Advertentiën.
5
it
Bestelt Uw drukwerk
bi) G. DE BOER Jr.
AMST ERDAMSCHE BRIEVEN.
Luchtgevechten. Concurrentiestrijd in de lucht. Onder valtche vlag
Reclame. Een record.
Een week van luchtgevechten. Aller
eerst, op Maandag, luchtgevechten van
gigantische, atmosferische machten die
elkander, in verwoeden strijd, het rijk be
twisten en hagel, onweer en een wervel
storm over ons land heen gaan. Een klein
staartje van het oorlogsgeweld der ele
menten ging ook over onze stad en Dins
dagochtend sprak men dan ook nog, met
een soort gemoedelijken huiver over het
noodweer van den vorigen avond en nacht
en vertelde elkander van ondergeloopen
kelders, afgewaaide pannen, het inslaan
van den bliksem in een toren waar men
„de blauwe vlammen zoo maar had zien
uitslaan" (toen de van verschillende kan
ten gealarmeerde brandweer kwam opda
gen bleek er echter van brand niets te
bespeuren) en meer zulke onschuldige
plaatselijke nieuwtjes. Totdatde eer
ste berichten over de catastrophe bij Bor-
culo en omgeving binnen kwamen en al
ler belangstelling plots naar het Oosten
des lands getrokken werd. Spoedig stroom
de een waar heirleger nieuwsgierigen,
zoowel nieuwsgierigen van professie:
Journalisten, persfotografen, bioscoop
operateurs, als amateur-nieuwsgierigen de
stad uit naar de geteisterde streken. Spoe
dig waren zij met hun sinisteren buit te
rug; uitgebreide beschrijvingen plus foto's
van de verwoestingen verschenen in de
bladen en Woensdagmiddag draaide er
reeds in twee onzer bioscopen een film
die ons tooneelen van de plaats des on-
heils voor oogen voerde. Steun-oproepen
gingen van verschillende zijden uit, ook,
helaas, eeh enkele van „onbetrouwbare
zijde"; er zijn nu eenmaal menschen die
steeds probeeren een plotselinge, onvoor
ziene situatie ten eigen bate uit te bui
ten. Gelukkig heeft men deze, min of
meer chaotische steun-actie nu reeds in
vaste banen geleid en de oplichters-uit
wassen den kop kunnen indrukken. Op
inlatlef van den waarnemenden burge
meester kwam n.1. het „Amsterdamsch
Comité 10 Augustus 1925" tot stand
waarin diverse hoofdstedelijke kopstuk
ken, met dr. van Aalst van de Ned. Han
delsmaatschappij aan het hoofd, zitting
namen en dat de centrale leiding zal ne
men van den van hier uitgaanden parti
culieren steun.
Het zijn sinds de menschen hun
vliegmachines uitvonden niet alleen
de elementen die elkander in het lucht
ruim het rijk betwisten. Met onze ver
overing van de lucht hebben wij ook onzen
concurrentie-oorlog, tot nu toe uitsluitend
op den beganen grond gevoerd, ook naar
hooger streken verplaatst. En de laatste
weken is er boven onze luchthaven Schip
hol een verwoed economisch luchtgevecht
gaande dat gelukkig nog wel niet in met
op elkaar ln-vliegende toestellen tot uiting
kwam, maar dat toch veel haat en nijd
in de gemoederen zaaide. Wat is 't ge
val? Eenigen thd geleden werd hier ter
stede de Ned. Wereldverkeer Maatschap
pij opgericht, die zich o. m. ten doel stel
de het luchtverkeer tusschen onze stad
er de industrie-streek aan den Roer te
bevorderen. Weldra werden dan ook en
kele Junker-vliegtuigen op dit traject in
de vaart gebracht. De nieuwe maatschap
pij trachtte voor haar verbinding reclame
te maken door er op te wijzen dat haar
toestellen „drie-motorig" en dubbel be
mand waren, wat dan een waarborg te
meer voor veiligheid zou beteekenen. Al
aanstonds werd door onze K.L-M. een fel-
vijandige en critische houding tegenover
deze nieuwe onderneming aangenomen.
Vanwaar, vroeg men zich af, deze plotse
linge vijandschap? Men wist tot nu toe
immers de K.L.M. van kleinzielige con-
dure restaurants, en zij bewoog zich in den
schouwburg of zij een geregelde bezoek
ster was. Wat ook de reden was voor deze
verkwisting, Margery kon er de bekoring
niet van ontkennen.
Om van het kantoor weg te hollen, en
Sauw een kop thee met koek te koopen en
an een heelen tijd aan een station van de
Under-ground te moeten wachten, is een
heel ding; om vlug in een taii naar den
schouwburg gereden te worden en luxieus
op de beste plaats te zitten met een inne-
menden, beleefden jongen man naast je, en
een rose doos bonbons op je schoot, was
iets heel anders. Margery genoot ervan
met de frissche dankbare vreugde van het
meisje, dat altijd gewend was geweest haar
beste kleeren aan de bus of den trein te
wagen en die haar eigen bonbons kocht
voor een kwartje het ons.
HL
Geluk en nieuw pleizier in het leven
maakte de jonge secretaresse mooi; haar
rangen werden gevulder' en rozig rood,
haar grijze oogen verloren hun peinzende
uitdrukking en straalden vroolijk en op
gewekt.
Eens op een dag had Mr. Harcourt een
van zijn periodieke uitbarstingen van
energie en verspreidde naar de vier hoe
ken van de aarde, via zijn secretaresse,
een bataljon van manuscripten, en een
paar dozijn beleefde brieven van 't spijt
mij zeer. Eenmaal verdiept in de noodza
kelijkheid om zijn schrijftafel op te rui
men zou zelfs geen aardbeving hem daarin
kunnen storen en het was een treurig feit,
dat die aanvallen dikwijls tegen 5 uur be-
Einnen. Het was zoowat half zeven toen
argery op haar flat kwam en haar hoed
en mantel op het kleine eiken ledikant
met de frissche bebloemde sprei gooide.
Meestal had zij er pleizier in om haar eten
klaar te maken, maar vanavond was het
haar zelfs te veel de tafel te dekken en
!;ezellig voor het vuur te zitten. Zij was
uist van plan zonder eten naar bed te
gaan, toen er aan de deur geklopt werd.
Het was Bradley, die op den drempel
stond, een kannetje aan zijn vinger ben
gelend. „Kunt U mij misschien een beetje
®elk leenen?" vroeg hij. „Ik snak naar
*offle, en die mijn werkster maakt, lijkt
wel vergif, daarom doe ik het altijd zelf."
ïwwl Jmmers met andere,
Engelsche en Fransche maatschappijen
die ook diensten van en naar Schiphol
hebben loopen, werkte zij steeds vriend-
schappelijk samen, ook al plukten derge
lijke maatschappijen dan min of meer
mede van de vruchten die de K.L.M. in
de mo'Miijke beginjaren geheel alleen, als
pionier, gekweekt had!
Het raadsel werd opgelost, toen de direc
teur van de K.L.M. kwam verklaren dat
hij geen eerlijke mededinging vreesde,
maar wel wenschte op te komen tegen een
mededinging onder valsche vlag. Hij be
weert n.1. dat deze „Nederlandsche" We-
reldverkeers Maatschappij een Duitsche
zaak is, een stichting van de Junkers-
iabrieken, dat haar Nederlandsche directie
een scfeijnvertooning is en dat zij met ka
pitaal werkt" waarvan de oorsprong
Duitsch ia „Zij beschikt" aldus deze di
recteur, „over fondsen, die niet genoemd
kunnen worden."
Inderdaad steekt er in deze geheim
zinnigheid, tegen dit werken onder val
sche vlag (dat door de andere „partij" wel
getracht werd op te helderen, maar toch
niet geheel kon worden weggepraat) een
onsympathiek element. Wij lijden in ons
land toch zeker niet meer zoo onder de
oorlogspsychose, dat wij een zuiver Duit
sche onderneming, alleen omdat zij
Duitsch is, geen eerlijke concurrentie-
kans zouden willen geven I Al zou, na
tuurlijkerwijze onze keuze toch allereerst
uitgaan naar een zuiver Nederlandsche
onderneming als de K.L.M. die, met Rijks-
en andere subsidies gesteund, zich wist
op te werken en te handhaven als een der
best-georganiseerde en veiligst-werkende
luchtmaatschappijen. Maar waarom dan
deze achterbaksheid? De zaak schijnt be
langrijk genoeg (gezien ook genoemde
subsidies en tevens deeventueele
consequenties Ih oorlogstijd!) om van
„officieele zijde" een onderzoek te doen
instellen en een objectief scheidsrechter
te benoemen in dit luchtgevecht tusschen
twee haat-bevangen concurrenten....
In den gewonen concurrentie-strijd, die
ook zonder haat, maar wèl met eerzucht,
gestreden kan worden is natuurlijk „het
publiek" de beslissende scheidsrechter.
Dat deze scheidsrechter bij zijn „vonnis
sen" afgaat op „de advertentie", iedere
zakenman weet het natuurlijk, maar er zijn
er toch nog ajtijd die het „gelooven in ad-
verteeren" min' of meer als modern „bij
geloof' beschouwen. Toevallig kwam ik
dezer dagen enkele sprekende, objectieve,
statistische gegevens tegen, die dit ge
loof echter met vaststaande feiten beves
tigen. En een krant reclame-medium
bh uitnemendheid! is zeker wel een ge
schikte plaats deze gegevens even mede
te deelen.
Het betreffende onderzoek werd inge
steld door de „National Trade Assoeiation"
in-Engeland en leverde de volgende resul
taten:
Vraag 1. Indien men- een winkel bin-
nengöat en er 2, artikelen van denzelfden
aard en van denzelfden prijs aantreft, ter
wijl voor één van die artikelen geadver
teerd is en voor het andere niet, welk ar
tikel wordt er dan gekocht? Antwoord:
87.6% personen koopen het geadverteerde
artikel, 8.6% het niet-geadverteerde, ter
wijl 8.8% onverschillig blijkt.
Slechts één persoon op de dertig koopt
dus opzettelijk artikelen waarvoor niet ge
adverteerd is.
Vraag 2. Indien men twee gelijksoor
tige artikelen aantreft van verschillende
prijzen en het niet-geadverteerde artikel
is goedkooper dan het artikel dat wel ge
adverteerd is, welk artikel wordt er dan
gekocht? Antwoord: 60.6% personen koo
pen het geadverteerde artikel, 24.2% koo
pen het niet-geadverteerde, 15.2% blijkt
onverschillig. van de menschen koopt
aus de artikelen waarvoor men reclame
maakt, zelfs al zijn zjj hooger in prijs!
Dit „reclame-intermezzo" kwam in me
op toen ik vandaag langs het Middendam-
terrein kwam en daar de schutting zag
verwijderen. „Een schat van een reclame-
vlakte" was het zeker maar hoe pro
reclame anders dan ook nooit heb ik
en met mij duizénde stadgenooten
een „schat" op dit gebied met zooveel vol
doening.... naar de haaien zien gaan.
't Is alsof de Gemeente, na zooveel ja
ren modderpoel en onzekerheid, thans, nu
„het plantsoen-besluit" er door is, ons
eens met een recordsnelheid van uitvoe
ring wil verrassen. Eerst zelfs waser
sprake van dat de geheele metamorphose
in.... 8 dagen gereed zou zijn, maar met
het oog op de nachtrust der omwonenden
(men had dan n.1. 's nachts mooeten door
werken) doet men 't nu iets langzamer.
Maar toch nog zoo, dat de heele zaak reeds
in begin September „voor elkaar zal zijn".
Bravo! Het „schot" dat er nu eindelijk
na 13 jaar wachten! in de zaak komt,
doet deugd!
De goedkoop® preek.
Jochem was heel erg kerkach en Jochem
was heel erg op de penning. Daarom
schaarde hjj zich in 't algemeen alleen
maar onder gehoor van dominee Poor-
tema, den zWaarsten van de twee predi
kanten, die dé „groote" kerk in zijn pro
vinciestadje bepreekten en daarom offer
de hij voor het kerkezakje nooit meer dan
een halven cent.
Maar zoo een of twee keer per jaar, als
hij zich op dagen dat de vrijzinnige do
minee Vrijman preekte, wat erg critisch
gestemd gevoelde, werd die waardig ge
keurd om zijn geloof te versterken en te
bevestigen, doch steeds ook a raison van
een halven cent kleinere munstukken
waren er nu eenmaal niet en om een
knoop of een steentje in 't kerkezakje te
doen, dat ging niet voor een man van
christelijke opvattingen en beginselen.
Dominee Vrijman kende precies, stuk
voor stuk, het kleine troepje dat onder
zijn gehoor was, telkens wanneer hij den
dienst leidde en hij wist van ieder hun
ner met volmaakte zekerheid, dat ze lang
aan den halven cent, waartegen hij in de
eerste jaren van zijn ambtstijd niet zelden
te velde trok, waren ontgroeid.
Daarom, toen 't eenige keeren gebeurd
was, dat er een halfje werd uitgeteld, na
dat Jochem bij hem ter kerke was ge
weest, wist hij met volkomen zekerheid
wie het steeds nog aandurfde om zich te
genover de armen zóó krenterig te gedra
gen en hij kon zich niet weerhouden Jo
chem eens even fijntjes onder handen te
nemen, toen hij dien ontmoette, enkele
dagen nadat die hem weer eens de klan
dizie had gegeven.
„Wel Jochem," begon hij. ,/k zag tot m'n
genoegen dat je weer es bij mij in de
kerk was, Zondag."
„Ja, dominee," zei Jochem, 'n beetje
beteuterd, omdat hij niet gewoon was te
worden staande gehouden door dien man,
die heelemaal niet van zijn kleur was,
I ,,'k wou wel weer es hooren wat je er nog
van maakte."
„En?" vroeg dominee, quasi-belangstel-
lend.
„Nou dominee," zei Jochem, bedacht
zaam zijn pruimpje bekauwend, „ik ben
bang, dat je 't nooit leeren zal, naar mijn
smaak ben je tenminste geen sikkepit
vooruitgegaan in al die jaren dat je hier
bent"
„Dacht ik al,'* bekende dominee met
een ernstig gezicht
„Zoo, en waarom dacht dominee dat as
ik vragen mag?"
„Nou, kijk es Jochem," zei dominee
droog, „ik heb gemerkt, dat 1 met jou
nog net staat als toen je voor H eerst bij
mij in de kerk zat: zoo n heele preek van
mij is jou nog nooit meer dan een halve
cent waard geweest."
Toen keerde hij zich om en liet Jochem
met een beteuterd gezicht staan.
Langer dan een jaar had Jochem noo-
dig om zijn woede te verteren over wat
die dominee hem gebakken had.
Toen eindelijk kon hij geen weerstand
langer bieden aan zijn lust om zich weer
eens te ergeren aan een moderne preek.
Maar toen, na afloop van den dienst de
diakenen den inhoud van 't zakje uittel
den, vonden ze geen enkel halfje: dat
gunde Jochem dien dominee niet, dat die
hem nóg eens zoo te pakken kon nemen.
Dan offerde hij in 's hemelsnaam nog
maar liever een halven cent extra.
(HbL)
„Natuurlijk. Komt U binnen." Margeryi
haalde een kan en vulde het kleine kan
netje. Het licht viel op haar bleeke ge-1
zicht en vermoeide oogen en op het voor
hoofd van den man kwam toen een rimpel.
„U bent zeker doodop", zeide hij. „Ik
draai Harcourt morgen zijn nek om".
Margery forceerde zich om te glimla
chen. „Ik wilde juist naar bed gaan'legde
zij hem uit. „Ik heb vanavond een gevoel
of ik vijftig ben."
„En ik wed, dat U nog niet gegeten
hebt. Nee, ik dacht 't wel vrouwen zijn
allemaal gelijk." Bradley zette de kan neer,
zijn blauwe oogen hield hij onderzoekend
op het verdrietige gezicht van het meisje
gevestigd.
„Ik ben te moe", begon Margery.
„Natuurlijk bent, U dat, maar ik niet."
Hij trok de blauw overtrokken makke
lijke stoel bij het vuur en verzamelde alle
kussens die hij kon vinden.
„Hier gaatu zitten. Ik heb het bevel,
hoor, en al wat U te doen hebt, is te ge
hoorzamen. Ik ben een eersteklas kok en»
ik heb beneden zoo'n leuk komfoor."
„Zoo!" ging hij triomfantelijk verder,
terwijl hij het vuur oppookte. „Nog een
oogenblikje, dan gaan wij eten. U hebt er
toch geen bezwaar tegen, dat ik 't tezamen
met U doe, wel?" riep hij vanuit de keu
ken, waar hij met het servies aan 't ram
melen was.
„Bezwaar er tegpnl Ik vind het heer-
lijk." Margery gaf een zucht van volkomen
tevredenheid, nog nooit in heel haar harde
werkleven was zij het voorwerp van zoo
veel zorg. geweest. Ze vond het verrukke
lijk en verbaasde zich een beetje. Als In
een droom keek zij toe, terwijl Bradley
met vlugge handen de tafel klaar zette en
vreemdsoortige dingen uithaalde met een
nikkelen komfoor.
„Ooit kreeft en mayonnaise gegeten?
vroeg hij vroolijk. „Nee, dan weet U niet
wat leven is. Wat een geluk, L hebt bruin
brood; dat is het eten bij kreeft en mayon-
naise."
Een gevoel van groote tevredenheid en
behagelijkheid kwam over Margery; het
was verrukkelijk om in staat te zijn, eens
even volkomen passief te zijn, te voelen
dat, al was 't maar voor een uur, er een
sterke arm en een bekwame hand was tus
schen haar ea de strenge wereld, waarin
ze leefde.
En Bradley, die zijn koffie dronk uit een
van de twee rose kopjes met goud, die haar
trots en vreugde waren, vond zijn kame
raad lieftalliger dan ooit.
„Ik geloof niet, dat het goed voor U is
om alleen hier te wonen", zei hij, toen hij
alles wegzette; hij stond op het haard
kleedje en keek haar aan met een erg
zachten glimlach op zijn flink, vroolijk
gezicht.
„Ik zou mijn flat niet kunnen opgeven",
zei Margery tegen hem, en hief haar eer
lijke grijze oogen naar hem op. „Ik geloof,
dat ieder meisje verlangt naar een hoekje,
wat zij haar eigen noemen kan, een
hoekje, waar zij zich geheel vrij bewegen
kan en haar smaak in cretonnes bot kan
vieren. Dat is nu een meisje aangeboren,
en als ze niet trouwt, is dat het eenige wat
ze heeft."
Bradley knikte, terwijl hjj de hand nam,
die zij hem toestak. Tot nu toe was er niets
dan een vrije kameraderie tusschen hun
geweest; nu bracht iets in zijn aanraking,
een blik van bewondering in zijn oogen,
een vlugge blos op Margery's wangen; zij
wierp een verlegen blik op zijn ernstig
gezicht.
De beschuldiging trof doel; hij liet haar
hand los, en, met een vriendelijken raad
om dadelijk naar bed te gaan, ging hij
naar zijn eigen ^oning.
Toen Margery 't zich gemakkelijk ge
maakt had in haar kimono en pantoffels
en haar krullend haar bij het vuur bor
stelde, begon haar geweten haar afschu
welijk te kwellen. Haar bedrog kwam haar
verschrikkelijk en onvergeeflijk voor. Wat
zou hij zeggen als hij het wist? Zij had
gedacht er mee door te kunnen gaan, maar
in haar binnenste wist zij nu, dat er vroe
ger of later een tijd komen moest, dat het
hem verteld moest worden! Zij was een
vrouw, en de aanraking van zijn hand had
haar verteld wat zijn lippen nog verzwegen
hadden.
IV.
Het was drie weken later, toen Bradley
plotseling ontdekte, dat hij al zes maanden
op „The Regent" was, en besloot bij die
gelegenheid eens feest te vieren. En daar
het lot had beslist, dat het op een Zaterdag
zou zijn, was hij van plan dit bulten te
gaan doen, en om tien uur stond er een
mooie kleine grijze „Two-seater" voor de
Postduivensport
Zondag 9 Aug. hield do postduivenver. „Hol
lands Noordpunt" haar 5e wedvlucht niet jonge
duiven vanaf Mons (BelgiS), 284 KjM. Aan
dit concours-werd deelgenomen door 96 vogel»,
welke met 'een Z. wind en* heldere lucht
morgens 9.40 in vrijheid werden geeteld.
Deze vlucht U nu eens, in tegenstelling met
de vorige jonge duivenvluchten, zeer prachtig
-verloopen,. Profiteerende van den gunstigen
wind, welke één uur voor de thuiskomst der
vogels nog iets in sterkte toenam, waarvan
een goede plaats op de ranglijst van het pro
vinciaal concours het gevolg zal zijn, bereikte
met een snelheid van *79.6 KM. per uur do
eerste vogel reeds om 1.13.23 zijn hok, de 20e
om 1.28.37, zoodat in even 15 minuten, de prij
zen verdiend waren.
De prijzen en diploma's werden op deze
vlucht als volgt behaald:
C. Puhl le, 10e met 15 pnt. en zilv. med.;
E. N. Heiligenberg 2e, 10e imèt 14 pint.; J. Neb-
belimg 3e, 17e met 13 pnt.; C. Buis 4e, 19e
met 12 pnt.; H. Jl Bok 6e, 16e met 11 pnt.;
C. Swennen 6e, 9e, 20e roet 10 pnt; H. v. d.
Giessen 7e roet 9 pnt; 'J. v. Doorn 8e met 8
pnt.; M. van Dijk 11e met 11 pnt; A. Felkers
12e met 4 pnt; F. Scholten 13e, 14e roet 8 pnt
en P. Spruit 15e met 1 pnt
De etahd van het kampioenschap jonge
duiven is thans van de eerste 8 liefhebbers:
1. Nehbeling 47 pnt; 2. Puhl 45 pnt; 8.
Heiligenberg 43 pnt; 4. v. Dijk 34 pnt; 5.
v. Doorn 34 pnt.; 6. Buis 33 pnt.; 7. Bok 31
pnt; 8 Swennen met 30 pnt
Gezien bovenetaanden stand zijn er nóg ver
schillende kampioenspretendenten.
Het vervliegen van het rijwiel loopt ook op
het einde, van de vijf daarvoor bestemde vluch
ten moet alleen op 16 Aug. Qhimay, 326 KM.,
nog vervlogen worden. Het stelsel hiervoor
gaat per aangewezen vogel. De eventueele
winnaar schuilt onder: v. Riel, 62 pint.; Neb-
beling 60 pnt.; Hendrikse 49 pnt; Swennen
47 pnt.; Puhl 46 put.; Bok 45 pnt en v. Doorn
44 pnt; de andere liefhebbers zijn reeds uit
geschakeld.
Zondag 30 Aug. laatste navlucht jonge dui
ven vanaf Complègne, 417 K.M. en navlucht
oud en jong Roosendaal, 168 K.M.
Anna Paulowna.
De postdulvenvereenlging „Altijd Verder"
hield een wedvlucht vanaf Eindhoven, met den
volgenden prijzenuitslag: 1, 2, 3, 7 en 8 do heer
Th. Rooms, 4, 11 en 13 dë -heer Jb. v. d. Hoo
naard, 5 en 6 Gebrs. Raaijmaker, 9 Gebis. van
den Berg, 10 Gebr. Ter Burg, 12 de heer D.
Blaauboer en 14 Gebrs. Harthoom.
De volgende wedvlucht vanuit Vaals.
deur van Craven Mansions.
Het was een volmaakte voorjaarsdag;
kleine schapenwolkjes dreven vroolijk
door de blauwe lucht; bleek-gouden zon
licht maakte het blinkend pad licht voor
het kleine wagentje, en in de tuinen staken
narcissen hun gele kopjes omhoog en
hyacinthen, rose, blauw en wit geurden
heerlijk,
Bradley reed met het gemak en de rou
tine van een vakman; zijn kennis van den
motor was een van de dingen, die Margery
bevreemdden, evenals zijn dure motorjas.
Maar het eenige dat, vandaag haar vreugde
temperde, was de gedachte aan de beken
tenis, die ze hem moest doen ais, als,
wel, als er gebeuren zou wat haar vrouwen-
instinct zei dat gebeuren moest.
Zij aten brood in het wagentje, dat
Bradley aan den rand van een schemerig
groen bosch had gereden, waar de sleutel
bloemen eén fluweelen karpet voor de
voeten maakten. Margery wfide zich niet
verbazen over de buitensporigheid, waar
mede de kostbare picnicmand voorzien
was, en at verheugd haar wildpasteitje en
kreeftensla. Zij hielden stil bij een dorps
herberg. Een vroolijke waardin zette haar
beste beentje voor met haar eigen ge
maakte cakes en jam en zij zaten gezellig
aan een tafel, die aan het venster gezet
was, met uitzicht in den boomgaard, dien
een tooverhuis leek van rose en witte
bloesem.
Na de thee wandelden zij in den boom
gaard en keken naar de zon, die in een
tooverpracht van rood en goud achter de
purperen heuvels verdwijnen ging.
De laatste stralen vielen op Margery's
haren toen ze terug wilden gaan; zij zag
er innemend en heel, heel gelukkig uit.
Michael Bradley legde zijn arm plotseling
om haar heen, en een oogenblikje maar
leunde zij tegen hem aan in een siddering
van geluk.
„Margery, mijn meisje ik houd van
je", fluisterde hij, en boog zijn hoofd naar
't hare toe.
Maar Margery maakte zich los uit zijn
omhelzing, haar oogen groot en vol ver
twijfeling, haar lippen trillend.
„Ik weet niet, hoe ik 't je zeggen moet",
zei ze. „Ik ben zoo bang, dat je me niet
zult vergeven".
„Ik vergeef je alles, lieveling", beloofde
hij, terwijl htj haar teeder aankeek.
Aangemoedigd door ityn lachje, door het
Den 27en Augustus 1925
hopen onze geliefde Ouders,
fj JACOB QERRIT HERDERSCHEE
3| en
WILLEMPJE v. d. WERKEN
hnn 12t/a-jarlga Echtvareenl-
glng te herdenken.
Hnn dankbare Kinderen.
Helder, Onrust 29.
«i
«I
Den 29sten Augustus 1925
hopen onze geliefde Ouders
en Schoonouders,
JAN FREDERIK STUART
en
AAFJE WAKER,
hunne 30-Jarlga Echtvereni
ging te herdenken. Dat is
de wensch van
hnn dankbare Kinderen.
Helder, 15 Augustus 1925."
t. d. Dujjn v. Maasdamstraat s8.
In plaats van kaarten.
Heden overleed tot onze
diépe droefheid, na een
langdurig l(jden, onze ge
liefde Zuster,Behuwdzuster
en Tante,
RIEKJE PAANS,
in den ouderdom van 44jaar.
Helder, 14 Augustus 1925.
Laan 42.
Namens Familie
PAANS.
Heden overleed plotseling,
ten huize van onzen Zwa
ger en Oom, de Heer J. de
Jong te Akersloot, onze
innig geliefde Man en zorg
zame Vader,
WULPHERT BRIZEE,
in leven Elee. Techn. Opz.
der Marine te Vlissingen,
in den ouderdom van 54 jaar.
Akersloot
Kerkbuurt,
j 14
1925.
ZJjn diepbedroefde
Echtgenoote eu
Kinderen
M. M. BRIZEE—
Timmerman.
LENA.
WULPHERT.
De begrafenis zal plaats
hebben te Helder op Maan
dag 17 Augustus 1925, des
n.m. 1 uur.
vertrouwen, dat zijn open gezicht en eer
lijke blauwe oogen hem gaf, vertelde Mar
gery hem haar armzalig kort verhaal.
„Ik voelde mij zoo eenzaam", zei ze, erg
meisjesachtig en schuldbewust in haar
angst, „en ik verlangde zoo naar een beetje
pleizier niet het pleizier van ieder dub
beltje omdraaien voor je 't uitgeeft, maar
het werkelijke pleizier, dat andere meisjes
schijnen te hebben. Je zag er zoo groot en
zoo beschermend uit, en ik ik voelde,
dat ik zoo'n aangenamen tijd moest hebben
waar je van sprak, zelfs al kreeg ik het
onder valsche vlag."
Michael Bradley lachte toen hij haar
naar zich toe trok.
„Ik heb ook iets onder valsche vlag ver
kregen",* bekende hij, „dus zijn we quitte.
Wat zeg jij ervan, lieveling, als ik je ver
tel, dat ik geen tobbend journalist ben,
dat mijn achternaam heelemaal niet Brad
ley is en dat mijn vader een groote uit
gever is in de Vereenigde Staten?"
„Wat is je naam dan?"
Margery hief haar hoofd op van zön
breeden schouder, geluk en opluchting in
haar lief gezicht
„Michael Bradley Wilson", zei hij, ter
wijl hij een glimlach onderdrukte.
„Toch niet de zoon van Mark Wilson, de
Magazine Koning van New-York?"
„Juist, mejuffrouw". De jonge man
knikte vergenoegd. „Ik kwam hierheen
om een kijk te krijgen op de Engelsche
manier van tijdschriften uit te geven.
Daarom veranderde ik mijn naam, anders
zouden zij mij niet achter de schermen
hebben laten kijken. Ik heb mijn vader in
de zaak geholpen, maar ik ben nooit een
ondergeschikte geweest, daarom was een
deel van m^jn onwetendheid echt", besloot
hy met een ondeugenden glimlach.
„Dan te denken, dat ik je van verkwis
ting beschuldigde", mompelde zij, „en Mr.
Harcourt behandelde je als een onervaren,
niets-wetend journalist! Wat zal hij zeggen
als hij 't weet?"
„Ik geef er geen steek om wat hjj zegt,
liefste", zei Michael „Het komt er op aan
wat jfl zegt."
Als antwoord ging Margery op de punt
van haar kleine grijze schoentjes staan en
hief haar gezicht naar hem op. „Ik zeg,
dat je een schat bent", fluisterde zjj zacht,
en hun lippen ontmoetten elkaar.
i.. kJW» i
TC
T