Wl DE KINDEREN
MAKKELIJK GENOEG!
(Le Rlre).
Commissaris: Hoor eens, Je medeplich
tige weigert pertinent te zeggen waar hij
woont Kan ik dit van jou te weten ko
men?
Beklaagde: O, da's makkelijk genoeg,
mijnheer. Ik woon recht tegenover hem.
Dus nou weet u 't van allebei!
worden gereduceerd. Hierdoor wordt ver
kregen (natuurlijk, 'n andere bedoeling
zït bij dergelijke groote uitvindingen niet
voor), dat het eigenlijke 'arbeidsloon tot
op haast twee procent van het vroegere
bedrag kan worden tefug gebracht
Deze gepatenteerde uitvinding bestaat
in het gebruik van snel rond draaiende
platen, die tegen de uit elkaar te snijden
stukken metaal gehouden worden. Hierbij
wordt zuurstof toegevoegd.
Voor zoover de berichten toelaten een
Juist oordeel te vellen, werkt zoo'n plaat
zóó, dat eerst de wrijving *n hooge tem
peratuur opwekt Hierdoor krijgt de zuur
stof gelegenheid tot een ibegin van ver
branding. Deze temperatuur en deze ver
branding wordt dan onafgebroken onder
houden dus eigenlijk juist zoo als met
de snijbranders. Maar dan met dit ver-
sohil, dat het brandpunt alleen wordt ge
wekt op de Juiste plek waar de roteerende
schijven het te sloepen ijzer of staal ra
ken, dus op een kleiner en scherper op
pervlakte.
Derhalve gaat het voel vlugger. Er
behoeft minder oppervlakte te worden
verwarmd en het gaat er sneller doorheen.
De ontstane verbrandingsproducten
worden door het snelle draaien tegelijk
weggeslingerd; er komt steeds een nieuwe
plaat bloot. Bovendien koelt de draaiende
schijf aan den buitenkant door 't draaien
in de lucht voldoende af om onaf gebroken
met draaien te kunnen doorgaan.
En men verkrijgt op deze manier een
proces dat veel op snijden lijkt
De snelheid van hei werken wordt op
gegeven als een tot twee meters per mi
nuut 1 Zelfs dikke pantserplaten van een
oud oorlogsschip kunnen met deze snel
heid worden doorgesneden.
De geheele snijmachine wordt eventueel
op een kraan gemonteerd en kan vrijwel
overal aangebracht worden.
Zoodoende kan deze slooperij ook op
kleinere hellingen beoefend worden.
Terwijl bovendien het proces kan wor
den toegepast op het sloopen van andere
ijzeroonstructies, zooals locomotieven etc.
Hoofdzaak is, dat het hard gaat en dat
het voordeelig is!
BEIS-INDRUKKEN.
Bij onze Zuidelijke buren.
IV.
Vlak voor me.de hoogklimmende ber
gen, de hoogten van 't Amblève-dal;
bedekt met die prachtige kleurrijke
wouden en velden.
En daar beneden enorme watervallen
van bladergroen, welke het dal feitelijk
onder een stortvloed van loof begraven.
En geheel aan den voet kabbelt de
zilveren stroom, de Amblève, die zich
voortspoedt over het keienbed, en zich
wringt en plooit tusschen het keurslijf
van nauw-aaneengedrongen bergruggen1
Hoe machtig en grootsch moet daar
in ouden tijd dat kasteel hebben gelegen,
uitgebouwd op den hoek van de rots,
vanwaar 't Wilde Zwijn der Ardennen
kon bespieden het dal met zijn vrees
achtige bewoners.
Toen we 's middags onder gezelligen
kout aan tafel zaten, brak onder gewel
dige slagregens de onweersbui los en
ontlastte zich in het dal.
's Middags blonk de zon weer over 't
Ardennenland en daarom onze reis ver
volgd naar 't vriendelijk dorpje Coo met
zijn beroemde Cascade. Lieflijk plaatsje,
niet ver van 't station, in een eng dal
gebouwd, waar de Amblève zich bijna
niet tusschen de bergen kon doorwringen
en het water zich met donderend geweld
naar beneden stort
Gedeeltelijk een natuurproduct, is deze
waterval op initiatief van daar wonende
Monniken verbreed en vervormd, ten
einde in na-|en voorjaar te groote op
stoppingen van het water te voorkomen.
Een gedeelte van het geleide snel-
vallende water wordt gebruikt om een
groot rad in beweging te brengen, welke
energie omgezet wordt in electriciteit,
teneinde het plaatsje geheel electrisoh
te verlichten. Hier, op den hoek, waar
een zijweg, aan welke verschillende hotels
en pensions, den hoofdweg snijdt, en het
een aanhoudend gevlieg en gejaag is van
toeristen auto's, motoren, enz., staat een
eenvoudig gedeukteeken, een herinnering
aan den wreeden oorlog. Een inscriptie
vermeldt
„A Nos Vaillants Soldats
Tombés pour la Patrie
Dervanne René
Boutes Jean".
Les Habitants de Coo.
7 September 1919.
Trouwens in de meeste Belgische plaat
sen vindt men herinneringen aan de ge
vallenen in den Europeeschen krijg
Van hier uit maken we een wandel-
toaht naar bat dorpje La Gleixe. Dit ia
ongetwijfeld wel een der schoohste deelen
der Ardennen-streek.
Woest en hoog klimmen ze op aan de
overzijde der schoone rivier de prachtige
hoogten van La Gleize en La Stoumont,
waarboven de wolkgevaarten zich in
chaotische vormen opstapelen.
Iets verder wordt het Amblève-dal
nog woester. Hier ligt de bedding als
bezaaid met rotsblokken en graniet
klompen, waartusschen de stroom zich
wringt en slingert vol van parelen en
diamanten. Dit gedeelte draagt den naam
van „Les Fonds des Quarreux", en gaf
weer het ontstaan aan een aardige legende
van den molenaar, die zijn ziel aan den
Satan verkocht.
Ja, hier zijn we in 't land der schoon
heid, waar volgens de eenvoudige dorps
bewoners in heel oude tijden kabouters,
en elfen en feeën hun woonplaats hadden
opgeslagen. Een land vol van bekoring.
Nu naar de grot van Remouchamps.
Een heerlijke wandeling vanaf het reeds
^meergenoemde oude stadje Aywaille. De
afstand bedraagt ruim drie kilometer,
zoodat we binnen het uur het doel van
onzen tocht bereiken.
Lief gehucht, zoo bouwdoosachtig te
midden van de dichtbegroeide hooge
toppen, waartusschen maar steeds kron
kelt de zilveren stroom, de schitterende
Amblève.
Daar, aan de overzijde, verheft zich,
schijnbaar uit de rots oprijzende, het
prachtige landgoed Montjardin vlak aan
de rivier, 't Is of de grondvesten van het
kasteel wortel schieten in de woeste rotsen.
Slechts het voorste gedeelte, de vier
kante hoog oprijzende toren is een over
blijfsel van de oude burcht, daarachter
verrijst het nieuwe kasteel..
Montjardin 't Is aardig te weten hoe
zich ook om deze bouwvallen legenden
hebben gesponnen, herinnerend aan
de machtige burcht uit oude tijden,
een der onneembare sterkten van de
Ardennen-roofridders met hun wreede
soldeniers.
Een oude overlevering schrijft da ver
woesting van dit roofslot toe aan de
wroeging van de laatste burchtvrouw, die,
om een in zonden doorgebracht leven te
boeten en zich met den hemel te ver
zoenen, haar kasteel liet sloopen en van
de afbraak der burcht het merkwaardige
kerkje van Dieupart, aan de andere zijde
der hoogte, liet bouwen.
In het werk van Perk over de Arden
nen vinden we omtrent de verwoesting
van het zoo trotsche gebouw de volgende
legende.
Op zeker tijdstip, dat niet nader wordt
aangeduid, woonde op de burcht een
dier middeleeuwsche tirannen, wier roof
zucht zooveel ellende verspreidde over
den ganschen omtrek. Hij was de vloek
van de streek. Want hij ontzag niemand
of niets en vreesde God noch gebod.
Eens ontvoerde hij uit een naburig
klooster een non, wier schoonheid in zijn
hart een zondigen hartstocht had opge
wekt en sleepte haar in zijn roovershol.
Toen de onverlaat echter geweld tegen haar
wilde gebruiken, hield zij hem het beeldje
der H. Maagd voor. De snoodaard sloeg
het beeldje terug en sloeg de hand aan
zijn slachtoffer. Maar daar ratelt
de donder, de grond schudt en het kas
teel stort op al degenen, die het bevatte.
Later vonden twee herders in de puin
hopen het Moedergodsbeeldje. Twistende
over het bezit kwam er een grijsaard,
die zei. dat het beeldje geen hunner toe
behoorde. 't Was het „deel van God"
la part de Dieu, of „la Dieupart".
Een kapel van dien naam werd gesticht
en later door milde gaven der bedevaart
gangers, 'ln de kerk van Dieupart ver
anderd, waar het wonderdoende Moeder
godsbeeld thans nog kan worden aan
schouwd.
D V
(Wordt vervolgd.)
Oude kennis.
Kleine Jacob was met zijn moeder op
de wandeling. Opeens kwamen zij een
dame voorbij. De dame keek naar Jacob
met 'n gezicht van „O jou ken ik wel.
en Jaoob keek terug met 'n gezicht van
„O, daar heb je die dame"....
Wat is er Jacob? vroeg de moe
der. ken je die dame?
O, ja, zei Jacob.... Die dame ken ik
heel goed.... Ze Bpreekt me heel vaak
an....
Is 't waar, lieveling sprak de moe
der en wat zegt ze dan wel?
Ze zegt meestal:Wil je nou eens
maken dat je weg komt, kleine bengel..
Schaam je je niet om altijd hier mijn
hondje met steenen te gooien!....
*n Snuggere.
Politde-aigent: Heb je je rijbewijs?
Automobilist: Zeker wil ik het even
laten zien?
Politie-agent: Neen dan hoeft het
niet. Ik had het alleen maar willen zien,
ais je het niet had!
BABBELUURTJE OVER MODE.
Japonnen uit reeten.
Het kan gebeuren, doordat er den laat-
sten tijd zooveel gemaakt is, hetzij voor
zomer-, hetzij voor vacantie-doeleinden,
dat er verschillende resten overgebleven
zijn. Het is ook mogelijk dat ge een shawl
hebt, welke ge niet meer dragen wilt,
maar haar liever op andere mianW ge
bruiken wilt Of mogelijk hebt u een paar
wel kleine, maar interessante couponne
tjes liggen.In leder geval het zal wel
niet uw bedoeling zijn om deze kleine
lapjes «tod of «ijde te laten liggen*
wèl om ze tot den laatsten draad zoo mo
gelijk te benutten. En men kan soms.
door het heterogene van de twee stoffen,
zulke aardige resultaten krijgen, mits ze
maar mooi t>ij elkaar passen, k Zag on
langs een snoes van een japon en vond
haar buitengewoon leuk bedacht De be
zitster vertelde mij opgetogen dat ze haar
gemaakt had van haar shawl, welke haar
verveelde om langer om de hals te dragen
en die ze nu maar versneden had tot ja
pon. Bijgaande teekening geeft u er een
idee van hóe ze dit deed.
De shawl was precies lang genoeg om
er een voor- en achterbaan van te hebben,
maar de breedte was natuurlijk niet vol
doende voor de wijdte van de japon. Nu
werd er in de kleur van de fond van den
rand een effen zijde bijgekocht en deze
werd nu voor de zijstukken gebruikt
Wat een beeldig effect aan de japon
verleende, dat was de garneering, aan
gebracht op de zijbanen. Langs de geheele
grens nl was een bandje gemaakt van
twee rijen lichter gekleurde mica-ringe
tjes, waarvan ook de op de teekening
zichtbare langwerpige blokjes gemaakt
waren. Nu is dit natuurlijk een bijna bui
tensporig werk om met de hand te doen.
Voor wie dit te veel werk is en toch
gaarne dit effect zou willen hébben, zijn
deze bandjes van ringetjes ook wel klaar
in den winkel te krijgen, t Spreekt van
zelf, dat er dan een dun gazen bandje on
der ligt En ook andere gameerbandjes
zouden htm goede diensten kunnen be
wijzen.
Voor een leuke gebloemde lap en een
effen lapje is het tweede modelletje uit
stekend geschikt Het is een hoogsteen-
voudig recht jurkje. De combinatie moet
dus alles goed maken. Maar de 'kraag
geeft meer iets aparts aan de jurk. De
kraag ^anigt tamelijk diep op den rug en
eindigt van voren in een paar breede
schouderbladen.
Voor deze jurk zou men ook heel goed
een bontgekleurde ol gebatikte shawl
kunnen gebruiken, gecombineerd met
effen zijde.
De derde jurk is zeer geschikt als men
van de zomersche kinderjurken wat effen
en geruiten frotté of iets dergelijks over
gehouden hebt Linnen of shantung is
ook zeer geschikt
Het model is alweer hoogst eenvoudig,
maar gezellig en vlot De rist knoopen op
de rok en die op het lijfje zijn in de kleur
van de ruit genomen en geven zoo een
vroolijkB toets aan *t geheel
OOKRY BKENS.
Van Alles....
Moeder: Wel Jantje heb je prettig
gespeeld buiten?
Jan: O nou.... fijn!
Moeder: Wat heb je dan wel zoo alle
maal gedaan?
Jan: O., van alles! We hebben over
't gras geloopen en gezichten getrokken
tegen alle menschen.... En we hebben.,
de paarden aan 't schrikken gemaakt.,
enne., we hebben met steenen gegooid
naar de fietsers., en visschies gevangen
in 't kanaal.... enne., belletje getrok
ken langes de huizen.... enne van
alles.
Van „Verboden" gesproken.
Oude dame: (die door een matroos door
het oorlogsschip is rondgeleid) Ik zie dat
het geven van fooien hier verboden is.
Matroos: (veelbeteekenend) Och, me
vrouw.... het eten van den appel in het
paradijs was eigenlijk ook verbojen....
Maar.... eh.... ze hebben 't toch ge
daan
"n Sportieve wensch.
'n Voetballer was ziek. HU werd ge
plaagd door niet minder dan twaalf steen
puisten, ZUn goed humeur had hU echter
niet verloren en toen zijn vrienden hem
kwamen bezoeken, merkte hij spottend 'op:
Ik beschouw m'n twaalf kwelgeesten
als een elftal met 'n scheidsrechter.
Dan is het maar te hopen zei een
van de bezoekers dat de tegenpartij
maar niet op komt.
Hij moest t wel weten.
Dame: (voor het loket van den sohouw-
burg) Wat wordt er morgenavond uene
ven, mijnheer?
Suppoost: Je kunt 't nooit weten, me
vrouw,
Dame: Ja, maar ze mochten dan toch
minstens U wel op de hoogte gebracht
hebben?....
Het pianostoeltje.
Een boer kwam in een winkel van mu
ziekinstrumenten en kocht er een piano
stoeltje. Onder al de artikelen, die de boer
voorzichtig had bekeken, was dit het
goedkoopste.... De orgels en de piano's
en de 'grammofoons waren allemaal erg
hoog geprijsd.
De boer kocht 'n pianostoeltje.
Maar eenige dagen later bracht hij het
evenwel reeds bU den winkelier terug,
zeggende dat het heelemaal niet goed
was....
De winkelier bekeek het stoeltje van
alle kanten, probeerde het, doch kon er
niets bUzonders aan ontdekken. Toen zei
de boer:
Wel ik heb t dinkske voorzich
tig met naar huus genomen en we hew'
't op en neer 'draaid.... Main vrouw het
't daan en ik hew' 't daan.... en de kin-
ders hew' 't ook allemaal daan.... Maar
der komp glad gien sprankeitje meziek
uitNiks! Wa-je doene doene je, maar
't dinkske zwaigt as'n mof!.... Daarum
wl 'k 't nle meer hewwe!
Zoo'n goedzak.
"h Vrije vrouw op een vergadering
roept uit:Is er hier één man, die van
morgen voor z'n vrouw thee gezet heeft?
Knoopen1 aangenaaid? de kinderen ge-
wasschen?.Is er hier één?
Er stond een vriendelijk uitziend heer
op en antwoordde bevestigend.
Het was de echtgenoot van de spreek
ster.
Een succes.
Wel hoe bevalt Jou die nieuwe
wasscherij aan den overkant?
Best - werkelijk heel goed.,., ft
heb de vorige week *n dozUn boorden
meegegeven en ik heb alle knoopsgaten
teruggekregen
ROODSCHOENTJE EN DE DRAAK.
IL
Het Ivoren Palels.
(Herinner jullie je nog, hoe Rood
schoentje Dora en Dick mee nam naar
Rozenland? En weet je ook nog wel, hoe
Roodschoentje aan den grooten Draak
een biscuitje gaf en hoe ze toen met hun
drieën den tuin van de Koningin binnen-
holden? Lees nu imaar verder.)
„Daar is het paleis van de Elfenkonin
gin!" riep Roodschoentje eensklaps uit.
En trots wees hij naar het gebouw aan
het eind van de laan. Het heele paleis was
van ivoor gemaakt met een menigte bo
gen, pilaren en torens. En tegen alle mu
ren klommen zachtgroene rozenstruiken
met een schat van de fijnste roze en gele
rozen beladen.
Eerst stonden de kinderen sprakeloos te
kijken naar het wonderpaleis. Toen fluis
terden ze .eerbiedig; „O, wat prachtig, o,
wat beeldig."
Ze liepen door aan Roodschoentjes hand,
en beklommen de breede ivoren trappen
voor het paleis en liepen voorzichtig door
een ruime voorzaal, tot ze den ingang van
de troonzaal bereikten.
„Nu moet je even hier blijven staan, om
te kijken, hoe ik doe en dan doe je het
mU maar net zoo na," zei Roodschoentje.
Hij liep eenige passen hard en gleed
toen net ulsof de vloer van ijs was. Vlak
voor de Konjngin stopte hij en maakte een
diepe buiging.
„Lieve help," dacht Dick, „hoe zal ik
op het goede oogenblik kunnen stoppen?
Maar vooruit. Probeeren!" En een, twee,
drie, bup! daar ging hij. En warempel,
precies voor den troon stond hij stil en
maakte een even diepe buiging als Rood
schoentje.
Voor Dora was het nog moeilijker. Ze
kon nooit zoo goed glüden. Altijd sleepte
haar eene voet zoo achteraan. „O, dat durf
ik nooit," dacht ze. „Weet je wat, ik wals
naar de Koningin toe." En daar ging ze
al: een twee drie, vier vUf zes. Dora kou
keurig walsen. Ze danste de heele zaal
door en voor den troon gekomen maakte
ze met uitgespreide rokjes een heel be
vallige buiging. De Koningin was opge
togen. Ze stapte van den troon, om Dora
te kussen en vroeg: „Lief kind, hoe doe
je dat? O, leer mij ook zóó dansen 1"
En Dora leerde de Elfenkoningin, hoe
ze walsen moest. Wat hadden ze een pret
om de eerste vergissingen, die iedereen
maakt, die pas walsen leert, zelfs de El
fenkoningin. Maar ai heel gauw walste de
Koningin even bevallig als Dora. Toen
zei ze: „Nu, we denken dat we dansen
kunnen in Elfenland, maar dat is de
heerlijkste dans, die ik nog ooit gedaan
heb. Toe Roodschoentje, laat de klokjes
luiden voor de Rozenelfjes. Ze moeten
allemaal walsen leeren. Dan hebben we
vanavond een heer lij kjial!"
Na een paar minuten liepen, sprongen
en dansten de Rozenelfjes de groote troon
zaal binnen.
„Luister eens," riep de Koningin: „Dit
is Dora, die ons allen een nieuwe dans,
de wals, zal leeren. Doe goed je best Dan
gtef ik vanavond een bal!"
„Ha, hoera!" juichten de elfjes. Toen
gingen ze aan den kant staan, om goed
te zien, boe Dora in het midden der zaal
walste. Daarna probeerden de elfjes héél
ernstig de nieuwe dans, geholpen door de
Koningin, Dora en Diok.
Toen allen de dans goed kenden zei de
Koningin: „Roodschoentje, we zullen van
avond bU den vijver dansen. Vertel den
glimwormen, dat nun lichtjes vanavond in
orde moeten zijn. En Dick en Dora ga
jullie je ook maar verkleeden."
„Ik ben bang, Uwe Majesteit dat we
onze beste kleeren niet gemakkelijk kun
nen krijgen," antwoordde Dora. „Ze zijn
thuis!"
„Dit elfje zal jullie naar Je kamera bren
gen," zei de Koningin weer glimlachend.
„Daar zul je alles vinden."
Wat voelden Dick en Dora zich heerlijk
licht in hun elfenpakjes en wat Bmaakte
hun het elfen-eten heerlUk. Wat is er
heerlijkers denkbaar dan rozensoep en
honingvla.
Toen het bal een poosje aan de gang
wan kwam de Koningin naar Dora en
Dick toe en zei: „Heb jullie zin om nu
met Roodschoentje te gaan varen op den
vijver? Er ligt een rozenbladscheepje
klaar en de goudvisschen zijn er voor ge
spannen.
„Heel graag Uwe Majesteit," antwoord
den de kinderen opgetogen.
Toen ze weg voeren juichten alle elf
jes. Het was een schitterend gezicht, de
oever aan den vUver met de glanzende
glimworm-lampjes en de doorschijnende
elfenvleugeltjes. Dick en Dora keken er
naar, tot ze in slaap vielen.
Toen ze den volgenden oohtend ont
waakten, lagen ze in hun eigen bedjes.
Roodschoentje had hen zeker met het ro-
cenbootje naar huis gevaren!