T TWEEDE EN LAATSTE BLAD. PLAATSELIJK NIEUWS. MARINE-BEGROOTINQ 1926. r VAN DONDERDAG 17 SEPTEMBER 1925 Te Amsterdam slaagde voor het Exa men vrije en ordeoefeningen, mej. N. Wiegel, alhier. Vakschool voor Meisjes voor Helder en Omstreken. Bij den aanvang van het nieuwe school jaar werden 46 leerlingen tot den 3-jari- gen cursus toegelaten, waarvan 39 uit Helder, 1 uit Breezand, 1 uit Ewijcksluis, 8 uit Texel en 1 uit Wieringen, terwijl de klasse voor opleiding tot Huishoudkun dige aanving met 9 leerlingen, waarvan 8 uit Helder en 1 uit Anna Paulowna. Voor de cursussen in naaien en verstel len, in oostuumnaaien, in teekenen en stofversieren, meldden zich 66 deelneem sters aan. Het aantal deelneemsters voor den cursus in teekenen en stofversieren en koken is nog niet geheel voltallig. Zie advertentie in dit nummer. Van het eerste naar het tweede leerjaar werden bevorderd: E. v. d. Reyden, W. A. Blom, G. Boen dermaker, W. E. Bontes, A. Bouma, O. J. E. Collet, G. Coppens, H. E. Daalder, C. Dol, A. A. van Dijk, G. Flerie, J. v. d. Graaf, J. Bontekoe, M. J. Kramer, N. v. d. Heide, M. Hennekam, M. A. Jaarsma, E! Kalt, W. de Kloe, J. P. C. Köch, J. O. W. Kruk, W. G. Kruk, L. de Klerk, W. de la Fonteyne, O. Noordzij, J. v. d. Pol, M. J. Schilperoort, H. Schnitzendöbel, W. Smit, H. Sondorp, A. van Straaten, A. Sturk, J. Visser, A. J. van Weelde, G. Wulffelé, M. Mastenbroek, allen te Hel der; J. Bas, Tlxel; T. Keppel, Anna Pau lowna; A. Stammes, Anna Paulowna; N. Zander, Callanteoog. Vier leerlingen gingen voorwaardelijk over, 7 leerlingen werden niet bevordeid. Van het tweede naar het derde leerjaar werden bevorderd: A. Boer, H. M. Boon, O. H. Dauve, E. Dekkers, T. van Doorn, E. W. van Els- wijk, A. Fillerup, E. G. Hennekam, J. G. E. Schenkiua, H. Looy, M. H. Janssen, A. O. Janssonius, J. O. van Kalken. M. Kries, A. H. Kroonstuiver, A. Labout, S. Lak, O. W. v. cL Maas, A. M. Olivier, O. v. d. Meulen, M. Ooltof, P. M. Orelio, O. Ox, C. O. Riemers, M. H. Roomeyer, M. van Schijndel, F. H. Slik, P. Tomey, A. C. Veen, M. Veldman, S. Wiersma, al len te Helder; O. Dros, Texel", A. Gortzak, Julianadorp. 8 leerlingen gingen voorwaardelijk over, 4 leerlingen werden niet bevorderd. Na afloop van den 8-jarigen cursus werd het getuigschrift uitgereikt aan: H. Aland, N. Fokkens, A. Groen, J. M. Jongman, G. D. v. d. Laaken, J. Luidinga, M. Marsman, R. Nielsen, A. P. Pauli, G. Riemers, A. Rike, A. Simons, allen te 'Helder; N. Asjes, Oudesluis. 1 leerling verkreeg geen getuigschrift. 8 van deze leerlingen gingen over naar de opleiding voor Costuumnaaister. Het aantal dagleerlingen bedraagt thans: 141, het aantal cursusleerlingen 98, totaal 239. Wognum'n Zangkoor. Zondag 27 September zal het Wognutm's Zangkoor, onder leiding van den heer D. Saai Wz., in de Herv. Kerk alhier eene uitvoering geven. Meeting Jong Protestanten. Blijkens een advertentie in dit num mer organiseeren de Jong Protestanten op Zondag 20 dezer een meeting te Enk huizen, waar als spr. optreedt da. O. C. de Kloet, alhier. Opruiming van wrakken. Bij het Departement van Marine is door eenige Scheepvaartmaatschappijen ver zocht een onderzoek in te stellen naar de aanwezigheid van eenige wrakken, welke door de Engelsche Berichten aan Zee varenden waren gerapporteerd bij het lichtschip Noord Hinder, dooh waarvan de ligging niet met zekerheid was op te feven. Bedoelde wrakken zouden moeilijk eden opleveren bij de navigatie voor het aanloopen van het lichtschip. Zoodra het weer dit toeliet zijn j.1. Maan dag Hr. Ms. „Z 8" en de sleepboot „Drenthe' naar het terrein vertrokken, teneind# onder-den luit. t/zee lste kl. K. v. Aller het gebied af te visschen en de plaats der eventueele wrakken vast te stellen. Tot heden werd door genoemde vaar tuigen niets bijzonders gevonden. Paling. Sinds twee jaar werd er vanuit Dene marken hier heel wat paling aangebracht. Door de schaarschte hier te lande en de Èjoote vraag naar paling vonden deze idingen Deensche paling gereede aftrek. Bepaalden zich de eerste zendingen tot de leveranties door een firma in Dene marken, later kwam ook een andere firma hier een lading brengen. De geregelde afname had ook anderen ln Denemarken de oogen geopend voor het afzetgebied in Holland. Vermoedelijk is die mare verder ver spreid, want deze week kwam er een Noorsch visscbersvaartuig met Noorsche paling op de reede. Bij het lossen bleek, dat men de paling uit het bun niet tot het geheele quantum kon uitvisschen. Het bun, geconstrueerd tot het bergen van kabeljauw en schel- visch, leende zich niet tot het bergen van de, in wezen geheel andere vischsoort, paling. Eet eigenaardige feit deed zich nu voor dat het Noorsche vaartuig in het dok op 's Rijkswerf moest worden opgenomen om zoo de paling uit het bun te kunnen verwijderen. Demonstratie van Maggl's producten. De Maggi's producten, bestaande uit de bekende soeptabletten, bouillonblokjes en fleschjes aroma, zijn bij het Ne<jerland- sche publiek goed bekend en menige .huis vrouw bereidt er een smakelijk bordje soep van. Voor de Maggi-fabrieken, die te Zwitserland in het dorp Kempthal, geves tigd zijn, is dit geen reden om niet nog .n eerdere bekendheid er aan te geven. Voor eenige iaren teryg is reeds hier ter stede een kook-demonstratie gehouden, en gisteravond werd deze herhaald. In een korte inleiding zette de verte genwoordiger der fabriek het nut, de sma kelijkheid en voedzaamheid dezer Maggi- soepen uiteen en een filmvertooning, die vervolgens gegeven werd, gaf een duide lijk beeld van den omvang van dit reus achtige bedrijf. Behalve enkele uitheem- sche producten, zooals rijst en tapioca; die worden geïmporteerd, wordt alle be- noodigde grondstof zelf gecultiveerd. Daartoe zijn geweldige veestapels noodig, en de film laat ons zien van welke uitste kende hoedanigheid dit vee is. Niet alleen een runderstapel, maar ook paarden en varkens kweekt de fabriek zelve. De paarden zijn natuurlijk noodig voor de tractie, voor zoover die niet met auto's gebeurt, de varkens worden in hoofd zaak gekweekt om de groote massa's af val in hun gulzige magen te doen ver dwijnen. De enorme velden met groenten worden geheel machinaal bewerkt. Bemes ten, zaaien, ploegen, eggen, dorschen, alles geschiedt met de modernste land bouwmachines. Ook de bewerking in de fabriek is geheel machinaal, het product wordt, om zoo te zeggen, met schier geen hand aangeraakt. Dit neemt niet weg, dat voor de bediening der machines, voor het vee enz. nbg wel een duizend menschen noodig zijh. Van den geweldigen omvang van dit wereldbedrijf geven de films een goed denkbeeld, en de firma had de vriende lijkheid als toegiftje ons nog een paar zeer mooie natuuropnamen te geven: een vliegtocht boven de sneeuw-bergen, en een uiterst romantische reis van Ameri- lngezonden Mededeellng. WRIJF WAS voor vloeren en meubelen Da hecriyke zuivere tar- pentynwos van de Erdai rabnek te Amsterdam BrengtZonnv jlans en Dennantfeur in MubI kaansche regeeringsambtenaren, uitge zonden om de ontoegankelijke Groote Oa- nyon en Coloradorivier in kaart te bren gen. Daar tusschendoor presenteerde men de smakelijke gerechten der firma, een mondjevol soep, een likje bouillon, en dë vele aanwezige huisvrouwen kregen nog een boekje met recepten toe. „Musis Sacrum" was lang vóór 8 uur eivol en een groot aantal dames, die geen plaats meer konden krijgen, verdwenen, na eenigen tijd in de vestibule te hebben staan kakelen, in de hoop hedenmiddag gelukkiger te zijn. Want vanmiddag om half drie eerst en vanavond om acht uur vervolgens wordt de vertooning herhaald, zoodat er nog velen gelukkig zullen wor den gemaakt. Alles is gratis, maakt dus dat ge er bij komt, dames! Uit het Politierapport De politie stelt een onderzoek naar de oorzaak van deze burenbeleediging in. Dienzelfden dag deed iemand aangifte, dat uit zijn opslagplaats voor ijzer aan het zwarte pad (bij het Ankerpark) door verbreking van het hangslot was inge broken. Eenige voorwerpen, behoorende tot een snijapparaat, waren ontvreemd. In een woning aan den Ruijghweg is eveneens ingebroken?Tijdens afwezigheid van den bewoner had iemand door de achterdeur, toegang verschaft. De deur was gesloten geweest. Voor zoover kon worden nagegaan werd een klein bedrag aan geld vermist. Reorganisatie. Een Nederlandsche en een Indische marine. De verdeeling der kosten. Voor Neder land 2 millioen minder dan in 1925. Nieuwe aan bouw. De hertog Hendrik" weer in dienst. van het Aan de memorie van toelichting den minister van marine aJ. wordt volgende ontleend: REORGANISATIE. De regeering is van meening, dat de verantwoordelijkheid voor de verdediging van NedblncLië in haar geheel moet be rusten bij den minister van koloniën. Door het aanvaarden van een beperkte doelstelling voor de Indische weermacht toeh, is het karakter der maritieme de fensie van meer lokalen aard. geworden; voor de bescheiden taak, die de marine bij de verdediging der Nederlandsche kust heeft te vervullen, kan over het al gemeen met veel eenvoudiger materieel worden volstaan dan noodig is voor den dienst in Ned.-Indië. Wel is waar zal het, in geval van nood, onder bepaalde om standigheden niet geheel uitgesloten be hoeven te zijn, marinematerieel van het rijk in Europa ter versterking naar de deelen daarbuiten te zenden, doch het zou niet logisch zijn een systeem te bouwen op Iets, dat raon wel niet geheel uitgeslo ten behoeft te achten, doch dat als regel stellig niet bestaat De wederkeerige steun, die den grond slag vormde voor het huidige systeem en die in dë bezwaren, aan het tegenwoor dige stelsel verbonden, dqed' berusten, kan dus als basis voor de maritieme or ganisatie niet langer blijven gelden en mitsdien voert de riohting, waarin do ma ritieme defensie zich heeft ontwikkeld, noodzakelijk tot een marine voor Neder land en een voor Ned.-Indlë. Uit een en ander volgt dus, dat het grootste voor Indië bestemde deel der zeemacht, moet ressorteeren, onder het departement van koloniën, terwijl het deel bestemd voor het moederland, dat van veel geringeren omvang is, zal kunnen worden beheerd door het departement van Landsverdedi ging; de bemoeienissen van het afzonder lijk departement van marine zullen gelei delijk, naarmate deze overgang wordt uit gevoerd, inkrimpen, en ten slotte ophou den. Het materieel Ten aanzien van het materieel heeft deze organisatie het voordeel, dat ieder schip een vaste bestemming krijgt hetzij voor de marine in Nederland, dan wel voor die in Indië waarop met den bouw in alle opzichten kan worden gerekend. Indien de bestaande eenheid der marine werd gehandhaafd, zou het onvermijdelijk zijn, voor den dienst in Nederland verschillen de schepen van veel kostbaarder type te bouwen, dan voor het vervullen van de verdedigingstaak hier te lande noodig is. In dit opzicht zal de voorgestelde orga nisatie rechtstreeks bezuiniging geven. Een directeur-generaal. Het personeel. Wat het personeel betreft zal voor som mige categorieën van vrijwillig dienen den reeds spoedig een definitieve split sing kunnen worden doorgevoerd; ten aanzien van andere zal voorshands ver band noodig blijven tusschen het in Indië en hier te lande dienend personeel. Verschillende opleidingen zullen in Nederland gevestigd moeten blijven; van de hulpmiddelen dier opleidingen zal te vens gebruik gemaakt kunnen worden tot vorming van personeel voor de ma rine in Nederland. Deze regeling zal tengevolge hebben, dat de sterkte van het personeel voor de marine ln Nederland kleiner kan zijn dan thans het geval is. Organisatie en forma tie zullen naar deze beginselen worden omgewerkt, waarbij een zoo ruim moge lijk gebruik zal worden gemaakt van re serve- en mllitlepersoneeL In verband met deze voorgenomen uitbreiding van de taak der zeemilitie in Nederland zal het wel licht noodig blijken den eersten oefentijd van een deel dezer categorie te verlengen, waartoe dan tijdig voorstellen zullen wor den aangeboden. Kostenverdeellng. Door marine enleger zoowel hier te lan de als in Indië onder eenhoofdig beheer te brengen zal men voorts in verschillen de gevallen tot besparing van uitgaven kunnen komen. De verdeeling der kosten voor de vloot over de staatsbegrooting van Ned.-Indië, die reeds jaren op bevredigende oplossing wacht, zal bij de nieuwe organisatie af doende worden geregeld. In beginsel zal elk der beide deelen van het rijk de kosten dragen ten behoeve van zijn maritieme weermacht; de regeering acht het echter noodig uit dë Nederland sche schatkist een bijdrage te geven in de kosten van de marine voor Ned.-Indië, ook met het oog op de mogelijkheid, dat een of meer Indische schepen tijdelijk worden gebruikt ter bescherming van de Nederlandsche belangen buiten Ned.- Indië. De oplossing van het moeilijke en veel omvattende vraagstuk betreffende den geleidelijken overgang van het oude naar het nieuwe stelsel zal met kracht worden ter hand genomen. Directeur-Generaal. Daarvoor is het noodig, dat de minis ter van marine ao. wordt bijgestaan door een directeur-generaal met ruime be voegdheid! hekleed, die volkomen op de hoogte is van organisatorische en techni sche marine-aangelegenheden, en zich ge heel zal wijden aan de bewerking van de ze omvangrijke materie, die, voor zooveel noodig, verder bij de wet zal moeten wor den geregeld. Met het oog op het vorenstaande wor den geen gelden aangevraagd voor de be zoldiging van een minister van marine, daarentegen wel voor die van een direc teur-generaal. Het ambt van secretaris-generaal komt te vervallen zoodra de directeur-generaal in functie treedt. NIEUWE AANBOUW. Hr. Ms. Java is 19 Mei 1926 in dienst gesteld. Hoewel gehoopt wordt dat de eindafrekening van dezen bodem vóór 1 Januari 1926 gereed zal zijn, is dit niet met zekerheid te zeggen; in verband hier mede is op deze begrooting nog een be drag uitgetrokken. Verwacht wordt dat de proeftochten van den kruiser Suroatra 1 November 1925 zullen plaats hebben. Wanneer deze met gunstige resultaten afloopen zullen nog ongeveer 4 maanden gemoeid zijn met afwerken. Het uitgetrokken bedrag dient voor betaling van hetgeen in 1926 nog noodig zal blijken en voor betaling van den garantietermijn. Of de eindafre kening in 1926 zal kunnen plaats vinden, is nog een open vraag. De ln de memorie van toelichting tot de marine-begrooting 1925 uitgesproken ver wachting, dat de eindafrekening van den kruiser Oelebes nog in 1924 zou kunnen v allen werd niet verwezenlijkt doordien de commissie van dading belast met de vast stelling dier rekening, eerst met,haren arbeid gereed kwam tijdens het stellen, der onderhavige memorie. De ontvangst van het rapport der commissie gaf den] ambtsvoorganger van den minister van marine ai. aanleiding alsnog enkele pun ten onder hare aandacht te brengen, waar van hij het mogelijk achtte, dat zij wijzi ging in haar standpunt zouden kunnen brengen. Wat daarvan bet gevolg zal zijn valt natuurlijk op het oogenblik nog niet te voorzien. De minister van marine ai. acht het dan ook in dit stadium der zaak on- gewenscht, nadere mededeelingen omtrent den inhoud van het dadingsrapport te doen. Zoodra evenwel iets definitiefs kan worden gezégd, zal de minister ai niet nalaten de Kamer in deze volledig in te lichten. Waar hier diepgaande meenings- verachillen tusschen partijen te overbrug gen vallen, is het niet uitgesloten dat ook in 1925 de eindafrekening niet zal kun nen plaats hebben. In verband daarmede werd dan ook onder artikel 16 der marine- begrooting voor 1926 voor den kruiser Celebes alsnog een memoriepost opge bracht De onderzeebooten K XI en K XH zijn resp. 24 Maart en 19 Mei 1925 in dienst gesteld; de proeftochten van de K XIII zullen waarschijnlijk in September van dit jaar nog plaats hebben. Wanneer deze gunstig afloopen, zullen nog 3 maanden noodig zijn voor de afwerking. De onderzeebooten O 9 en O 11 zullen in den loop van 1925 hare proeftochten houden; wanneer deze gelukken zullen de booten, na afwerking, in dat jaar in dienst komen. De O 10 zal vermoedelijk wel even eens in 1925 hare proeftochten houden; de afwerking zal eerst ln 1926 beëindigd worden. Voor de twee torpedobootjagers 1924, de flottielje-vaartuigen en de twee torpe doboot jagers 1926 zijn de bedragen uit getrokken, welke vermoedelijk in 1926 aan die vaartuigen verwerkt zullen worden; bij de flottieljevaartuigen is ln de aange vraagde som ook de garantie-termijn be grepen. Deze bedragen hebben alle betrekking op reeds in aanbouw zijnde schepen en vaartuigen en zijn benoodigdi voor de verdere afwerking. Niet alleen echter moeten de op stapel staande schepen afgebouwd worden, het is eveneens noodig gelden aan te vragen voor den aanbouw van nieuwe schepen, welke moeten dienen ter vervanging van die, welke thans óf ln de naaste toekomst niet meer bruikbaar zijn óf zullen zijn. De regeering acht ook thans nog voor de veiligheid noodig een vloot, waarvan de hoofdkracht ligt in een kern, bestaande uit onderzeebooten, gesteund door krui sers en torpedojagers; Zooals reeds meer malen werd medegedeeld, is de toestand van de in Oost-Indië aanwezige jagers van dien aard, dat in elk geval zoo spoe dig mogelijk met de geleidelijke vervan ging zal moeten worden voortgegaan. Met het oog hierop wordt thans een som van 1.200.000 als eerste termijn voor den bouw van twee volgende jagers aan gevraagd. 4lb k de geleidelijke vervanging van de onderzeebooten in Oost-Indië is noodig. Hr. Ms. onderzeeboot K. 1 in 1913 te wa ter gelaten en in 1914 in dienst gesteld, is verouderd, terwijl met zekerheid kan weiden aangenomen, dat wanneer de ver vangster gereed is wat niet eerder ver wacht kan worden dan voor over min stens 8 jaar verschillende onderdooien van Hr. Ms. K. 1 zoodanige gebreken zul len hebben, dat deze boot niet meer voor oorlogsgebruik gereed Is. Maatregelen ter vervanging mogen dan ook niet langer worden uitgesteld; een eerste termijn ad 700.000 voor den aanbouw van een on derzeeboot is daarom thans aangevraagd. Voor dë voortzetting van den bouw O. 9 lm. O. 11 wordt voor 1926 noodig geraamd 521,600, welke som 'geheel komt ten laste d8r Staatsbegrooting. Voorts wordt aangevraagd voor krui sers Java en Sumatra 1.005.000, 3 onder zeebooten K XI t.m. K. XTTT 562.208; 2 torpedobootjagers (1924) 3.142.198, 2 flottieljevaartuigen 675.000; 2 torpedo bootjagers (1925) 3,830,614; 2 torpedo bootjagers (1926) 1.600.000, totaal 11,615,020. Van dit bedrag komt 5.807,510 ten las te der Staatsbegrooting, terwijl gelijke som uit de begrooting van Nederlandsch- Indië aan de middelen in Nederland wordt gerestitueerd. De totale kosten van nieuwen aanbouw, bedragen 12,136.620. Van deze sommen wordt uit de Indische begrooting aan de Nederlandsche midde len vergoed 5.807.510, zoodat ten laatste de staatsbegrooting blijft 6,329,110. Zooals blijkt uit de specificatie voorko mende ln de memorie van toelichting tot de marinebegrooting 1925, zijn voor dat dienstjaar geraamd: de kosten voor den vlootbouw op 13.655.490; de restitutie uit de Indische middelen op 5,216.408 en het ten laste der Staatsbegrooting blijvende bedrag op 8,439,082, zoodat de raming 1926, verge leken met die voor 1925 een verschil aan- yijst in minder van 2,109,972. Afvoering uit de sterkte. Sedert de mededeeling in de memorie van toelichting op de begrooting 1965, werden niet meer schepen in aanmerking gebracht voor afvoering uit de sterkte der zeemacht Personeel. Met betrekking tot het personeel wer den do volgende maatregelen genomen: Ter voldoening aan een Bedert eenigen tijd door de betrokkenen gekoesterden wensch werd de naam van onderofficier- machinedrijver vervangen door dien van onderofficier-machinist De gelegenheid om huisgezinnen naar Oost-Indië mede te nemen werd' voor eenige categoriën van het personeel ver» ruimd. Een nieuw reglement betreffende de geneeskundige verzorging van het mili taire personeel der zeemacht kwam tot stand! met nieuwe bepalingen omtrent spe cialistische behandeling en ziekenverple ging van do gezinnen van dat personeel, Een nieuwe salarisregeling werd inge voerd, voor het. personeel buiten de keer kringen met ingang van 1 Januari 1925, voor dat binnen de keerkringen, met 1 Juni 1926. Een nieuwe regeling betreffende het georganiseerd overleg voor het personeel der zeemacht werd vastgesteld; voorts een nieuwe regeling van het personeel der Koninklijke marine-reserve, zoomede een reglement voor de opleiding van de adelborsten voor de reserve. De militaire pensioenwetten voor het personeel der zeemacht, voor hun wedu wen en voor het personeel der Konink lijke marine-reserve werden gewijzigd. EINDCIJFER. Het eindcijfer van dit hoofdstuk is ge raamd op een bedrag van 43,773,897 (waarvan 6.807,510 ten laste komt van de Indische begrooting). Het eludcijfer van het Vide hoofdstuk der Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1926, zooals het is vastgesteld Wj de wet van 28 Maart 1925 bedraagt 46.846.298 (waarvan 6,216,408 ten laste Nederl.- IncLisohe begrooting), zoodat voor 1926 minder, wordt geraamd dan voor 1926 is toegestaan 2,072.896. Gesplitst in militaire 4en niet-militaire uitgaven werd voor het- dienstjaar 1925 toegestaan en wordt voor het dienstjaar 1926 aangevraagd: Milit. uitgaven 89,330,800 87,378,092 Niet-mil. uitg. 6,456,487 6,335,805 Onvoorzien 60,000 60,005 45,846,293 43,773,897 Aan de mededeelingen van den uitge- werkten en toelichtenden staat ontleenen wij: Er wordt op gerekend, dat Hr. Ms. Su matra in i926 gedurende ongeveer 4 maan den in Nederland in dienst zal zijn. Voor 1926 moet worden gerekend op de aanwezigheid in Nederland van twee voor Oost-Indië bestemde onderzeebooten ge durende resp. 6 en 8 maanden. Het ligt ln het voornemen, zulks met het oog op den toestand der nog aanwe zige, voor eerste opleiding en oefening Maandagmiddag deed een bewoonster van de A.-Binnenhaven aangifte dat zij door een van haar medebewoonsters op die „haven" was beleed! gd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 5