeite een tros uit te gooien. Al
mijn opvarenden op één na zijn van Maas-
smis, alleen de omgekomen Verhaven 1» uit
Hoek van Holland De tros was reeds vast
gemaakt toen ik van den matroos, die op
den uitkijk étond, bericht kreeg: „De tros
staat stuurboord uit". Ik liet toen hard
stuurboord geven, om vrij te draaien, doch
de zee sloeg ons over de tros heen. Tegelijk
riep de matroos: „De tros onder achter
schip".
De machinist gaf uit de machinekamer
seinen, dat zijn machine door onverklaar
bare oorzaak gestopt was. Onophoudelijk
rinkelde de telegraaf. Bij onderzoek bleek
ons, dat de tros door de schroef heen was
geslagen. Ik gaf toen orders, de ankers uit
te werpen, een vóór en een achter, doch
wij voeren reeds tegen den grond Met den
Noordenwind en de eb dreven wij vervol
gens naar den zuidwal. Eerst kwamen wü
naast den dam en daarop gingen wij weer
terug tot wij vlak bij de „Steward Star"
kwamen te liggen. Onophoudelijk sloeg ons
vaartuig toen op het ijzer van dat schip;
wjj werden zoo op de „Steward Star" ge
beukt, dat het voorechip vol water liep.
Draadloos heb lk daarop geseind: „Tros in
de schroef zitten aan grond, s.o.8." Te
gelijk liet ik de stoomfluit gieren en gaf ik
order om te stakelen, hetgeen ook geschied
de. Ik zag onmiddellijk, dat het aan boord
wel niet te houden zou zijn en gaf order,
een boot over boord te zetten, doch dit ging
niet, ten gevolge van de zware zee. Onze
beide reddingbooten sloegen over boord.
Toen gaf ik order: „Allemaal in de voor
mast": Aan dit bevel hebben zeven van mijn
mannen gevolg gegeven. Twee kropen in
het achterwand doch hebben dit later met
den dood1 moeten bekoopen. De mannen, die
op de brug waren gebleven, sloegen het
eerst over boord. Het waren Van Beek.
later Verhaven en nog later Scholten. Het
eigenaardige is, dat de stokers en het ma
ch inekamerpereoaeei, die in het want waren
geklauterd, het 't eerst moesten opgeven.
Immers, deze menschen waren dun gekleed
en zijn dit buitenwerk niet gewoon. De sto
ker Sas werd dan ook weldra bevangen door
de kou, Het het want los en viel in zee. De
andere stoker werd krankzinnig van angst,
hfl begon te zingen, liet zich daarop vallen
en dreef ook weg. De zeelieden^ die in mijn
omgeving in het want hingen, konden het
vrijwel goed uithouden. Ook ik zelf had
weinig moeite om mij staande te houden,
doch de tweede machinist, die naast mij zich
had vastgeklemd, zeide op een gegeven mo
ment, dat hjj het niet meer kon harden,
want dat hjj door de koude bevangen werd.
Ik ben toen naar hem toe geklauterd en heb
zijn hoofd tegen mijn beenen genomen.
Zoodoende slaagde ik er ln, hem te be
houden.
Wij bleven den geheelen nacht ln het
want, tevergeefs uitziend naar de redding
boot, die, naar ik later hoorde, verscheidene
pogingen heeft gedaan om ons te naderen.
Toen het Maandagmorgen laag water was,
waren w{J ln staat naar beneden te klim
men. Het dek was toen vrijwel droog en
wij konden ook onder dén bak gpan. Wij
waren toen nog met ons zevenen. WJj zijn
toen bij elkaar onder in den bak gekomen.
Daar konden wij tenminste even onze lede
maten uitstrekken en eenigszins bekomen
van de doorgestane vermoeienissen van den
afgeioopen nacht.
Maandagmorgen om negen uur heeft men
met een reddingstoestel van de Zuiderpier
een lijn naar ons schip geschoten. Bootsman
Ketting was in staat, die lijn aan te pakken
en te bevestigen.
Nadat de lijn bevestigd was, konden w{j
ons langs deze lijn naar de Zuiderpier be
geven. Als tweede is de lichtmatroos Polder
vaart overgegaan. Hij was de eenige, die
eenige moeite had om zich langs de lijn te
werken. Wij moesten hem over de reeling
bevestigen. Daarna was hjj in staat, naar
de Zuiderpier te klauteren.
Tk had gedurende den halven nacht geen
enkel oogenblik het gevoel, dat hét ons het
leven zou koeten. Ais wij maar konden
vasthouden, dat voelde ik, dan zouden wij
wel gered worden. Daardoor was ik ook In
de gelegenheid, den anderen leden van de
bemanning moed1 ln te spreken. Wij hebben
elkaar zoo goed en zoo kwaad als het ging,
ln den storm opgebeurd en den moei erin
gehouden. Het resultaat is gelukkig, dat er
althans zeven van ons behouden zijn."
Door het gebeurde met de „Schelde" is
de scheepsramp mét de vrachtboot van den
Rotterdamschen Lloyd op den achtergrond
gedrongen. De groote boot sit dwars over
oen Noosdpkr op het gevaarlijke gedeelte
dat reeds zoovete schepen beeft gekost Het
schip zit hoogst gevaarlek en zeelui, die het
weten kunnen, zeggen, dét de trotsche
vrachtvaarder reddeloos verloren is. De
reddingbooten kunnen er gemakkelijk bij
komen, doch tot Maandag namiddag half
drie hebben kapitein en bemanning hard
nekkig geweigerd' het schip te verlaten. Het
wordt echter zoo zwaar door de zeeën be
stookt, dat de bemanning wel spoedig aan
land zal moeten gaan.
De belangételling ln het gebeurde aan dit
gedeelte van onze kust nam Maandagmid
dag zienderoogen toe. Treinen en auto's
brachten belanghebbenden en nieuwsgieri
gen aan, en bij het gebouw van het Loods
wezen, verdringen zich ddchte groepen,
wachttende op het uitvaren der beide red
dingbooten, die daarvoor worden gereed ge
maakt. Zij zuilen de equipage van de „Soe
rakarta" thans gaan afhalen. De kapitein
heeft dit thans verzocht, omdat de positie
van het schip belangrijk is verslechterd.
De „Soerakarta" ie in den loop van Zon
dagnacht van positie veranderd. In den
voornacht lag het schip parallel met den
Noordpier, Maandagmorgen 1b hét door de
aanrollende zeeën en wind zoo gedraaid, dat
het voorschip op den pier zit. Het schip
maakt water. In het achtergedeelte staat het
tot een hoogte van 15 voét. De Zuidwes
tenwind, die aanvankelijk legde, steekt weer
hevig op; onder die omstandigheid wordt
voor de boot bet ergste gevreesd. De „Pre
sident van Heel" vertrok 's middags om de
bemanning In veiligheid te brengen.
Maandagmiddag begon men, op verzoek
van kapitein Van Houten van de „Soera
karta", met het afhalen der bemanning. De
gezagvoerder heeft die hulp eerét gevraagd
nadat deskundigen,, waaronder de bekende
heer Sterling, een der voornaamste redders
bij de „Berlln"-ramp ln 1907, zich van den
toestand van de boot hebben op de hoogte
gesteld. Zij, verklaarden als hunne meening,
dat het schip waarschijnlijk wrak was.
De „President van Heel" haalde er dertig
man af, Javanen en Chineezen. De Ooster
lingen kregen alle gelegenheid om hunne
plunjezakken mee te nemen.
De „Prins der Nederlanden" had de twee
de reis naar hét gestrande schip. Zij bracht
zestien man Europeesch personeel aan,
slechts een deel der geheele bemanning, die
uit twee en zestig koppen bestaat. Kapitein
Van Houten en vijftien andere personen,
behoorende tot de navigatie-officieren, en
tot die vin de machinekamers, Peigerden
voorloopig het schip te verlaten.
Dit was gisteravond tegen halfzes. Spoe
dig daarop barstte een geweldig onweer los,
waarvan de bliksemschichten het tot onder
gang gedoemde schip nu en dan ln lichte
laaie zetten. Het hemelvuur was nauwelijks
verdwenen, toen een sneeuwstorm verkil
ling bracht,tot op het gebeente!"
In den loop van den vroegen avond, de
ongunstige omstandigheden in aanmerking
genomen, werd door „menschen van de'
zee" en sein verwacht om ook de officieren
in veiligheid te brengen; daarvan was gis
teravond te negen uur nog geen sprake.
De ruimen I en II van het schip staan
onder water, wij vernamen zelfs, dat de
stookplaats door het water is bereikt, en de
wind' beukt tegen het achterachip, waarvan
de schroef zichtbaar ls.
Doch de kapitein en zijn staf willen den
aan hun zorgen toevertrouwden bodem zoo
lang mogelijk houden onder hunne hoede.
Zij zijn gehecht aan hun schip.
Daarvoor zijn het zeelui!
De „Soerakarta" is op beurspoiis voor
ƒ800.000 verzekerd.
Het „Hbl." geeft hét relaas van het ge
beurde op Zondagavond en -nacht overeen
komstig de officieel® rapporten:
De „Soerakarta", op weg van Hamburg
naar Rotterdam, is te 7 uur 10 gestrand op
het Noorderhoofd
Om 7 uur 15 vaart de sleepboot „Water
weg" uit om assistentie te verleenen, om
7 uur 20 de sleepboot „Schelde".
Om 8 uur is de reddingboot „President
van Heel" uitgevaren.
Om 8 uur 20 wordt bericht, dat de
„Schelde" gestrand1 is op den Leidam.
Om 10 uur vertrekt de sleepboot „Pool-
zee" naar zee en om 10 uur 86 nog de sleep
boot „Witte Zee".
Om 10 uur 45 vaart de reddingboot „Prins
der Nederlanden" uit om assistentie te ver
leenen aan de „Schelde".
Om 11 uur 25 heeft de „Poolzee" met een
tros verbinding gekregen met de „Soera
karta". De tros iB later gebroken-
Om 12 uur 46 wordt bericht, dat de po
sitie van de „Soerakarta" slechter geworden
is en dat de reddingbooten niet bij de
„Schelde" kunnen komen.
Om 1 uur 16 keerde de „Prins der Neder
landen" terug, rapporteerend, dat er nog
licht brandt op de „Schelde".
Om 1 uur 45 keerde „President van Heel"
onverrichterzake terug.
Om 2 uur seinde de „Soera&rta", dat in
de ruimen 1 en 2 15 voet water stond.
Om 8 uur 10 zijn beide reddingbooten
weer naar zee vertrokken.
Om 4 uiur 60 keerden ze terug zonder
resultaat.
Om 0 uur zijn ze nog eenmaal naar zee
gegaan.
In den trein beroofd.
Zaterdagmiddag is een doctor uit Rot
terdam, die van Hamburg via Osnabrück
naar Nederland reisde, in den D-trein
Bertijn—Amsterdam van zijn portefeuille
beroofd. In dé zijgang van den D-trein
ontstond eenig gedrang bij het passé eren
van een persoon, waarbij de Duitscher,
die den doctor wilde voorbijgaan, hem zijn
portefeuille, Inhoudende eenige honder
den guldens, eenig Duitaoh gdd, een pas,
esn reisbiljet en «enige andere panieren
wist te cmtoollML
De berooving weid spoedig bemerkt en
de op den trein dienstdoende beambte van
de geheime politie stelde onmiddellijk een
onderzoek in. De Duitscher, die tegelijk
met den Rotterdammer in den trein waa
gestapt, had dien evenwel te Osnabrück
weder verlaten en is voortvluchtig.
Auto-ongeluk.
Zondagmiddag omstreeks vier uur reed
een heeruit de Laan Copee van Oatten-
burg, vergezeld van zijn dochtertje, met
zijn auto in de Johan de Witlaan te Am
sterdam Plotseling viel het meisje haar
vader om zijn hals, waardoor deze het
stuur verloor en tegen een boom reed. Do
auto werd zwaar beschadigd!. De beer be
kwam een lichte wond aan het gezicht,
maar zijn dochtertje werd ernstiger ge
wond. Met een sleutelbeenfractuur is dit
meisje naar het ziekenhuis gebracht
Aanvaring.
Uit New-York werdi Maandagmorgen
gemeld:
Het Nederlandsche stoomschip Aalsum
en- het Amerikaansche tankstoomschip
Dannedaike, van de Shipping Board, zijn
Donderdagavond tijdens mist op 25 mijl
ten Zuiden van Nantucket met elkaar in
aanvaring gekomen. De Aalsum heeft be
langrijke schade gekregen en maakt veel
water. De Dannedaike heeft reddingboo
ten uitgezet voor het geval het noodig is,
de bemanning van de Aalsum op te ne
men.
(De Aalsum is van de Stoomvaartmij.
Oostzee te Amsterdam en meet 5422 ton
bruto. Het schip ls in 1922 gebouwd. Ka
pitein Js de heer K. Visser.)
Een ontploffing.
In een Duitaoh fabriek van reukwate
ren te Madrid, is een stoomketel gespron
gen, waardoor een ln aanbouw zijnd ge
bouw is ingestort. Zeven lijken zijn onder
het puin vandaan gehaald; twintig men
schen zijn gekwetst
Een stadje ontruimd.
De Bondsrechter te Oheyenne, ln den
Staat Wyoming, heeft aan de Inwoners
van het 1600 zieden tellende plaatsje
Lavoye laten aanzeggen, dat zij binnen
zestig dagen hun woningen moeten heb
ben ontruimd. Een zelfde aanzegging werd
gericht tot dé gemeente-autoriteiten en
tot de eigenaars van winkel- en kantoor
gebouwen in het plaatsje. Deze'aanzeg
ging geschiedt op verzoek van een pe-
troleum-maatschappij die het terrein
waarop de stad staat had verhuurd, blijk
baar op korten termijn, en die thans het
terrein zelf noodig heeft.
Lavoye is een typisch mijnplaatsje. Het
werd pas in 1920 gesticht en had zich
spoedig ontwikkeld; doch alle gebouwen
die er staan waren overhaast in elkaar ge
timmerd en kunnen ook weer gemakke
lijk worden afgebroken:
Staatsreederljen.
Naar aanleiding van de artikelen over
dit onderwerp schrijft men aan het Hbl.
uit scheepvaartkringen, dat ook de Est-
landsche regeering, die destijds groote
plannen ontwikkelde tot het inrichten van
een regeerings-scheepvaartbedkijf, wel
licht op dé dwaling li aars weegs terug
keert.
De schepen daarvoor waren in den oor
log verkregen. Evenals alle andere Staats
reederljen, moest er elk jaar een dikke
som toegelegd worden om eene ge
mengde maatschappij op aandeelen te
vormen, die dit Staatsbedrijf zou voort
zetten en de grootste helft der aandeelen
in het bezit der regeering zou laten. An
dere stemmen wildén de heele boei laten
opruimen om eindelijk van een telkens
terugkeerenden verliespost af te raken,
maar daarvoor gevoelde men in leidende
kringen ook niet veel wegens de steeds
terugloopendé prijzen der schepen.
Eene financieel» oommissie heeft nu
rapport uitgebracht en geadviseerd' tot ra
dicale opruiming van de Staatsvloot, op
dat er niet langer kwaad geld naar goed
geld! geworpen wordt
Met belangstelling mag men nu dé be-
sissing van de regeering afwachten.
Kankerbehandeling met Insuline.
In een nader bericht ui Weenen over
de behandeling, die dr. Silberstein over
insuline als middel tot behandeling van
kanker, heeft gehouden, zien wij dat zijn
proeven voorloopig alleen betrekking heb
ben gehad op kanker bij miuizen. Hjj nam
waar, dat kankergezwellen bij die dieren
zich langzamer ontwikkelden of ophielden
te groeien, onder invloed van insoline. Dr.
Silberstein verwacht nu, dat het middel
ook bij kanker van menschen een gunsti-
gen invloed zal oefenen.
Kussen al verzwarende omstandigheden.
Voor de Londensohe rechtbank heeft
een inbreker terecht gestaan, die er zijn
beroep van maakte, speciaal de slaapka
mers van dames, die dan natuurlijk de
echtgenooten moesten zijn van een rijk
man, met een bezoek te vereeren. Dit is
bij een inbreker niets bijzonders. Maar
behalve door zijn roofzucht werd de man
ook nog geplaagd door een zekere zucht
naar galante avonturen, welke hem er toe
bracht, wanneer de gelegenheid zich voor-
déedi, voor zijn heengaan, behalve dé sie
raden, van de bewoonster van dé slaap
kamer ook nog een kus te stelen.
Deze laatste stoutmoedigheid werd da*
ook door den rechter als een verzwarende
omstandigheid aangemerkt. Hij werd ver
oordeeld tot vier jaar gevangenistaal.
De moord te Glessen—Nlenwkerk.
Af en toe zijn berichten verschenen, om
trent den moord op den spoorwegarbeider
De Jong te Giessen-Nieuwkerk. Vast
staat, dat op het oogenblik vijf personen
te I>ordr^ht ln de gevangenis zitten, van
moord gepleegd te hebben. Een vrouw en
twee andere mannen worden van mede-
pichtigheid verdacht. Nog geen enkele be
kentenis ls afgelegd. Alleen de hamer,
waarmede het misdrijf werd gepleegd, is
herkend als eigendom van een der van
medeplichtigheid verdaohten. De kans op
opheldering van het drama door het justi
tioneel onderzoek ls thans veel grooter,
dan anderhalf jaar geleden. (Teiegr.)
Aan den dood ontsnapt
Tin een kelderwoning in de Egeantler-
straat 39 woont het hulsgezin Van Beek,
bestaande uit man, vrouw en acht kinde
ren. De echtgenooten waren gisteren be
zig; om in een kachel zonder pijp van
houtskool z.g. doove kolen te maken. Wel
dra gevoelde de man zich niet lekker, ten
gevolge van den kolendamp, die hierdoor
ontstond, en de vrouw, dit bemerkend,
begaf zich naar het kelderraam om dit
te openen. Zij viel echter, vóór dit bereikt
te hebben, bewusteloos neer,
Van de acht kinderen, die op straat
speelden, kwam later een elf-Jarig zoontje
binnen. Djt kreeg geen antwoord, toen
hij wat vroeg. De knaap waarschuwde de
buren, die dadelijk politie en doketr op
belden. Dezen «gelukte het, met zuurstof
apparaten man en vrouw weer bij te bren
gen. (Teiegr.)
Ernstig motor-ongeluk.
Zaterdagavond is in de buurt van Dron-
rijp een ernstig motor-ongeluk gebeurd.
Door het springen van een band werd de
28-jarige duorijder S. O. van der Meulen,
jur. stud., afkomstig uit Leeuwarden, van
de duozitting geslingerd en in bewuste-
loozen toestand opgenomen. Hij is den
zelfden avond in het Diaoonessenhuis te
Leeuwarden overleden.
De bestuurder, de heer Bakker, uit
Leeuwarden, kreeg geen letseL
Door de tram meegesleurd.
Zondagavond is te Waalwijk een zieken
verpleegster, toen zij van de stoomtram
was gesprongen, door die tram een eind
meegesleurd, zonder dat dit ln die tram
gemerkt werd. Later is zijn door voorbij
gangers gevonden. Haar toestand was gis
teren levensgevaarlijk.
Bruggen met groote overspanningen.
Indien men kennis neemt van de nieuw
ste ontwerpen voor bruggen, dan krijgt
men den indruk, dat de technici zich in
staat achten, elke gewenschte overspan
ning te oonstaueeren, en dat alleen de kos
ten hierin grenzen stellen.
De grootste tot heden ontworpen brug,
n.L die over den Hudson bij New-York
City, een hangbrug van 985 M. overspan
ning zal overtroffen worden door een
brug over de Gouden Poort bij San-Fran-
cisoo.
De Gouden Poort, de doorvaart van den
Stillen Oceaan naar de baai van San-Fran-
cisoo, scheidt het stedelijk gebied van het
aan den Mount Tamalpais grenzende
hoogléndi, het beste woongebied In den
omtrek der stad. Het verkeer tusschen de
beidé oevers geschiedt op tydroovende
wijze door middel van veerbooten en an
dere vaartuigen. Een overbrugging van
het 2040 M. breede watervlak zou zoowel
voor San-Francisoo als voor de bevolking
van dé talrijke Noordelijk en Zuidelijk
daarvan gelegen plaatsen met tezamen on
geveer 700.000 inwoners van groot belang
zijn. Op ongeveer 400 M. afstand van beide
oevers liggen rotsbanken slechte 16 M. on
der den waterspiegel. Hiertusschen be
draagt de gemiddelde waterdiepte onge
veer 90 M. waardoor de brugpijlers op een
ouderlingen afstand van rond 1200 meter
zouden moeten worden gebouwd.
Voor de oplossing van het vraagsthk
werd ook te Rotterdam een prijsvraag uit
geschreven. Tot de uitverkoren inzendin
gen behoorden een ontwerp van Joe. B.
Strauss en een van Ch. Fowler, Strausa
ontwierp een hangbrug van eigenaaidigen
vorm.
Hij is van meening, dat de toelaat
bare overspanningsgrens nog overschre
den kan worden, en komt tot een middel
ste opening van 1220 Meter bestaande uit
een 806 M. lange hangbrug tusschen 207
M. uitkragende liggers. De zijopeningen
zijn 402 M. breed.
De fundeering der peilers in 15 M. diep
water op rotsbodem biedt geen bijzondere
moeilijkheden. De doorvaartopening heeft
bij de genoemde breedte van 1220 Meter
een hoogte van niet minder dan 01 Meter,
een hoogte dus van een flinken kerktoren.
Voor onze begrippen zijn deze overspan
ningen en hoogten inderdaad enorm. De
bedde hoofdpijlers zijn van het fundament
tot aan hét oppervlak 60 M. hoog. Hierop
staan stalen torens van 2.80 M. hoogte. De
grootste pijlérbreedte aan den voet be
draagt 35 M., de hoogte der tralieliggers
bij den pijler 168 M„ de dikte dér kabels
0.50 M. Het 25 M. breede brugdek biedt
plaats voor twee rijen motorwagens in el
ke richting en twee trottoirs elk breed
2-14 M. De verstijvingsliggers wordpn
18.80 M. hoog, het rijvlak ligt ter halve
hoogte, dus 9.15 M. boven den onderkant
van dé brug. De bouwkosten worden ge
schat op 68 millLoen gulden, de bouwtijd
op 6 jaar.
Fowler ontwierp een hangbrug met een
overspanning van 1872 M., die volgens
hem goedkoop er in uitvoering is en ook
in aesthetisch opzicht de voorkeur- ver
dient. Hij voert aan dat staaldraad thans
kan worden gefabriceerd met een breuk-
vastheid van 10200 K.G. cM'. en een elasti-
citeitsgrens van 12700 K.G. cM*. Met zulk
staal acht Fowler hangbruggen met een
overspanning van 1500 M. dus ongeveer
6 maal de breedte van de Maas uitvoer
baar. Hij herinnert er aan dat in Philadel-
phia een brug met een overspanning van
584 M. in uitvoering is, dat hij zelf er een
voor Detrolt ontworpen heeft met 567 M.
wijdte en wijst op Lindenthala ontwerp
van de ln den aanhef dezes genoemde
brug «ver dan Hudson met een overspan
Bet verhoed van den schipper
van de ,rPrtna der Neder-
kmderf'.
verhaal van den gezagvoerder
van „De Schelde".
De Soerakarta".
De équipage van de vrachtboot.
De offlcteele rapporten.