GEMENGD NIEUWS de p:er heen, met zijn voorsteven in het Noorden. Aan boord was de loods Ter Geus. Wfl slaagden erin de „Soerakarta" op zij van den vooreteven te komen, maar de ka pitein deelde ons mede, dat hij met zijn be manning het schip nog niet wenschte te verlaten. „Intusschen waren ook uitgevaren de sleepbooten „Schelde" en „Waterweg" van de firma L. Smit Oo. uit Rotterdam. Er stond een ruwe hooge zee, de lucht was buiig. De sleepboot „De Schelde", die met de „"Waterweg" pogingen had gedaan om met een tros verbinding te krijgen met de „8oerakarta", kreeg den tros in de eigen schroef. Daardoor verloor de boot haar stuur en werd door de hooge zee in de rich ting van de Zuiderpier gedreven, waar zij strandde op het wrak van de „Steward Star", die 4 October verleden jaar daar op de pier is geloopen. „Wij hebben geprobeerd", aldus schipper Slis, „om de „Schelde" te naderen, maar de hooge zee maakte dat onmogelijk. Aan boord van de „Schelde" waren vijftien man. Ik ben toen teruggekeerd naar de Bergha- ven om verslag te doen van den toestand der „Soerakarta" en der „Schelde". Van den wal is toen gepoogd over de Zuiderpier het wrak van de „Steward Star" en de „Schel de" te naderen, maar het is toen niet gelukt met een schietlijn verbinding met de „Schel de" te krijgen. De andere' reddingboot der Noord-Zuid-Hollandsche Reddingmaatschap- PiJ, de „Prins der Nederlanden", is toen uitgevaren met de sloep van het loodswezen op sleep, met de bedoeling dat de sloep de „Schelde" zou naderen, maar dat Is mislukt. Ook een tweede poging van de „Prins der Nederlanden" om met de sloep van het loodswezen de „Schelde" te naderen, moest Zondagnacht opgegeven worden. „Intusschen was ik nog eens uitgevaren met de „President van Heel" naar de „Soe rakarta", maar de kapitein bleef erbijy dat hij nog niet van het schip af wilde. Ook toén Ik voor de derde maal Zondagnacht verscheen, bleef hjj bij zijn besluit. In het geheel ben ik dus driemaal naar de „Soera karta" geweest, terwijl de „Prins der Ne derlanden" Zondagnacht tweemaal gepoogd heeft de „Schelde" te naderen. „Maandagmorgen vroeg, bij. het krieken van den dag, zijn we allebei nog eens uitge varen; de „Prins der Nederlanden" weer met de sloep van het loodswezen. Het is toen gelukt uit de sloep met een wipper toestel een schietlijn over de „Schelde" heen te krijgen. De „Prins der Nederlanden" bracht Maandagmorgen zeven levenden en drie dooden der „Schelde" mee. In het ge heel zijn er acht dooden. Twee lijken hangen nog in den mast van de „Schelde". Straks zal gepoogd worden de andere lijken te bergen. „De „Président van Heel" zal voorloopig nog niet uitvaren naar de „Soerakarta", omdat de kapitein met zijn bemanning er toch niet af wil." De kapitein wil blijkbaar nog een getij afwachten. Maar schipper Slis achtte dat volmaakt overbodig. Hij meent, dat de „Soerakarta" absoluut verloren is en dat er geen sprake meer Van kan zijn, dat het •chip vlot komt. Vermoedelijk zal tegen den namiddag nog de bemanning van de „Soe rakarta" van boord gehaald worden. Het schip is door de zeeën nu een weinig ge draald op de pier. Heft had Maandagochtend reeds 16 voet water. Ook in de machineka mer was het water doorgedrongen» De verslaggever heeft ook nog gesproken schipper Klooster van de Prins der Neder landen", de andere reddingboot der N. Z.-H. Reddingmaatschappij, wiens verhaal hier volgt. „Schipper Slis had Zondagavond de vaar- beurt en daarom moest hij met de „Presi dent van Heel" er het eerst op uit, toen het bericht van de schipbreuk van de „Soera karta" kwam. Toen hjj weg was kwam het bericht van het ongeval met de „Schelde", die een tros in de schroef gekregen had en daardoor aan wind en zee was overgeleverd. De kapitein van de „Schelde" kon niet meer ten anker komen door de zware branding. WJj kregen toen bericht om ook met de „Prins.der Nederlanden" uit te varen. Maar toen we hoorden, dat de „Schelde" aan den kop van den Leidam zat, die aan de binnen zijde van de Zuiderpier is gelegen, besloten we eerst een reddingspoging te wagen met de sloep van het loodswezen tusschen den Leidam en Zuiderpier binnendoor. Wij zaten met zes man in de jol, maar er was vloed en het water ieek daar op de volle zee. Deze eerste poging mislukte dus. Wij kwa men Zondagnacht om kwart voor één terug. Het weer was buiig met sneeuwjachten. „Toen we terug waren werd door den kapitein van een sleepboot, die er alleen op uit geweest was, meegedeeld, dat de „Schel de" 70 80 meter van den Leidam af zat. zoodat wij haar beter konden naderen aan den buitenkant, dat is dus niet tusschen cien Leidam en de Zuiderpier, maar aan de Noordzijde van den Leidam. „Ik ben daarom om half drie met de „Prins der Nederlanden" uitgevaren om te probeeren de „Schelde" aan den buitenkant te naderen. Maar dat was onmogelijk zonder gevaar te loopen zelf op den dam te slaan. Het bleek mij trouwens, dat de „Schelde" *el degelijk vlak aan den dam zat, zoodat we dus alleen aan de binnenzijde van den dam met succes iets zouden kunnen uit voeren. „Btj een tweede poging om met de sloep van het loodswezen binnendoor langs den dam heen de „Schelde" te naderen, zijn wij daarin geslaagd. Ik denk dat we 's morgens P uur ongeveer er waren. We hebben toen met een schietlijn verbinding gekregen. De lijn schoot hoog in den mast van de „Schel de". Een van de opvarenden klom naar boven om haar te halen en daarna werden de zwaardere lijn en tenslotte de tros met de broek overgehaald Er waren zeven op varenden nog in leven, die we allemaal met de broek over konden krijgen. „Er zijn acht dooden, vermoedelijk zijn Zondagavond reeds verschillende leden van 6e kusssBsg «vesbeord gesLagea» Br rijn althans drie lijken aan de Zuiderpier aan gespoeld. Twee lijken hingen in bet want, maar die kónden we niet meer bergen. De overlevenden waren dood-op, verkleumd van koude en doornat „De lijken, die nog aan boord van de „Schelde" zijn, kunnen we pas bergen wanneer het weer beter geworden is en we het wrak van de buitenkant kunnen na deren." De bemanning van de Jol, die met schip per Klooster het reddingswerk verrichtte, heeft op den Leidam tot het middel in het water moeten staan. Hieruit bleek, dat de reddingspogingen in den nacht nog hebben moeten mislukken, al zou de jol het wrak hebben kunnen bereiken, omdat de beman ning ervan op den Leidam geen plaats had kunnen vinden om te werken. Heit water stond Zondagnacht te hoog boven den Lei dam. De drie lijken, die zijn aangespoeld, wor den gekist en Maandagochtend overgebracht naar Hoek van Holland „De Telegraaf" geeft het „Zondagavond1", zoo deelde de heer Welte vreden mede, „bevonden wij ons te Hoek van Holland-aan boord van de „Schelde", ten einde eventueel binnenkomende sche pen hulp te verleenen. Zoodra wij bericht kregen, dat de „Soerakarta" van den Rot- terdamschen Lloyd was vastgeloopen, zijn wij uitgevaren en het kostte ons slechts weinig moeite een tros uit te gooien. Al mijn opvarenden op één na zijn van Maas- smis, alleen de omgekomen Verhaven 1» uit Hoek van Holland De tros was reeds vast gemaakt toen ik van den matroos, die op den uitkijk étond, bericht kreeg: „De tros staat stuurboord uit". Ik liet toen hard stuurboord geven, om vrij te draaien, doch de zee sloeg ons over de tros heen. Tegelijk riep de matroos: „De tros onder achter schip". De machinist gaf uit de machinekamer seinen, dat zijn machine door onverklaar bare oorzaak gestopt was. Onophoudelijk rinkelde de telegraaf. Bij onderzoek bleek ons, dat de tros door de schroef heen was geslagen. Ik gaf toen orders, de ankers uit te werpen, een vóór en een achter, doch wij voeren reeds tegen den grond Met den Noordenwind en de eb dreven wij vervol gens naar den zuidwal. Eerst kwamen wü naast den dam en daarop gingen wij weer terug tot wij vlak bij de „Steward Star" kwamen te liggen. Onophoudelijk sloeg ons vaartuig toen op het ijzer van dat schip; wjj werden zoo op de „Steward Star" ge beukt, dat het voorechip vol water liep. Draadloos heb lk daarop geseind: „Tros in de schroef zitten aan grond, s.o.8." Te gelijk liet ik de stoomfluit gieren en gaf ik order om te stakelen, hetgeen ook geschied de. Ik zag onmiddellijk, dat het aan boord wel niet te houden zou zijn en gaf order, een boot over boord te zetten, doch dit ging niet, ten gevolge van de zware zee. Onze beide reddingbooten sloegen over boord. Toen gaf ik order: „Allemaal in de voor mast": Aan dit bevel hebben zeven van mijn mannen gevolg gegeven. Twee kropen in het achterwand doch hebben dit later met den dood1 moeten bekoopen. De mannen, die op de brug waren gebleven, sloegen het eerst over boord. Het waren Van Beek. later Verhaven en nog later Scholten. Het eigenaardige is, dat de stokers en het ma ch inekamerpereoaeei, die in het want waren geklauterd, het 't eerst moesten opgeven. Immers, deze menschen waren dun gekleed en zijn dit buitenwerk niet gewoon. De sto ker Sas werd dan ook weldra bevangen door de kou, Het het want los en viel in zee. De andere stoker werd krankzinnig van angst, hfl begon te zingen, liet zich daarop vallen en dreef ook weg. De zeelieden^ die in mijn omgeving in het want hingen, konden het vrijwel goed uithouden. Ook ik zelf had weinig moeite om mij staande te houden, doch de tweede machinist, die naast mij zich had vastgeklemd, zeide op een gegeven mo ment, dat hjj het niet meer kon harden, want dat hjj door de koude bevangen werd. Ik ben toen naar hem toe geklauterd en heb zijn hoofd tegen mijn beenen genomen. Zoodoende slaagde ik er ln, hem te be houden. Wij bleven den geheelen nacht ln het want, tevergeefs uitziend naar de redding boot, die, naar ik later hoorde, verscheidene pogingen heeft gedaan om ons te naderen. Toen het Maandagmorgen laag water was, waren w{J ln staat naar beneden te klim men. Het dek was toen vrijwel droog en wij konden ook onder dén bak gpan. Wij waren toen nog met ons zevenen. WJj zijn toen bij elkaar onder in den bak gekomen. Daar konden wij tenminste even onze lede maten uitstrekken en eenigszins bekomen van de doorgestane vermoeienissen van den afgeioopen nacht. Maandagmorgen om negen uur heeft men met een reddingstoestel van de Zuiderpier een lijn naar ons schip geschoten. Bootsman Ketting was in staat, die lijn aan te pakken en te bevestigen. Nadat de lijn bevestigd was, konden w{j ons langs deze lijn naar de Zuiderpier be geven. Als tweede is de lichtmatroos Polder vaart overgegaan. Hij was de eenige, die eenige moeite had om zich langs de lijn te werken. Wij moesten hem over de reeling bevestigen. Daarna was hjj in staat, naar de Zuiderpier te klauteren. Tk had gedurende den halven nacht geen enkel oogenblik het gevoel, dat hét ons het leven zou koeten. Ais wij maar konden vasthouden, dat voelde ik, dan zouden wij wel gered worden. Daardoor was ik ook In de gelegenheid, den anderen leden van de bemanning moed1 ln te spreken. Wij hebben elkaar zoo goed en zoo kwaad als het ging, ln den storm opgebeurd en den moei erin gehouden. Het resultaat is gelukkig, dat er althans zeven van ons behouden zijn." Door het gebeurde met de „Schelde" is de scheepsramp mét de vrachtboot van den Rotterdamschen Lloyd op den achtergrond gedrongen. De groote boot sit dwars over oen Noosdpkr op het gevaarlijke gedeelte dat reeds zoovete schepen beeft gekost Het schip zit hoogst gevaarlek en zeelui, die het weten kunnen, zeggen, dét de trotsche vrachtvaarder reddeloos verloren is. De reddingbooten kunnen er gemakkelijk bij komen, doch tot Maandag namiddag half drie hebben kapitein en bemanning hard nekkig geweigerd' het schip te verlaten. Het wordt echter zoo zwaar door de zeeën be stookt, dat de bemanning wel spoedig aan land zal moeten gaan. De belangételling ln het gebeurde aan dit gedeelte van onze kust nam Maandagmid dag zienderoogen toe. Treinen en auto's brachten belanghebbenden en nieuwsgieri gen aan, en bij het gebouw van het Loods wezen, verdringen zich ddchte groepen, wachttende op het uitvaren der beide red dingbooten, die daarvoor worden gereed ge maakt. Zij zuilen de equipage van de „Soe rakarta" thans gaan afhalen. De kapitein heeft dit thans verzocht, omdat de positie van het schip belangrijk is verslechterd. De „Soerakarta" ie in den loop van Zon dagnacht van positie veranderd. In den voornacht lag het schip parallel met den Noordpier, Maandagmorgen 1b hét door de aanrollende zeeën en wind zoo gedraaid, dat het voorschip op den pier zit. Het schip maakt water. In het achtergedeelte staat het tot een hoogte van 15 voét. De Zuidwes tenwind, die aanvankelijk legde, steekt weer hevig op; onder die omstandigheid wordt voor de boot bet ergste gevreesd. De „Pre sident van Heel" vertrok 's middags om de bemanning In veiligheid te brengen. Maandagmiddag begon men, op verzoek van kapitein Van Houten van de „Soera karta", met het afhalen der bemanning. De gezagvoerder heeft die hulp eerét gevraagd nadat deskundigen,, waaronder de bekende heer Sterling, een der voornaamste redders bij de „Berlln"-ramp ln 1907, zich van den toestand van de boot hebben op de hoogte gesteld. Zij, verklaarden als hunne meening, dat het schip waarschijnlijk wrak was. De „President van Heel" haalde er dertig man af, Javanen en Chineezen. De Ooster lingen kregen alle gelegenheid om hunne plunjezakken mee te nemen. De „Prins der Nederlanden" had de twee de reis naar hét gestrande schip. Zij bracht zestien man Europeesch personeel aan, slechts een deel der geheele bemanning, die uit twee en zestig koppen bestaat. Kapitein Van Houten en vijftien andere personen, behoorende tot de navigatie-officieren, en tot die vin de machinekamers, Peigerden voorloopig het schip te verlaten. Dit was gisteravond tegen halfzes. Spoe dig daarop barstte een geweldig onweer los, waarvan de bliksemschichten het tot onder gang gedoemde schip nu en dan ln lichte laaie zetten. Het hemelvuur was nauwelijks verdwenen, toen een sneeuwstorm verkil ling bracht,tot op het gebeente!" In den loop van den vroegen avond, de ongunstige omstandigheden in aanmerking genomen, werd door „menschen van de' zee" en sein verwacht om ook de officieren in veiligheid te brengen; daarvan was gis teravond te negen uur nog geen sprake. De ruimen I en II van het schip staan onder water, wij vernamen zelfs, dat de stookplaats door het water is bereikt, en de wind' beukt tegen het achterachip, waarvan de schroef zichtbaar ls. Doch de kapitein en zijn staf willen den aan hun zorgen toevertrouwden bodem zoo lang mogelijk houden onder hunne hoede. Zij zijn gehecht aan hun schip. Daarvoor zijn het zeelui! De „Soerakarta" is op beurspoiis voor ƒ800.000 verzekerd. Het „Hbl." geeft hét relaas van het ge beurde op Zondagavond en -nacht overeen komstig de officieel® rapporten: De „Soerakarta", op weg van Hamburg naar Rotterdam, is te 7 uur 10 gestrand op het Noorderhoofd Om 7 uur 15 vaart de sleepboot „Water weg" uit om assistentie te verleenen, om 7 uur 20 de sleepboot „Schelde". Om 8 uur is de reddingboot „President van Heel" uitgevaren. Om 8 uur 20 wordt bericht, dat de „Schelde" gestrand1 is op den Leidam. Om 10 uur vertrekt de sleepboot „Pool- zee" naar zee en om 10 uur 86 nog de sleep boot „Witte Zee". Om 10 uur 45 vaart de reddingboot „Prins der Nederlanden" uit om assistentie te ver leenen aan de „Schelde". Om 11 uur 25 heeft de „Poolzee" met een tros verbinding gekregen met de „Soera karta". De tros iB later gebroken- Om 12 uur 46 wordt bericht, dat de po sitie van de „Soerakarta" slechter geworden is en dat de reddingbooten niet bij de „Schelde" kunnen komen. Om 1 uur 16 keerde de „Prins der Neder landen" terug, rapporteerend, dat er nog licht brandt op de „Schelde". Om 1 uur 45 keerde „President van Heel" onverrichterzake terug. Om 2 uur seinde de „Soera&rta", dat in de ruimen 1 en 2 15 voet water stond. Om 8 uur 10 zijn beide reddingbooten weer naar zee vertrokken. Om 4 uiur 60 keerden ze terug zonder resultaat. Om 0 uur zijn ze nog eenmaal naar zee gegaan. In den trein beroofd. Zaterdagmiddag is een doctor uit Rot terdam, die van Hamburg via Osnabrück naar Nederland reisde, in den D-trein Bertijn—Amsterdam van zijn portefeuille beroofd. In dé zijgang van den D-trein ontstond eenig gedrang bij het passé eren van een persoon, waarbij de Duitscher, die den doctor wilde voorbijgaan, hem zijn portefeuille, Inhoudende eenige honder den guldens, eenig Duitaoh gdd, een pas, esn reisbiljet en «enige andere panieren wist te cmtoollML De berooving weid spoedig bemerkt en de op den trein dienstdoende beambte van de geheime politie stelde onmiddellijk een onderzoek in. De Duitscher, die tegelijk met den Rotterdammer in den trein waa gestapt, had dien evenwel te Osnabrück weder verlaten en is voortvluchtig. Auto-ongeluk. Zondagmiddag omstreeks vier uur reed een heeruit de Laan Copee van Oatten- burg, vergezeld van zijn dochtertje, met zijn auto in de Johan de Witlaan te Am sterdam Plotseling viel het meisje haar vader om zijn hals, waardoor deze het stuur verloor en tegen een boom reed. Do auto werd zwaar beschadigd!. De beer be kwam een lichte wond aan het gezicht, maar zijn dochtertje werd ernstiger ge wond. Met een sleutelbeenfractuur is dit meisje naar het ziekenhuis gebracht Aanvaring. Uit New-York werdi Maandagmorgen gemeld: Het Nederlandsche stoomschip Aalsum en- het Amerikaansche tankstoomschip Dannedaike, van de Shipping Board, zijn Donderdagavond tijdens mist op 25 mijl ten Zuiden van Nantucket met elkaar in aanvaring gekomen. De Aalsum heeft be langrijke schade gekregen en maakt veel water. De Dannedaike heeft reddingboo ten uitgezet voor het geval het noodig is, de bemanning van de Aalsum op te ne men. (De Aalsum is van de Stoomvaartmij. Oostzee te Amsterdam en meet 5422 ton bruto. Het schip ls in 1922 gebouwd. Ka pitein Js de heer K. Visser.) Een ontploffing. In een Duitaoh fabriek van reukwate ren te Madrid, is een stoomketel gespron gen, waardoor een ln aanbouw zijnd ge bouw is ingestort. Zeven lijken zijn onder het puin vandaan gehaald; twintig men schen zijn gekwetst Een stadje ontruimd. De Bondsrechter te Oheyenne, ln den Staat Wyoming, heeft aan de Inwoners van het 1600 zieden tellende plaatsje Lavoye laten aanzeggen, dat zij binnen zestig dagen hun woningen moeten heb ben ontruimd. Een zelfde aanzegging werd gericht tot dé gemeente-autoriteiten en tot de eigenaars van winkel- en kantoor gebouwen in het plaatsje. Deze'aanzeg ging geschiedt op verzoek van een pe- troleum-maatschappij die het terrein waarop de stad staat had verhuurd, blijk baar op korten termijn, en die thans het terrein zelf noodig heeft. Lavoye is een typisch mijnplaatsje. Het werd pas in 1920 gesticht en had zich spoedig ontwikkeld; doch alle gebouwen die er staan waren overhaast in elkaar ge timmerd en kunnen ook weer gemakke lijk worden afgebroken: Staatsreederljen. Naar aanleiding van de artikelen over dit onderwerp schrijft men aan het Hbl. uit scheepvaartkringen, dat ook de Est- landsche regeering, die destijds groote plannen ontwikkelde tot het inrichten van een regeerings-scheepvaartbedkijf, wel licht op dé dwaling li aars weegs terug keert. De schepen daarvoor waren in den oor log verkregen. Evenals alle andere Staats reederljen, moest er elk jaar een dikke som toegelegd worden om eene ge mengde maatschappij op aandeelen te vormen, die dit Staatsbedrijf zou voort zetten en de grootste helft der aandeelen in het bezit der regeering zou laten. An dere stemmen wildén de heele boei laten opruimen om eindelijk van een telkens terugkeerenden verliespost af te raken, maar daarvoor gevoelde men in leidende kringen ook niet veel wegens de steeds terugloopendé prijzen der schepen. Eene financieel» oommissie heeft nu rapport uitgebracht en geadviseerd' tot ra dicale opruiming van de Staatsvloot, op dat er niet langer kwaad geld naar goed geld! geworpen wordt Met belangstelling mag men nu dé be- sissing van de regeering afwachten. Kankerbehandeling met Insuline. In een nader bericht ui Weenen over de behandeling, die dr. Silberstein over insuline als middel tot behandeling van kanker, heeft gehouden, zien wij dat zijn proeven voorloopig alleen betrekking heb ben gehad op kanker bij miuizen. Hjj nam waar, dat kankergezwellen bij die dieren zich langzamer ontwikkelden of ophielden te groeien, onder invloed van insoline. Dr. Silberstein verwacht nu, dat het middel ook bij kanker van menschen een gunsti- gen invloed zal oefenen. Kussen al verzwarende omstandigheden. Voor de Londensohe rechtbank heeft een inbreker terecht gestaan, die er zijn beroep van maakte, speciaal de slaapka mers van dames, die dan natuurlijk de echtgenooten moesten zijn van een rijk man, met een bezoek te vereeren. Dit is bij een inbreker niets bijzonders. Maar behalve door zijn roofzucht werd de man ook nog geplaagd door een zekere zucht naar galante avonturen, welke hem er toe bracht, wanneer de gelegenheid zich voor- déedi, voor zijn heengaan, behalve dé sie raden, van de bewoonster van dé slaap kamer ook nog een kus te stelen. Deze laatste stoutmoedigheid werd da* ook door den rechter als een verzwarende omstandigheid aangemerkt. Hij werd ver oordeeld tot vier jaar gevangenistaal. De moord te Glessen—Nlenwkerk. Af en toe zijn berichten verschenen, om trent den moord op den spoorwegarbeider De Jong te Giessen-Nieuwkerk. Vast staat, dat op het oogenblik vijf personen te I>ordr^ht ln de gevangenis zitten, van moord gepleegd te hebben. Een vrouw en twee andere mannen worden van mede- pichtigheid verdacht. Nog geen enkele be kentenis ls afgelegd. Alleen de hamer, waarmede het misdrijf werd gepleegd, is herkend als eigendom van een der van medeplichtigheid verdaohten. De kans op opheldering van het drama door het justi tioneel onderzoek ls thans veel grooter, dan anderhalf jaar geleden. (Teiegr.) Aan den dood ontsnapt Tin een kelderwoning in de Egeantler- straat 39 woont het hulsgezin Van Beek, bestaande uit man, vrouw en acht kinde ren. De echtgenooten waren gisteren be zig; om in een kachel zonder pijp van houtskool z.g. doove kolen te maken. Wel dra gevoelde de man zich niet lekker, ten gevolge van den kolendamp, die hierdoor ontstond, en de vrouw, dit bemerkend, begaf zich naar het kelderraam om dit te openen. Zij viel echter, vóór dit bereikt te hebben, bewusteloos neer, Van de acht kinderen, die op straat speelden, kwam later een elf-Jarig zoontje binnen. Djt kreeg geen antwoord, toen hij wat vroeg. De knaap waarschuwde de buren, die dadelijk politie en doketr op belden. Dezen «gelukte het, met zuurstof apparaten man en vrouw weer bij te bren gen. (Teiegr.) Ernstig motor-ongeluk. Zaterdagavond is in de buurt van Dron- rijp een ernstig motor-ongeluk gebeurd. Door het springen van een band werd de 28-jarige duorijder S. O. van der Meulen, jur. stud., afkomstig uit Leeuwarden, van de duozitting geslingerd en in bewuste- loozen toestand opgenomen. Hij is den zelfden avond in het Diaoonessenhuis te Leeuwarden overleden. De bestuurder, de heer Bakker, uit Leeuwarden, kreeg geen letseL Door de tram meegesleurd. Zondagavond is te Waalwijk een zieken verpleegster, toen zij van de stoomtram was gesprongen, door die tram een eind meegesleurd, zonder dat dit ln die tram gemerkt werd. Later is zijn door voorbij gangers gevonden. Haar toestand was gis teren levensgevaarlijk. Bruggen met groote overspanningen. Indien men kennis neemt van de nieuw ste ontwerpen voor bruggen, dan krijgt men den indruk, dat de technici zich in staat achten, elke gewenschte overspan ning te oonstaueeren, en dat alleen de kos ten hierin grenzen stellen. De grootste tot heden ontworpen brug, n.L die over den Hudson bij New-York City, een hangbrug van 985 M. overspan ning zal overtroffen worden door een brug over de Gouden Poort bij San-Fran- cisoo. De Gouden Poort, de doorvaart van den Stillen Oceaan naar de baai van San-Fran- cisoo, scheidt het stedelijk gebied van het aan den Mount Tamalpais grenzende hoogléndi, het beste woongebied In den omtrek der stad. Het verkeer tusschen de beidé oevers geschiedt op tydroovende wijze door middel van veerbooten en an dere vaartuigen. Een overbrugging van het 2040 M. breede watervlak zou zoowel voor San-Francisoo als voor de bevolking van dé talrijke Noordelijk en Zuidelijk daarvan gelegen plaatsen met tezamen on geveer 700.000 inwoners van groot belang zijn. Op ongeveer 400 M. afstand van beide oevers liggen rotsbanken slechte 16 M. on der den waterspiegel. Hiertusschen be draagt de gemiddelde waterdiepte onge veer 90 M. waardoor de brugpijlers op een ouderlingen afstand van rond 1200 meter zouden moeten worden gebouwd. Voor de oplossing van het vraagsthk werd ook te Rotterdam een prijsvraag uit geschreven. Tot de uitverkoren inzendin gen behoorden een ontwerp van Joe. B. Strauss en een van Ch. Fowler, Strausa ontwierp een hangbrug van eigenaaidigen vorm. Hij is van meening, dat de toelaat bare overspanningsgrens nog overschre den kan worden, en komt tot een middel ste opening van 1220 Meter bestaande uit een 806 M. lange hangbrug tusschen 207 M. uitkragende liggers. De zijopeningen zijn 402 M. breed. De fundeering der peilers in 15 M. diep water op rotsbodem biedt geen bijzondere moeilijkheden. De doorvaartopening heeft bij de genoemde breedte van 1220 Meter een hoogte van niet minder dan 01 Meter, een hoogte dus van een flinken kerktoren. Voor onze begrippen zijn deze overspan ningen en hoogten inderdaad enorm. De bedde hoofdpijlers zijn van het fundament tot aan hét oppervlak 60 M. hoog. Hierop staan stalen torens van 2.80 M. hoogte. De grootste pijlérbreedte aan den voet be draagt 35 M., de hoogte der tralieliggers bij den pijler 168 M„ de dikte dér kabels 0.50 M. Het 25 M. breede brugdek biedt plaats voor twee rijen motorwagens in el ke richting en twee trottoirs elk breed 2-14 M. De verstijvingsliggers wordpn 18.80 M. hoog, het rijvlak ligt ter halve hoogte, dus 9.15 M. boven den onderkant van dé brug. De bouwkosten worden ge schat op 68 millLoen gulden, de bouwtijd op 6 jaar. Fowler ontwierp een hangbrug met een overspanning van 1872 M., die volgens hem goedkoop er in uitvoering is en ook in aesthetisch opzicht de voorkeur- ver dient. Hij voert aan dat staaldraad thans kan worden gefabriceerd met een breuk- vastheid van 10200 K.G. cM'. en een elasti- citeitsgrens van 12700 K.G. cM*. Met zulk staal acht Fowler hangbruggen met een overspanning van 1500 M. dus ongeveer 6 maal de breedte van de Maas uitvoer baar. Hij herinnert er aan dat in Philadel- phia een brug met een overspanning van 584 M. in uitvoering is, dat hij zelf er een voor Detrolt ontworpen heeft met 567 M. wijdte en wijst op Lindenthala ontwerp van de ln den aanhef dezes genoemde brug «ver dan Hudson met een overspan Bet verhoed van den schipper van de ,rPrtna der Neder- kmderf'. verhaal van den gezagvoerder van „De Schelde". De Soerakarta". De équipage van de vrachtboot. De offlcteele rapporten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 6