OUD-HOLLANDSCHE GEESTIGHEID. Popujair Bijvoegsel van de HELDERSCHE COURANT, van ZATERDAG 25 APRIL 1925 Nr. 172 (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN) UIT DE OUDE DÓOS, Punt- en Sneldlohten uit de 17e Eeuw.' Warm en koud. Tijs dronk veel brandewijn omdat z'm ■warrem houdt! Maar hij dronk tot hij stierf Zoo maakte ze hem koud! Tijdsverandering. Wat ia de tijd verkeerdl 'n Jaoob kon zich troosten Om zeven jaar in diepst voor zijn goed ■wijf te zijn. Nu zijn er honderden, die rijzen naar het Oosten, fin dienen zeven jaar om „van" hun w]jf te zijn! Gewonnen. Huig had gewed, dat hij In vier en twintig uren Wel vijftig haringen kon eten. Maar In stee Dat Lubbert meende t maar één dag zou duren, Zoo aam Huig alle dag een uur en at er twee! Ha wijl toen d' ander zag dat h}j wierd gek geschoren, Won Huig de weddenschap want Lub bert gaf t verloren! Varfcensvleeedi! Fcm proeft nooit varkensvleesch laat zij aan leder wotonl Is t Vaar? Nou dan heeft Fem nooit op haar tong gebeten! Blinde Fortuna. Li *t niet *n wonder, dat Fortuna van elk bemind is? Want zelden Is "n vrouw bevallig als ze blind is/.. .1 Over bezetenen. Ben vreemde reiziger had1 lust mij te vertellen, Hoe dat de duivels in zijn land de men schen kwellen. En hoe de priester 't weer verdrijft, be leest en bant. Hij vroeg: Hebt gij dan geen bezeet'nen ln uw land? Ik zei: Daar schijnen wij in t land niet bijster van te weten! Bij ons wordt stoel en bank alleen heel vaak.bezeten Klein kwaad! Kees trouwt *n klein, boos wijf *k Ge loof het zal geschlen, Op hoop dat hij zoo 't kwaad 't best over 't hoofd zal zien! Het ongeluk. Een spotster sprak een heer (die schier geen neus had) aan, En zei gedurig: Aeh, de heer bewaar* uw oogen! Hij vroeg haar dan wat haar tot deez' beo had bewogen. „Heer" zei ze, „zoo 't met uw gezicht niet al te best mogt gaan Ik zie voorwaar geen plaats waar dan uw bril moest staan! Daar had hij gelijk ln! GIJ vraagt mij wat er schort, dat als ik u ontmoette Of afscheid van u nam, nooit met 'n kus u groette. Hoor, Els 't is geen vermaak te kussen op den mond, Die er vermaak in schept, te kussen haren hondl Vriendelijk. Een jong acteur had voor de eerste maal voor een film gespeeld en zichzelf daarna in de bioscoop gezien. Het is een eigenaardige gewaarwor ding zei hij.Het deed me vreemd aan mezelf daar ineens te zien spelen. Nietwaar? vroeg 'n oudere oollega. nou zie je 's, dat de menschen, die altijd naar je kijken 't niet zoo erg mis hebben en dat 't eigenlijk niet te pas komt, dat je altijd zoo op de critiek af geeft Symptoom. Rechter: Je zegt, veldwachter, dat Je den beklaagde vond op het plein en te genover het standbeeld en dat je onmid- deljjk dacht dat hij dronken was. Hoe kwam je daaraan? Veldwachter: Ziet u,Edelachtbare b]j gooide zijn wandelstok ln het bassin van de fontijn en toen riep hij dreigend tegen een van de leeuwenkoppen:... Haal 'm eruit.... gauw!.... Toen wist ik 't well DOOR DEN KIJKER. Hat gebouw da „Cycloop". H. Alzoo: Ws laten IJmuiden voor het oogen blik voor wat het is en we gaan n dansje maken in de „Cycloop". We hebben 'n gooien avond uitgezocht: d'r la vanavond „Jazzband", d.w.z. er wordt met groot orchest gewerkt. Om half acht is de groote ballon aan den voorg' vel gaan schitteren en om acht uur zal de pret beginnen. Om als bezoeker tot de bovenzaal te worden toegelaten moeten we de reeds be sproken gelagkamer beneden verlaten en naar buiten gaan. Want de danszaal heeft een geheel aparten ingang ln de Prins Hendrikstraat en het oafé beneden en de zaal boven worden streng gescheiden ge houden. In een kleine zijruimte achter de deur rit aan een klein tafeltje de „bureaulist". Hij deelt de entreekaartje uit al naar ver goeding van 10, 20, of ook wel eens. dertig oenten als 't *n first class, high life, extra ordiüary of élite-avond Is. Maar de bureaulist ontvangt niet alleen de entreete neen: hij ia oontroleur, hij is de oerbe- rus-btt-de-deur, hij is de strenge waohter, dat geen ongewenaohte gasten b.v. in den vorm van jongens en meisjes beneden den leeftijdsgrens naar «boven schieten. Daarom dat zal ik umeteen maar vertellen valt het nog lang niet mee, om daar aan de deur te zitten. Je moet IJmuiden kennen en Je moet de jongens en meisjes van IJmuiden kennen. Je moet als 't ware hun geboorteregister ifl je hoofd hebben. Want als je zooi zeggen: Nou. dis jongens en meisjes van b.v. lo jeas, die s»iii** teek nog aeeveel zaaks Schetsen uit IJmuiden, door CAREL J. BRENSA. niet dansen.dan weet u er niks van, geachte lezer! Aan het dansen kun je ze niet herken nen. Want laat ik u vertellen, dat ik met eigen oogen en ten overstaan van wel tweehonderd menschen en onder leiding van twee prima dansmeesters uit Haarlem eens op een prijedansles den eersten prijs moderne dansen heb zien winnen door. 'n jongen en 'n meisje van laat ik zeg gen— twaalf of dertien jaar! De grooten hadden er het nakijken van! Den naam van dien kleinen kampioen zal ik maar niet noemen, want de IJmuidena- ren schamen zich Altijd voor de verkeerde i gen ik bedoel voor de dingen, waar voor ze zich niet te schamen hebben. En omgekeerd. In ieder geval: Het was "n kleine peule broek, die eerste prijsdanser, die je als je niet oppast zoo in den binnenzak van je winterjas zou steken. En dat danst den eersten prijs uit vijftig paren! Dus: aan het dansen kun je het niet zeggen. Nee als je daar aan de controle zit en er verschijnt zoo'n kerel van drie turven hoog met 'n branie-pet op, dan moet je pardoes tegen 'm zeggen: Jjj bent nog geen zestien jaar, vader! Dus opeohietenl Ook voor andere dingen zit de contro leur daar. Namelijk voor het weigeren van eventueel al te luidruchtige gasten van Duitsohe of andere trawlers. Want buiten- landsdhe zeevaarders, die 'n goede besom ming hebben gemaakt in Hollandsohe guldens, willen wel eens erg uitbundig de bloemetjes buiten zetten. En dat duldt de eigenaar van de „Cy cloop" niet. Ongewenschte en lastige be zoekers worden buiten de deur gehouden om de gezelligheid niet Ie ALS DE KOEK OP IS. Toen vanmorgen een mijner mannelijke nazaten zijn gemilimeterden kop bij de waterkraan ln een vlokkerig schuimibad zette en onderwijl de verzuchting slaakte, dat alle scholen in het teeken van den rooden haan mochten staan, heb ik, ach ter zijn rug, met een sarcastischen grijns om mijn mond, gezegd: dat vader, in zijn jeugd, zoo graag naar school ging, v „Dat zal wel!" was zijn ©ogenblikke lijk slagwoord er op. Inderdaad dacht ik, bij zijn verzuchting van den rooden baan, aan eigen jeugd, toen ook ik, op het eind van een vacan tie, vaak denzelfden hartgrondigen wensoh hadl geuit. Want ondanks, dat ln mijn jeugd er ge zellige boekjes waren, vol van verbaal tjes over brave kinderen, die zoo heel graag naar school gingen, heeft dat alle maal nooit erg veel indruk gemaakt. Of eigenlijk wel, maar dan in averecht- Bche richting, want zoo'n braven leer gierigen knaap had ik met pleizier een duwtje in zijn rug gegeven, zoodat hij holderdebolder van de dijkglooiing naar omlaag was gerold. Die boekjes, ze zijn er nu niet meer. Waarschijnlijk heeift man gevoeld, dat je met dergelijke stroop de vliegen toch niet vangt. En daarom klonk het: „dat zal well" van mijn super-bolsjewistischen zoon me zoo echt in de ooren en kon ik me weer heelemaal verplaatsen in zijn toestand. Op zoo'n ochtend van den eersten schooldag was ook ik niet op mijn ge mak. Dan had ik zoo'n raar gevoel ln mijn maagstreek. Ik kon dat niet goed deü- nleeren, doch het was me, alsof ik alles door elkaar zou kunnen rameien en ik had een verlangen naar het gebeuren van allerlei Ijselijkheden, opdat er maar een reden zou rijn, dat de schoollessen niet door zouden gaan. Maar natuurlijk gebeurde er nooit Iets dergelijks en het eindigde altijd hiermee, dat ik, met looden schoenen en een be zwaard hart naar school slenterde. En als ik eenmaal ln de schoolbanken zat, dan verdween langzamerhand dat weëe ge voel ln mijn maagstreek en mijn ultra- anarchistische verlangens vervluchtigden, zonder dat lk voelde, dat het gebeurde. Vóór er een half uur verstreken was, had je je dan weer ln het schoolmilieu in geleefd en voelde je je weer kip-lekker. Zoo ook met mijn spruit vermoedelijk, want om twaalf uur kwam hij fluitende thuis en van zijn nlet-vervulden rooden- haan-wensch was geen spoor meer merk baar. Zoo went de jehgd ook spoedig weer aan de breidelende banden, mits ze maar zoo min mogelijk gevoelen, dat ze gebrei deld zijn. Noodzakelijk is het echter wel, dat ze zoo1 nu en dan eens kunnen uitbolderen. Dan moet hun geest vrij zijn van inspan ning, dan moeten ze kunnen ravotten en zwieren en en zwerven in de vrije natuur. Dan geen banden, voor tijd en gezetheid. Dan een kans gegeven voor een blijde uit bundigheid en het zich vrij en frank laten bewegen. En het is hier zoo heerlijk voor de schoolgaande jeugd in de vacantie. Wel duikt nu en dan een plan op voor Valsohe schijn bestaat in de „Cycloop" niet. Je mag komen met je pet op of met je hoed op. Je mag militair van het fort wezen of schipper van 'n trawler. Je mag 'n heel goeie baan hebben aan de vischhal of je mag trawlergast wezen, zoo pas van zee terug. Je mag veel verteren of weinig. Je wordt allemaal met dezelfde conside ratie behandeld! Maar als je probeert om den goeden toon of de gezellige stemming te 'beder ven of hinderlijk te worden voor de rnaii- nelijke of vrouwelijke aanwezigen.Dan is het onmiddellijk uit met de gratie. Hoed of pet rijk of arm.je oogst de eige- nneene verontwaardiging en ja kunt wel naar huis gaan. Zoo blijft de aangename toon en de ge zellige atmosfeer in de Cycloopzaal altijd bewaard. We gaan naar boven. Voorbij den bureaulist loopt "n steenen trap, die zich halverwege op 'n bordes in tweeën verdeelt en dan voor de rest links en rechts naar boven gaat. Je komt van zelf waar je wezen wiL Boven gekomen zijn we nog buiten de eigenlijke zaal, maar op de „ooulier" of in de „foyer" of op de „promenade". Juister gezegd: We zijn ln de wandel gangen van het gebouw. Hier' lb de groote vestiare en nog meer noodzakelijkheden voor bezoekers en bOTOeksters. Hier wordt gewandeld en na het dansen 'n luchtje geschept. Totdat de muziek weer klinkt Dan keeren de bezoekers weer door de twee Ingangen in de zaai terug en schui ven voor dat ze 't vaak zelf weten weer over den spiegelgladden parketvloer. Want tegen de muziek van de „Cycloop" is niemand opgewassen. En dat is geen wonder. Want ze is ner gens op het vasteland van Europa beter. Hier en daar wel meer met eigen dunk en met deftiger gebaar. Maar beter?.Neenl Laat mij u aan de heeren voorstellen Met wie zal ik beginnen zonder scheeve gezichten te maken bij de heeren „Kunstier?* Lezer, als het aan mij ligt, dan begin ik met Kees. Want Kéés is voor mij de man, dat is voor mij de levende incar natie van de moderne Jazzband! Zonder Kees hoe goed ook overigens en zonder de andere heeren te kort te doen zonder Kees is er geen Jazzband! Want Jazzband, dat is herrie, leven, tumult van muziek.dat is slaan, klap pen, ratelen, fluiten, blazen, s loeien, tin gelen, blaften, stampen, kraaien, piepen, troaynêlAa, roKmlso, kruina» beuken. speeltuinen en het nut er van valt .mis schien niet te ontkennen, doch als je hier de ruimte ziet, waar de jeugd zich kan vermaken, dan houd je ze niet in een speeltuin, dan verlangen ze de onbegrens de ruimte langs dijken en havens, op het strand en in de duinen. Vooral in de duinen waar -de heerlijk heid van het verstoppertje spelen en het besluipen kan worden beoefend en uitge buit De duinen met de plassen en moeras sen en de kronk elslobij es en greppels en vijvertjes, waarin het vol is van leven, van gewroet en gewriemel en waar de prachtigste plantjes zich dooreen kronke len en schuilplaats bieden aan al dat wriemelende goedje. Van zoo'n tocht kunnen ze daarop s" avonds terugkomen. De stikkenzak leeg tot den laatsten kruimel en gevuld met plantjes en mossen en de bussen voorzien van glibberig, kriebelig in wriemelig ge doe, dat allemaal een plaatsje moet heb ben in potten en pannen en flesschen. Dan zegen je het oogenblik dat ze onge schonden thuis komen en je laat ze maar eten en drinken. Hun hoofden zie je gloeien en hun oogleden zie je knippe ren en terwijl ze eten en drinken, v Allen ze haast in slaap. En ze tornen vijf kwartier ln het uur. En als je, vóór jezelf naar bed gaat, nog eens naar hen gaat kijken, behoef je ze niet toe te dekken, want ze liggen als een plank, met rozen op de wangen. D at is vacantie! Daarom driewerf ge benedijd onze veel versmade plaats met zijn heerlijkheden van dijk en strand en duin, waar de Jeugd kan ravotten en Stoeien en zwalken en zwerven, schier on beperkt. Wanneer zóó de vacantle-koek kan wor den gebruikt, dan komt er wel ten slotte een eind aan, doch ondanks de sehnsucht naar die voorbije dagen, hebben ze opge daan een ruime borst en een spinrag- vrije hersenkas, die klaar is al het moei lijke, dat hen wees wacht, beter ia zich op te nemen. Het onfeilbare mlddeL (Petit Parisslen). Enne.heb je al wat gedood?. Niemendal.... Och, kerel koop dan toch 'n motor fiets en laat je geweer in t vervolg thuis. En da talles lezer dat is:.Kees! Zonder Kees is er gewone muziek, heel goede muziek, maar heel gewone ouder- wetsche, overbekende muziek. Alleen met Keea.Dan begint de mo derne pret. En (ik foan niet nalaten hier en daar voor zedepreker te spelen) ik begrijp maar niet wat de moderne rnensch, die zoo prat gaat op zijn moderne inzichten, toch voor vooroordeel kan hebben nu en dan tegen die moderne jazzbandmuziek. Waarom sputteren de echte zedepreikers toch zoo tegen die jazzband? Het heele leven van vandaag is toch hypermodern en in haar geheel niet anders dan 'm „reuze-jazzband"? Als er nu niet anders was dan die mu ziek. Soit! Maar alles om ons heen ls te genwoordig, slaan, klappen, ratelen, flui ten, blazen, loeien, tingelen, blaffen, stam pen, kraaien, piepen, trommelen, roffelen, knallen en bonken. Wat deksel! Vliegmachines, autobus sen, motorfietsen. Vult u maar aan. Het ls de geest van den tijd. En dus: geheel aanvaarden of geheel afkeuren. Ik voor mij:.Zoolang nog Kees in de „Cycloop" te kkor gaat keur ik niet af, maar aanvaard. Ik kan niet anders! Keeren we tot Kees terug.' Kees, dat is dus nog veel moer dan ik hier beschrijven kan. Hij is het summum van meer dan één ding. Niet alleen het summum van de j azzbandmuziek. Hij is vooral gentleman. Kees ls 'n kerel als Kas. 'n Kolos van do meest innemende voor komendheid. En fijn in de spullen altijd. „Tiré quatre épingles" zoum*n vriend Janzen van de „IJmuider Courant" zeg gen, die zoo graag Fransch spreekt. Ofte wel in goéd Hollandsch: Om door n ringe tje te halen. Kees is zelden of ooit zonder bloem in z*n knoopsgat en ik geloof stellig dat hij daarom zoo de vaderlijke vriend is van alle meisjes, die bij voorkeur in de buur van de muziek gaan zitten. Ze zien tegen hem op. (Ook in letterlijken zin, want Kees is niet van de minsten). En Kees is 'n leukerti Ik heb het al eens vroeger gezegd: IJmuiden heeft geen zin voor geest. Geen zin voor humor. Ze heb ben van alles en ze doen van alles, maar geest? Geen grein, geen lood, geen atoompje. Alles even stug en droog. Als je 'n geestig woord zegt of schrijft, dan verstaan ze het zoo verkeerd, dat er na 'n dag 'n ingezoAden stuk in de LJmuidar Courant verschijai van da ma af and*» 1 DE DUBBELE VERGISSING. De afscheidskus. Het was 's morgens om half negen. Een van de mooie dagen kort geleden. Mijn heer was klaar met zijn haastig ontbijt en zou naar kantoor gaan. Hij greep de deur knop en riep de trap langs naar boven: Dagl; Van boven kwam het antwoord door 'n vrouwestem gegeven: Dagl. Zoo trad de man naar buiten. Het was 'n frissche, heerlijke morgen in April. De vogeltjes begonnen hun hoogste lied te fluiten. Alles ademde blijde stemming van voorjaar. Maar in den man was geen blijde stem ming. Zijn hart werd niet door 'n lichtstraal be sdienen. Hij liep haastig naar de tram en onder wijl mijmerde hij: .Als ik nu 'n gast was geweest, dan zou Martha er voor gezorgd hebben, dat ze op was geweest en aangekleed boven dien. Dan zou ze zelfs misschien 'n aar dig bloemruikertje op de ontbijttafel heb ben gezet. Ze zou zelf bij het ontbijt te- wegenwoordig: zijn geweest en me ge vraagd hebben of t' me goed smaakte. Of m'n eieren goed gekookt waren en of de koffie niet te heet was.Ik had bij het afscheid minstens 'n warme handdruk ge had en van het baloon af had ze mij mis schien nog met haar zakdoekje toege wuifd. En ik zou op mijn weg naar kantoor 'n glimlach meegekregen hebben, dis hel derder zou zijn geweest das de stralende zon van vandaag..1 Maar ik ben slechts haar man. En dus mag ik alleen ontbijten alsof ik een vrijgezel was en Ik moet m'n ontbijt laten klaar maken door 'n half slapende dienst bode. Niemand bekommert er zich over. En als ik weg ga wordt mij sleohta 'n „Dag" uit de verte nageroepen zooals men 'n afgekloven been aan een hond toewerpt. En op dat zelfde oogenblik stond boven in de slaapkamer de vtouw en maakte heur haar op. Zo had een trek van wee moed op het gezicht. Bijna kon ze haar tranen niet bedwingen. En ze denkt: Als ik nu eens niet de vrouw van Adolf was geweest, dan zou hij niet zou koud eü koel naar kantoor vertrokken zijn. Als ik zijn moeder of zijn zuster was, dan zou hij mij minstens met 'n hartelijke hand en zelfs 'n kus goedendag gezegd hebben. Toen wij pas getrouwd waren zou hij nooit zoo zijn weg gegaan en slechts on der aan de trap 'n koud „Dag" hebben ge roepen. Dan had hij stellig tijd gehad om even op te loopen en mij 'n afscheids kus te geven. Met zijn vrienden en bekenden is hij altijd even aardig en gezellig, maar met Daarom ontgaan ook de goeie eigen schappen van Kees de Jazzband aan hel IJmuider volk. Hij is 'n pientere knaap, 'n hardweriker, maar die den zonnigen kant van het leven terdege begrijpt Hij lacht graag en zingt zonder erg het heele jazzband repertoire mee met z*n pracht- bariton. Of hij dan toevallig 'n fluitje of 'n toeter of 'n hanenkraai-instrument in z"n mond heeft, dat is minder, 't Klinkt er des te vroolijker door. Soms neemt hij er zelfs de megaphoon voor te baat Ik ge loof, dat hij Me meest origineele jazzband musicus is van heel Noord-Holland. En zonder het afschuwelijk uiterlijk vertoon van vele zijner collega's in de groote ste den. Kees stelt zich nooit aan. Hij maakt muziek. Voor IJmuiden is hij zonder weerga. 'Bij, hem hoort de fluitist van het orchest Ik herinner me niet ooit de fluitist te heb ben gezien in de „Cycloop" zonder dat Kees er was. Kees en de fluitist, dat zijn met z*n tweeën de mannen, die de gewone muziek tot jazzbandmuzieik verheffen. En als er zooals ik de vorige week reeds zei op do ramen in drie of vier talen geannonoeerd staat: Heden Jazz band! Dan wil dat voor de kenners zeg gen: Heden komen, behalve de pianist en de violist, Kees en de fluitist op het appèll Ik kan het niet helpen, maar mijn mee ning is dat het voor 'n plaats als IJmui den, waar alles van hard werken en vis- sohen op de onheilspellende zee en ploe teren voor *n dagelijksch stuikje brood aan elkaar hangt, waar weinig zon in hel dagelijksch bestaan en heel veel strijd en ellende en ramp te verduren is 'n geluk mag heeten dat er ter verpoozing zooiets als de „Cycloop" bestaat Je moet 'n Filis ter wezen, als je dé menschen niet gunt dat ze de donkere avonden en het harde werken en de zeegevaren 'n uurtje ver geten in warmte en gezelligheid en mu ziek en dans en 'n pot bier. Als u mij vraagt: Van rijkswege moes ten er in alle kustplaatsen van ons land van Vlissingen tot Delfzijl soort gelijke inrichtingen worden geschapen tot verpoozing van de helden van de zee en de harde werkers. Rijksdienst voor zee- mans-amusement net als er "n Rijks dienst is voor de marine en voor het loods wezen gecontroleerd en op peil gehou den door het rijk of minstens door het rijk gesubsidieerd 1 En dan met zulke musici er in als Kees, de Jazzband en de fluitist. Gezwegen nog van de andere heeren, die ik volgende week asm u voorstellen stl (Wondt vweaio&J 't Juttertie Door CAREL Js BRENSA. Roblnson. 9

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 11