T VIERDE EN LAATSTE BLAD. BUITENLAND. VAN ZATERDAG 4 JULI 192S. niet by herhaling verzekerd was, dat kabinet, omdat ne De beteekenls van den uitslag. Verschillende bladen wijden uitvoerige besprekingen aan den uitslag der verkie zingen. Hieronder geven wij een resumé van hetgeen de voornaamste bladeó zeg gen over de beteekenis van deze verkie zing. De „N. Rott. Ort." is van meening, dat alleé bij het onde zal blijven, ook dat het kabinet, desnoodB met eenige recon structie, zal aanblijven. Indien ons ook van de rechterzijde lat het iet levensmoe was, zou aftreden, hoe ook de uitslag der verkie zing mocht worden, dan zouden w}J zeg gen, dat deze verkiezing geen politieke gevolgen teweeg behoefde te brengén. De regeeringsmeerderheid is verzwakt, maar zij staat niettemin overeind. Wat meer zegt, zoowel de Roomsch-Katholie- kem als de Ohristeiijk-Historisohen zijn, zoo men het katholieke trucje van 1922 bulten de rekening laat, op hun vroe gere gétal gebleven. Zij hebben per slot van rekening hun ouden aanhang be houden. Alleen de Anti-Revolutionnairen blij ken te hebben verloren, al is het feite lijk maar 1 zetel. Dit is in zooverre van beteekenls, dat de heer Oolijn waar maar kon heeft rondgebazuind, dat en de zijnen de redders van het vader land waren geweest. Het geeft, dunkt ons, te denken, dat juist die partij, die zoo hoogvaardig den verkiezingsstrijd heeft gevoerd, de kous op den kop heeft ekregen al zijn het dan waarschijn- ijk de staatkundig gereformeerden ge weest, die de Anti-Revolutionnafre partij het meeste afbreuk hebben ge- Zal het kabinet nu aftredenP vraagt het blad. wy zullen het afwachten. Zeggen en doen zijn onder de coalitie bij herhaiing twee gebleken, en het zal ons niet verbazen, zoo het kabinet kalm zitten blijft, en zich met eene recon structie tevreden stelt. Wij zullen bij dezen uitslag der verkiezing daarop geen aanmerking maken, want het zal in ieder geval constitutioneel zijn, zoo het kabinet zich niet houdt aan het pa rool der coalitiègènooten, die de aftre- dlng-in-ieder-geval voorspelden. Afwachten blijft dus de boodschap, ein digt het blad. Het „Handelsblad" schrijft onder het hoofd „Onder de oude firma", o. a.: De Nederlandsche kiezers hebben zich voor rede en nuchtere overweging min der toegankelijk getoond, dan men. op grond van de aanvankelijk bekend ge worden resultaten nog min of meer mocht hopen. Zij hebben zich laten wijs maken, dat de Boclaal-democratie in staat zou blijken, guldens, die men niet heeft, uit te geven. Zij hebbeiT geloof geslagen aan de verzekeringen van de pleitbezorgers der eenzijdige ontwape ning, die van meening over de defensie wisselen met hetzelfde gemak, waarmede een modieuse dame wisselt van hoed, als zij uitgaat op conquétes. De sociaal-democraten, die (evenalB de R.-K. Staatspartij en de Ohrist. His- torlschen) hun zeteltal wien heeft, dien zal gegeven worden I aoor het stelsel van onze kieswet nog met één meer zagen toenemen, dan op grond der evenredigheid kon worden verwacht, hebben echter in één opzicht het pleit verloren. De vesting, die zij in een stormloop hoopten te nemen, blijkt een Verdun. Hoezeer zij zelf hun linies vooruitschoven en hoewel de partij, die hun treindienst verzorgde, dientenge volge ook voorwaarts kwam op het poli tieke slagveld, Baron Van Wijnbergen laat zijn vlag nog waaien en nog steeds heet het: on ne passé pas. Wö weten, dat er in het kamp van den heer van Wijnbergen rebellie is, die na de hitte van net gevecht niet meer zoo angstvallig zal worden verborgen voor hef oog der tegenstanders. Prof. Veraart en dr. Möler zijn andere menschen als do hoeren Peber en Fruytier. Maar er is geen enkele reden, om niet aan te nemen, dat H. M. straks aan oen der leiders van de rechtsche coalitie, hij heete dan Oolijn, Kooien of De Geer (misschien draagt hij wel den ministe rieel onsterfeUjken naam van Ruys de Beerenbrouck) opdracht zal geven een kabinet te vormen. „De affaire zal op den ouden voet worden voortgezet", zooals het vroeger nog al eens onder doodsberichten heette. Vóór of tegemColfln? Dèèr ging bet bij de verkiezingen in hoofdzaak om. Want de heer Oolijn was hierbij de centrale fi guur—aldus „De Telegraaf". En welk antwoord heeft de natie op deze vraag gegevenP vraagt het blad. BH de geestverwanten van den heer Oolijn zelf treft een verlies van rond 24.000 stemmen wezenlijk 52.000 hetgeen dat van drie zetels mede bracht. In eigen kring is de positie van den staatsman dus niet versterkt. In tegendeel! Onderzoekt men het antwoord bij de coalitie-genooten, dan blijkt, hoe de R.-K. Staatsparty en de Christ-Histo- rische Unie, elk op eigen kracht de verkiezingscampagne hebben gevoerd. Het blad acht het evident, hoe ui de verkiezingen de figuur van Oolijn in het centrum vqn alle pogingen tot oplossing der crisis blijft staan. Men mag op grond van de ervaring verwachten, dat de heer Oolijn zich eerst, evenals in 1918 en 1928, zal gaan Ingraven in een „steile" loopgraaf, en dat mgr. Nolens daaromheen behendig de manoeuvres direct of indirect leiden zal. Want de R.-K. Staatspartij wordt wel gedwongen niet enkel als talrijkste^Ka- merfractie, maar vooral ook door haar Inwendige structuur, om de leiding te nemen. Immers heeft zfl tot beginsel haar eenheid. Maar toch een tweezijdige: con servatief progressief. Door v.n. haar conservatieve deel kan de R.-K. Staatspartij zich blijven voegen in de coalitie. Evenwel op o. m. twee hoofdvoorwaarden. Ten eerste, dat het nieuwe kabinet niet èl te ondemocra tisch is, dus dat de minister van Arbeid, men noemt in dit verband iemand als prof. Veraart voldoende het vertrou wen der R.-K. arbeiders geniet, en dat de heer Oolijn daarin geen tè priminente plaats bekleedt. Ten tweede, dat de sti muleering der protestantsche gevoelens door ds. Kersten en ds. Lingbeek c.s. bij de Ohrist.-Hist. Unie en Anti-Revolu tionnairen men herinnere zich hunne verpolitiseering der Olympiade-subsidie 1- de samenwerking met die groepen voor R.-Katholieken niet ondraaglijk maakt. Blijken deze compromissen te moei- ïyk, dan staat aan de R.-K. Staatsparty de andere weg open: Zioh door v.n. haar progressieve deel bij de S. D. A. P. en V.-Dem. Bond te voegen. „Het Volk" van Vrydagavond zegt o. fi.1 De definitieve uitBlag der vorklezin gen is nog beter voor do 8.DAJP. dan wy ons gisteren hadden kunnen voor stellen. Niet met 28, doch met 24 man daten verschynt de sociaal-demokrati- sche fraktie weer in de Kamer, die zy met 20 man verliet. Zy verschynt er, go- sterkt door het vertrouwen, dat het machtig aantal van 706.817 kiezers in hwnr strijdkracht, in haar beleid, in haar socialistische politiek getoond hebben te stellen. Zy verschynt er, met moer gezag nog dun zy in de oude Kamer kon uitoefenen, omdat 188.688 mannen en vrouwen meer dan drio Jaar geleden haar de vertegenwoordiging hunner in zichten, de behartiging hunner belan gen opdroegen. Zy verschynt er, met het program dat de party haar meegaf, voorzien van de groote moreele autori teit, die uitgaat van een party die, met de vryzinnig-demokratische, de eenige van al de groote partyen is, die van het kiezerskorps een aanmoediging, en een sterke aanmoediging ook, op haar op treden ontving. Alle andere groote par tyen zagen hun stemmencyfer vermin deren of slechts onbeteekenend stygen. Alleen de beide partyen, die op een pro gram van demokratischen en socialen vooruitgang en van konsekwente vre despolitiek de kiezers opriepen, ontgin gen van de bevolking een klinkend be- wys van vertrouwen, en van deze beide de SDJLP. verreweg het sterkst, hoe wel ook de vrijzinnig-demokratische vooruitgang van 184.596 op 187.169 stemmen zeer aanzieniyk en verheu gend is. Hier ligt de aan wy zing van de poli tiek, die in de komende vier jaren, wel ke ook de regeering zy, gevolgd zal moeten worden, indien de komende regeerders en de partyen waarop zy steunen zullen, nog ooren hebben om té hooren. De persooniyke aanwinst, die onze fraktie verkregen heeft, waarborgt dat zy hnnr taak zeker niet minder degeiyk zal vervullen dan haar voorgangster. Dat Troelstra niet gelijkwaardig ver vangbaar is, behoeven wij niet nogmaals te zeggen. Maar party en kiezers hebben voor belangrijke aanvullingen zorg ge dragen. Met de verkiezing van Stenhuis, den energieken voorzitter van het N. V. V., tot Kamerlidwordt een nog hechter band tusschen onze parlemen taire politiek en de vakbeweging gelegd, dan reeds bestond. De Tyd schrijft boven een beschou wing over den uitslag: „De wit-gele vlag gen uit". Want de R.-K. Staatsparty hoeft haar positie schitterend gehandhaafd, de drie grootejpartijen van reobts biyven in de meerderheid, zoodat ook in het eerstvol gende parlementaire tijdperk van vier jaren een Ohrlsteiyk Kabinet ons va derland zal kunnen regeeren. De Ohristeiyke partijen niet gedaald tot beneden het doode punt, maar stand vastig in een stellige jneerderheid, de regeerkracht van het ministerie gehand haafd, ellendige vragen ais die betref fende het samengaan met socialisten weggevaagd, ziedaar het antwoord, door 't land gegeven op de uitdagingen van een oppositie, die in de noodzake- Ujke harde bezuinigingsmaatregelen don aanloop hadden gevonden voor een de magogische ophitsing als ons land wel licht nooit heeft gekend. Het blad sohrijft het verlies van de a.-r. party deels toe aan ontevredenheid van sommige „kleine luyden" over de loons- verlagingen, andersdeels aan het succes van de Staatk. Geref Partij en de Herv. (Geref). Party, beide „afgescheiden ohris- teiyken" De Nederlander (Ohr. H.) toont zich dankbaar voor de zege van rechts. In zonderheid uit het zyn biydsohap dat de Ohristeiyk Historisohen zich onverzwakt handhaafden. Over de politieke gevolgen zegt het blad echter nog niets. Voorts merkt het blad o.a. het volgende op: Twee dingen staan vast De drie rechtsche partyen, thans in het kabinet vertegenwoordigd, hebben te samen we der de meerderheid. Zy deelden 59 stem men; thans is dit cyfer 64. Wat hiervan verder het gevolg zal zyn, valt niet te zeggen. Wel moge worden opgemerkt, dat het bestaan dezer meerderheid voor een belangrijk deel te danken is aan de Ohr. Historische Unie.' Zy tooh behield in tegenstelling met twee andere recht sche groepen haar oude kracht". Het Vaderland meent dat het zeker is, dat de Coalitie haar meerderheid, zy hét ook eenigazins verkleind, behoudt. De begeerte naar eenheid in de Ka tholieke Staatsparty,-die haar, trots alle strubbelingen haar aantal zetels in de Tweede Kamer deed behbuden, dwingt ook den tegenstander eerbied af. Dat de Ghristolijk-Historische partij hetzelfde geluk ten deel viel is voor ons het be wijs, dat het anti-papisme, wat natuur lijk heel iets anders is, dan niet willen weten van de Rooinsche 'beginselen, weinig vat meer heeft op een volk, dat, dank zy Thorbecke, sinds jaren de godsdienstvrijheid hoog hield, een deel uit de overtuiging, dat dit voor ieder in onze gemengde bevolking het vei ligst is, een ander deel uit beginsel. De Maasbode wijst natuurlijk ook op het behoud van de rechtsoho meerder heid. De facto.moet de reohtscho meer derheid 5 zetels afstaan en wordt zij dus teruggebracht van 69 op 64, ruim vol doende voor de vorming van een, ho pen we op een deugdeiyk overleg ge baseerd, parlementair reohtsch Ka binet. Dit is dan ook de groote verheugende beteekenis van dezen bAmi,as-uitslag, dat de coalitie, die na oen levensperiode van 40^8^ onafgebroken bestreden door al wat vrijzinnig heet en in het laatste decennium ook felbestookt door verschillende groepeeringen, die eigen- Ujk toch ter rechterzydo staan van de groote scheidingslijn; de coalitie, die keer op keer voor dood verklaard is door tal van politieke dokters, opnieuw vol Jeugdige levenskracht is getreden uit een kamp, welke meer dan ooit voor heen op hoor ondergang was gericht Ingezonden Mededeling. Er ligt inmiddels een donkere scha duw over doze rechtsche victorie: het opnieuw naar voren dringen der dissi dente groepen, die wy, kon het rijn, by rechts zouden willen indeelen. Was in de afgeloopen periode ds. Ker sten, van de Staatk. Gereformeerde Party, de eenige vertegenwoordiger van dit slag, thans treden hem drie collega's ter rijde, nog één meer dan tot heden ooit het geval was. Deze Protestantsche dissidenten, zegt bet blad nog, zyn het hierin eens, dat zy van de ooaBtio-politiek afkeerig rijn en met name aan Rome den oorlog hebben verklaard. De „Standaard" spreekt van een teruggang, „maar niet een van groote be teekenis, als men acht geeft op de zeer bizondere omstandigheden, waaronder dit maal gestreden moest worden". Een Kabinet, dat zeven jaar aan het bewind was. Een reeks van maatregelen in de laat ste twee jaren, die in byzondere mate aanleiding konden geven tot stemmen verlies. Een actie van dissidenten by elk.der 6 partyen van Rechts. Een eoondmische depressie, die al sinds lang zich doet gevoelen en steeds nog maar aanhoudt. Reden te over om een grootere ver schuiving dan nu plaats greep te ver wachten. Niet dat er verschuiving was, be hoeft te bevreemden, maar dat ze niet root er was, stemt tot eenige ver- Want, als men de zaak wat nader be ziet, biykt ze zelfs nog geringer dan by den eersten oogopslag het geval schynt. Over den teruggang, die de anti-revo- lutionnairen trof, verwondert het orgaan zich niet Van alle onaangename maatregelen trof den eersten candidaat van onze lijst allo blaam. En daarop lettend, zyn wo over het resultaat niet ontevreden. „De Rotterdammer" (a.-r.) vat haar oordeel over den uitslag als vol samen: "niet onbevredigend en gezien de eerste uitslagen der groote steden onze verwachting belungrijk overtreffend. De cbristeüjk-lüstorischou trokken by de zetelverdeeling in 1922 aan het kortste einde. Doordien zy niet boven hun stand leefden, komt hun groep ongeschonden uit den strijd. Wel is de voortdurende sty- g, die de laatste jaren in christeUjk itorischen kring viel te constateeren, tot staan gebracht, maar dat zy ditmaal be houden wat zy hadden, moet hen en ons ongetwyfeld tot blijdschap stemmen. De meerderheid der rechterzyde is ge ring, maar de historie heeft meer geleerd, dat een kleine meerderheid zich nauwer aaneengesloten gevoelt dan by een groot overschot. De meerderheid is gering, want wan neer wy letten op de wyze, waarop door Gereformeerde en Hervormde Staatsparty de strijd tegen de anti-revolutionnaire en christeiyk-fistorische party gevoerd is, dan kunnen wy niet denken aan de over name der groepeering, door andere bla den gegeven, die de getalsterkte der rech terzyde op 58 stellen. Boven de 54 komen wh niet uit. Ir nderdaad is de loswerking van deze elementen, die principieel met ons op het zelfde standpunt staan, en mee den Chris tus beiyden, een der sombere zyden van dezen electoralen veldtocht. Nieuwe Kamerleden. „De Telegraaf' bevat qen korte karak teristiek van enkele nieuwe gekozen Ka merleden. wy ontleenen daaraan het vol gend: Mr. P. M. Arts (RJL Volksparty) werd 29 Sopt 1881 te Tilburg geboren en 'promoveerde in 1917 tot (meester in de rechten. Hij was in het zuiden eën op den voorgrond tredenden politieke per soonlijkheid. In 1918 werd 'hij gekozen tot lid van den Tilburgschen gemeenteraad, in 1919 tot lid van de Prov. Staten van Noord-Brabant In 1922 trad hy uit de RJL Staatsparty en stichtte de R.K. Volkspartij, wier vertegenwoordiger hij thans in het parlement werd. Hij bekleedt voorts verschillende openbare functies in vereeniglngen te Tilburg. Dr. EL W. E. Möller (RJL) te Til burg, werd in 1869 te Amsterdam gebo ren, is leeraar aan de RJL Gymnasia te Katwijk en Amsterdam, aan de openbare HJtS. en Middelbare Handelsschool en den RJL cursus voor de hoofdacte to Am sterdam. Hij is oprichter van het bekende RJL tijdschrift „Boekenschouw" en van andere periodieken op het gebied van on- derwys on paedagogiok, lid van 'het hoofd bestuur van het Alg. Ned. verbond en de Ver. tot vereenvoudiging van de spel ling, en van tal van andere vereenigingen en instellingen. Prof. mr. J. A. Veraart (RJL) een van dè leiders der St Michael-beweging, werd in 1880 te Amsterdam geboren, en promoveerde aldaar in 1910. Hij is leeraar in de staatswetenschappen, tegenwoordig hoogloeraar in handelsrecht, staathuis houdkunde, enz. als opvolger van minis ter Aalberse. Verschillende geschriften zijn van zijn hand verschenen. Jaa Vos (RJL) is lid der Prov. Sta ten van Noord-Brabant, lid van den ge- nieenteraad van Roosendaal, van de Ge zondheidscommissie, van het Hoofdbe stuur van den ND. Boerenbond en van zeer veel andere vereenigingen. Walrave Boissèvain (V.B.) is de zoon van een der oprichters van de Mij. Nederland, den.bekenden Jan Boissè vain. Hij was chef van het vrachtbureu gedurende de jaren 1903 tot einde 1911 en nam later zitting in de Tweede Kamer voor de toenmalige Vrije Liberalen. Deze zetel verloor hij in 1918. Hij is thans ojl lid van den Amsterdamschen gemeente raad. Mr. P. Droogleever Fortuyn (VD) is een in de residentie zeer geziene persooniykheid Sedert 1912 is hij lid van den 's-Gravenhaagsohe gemeenteraad, waar hij leider van de liberale fractie ia. Gedurende een zestal jaren was hij wet houder van finantién. Hij is van verschil lende vereenigingen op het gebied van sport en lichamelijke ontwikkeling lid, werd in 1868 geboren en promoveerde in 1894. R. Stenhuis (SJXAJ?.) geboren 2< Maart 1886, Is een in het vakvoreeni gingsleven zeer bekende figuur. Na als arbeider te hebben gewerkt in de aard appelmeel- en cartonindustrie, werd hy 20-jarigen leeftijd beambte van den Rot- terdamsdhen bestuurdersbond en werkte op verzoek van het bestuur der S.D.AJ?. eenigen tijd in de Djdjnen voornamelijk om eene mynwerkersorganisatie voor te be- reldea Van 1907 tot 1919 was hij voorzit ter en secretaris van den Fabrieksarbed- derébohd, en werd als voorzitter van het N.V.V. dé opvolger van Fimmen. In 1928 deed hy als lid van de Eerste Kamer rijn entrée op het Binnenhol W. van der Sluis (SD-AJP.) werd 80 Deo. 1881 geboren en ontving zijn op leiding ais ondenrijzer. Hij was hóófd eener school voor zwakzinnigen te Am sterdam,' een ijverig propagandist voor geheel-üJiUienLog en mede-redacteur van ,,de Blauwe Vaan". In 1919 werd hij aan gesteld jot propagandist van de SDJLP. in het gewest Overijsel, in de plaats van den heer Dykgraaf, die 'bij het bekende spoorwegongeluk te Weesop het leven verloor. Hij woont te Almelo, waar hij lid van den Raad is en maakt thans deel uit van het partijbestuur der SDJLP. Da A. van der Heide (SDJLP.) werd 7 April 1872 geboren en is thans vrijzinnig predikant te Britswerd (Fr.) In 1896 trad hij toe tot de SMAL, waar van hy een bekend propagandist is, even als voor geheel-onthouding. W. Drop (SD.AJP.) 22 Aug. 1880 ge boren en was in rijn geboorteplaats (Vlaardingon) als arbeider werkzaam. Op zyn 28e jaar werd hy bezoldigd bestuur der van den Houtbewerkersbond. Hy be kleedt verschillende andere functies en is sinds 1022 de penningmeester der SDJLP. Mr. H. Byieveld' (AD) werd KI Juli 1889 geboren en promoveerde aan de Vrije Universiteit tp Amsterdam in de rechten (1908). Hy vestigde zich als advo caat te Amsterdam in samenwerking met mr. S. de Vries, den lateiren minister van financiën, en neemt in antirevolutionaire kringen een leidende plaats in. In April 1919 werd hy Minister van Marine in de plaats van den heer Naudin ten Oaté; doch trad reeds in Januari 1920 af wegens verwerping van rijn marinebegrooting. Hy kwam daarna aan het Departement van L., H. en N„ en werd in 1921 door de Koningin benoemd tot hofraad. Hy is voorzitter yan den Octrooiraad en direc teur van het Bureau voor den Industriee ion Eigendom, secretaris van het college van den raad van commissarissen van de Ohr. Amsterdammer en bestuurflHd van de woningstichting „Patrimonium" te Amsterdam, enz. Mr. dr. G. v a n d en B e r g h (SD.'AJP.) ■i voorzitter van de federatie Amsterdam der SDJLP. Hy studeerde aan de ge meentelijke universiteit in de economie en de rechten, na zijn oorspronkelijke studie voor ingenieur opgegeven te hebben, is lid van den1 Amsterdamschen gemeente raad en van de gezondheidscommissie. Sedert 1913 is hy lid der 6.DAP. Dr. L.G. Kortenhorst (RJL) werd geboren in 1886 en studeerde aan de uni versiteit te Amsterdam. Hy is secretaris der Algomeene R.K. Werkgeversvereeni- ging en bekend tegenstander van prat Veraart's Bedrijfsorganisatie. Hy nam oen belangrijk aandeel in de actie, die van RJL -rijde werd gevoerd vóór de nieuwe Tariefwet Een interpellatie in den Franschen Se naat over Marokko is geëindigd met de aanneming, met algemeene stemmen, van een motie van vertrouwen in de regeering. Nog eens weer heeft de heer Painlevé ver klaard, dat de operaties in Marokko slechts volkomen gewettigde maatregelen van voorzorg waren en dat Frankrijk niets anders doet dan zich tegen een aanval ver dedigen. NadrukkeUjk waarschuwde de heer Painlevé .tegen overdrijving by de beoordeeiing van de gebeurtenissen in Marokko en hy deed daarby uitkomen, dat er by de operaties slechts betrekkeiyk weinig Fransche troepen zyn betrokken. In hoofdzaak wordt de stryd gevoerd door de onder Fransche leiding staande Ma- rokkaansche troepen en door de den Franschen trouw gebleven stammen. De Fransche verliezen, d. w. z. de zuiver Fransche verliezen, niet die van de aan Fransche zyde strydende Marokanen dus bedroegen vigr honderd man. Ten deele maar kan men deze mededeelingen van den Franschen premier geruststellend achten, omdat men immers rekening moet houden met een mogeUjkeh afval van Ma- rokkaansche stammen, die nu met of voor de Franschen vechten, maar by een succes van Abd-el-Krim wel eens zouden kunnen overloopen. Hetgeen dan ook al soms heeft plaats gehad. De besprekingen te Madrid, over welker aar;vankeiyke resultaten minister Briand zich zeer voldaan uitliet, duren nog steeds voort. Zy hebben thans hun hoogtepunt bereikt. Dat zal wel beteekenen, dat men zich nu te Madrid bezig houdt met de vraag welke vredesvoorwaarden aan Abd- el-Krim zullen worden gesteld. DUITS CHL AND. Het waarborgverdrag. Beriyn, 8 Juli Op het rijksdeparte ment van buitenlandsche zaken wordt thans de nota ontworpen, die als antwoord op de jongste nota van Briand inzake het waarborgverdrag aan Frankryk zal wor den overhandigd. Dit zal ongeveer 12 Juli geschieden. In haar antwoord zal de Duitsche regee ring zich uitspreken voor het voeren van internationale besprekingen over het slui ten van het waarborgverdrag. Tevens zal zy er echter uitdrukkeiyk op wyzen, dat een waarborgverdrag aangaande de Wes telijke grenzen van Duitschland het uit gangspunt van deze gedachtenwisseling is. Duitschland zal nogmaals zyn bezwaren aangaande het toetreden tot den Volken bond laten gelden. In het bijzonder zal toen er op wijzen, dat Duitschland onmo- geiyk het bekende artikel 16 van het sta tuut van den Volkenbond kan aanvaarden. Als ontwapend land voelt Duitschland zich verplicht een absolute neutraliteit te hand haven. In alle gewapende conflicten zal het dus streng neutraal moeten biyven. Duitschland zal geen gewapende expeditie kunnen steunen, maar ook niet mogen dulden, dat troepen van andere naties over zyn grondgebied trekken. Wat de OosteUjke grenzen aangaat, zal de ryksregeering wyzen op de geringe kansen, die het verdrag van Versailles haar biedt tot het verkrijgen van een her ziening van die grenzen. Deze kansen wil de ryksregeering in geen geval prijsgeven. Toekomstige verdragen mogen in geen geval den toestand, die het gevolg van het verdrag van Versailles is, voor Duitsch land slechter maken. In Duitsche regeeringskringen hoopt men, dat het antwoord van de ryksregee ring by zal dragen tot het tot standkomen van offieieele gedachtewisselingen. Men acht dit mogeiyk mits ook by de tegen- party de hiertoe vereischte goede wil be staat De veroordeeling van de Duitsche studenten te Moskou. De rechtbank van Moekou heeft de drie Duitsche studenten ter dood veroordeeld Dit vonnis heeft te Beriyn heel wat op schudding verwekt In lange artikelen protesteeren! de Berlijnsche bladen tegen de veroordeeling. Zij wijzen erop dat de drie studenten, die beklaagd werden tegen de sowjet-regeering te hebben sa mengezworen, in Berlijnsche politieke kringen totaal onbeloond waren en by Zondags tot 2 uur geopend. FRANKRIJK.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 13