VOOR DE VROUWEN VOOR OE KINDEREN Zonderlinge lotgevallen in het Dagelijksch leven DE STERKE MAN. Klucht In vier bedrijven. (Journal Amusant). .Dames en Hoeren, geacht publiekI Hier stel ik u voor de sterkste man, die momenteel op het vasteland van Eurppa gevonden wordt. Deze man is voor nie mand bang. HÜ verslaat iedereen Komt u gerust uit het publiek op t po dium. .en deze Simson zhl u onmiddellijk verslaan..1 .Hoera!.Hoera!.Hulde voor dezen modernen Simson. Maar 's avonds na de voorstelling. Teruggekaatst Een scholier legde in den hoed van een leeraar een papiertje, waarop stond ge schreven: „aap". Toen de goede man het ontdekte, zei hij Een van de Jongelui heeft de 'beleefdheid gehad, zijn Aartje 'bij mij te deponeeren. Ik dank hein daar wel voor. DE KLEINE HWICI .RRKITRR, Hoe hfi nog Juten bijtijds gered werd. ZJj was nog niet gekleed en zond haar kleine broertje een alleraardigst praat- graag kereltje, om hem een oogenblik ge zelschap te houden. Het gesprek liep aar van stapeL Jan keek den verloofde met groote oogen aan, overwon geheel zijn verlegen heid en zeide wijs: „U gaat met Dora trouwen, niet?" „Ja," zei hij vriendelijk lachend. „U hebt veel geld op de bank niet?" „Ja," klonk het een beetje verwonderd, en ietwat achterdochtig!. „En u houdt het voor 11 alleen, is het niet? vroeg Jan. „Khm, khm," kuchte de verloofde en aarzelend en tegelijk meer willende hoo- ren, klonk het weer Ja". „Nou, daar zal Dora wel een speldje bij steken." De jonge verloofde begon zich erg on prettig te voelen. „U rookt, is het niet" „Ja, zoo nu en dan." „U wil ook rooken als u getrouwd ben?" J&-" „Daar zal Dora wel een,speldje bij ste ken." De jonge verloofde begon zich bepaald siek te gevoelen. „U is in een sociëteit, niewaar," ging de kleine luistervink en wijsgeer verder. «Ja." „Daar zal Dora wel een speldje bij ste ken." De jonge verloofde sprong m'et inspan- van al zijn geestkracht overeind, loor eens, mijn jongen," klonk een stem waarvan Jantje eigenlijk hevig schrok. „Hoor eens je moet even tegen Je zuster zeggen, dat ik een dringende boodschap te doen heb. En zeg haar ook, dat ik zal trachten er nog een speld je bij te steken. En hij ging haan. ning „Hc Het mistakte uitstapje. (Haar aanleiding van een Gemengd Nieuws in de bladen). Met een stuk of dertig kind'ren^ Vroolijik zingend twee aan twee, Ging de jonge speelschc juffrouw Ais de „baas van 't zaakje" mee. Ai reeds dagen van te voren Had zij (het programma klaar. *t Zou een reuzedagje worden, 't Was ook maar één keer in Jaap. En de juffrouw had voor 't uitje Meer dan dertig pop op zak, Die zij want je kon nooit weten Onder in haar tasohje stak. Heerlijk hier en daar pauzeeren, En wat spelletjes gedaan, En met dit besluit begon zij Al reeds in de kalijeelaan. Plots verstomde 't vrooljfk lachen, Droevig 'ging 't terug naar stad, Daar een „beestmensch" onder 't spelen Haar het geld ontstolen had. met in huis zijnde lapjes heeft rekening te houden en toch graag eens een gecom bineerd toiletje zou willen hebben. Deels uit eigen smaak, deels omdat men zulke beeldige stoffen ziet en ook wel omdat men eens zoo'n aardig japonnetje dragen zag. Welnu ik zag ook eenige zeer aardige. Ik vond zo zóó aardig, dat ik ze maar weer oogenbliikkelijk voor ons „babbeltje" roquireercte. Niemand kon den dader vinden, En wij wensehen hem geen kwaad, Als bij enkel zijh vacantie Maar achter de tralies gaal TRUUB. SCHADELIJKHEID VAN ALCOHOL. Voor de geheelonthouders. Dr. Richardson uit Londen vertelt, dat hjj onlangs een jongen man door een een voudig experiment een doorslaand bewijs heeft gegeven van de schadelijkheid van alcohol» De jonge man prees de eigenschappen van spiritualia en ze vooral als onontbeerlijk voor een nor maal gesteL Toen liet de dokter zich den pols door hem voelen en vroeg hem nauwkeurig de slagen te willen tellen. Vier-en-zeventig, was het ant woord na een zeer nauwgezette opname. Toen ging de dokter op een stoel zitten en liet hem weer tellen. Nu is uw pols tot zeventig gedaald luidde het uit den mond van dén voorstander van het alco hol-gebruik. Daarna strekte de dokter zich uit op een canapé en de jonge man telde na eenige oogenblikken vier en zestig slagen. Nu volgde de opheldering. Als gij, aldus Richardson, u 's avonds ter ruste legt heeft het hart behoefte aan kalmte en als ge u op deze wijze uitstrekt, doet het in een minuut tien slagen minder, dat is. met zestig vermenigvuldigd, zeshon derd slagen maal acht uig-, maakt onge veer vijfduizend kloppingen gedurende den rusttijd minder. Daar het hart bij eiken klop zes onsen bloed uitstoot, zoo verschilt dat dertigdui zend onsen bloed per nacht. Die rust erlangt het hart wanneer ge it slapen zonder prikkelende dranken, eemt ge echter uw wijn of grog, dan ver stoort ge die rust; want de uitwerking van den aloohol is, dat hij het hart sneller doet kloppen en in plaats-van verkwikt te wor den vermeerdert ge uw haftbewegingen. t Gevolg is, dat ge vermoeid opstaat en op den dag minder bruikbaar zijt, tot ge weer een kwantum aloohol hebt gebruikt om een gevoel van welbehagen te her winnen. Lei op je woorden. Twee mannen waren in een druk ge sprek gewikkeld over het zoo interessante onderwerp: de vrouw. Als je die moderne vrouwen van tegen woordig aanspreekt, moet je teveel op je woorden letten, zei Jansen, £k mag ze niet. Hoe kom je daar zoo aan? vroeg Smits. Heb je wel eens iets van ze onder vonden? Ja, antwoordde Jansen. Onder geheimhouding wil ik het je zeggen. Ik heb Lizzy om haar hand gevraagd en ik zei: Liefste, ik zou met jou tot aan het uiteinde der aarde kunnen, gaan. Och je weet zelf wel, dat je je op zoo'n oogenblik niet precies rekenschap geeft van den in houd van je woorden. En, wat was haar antwoord? vroeg Smits. Ze zei: Nee, dat zou je nietl Ik vroeg waarom dan niet en ze antwoordde: Ten eerste, omdat ik niet ga en ten tweede, de aarde heeft geen uiteinde. BABBELUURTJE OVER MODE. Bedrukte en effen stof gecombineerd. Kort geleden bespraken wij het gebruik van diverse restanten en het verkrijgen van aardige japonnen daardoor. Natuurlijk is het opgebruiken van overgebleven lapjes een zeer peiüerige en nuttige bezigheid, vooral wanneer het resultaat gunstig ia. Maar even goed kan fart voorkomen dat man absoluut Dist Wanneer men het al te weelderig vindt om een geheel crêpe onderjurk te nemen, dan kan natuurlijk heel goed «me® vooringjurk oen onderstuk van crftpo de mouwen gezet worden. en Het eerste model was een geheel gladde japon van witte crêpe en daarover heen een zeer lange tunique van zwarte zijde met geborduurde witte patronen. (Dit was een geborduurd gekochte zijden, men kan echter ook zelf de patronen borduren.) Om nu aan één lengte genoeg te hebben was van effen-zwarte zijde, aan.de beide voorkanten en langs den onderkant een breede zoom aangébracht, die aan de ge borduurde zijde was verbonden door een witte ajoursteek. De revers en lange alippenkraag was van de witte crêpe ge maakt en de revers waren weer afgezet met een ongeveer 21/» clM. breede zwarte bies. Ook'de mouwen aan den onderkant hadden zulk een bisj, maar deze was 4 c.M. breed. Het tweede model is een geheel geplis- seerde jurk van koren'blauw crêpe dé chine. Op de 'borst- en rugbreedte wordt langs de hals een steekversiering in zwarte zijde gemaakt en een zwart satijn joeintuurtje ligt om de heup. Het man teltje, wat 'bij deze jurk gedragen wordt, moet z*n fond hebben in dezelfde tint als de jurk en mag van crêpe marooain zijn. Verder moet het met gezellige vruchten en blaadjes bedrukt zijn: oranjekleurige vruchtjes en groene blaadjes. Het man teltje wordt langs den gaheelen rand af gezet: eerst met een effen blauwe bies en daarna met een zwart satijnen dito. Wil men zeer mooi zijn, dan voert men het manteltje nog met de korenblaurwe crêpe de chine uit Het derde model is een complet of ensemble van marineblauw foulard- en bedrukte foulard: marine met beige bloemmotieven. Het lijfje is van de be drukte foulard met een halsafwerking en zijsluiting van. effen foulard en t heeft een zeer royale en lang afhangende lus en slip. Manteltje en rokje zijn van de effen foulard zijde gemaakt. Het mantel tje heeft als eenige versiering een kraagje van effen 'beige crêpe de bhine met ma rineblauwe steekjes versierd. Een heerlijk toiletje voor de wanne dagen. Dubbelzinnig. Een weduwnaar moest voor de courant een bericht opstellen van 't overlijden van zijn vrouw. Hij wilde vooral daarbij ver melden, dat ze bijna 121/, jaar gehuwd waren geweest Hij was echter 'geen stylist en na veel en zwaar nadenken plaatste 'hjj zijn kennisgeving aldus: „Heden overleed mjin 101/, bezetene echtgenoot* Overtroefd. Twee bluffers stonden tegen elkaar op te snijden bij den Niagara-watervaL Ik heb eens een man gezien, die hier tegen op zwom -- verzekerde de een. - Heb je dat met je eigen oogen ge zien? vroeg de ander. •—Ja, met mijn eigen oogen. begrijp ik niet bat je me niet herkent want die wmm lk. Toeken des fijda Hoe verdorven men ts. uébt u van dien fcolossalen diefstal bjj den bankier Goudsteen gehoord? De verdenking van den diefstal vlei op du buishoudster van den bankier. Maar door de bekwame verdediging van haar advo caat en gebrek aan directe bewijzen moert de sluwe vrouw worden vrijgesproken, boewei leider van t publiek van baar schuld overuigd was. Wat meent u nu, dat er met die vTOUw gesohlodde? 2e werd door het publiek vr ae t, misschien wel gelyncht? Mis, ze weid alleen met huwelijks aanzoeken. overstelpt! Ook oen compliment Louise, Ik zal je een belangrijk hoofdartikel voorlezen, zei de redacteur gewichtig. Luister dus good toe hoor. Mevrouw: Zeker, manlief, ik ben een en al oor. Meneer: En is je nu alles goed duide- lijk, wat ik in dit stuk demonstreer? Mevrouw: Volkomen, man, ik heb alles goed begrepen en Je geheel kunnen vol- gen, Meniheer: Dan Is bet goed. Dan weet He zeker dat ledereen het begrijpen zal. De dikke man viel -hijgend ln de tram neer; hjj had zooveel plaats noodig, dat de magere mijnheer die naast hem zat zich nog kleiner moest maken. Het wordt tijd, dat ze de jnenschen volgens hun gewicht laten betalen, sput terde de magere nijdig. Dat mocht u niet willen, zei de dik- ke, hem medelijdend opnemende, w*n| dan zou de bestuurder het waar9chijnijpt niet de moeite waar vinden om voor u te stoppen. (H. P.) Óf ik een goed huurder ben? Mijn laatste hospita schreide toen ik weg ging! Hier geen knn» op; u moet vooruit betalen. DE IJVERIGE DAG. Eiken dag heeft zijn eigen Elf, die 00K Dag heet. Zoo is er in Elfenland de 1 Januari-elf, de 2 Januari-elf, enzoovoort, het heele jaar door. Nu was er één heel Ijverige Dag. Als hjj op school geweest was, zou hjj vast en zeker altijd nummer één zijn. Hjj zou al tijd opletten en ook thuis zou hjj nog tel kens vlijtig aan het leeren zijn, terwijl de andere Dagen speelden. Maar hjj was niet op schooL En zijn eenige plicht was, om één. dag in het heele jaar in de wereld te versche nen. Dat waa al! De kleine Dag vond het jammer dat hjj niet Aken dag ln de we reld mocht komen. (Er zijn heusoh van dis wezens. Al zal je het mischlen niet geloo- ven. Ze hebben vreeseljjk het land aan va. eantiedagen). Maar dat was niet moge lijk. Elke Dag had eenmaal lp het Jaar zijn plicht te doen. ,Jk zal zooveel doen, als eenigs- zina mogelijk la," zei de Dag bjj zichzelf. „Hoe zal ik (mezelf nuttig maken ln de wereld?" Wacht, daar kreeg hjj een goeden in val. Ijverige wezens krijgen dikwijls een goeden inval, veel vaker dan luie wezens. De kleine Dag besloot zjjn tijd te ge bruiken met het poetsen van het gezicht van de Zon, zoodat ze zou glanzen en stra len en de heele wereld licht en vrooltik zou maken. De Dag nam een zachte doek, geweven van de fijnste spinneweb-draden, die je je maar denken kunt en wreef daar mee het gezicht van de Zoo, tot het blonk als een spiegeL En zoodra het weer even doffer werd het zonnegezicht blijft nooit lang blinkend, begon de Dag weer te wrijven. Geen vlekje, geen wolkje mocht er te zien zijn! De menachen op de aarde waren ver rast en verheugd, toen ze zagen, hoe licht het was en hoe licht het bleef den heelen dag door. En 's avonds konden de kincte- ren langer dan anders buiten spelen en de inenschen konden langer wandelen of fietsen of in hun tuin werken, of wat se anders voor liefhebberijen bulten moch ten hebben. Maar eindelijk werd de ijverige Dag te ruggeroepen naar Elfenland. Wat waren zijn armpjes moe van het wrijven. Maar wat blonk zijn gezichtje van vreugde, dat hij de menachen en kinderen op do aarde zoo'n genoegen had gegeven. Nu die wa ren hem dan ook wel dankbaar voor hel goede werk, dat hij gedaan had. En de kleine Elf dacht: Ik zal leden jaar, uls ik weer op aarde kom. even hard werken, om de menachen en kinderen zoo veel mogelijk licht te geven.Hij heeft trouw wooid gehouden. W e noemen hem den Langsten Dag; wat een heel eervolle naam moet wezen onder de Dag-eden, denk je niet? Zou Je ook niet wensehen, dat we meer dan een Langsten Dag hadden elk Jaar? Dan moch ten we vaker lang bulten spelen en dan hoefden we niet altijd zoo gauw naar bin nen, omdat de zou achter du wolken ver dween. Cofry Brens.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 12