De Praktijk vao Helder
HELDERSCHE COURANT,
Popufa*r Bjvoegsel van de
Zonderlinge lotgevallen
in het Dagelijksch leven
van ZATERDAG 22 AUG. 1925
NO. 189 (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
SSÜ5*;
BIJGELOOF EN KWAKZALVERIJ.
Zonderlinge geneesmiddel^.
Bijgeloof en kwakzalverij gaan ook nu
nog samen, maar In de oudheid tierden
ze toch weliger dan thans. Al» men maar
het goed geloof bezat, dan was men.tot
heel wat in staat. De in onze oogen meest
dwaze middelen werden als probaat aan
bevolen bij ziekten, onheilen of rampen,
of ter voorkoming daarvan.
Vooral menschenvet speelde een voor
name rol. In t laatst van de 18e eeuw
kreeg de beul te Parijs voortdurend aan
vragen om vet van den gehangene, dat
als een uitstekend middel gold voor zwe
rende borsten bij kraamvrouwen.
Als middel tegen de koorts werd aan
bevolen de zleikenbrlefjes op den hals te
hangen, met teksten uit het Evangelie van
Johannee.
Tegen rooden loop werd als heilzaam
middel aangeprezen het innemen van fijn
gemalen mensohenbeendezen, of ook wel
het bloed van een haas.
Kale hoofden trachtte men weer met epn
weligen haardos te doen begroeien, door
gedroogde kattendrek te mengen en azijn,
en daarmede den kalen schedel in te smo
ren. Ook tot oaah verbrande bijen, en die
asdh over hot hoofd gewreven, bevorderde
den haargroei.
Wilde men beveiligd zijn tegen roofdie
ren, dan had men zich slechts in te wrij
ven met leeuwenvet Fijngestampt© ge
droogde krabben gold als probaat middel
tegen den beet van een dollen hond. Als
men last van vlooien had, dan besmeerde
men zich met het vet van een egel of het
men zich met het vet van een egel of met
bloed en vet van een beer. De vlooien aas
den daarop en bleveiuer aan vastkleven.
Ook voor den stal past men allerlei won
derbaarlijke middelen toe. Men gaf de
k i pen te eten van den lever van een vos
en nooit zouden zij meer door Reintje las
tig gevallen worden.
Hing men boven de schaapskooi de
staart van een wolf, dan fcon men veilig
gaan slapen, want geen wolf zou het wa
gen de schapen te naderen.
Teneinde den ezel het balken af te lee-
ren, had men slechts een steen aan zijn
staart to binden.
Om de koelen tegen ziekten te bescher
men bond men ze een stuk hertshoorn om
den hals.
Wijn, waarin de maag van eéh ram ge
kookt was, gaf men aan de schapen als
voorbehoedmiddel tegen ziekten.
Om de vermenigvuldiging van de dui
ven te bevorderen hing men in het hok
het bekkeneel van een ouden man. Ook
kon een fleschje, gevuld met melk va6
een zoogende moeder In het hokNgehan
gen dezelfde diensten doen.
Wilde men een hond aan zich getrouw
maken, dan gaf men hem slechts een kik-
vorsch te eten, of ook wel een stuk brood,
dat men oenlgen tijd onder de bloote ok-
selen gedragen had
Zwaluwnesten worden aan de woningen
niet geduld, want die beteekenden armoe
de. Daarentegen werd gaarne gezien, dai
de musschen op het huis hun nesten bouw
den, omdat dit zegen meebracht
Als het kind niesde, zei de moeder haas
tig, God zegene mijn kind, dat het geen
beest worde.
Dat was dan bfl wijze van bezwering,
omdat het niezen beschouwd werd als oen
aanraking met den boozen geest
ZOMKkW KKI .DE
Ze hadden de oenten binnen en moeilijk
en eerlijk verdiend. Zóó van het ketelbik
ken, wat een warm en vuil werkje was ge
weest, stapten ze aan wal met hun roet
zwarte tronies en handen en hun zwarte
werkpakje.
Daar stonden ze nu met het verdiende
geld in de knuisten, klaar om het aan
stonds naar moeder te brengen, die im
mers weer voor hun onderhoud had te zor
gen.
Het was voor hen een verademing daaf
staande op den wal, ver vas dó hitte van
den kete[. Doch daaraan hadden ze niet
genoeg. Het zonnetje piekerde ook hier
De vijfde aL
Ben heer komt te laat op oen concert.
Als hij Is gaan zitten vraagt hfl fluiste
rend aan zijn buurman:
Hoever zijn ze al, mijnheer?
De vijfde Symponie van Beethoven,
mijnheer.
De vijfde al?vraagt de heer ont
hutst. O, ik wist heusch niet dat ik zoo
veel te laat was!
op hun bodies en het water in de haven
zag er zoo heerlijk uit- Het lokte hen,
want ze voelden groot© behoefte zich eens
lekker af te spoelen.
Het duurdO dan ook niet lang of „Joemp",
daar ging er een met pet op en klompen
aan van den steiger te water en toen hij
boven kwam had hij de pet nog op en de
klompen nog aan de voeten. Dat stak efen
anderen ketelbikker aan en „joemp", ook
die schoot onder water, eveneens nog met
de pet op, daarna een derde en het was
alsof een stel brulnvisschen achter een
school haring zaten, zoo snoven en blie
zen ze.
Echte waterrotten, die toonden, dat het
echte Jongens van den buitenkant waren,
die geen zomer voorbij hadden laten gaan
om hun ribbehkastjes te loten overspoe
len door het zeewater en armen en bee
nen uit te slaan om zich drijvende te hou
den en te loeren zwemmen. En ze ver
stonden de kunst, want het was absoluut
geen bezwaar, dat ze de klompen aan had
den; ze roerden zich geducht en hadden
jovele lol.
Het was echte zomerweelde.
Echte zomerweelde, zooals we ook aan
het strand de laatsto weken hebben kun
nen waarnemen. Wat een heerlijkheid
voor honderden menschon, kinderen zich
zoo vrij on frank door het heerlijke zilte
nat te kunnen laten afspoelen en zich te
kunnen verkwikken In het water!
Een geweldige ommekeer heeft er in de
laatste jaren in dat opzicht plaats gehad.
Op de velen heeft het voorbeeld van de
enkelen, die er mee zijn begonnen een ge
weldigen indruk gemaakt en nu zijn ze
niet meer te houden de mannen, vrouwen
en kinderen.
Het ls een blijde opgewektheid daar
aan het strand en in het water; de lach is
niet van de lucht en levenslust dartelt de
oogen uit Zomerweelde!
Een andere vorm van zomerweelde is,
dat de dijk bezaaid ligt met zeegras, dat
met noesten arbeid en vlijt daar uit zee
is opgehaald en ter droging gelegd' en be
werkt om, als het wier gestorven is. den
weg te vinden naar de persinrichting,
waaruit het in pakvorm als gewild han
delsproduct de wefeld wordt ingezonden.
Bij noordelijken en noord-oostelijken
wind wordt het rijpe wier, losgeslagen ven
de wierwaarden of dat, bij het niaaien ver
loren is gegaan, in groote massa aange
spoeld. -
Zondftg h.v. lag het door den stevigen
wind aangevoerd, als groote rollen, tegen
den dijkvoet opgestapeld, wachtend op de
rappe handen, die het verder den dijk op
zouden sleuren.
De rijkdom, die de zee in dezen vorm
aanvoert is nog niet te versmaden. Het
zou wel aardig zijn een statistiekje te zien
van het aantal pakken wier, dat hier ver
werkt wordt. Daaruit zou dan kunnen wor
den opgemaakt welk bedrag op deze wijze
door de zee aan de gemeente wordt ge
schonken.
Vóór dat dit product echter ©enige waar
de vertegenwoordigt wordt er menige
zweetdroppel geëischt en mag men de be
werkers gelooven, dan geeft het een po
ver dagloon.
Vroeger kregen de wierbewerkers te
gen betaling van CO cent een consent van
rijkswege om op den dijk en de haven-
dammen voor een bepaald gedeelte daar
van wier op te halen.
Dit jaar ls daarin verandering gekomen
en heeft het lijk dat recht verpacht aan
een bepaald persoon bij wien de wierop
halers toestemming kunnen krijgen het
zeegras op een zeker dijkgedeelto te ver
werken. Zij zijn dan gehouden het wier
tegen een bepaalde som aan den pachter
te leveren.
Deze wijze osh§rt don wiorophelers niet
te bevredigen en, zijn we welingelicht, dan
is de ambitie tot wierophalen thans niet
bijster groot
Voor onze plaats schijnt het o.L van be
lang, dat b.v. de Economische Oommissio
daaraan haar aandacht schenkt opdat de
rijkdom, die de zee ons hier geeft, zoo
wordon uitgebuit
voordeel ig mogelijk voor onzo plaats zal
ze .eigenaardige vorm van zomer-
weolde der zoo moet ton bate van onze
gemeente blijvend worden aanvaard en
al het mogelijke moet worden aangewend
om daaruit zooveel mogelijk voordeel te
blijven trokken.
KB
HET BOKJE.
Het verstoorde speL
Het geval speelde zich af op een stuk
land, drassig en laag, even bulten de stad,
of liever aan den zelfkant want 't stuk land
lag in een door Amsterdam geannexeerde
gemeente. Op het land waren eenige jon
gelui van «eventien jaar of daaromtrent
aai^ het korfballen.
Een paar zaten op een bank dicht bij
de heide het spel aan te zien en waar
schijnlijk uit te rusten, want, gezien hun
modderige gymschoenen, schenen zij al
goed meegedaan te hebben.
Aan den anderen kant van de heining
graasde een bokje. Het beest zat vast aan
een lang touw, dat met een lijn aan den
grond bevestigd was en het dier liep in
een cirkel rond' de pin, bleef staan met
den kop naar het korfbalveld gekeerd, als
ware hij een sportliefhebber.
Telkens langer stond hij stil en keek,
en opeens nam hij een vervaarlijken
sprong, waarschijnlijk aangetrokken door
het zien van een paar bokkesprongen,
door sierlijke korfbalmeisjes gemaakt
Door den schok rukte het bokje de pin
uit den grond en met een sprong was hij
over de omheining en tusschen het troep
je spelers dat uiteenstoof, de dames met
gilletje, de heeren met gemopper. Het paar
op de bank sprong op en snelde te hulp,
met als resultaat een opengescheurd»
mouw van den een en een modderbad van
den ander.
De jonge dames hadden zich verscholen
achter het kleedhokje, de jongeheeren, vijf
in getal, trokken in_gesIoten gelid op het
bokje *af, dat zich van den verlaten korf
bal had meester gemaakt en ijverige po
gingen aanwendde er een van zijn horens
in te boren.
Met veel omzichtigheid gelukte het een
der jongens het touw te krijgen, waarop
de bok het op oen loopen zette, naar zijn
eigen terrein, den jongen met zich mefe
trekkende tot aan de heining.
De bok sprong er over, de Jongeling
er over heen, trachtte tevergeefs het touw
los te maken dat eenige malen om zijn
hand' gewonden waa
Toen verscheen de eigenaar van den
bok en hielp den ridder van de droevige
figuur.
Langzaam, zijn pijnlijke hand wrijven-
IN HET ZWEMBAD „ZEEBURG".
De eerste duik van de sprlnkplank onder toezloht van Badmeaater Hofland.
Zou'k't doen 'kis nogal diep- twee..| effe v^shïenlWat zegt 01 Ik durf best... Eén.twee... jGeefm'
lihp!..
I Ge bad me vanmiddag moeten zien,
08l 11 ztg, toen 'k m'n eerste duik nam
I van de booge plank schitterend
DE AMSTERDAMSCHE REDDINGBRIGADE.
De Eerste Plicht van Holland is:
door
CAREL J. BRENSA.
zwemmen!
Zwemmen en zwommen Is twee!
Eu zoo viel dan in den meest letter
lijken zin van 't woord de geheele Amster-
dasnsdhe Reddingsbrigade in het water!
[Na d© korte gilletjes van de vrouwen
in den omtrek, dio natuurlijk in de eerst©
oogenblikken niet wisteh wat er gaande
was, werd liet eun JadLeu en bewonderen
door elkaar.
Tri secties van vier op commando
van den algeaneenen leider der demon
stratie sprongen de AJLB.'ers van de
hooge leuning van de Nieuwe Ajmetel-
brug, gekleed' en wel zoo ze redlclen en
aeüden mannen en vrouwen door el
kaar en als "t ware zoo van de train of de
kzaalenknlip gestapt
(Het werd oen fonmeele optocht! -
Vier vier formeerde uien zich in
het water en ln deze formatie bleef uien
aanvankelijk. Ten laatsto waren alle deel
nemers en deelneemster! te water en ln
een gesloten colonne aanvaardde men
zoo genoeglijk ouder elkaar den langen
tocht naar het ólubhula
Achter het geheele eskader dreef nu
een groote motorboot niet den leider er in.
Dezen leider had ik al vroeger bezig
gezien. Het was de heer J. W. van Ge
inen, secretaris van de A. R. B„ maar
behalve dit algemeen leider en hóofd-in-
structeur van d© zwemmers en chef van
de instructeur» en hulp-instructeurs van
d© Reddingbrigado. Plus de lnstructrloes
vermoedelijk.
Eenige avoiiden tevoren had ik hem
Juist aan hot werk gezien in de zwern-
inrichting „Zeeburg" en uit zijn optre
den was me al dadelijk het werk en de
betaekenis van de, A. R. !B. duidelijk ge
worden,
Eten reglement of werfcpl&n neb Ik tot
dusver van de brigade niet pci6n,nwar ik
begrijp de zaak zoo: De A. R. B. maakt
propaganda voor het loeren zwemmen
niet alleen in d© eerste plaats, maar vtoon
het tot zulk een hoogte opvoeren van do
Individueel© zwemkunst, dat deze ieder
oogenblik kan worden toegepast ten lx1-
hoeve van anderen.
En waar het hier „zwemmen" geldt en
en waar dus het toepassen ten behoeve
van andieren, niet anders kan beteekenen,
dan het eventueel uit den doodsnood hol-
van anderen, daar is het duidelijk,
..at er wel geen meer lofwaardig streven
in de samenleving ls dan dit!
Koudweg gezegd. Men kan zich moei
lijk een vorm van hiüpvertoon voorstel
len, di© wel zoo boteekenisvpl is als deze.
En in*" zou willen roepen: De eerste
plicht voor Holland is: .Zwemmen!
En de tweede plicht van lederen zwem
mer en iedere zwemster is zich aan te
sluiten bij de Redding-brigade. Of als er
kan bij de Amsterdamache of er anders
goen is ln de plaats van inwoning, er ten
apeodlgste een op te richten.
Tot dezen slotsom kom Je door het aan
schouwen van het bewonderenswaardige
werk van d© Amstardamaahe zwemmers,
Als Je zoo weer li "n poosje thuis bent
bij Obelt aan het Y en Je «iet daar de
Y-mannen en Y-vrouwen zwemmen,
springen en polo-spelen.
En vooral ais je ©veneens m jkjosjo
trouw op „Zeeburg" komt en je zlot duar
wat ejr in het water uiogelijk is.
Neem inaar om te beginnen het perso
neel van „Zegburg" de badmeesters,
de instructeurs, hulp-instructeurs en 'bad
knechten.
Jonge, wat In zonderling© wezens «n
dat!
We hebben op school allemaal geleera
van de amphibleön oftewel vaxi de we
zens, die zoowei op het land als ln het
water leven,
Welnu: de nieuwste soort van ampM-
bieën zijn de mannen van Zeeburg 1 Of
ze op de steigers van de badiu richting
zijn of er toevallig naast in het water
dat ls hun alles hetzelfde. Gekleed of met
gekleed anet' In sigaar of zonder.^
Per ongeluk of .met moedwil of uit nood
zaak - ze zwemmen zonder dat ze t we
ten En ze zwemmen als viaschen, zoowel
als torren of alé"n klein motorbootje met
'n heoloboel schuim en wateiborrels ach
teraan. Als Je naar ze staat te kijken,
dan houden ze je met fn effen gezicht
voor de gek.
Want dan springt 'er h.v. een van de
springplank recht haar beneden. Weg
ia-ie.En Je kijkt ln bewondering en
je wacht in spanning.... Je tuurt op
het watergéborrel en je denkt waar blijft
die ventJe maakt Je al half ongerust
en je wil desnoods gaan telefoneeren
naar den geneeskundigen dienst
En als je dan toevallig opkijkt, dan
zit de knaap op zestig meter afstand je
hartelijk uit te lachen op het vlot
Ik geef het u te doenl
Als ik dan ftnT1 mezelf denk, dat lk al
proest en snuif en 't benauwd krijg als
ik eens heekemaal m'n hoofd onder de
waterkraan steek dan vraag lk me ln
gemoed© af hoe die mannen er van* bin
nen uitzien? Zouden ze kieuwen hebben
en "h blaas net als *n visch? Of zouden
ze onzichtbare zuurstof-apparaatjes aan
den binnenkant van hun zwempakken
hébben?
Ik weet 't niet Ik weet alleen maar dat
het nog lang niet alles is wat ze doen.
Ze zwemmen niet alleen, maar ze „leven"
eenvoudig in het water. Ze draaien en
en wentelen stoken even vaak met
hun enkele beenen boven water als *n an
der imet z*n hoofd. Ze ploeteren, ze sput
teren en ze zwemmen onmerkbaar. Ze
zitten ln *t water en op het water. Ze lig
gen ze staan ze loopen en glijden.
Ze zwemmen met hun armen alleen of
met hun beenen alleen of 2© nomen *n
zet van den steiger en doen heolemaal
niks. En ze drijven toch!
En als je zelf als Ietwat zenuwach
tig nieuweling *n boordeknoopje uit
je vingers laat vallen en het zinkt weg
in het diepe bassin nou: dan hoef je
je niet ongerust te maken. Je gaat naar
den badmeester en *t komt voor elkaar.
Voor eenige dagen geleden stond lk er
by hoe badmeester Hofland voor een on
voorzichtig zwemmer een gladde gouden
ring van den bodem terug haalde. En het
aahtal lorgnetten en sigarettenkokers en
zulke dingen, dat uit het diepe baSsin
te voorschijn wordt gehaald is niet meer
te tellen,
Zelfs overkwam het hem eens, dat hij
op verzoek van een zwemmer een.
bril naar boven haalde. Hij dook en dook
nog eens en eindelijk had hij de bril. Let
wel: drie en In halvon imetor onder den
waterspiegel en -in *n ietwat modderig
bodempja
Enfin: Htf heeft de bril ©n komt er mee
naar boven. Onderweg voelt hij, zoowaar,
dat er een glas uit deö bril valt. En in-
plaats van nu zooals u en ik zouden
gedaan hébben om er met goed fatsoen
of te wezen iniplaats van nu tegen den
zwemmer te zeggen: t Spijt me er is
*n glas uitgevallen. Nee zegt badmees
ter Holfand tegen <zieh zelf (allemaal
onder water, moet u weten) daar
valt "h glas uit den bril.Wacht effe.
effen terug koeren
En hy duikt en keert terug met bril
en.uitgevallen glas naar da opper
vlakte terugl
Zoodat ik maar zeggen wil dat het
01e niemendal zou verwonderen als het
personeel van Zeeburg mettertijd hun
boterham ging eten onder water inplaats
van -eer boven. En ais ze b.v. op een hee-
ten zomerdag wat loom waren en 's 'n
kwartiertje wou-en „tukken", dat ze dan
tegen elkaar zeideen: Jan let jij 's
even op —Ik ga 'n half uurtje onder de
trap van t diep© liggendaar is t
ruatig 1
Zoo zijn d© mannen van „Zeeburg".
En als j© ze vraagt: Wat ben je van Je
vak, dan zeggen ze: gemeente-Verkanan.
Dat noem ik eerst bescheidenheid!
Zoo zijn d© mannen (en d© vrouwen)
van de Amsterdamsohe Reddingbrigade!
Met dit verschil, ,dat dezen do zwem
kunst nog opvoeren tot ©en kunst van
stijl en van discipline, naast de kunst van
vrije oefening en technisch vaardig ver
mogen.
Om dit te beseften, moet men zo geudon
hebben op de oefenavonden op Zeeburg.
Als wanneer leider Van Geanon op het
vlot staat of op een van d© steigers en
ln het water gevallen brigade staat te
oomanandeeren als *n onderofficier "h
sectio recruten.
En het aardigste ls: DO rearuton
doen 1
Op commando gaan ze te water en op
commando k<jmen ze eruit. Op oommando
zwemmen ze en zwenken ze redden ze
'n kunstmatig gekweekte drenkeling of
zijn zelf weerlooze drenkelingen. Op
commando exoerceeren ze links uit de
flmik of rechts uit d© flank vooruit en
achteruit op de borst en op den rug
met tweeën en- met vieren ze maken
hi zwenking over-de geheele linie zonder
de richtlijn te verbreken of ze formoeren
*n oarree. Is ze allemaal precies t
zelfde. Meneer Van Geanen kan gedaan
krijgen1 wat hij hebben wil
ik verzeker u de jongens op de bin-
de (ma
doen 't niet beter!
nen/plaats van
papje
Nassau-kazerao
En dat ls dan allemaal 'bedoeld om
ais d© nood op een onbewaakt oogenblik
aan den man komt zonder wikken en
wegen klaar te wezen om den eveümensch
in het water te hulp te komen en van dén
dood te redden.
Het is waar: Het werk van Dorus Rij
kers lijkt greotscher en meer manmoedig.
Maar het verschil is.zoo groot niet. Bij
een stormramp d© kust, waarbij de
mannen vem de reddingboot hun laven
gaan wagens worden groote en moedige
dingen gevraagd. Maar' ze zien het aan
komen. Ze weten er ai van te voren v%n
af. Ze kunnen zich als 't ware 'n moment
prepareeren. En ze gaan gezamenlijk en
de menigte voert hen aan met bijval en
met trotsch om hun moed!
Maar stel u het simpele geval van een
lid van de reddingbrigade, die zich mo
reel en karakterljjk heeft verplicht tot
bulpwerleenen. Hij is slager of kruide
nier of reiziger of desnoods journalist
en als zoodanig altijd verzot op *n klein©
sensatie. Dan nog valt het om de dood
niet mee als je zonder aan iets to denken,
b.v., voor zaken, langs het vieze water
van de Amsterdamache Lijnbaansgraoht
loopt en daar struikelt 'n klein jordaan-
kind van den stoeprand!?
Dan zijn er geen opwindende elemen
ten. Dan- zijn er' geen golven en geen
schoten en geen woeste zee.
Dan is er niets anders dan "n echt
vies, weerzinwekkend en walging gevend
poeltje salpeterwater, waar een mensoh
in 110. En je moet er in! Al was je in
gedadhte in geen velden of wegen bij
zwemmen of bij water. Het schiet in Je
als 'n schok. Je moet handelen. En je
handelt Je denkt niet meer je kent
goen vrees en geen weerzin voor het vieze
water. J© springt en je duikt.duikt.
duikt.
Dat zijn de mannen van de redding-
brigade!
Ji. Zondag zag ik het nog bij de kam-
pioena-waterpolcHwedstrijden bij Obelt
Twee klein© schobbejakken waren te
hoog op de leuning geklommen. Ineens:
plons.plonsgeschreeuw V— ge
gil
Maar nauw hadden de Jongens het wa
ter bereikt of van zes verschillende pun
ten tjoempten zes mannen in het water.
>En het werd nu hi lach-lolletje wat
anders "n drama met dooden zou rijn ge
weest
Zoo zijn de mannen van de redding-
brigade!
On der de bedrijven hebben we d©
complete reddingbrigade, die daar Juist
van d© Amstol'brug gesprongen is, uit
het oog verloren.
Maar dat hindert niet Ze rijn immid>-
dels wat dichterbij gezwommen en we
kunnen ze nu wat beter zien. Ze brengen
juist die AJRJt-krijgskreet uit: (al zwem
mende)
Leve de Amsterdaonsche Reddingbrigade.
Hiep-hei.Hiep-hei.Hiep-haill
(Wordt voortgezet).
't Juttertje
Robtnaon.
-<r
1