BINNENLAND STAATSBEOROOTINQ 1926. Totale uitgaven f 644.441.000.—, waarvan f61,3 millioen buitengewoon en f 583.000.000 gewoon. Tekort ge- heelen dienst f 48,8 millioen. Batig saldo gewonen dienst f 9,1 millioen. Opheffing Verdedigingsbelasting II. Verbetering verkeerswegen. Aan het Beredeneerd overzicht 100,000 Aantal vergunningen. Geen plannen van den minister van oorlog. UIT DE PERS. van het personeel hier te lande onmis bare groote sohepen, in 1926 Hr. Ms. pantserschip Hertog Hendrik op de rijks werf te Willemsoord in reparatie te bren gen. Gerekend moest worden op de aanwe zigheid gedurende eenigen tijd van 2 on derzeebooten, bestemd voor den dienst in Oost-Indië. Evenals voor 1925 is gerekend op het maken van vier oefeningHreizen door pantserschepen. Met het oog op de ten eenenmale onvoldoende gelegenheid tot opslag van vloeibare brandstoffen te Willemsoord zal het noodig zijn aldaa/ eenige tanks te doen bouwen, resp. voor berging van brandstofolie en benzine, tot een hoeveelheid, welke als minimum mo bilisatie-voorraad wordt noodig geacht. De kosten óer te bouwen olietanks zijn voor de helft op de begrooting-1926 ge bracht; de wederhelft zal op die voor 1927 worden uitgetrokken. Verschenen is de staatsbegrooting voor 1926, als naar .gewoonte vergezeld van de nota betreffende den toestand van 's Lands financiën. Blijkens deze pota heeft de dienst 1928 tegenover een geraamd tekort van 49 millioen een werkelijk tekort van -14 millioen opgeleverd. In hoofdzaak was dit het gevolg van de meerdere opbrengst der Inkomstenbelas ting. Het totale tekort (gewoon, buitenge woon en crisisdienst) beloopt ruim lil1/» millioen. Het totale tekort op den dienst 1924 wordt thans geraamd op bijna 99 millioen. Het tekort op den gewonen dienst op ruim 281/, millioen of ruim 88 millioen minder dan in 1928. Dienst 1925. Aanvankelijk werd het tekort op den gewonen dienst 1925 geraamd op 6,8 mil lioen. Door vermeerdering van uitgaven is dit evenwel gestegen tot 191/» millioen. Hiertegenover staat, dat de opbrengst der middelen over de eerste 7 maanden de raming met rond 18 millioen overtrof en dat de nieuw genomen maatregelen in 1925 12 18 millioen opbrachten. Er ls dus reden te verwachten, dat de rekening over 1925 geen tekort zal aanwijzen. Begrooting voor 1926. Het totaal der uitgaven, geraamd voor 1926 bedraagt 644.441.000,waarvan 61,3 millioen buitengewoon en 583 mil lioen gewoon. In totaal is de begrooting voor den gewonen dienst 15,6 millioen lager dan in het vorig jaar. Een vergelijking van de verschillende hoofdstukken met die van het jaar 1926 geeft, voor zooveel de gewone uitgaven betreft, het volgende beeld: ongeveer gelijk. Evenals voor 1925 werd een bedrag van 400.000 uitgetrokken voor kosten van bewapening. Hooger zijn hoofdstukken: geraamd de volgende II (Hooge Ooll. v. Staat) IV (Justitie) VHb (Financiën) X (Arbeid, H. en N.) 87,382,07 36.784,60 2.685.611,16 „80.434.964,— Totaal meer ƒ33.194.621,73 (Daarentegen zijn lager geraamd de hoofdstukken: III (Buitenl. Zaken) 88.803,— V (Binnenl.Zaken en Landb.),, 661.607,— Va (Onderwijs, K. en W.) 1.148.701,— VI (Marine) 2.036.656,— Vila (Nat. Schuld) 8.421.493,60 VTH (Oorlog) 222.204 IX (Waterstaat) 41.230.434,— XI (Koloniën) 102J05,— Totaal minder 48.856.903,50 zoodat per saldo de gewone uitgaven zijn verminderd met 16.662.281,77. Met betrekking tot de hiergenoemde stijgingen en dalingen kan, voor zooveel de belangrijkste afwijkingen betreft, het volgende worden medegedeeld. De stijging van hoofdstuk IV is een ge volg van een hopgere raming der bijdrage aan de afdeeling Rijksgebouwen, wegens de verbouwing van het Gerechtsgebouw te Maastricht. Voorts is de pensioenlast op dit hoofdstuk met rond 252.000 ge stegen. Daartegenover staan enkele ver- Idgingen, voornamelijk als gevolg van de reorganisatie van het Hoog Militair Ge rechtshof en wegens een (mindere raming op de afdeeling gevangenissen en Rijks werkinrichtingen. Hoofdstuk VI is tot een bedrag van 468.000 verhoogd, wegens grootere kos ten van burgerlijke en militaire pensioe nen, doch daarentegen met 1.481.000 verlaagd wegéns minder kosten van ma terieel voor de zeemacht. Ook de uit gaven voor personeel van de zeemacht en kosten van betonning, bebakening en loodswezen zijn onderscheidenlijk met 648.000 en 250.000 verminderd. Hoofdstuk VH A is 8.600.000 lager geraamd wegens vermindering van den post rente voor schatkistpapier. Ook de rente voor de geconsolideerde schuld kon met 1.300.0000 worden verlaagd, waar tegenover echter staat eeen hoogere ren tevergoeding van den Postchèque- en Girodienst van 1.600.000. De verhooging van hoofdstuk VH B komt voor een bedrag van 2.200.000 op rekening van de pensioenen; voorts eischt de administratie der directe 'belastingen, invoerrechten en accijnzen een hoogere uitgaaf van 191.000. De uitkeering volgens de wet op de fi- nancieele verhouding moest met 270.000 worden verhoogd, waartegenover staat een vermindering, wegens opheffing der betaabneesterskantoren, (de afdeeling Schatkist) met 188.000. Hoofdstuk VIII. De uitgaven voor dit hoofdstuk bleven «Hes dooreengenoenen De verhooging van hoofdstuk X met 80.400.000 komt tot een bedrag van 23.900.000 voor rekening van de sociale verzekering, waarvan f 7.600.000 voor de storting in het Invaliditeitsfonds en 16.300.000 voor het Ouderdomsfonds. Voorts is de afdeeling Volksgezondheid 7.900.000 hooger geraamd, zijnde 2.500.000 wegens overbrenging van de bouwpremies naar den gewonen dienst en 6.150.000 wegens hoogere bijdragen in de annuïteiten van den woningbouw. Daarentegen is de afdeeling Handel en Nijverheid met 917.000 verlaag, voor namelijk als gevolg van het vervallen van den post wegens toekenning van een voorschot aan de Holland-Zuid-Af rik a- lijn. Inkqmsten. De middelen en inkomsten ter bestrij ding der uitgaven zijn geraamd op 505.568.94630, waarin blijkens de toe lichtende specificatie begrepen is aan buitengewone ontvangsten 3.368.200.—, zoodat voor gewone ontvangsten blijft 692.200.745,30 tegen 691.854.423,50 voor 1925. Om echter een vergelijking tusschen de beide jaren mogelijk te maken, moet de raming voor 1926 worden verhoogd met het verschil tusschen de ramingen 1925 en 1926 terzake van het Staatsmijn- bedrijf, zijnde 46.909.250, zoodat voor 1926 een raming aan gewone middelen zou worden verkregen van 639.109.995,30 of 47.256.671,80 hooger dan het jaar tevoren. antieenen wij het volgende: Beperkte herziening Bezotdigingsbeelnit. De salarispoeben zijn zoodanig ge raamd, dat de persoonlijke toelagen, be doeld in de artt. 24 en 27 van het bty Ko ninklijk besluit van 27 December 1924 (StJbl. no. 684), gewijzigde „Bezoldigings besluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1925", ook voor het jaar 1926 zullen blij ven toegekend. Er is evenwel nog geen rekening gehouden met de wijzigingen, welke evengenoemd Bezoldigingsbesluit zal moeten ondergaan, ten einde daarin gebleken onjuistheden te herstellen. Deze wijzigingen zullen wel is waar een 'be perkt karakter dragen, maar zullen niet temin, met inbegrip van hetgeen de hoo gere ambtenaren, na intrekking van art. 80a van het Bezoldigingsbesluit, meer zullen ontvangen en van hetgeen aan de leden van de Rechterlijke Macht, den Raad van State en de Algemeene Reken kamer meer zal dienen te worden toege kend, niet onbelangrijke uitgaven mee brengen. Een juiste raming van de aan deze maatregelen verbonden kosten is op dit oogenblik nog niet te geven, maar op 8 millioen moet toch wel worden gere kend, ten gevolge waarvan het totaal der Hoofdstuk IX. De belangrijke verla ging van dit hoofdstuk wordt grootendeels veroorzaakt door het vervallen van de posten op het Staatsmijnbedrijf betrek- HRH MH| king hebbende en wel tot een bedrag v an ^jtgaven op den gewonen dienst met een 44.834.250. overeenkomstig bedrag moet worden ver- Het tekort op de spoorwegen moet, naar de thans bekende uitkomsten van 1926, voor 1926 geraamd worden op 4.000.000. Hiernaast staat nog een ver hooging van de afdeeling Waterstaat met 8.500.000, tengevolge van nieuwe of hoogere termijnen van In uitvoering zijn de waterstaatswerken. overeenkomstig bedrag moet worden ver hoogd. Versnelde uitvoering Zuiderzee werken. In de tweede plaats moet een reserve worden gemaakt met het oog op de plan nen tot versnelde uitvoering van de Zui derzeewerken^ waarvoor thans op hoofd stuk IX een bedrag van 2 millioen is uit getrokken, doch welk bedrag, bij aanne ming van de ingediende plannen, voor 1926 met 4 millioen zal moeten worden vermeerderd. Het wege nvraagstuk Voorts zijn bij de regeering plannen in voorbereiding om, ter oplossing van het wegenvraagstuk, den aanleg en de verbetering van de groote verkeerswegen krachtig te bevorderen. De daarvoor noo dig© middelen zullen ten deele gevonden moeten worden door een van motorvoer tuigen te heffen matige belasting, terwijl overigens ook de rijwielbelasting geleide lijk naar het te stichten wegenfonds zal moeten overgaan. Aangezien laatstgenoemde belasting thans strekt tot bestrijding der algemeene staatsuitgaven, zal ook deze wijziging de voor dékking van die uitgaven beschik bare middelen doen verminderen. Raamt men voor de salarissen een be drag van 8 millioen, voor de Zuiderzee werken 4 millioen en voor overboeking van een deel der rijwielbelasting 2 mil lioen, of in totaal miHioen, dan kan, alles tezaam genomen, worden gezegd, dat de begrooting voor 1926 sluit In dit overzicht wordt er voorts op ge wezen, dat de stijging der pensioenlasten steeds grootere afmetingen aanneemt. Voor 1924 'bedroeg deze stijging 4 mil lioen, voor 1925 moest weer 5 millioen meer worden uitgetrokken dan voor 1924 publiceerd (middelen AF) zijn opge nomen voor 458.196.000 en dus hooger geraamd 40.254.000 De overige middelen, voor zoover on der de gewone gerangschikt zijn lager geraamd 39.907.678 zoodat in totaal wordt hooger geraamd: 846.822 De stijging der middelen A—F is voor een bedrag van 20A00.000 een gevolg van de wettelijke maatregelen (Tariefwet en verhooging Tabaksaccijns) welke bij de wetten van 20 December 1924 Staats bladen 566 en 568 getroffen zijn tot dek king van het tekort 1925, zoodat voor een stijging uit andere oorzaken overblijft een bedrag van 10.764.000. Hooger zijn geraamd: Grondbelasting Personeel© belasting Inkomstenbelasting Dividend, en tantièmebelast Vermogensbelasting Suikeraocijns Wijnaocijus Zoutaocjjns Bieraccijns Tabaksaccijns Belasting op speelkaarten Rijwielbelasting Zegelrechten Registratierechten Successierechten Invoerrechten Belasting op gouden en zil veren weiken 60.000 Statistiekrecht 800.000 Domeininkomsten 901.000 Inkomsten van vaarten en? 25.000 Jachtakten enz. 4.000 Loodsgelden 1.000.000 824.000 1.560.000 7.000.000 4.000.000 700.000 500.000 850.000 400.000 6.500.000 10.000 1.000.000 2.600.000 1.000.000 2.000.000 15.000.000 Totaal hooger ƒ44314.000 Lager zijn geraamd: Accijns op gedistilleerd 8.100.000 Accijns op geslacht 500.000 Inkomsten der groote wegen 10.000 Recht op de wijnen 650.000 Totaal lager 4.260.0(11 terwijl op hetzelfde 'bedrag als voor 1926 werden geraamd: het 'Essaailoon en de opbrengst der Staatsloterij. In totaal dus hooger 44314.000 4260000 40264300. en 1926 overtreft het cijfer van 1925 weer |De middelen, welker opbrengst in de met 6 millioen de bydraT; maandelijksohe midddenstaten wordt ge-;van het Ryk inKde aramItelten w£ ningvoorschotten moesten voor 1926 met een 'belangrijk bedrag mL 6.160.000 wor den verhoogd. De middelen. Zooals uit het hierboven gegeven over zicht blijkt, worden de gewone uitgaven voor 1926 door de gewone middelen ge dekt, doch is van een overschot, dat voor de zoo noodzakelijke verlaging van be lastingen zou kunnen worden aangewend, indien men alleen het oog op de gewone siaatsbog'ixHjtiiig vestigt, nog geen sprake. Het peil der beiastiiwen. Intussohen acht de minister zich ver plicht de reeds meermalen geuite waar schuwing te herhalen, dat een sluitend budget, bij het tegenwoordige peil van uitgaven, geenszins mag worden voorge steld als een normale en gezonden finan cieel© toestand. Zooals hij reeds eerder heeft uiteengezet, zullen de gewone uit gaven tot een zoodanig peil moeten wor den teruggebracht, dat de tot dekking dier uitgaven noodlge belastingen de ka pitaalvorming naar de behoeften van een in aantal regelmatig toenemend volk niet belemmeren. Eerst dan kan de finan cieel? toestand van het land als geheel hersteld worden beschouwd. Hoewel de regeering het uiterste zal doen om, zonder werkelijke schade voor de algemeene volksbelangen, de uitgaven tot 'bovenbedoeld peil terug te brengen, behoeft wel niet nader te worden aange toond, dat zulks niet op korten termijn kan worden bereikt. Daarom zal aanvan kelijk, voor zoover de gewone Staatsbe grooting betreft, een voorloopige verbe tering moeten wouden gezocht In een wij ziging van het (belastingstelsel door dit in meerdere mate in overeenstemming te brengen met den economischen toestand, waarin ons volk thans verkeert een en ander in den geest van de uiteenzetting, die de minister in de memorie van antwoord op het voorloopig verslag over de wetsontwerpen tot aanvulling der Ze gelwet 1917, der Successiewet enz. gege ven heeft, in het vertrouwen, dat de vrucht van den voorzichtig, doch gesta- diglijk voortgezetten bezuinigingsarbeid geleidelijk ook voor de gewone Staatsbe grooting een verlaging van belasting zal mogelijk' maken. Het Leeniüigfoadg. Gunstiger dan bij de gewone staatsbe grooting is de toestand nu reeds ten aan zien van hst Leeaiagfaads. hi«t «an aanzienlijk saldo aanwezig, hetwelk nog sterk zou toenemen in verband met de hoogere raming der middelen. Op grond hiervan is de regeering voornemens te bevorderen, dat de V erdedtglngsbel astln g H met ingang van 1 Mei eA. geheel wordt opgeheven. Onderwijs Kunsten en "Wetenschappen. Uit de memorie van toelichting ont- leenen wij: NijrerheidMiMtarwijs. De invloed der nieuwe salarisregeling kan in de raming der subsidieposten voor het nijverheidsonderwijs voor 1926 nog niet zuiver tot uitdrukking kqmen, omdat het niet mogelijk was in den voor het het samenstellen der ontwerpbegrooting beschikbaren tijd de salarisramingen der schoolbesturen nauwkeurig te controlee- ren. Voor het middelbare nijverheidson derwijs staat reeds vrijwel vast, dat de nieuwe regeling geen 'besparing zal ge ven, doch eenige toeneming van kosten met zich zal brengen. Bij de middelbare technische scholen worden hierdoor de uit anderen hoofde verkregen bezuini gingen ten naastenbij, en bij de Zeevaart scholen enz. meer dan geheel teniet ge daan. Over het algemeen ls nog naar ver dere inkrimping en vereenvoudiging ge streefd. Opheffing van eenige scholen is nog in overweging, terwijl die van andere geleidelijk plaats heeft. De algemeene uit gaven der soholen zijn in de laatste jaren zoo sterk en bij herhaling gesnoeid, dat verdere bezuiniging daarop wel niet mo gelijk is zonder vitale belangen te scha den. Handelsonderwijs Onder dé Handelsscholen, waaraan in 1926 subsidie zal worden verleend komen voor de Handelsscholen te Helder. Nieuwe subsidie zullen ook in 1926 niet worden toegekend. Het totale bedrag der subsidies is voor 1926 20.006 lager ge raamd dan voor 1925 in verband met de opheffing van eenige scholen. Kunsten en Wetenschappen. Gelden zijn uitgetrokken o.a. voor her stelling van de volgende monumenten: Groote kerk te Alkmaar. Uitgetrokken is een vervolg termijn van 18.000. Tonen in Den Burg (Texel). 'De restau ratie is thans meer urgent dan ooit, Het gemeentebestuur is bereid de herstelling te ondernemen als het rijk bedraagt. De minister zou hiertoe willen 'besluiten on der voorwaarde, dat ook de provincie Noord-Holland steun verleene. De kosten zijn op 10.000 gulden begroot, waarvan het rijk ten hoogste de helft zou kunnen bijdragen. Een eerste termijn van 8000 wordt thans aangevraagd. Oorlog. Het eindcijfer der ooriogsbegrooting voor 1926 bédraagt ruim 58V, millioen of bijna 27« ton minder dan voor 1925. De bezuiniging op de verschillende posten bedroeg 4 ton. Daartegenover staat een uitgaaf van 2 ton ten behoeve van maat regelen en werken in verband met de af sluiting der Zuiderzee. Het ligt in het voornemen een bureau te stichten voor psyoho-tecibnisch onderzoek der dienstplichti gen. Voor de oprichting van een militaire gasschoo) te Utrecht wordt 24.000 aangevraagd. Omtrent de organisatie van het leger wordt medegedeeld, dat de begroo ting werd opgemaakt op den grondslag van de tegenwoordige samenstelling van het leger. Wijzigingen, die noodig zullen zijn in verband met de door den minister noodig geachte veranderingen in de or ganisatie, enz., konden, in verband met den korten beschikbaren tijd, daarin nog niet tot uiting worden gebracht Het ligt in de bedoeling, de hoogere bevelvoering te reorganiseeren; nadere mededeelingen hieromtrent zullen tijdig worden verstrekt. Vermoedelijk zal met ingang van 1 Ja nuari 1926 de 'betrekking van oomman dant van de vesting Holland hierdoor worden opgeheven; voor de bezoldiging van dezen functionaris wordt derhalve op de ooriogsbegrooting een memoriepost uitgetrokken. Aan den ultgewerkten en toelichtenden staat bij de verschillende hoofdstukken ontleenen wij nog: Voor de voortzetting van de verbete- ringswerken voor deze haven werd op de begrooting van het jaar 1926 een bedrag van 1660.000 uitgetrokken. Teneinde de in genoemd jaar aan te besteden werken voortgang te doen hebben, wordt thans op de Waterstaètsbegrooting epn be drag van 1700.000 aangevraagd voorden kaaimuur in de haven en van f 300.000 voor grond- en overige werken, welke gelijktijdig met den bouw van dien muur zullen worden uitgevoerd. In verhand met de uitbreiding der eco nomische belangen tusschen Nederland en Venezuela zal het consulaat-generaal in Venezuela worden omgezet in een gezant schap. Voor een behoorlijk» heffing der in komstenbelasting is vermeerdering van het aantal adjunct-accountants nog steeds noodig. Gelden zijn uitgetrokken voor de aanstelling van og 10 adjunct-accoun tants. Het voornemen bestaat, in 1926 examen af te nemen voor landmeters van het ka daster en voor surnumerair der registra tie en domeinen. In 1926 zullen dienstweigeraars op grond van art 8 b der wet van 18 Juli 1928 bij een andere tak van staatsdienst w arksaam. stya. Nieuw eerste Kamerlid. De opvolger van het Eerste Kamerlid, den heer De Waal Malefflt, die voor het lidmaatschap bedankt heeft, is de heer H. Amelink, te Utrecht, secretaris van het Chr. Nat Vakverbond, als hoedanig hij ook zittii» heeft in den Hoogen Raad van Arbeid. Met ingang van 1 Januari 1928 wordt het maximum aantal vergunningen voor den verkoop van sterken drank in het klein bepaald voor Texel op 16 en voor Anna Paulowna op 0. Het Nederi. Oorresp.-bureau te 's-Gra- venhage meldt: Van zeer bevoegde zijde deelt men ons mede, dat het in het Centrum verschenen bericht omtrent opheffing van garnizoe nen, afvloeiing van beroepspersoneel enz. van allen grond ontbloot zijn. De sluisbouw te Umulden. Men meldt ons: Het bestek voor het buitenhoofd van de sluis te IJmuiden is nu verschenen. 16 October aanstaande zal het buiten- sluishoofd worden aanbesteed, waarvan de raming ruim 5 millioen gulden bedraagt. Dit is het laatste gedeelte van de sluis zelf, op de bekleeding van den bodem van de schutkolk na, welke echter eerst later onder water zal worden aangebracht. Ook het buitensluishoofd zal binnen een omkuiping met ijzeren damwand van 26 M. lengte worden uitgevoerd, met vrijlating echter van de inschrijvers om eventueel" ook een pneumatische fundeeringswijze te kiezen. Daar dit buitenhoofd twee deurkasten heeft, tegen het binnenhoofd slechts één, zijn de hoeveelheden nog aanzienlijker dan bij het laatst aanbestede bestek. Thans gaat het om een ijzeren omkuiping van 660 Meter omtrek, en om ongeveer 146.000 M.3 beton, waarin 11 millioen K.G. wapeningsijzer wordt verwerkt. De opleverifigstijd van het werk is op 29 maanden gesteld; naar wij vernemen is de bedoeling van de directie te Haarlem en van den met de uitvoering belasten hoofdingenieur te IJmuiden om zoo eenigszins mogelijk de geheele sluis tegen den zomer van 1928 gereed te heb benj en ook in gebruik te kunnen stellen. Te dien einde wordt ook gestadig door gewerkt aan de beide kanalen, die aan de land- en aan de zeezijde toegang tot de nieuwe sluis moeten geven. Van de ruim 16 millioen M.3 zand, die mede daartoe moeten worden ontgraven, z]jn reeds bijna 10 millioen M,3 verwerkt. DE STOBMBAMP. Nog eens f 50.000 van het Smeroefonda. Het bestuur van den Kon. Nat Bond van Reddingwezen en Eerste Hulp bij On gelukken „Het Oranje Kruis" heeft van het Smeroefonds te Batavia een tweede gift van 60.000 voor de slachtoffers van de stormramp ontvangen. Het heeft telegrafisch aan het bestuur van deze Stichting zijn dank betuigd' voor zijn Ijverige bemoeiingen om de tot nog toe overgemaakte gelden bijeen te bren gen. Hulp uit Dultschland. Wy vernemen van de Nederlandsche Kamer van Koophandel voor Duitschland te Frankfurt aan de Main, dat zij van den Ober-burgemeester van de stad Frankfort een bedrag van Mk. 5000 ontvangen heeft ten behoeve van de noodlijdenden door de stormramp in Nederland. Het stads bestuur voegde hier aan toe dat zij deze gift slechts in dankbare herinnering aan de voortreffelijke hulp, die de stad in moeilijke tijden van Nederland ondervon den heeft. De Troonrede. Het Handelsblad (lib.) is niet rustgesteld over hetgeen de Troonre die het blad ietwat belangrijker vindt dan die van verleden jaar, zegt omtrent de te voeren politiek in meer Unksche richting. De regeering blijkt een veel te optimistl- schen kijk te hebben op den economischen toestand des lands; de specifiek finan- tieele zinsnede en die, welke onmiddellijk daaraan voorafgaat, acht het blad geheel ortoevredigend. Zij getuigt van een waar lijk hinderlijke miskenning van de zware zorgen, waaronder de burgerij nog steeds ge<&ukt gaat, en men zoekt vergeefs een pogen om het peil der begrooting omlaag te brengen, heigeen toch het eigenlijk» doel eener regeering moet zijn. Het V a d e rl a n d, eveneens een libe raal blad, is teleurgesteld. Het had ver wacht, dat men uit de Troonrede iets zou hebben bemerkt van het steviger acooord waarop rechts thans is gegrondvest, maar er zijn over en weer concessies gedaan,' die niet getuigen van zeer groote eens- willendheid. Ook dit blad struikelt over de flnantieele paragraaf. Hoe kan de heer Oolijn het voor zijn rekening nemen te zeggen, dat het ge vaar voor de ontwrichting van den toe stand van 's Lands geldmiddelen als af gewend kan worden beschouwd, terwijl wij nog altijd een slechts in schijn Bluiten- de begrooting hebben, en aan alle kanten een bekrimping op de Staatsuitgaven heb ben, waardoor wel degelijk vitale belan gen van de Nederlandsche natie worden aangetast? i Het blad toont de vaagheid van deze en andere paragrafen aan en meent, dait het staatsstuk geenszins blijk geeft van kracht Teleurgesteld ia ook de N. Courant,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 6