POPULAIRE RUBRIEK.
Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
Van een Schoteltje Allerlei.
VAN 'S LEVENS
WIJSGEERIGEN KANT
wan ZATERDAG 9 MEI 1925
Nr. 174 (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
Jti.
-'ë- -T- vjv vt. »f> y|v vjv vjv yr. yjv yjv yjv
Door CAREL BRENSA.
De zotten kunnen wel het net uitgooien..
Maar de wijzen vangen altijd- de vischl
Ik vin' 't hier afschuwelijk koud In
deze conterei....
Ja, en dat is nou een vaïn de won
deren van Helder!
Wonder? waarom?....
Omdat je hier juist binnen de vuur
linie zit!
Aan de kust van Pyscadorus, nabij de
vuurtoren van Lolly Island, is dezer da
gen aangespoeld een leege whisky-flesch.
Op het etiket stond in bijna uitgewischte
letter geschreven:
Vaarwel dit was de laatste flesch!
We hadden hem zuinig aan boord be
waard. Nu hebben we verder alle hoop
verloren....
Jimmy.
'k Lag vroeger in een veeren bed.
Had nooit verdriet, maar altijd pret!
Ik had vrouwtje lief en zacht.
Wij waren samen dag en nacht!
Nou leg ik op 'n stroozak hier.
'k Heb veel verdriet en geen pleizierl
Ik heb alleen 'n vloo tot gast.
En zoo'n gezelschap brengt slechts last!
Er zou een schip 'n oorlogsschip na
tuurlijk op oofenreis gaan. Het zou
lang wegblijven en aan de vrije avonden,
die aan het vertrek vooraf gingen werd
natuurlijk alle aandacht besteed. De jon
gens haalden eruit wat er in zak
Zoo kwam de avond vóór den dag van
vertrek.
Twee matrozen juister gezegd: 't was
'n stoker en 'n matroos eerste klas had
den den avond gezellig doorgebracht en
nog eens overal afscheid genomen.
Toen gingen ze 't was hoog tijd
op weg naar boord.
Maar opeens langs de Buitenhaven
hoe ze daar gekomen waren wisten ze
natuurlijk zelf niet meer bleef de sto
ker staan en zette zich voorzichtig op een
van de houten paaltjes
Nau, Jog.... wat doe je nou?....
Schiet opmorgen moeten we varen
zei de matroos 1ste klas.
Ja.... ja.... dat is 't 'm juist....
begon de stokerZie je., ik., ik zie
nou de heele haven al draaien., en ik.,
hikenzie je nou wacht iktot
het schip hier voorbij..komt, eh-enne.,
dan stap ik zoo meteen op
Vader Sam uit Amsterdam heeft
'n zoon bij de marine en mag graag
lolletje maken onder vrienden....
Vertel 's wat, Sam.... zegt er een
's avonds in 't café.
Zal 'k vertelle?.. zegt Vader Sam..
mooie tijde om Wat te vertelle! Het 'n
mensch geen zorg genog?.... Tot an me
ooren zit ik in de zorg....
Waarvan dan nou weer?....
Van me zoon zegt Sam van
Moos.... Weet jullie niet? Moos is toch
bij de marine., in de Helder leit-ie....
As 't had an mijn gelege, hij was liever
bij de marresusees gekomme!
Waarom Sam?
Waarom?.. Reuze dure sport'., die
Marine! Reuzeduur.... Dat zal je weten!
Stel je voor: Mijn Moos is bij de Marine!
Mijn Moos is op 'n onderzeeboot
Zoo'n onderdujker.... Mijn Moos is op
meneuvers.Kunste make op zee met
de onderduikerl Nag wat!.. Geld ver-
morse.. Mjjn Moos op zoo'n klein ding..
Geen plaats om op te staan.Mot je maar
hooren. Mijn Moos had de wacht op de
onderduiker. Hij mot uitkijken of-ter
geen vijand an komp an de horizon
Nag hij loopt over die kleine schuit..
Hij glijdt uit.. Hij valt in zee.... Is dat
'n dure sport of niet?
Hebben ze 'm dan niet gered?
Gered.... Natuurlijk hebben ze 'm
geredAs je meent Maar het-ie dan
niet zoo de heele waterspiegel gebroke?.,
Ken mijn 'n paar duizend gulden kosten.
Zoo'n reuzespiegel!
En Vader Sam grijnslacht van de pret.
door den kijker.
Het gebouw de „Cycloop'*.
IV.
Degeen, die nu 'n beetje op de hoogte
is van den plaatselijken toestand in IJmui
den en die door eigen aanschouwing do
Cycloop kent die zal op het ^ogenblik
meenen te weten wat er in deze feuilleton
volgen gaat
Hij zal bij zichzelf zeggen: O, wacht
eerst heeft die Brensa 't over Kees
gehad en over den fluitist Toen over
Boto.
Dus nou zal-die 't over Oor hebben.
Maar dat is mis glad mis!
Want in de eerste plaats schrijf ik hier
geheel uit vrije beweging over de «Cy
cloop" en kan ik dus de volgorde bepalen,
zoo mij die in m'n hoofd komt. En in de
tweede plaats zou ik niet graag op me ne-
niien om In <Ï6Z0 schets van do „Cycloop
eens niks over te slaan. Als ik alles moest
vertellen van de „Cycloop" kwam ik met
twintig Jutter-feuilletons niet klaar.
Want de „Cycloop" heeft de meest be
langwekkende geschiedenis van -wat 30
maar in Umulden denken kunt AI is het
dan maar *n café!
Du™ ik moet noodgedwongen wel ver
schillende dingen overslaan.
Maar toch is het daarom niet datHkwrat
minder uitvoerig bij „Cor" van de „Cy
cloop" wenscht stil te staan.
Weliswaar is Oor 'n
En hij zou 't dubbel en dwars v^lkn n,
dat hij eens in t zonnetje
Want zonder hein zou Je „Cydoop
al weer hevig incompleet zijn en vet 1 van
z*n belangrijkheid verliezen. t
..Oor* dat is.dat is... - Ja wat
is foor eiaenlijk niet ln de „Oycloop'".
Officieel is Oor de pianist van het en
semble. Maar dat haalt niet ibfj wat hij in
werkelijkheid is. Voor mij is hij eigenlijk
de ware directeur van de danszaal de
administrateur eveneens, ofschoon hij 'n
broertje dood heeft aan schrijven. Hij ad
ministreert met z'n hoofd. Hjj weet alles
ziet alles begrijpt alles 'bedenkt
alles bereddert alles en geniet van alles
wat de „Cycloop" betreft.
En alles wat niet de Cycloop betreft,
dat komt pas in de tweede plaats.
Oor is 'n verstokt vrijgezel. En werke
lijk, dat is heel gelukkig voor de vrouwen.
Want als Oor getrouwd was, dan droom
de hij 's nachts van de „Cyeloop" en de
nieuwste Shimmy inplaats van van z'n
vrouw!
En een van de twee zou er schade bij
lijden.
Nu niet. Nu is heel de aandacht van
Oor bij de „Cycloop" en ik héb zelden een
meer consequente plichtsbetrachting ge
zien.
Want Oor Is heelemaal geen pianist of
geen musicus van beroep. Zooals Beis b.v.
Oor speelt maar voor.de liefhebberij
in de „Cycloop".
Maar op een zoodanige manier, dat ik
(En wie wel? Laat ze maar opkomen!)
nog nooit in de „Cycloop* 'ben geweest.
of Oor was er ook. Trouw op z'n post. Hij
laat er letterlijk alles voor loopen. Zoo'n
groot feest of zoo'n belangrijke gebeurte
nis kan er binnen of buiten Umulden niet
vallen, dat Oor er de pianokruk voor in
den steek laat ais er in de „Cycloop" ge
speeld moet worden. Hij denkt er zelfs
niet aan.
Dus iedereen begrijpt, dat ik van zoo
iemand wel eenige „SemaphoorV alleen
kon volschrijven.
Toch zal ik hem verder overslaan.
DE VERVULLING VAN DE HOOP.
De Meimaand.
Niets werkt afmattender dan de onze
kerheid. Ze is zenuwsloopend. Het leven
van menigen mensoh geslingerd tus-
schen hoop en vrees als het wordt, is daar
om het te bewijzen.
Verwachting en vernietigde hoop tot
teleurstelling is voor menigeen moor
dend.
En er zijn vele dingen, die teleurstel
len, die verwaohte hoop niet in vervul
ling doen gaan....
Een ding is er, dat het moge wat
langer of korter duren onze verwach
ting nimmer teleurstelt. Onze hoop nooit
vernietigt....
Dat is de Natuur!
In de Natuur wordt alles door vaste
wetten beheerscht. En waar vaste wetten
zijn, boven de menschelijke willekeur uit
daar hoeft gpen sterveling ooit de hoop
te verliezen. Daar kan men gelooven met
zekerheid, die onwankelbaar is. Daar weet
men, dat de dag den nacht onvermijdelijk
volgen zal dat de tijden telkens terug-
keeren, zooals het zaaien en maaien....
En dat geloof die zekerheid, dat de
hoop vroeg of laat in vervulling zal gaan
doet ons leven, schenkt ons vrede en
berusting.
Zoo hebben we nu ook weer geloofd aan
den dag, dat de kou en het winterkleed
zou verdwijnen. Dat de natuur zich tooien
zou met nieuw frisch groen en zelfs met
bloemen.... Dat de Lente ons aller
voedster weer haar blijde intocht hou
den zou. Geloofd en gehoopt hebben we
op dien dag, toen het allereerste sprank
je groen te, voorschijn kwam door de
koude van den dag heen
Ja zelfs hebben we geweten, dat het
absoluut terug komen zou, toen de laatste
bladeren en het laatste vuur uit de na
tuur verdween
En nu is ze eindelijk-weer gekomen
die vernieuwde Natuur!
Nu is eindelijk onze hoop en onze ver
wachting weer in vervulling gegaan.
Trots alle koude dagen en nachten en re
gen en wind van kort geleden blijkt
toch uit alles, dat de natuur er weer is.
Het leven is voor 'n nieuwe periode ont
waakt!
En wij hebben niet andere te doen, dan
dat nieuw ontwaakte leven dankbaar en
gerust gesteld tegemoet te treden.
We kunnen ons voor zoover onze
gedrukte stemming en onze niet bevre
digde zinnen in stoffelijke beteekenis dit
toelaten weer herboren voelen.
We kunnen vol blijden lust zijn om
weer mee te gaan leven.
We kunnen ons weer sterk gevoelen
om andere teleurstellingen dapperder het
hoofd te bieden I
Men moge met meer of minder recht
het gebrek aan geestdrift een kwaal van
En dat komt omdat Oor zoo 'n beetje de
baas-zelf is van de „Cycloop*. Want de
„Cycloop'1 is groot gemaakt in een periode
van meer dan dertig jaar door Jaoob List.
En de directeur-gerant van de beneden
zaal dat is Nioo List En de directeur-pia
nist van de danszaal, dat is „Oor* List!
Dus u begrijpt dat ik over den baas niet
te veel schrijf. Want ik wil heelemaal niet
den Indruk wekken in het geviel te willen
komen. Ik wil onafhankelijk Mijiven.
Daarom sla ik verder hoe 't ime aan
't hart gaat Oor over.
Alleen wil ik nog even zeggen dat, zijn
hartstocht eh zijn specialiteit is: Het aller
nieuwste op het gebied van dansmuziek!
Het is nog nauwelijks in Amerika geoom
poneerd of Oor List speelt 't al in de „Cy
cloop". Als je in Amsterdam vaak moet
dansen op Schlagers van het vorige sei
zoen, dan geeft de „Cycloop* In week na
de première in New York al 'n reprise in
Umulden.
Het is mij1 (in vertrouwen gezegd) wel 's
'n beetje te bar geweest Want ik heb ook
in de „Cycloop* gedanst 'k Kon 't niet
laten, 't Heeft me m'n heele reputatie ge
kost bij alle „hooge* en respectabele
Umuldenaren, maar dat had Ik er graag
voor over.
En nu dans Ik lang niet slecht (als ze
me goed vast houden), maar bij sommige
experimenten van Oor met de allernieuw
ste stukken.nou.De heele zaai
dacht dat het aan mij lag, maar het lag
aan de hartstocht van Oor voor al die
spiksplinternieuwe trotten en steppen en
tkues
Dat is dan ook het eenige, wat ik hem
kwalijk neem.
En voor de rest zwijg ik van hom, om
de boven vermelde reden.
Neen ik heb 'n hèel andere, kame
raad om op den koroel te nemen.
Dat is Huugl
Huug, dat is 'n speciale vriend van me.
Huug is de mooiste man van de'heele
Cycloop. Dat wil zeggen, de man met de
mooiste jas. Want Kees die Ziet er altijd
tiptop uit En Bets ziét er altijd hoogst
oorrect uit En de rest ziet er ook allemaal
first class uit
Maar Huug! iyr haalt geen een bij
Huug. Hij is er lang niet altijd. Maar ais
hij er is, dan is de zaal in feesttooi. Dan
wordt het dansen een 'bal volgens de re
gelen der kunst. Dan komt er alles en nog
wat aan te pas.
Want Huug— dat is de dansmeester. De
balletmeester. De maitre du BaL
Er was eens 'n meneer,'die schreef 'n
liedje op de «Cycloop" en daar kyram het
volgende couplet in voor over Huug:
onzen tijd noemen. Het moge waar zijn,
dat we niet zoo erg gemakkelijk ln geest
drift ontgloeien en dat er zelfs onder ons
zijn, die alles.... koud laat
Menschen, die koud kunnen blijven
voor de ontwakende en ontplooiende Na
tuur en ongevoelig voor haar stem....
Die worden er toch weinig gevonden!
Want de Natuur is de machtige, de on
weerstaanbare, die zich Immer doet hoo-'
ren en niet ophoudt voor ze gehoord
wordt!
De natuur is zij die altijd spreekt
van het goede en het sohoone hoeveel
anders er dan ook om ons heen zijn mag!
En waar we de Natuur hooren het
zij ln het aangrijpend spel der elementen
hetzij ln de ontroerende majesteit van
een harer uitbarstingen hetzij ln de
zachte en lieve schoonheid van licht en
kleurenpracht.... Altijd is zij de bron
van het beste, van het rijkste en van het
mooiste op de wereld.
Het feest der bevrijding is begonnen,
Met de Meimaand!
De winter met zijn storm en zijn regen
vlagen, Zijn lange nachten en zijn som
bere dagen de winter, die ons slechts
kunstlicht en kunstwarmte gaf heeft
toch ten slotte afscheid moeten nemen.
En de eeuwige natuurwisseling heeft
zich weer voltrokken!
De Hoop is vervuld. De natuur viert
weer hoogtij. Het is licht! liefde en
leven!
Zij brengt ons geen eigenlijk nieuws
die lente. Het is weer hetzelfde zachte, at
mosferische, aandoenlijke en ontroerende.
Het is weer hetzelfde groen dezelfde
vogels dezelfde bloemen dezelfde
stemming..
Het is weer hetzelfde blauw van de
lucht en het zelfde waas in den avond.
Het is geheel diezelfde zoele, heerlijke
lucht, die alles doordringt en alles op
nieuw verstrekt.
Neen het'is niet nieuw maar het
is een oude, beproefde en trouwe vrien
din een trouwe levensgezellin, een
blijde getuige van onze hoop, die daar
terug gekomen is.
En dat stemt ons tot vreugde al is
het nog zoo kort!
De zwaarte van den tijd moge hevig
op ons drukken. De stemming van ons
verondersteld noodlot moge ons zwart
gallig maken....
Er mag nog zooveel gebeuren....
De regels uit Ten Kate's „Jaargetijden"
moeten we toch even gedenken en....
toestemmen!
De Winter heeft zijn kunstgebloemt'
Zijn nagebootste rozen....
Zijn pracht gewas.
Op 't vensterglas
Tot leliën bevrozen
Maar volg mij naar buiten.... Eén lente
knop.
Wekt de oude, eerste liefde uit den dood
slaap op!
Brensa.
'n Kleine vergissing.
Vergrootende trap.
Eerste bakvisch: Hè ik vind toch
niets zoo gezellig als de maand Mei.
Tweede Bakvisch: Nou ik vind niets
zoo gezellig als Mei-er, van 't Gymnasium.
Und dann komimt der Herr Tanzmdisber
(Met zijn reuze-fijne vest,
Met zijn jas met zwaluwstaarten,
En de heele fijne rest.
Somtijds blaast hij op 'n fluitje!
„Fopwals!" roept hij dan galant.
Twee beginnen er te dansen
En de rest 'blijft aan den kant
Van die twee wordt 't: 31 et vieren''.
Van die vier wordt: Allemaal!
En na vier of vijf minuten
Walst en stept de heele zaal
Enzoovoort.
U begrijpt dus al wel zoo: Huug is niet
de eerste de beste. En nu zou u 'm moeten
zien! Zien in z'n jas en zien aan 't werk.
Dat is 'n lust
En een lust is het daarbij om weer eens
die buitengewoon goede geest van ver
standhouding in de „Cycloop" waar te
nemen.
Want Huug is amateur-dansmeester.
Hij heeft van nog andere dingen ook ver
stand. En al de bezoekers zijn of z'n
vrienden of z'n (kameraden. En ais hij
eens *n keertje komt kijken 245. „incog
nito" dan zie je niets bij zonders aan hom,
dan behalve dat hij schitterend danst Als
je het niet aan hem ziet dan zie Je het
wel aan de meisjes, want ze zijn er gek
op oirn door hem te worden gevraagd.
Maar als hij verschijnt in zijn rok en
witte das, dan verandert de situatie als
bij tooverslag. Dan is Huug baas van het
bal. En dan gehoorzaamt iedere man en
iedere vrouw hem zonder ook maar 'n mo
ment te twijfelen.
Niemand zou het moeten wagen om de
regelen en de commando's döor Huug op
z'n fluitje gegeven, te overschrijden. Huug
pikt ze eruit voor den duur van den dans.
Zonder pardon.
Orde moet er wezen zegt hij.
En als hij het bal onder zijn leiding
heeft, dan wordt het bal buitengewoon ge
varieerd. Dan wordt er 'n polonaise ge-
loopen als op de meest ouwerwetsohe brui
loft niet meer gebeurt. Dan wordt er
„Wals Varié* gedanst en fopwals.
En wat er verder in de moderne dans
maar mogelijk ia
4
Zoodat u, geachte lezer, wel langzamer
hand begrepen hebt, dat er daar ln die
„Cycloop"-zaal, onder aanvoering en met
behulp van zulke correcte en plichtsge
trouwe imensohen als Kees en de fluitist,
en Bets, de violist, en Oor, do pianist en
Huug, de dansmeester, een gezellige geest
moet heersohen als nergens anders ln
Umulden.
En ik aarzel dan ook niet op gevaar
af van in de ban te komen bij alle mm-
Grootmoeder, raag lï U even voor
stellen: Meneer Peterson! Mijnheer Pe-
teraon is geboren op de Oanarische eilan
den!
Ooh, ls T heusch? Zeer aangenaam,
mijnheer Peterson. WJj zijn zeer benieuwd
om u eens te hooren zingen.
DE AMSTERDAMSCHE BOTERMARKT.
Een rondgang op het Amstelveld.
Vrij naar Fabies door Oarel Brensa
Toen ik 'n endje gewandeld had door dik
en door dun,
Kwam ik bij de Aimstelkerk gelegen
op den1 hoek van *t Amstelveld.
Och, lieve mensoh! Toen ik er kwam,
waren de kraampjes al uitgestald.
De markt was in vollen gang. Het was
'n geweld,
Dat hooren en zien je verging van al 't
geschreeuw en lawaai
Eén stond er met epekbokking naast
een met taaitaai!
Wie wil d'r nou reuze-zahembokkum
van Blauwe Klaas?
Twee voor drie stuivers.Keikereis.
wat 'n baas!
Naast hem stond Jan Tabak, met fikkies
en moppen en keezen,
Die handel dreef meteen in vinken en
sijzen en meezen.
Ik liep er 'bij weg van de stand tot de
tent van Moos Prooper,
De negociant in tabak, oftewel de siga-
ren-verkooper.
Toen die begon te schreeuwen en *k 'm
z'n mond zag opendoen,
Nee, ongelogen 't was tweemaal de
wijdte van 'n schoen.
Maar wat kon die schreeuwen. Wat kon
die man venten-:
Boeren, burgers en buitenlui! riep hij,
kom nou hier met je oenten!.
Ik heb Deli-tabak Kijk! Da's een,
twee en drip dat is vier!
En hij stak ze naast mekaar in z'n mond
het zuigen,
schen, die niet van dansen en van mo
derne muziek houden te verklaren, dat
de „Oycloop"-danszaal een van de mis
schien wel het allerlichtste en zonnigste
plekje van heel Uonuiden is.
Je zit er hoog en droog en uit den wind,
En dat zegt heel veel, juist voor Umuiden.
Je hoort er muziek. Je danst er 's met
een van de kennisjes. En je drinkt en
passant 'n potje hier of ranja
Want met al de personen, die ik tot nu
toe heb opgenoemd is het heele corps van
steunpilaren van de „Cycloop" nog niet
voltallig. Er zijn er nog meer.
De „Cycloop" heeft zoo langzamerhand
de gewoonte aangenomen om allergezel
ligste relaties te onderhouden met ver
schillende goden en godinnen van den
ouden Griekschen Olympus.
t Lijkt gewoon wel ®n filiaal van hot
oude, levenskrachtige en oer-gezonde
Hellené.
Zoo zijn b.v. Kees, de fluitist, Bets en
Oor' de vertegenwoordigers voor Umuiden
van de godin Euteipe.
Huug in z'n eentje is de vertegen
woordiger van de godin Terpsichore.
En dan zijn er nog twee filiaalhouders
van Baochusl
De een noemen we altijd „Oos* dat
ls 'n Verhaspeling van 'n brok van z'n
eigenlijken naam. De andere heet in de
wandeling: „Poel" of „Jan".
En beiden zorgen dat we niet uitdrogen,
als we in de „Cycloop" zijn en' dat we het
dansen gemoedelijk kunnen volhouden.
Maar ook de rest van de reeks goden
en godinnen van den Olympus voelt of
voelde zich in de „Cycloop" altijd op
haar gemak.
Want men kan er af en toe zoowel
Thalia, de godin van het blijspel, als Fho-
lyhymnia, dé godin van den zang, of
Erato, de godin van het minnelied, als
Melpoimene, de godin van het treurspel,
en Oaliiope, de godin van het heldendicht,
aantreffen.
Niettemin heeft de „Cycloop" ook haar
tegenstandera Het is niet anders moge
lijk. Geen meening ls waard te bestaan
als er geen tegenmeening mogelijk ia
Geen ding van beteekenis bestaat of er
is tegenstand op.
Het is juist de beteekenis van het ding,
die vaak bewezen wordt door den tegen
stand.
Het zijn de slechtste vruchten niet,
waaraan dé wonnen knagen! zegt het
spreekwoord.
En of het zin heeft werkelijk aan 3e
„Oyoloop"-danszaal te knagen, dat zullen
we 'n volgenden keer eens in een ernstig
en onpartijdig gesprek hier ter plaatse
belichten.
("Wondt vervolgd.)
't Juffertje
v* «iti« Va, Al». \jf xt* xt< xtx >T< riü
Spreekwoord.
In de buurt van Fort Erfprins.
Eigen Radio-gram
Verzuchting van een ouden
vlsscher.
De veiligste weg.
Die dure Marine.
„Kijk »s hier!"
Hij zoog eraan dat 't 'n lust was en onder