Zonderlinge lotgevallen in het Dagelijksch leven EEN VERHAAL VAN HET LAND. Van een boertje en zQn beest Zwygend, de koppen gebogen, krom in de knieën, sjokten ze samen langs den "weg, de koe en de man. Er was In touw, en dat was de band die koe en man ver bond. Het touw hing slap, want de koe was gewillig en het mannetje had geen haast Een oud, krom mannetje, was het, me 'n kort geknipt grijs baardje, en -een ou< schonkig koetje was het Daarom gingen beiden langzaam. Larfgs den weg stroomde een breed wa ter, aan den overkant was een spoordijk. Op dien spoordijk kwam gillend en «toornend de trein aandraven. Een snel trein. Allemachtig snel in de oogen van 't mannetje en de koe. De koe stond stil en het mannetje pau seerde ook even, en staarde naar den trein. Hij spuwde eens, duwde zijn tabaks pruim naar zjjn andere wang en besloot toen, zijn weg te vervolgen. Maar de koe had anders besloten. Klaar blijkelijk inziende dat ze het toch niet zoo vlug kon lappen als de trein, had ze be sloten, dan maar ln 't geheel niet meer te gaan. Dfe magere pooten wijduit geplant, den staart lusteloos omlaag hangend, bleef ze staan en keek met haar koe-oogen naar 't mannetje dat haar tegen haar zin voor uit wilde dloen gaan. Dat zou hij" niei ge daan krijgen. Als z]j verkoos te staan, stond ze. Zoo dacht de koe en keek met koKK>gon Het mannetje werd boos, trok harder, sloeg met zijn stok achteruit op den kop van het dier, maar omdat hij voor de koe liep en trok, kon hij niet goed zien hoe hij achter zijn rug sloeg en dus sloeg hij een paar maal mis, en een paar maal ge voelig raak, op zijn eigen rug. Toen besloot hij het beest te duwen. Hij ging achter de koe staan en duwde tegen het lichaamsdeel waar gewoonlijk biefstuk van gesneden wordt. Het toüw moest hij echter in de hand houden en het was zoo kort, dat de koe haar kop om moest omdraaien. Het best dacht stellig dat zij zich moest omkeeren, want opeens vloog haar ach terdeel een halven cirkel rond, en stond ze met haar kop voor het verschrikte ge- zicjit van het mannetje, dat t touw had losgelaten. Op dat oogenblik snorde er weer een trein voorbij. De koe sprong verschrikt naar den wegkant, gleed van de berm en verdween met baar achterpooten diep in het modderige water. Dank zij de vereende krachten van een paar boeren en burgers kon het mannetje een week later zijn weg vervolgen en de koe met bemodderd achterdeel sjokte stil achter hem aan. T. L. HOE ZIET DE WERELD ER TEGENWOORDIG UIT? Zonder legendarische familie. In Frankrijk tracht men thans bet internationale dienstboden.vraa gstuk op te lossen door Ohineesche vrouwen in dienst te nemen. Te Parijs rijn met dit doel veertig dochters van het Hemelache rijk aangekomen. Het Is verblijdend dat deze meisjes ten minste geen neef kunnen hebben bij de brandweer, of een tante moeten begraven als er gasten te dineer en komen. «Journal". België ak koloniseerende mogendheid. Sinds de Belgen ln de Kongo zijn, ls de bevolking er 60 achteruit gegaan. Voor het enorme gebied, dat tachtig maal zoo groot is als België, zijn er 60 artsen. De voornaamste oorzaken van den achteruitgang der bevolking zijn de slaap ziekte en hut geringe aantal geboorten, dat voor een deel verklaard wordt door de toenemende onzedelijkheid. „Rapport over de Kolon. begrooting". Gevaarlijke toiletten. Op een ooncert te Halberetadt vloog de kop van een lucifer bij het aanstrijken op do kleeding eener dame, wier costuum on middellijk in brand vloog. Hoewel hot publiek dadelijk de vlam men doofde, is de dame doodelijk ge wond. Het oostuum bestond, naar bij onder zoek is gebleken, uit kunstzijde, die in een cellulose-houdende oplossing ge drenkt moet zijn geweest. Met luid gesis was de stof in een seoonde verbrand. ,RerL TagebL". Advies aan huwbare dochters. Meisjes, wanneer ge er wellicht uw zin nen op geizet hebt een man te krijgen, laat hem dit dan nooit, neen nooit, bennet* ken. Jongemannen zijn opgevoed in het ge loof dat zij móéten bidden en smeeken, en gij onnoozel glimlachen en blozen. Gy moet hem aan uw voeten brengen, want in het tegenovergesteld geval zal hij zich afvragen op de manier van Isaac, toen Mozes hem een sigaar offreerde: Hó, wat mankeert er eigenlijk aan. „The Rottere". vak heeft gekozen onthoude dit: „De waarheid bovenal". Natuurlijk be hoeft hij zichzelf niet'tot slachtoffer te maken, door dit el te ver door te voeren. Het verhaal #van de kamerverhuurster, die naar de gravure aan den muur wees en verklaarde dat dit het „wondermooie zeegezicht" was, vermeld in haar adver tentie, zal wel voldoende illustreeren wat ik bedoel „Wilson Bell K. RusBell". Toevlucht voor onbehulsden. Vele mannen werden in de journalistiek gedreven meer als schepen zonder roer, dan wel omdat ze er roeping voor gevoel den. Soms probeerden ze de journalistiek, omdat ze er riet in slaagden een ander baantje te vinden. „The Future Career". Moderne kunst Zal onder ons een machtig kunstenaar opstaan, die ons Aphrodite zal schilderen of beitelen met de nog schuchtere en wei felende beweging der hand, die de ciga- rette gold tipped aan de lippen brengt? Gabriele Violanti. in „Het Roode Zeil". Een visch met lichtende mg. De Prins van Monaco, de bekende diep zee-onderzoeker, heeft gedurende zijn zwerftochten opgevischt een zwart kop- pootlv weekdier, dat boven op zijn rug twee sterk lichtgevende organen droeg. Tot nog toe werden wel dieren aange troffen, bij wlen zich dergelijke organen aan het frontaal gedeelte van het lichaam vertoonden, doch wezen met lichtende rug- deelen werden nog niet aangetroffen. „Echo de Paris". dan kunt u dit nu gerust uit hot hoofd zetten. Want nu wordt het onderstuk der japon ongeveer 40 A 60 cAL van den zoom af te beginnen in een wijden klokvorm gesneden en wordt de onder- wijdte zoodoende wel ongeveer 3 maal werk voor haar! zoo wijd als uw geliefd nauw rokje. Heb imeelij met een (blinde! Loop rond, man, wou je mij wat wtjs maken? Je Ibent niet blind! Nee, (mijnheer, ik 'ben ook niet blind, maar mijn ouwe grootmoeder. Ziet u, ik BABBELUURTJE OVER MODE. De klokvorm „het nieuwste". Moet ik u vertellen wat dezen winter het nieuwste zal zijn. Welke kleur het meest gedragen zal worden. Welke vorm het chicste zal zijn? Het is maar niet zoo in een paar woorden te vertellen. Vorm en kleur rijn nogal Verschelden. Van de kleuren ls veel, wat deze zomer mode was, gebleven. Ze zijn alleen iets stem miger, wat donkerder van tint. Maar het roestbruin, oud steen-rood, het blauw groen, korenblauw, donkerbruin en zwart vieren nog steeds hoogtij. Er is eigenlijk meer nieuws op t gebied van 't weven der stoffen gekomen dan wel ln de kleuren. Er zijn zachte, grof-geribde met zilver- haartjes overdekte stoffen. Er zijn mooie zig-zag en met schuine ruiten geweven stoffen, patronen, door het weven verkre gen, evenals in uw damasten tafellaken. Maar ook zijn er stoffen in mooie ge kleurde patronen geweven, hetzij stree- pen of ruiten of blokfiguren. Ook veel effen stoffen met een 80 cAL breeden be werkten rand. Dan zijn er nog die aar dige stoffen, welke er uitzien of ze met de hand met wol gestopt zijn. De dou- ble-faoe stoffen met hun effen buitepkant en geruiten binnenzijde. Gezwegen nog van de uitgebreide oollectie Engelsohe stoffen. De kunst van adverteeren. Buiten «i deze stoffen welke alléén voor tailleurgebruik zijn zijn natuur- ijk nog de stoffen voor gefeloede middag- oiletten en avond-toiletten, waarop ik een volgenden keer nog eens terug zal komen. De modellen rijn, als lijn igenomen, vrijwel hetzelfde gebleven. Allén onder aan de rok is een groote verandering te bespeuren. Hebt u van te voren gedweept met een De jongeman die zich het advertentie- rokje, dat 110 M. of 120 M. wijd was, Deze vorm geldt zoowel voor de Japen als voor den mantel Ten tweede ls de rok nogmaals verkort De nieuwste Parijscho modellen worden nu, maar net even over de knie gedragen en om de verhoudingen zuiver te houden, wordt nu de ceintuur weer even hooger gebracht Er wordt druk gegarneerd met bont en voeren. Er komen steeds nieuwere soor ten bont bij. Wat men vroeger „vree- selijk mal" bont vond, word nu chic ge vonden. Er kan nu haast geen vel be dacht worden, wat niet gedragen zou kunnen worden. Ook de grootst mogelijke kleur-contrasten zijn toegestaan (Mts ze maar niet dis-hanmonieeren). Dit is oen zeer verheugend verschijn sel- Want, nietwaar, bont is bont en niet iedereen kan de ededsoorten betalen, in tegendeel, dat ls maar een zeer klein con tingent De eenvoudige soorten geven evenveel warmte en staan heel dikwijls toch elegant r Ook fluweel zal dezen winter weer ge dragen worden, al ls het misschien ook ln geringe mate. Alles bij elkaar genomen, is dus de meest ingrijpende verandering waar te nemen in de lengte en onderwijdte der rok (of mantel). Do tu&schen den tekst gevoegde teeke- nlngen mogen u een kleine aanwijzing zijn voor het te volgen model .van dezen winter. FensionpriJ&en. A: Waar denk je dezen zomer met je familie heen te gaan? B: Ik ben het nog niet inet imijzelven èens of ik veertien dagen in het groote hotel te D. zal gaan logeeren of voor denzelfden som, die mij dat kost een op trekje zal koopen. Nu was er niet langer twijfel mogelijk. Hulshoudster (Aanbrengerig en fit tend): Die koetsier van ons vertoont on rustbarende kenteekenen van waanzin. Hij is verschrikkelijk verstrooid, vergeet achtig en verregaand slordig. Heer des huizes: Dat komt bij meer mensohen voor. Huishoudster: Hy praat steeds maar in zichzelf. Heer des huizes: Een onaangename en slechte gewoonte, maar het bewijst nog niets. Huishoudster: Hij slaapt en eet verba zend veel Heer des huizes (niet willende toege ven): Maar dat is toch nog geen teeken van waanzin. Huishoudster: Hy stelt zich soms of hy de baas is. Heer des huizes: Nou ja, dat kun je toch niet direct krankzinnig noemen. Huishoudster (aarzelend): Enen. hy is verliefd op m y. Heer des huizes (schrikkend): Bewaar me! Ja, dan moet hij wel gek zijn. Vergeetachtige menschen. Dien brief, dien ik Je vanmorgen gaf, heb je 'm in de bus gedaan? vroeg de vrouw, terwyi rij met half dicht ge knepen oogen een elgenaardigen blik op haar echtgenoot wierp. Neen, lieve, dat heb ik niet gedaan, zei de man eerlijk en oprecht Dat dacht ik al, klonk het hoonend. Maar ik zei je toch, dat er haast bij was en de brief vandaag nog moest ontvan gen worden. Ja, Mina. Ja, Mina houd Je me voor den gek? En toch heb je 't vergeten, t Is of ik oen kind om een boodschap stuur. Maar. Geen maar! Ik ben diep verontwaar digd over zoo'n nonchalance. Maar lieve Mlen, hier is de brief. Gelieve Jo er van te overtuigen, dat Je verzuimt hebt, t adres er op te schrijven. Niet veriegen. Ik zal dien ring van honderd gulden nemen. Zet u hem maar op m'n rekening. 1Ja, maar meneer heeft nog honderd zestig gulden te betalen. - Nou, het ls toch gemakkelijk genoeg om daar nog honderd gulden bij te tellen, zou ik denken. Een slimmerd. Hoor eens kelner, zei de geregelde bezoeker van het restaurant, voortaan zal ik je eens in de maand wat geld geven, dat is gemakkelijker voor me dan een fooi op lederen dag. De kelner boog dankend. Maar zou ik meneer mogen vragen me dan mijn fooi voor een maand vooruit te geven? LichteUjk verwonderd geeftdo bezoe ker ham eenige guldens Toch was hij over de houding van den kelner niet tevreden en hy neemt zich voor er den anderen dag eens met hem over te spre ken. Als hy echter den dag daarop aan zyn vaste tafeltje plaats neemt komt de nieuwe kelner buigend naar hem toe en vertelt dat zyn voorganger juist van morgen vertrokken is. Zelfrespect Zomergast: Toch wel saai he, dat jullie hier den heelen winter op dit eiland zit ten zonder andere menschen te zien. Inwoner: Och, 't is voor die andere menschen net zoo erg, die zien ons ook niet Zeer Juist Politieagent: Waarom sta je hier? Leeglooper: Zoo maar. Politieagent: Nou loop dan door zeg. Als ledereen stil bleef staan zou niemand kunnen paaseeren. Myn man is zoo slecht van begrip. Drie uur achter elkaar heb ik myn meening gezegd en toen ik uitgepraat was vroeg hij nog: Wat bedoel je nu elgeniyk? Patroon: Je salaris is tot nu toe 700. geweest nietwaar? Klerk (nauweiyks zijn stem gewoon kunnende krijgen van vreugdevolle ver wachting): Ja meneer. Patroon: Ik zal het piet 100.ver minderen. Dan behoef je geen inkomsten belasting meer te betalen, zoodat dat voor jou geen verschil in je nadeel geeft Oude dame (zenuwacl^g)Aóh meneer, kunt u me ook zeggen noe laat de trein naar D. vertrekt? Stationsbeambte (zeer verwonderd)Maar die vertrekt pas over 21/» uur mevrouw. Oude dame (met een zucht van verlich ting): Gelukkig. Dan ben ik tenminste niet te laat Oweeër (in zyn auto stappende tot- den chauffeur): Neem Je pet af als ik instap. Je hebt hoegenaamd geen manieren. Wat was je vroeger? Chauffeur: Ook paardenslager, meneer! Reiziger: Is de trein niefc erg over tyd? Stationschef: Ja, hy ia vrij laat maar we verwachten hem nu toch ieder uur. DE LEGENDE VAN ECHO. (Nog eens een Oud-Grieksch verhaal). Jullie kent natuuriyk allemaal de echo. Allen heb jullie haar wel eens geroepen en allen heb jullie dan antwoord gekre gen. En toch is Echo zelf al honderd%n jaren geleden gestorven. Alleen haar stem is biyven leven en zal altyd en altijd bUjven leven. Maar Echo's stem kan nooit zelf woorden zeggenze kan slechts de laatste lettergrepen herhalen» die door een ander gezegd zyn. Ik zal jullie vertellen, hoe dat zoo gekomen is. Er was eens in Griekenland een nymph, die Echo heètte. Ze was heel lief en mooi, maar ze hield erg veel van babbelen. En daardoor zei ze wel eens wat te veel. Zoo vertelde ze op zekeren dag een grapje over Mera, de opperste godin. Mera was hierover zóó boos, dat ze Echo by zich riep en zei„jy ondeugende nymph. Tot straf voor je babbelzucht zal je tong zyn vrijheid verliezen en de slaaf van anderen worden. Je zult in het vervolg slechts de laatste woorden kunnen her halen, die je hoort." In het begin vond Echo haar straf niet zoo heel zwaar. Ze vond het zelfs wel grappig iedereen na te praten. Doch eens zag ze Narcissus, den zoon van een riviergod. Narcissus was heel mooi, zóó mooi, dat Echo dadeiyk erg veel van hem hield. Nu eerst voelde ze» hoe zwaar Mera haar gestraft had. Want nooit kon ze een woord spreken tot Nar- oissus. Ze kon hem slechts zachtjes vol gen, waar ze hem zag, hopende, dat Nar- olssus tot haar zou spreken, als hy zag dat ook zy heel mooi was. Eindeiyk kreeg ze gelegenheld^om met Narcissus alleen te zyn. Hy ging op do jaoht en Echo holde langs eenige zypaden door het gebergte en wachtte hem toen op. Toen Narcissus -een hoek omging, stond Echo plotseling voor hem. Ze keek hem smeekend aan, maar1 de trotsche Narcissus zei,Ik ben nog veel mooier dan jy. Nooit trouw ik met jou, al heb Je me lief!" Arme Echo. Ze kon niets doen dan de laatste woorden herhalen: „Heb Je me lief 1" Maar Narcissus gaf haar geen ant woord meer en liet haar achter met een gebroken hart. De goden hadden medeUjden met de arme nymph en namen haar mee. Alleen haar stem lieten ze op aarde, als een waarschuwing voor de groote babbelzucht. Doch ook Narolssus' ydelheid bleef niet ongestraft. Op zekeren morgen had hy dorst. Hy zocht een beek in het bosch, om water te drinken. Toen hy zioh vooroverboog zag hy ln het water een mooi meisjes gezichtje. Hy werd er dadeUjk verliefd op en boog zich voorover om het te kussen. Zie het meisje kwam hem tegemoet. Maar o, zoodra hy haar kuste werd ze leeUjk en rimpelig en haar kus was zoo koud I Toen Narcissus echter even later weer keek, zag hy weer het mooie gezichtje. Weer wilde hy het kussen, maar weer werd het leeUjk, zoodra hy het aanraakte. Nu bleef Narcissus aan den waterkant liggen, om steeds weer het meisje te kunnen zien. Hy at, noch dronk, tot hJJ eindeUjk stierf. Maar zóó mooi was hy dat de goden hem in een witte Narcis veranderden, de mooie voorjaarshloem, die zich zoo graag met gebogen hoofdje in het water spiegelt. RAADSELS. Oplossingen der vorige raadsels. 2 9 4 7 5 I 8 Ook andere manieren zyn mogeiyk, maar steeds krijgen we deze optelsommetjes. EL z e k e t I e e 1 t Goede oplossingen van beide raadsels ontvangen van: A. A.N. B.K. en M. B.R. v. B. S. C.A. E.T. en D. P. O. F.P. 8. E. O. J. H.; O. deH.; G.K.; P.K.; F.G.v.P.; J. S-O. en R. T.W. W. Nieuw raadseL L Ik blijf, wat ik ben, zoolang ge niet weet, wat ik ben; maar weet ge, wat ik ben, dan houd ik op, te zyn, wat lk ben. Wat ben ik Ingez. door N. N. IL Het eerste ziet ge niet, voordat de nacht wykt, terwyi aan elke boom het laatste prijkt. 't Geheel verkondigt wyd en zyd, Het nieuws van elke plaats en tyd. Ingez. door Corry Kroonstuiver. Corry Brena.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 8