E Derde Blad. De moord op den makelaar fiuscli. ELLEVUE". BINNENLAND BUITENLAND VAN ZATERDAG 3 OCTOBER 1925. crader verantwoording wethouder». der veraohillende Uit het mijnbedrijf. Staking? De Nederlandsche Mijnwerkersbond heeft Woensdag aan de Christelijke Mijn werkersorganisatie een schrijven doen toekomen, waarin eerstgenoemde bond de Christelijke Mijnwerkersvereeniging uifr noodigt, mede tot staking over te gaan, Indien inderdaad de verslechteringen fn arbeidstijd en loonen waarheid mochten worden. In het schrijven wordt erkend, dat de organisatie alleen dan hiertoe kan beslui ten, indien de zekerheid bestaat, dat ook de Christelijke organisatie bereid is, mede de staking al te kondigen, ten einde door voering van de voorgestelde verslechte ringen te voorkomen. Gevraagd wordt duidelijk antwoord voor Woenèdag 7 October a.s., des v.m. 12 uur. Mocht op genoemd tijdstip niet of ontwijkend worden geantwoord, dan zal daaruit worden geconcludeerd, dat de christelijke organisatie niet tot staking bereid is. Vrijdagmorgen zijn de voorzitters der verschillende mijnwerkersorganisatie tele grafisch uitgenoodigd tot een conferentie met den minister van Waterstaat, op mor gen, op diens departement, in verband met de crisis in het mijnbedrijf. m m Op een uitnoodiging van de drie klei nere organisaties tot bespreking van den toestand zullen de Christelijke Mijnwer kersbond en de Algemeene Nederland- sche Mijnwerkersbond niet ingaan en wel omdat ten slotte deze drie organisaties te zamen nog niet het tiende deel van het aantal leden van de beide groote bonden hebben. Vrachtverlaging voor steenkoolvervoor. Naar de Telegr. uit goede bron ver neemt, hebben, op aandrang van de re geering, de Nederlandsche Spoorwegen een bespreking gehad met de Mijnver- eeniging (De vereeniging van mijndirec- Helden der zee-fonds „Doms Rijkers", Blijkens het Jaarverslag van het Helden der zeefonds „Dorus Rijkers" betaalde dit fonds aan 20 personen een blijvende ondersteuning, waarvoor in dit jaar 2.181.11 werd uitgekeerd en gaf aan 28 ?ersonen een uitkeering in eens in totaal 420. Het fonds had een batig saldo van 88.876.67 bij een inkomen van ƒ48.602.04. De Wormerveersche tekorten. Indertijd is medegedeeld, dat de pen ningmeester van de bouwvereeniging „De Arbeid" te Wormerveer, een kastekort had van ruim 1500. Na heel wat overleg en vergaderen, was men met den betrok kene overeengekomen, dat hij. in eenige jaren het tekort zou aanzuiveren en daar mee had de zaak uit kunnen zijn, ware het niet, dat de ex-penningmeester dezer da gen had verklaard, een desbetreffende overeenkomst niet te teekenen. Het be stuur van „De Arbeid" achtte zich thans verplicht den betrokkene in rechten aan te spreken, zoodat de zaak eerlang zal die nen voor de rechtbank te Haarlem. De Rechtbank te Amsterdam heeft gis teren de zaak tegen Marcelis Muylwijk voortgezet. Alvorens het getuigenverhoor te vervol gen, stelde president mr. Eekhout aan den bekl. deze vraag: Bij den rechter-commis- saris heeft u medegedeeld, dat Busch, toen hij op den grond lag, nog bruiste, nog een sissend geluid gaf. Ter terechtzitting heeft u echter gezegd, dat hij, toen hij op den grond lag, geen geluid meer gaf. Is dat een vergissing van u geweest? Bekl.: Dat is een vergissing van mij ge weest. Hierna werd gehoord mej. C. van Bree- baart hv. Blitz, die destijds tegenover het slachtoffer in de Van Ostadestraat woonde. Zij verklaarde, dat zij in den avond van Vrijdag 22 October 1915, omstreeks half acht, opgebeld werd. Een stem zij weet niet of 't die van Busch was vroeg toen: „Wilt u aan Jetie zeggen, dat zij maar naar Carré gaat; ik kom later thuis en dan pas ik wel op het kind". Dr. N. A. Vechtman, arts te 's-Graven- hage, werd als getuige-deskundige gehoord. Zooals men weet, schreef dr. Vechtman aan den verdediger een brief, waarin hij mede deelde, dat hij, toen een vriend hem onver en ,„vvu, wachts in den hals greep, door den druk op teuren) en hebben de NederL Spoorwegen, 'eB. nervus vagus bewusteloos werd. eveneens op aandrang van de regeering, Getuige-deskundige verk'aarde, dat hij den brief geschreven had, omdat zijn per soonlijke ondervinding aanleiding gaf te in een vrachttarief-verlaging voor steen- kolenvervoer toegestemd. Er zal een ver laging komen in den vrachtprijs o.a. voor z.g. convooi-zendingen. De door de Nederlandsche Spoorwegen vastgestelde verlaging werd door de mijn- directies, gezien de internationale verhou dingen, ten eenenmale onvoldoende ge acht, doch de Nederlandsche Spoorwegen verklaarden in geen geval tot een verdere verlaging te kunnen overgaan, wilde hun financieel evenwicht niet in gevaar ge bracht worden. Stagnatie op den veerdienst EnkhulzenStavoren. De veerboot „J. F. van der Wijck", van den dienst Stavoren—Enkhuizen, die 6 u. 86 van Friesland was vertrokken en te 7 u. 61 in Enkhuizen had moeten aanko men, is Donderdagavond, tengevolge van den mist, 4 K.M. benoorden Enkhuizen, bij den vuurtoren „De Ven", op den dijk geloopen. Alle pogingen, om het schip met eigen kracht vlot te krijgen, mislukten. Geluk kig was de zee tamelijk kalm, zoodat de passagiers niet angstig werden en alleen wat ontstemd waren over het langdurige oponthoud. De kapitein deed noodsignalen geven, waarop twee sleepbooten te hulp kwamen. Zij slaagden er evenwel niet in de veer boot te krijgen. Bij dezelfde plaats was ook een vis- schersvaartuig, een mosselscheepje, vastr geloopen. De opvarenden daarvan hadden verzocht mede van de hulp van de sleep boot gebruik te mogen maken. Het mos selscheepje is weer los gekomen en heeft een gedeelte van de passagiers van de „J. F. van der WJjok" naar Enkhuizen ge bracht. Ook de stoompont van de Nederland sche Spoorwegen, de „Leeuwarder", heeft pogingen gedaan om de veerboot vlot te krijgen, doch zij had evenmin succes. De passagiers die tegen middernacht te Enkhuizen aankwamen, vonden daar een eytra trein gereed staan, welke via Haar lem naar Amsterdam reed. Deze trein stopte aan alle Btations. Ongeveer drie uur vertrok, in aansluiting, een extra- trein van Haarlem in de richting Leiden Den HaagRotterdam. Ingezonden Mededeeling. HOTEL, CAFÉ-RESTAURANT bruiloften en parti|en Uit den Alkmaarschen Raad. Alkmaar, 1 October. In de hedenmid dag gehouden gemeenteraadszitting is ge- ruimen tijd gediscussieerd over eenige plannen tot verbetering der bestrating van de Langestraat en de hiermede ver band houdende al of niet verdwijning der stoepen. Besloten werd met 14 tegen 6 stemmen tot het aanbrengen van een 6 M. breeden rijweg van geruischlooze bestrating, het verwijderen der stoepen en aan weerszijden van den rijweg aan brengen van ongeveer 8 M. breede trot toirs. De onkosten zullen 44.260 bedra gen. De raad besloot voorts f 80.000 te vo- teeren voor werkverschaffing waarbij mr, H. Kusters bij het college aandrong do na-oorlogsche toestanden op dit gebied ontstaan eens nader onder de oogen te zien en te trachten een nieuwe organisatie vooronderstellen, dat dit ook hier geschied kon zijn. Het O. M., mr. Reiljngh, merkte op, dat Busch, nadat hij was vastgegrepen en heen en weer geschud, nog heeft gi egd: „laat mijlos, Muylwijk". De verdediger, mr. Alfred Levy, wees er op, dat hem per post verschillende brieven worden gezonden, waarin gevallen van in hibitie worden meegedeeld. Nu zegt de eene deskundige, dat er geen inhibitie-dood is, wanneer het slachtoffer niet onmiddellijk dood is. De meening van andere deskundi gen is, dat men ook van inhibitiedood kan spreken, wanneer het slachtoffer na den greep nog enkele woorden spreekt en dan bewusteloos wordt en sterft. De antwoorden van dr. Vechtman waren aan de perstafel niet te verstaan, terwijl het verhoor van prof. dr. W. M. de Vries, die vervolgens werd gehoord, evenmin te vol gen was. Dr. Bles, de volgende getuige-deskundige, belde naar aanleiding van de dagblad versla gen mr. Levy op om hem attent te maken op medisch^ literatuur, waarin gevallen van inhibitie-dood werden beschreven. Ter te rechtzitting lichtte getuige-deskundige1 dit nader toe. Volgende getuige was de heer B. J. W. Busch uit Utrecht, een neef van het slacht offer. Hij had aan den president een brief geschreven, naar aanleiding waarvan de Rechtbank zijn verhoor noodzakelijk achtte. Getuige verklaarde, dat hij zijn oom nog al eens ontmoette. Hij heeft nem nooit hoo- u-gen en hiï za& er gezond uit. Alleen had hij een litteeken achter het oor, gevolg van de operatie van een gezwel. Daar de ^er Busch nog al een chique meneer was, had hij dit laten wegnemen. Getuige be schrijft den heer Busch als een opvliegend spierkrachtig persoon, die, als hij aangeval len werd, zeker «zijn man zou nebben ge staan. De heer Busch was vroeger, 20 jaar terug, te Roosendaal broodbakker geweest en kwam dan bij het bezorgen van het brood met paard en kar in' streken, waar veel smokkelaars woonden. Hij trad echter altijd kordaat op en was „voor duvel noch hel" bang. Daar ging hij prat op. President: Acht u het denkbaar, dat de man zonder zich te verweren, gestorven zou zijn? Getuige: Neen. Pres.: Het was geen man om met zachte handschoenen aan te pakken? Get.: Neen. Pres.: Wist u, dat hij een kwaal had? Get.: Dat heb ik hem nooit hooren zeg gen. Verder verklaarde getuige, dat de heer Busch niet rookte of dronk en goed was voor zijn medemenschen, vooral voor de armen. Pres. tot bekl.: U hebt ter terechtzitting gezegd, dat u, toen Busch naar uw vrouw wilde gaan, riep: „dat zal niet gebeurenI" Dat Busch u toen een duw gaf, waardoor u tegen de openstaande deur sloeg en de deur met helsch lawaai tegen den muur sloeg. Bij uw verhooren voor den rechter commissaris op 23 Januari 1.1. hebt u echter heelemaal niet over de deur gesproken. Bekl.: Ik heb het wel gedaan, toen ik aan den dominéé mijn bekentenis aflegde. Pres.: Op 27 Januari 1.1. heeft u bij den voor werkverschaffing-werk te scheppen rechter-commissaris wel van een openstaan de deur gesproken, maar niet van het „hel- sche lawaai waaroven u ter terechtzitting gewaagde. Nogmaals werd gehoord de juffrouw, bij wie daags na het verdwijnen van Busch drie a vier personen kwamen informeeren of Busch er was. Zij vroeg hun: „wie. kan ik zeggen, dat er geweest is?" en daarop ont ving zij, volgens haar verklaring, ten ant- word: Claassen, Lichtle en Lorette. Pres.: Hebben zij alle drie hun naam ge noemd.? Get.: Hoe kan ik anders aan de namen komen? Zij zijn me genoemd, nadat ik ge vraagd heb: „wie kan ik zeggen dat er ge weest zijn?" Op een vraag van de verdediging zeide getuige, dat na lezing van de dagbladver slagen die namen weer in haar herinnering terugkeerden. Verder zeide getuige, dat de heer Busch wel eens klaagde over hoofdpijn en pijn in den rechterarm, gevolg van een val met een vliegtuig. De* heer J. F. van Slobbe, inspecteur van politie, werd vervolgens weer voorge- roepen. Pres.: Zooals uit de stukken blijkt, heeft Muylwijk op Maandag 19 Januari 1.1. bij den recnter-commissaris zijn bekentenis af gelegd. Een week daaraan voorafgaande neeft u met De Kort gesproken. Hoe was de houding van De Kort in die week? Get. Van Slobbe: Op Zondag 11 Januari was de kist opgegraven en ik ben op 12 Januari naar De Kort gegaan. Deze lag ziek te bed en ik heb hem toen aan zijn bed ge vraagd wat hij wist. Hij wist er niets van, zeide hij. Toen ben ik van hem gegaan naar getuige Eeltjes en deze verklaarde, dat De Kort het muurtje gemetseld had en hij voeg de er aan toe op welke zenuwachtige wijze Muylwijk instructies gegeven had om het muurtje te maken. Ik heb toen Eeltjes mee genomen naar De Kort, maar De Kort wil de er niets van weten. Woensdag en Don derdag 14 en 15 Januari is De Kort op het politiebureau gekomen. Ik heb hem toen meegenomen naar de garage aan den Over toom en hem het muurtje laten zien. Toen is De Kort op zijn vorige verklaring terug gekomen en heeft hij gezegd, dat hij in op dracht van Muylwijk het muurtje had moe ten metselen. Hierop ben ik met hem van den Overtoom gegaan naar den rechter commissaris; deze verzocht aan De Kort zijn verklaring in'het bijzijn van Muylwijk te herhalen. Muylwijk wilde er niets van weten en zei: „De Kort, wees voorzichtig, ik waarschuw u, maak mijn vrouw en kin deren niet ongelukkig". In het verdere ge sprek zei Muylwijk nog: „De Kort is een te goed vakman dan dat ik hem aanwijzin gen over het metselen van het muurtje zou nebben behoeven te geven". Muylwijk ont kende aan De Kort de opdracht te hebben gegeven om het muurtje te maken. Pres., tot bekl.: Dat is niet juist, niet? Bekl.: Neen, niet geheel juist, ik heb ab soluut niet gezegd: ,,De Kort wees gewaar schuwd, denk aan mijn vrouw en kinde ren!" Dat moet beslist een vergissing zijn. Pres.: Er zijn steunpunten onder de kist gevonden. Kan het niet zijn, dat die aange bracht zijn om het touw gemakkelijk onder de kist uit te kunnen trekken, nadat die in den kuil was gelaten? Bekl.: Neen. Na de pauze werden een aantal getuigen Getuige A. de Jong verklaarde in 1917 den bekl. te hebben leeren kennen. Hij le verde aan bekl. voor eenige duizenden gul dens aan meubelen. Aanvankelijk gingen de betalingen vlot, maar later kwamen er moeilijkheden en kon bekl. niet meer koo- pen. Hij kreeg toen de meubelen in consig natie. Twee jaren deed getuige met bekl. zaken. Mr. Levy verzocht aan getuige in zijn zaak na te zien de facturen en data voor de goederen, die hij aan bekl. verkocht en die hij in consignatie aan bekl. gaf. Bekl. verklaarde, dat hij hierdoor wilde aantoonen de juistheid van zijn opgaaf, dat hij 300 van het geld van Busch besteed heeft voor meubelen, die hij van den vorigen getuige betrok. Getuige P. Grin, vleeschhouwer, ver klaarde, dat hij beklaagde beschouwde als een door en door goed man, als een man, die te goed was, als iemand van een goedaardig karakter. Getuige KI. Gelder, bouwkundige, noem de bekl. „een goeie vent". In het laatst van het vorige jaar heeft hij nog zaken met hem gedaan en toen hij hoorde van het feit, waarvan men hem beschuldigde, zeide ge tuige geschrokken te zijn. Nadat deze getuigen waren gehoord, wees mr. Levy er op, dat de president op een der terechtzittingen den beklaagde heeft te, kennen gegeven, dat hij verschillende dokters had gehoord, die hem meedeelden, dat de voorstelling van beklaagde omtrent de wijze waarop Busch gestorven zou zijn, niet juist kan zijn. Mr. Levy verzoekt nu den president of hij het niet van belang acht om, teneinde het onderzoek zoo volledig mogelijk te doen zijn, die personen alsnog als deskundigen te hooren. Pres.: Neen, mijnheer, ik kan niet aan uw verzoek voldoen. Wanneer ik mijn licht opsteek en vertrouwelijke mededeelingen krijg, mag ik die personen niet als getuigen laten komen. Mr. Levy: Sommige personen hebben ook mij vertrouwelijke mededeelingen ge daan en mij verzocht hun naam niet te noe men. Maar zij zouden, evenals ds. Le Roy, van bekl. vrijstelling van geheimhouding kunnen krijgen. Zou u nu dien dokters niet kunnen verzoeken, dat zij u vrijstelling ga ven en zij alsnog als deskundigen werden gedagvaard? Pres.: Laat u dat maar aan mijn beoor Prei.: Die akte kan ik u verleenen. Hebt u nog verdere vragen te doen? Mr. Levy vraagt vervolgens akte dat de commissaris van politie Pateer ter terechtzitting heeft verklaard, dat dadelijk na het openen van het graf van Busch door getuige-dieskundige an Ledden Hulse bosch de stroorommel uit de grafkist is ver wijderd, en dat die commissaris daarna op de desbetreffende fotografie de plaats heeft aangewezen waar die stroorommel vervol gens op den vloer is neergelegd; dat daarna de getuige-deskundige Van Ledden Hulsebosch teij terechtzitting heeft verklaard, dat die stroorommel door hem slechts terzijde is geschoven, omdat men anders, in plaats van een foto van lijkresten in de kist, slechts een foto van een open kist, met stroo gevuld, zou hebben gekre gen, en dat de stroorommel niet op den vloer is gelegd; dat de president toen, vóórdat getuige- deskundige Van Ledden Hulsebosch: verder verklaarde, uitdrukkelijk constateerde, dat dus des morgens de commissaris Pateer in zijnet verklaringen jegens de Rechtbank zich had vergist. Alles terwijl juist del desbetref fende fotografie aantoont, dat reeds tevoren de stroorommel zoo goed als gebeel uit de kist was verwijderd. Pres.: Deze akte kan ik u niet weigeren, maar ik kan haar alleen in dier voege accep teeren, dat er mede niet wordt uitgedrukt, dat de rechtbank dé juistheid aanvaardt van hetgeen is gezegd. De juistheid daarvan moet blijken uit het proces-verbaal. Mr. Levy: Daarmee ben ik tevreden. Pres.: Hebt u nog meer vragen? Mr. Levy: Ik heb gisteren op het kan toor bezoek gehad van iemand, die de zit tingen heeft bijgewoond en die met betrek king tot de proef, die de inspecteur Van Slobbe heeft ondergaan, dezelfde waarne ming kwam mededeelen, die ook een advo caat (door den verdediger met name ge noemd) deed. Bedoelde persoon heeft, zit tende op de punt der beklaagdenbank, be slist waargenomen hoe de heer Van Slobbe door bekl. werd aangevat en tegen den pond gegooid. Daar de heer Van Slobbe later verklaarde, dat hij gestruikeld en daar door gevallen is, verzoete ik den bedoelden persoon ook op de zitting te hooren. Pres.: Dat lcan ik tot Klaarheid brengen. Het is door den griffier in het verbaal vast gelegd. Bekl.Ik herinner mij Pres.: Dib punt is thans afgehandeld. De demonstratie met den inspecteur Van Slob be is, zooals de Rechtbank die heeft waar genomen, in het proces-verbaal neergelegd. Hierop komt de Rechtbank niet terug. Wenscht u nog iets in het midden te bren- gen? Mr. Levy: Ik heb geen andere vragen te stellen dan die ik gisteren heb meegedeeld. Pres.: Wij zijn in openbarefterechtzitting en wij gaan niet praten over wat in raad kamer is gesproken. Voortgaande zegt mr. Eekhout: De ver dediger acht het in het belang der zaak, ze veertien dagen uit te stellen. Overeenkom stig dit verzoek wordt de verdere behande ling der zaak geschorst tot Vrijdag 16 Oc tober a.s. D« onderhandelingen over de Franache schalden. Zooals elders in dit blad reeds wordt medegedeeld, heeft ,de Amerikaanache Commissie de schuldregeling verworpen terwijl men van Fransche zijde reeda op aanvaarding ervan rekende. Berichten uit New York melden, dat er twee oorzaken waren, die tot het mis- lukken der onderhandelingen geleid heb ben. In de eerste plaats de onvoorzich tigheid of een indiscretie van den pers chef der Fransche delegatie. Terwijl Caillaux zich er uitdrukkelijk voor hoedde er openlijk zijn voldoening over te uiten, dat men tot een resultaat gekomen was, heeft zijn perschef dit daarentegen luide verkondigd en er aan toegevoegd, dat nu alles voorbij was. Natuurlijk heeft deze mededeeling kolommen in de bladen gevuld en werd zij als een poging der Amerikaansche delegatie beschouwd, om het Amerikaansche volk tot aanneming van een ongunstige overeenkomst te brengen. De reactie bleef natuurlijk niet uit en het Witte Huis sprak deze offici euze mededeeling tegen. Om tien uur, toen de oommissies in gemeenschappelijke zitting bijeen kwa men, werd medegedeeld, dat het Fransche aanbod niet kon worden aangenomen en tegelijkertijd het Amerikaansche tegen voorstel gedaan, dat Frankrijk jaarlijks in de eerste vijf jaren 40 millioen dollar zou betalen, dat er geen verdere rente zou aangroeien en dat de Fransche re geering niet zou gedwongen worden om de 400 millioen te betalen, die in 1929 voor den aankoop van legervoorraden moeten betaald worden. De onderhande lingen zouden dan in 1930 hervat worden. Caillaux verklaarde daarop aan de Amerikaansche schuldcommissie, dat hij niet in staat was op dit denkbeeld in te gaan, daar hij alleen volmacht had een definitieve overeenkomst te treffen, maar dat hij het voorstel aan het kabinet van Parijs zou voorleggen. De tweede oorzaak is gelegen in de Fransche waarborgclausule of het „vei ligheidspact", zooals men het in Amerika schertsend noemt, die hierin bestaat dat voor het geval de Duitsche schadever- goedings-betalingen achterwege blijven Frankrijk'» betalingsvermogen aan een herziening zal worden onderworpen. In verband hiermee had Caillaux den dag te voren in een interview een op merking gemaakt waarop zeer veel com mentaar geleverd is. Hij heeft n.1. aan een vertegenwoordiger van de „Manufac- turer's Record" verklaard, dat voor het geval de Duitsche betalingen achterwege bleven en Frunkrljk verplicht was te be talen, Frankrijk dan zelf het geld in Dultaohland zou zien te krijgen. Deze opmerkingen werden aldua uitgelegd, dat er nieuwe sancties of dergelijke hande lingen zouden plaats hebben. NEW YORK, 2 Oct. De bladen betreu ren het zeer dat Caillaux niet in staat was de voorgestelde voorlooplge schuld regeling te teekenen. Zij verklaren dat Amerika .verlangend was Frankrijk edel moedig te behandelen en weigeren te gelooven dat het congres een of andere redelijke overeenkomst niet zou willen ratificeeren. PARIJS, 2 Oct. Commentaar leverend op den afloop der onderhandelingen te Washington schrijft het „Petit Journal", dat men aan de Fransche onderhande laars eerder zou kunnen verwijten te ver te zijn gegaan en cijfers te hebben ge noemd, die Frankrijk niet had kunnen betalen. De „Figaro" herinnertaan de edel moedigheid van Frankrijk, dat zonder discussie het bedrag der facturen aan vaardde. Als antwoord stelt men ons sla vernij voor, aldus het blad. Zonder ne- vengedachte of berekening zeggen wij: „neen". De „Homme Libre" is van oordeel, dat de Fransche voorstellen Frankrijk ver laagden tot de oategorie der mandaat- landen. De „Ere Nouvelle" verklaart, dat de Fransche delegatie goed handelde. De „Oeuvre" is van meening, dat de gevolgen eener niet-oplossing niet ern stiger kunnen zijn dan die van een capi tulatie, waardoor zware verplichtingen werden opgelegd aan verscheiden Fran- BChe generaties. De „Gaulois" schrijft: Wij weigeren politiek, financieel en eoonomisch in knechtschap te geraken. DUITS CHLAND, De berooving in het Berltjnsche hoofd bureau van politie. De quaestie van de berooving van twee employé's van een firma op het Berlijn- sche hoofdbureau van politie tot een bedrag van 20.000 M. is nog steeds on opgelost. Het verhoor van de beide loopers, mannen van 21 en 22 jaar, heeft geen nieuwe gezichtspunten opgeleverd. Aangenomen wordt, dat de Köpenickiade gedurende langen tijd is voorbereid. De beide loopers hebben verklaard, dat de z.g. rechercheurs hen een getypt stuk papier hadden voorgehouden, waarop zij wezen op hun namen, die volkomen juist met ds voornamen waren ingevuld. Boven op het stuk papier stond „Haftbefehl" en daarnaast een groote stempel. „Volg ons, zonder opzien ts wekken" had het bevel geluid, „het betreft vdorloopig nog geen arrestatie, maar slechts een verhoor in het politiebureau." Natuurlijk zijn wij meegegaan, wij kon den niet anders doen, hebben de loopers aan journalisten verklaard. De recher cheurs riepen een auto aan, wij stegen in, en in den wagen werd ons een tweede document getoond. Daarop stond iets van „Beschlagnahme" en wij moesten onze portefeuilles overgeven. Daarna was de auto stilgehouden voor het hoofdbureau van politie. Een der rechercheurs was uitgestegen en naar binnen gegaan, met de woorden, dat hij den commissaris op de hoogte moest brengende tweede, die de portefeuilles in zijn bezit had, was bij hen gebleven. Vervolgens kregen de loopers bevel om uit te stappea; de tweede rechercheur bracht hen in het gebouw en waB daarop plotseling verdwenen. „Wij wachtten een tijd en gingen toen naar den commissaris. Ik geloof niet, dat wij eenige schuld hebben, dat kan ieder een overkomen." De „Voss. Z." verwijt beide mannen gebrek aan tegenwoordigheid van geest en al te groot vertrouwen. De brutaliteit van beide „rechercheurs" overtreft nog verre die van wijlen den kapitein van Köpenick, want de berooving had plaats in een gebouw, waar honderden ambtenaren bezig zijn voor Berljjn's veiligheid te zorgenin een gebouw, waarvan de naam alleen al den misdadigers een schrik op het lijf moet jagen. De valsche recher cheurs hebben zelfs de hulp van echte politiebeambten ingeroepen, om n.1. de poort van het hoofdbureau te openen voor de auto. De arrestatie werd gegrond op een belastingontduiking. En wie is, tenminste op belastinggebied zoo rein van geweten, vraagt de „voss. Z.", dat hij zich zou durven verzetten tegen zulk een beschul diging En terwijl de taximeter van de auto van uur tot uur steeg, en de beide loopers geduldig wachtten, hadden de beide bedriegers ruimschoots den tijd zich uit de voeten te maken. W at vroeger de uniform van den kapitein van Köpenick uitwerkte, doet thans een stempel van het hoofdbureau van politie 1 Een zonderlinge geschiedenis. De bladen houden zich sinds eenigen tijd met een vrij geheimzinnige aangele genheid bezig. Een paar weken geleden werd gemeld, dat „Regierungsrat" graaf Ludwig von Bothmer uit Potsdam bij een tweegevecht zwaar gekwetst was en in het ziekenhuis aldaar werd verpleegd. Dit laatste was juist, maar het was niet bij een duel dat graaf Bothmer zoo ernstig werd gewond. In Augustus ging een 82-jarige „Gehei- mer Oberjustizrat", Rieck genaamd, die te Potsdam woonde, met vacantie. Hij ver zocht gravin Bothmer, met wie hij goed bevriend was, tijdens zijn afwezigheid nu en dan naar zijn huis te gaan kijken. Nauwelijks was de heer Rieck vertrokken, of de schoonmaakster merkte, dat er kost bare tapijten uit zijn woning verdwenen m De J. P. van der Wiick" vastgeloopen. Hef meest gerennomeerd adree voor waarvoor aparte zalen disponibel z||n Lunches - Diners - Soupers. W. J. M. SCHOUTEN. k décharge gehoord. deeling over. Mr. Levy: Dan verzoek ik, dat mij akte wordt verleend van' mijn verzoek. Hei oordeel dei). Amerikaansche bladen. Fransche persstemmen. Een hooggeplaatste dievegge

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 9