T
TWEEDE EN LAATSTE BLAD.
PLAATSELIJK NIEUWS.
MARINE-BEGROOTINQ 1926.
r
VAN DONDERDAG 17 SEPTEMBER 1925
Te Amsterdam slaagde voor het Exa
men vrije en ordeoefeningen, mej. N.
Wiegel, alhier.
Vakschool voor Meisjes voor Helder en
Omstreken.
Bij den aanvang van het nieuwe school
jaar werden 46 leerlingen tot den 3-jari-
gen cursus toegelaten, waarvan 39 uit
Helder, 1 uit Breezand, 1 uit Ewijcksluis,
8 uit Texel en 1 uit Wieringen, terwijl de
klasse voor opleiding tot Huishoudkun
dige aanving met 9 leerlingen, waarvan
8 uit Helder en 1 uit Anna Paulowna.
Voor de cursussen in naaien en verstel
len, in oostuumnaaien, in teekenen en
stofversieren, meldden zich 66 deelneem
sters aan. Het aantal deelneemsters voor
den cursus in teekenen en stofversieren
en koken is nog niet geheel voltallig.
Zie advertentie in dit nummer.
Van het eerste naar het tweede leerjaar
werden bevorderd:
E. v. d. Reyden, W. A. Blom, G. Boen
dermaker, W. E. Bontes, A. Bouma, O. J.
E. Collet, G. Coppens, H. E. Daalder, C.
Dol, A. A. van Dijk, G. Flerie, J. v. d.
Graaf, J. Bontekoe, M. J. Kramer, N. v.
d. Heide, M. Hennekam, M. A. Jaarsma,
E! Kalt, W. de Kloe, J. P. C. Köch, J. O.
W. Kruk, W. G. Kruk, L. de Klerk, W. de
la Fonteyne, O. Noordzij, J. v. d. Pol, M.
J. Schilperoort, H. Schnitzendöbel, W.
Smit, H. Sondorp, A. van Straaten, A.
Sturk, J. Visser, A. J. van Weelde, G.
Wulffelé, M. Mastenbroek, allen te Hel
der; J. Bas, Tlxel; T. Keppel, Anna Pau
lowna; A. Stammes, Anna Paulowna; N.
Zander, Callanteoog.
Vier leerlingen gingen voorwaardelijk
over, 7 leerlingen werden niet bevordeid.
Van het tweede naar het derde leerjaar
werden bevorderd:
A. Boer, H. M. Boon, O. H. Dauve, E.
Dekkers, T. van Doorn, E. W. van Els-
wijk, A. Fillerup, E. G. Hennekam, J. G.
E. Schenkiua, H. Looy, M. H. Janssen,
A. O. Janssonius, J. O. van Kalken. M.
Kries, A. H. Kroonstuiver, A. Labout, S.
Lak, O. W. v. cL Maas, A. M. Olivier,
O. v. d. Meulen, M. Ooltof, P. M. Orelio,
O. Ox, C. O. Riemers, M. H. Roomeyer,
M. van Schijndel, F. H. Slik, P. Tomey,
A. C. Veen, M. Veldman, S. Wiersma, al
len te Helder; O. Dros, Texel", A. Gortzak,
Julianadorp.
8 leerlingen gingen voorwaardelijk over,
4 leerlingen werden niet bevorderd.
Na afloop van den 8-jarigen cursus
werd het getuigschrift uitgereikt aan:
H. Aland, N. Fokkens, A. Groen, J. M.
Jongman, G. D. v. d. Laaken, J. Luidinga,
M. Marsman, R. Nielsen, A. P. Pauli, G.
Riemers, A. Rike, A. Simons, allen te
'Helder; N. Asjes, Oudesluis.
1 leerling verkreeg geen getuigschrift.
8 van deze leerlingen gingen over naar
de opleiding voor Costuumnaaister. Het
aantal dagleerlingen bedraagt thans: 141,
het aantal cursusleerlingen 98, totaal 239.
Wognum'n Zangkoor.
Zondag 27 September zal het Wognutm's
Zangkoor, onder leiding van den heer D.
Saai Wz., in de Herv. Kerk alhier eene
uitvoering geven.
Meeting Jong Protestanten.
Blijkens een advertentie in dit num
mer organiseeren de Jong Protestanten
op Zondag 20 dezer een meeting te Enk
huizen, waar als spr. optreedt da. O. C.
de Kloet, alhier.
Opruiming van wrakken.
Bij het Departement van Marine is door
eenige Scheepvaartmaatschappijen ver
zocht een onderzoek in te stellen naar de
aanwezigheid van eenige wrakken, welke
door de Engelsche Berichten aan Zee
varenden waren gerapporteerd bij het
lichtschip Noord Hinder, dooh waarvan
de ligging niet met zekerheid was op te
feven. Bedoelde wrakken zouden moeilijk
eden opleveren bij de navigatie voor het
aanloopen van het lichtschip.
Zoodra het weer dit toeliet zijn j.1. Maan
dag Hr. Ms. „Z 8" en de sleepboot „Drenthe'
naar het terrein vertrokken, teneind#
onder-den luit. t/zee lste kl. K. v. Aller
het gebied af te visschen en de plaats
der eventueele wrakken vast te stellen.
Tot heden werd door genoemde vaar
tuigen niets bijzonders gevonden.
Paling.
Sinds twee jaar werd er vanuit Dene
marken hier heel wat paling aangebracht.
Door de schaarschte hier te lande en de
Èjoote vraag naar paling vonden deze
idingen Deensche paling gereede aftrek.
Bepaalden zich de eerste zendingen tot
de leveranties door een firma in Dene
marken, later kwam ook een andere firma
hier een lading brengen.
De geregelde afname had ook anderen
ln Denemarken de oogen geopend voor
het afzetgebied in Holland.
Vermoedelijk is die mare verder ver
spreid, want deze week kwam er een
Noorsch visscbersvaartuig met Noorsche
paling op de reede.
Bij het lossen bleek, dat men de paling
uit het bun niet tot het geheele quantum
kon uitvisschen. Het bun, geconstrueerd
tot het bergen van kabeljauw en schel-
visch, leende zich niet tot het bergen van
de, in wezen geheel andere vischsoort,
paling.
Eet eigenaardige feit deed zich nu voor
dat het Noorsche vaartuig in het dok op
's Rijkswerf moest worden opgenomen om
zoo de paling uit het bun te kunnen
verwijderen.
Demonstratie van Maggl's producten.
De Maggi's producten, bestaande uit de
bekende soeptabletten, bouillonblokjes en
fleschjes aroma, zijn bij het Ne<jerland-
sche publiek goed bekend en menige .huis
vrouw bereidt er een smakelijk bordje
soep van. Voor de Maggi-fabrieken, die te
Zwitserland in het dorp Kempthal, geves
tigd zijn, is dit geen reden om niet nog
.n eerdere bekendheid er aan te geven.
Voor eenige iaren teryg is reeds hier ter
stede een kook-demonstratie gehouden, en
gisteravond werd deze herhaald.
In een korte inleiding zette de verte
genwoordiger der fabriek het nut, de sma
kelijkheid en voedzaamheid dezer Maggi-
soepen uiteen en een filmvertooning, die
vervolgens gegeven werd, gaf een duide
lijk beeld van den omvang van dit reus
achtige bedrijf. Behalve enkele uitheem-
sche producten, zooals rijst en tapioca;
die worden geïmporteerd, wordt alle be-
noodigde grondstof zelf gecultiveerd.
Daartoe zijn geweldige veestapels noodig,
en de film laat ons zien van welke uitste
kende hoedanigheid dit vee is. Niet alleen
een runderstapel, maar ook paarden en
varkens kweekt de fabriek zelve. De
paarden zijn natuurlijk noodig voor de
tractie, voor zoover die niet met auto's
gebeurt, de varkens worden in hoofd
zaak gekweekt om de groote massa's af
val in hun gulzige magen te doen ver
dwijnen. De enorme velden met groenten
worden geheel machinaal bewerkt. Bemes
ten, zaaien, ploegen, eggen, dorschen,
alles geschiedt met de modernste land
bouwmachines. Ook de bewerking in de
fabriek is geheel machinaal, het product
wordt, om zoo te zeggen, met schier geen
hand aangeraakt. Dit neemt niet weg, dat
voor de bediening der machines, voor het
vee enz. nbg wel een duizend menschen
noodig zijh.
Van den geweldigen omvang van dit
wereldbedrijf geven de films een goed
denkbeeld, en de firma had de vriende
lijkheid als toegiftje ons nog een paar
zeer mooie natuuropnamen te geven: een
vliegtocht boven de sneeuw-bergen, en
een uiterst romantische reis van Ameri-
lngezonden Mededeellng.
WRIJF WAS
voor vloeren en meubelen
Da hecriyke zuivere tar-
pentynwos van de Erdai
rabnek te Amsterdam
BrengtZonnv jlans en Dennantfeur in MubI
kaansche regeeringsambtenaren, uitge
zonden om de ontoegankelijke Groote Oa-
nyon en Coloradorivier in kaart te bren
gen. Daar tusschendoor presenteerde men
de smakelijke gerechten der firma, een
mondjevol soep, een likje bouillon, en dë
vele aanwezige huisvrouwen kregen nog
een boekje met recepten toe.
„Musis Sacrum" was lang vóór 8 uur
eivol en een groot aantal dames, die geen
plaats meer konden krijgen, verdwenen,
na eenigen tijd in de vestibule te hebben
staan kakelen, in de hoop hedenmiddag
gelukkiger te zijn. Want vanmiddag om
half drie eerst en vanavond om acht uur
vervolgens wordt de vertooning herhaald,
zoodat er nog velen gelukkig zullen wor
den gemaakt. Alles is gratis, maakt dus
dat ge er bij komt, dames!
Uit het Politierapport
De politie stelt een onderzoek naar de
oorzaak van deze burenbeleediging in.
Dienzelfden dag deed iemand aangifte,
dat uit zijn opslagplaats voor ijzer aan
het zwarte pad (bij het Ankerpark) door
verbreking van het hangslot was inge
broken. Eenige voorwerpen, behoorende
tot een snijapparaat, waren ontvreemd.
In een woning aan den Ruijghweg is
eveneens ingebroken?Tijdens afwezigheid
van den bewoner had iemand door de
achterdeur, toegang verschaft. De deur
was gesloten geweest.
Voor zoover kon worden nagegaan
werd een klein bedrag aan geld vermist.
Reorganisatie. Een Nederlandsche en een Indische
marine. De verdeeling der kosten. Voor Neder
land 2 millioen minder dan in 1925. Nieuwe aan
bouw. De hertog Hendrik" weer in dienst.
van
het
Aan de memorie van toelichting
den minister van marine aJ. wordt
volgende ontleend:
REORGANISATIE.
De regeering is van meening, dat de
verantwoordelijkheid voor de verdediging
van NedblncLië in haar geheel moet be
rusten bij den minister van koloniën.
Door het aanvaarden van een beperkte
doelstelling voor de Indische weermacht
toeh, is het karakter der maritieme de
fensie van meer lokalen aard. geworden;
voor de bescheiden taak, die de marine
bij de verdediging der Nederlandsche
kust heeft te vervullen, kan over het al
gemeen met veel eenvoudiger materieel
worden volstaan dan noodig is voor den
dienst in Ned.-Indië. Wel is waar zal het,
in geval van nood, onder bepaalde om
standigheden niet geheel uitgesloten be
hoeven te zijn, marinematerieel van het
rijk in Europa ter versterking naar de
deelen daarbuiten te zenden, doch het zou
niet logisch zijn een systeem te bouwen
op Iets, dat raon wel niet geheel uitgeslo
ten behoeft te achten, doch dat als regel
stellig niet bestaat
De wederkeerige steun, die den grond
slag vormde voor het huidige systeem en
die in dë bezwaren, aan het tegenwoor
dige stelsel verbonden, dqed' berusten,
kan dus als basis voor de maritieme or
ganisatie niet langer blijven gelden en
mitsdien voert de riohting, waarin do ma
ritieme defensie zich heeft ontwikkeld,
noodzakelijk tot een marine voor Neder
land en een voor Ned.-Indlë. Uit een en
ander volgt dus, dat het grootste voor
Indië bestemde deel der zeemacht, moet
ressorteeren, onder het departement van
koloniën, terwijl het deel bestemd voor
het moederland, dat van veel geringeren
omvang is, zal kunnen worden beheerd
door het departement van Landsverdedi
ging; de bemoeienissen van het afzonder
lijk departement van marine zullen gelei
delijk, naarmate deze overgang wordt uit
gevoerd, inkrimpen, en ten slotte ophou
den.
Het materieel
Ten aanzien van het materieel heeft deze
organisatie het voordeel, dat ieder schip
een vaste bestemming krijgt hetzij voor
de marine in Nederland, dan wel voor die
in Indië waarop met den bouw in alle
opzichten kan worden gerekend. Indien
de bestaande eenheid der marine werd
gehandhaafd, zou het onvermijdelijk zijn,
voor den dienst in Nederland verschillen
de schepen van veel kostbaarder type te
bouwen, dan voor het vervullen van de
verdedigingstaak hier te lande noodig is.
In dit opzicht zal de voorgestelde orga
nisatie rechtstreeks bezuiniging geven.
Een directeur-generaal.
Het personeel.
Wat het personeel betreft zal voor som
mige categorieën van vrijwillig dienen
den reeds spoedig een definitieve split
sing kunnen worden doorgevoerd; ten
aanzien van andere zal voorshands ver
band noodig blijven tusschen het in Indië
en hier te lande dienend personeel.
Verschillende opleidingen zullen in
Nederland gevestigd moeten blijven; van
de hulpmiddelen dier opleidingen zal te
vens gebruik gemaakt kunnen worden
tot vorming van personeel voor de ma
rine in Nederland.
Deze regeling zal tengevolge hebben,
dat de sterkte van het personeel voor de
marine ln Nederland kleiner kan zijn dan
thans het geval is. Organisatie en forma
tie zullen naar deze beginselen worden
omgewerkt, waarbij een zoo ruim moge
lijk gebruik zal worden gemaakt van re
serve- en mllitlepersoneeL In verband met
deze voorgenomen uitbreiding van de taak
der zeemilitie in Nederland zal het wel
licht noodig blijken den eersten oefentijd
van een deel dezer categorie te verlengen,
waartoe dan tijdig voorstellen zullen wor
den aangeboden.
Kostenverdeellng.
Door marine enleger zoowel hier te lan
de als in Indië onder eenhoofdig beheer
te brengen zal men voorts in verschillen
de gevallen tot besparing van uitgaven
kunnen komen.
De verdeeling der kosten voor de vloot
over de staatsbegrooting van Ned.-Indië,
die reeds jaren op bevredigende oplossing
wacht, zal bij de nieuwe organisatie af
doende worden geregeld.
In beginsel zal elk der beide deelen van
het rijk de kosten dragen ten behoeve van
zijn maritieme weermacht; de regeering
acht het echter noodig uit dë Nederland
sche schatkist een bijdrage te geven in de
kosten van de marine voor Ned.-Indië,
ook met het oog op de mogelijkheid, dat
een of meer Indische schepen tijdelijk
worden gebruikt ter bescherming van de
Nederlandsche belangen buiten Ned.-
Indië.
De oplossing van het moeilijke en veel
omvattende vraagstuk betreffende den
geleidelijken overgang van het oude naar
het nieuwe stelsel zal met kracht worden
ter hand genomen.
Directeur-Generaal.
Daarvoor is het noodig, dat de minis
ter van marine ao. wordt bijgestaan door
een directeur-generaal met ruime be
voegdheid! hekleed, die volkomen op de
hoogte is van organisatorische en techni
sche marine-aangelegenheden, en zich ge
heel zal wijden aan de bewerking van de
ze omvangrijke materie, die, voor zooveel
noodig, verder bij de wet zal moeten wor
den geregeld.
Met het oog op het vorenstaande wor
den geen gelden aangevraagd voor de be
zoldiging van een minister van marine,
daarentegen wel voor die van een direc
teur-generaal.
Het ambt van secretaris-generaal komt
te vervallen zoodra de directeur-generaal
in functie treedt.
NIEUWE AANBOUW.
Hr. Ms. Java is 19 Mei 1926 in dienst
gesteld. Hoewel gehoopt wordt dat de
eindafrekening van dezen bodem vóór 1
Januari 1926 gereed zal zijn, is dit niet
met zekerheid te zeggen; in verband hier
mede is op deze begrooting nog een be
drag uitgetrokken.
Verwacht wordt dat de proeftochten
van den kruiser Suroatra 1 November
1925 zullen plaats hebben. Wanneer deze
met gunstige resultaten afloopen zullen
nog ongeveer 4 maanden gemoeid zijn
met afwerken. Het uitgetrokken bedrag
dient voor betaling van hetgeen in 1926
nog noodig zal blijken en voor betaling
van den garantietermijn. Of de eindafre
kening in 1926 zal kunnen plaats vinden,
is nog een open vraag.
De ln de memorie van toelichting tot de
marine-begrooting 1925 uitgesproken ver
wachting, dat de eindafrekening van den
kruiser Oelebes nog in 1924 zou kunnen
v allen werd niet verwezenlijkt doordien de
commissie van dading belast met de vast
stelling dier rekening, eerst met,haren
arbeid gereed kwam tijdens het stellen,
der onderhavige memorie. De ontvangst
van het rapport der commissie gaf den]
ambtsvoorganger van den minister van
marine ai. aanleiding alsnog enkele pun
ten onder hare aandacht te brengen, waar
van hij het mogelijk achtte, dat zij wijzi
ging in haar standpunt zouden kunnen
brengen.
Wat daarvan bet gevolg zal zijn valt
natuurlijk op het oogenblik nog niet te
voorzien. De minister van marine ai. acht
het dan ook in dit stadium der zaak on-
gewenscht, nadere mededeelingen omtrent
den inhoud van het dadingsrapport te
doen. Zoodra evenwel iets definitiefs kan
worden gezégd, zal de minister ai niet
nalaten de Kamer in deze volledig in te
lichten. Waar hier diepgaande meenings-
verachillen tusschen partijen te overbrug
gen vallen, is het niet uitgesloten dat ook
in 1925 de eindafrekening niet zal kun
nen plaats hebben. In verband daarmede
werd dan ook onder artikel 16 der marine-
begrooting voor 1926 voor den kruiser
Celebes alsnog een memoriepost opge
bracht
De onderzeebooten K XI en K XH zijn
resp. 24 Maart en 19 Mei 1925 in dienst
gesteld; de proeftochten van de K XIII
zullen waarschijnlijk in September van
dit jaar nog plaats hebben. Wanneer deze
gunstig afloopen, zullen nog 3 maanden
noodig zijn voor de afwerking.
De onderzeebooten O 9 en O 11 zullen
in den loop van 1925 hare proeftochten
houden; wanneer deze gelukken zullen de
booten, na afwerking, in dat jaar in dienst
komen.
De O 10 zal vermoedelijk wel even
eens in 1925 hare proeftochten houden;
de afwerking zal eerst ln 1926 beëindigd
worden.
Voor de twee torpedobootjagers 1924,
de flottielje-vaartuigen en de twee torpe
doboot jagers 1926 zijn de bedragen uit
getrokken, welke vermoedelijk in 1926 aan
die vaartuigen verwerkt zullen worden;
bij de flottieljevaartuigen is ln de aange
vraagde som ook de garantie-termijn be
grepen.
Deze bedragen hebben alle betrekking
op reeds in aanbouw zijnde schepen en
vaartuigen en zijn benoodigdi voor de
verdere afwerking.
Niet alleen echter moeten de op stapel
staande schepen afgebouwd worden, het
is eveneens noodig gelden aan te vragen
voor den aanbouw van nieuwe schepen,
welke moeten dienen ter vervanging van
die, welke thans óf ln de naaste toekomst
niet meer bruikbaar zijn óf zullen zijn.
De regeering acht ook thans nog voor de
veiligheid noodig een vloot, waarvan de
hoofdkracht ligt in een kern, bestaande
uit onderzeebooten, gesteund door krui
sers en torpedojagers; Zooals reeds meer
malen werd medegedeeld, is de toestand
van de in Oost-Indië aanwezige jagers
van dien aard, dat in elk geval zoo spoe
dig mogelijk met de geleidelijke vervan
ging zal moeten worden voortgegaan.
Met het oog hierop wordt thans een som
van 1.200.000 als eerste termijn voor
den bouw van twee volgende jagers aan
gevraagd.
4lb k de geleidelijke vervanging van de
onderzeebooten in Oost-Indië is noodig.
Hr. Ms. onderzeeboot K. 1 in 1913 te wa
ter gelaten en in 1914 in dienst gesteld,
is verouderd, terwijl met zekerheid kan
weiden aangenomen, dat wanneer de ver
vangster gereed is wat niet eerder ver
wacht kan worden dan voor over min
stens 8 jaar verschillende onderdooien
van Hr. Ms. K. 1 zoodanige gebreken zul
len hebben, dat deze boot niet meer voor
oorlogsgebruik gereed Is. Maatregelen ter
vervanging mogen dan ook niet langer
worden uitgesteld; een eerste termijn ad
700.000 voor den aanbouw van een on
derzeeboot is daarom thans aangevraagd.
Voor dë voortzetting van den bouw
O. 9 lm. O. 11 wordt voor 1926 noodig
geraamd 521,600, welke som 'geheel
komt ten laste d8r Staatsbegrooting.
Voorts wordt aangevraagd voor krui
sers Java en Sumatra 1.005.000, 3 onder
zeebooten K XI t.m. K. XTTT 562.208; 2
torpedobootjagers (1924) 3.142.198, 2
flottieljevaartuigen 675.000; 2 torpedo
bootjagers (1925) 3,830,614; 2 torpedo
bootjagers (1926) 1.600.000, totaal
11,615,020.
Van dit bedrag komt 5.807,510 ten las
te der Staatsbegrooting, terwijl gelijke
som uit de begrooting van Nederlandsch-
Indië aan de middelen in Nederland
wordt gerestitueerd. De totale kosten van
nieuwen aanbouw, bedragen 12,136.620.
Van deze sommen wordt uit de Indische
begrooting aan de Nederlandsche midde
len vergoed 5.807.510, zoodat ten laatste
de staatsbegrooting blijft 6,329,110.
Zooals blijkt uit de specificatie voorko
mende ln de memorie van toelichting tot
de marinebegrooting 1925, zijn voor dat
dienstjaar geraamd:
de kosten voor den vlootbouw op
13.655.490; de restitutie uit de Indische
middelen op 5,216.408 en het ten laste
der Staatsbegrooting blijvende bedrag op
8,439,082, zoodat de raming 1926, verge
leken met die voor 1925 een verschil aan-
yijst in minder van 2,109,972.
Afvoering uit de sterkte.
Sedert de mededeeling in de memorie
van toelichting op de begrooting 1965,
werden niet meer schepen in aanmerking
gebracht voor afvoering uit de sterkte der
zeemacht
Personeel.
Met betrekking tot het personeel wer
den do volgende maatregelen genomen:
Ter voldoening aan een Bedert eenigen
tijd door de betrokkenen gekoesterden
wensch werd de naam van onderofficier-
machinedrijver vervangen door dien van
onderofficier-machinist
De gelegenheid om huisgezinnen naar
Oost-Indië mede te nemen werd' voor
eenige categoriën van het personeel ver»
ruimd.
Een nieuw reglement betreffende de
geneeskundige verzorging van het mili
taire personeel der zeemacht kwam tot
stand! met nieuwe bepalingen omtrent spe
cialistische behandeling en ziekenverple
ging van do gezinnen van dat personeel,
Een nieuwe salarisregeling werd inge
voerd, voor het. personeel buiten de keer
kringen met ingang van 1 Januari 1925,
voor dat binnen de keerkringen, met 1
Juni 1926.
Een nieuwe regeling betreffende het
georganiseerd overleg voor het personeel
der zeemacht werd vastgesteld; voorts
een nieuwe regeling van het personeel
der Koninklijke marine-reserve, zoomede
een reglement voor de opleiding van de
adelborsten voor de reserve.
De militaire pensioenwetten voor het
personeel der zeemacht, voor hun wedu
wen en voor het personeel der Konink
lijke marine-reserve werden gewijzigd.
EINDCIJFER.
Het eindcijfer van dit hoofdstuk is ge
raamd op een bedrag van 43,773,897
(waarvan 6.807,510 ten laste komt van
de Indische begrooting).
Het eludcijfer van het Vide hoofdstuk
der Staatsbegrooting voor het dienstjaar
1926, zooals het is vastgesteld Wj de wet
van 28 Maart 1925 bedraagt 46.846.298
(waarvan 6,216,408 ten laste Nederl.-
IncLisohe begrooting), zoodat voor 1926
minder, wordt geraamd dan voor 1926 is
toegestaan 2,072.896.
Gesplitst in militaire 4en niet-militaire
uitgaven werd voor het- dienstjaar 1925
toegestaan en wordt voor het dienstjaar
1926 aangevraagd:
Milit. uitgaven 89,330,800 87,378,092
Niet-mil. uitg. 6,456,487 6,335,805
Onvoorzien 60,000 60,005
45,846,293 43,773,897
Aan de mededeelingen van den uitge-
werkten en toelichtenden staat ontleenen
wij:
Er wordt op gerekend, dat Hr. Ms. Su
matra in i926 gedurende ongeveer 4 maan
den in Nederland in dienst zal zijn.
Voor 1926 moet worden gerekend op de
aanwezigheid in Nederland van twee voor
Oost-Indië bestemde onderzeebooten ge
durende resp. 6 en 8 maanden.
Het ligt ln het voornemen, zulks met
het oog op den toestand der nog aanwe
zige, voor eerste opleiding en oefening
Maandagmiddag deed een bewoonster
van de A.-Binnenhaven aangifte dat zij
door een van haar medebewoonsters op
die „haven" was beleed! gd.