E
Derde Blad.
De moord op den makelaar fiuscli.
ELLEVUE".
BINNENLAND
BUITENLAND
VAN ZATERDAG 3 OCTOBER 1925.
crader verantwoording
wethouder».
der veraohillende
Uit het mijnbedrijf.
Staking?
De Nederlandsche Mijnwerkersbond
heeft Woensdag aan de Christelijke Mijn
werkersorganisatie een schrijven doen
toekomen, waarin eerstgenoemde bond de
Christelijke Mijnwerkersvereeniging uifr
noodigt, mede tot staking over te gaan,
Indien inderdaad de verslechteringen fn
arbeidstijd en loonen waarheid mochten
worden.
In het schrijven wordt erkend, dat de
organisatie alleen dan hiertoe kan beslui
ten, indien de zekerheid bestaat, dat ook
de Christelijke organisatie bereid is, mede
de staking al te kondigen, ten einde door
voering van de voorgestelde verslechte
ringen te voorkomen.
Gevraagd wordt duidelijk antwoord
voor Woenèdag 7 October a.s., des v.m. 12
uur. Mocht op genoemd tijdstip niet of
ontwijkend worden geantwoord, dan zal
daaruit worden geconcludeerd, dat de
christelijke organisatie niet tot staking
bereid is.
Vrijdagmorgen zijn de voorzitters der
verschillende mijnwerkersorganisatie tele
grafisch uitgenoodigd tot een conferentie
met den minister van Waterstaat, op mor
gen, op diens departement, in verband
met de crisis in het mijnbedrijf.
m m
Op een uitnoodiging van de drie klei
nere organisaties tot bespreking van den
toestand zullen de Christelijke Mijnwer
kersbond en de Algemeene Nederland-
sche Mijnwerkersbond niet ingaan en wel
omdat ten slotte deze drie organisaties te
zamen nog niet het tiende deel van het
aantal leden van de beide groote bonden
hebben.
Vrachtverlaging voor steenkoolvervoor.
Naar de Telegr. uit goede bron ver
neemt, hebben, op aandrang van de re
geering, de Nederlandsche Spoorwegen
een bespreking gehad met de Mijnver-
eeniging (De vereeniging van mijndirec-
Helden der zee-fonds „Doms Rijkers",
Blijkens het Jaarverslag van het Helden
der zeefonds „Dorus Rijkers" betaalde
dit fonds aan 20 personen een blijvende
ondersteuning, waarvoor in dit jaar
2.181.11 werd uitgekeerd en gaf aan 28
?ersonen een uitkeering in eens in totaal
420. Het fonds had een batig saldo van
88.876.67 bij een inkomen van ƒ48.602.04.
De Wormerveersche tekorten.
Indertijd is medegedeeld, dat de pen
ningmeester van de bouwvereeniging „De
Arbeid" te Wormerveer, een kastekort
had van ruim 1500. Na heel wat overleg
en vergaderen, was men met den betrok
kene overeengekomen, dat hij. in eenige
jaren het tekort zou aanzuiveren en daar
mee had de zaak uit kunnen zijn, ware het
niet, dat de ex-penningmeester dezer da
gen had verklaard, een desbetreffende
overeenkomst niet te teekenen. Het be
stuur van „De Arbeid" achtte zich thans
verplicht den betrokkene in rechten aan
te spreken, zoodat de zaak eerlang zal die
nen voor de rechtbank te Haarlem.
De Rechtbank te Amsterdam heeft gis
teren de zaak tegen Marcelis Muylwijk
voortgezet.
Alvorens het getuigenverhoor te vervol
gen, stelde president mr. Eekhout aan den
bekl. deze vraag: Bij den rechter-commis-
saris heeft u medegedeeld, dat Busch, toen
hij op den grond lag, nog bruiste, nog een
sissend geluid gaf. Ter terechtzitting heeft
u echter gezegd, dat hij, toen hij op den
grond lag, geen geluid meer gaf. Is dat een
vergissing van u geweest?
Bekl.: Dat is een vergissing van mij ge
weest.
Hierna werd gehoord mej. C. van Bree-
baart hv. Blitz, die destijds tegenover het
slachtoffer in de Van Ostadestraat woonde.
Zij verklaarde, dat zij in den avond van
Vrijdag 22 October 1915, omstreeks half
acht, opgebeld werd. Een stem zij weet
niet of 't die van Busch was vroeg toen:
„Wilt u aan Jetie zeggen, dat zij maar naar
Carré gaat; ik kom later thuis en dan pas
ik wel op het kind".
Dr. N. A. Vechtman, arts te 's-Graven-
hage, werd als getuige-deskundige gehoord.
Zooals men weet, schreef dr. Vechtman aan
den verdediger een brief, waarin hij mede
deelde, dat hij, toen een vriend hem onver
en ,„vvu, wachts in den hals greep, door den druk op
teuren) en hebben de NederL Spoorwegen, 'eB. nervus vagus bewusteloos werd.
eveneens op aandrang van de regeering, Getuige-deskundige verk'aarde, dat hij
den brief geschreven had, omdat zijn per
soonlijke ondervinding aanleiding gaf te
in een vrachttarief-verlaging voor steen-
kolenvervoer toegestemd. Er zal een ver
laging komen in den vrachtprijs o.a. voor
z.g. convooi-zendingen.
De door de Nederlandsche Spoorwegen
vastgestelde verlaging werd door de mijn-
directies, gezien de internationale verhou
dingen, ten eenenmale onvoldoende ge
acht, doch de Nederlandsche Spoorwegen
verklaarden in geen geval tot een verdere
verlaging te kunnen overgaan, wilde hun
financieel evenwicht niet in gevaar ge
bracht worden.
Stagnatie op den veerdienst
EnkhulzenStavoren.
De veerboot „J. F. van der Wijck", van
den dienst Stavoren—Enkhuizen, die 6 u.
86 van Friesland was vertrokken en te
7 u. 61 in Enkhuizen had moeten aanko
men, is Donderdagavond, tengevolge van
den mist, 4 K.M. benoorden Enkhuizen,
bij den vuurtoren „De Ven", op den dijk
geloopen.
Alle pogingen, om het schip met eigen
kracht vlot te krijgen, mislukten. Geluk
kig was de zee tamelijk kalm, zoodat de
passagiers niet angstig werden en alleen
wat ontstemd waren over het langdurige
oponthoud.
De kapitein deed noodsignalen geven,
waarop twee sleepbooten te hulp kwamen.
Zij slaagden er evenwel niet in de veer
boot te krijgen.
Bij dezelfde plaats was ook een vis-
schersvaartuig, een mosselscheepje, vastr
geloopen. De opvarenden daarvan hadden
verzocht mede van de hulp van de sleep
boot gebruik te mogen maken. Het mos
selscheepje is weer los gekomen en heeft
een gedeelte van de passagiers van de „J.
F. van der WJjok" naar Enkhuizen ge
bracht.
Ook de stoompont van de Nederland
sche Spoorwegen, de „Leeuwarder", heeft
pogingen gedaan om de veerboot vlot te
krijgen, doch zij had evenmin succes.
De passagiers die tegen middernacht te
Enkhuizen aankwamen, vonden daar een
eytra trein gereed staan, welke via Haar
lem naar Amsterdam reed. Deze trein
stopte aan alle Btations. Ongeveer drie
uur vertrok, in aansluiting, een extra-
trein van Haarlem in de richting Leiden
Den HaagRotterdam.
Ingezonden Mededeeling.
HOTEL, CAFÉ-RESTAURANT
bruiloften en parti|en
Uit den Alkmaarschen Raad.
Alkmaar, 1 October. In de hedenmid
dag gehouden gemeenteraadszitting is ge-
ruimen tijd gediscussieerd over eenige
plannen tot verbetering der bestrating
van de Langestraat en de hiermede ver
band houdende al of niet verdwijning
der stoepen. Besloten werd met 14 tegen
6 stemmen tot het aanbrengen van een
6 M. breeden rijweg van geruischlooze
bestrating, het verwijderen der stoepen
en aan weerszijden van den rijweg aan
brengen van ongeveer 8 M. breede trot
toirs. De onkosten zullen 44.260 bedra
gen.
De raad besloot voorts f 80.000 te vo-
teeren voor werkverschaffing waarbij mr,
H. Kusters bij het college aandrong do
na-oorlogsche toestanden op dit gebied
ontstaan eens nader onder de oogen te
zien en te trachten een nieuwe organisatie
vooronderstellen, dat dit ook hier geschied
kon zijn.
Het O. M., mr. Reiljngh, merkte op, dat
Busch, nadat hij was vastgegrepen en heen
en weer geschud, nog heeft gi egd: „laat
mijlos, Muylwijk".
De verdediger, mr. Alfred Levy, wees er
op, dat hem per post verschillende brieven
worden gezonden, waarin gevallen van in
hibitie worden meegedeeld. Nu zegt de eene
deskundige, dat er geen inhibitie-dood is,
wanneer het slachtoffer niet onmiddellijk
dood is. De meening van andere deskundi
gen is, dat men ook van inhibitiedood kan
spreken, wanneer het slachtoffer na den
greep nog enkele woorden spreekt en dan
bewusteloos wordt en sterft.
De antwoorden van dr. Vechtman waren
aan de perstafel niet te verstaan, terwijl het
verhoor van prof. dr. W. M. de Vries, die
vervolgens werd gehoord, evenmin te vol
gen was.
Dr. Bles, de volgende getuige-deskundige,
belde naar aanleiding van de dagblad versla
gen mr. Levy op om hem attent te maken
op medisch^ literatuur, waarin gevallen van
inhibitie-dood werden beschreven. Ter te
rechtzitting lichtte getuige-deskundige1 dit
nader toe.
Volgende getuige was de heer B. J. W.
Busch uit Utrecht, een neef van het slacht
offer. Hij had aan den president een brief
geschreven, naar aanleiding waarvan de
Rechtbank zijn verhoor noodzakelijk achtte.
Getuige verklaarde, dat hij zijn oom nog
al eens ontmoette. Hij heeft nem nooit hoo-
u-gen en hiï za& er gezond uit. Alleen
had hij een litteeken achter het oor, gevolg
van de operatie van een gezwel. Daar de
^er Busch nog al een chique meneer was,
had hij dit laten wegnemen. Getuige be
schrijft den heer Busch als een opvliegend
spierkrachtig persoon, die, als hij aangeval
len werd, zeker «zijn man zou nebben ge
staan. De heer Busch was vroeger, 20 jaar
terug, te Roosendaal broodbakker geweest
en kwam dan bij het bezorgen van het brood
met paard en kar in' streken, waar veel
smokkelaars woonden. Hij trad echter altijd
kordaat op en was „voor duvel noch hel"
bang. Daar ging hij prat op.
President: Acht u het denkbaar, dat de
man zonder zich te verweren, gestorven zou
zijn?
Getuige: Neen.
Pres.: Het was geen man om met zachte
handschoenen aan te pakken?
Get.: Neen.
Pres.: Wist u, dat hij een kwaal had?
Get.: Dat heb ik hem nooit hooren zeg
gen.
Verder verklaarde getuige, dat de heer
Busch niet rookte of dronk en goed was
voor zijn medemenschen, vooral voor de
armen.
Pres. tot bekl.: U hebt ter terechtzitting
gezegd, dat u, toen Busch naar uw vrouw
wilde gaan, riep: „dat zal niet gebeurenI"
Dat Busch u toen een duw gaf, waardoor
u tegen de openstaande deur sloeg en de
deur met helsch lawaai tegen den muur
sloeg. Bij uw verhooren voor den rechter
commissaris op 23 Januari 1.1. hebt u echter
heelemaal niet over de deur gesproken.
Bekl.: Ik heb het wel gedaan, toen ik aan
den dominéé mijn bekentenis aflegde.
Pres.: Op 27 Januari 1.1. heeft u bij den
voor werkverschaffing-werk te scheppen rechter-commissaris wel van een openstaan
de deur gesproken, maar niet van het „hel-
sche lawaai waaroven u ter terechtzitting
gewaagde.
Nogmaals werd gehoord de juffrouw, bij
wie daags na het verdwijnen van Busch drie
a vier personen kwamen informeeren of
Busch er was. Zij vroeg hun: „wie. kan ik
zeggen, dat er geweest is?" en daarop ont
ving zij, volgens haar verklaring, ten ant-
word: Claassen, Lichtle en Lorette.
Pres.: Hebben zij alle drie hun naam ge
noemd.?
Get.: Hoe kan ik anders aan de namen
komen? Zij zijn me genoemd, nadat ik ge
vraagd heb: „wie kan ik zeggen dat er ge
weest zijn?"
Op een vraag van de verdediging zeide
getuige, dat na lezing van de dagbladver
slagen die namen weer in haar herinnering
terugkeerden. Verder zeide getuige, dat de
heer Busch wel eens klaagde over hoofdpijn
en pijn in den rechterarm, gevolg van een
val met een vliegtuig.
De* heer J. F. van Slobbe, inspecteur van
politie, werd vervolgens weer voorge-
roepen.
Pres.: Zooals uit de stukken blijkt, heeft
Muylwijk op Maandag 19 Januari 1.1. bij
den recnter-commissaris zijn bekentenis af
gelegd. Een week daaraan voorafgaande
neeft u met De Kort gesproken. Hoe was
de houding van De Kort in die week?
Get. Van Slobbe: Op Zondag 11 Januari
was de kist opgegraven en ik ben op 12
Januari naar De Kort gegaan. Deze lag ziek
te bed en ik heb hem toen aan zijn bed ge
vraagd wat hij wist. Hij wist er niets van,
zeide hij. Toen ben ik van hem gegaan naar
getuige Eeltjes en deze verklaarde, dat De
Kort het muurtje gemetseld had en hij voeg
de er aan toe op welke zenuwachtige wijze
Muylwijk instructies gegeven had om het
muurtje te maken. Ik heb toen Eeltjes mee
genomen naar De Kort, maar De Kort wil
de er niets van weten. Woensdag en Don
derdag 14 en 15 Januari is De Kort op het
politiebureau gekomen. Ik heb hem toen
meegenomen naar de garage aan den Over
toom en hem het muurtje laten zien. Toen
is De Kort op zijn vorige verklaring terug
gekomen en heeft hij gezegd, dat hij in op
dracht van Muylwijk het muurtje had moe
ten metselen. Hierop ben ik met hem van
den Overtoom gegaan naar den rechter
commissaris; deze verzocht aan De Kort
zijn verklaring in'het bijzijn van Muylwijk
te herhalen. Muylwijk wilde er niets van
weten en zei: „De Kort, wees voorzichtig,
ik waarschuw u, maak mijn vrouw en kin
deren niet ongelukkig". In het verdere ge
sprek zei Muylwijk nog: „De Kort is een
te goed vakman dan dat ik hem aanwijzin
gen over het metselen van het muurtje zou
nebben behoeven te geven". Muylwijk ont
kende aan De Kort de opdracht te hebben
gegeven om het muurtje te maken.
Pres., tot bekl.: Dat is niet juist, niet?
Bekl.: Neen, niet geheel juist, ik heb ab
soluut niet gezegd: ,,De Kort wees gewaar
schuwd, denk aan mijn vrouw en kinde
ren!" Dat moet beslist een vergissing zijn.
Pres.: Er zijn steunpunten onder de kist
gevonden. Kan het niet zijn, dat die aange
bracht zijn om het touw gemakkelijk onder
de kist uit te kunnen trekken, nadat die in
den kuil was gelaten?
Bekl.: Neen.
Na de pauze werden een aantal getuigen
Getuige A. de Jong verklaarde in 1917
den bekl. te hebben leeren kennen. Hij le
verde aan bekl. voor eenige duizenden gul
dens aan meubelen. Aanvankelijk gingen
de betalingen vlot, maar later kwamen er
moeilijkheden en kon bekl. niet meer koo-
pen. Hij kreeg toen de meubelen in consig
natie. Twee jaren deed getuige met bekl.
zaken.
Mr. Levy verzocht aan getuige in zijn
zaak na te zien de facturen en data voor de
goederen, die hij aan bekl. verkocht en die
hij in consignatie aan bekl. gaf.
Bekl. verklaarde, dat hij hierdoor wilde
aantoonen de juistheid van zijn opgaaf, dat
hij 300 van het geld van Busch besteed
heeft voor meubelen, die hij van den vorigen
getuige betrok.
Getuige P. Grin, vleeschhouwer, ver
klaarde, dat hij beklaagde beschouwde als
een door en door goed man, als een man, die
te goed was, als iemand van een goedaardig
karakter.
Getuige KI. Gelder, bouwkundige, noem
de bekl. „een goeie vent". In het laatst van
het vorige jaar heeft hij nog zaken met hem
gedaan en toen hij hoorde van het feit,
waarvan men hem beschuldigde, zeide ge
tuige geschrokken te zijn.
Nadat deze getuigen waren gehoord,
wees mr. Levy er op, dat de president op
een der terechtzittingen den beklaagde heeft
te, kennen gegeven, dat hij verschillende
dokters had gehoord, die hem meedeelden,
dat de voorstelling van beklaagde omtrent
de wijze waarop Busch gestorven zou zijn,
niet juist kan zijn. Mr. Levy verzoekt nu
den president of hij het niet van belang acht
om, teneinde het onderzoek zoo volledig
mogelijk te doen zijn, die personen alsnog
als deskundigen te hooren.
Pres.: Neen, mijnheer, ik kan niet aan
uw verzoek voldoen. Wanneer ik mijn licht
opsteek en vertrouwelijke mededeelingen
krijg, mag ik die personen niet als getuigen
laten komen.
Mr. Levy: Sommige personen hebben
ook mij vertrouwelijke mededeelingen ge
daan en mij verzocht hun naam niet te noe
men. Maar zij zouden, evenals ds. Le Roy,
van bekl. vrijstelling van geheimhouding
kunnen krijgen. Zou u nu dien dokters niet
kunnen verzoeken, dat zij u vrijstelling ga
ven en zij alsnog als deskundigen werden
gedagvaard?
Pres.: Laat u dat maar aan mijn beoor
Prei.: Die akte kan ik u verleenen. Hebt
u nog verdere vragen te doen?
Mr. Levy vraagt vervolgens akte
dat de commissaris van politie Pateer ter
terechtzitting heeft verklaard, dat dadelijk
na het openen van het graf van Busch door
getuige-dieskundige an Ledden Hulse
bosch de stroorommel uit de grafkist is ver
wijderd, en dat die commissaris daarna op
de desbetreffende fotografie de plaats heeft
aangewezen waar die stroorommel vervol
gens op den vloer is neergelegd;
dat daarna de getuige-deskundige Van
Ledden Hulsebosch teij terechtzitting heeft
verklaard, dat die stroorommel door hem
slechts terzijde is geschoven, omdat men
anders, in plaats van een foto van lijkresten
in de kist, slechts een foto van een open
kist, met stroo gevuld, zou hebben gekre
gen, en dat de stroorommel niet op den
vloer is gelegd;
dat de president toen, vóórdat getuige-
deskundige Van Ledden Hulsebosch: verder
verklaarde, uitdrukkelijk constateerde, dat
dus des morgens de commissaris Pateer in
zijnet verklaringen jegens de Rechtbank zich
had vergist. Alles terwijl juist del desbetref
fende fotografie aantoont, dat reeds tevoren
de stroorommel zoo goed als gebeel uit de
kist was verwijderd.
Pres.: Deze akte kan ik u niet weigeren,
maar ik kan haar alleen in dier voege accep
teeren, dat er mede niet wordt uitgedrukt,
dat de rechtbank dé juistheid aanvaardt van
hetgeen is gezegd. De juistheid daarvan
moet blijken uit het proces-verbaal.
Mr. Levy: Daarmee ben ik tevreden.
Pres.: Hebt u nog meer vragen?
Mr. Levy: Ik heb gisteren op het kan
toor bezoek gehad van iemand, die de zit
tingen heeft bijgewoond en die met betrek
king tot de proef, die de inspecteur Van
Slobbe heeft ondergaan, dezelfde waarne
ming kwam mededeelen, die ook een advo
caat (door den verdediger met name ge
noemd) deed. Bedoelde persoon heeft, zit
tende op de punt der beklaagdenbank, be
slist waargenomen hoe de heer Van Slobbe
door bekl. werd aangevat en tegen den
pond gegooid. Daar de heer Van Slobbe
later verklaarde, dat hij gestruikeld en daar
door gevallen is, verzoete ik den bedoelden
persoon ook op de zitting te hooren.
Pres.: Dat lcan ik tot Klaarheid brengen.
Het is door den griffier in het verbaal vast
gelegd.
Bekl.Ik herinner mij
Pres.: Dib punt is thans afgehandeld. De
demonstratie met den inspecteur Van Slob
be is, zooals de Rechtbank die heeft waar
genomen, in het proces-verbaal neergelegd.
Hierop komt de Rechtbank niet terug.
Wenscht u nog iets in het midden te bren-
gen?
Mr. Levy: Ik heb geen andere vragen te
stellen dan die ik gisteren heb meegedeeld.
Pres.: Wij zijn in openbarefterechtzitting
en wij gaan niet praten over wat in raad
kamer is gesproken.
Voortgaande zegt mr. Eekhout: De ver
dediger acht het in het belang der zaak, ze
veertien dagen uit te stellen. Overeenkom
stig dit verzoek wordt de verdere behande
ling der zaak geschorst tot Vrijdag 16 Oc
tober a.s.
D« onderhandelingen over de Franache
schalden.
Zooals elders in dit blad reeds wordt
medegedeeld, heeft ,de Amerikaanache
Commissie de schuldregeling verworpen
terwijl men van Fransche zijde reeda op
aanvaarding ervan rekende.
Berichten uit New York melden, dat
er twee oorzaken waren, die tot het mis-
lukken der onderhandelingen geleid heb
ben. In de eerste plaats de onvoorzich
tigheid of een indiscretie van den pers
chef der Fransche delegatie. Terwijl
Caillaux zich er uitdrukkelijk voor hoedde
er openlijk zijn voldoening over te uiten,
dat men tot een resultaat gekomen was,
heeft zijn perschef dit daarentegen luide
verkondigd en er aan toegevoegd, dat
nu alles voorbij was. Natuurlijk heeft
deze mededeeling kolommen in de bladen
gevuld en werd zij als een poging der
Amerikaansche delegatie beschouwd, om
het Amerikaansche volk tot aanneming
van een ongunstige overeenkomst te
brengen. De reactie bleef natuurlijk niet
uit en het Witte Huis sprak deze offici
euze mededeeling tegen.
Om tien uur, toen de oommissies in
gemeenschappelijke zitting bijeen kwa
men, werd medegedeeld, dat het Fransche
aanbod niet kon worden aangenomen en
tegelijkertijd het Amerikaansche tegen
voorstel gedaan, dat Frankrijk jaarlijks
in de eerste vijf jaren 40 millioen dollar
zou betalen, dat er geen verdere rente
zou aangroeien en dat de Fransche re
geering niet zou gedwongen worden om
de 400 millioen te betalen, die in 1929
voor den aankoop van legervoorraden
moeten betaald worden. De onderhande
lingen zouden dan in 1930 hervat worden.
Caillaux verklaarde daarop aan de
Amerikaansche schuldcommissie, dat hij
niet in staat was op dit denkbeeld in te
gaan, daar hij alleen volmacht had een
definitieve overeenkomst te treffen, maar
dat hij het voorstel aan het kabinet van
Parijs zou voorleggen.
De tweede oorzaak is gelegen in de
Fransche waarborgclausule of het „vei
ligheidspact", zooals men het in Amerika
schertsend noemt, die hierin bestaat dat
voor het geval de Duitsche schadever-
goedings-betalingen achterwege blijven
Frankrijk'» betalingsvermogen aan een
herziening zal worden onderworpen.
In verband hiermee had Caillaux den
dag te voren in een interview een op
merking gemaakt waarop zeer veel com
mentaar geleverd is. Hij heeft n.1. aan
een vertegenwoordiger van de „Manufac-
turer's Record" verklaard, dat voor het
geval de Duitsche betalingen achterwege
bleven en Frunkrljk verplicht was te be
talen, Frankrijk dan zelf het geld in
Dultaohland zou zien te krijgen. Deze
opmerkingen werden aldua uitgelegd, dat
er nieuwe sancties of dergelijke hande
lingen zouden plaats hebben.
NEW YORK, 2 Oct. De bladen betreu
ren het zeer dat Caillaux niet in staat
was de voorgestelde voorlooplge schuld
regeling te teekenen. Zij verklaren dat
Amerika .verlangend was Frankrijk edel
moedig te behandelen en weigeren te
gelooven dat het congres een of andere
redelijke overeenkomst niet zou willen
ratificeeren.
PARIJS, 2 Oct. Commentaar leverend
op den afloop der onderhandelingen te
Washington schrijft het „Petit Journal",
dat men aan de Fransche onderhande
laars eerder zou kunnen verwijten te ver
te zijn gegaan en cijfers te hebben ge
noemd, die Frankrijk niet had kunnen
betalen.
De „Figaro" herinnertaan de edel
moedigheid van Frankrijk, dat zonder
discussie het bedrag der facturen aan
vaardde. Als antwoord stelt men ons sla
vernij voor, aldus het blad. Zonder ne-
vengedachte of berekening zeggen wij:
„neen".
De „Homme Libre" is van oordeel, dat
de Fransche voorstellen Frankrijk ver
laagden tot de oategorie der mandaat-
landen.
De „Ere Nouvelle" verklaart, dat de
Fransche delegatie goed handelde.
De „Oeuvre" is van meening, dat de
gevolgen eener niet-oplossing niet ern
stiger kunnen zijn dan die van een capi
tulatie, waardoor zware verplichtingen
werden opgelegd aan verscheiden Fran-
BChe generaties.
De „Gaulois" schrijft: Wij weigeren
politiek, financieel en eoonomisch in
knechtschap te geraken.
DUITS CHLAND,
De berooving in het Berltjnsche hoofd
bureau van politie.
De quaestie van de berooving van twee
employé's van een firma op het Berlijn-
sche hoofdbureau van politie tot een
bedrag van 20.000 M. is nog steeds on
opgelost.
Het verhoor van de beide loopers,
mannen van 21 en 22 jaar, heeft geen
nieuwe gezichtspunten opgeleverd.
Aangenomen wordt, dat de Köpenickiade
gedurende langen tijd is voorbereid.
De beide loopers hebben verklaard, dat
de z.g. rechercheurs hen een getypt stuk
papier hadden voorgehouden, waarop zij
wezen op hun namen, die volkomen juist
met ds voornamen waren ingevuld. Boven
op het stuk papier stond „Haftbefehl" en
daarnaast een groote stempel. „Volg ons,
zonder opzien ts wekken" had het bevel
geluid, „het betreft vdorloopig nog geen
arrestatie, maar slechts een verhoor in
het politiebureau."
Natuurlijk zijn wij meegegaan, wij kon
den niet anders doen, hebben de loopers
aan journalisten verklaard. De recher
cheurs riepen een auto aan, wij stegen
in, en in den wagen werd ons een tweede
document getoond. Daarop stond iets van
„Beschlagnahme" en wij moesten onze
portefeuilles overgeven. Daarna was de
auto stilgehouden voor het hoofdbureau
van politie. Een der rechercheurs was
uitgestegen en naar binnen gegaan, met
de woorden, dat hij den commissaris op
de hoogte moest brengende tweede, die
de portefeuilles in zijn bezit had, was
bij hen gebleven. Vervolgens kregen de
loopers bevel om uit te stappea; de tweede
rechercheur bracht hen in het gebouw
en waB daarop plotseling verdwenen.
„Wij wachtten een tijd en gingen toen
naar den commissaris. Ik geloof niet, dat
wij eenige schuld hebben, dat kan ieder
een overkomen."
De „Voss. Z." verwijt beide mannen
gebrek aan tegenwoordigheid van geest
en al te groot vertrouwen. De brutaliteit
van beide „rechercheurs" overtreft nog
verre die van wijlen den kapitein van
Köpenick, want de berooving had plaats
in een gebouw, waar honderden ambtenaren
bezig zijn voor Berljjn's veiligheid te
zorgenin een gebouw, waarvan de naam
alleen al den misdadigers een schrik op
het lijf moet jagen. De valsche recher
cheurs hebben zelfs de hulp van echte
politiebeambten ingeroepen, om n.1. de
poort van het hoofdbureau te openen
voor de auto.
De arrestatie werd gegrond op een
belastingontduiking. En wie is, tenminste
op belastinggebied zoo rein van geweten,
vraagt de „voss. Z.", dat hij zich zou
durven verzetten tegen zulk een beschul
diging En terwijl de taximeter van de
auto van uur tot uur steeg, en de beide
loopers geduldig wachtten, hadden de
beide bedriegers ruimschoots den tijd
zich uit de voeten te maken.
W at vroeger de uniform van den kapitein
van Köpenick uitwerkte, doet thans een
stempel van het hoofdbureau van politie 1
Een zonderlinge geschiedenis.
De bladen houden zich sinds eenigen
tijd met een vrij geheimzinnige aangele
genheid bezig. Een paar weken geleden
werd gemeld, dat „Regierungsrat" graaf
Ludwig von Bothmer uit Potsdam bij een
tweegevecht zwaar gekwetst was en in
het ziekenhuis aldaar werd verpleegd. Dit
laatste was juist, maar het was niet bij
een duel dat graaf Bothmer zoo ernstig
werd gewond.
In Augustus ging een 82-jarige „Gehei-
mer Oberjustizrat", Rieck genaamd, die te
Potsdam woonde, met vacantie. Hij ver
zocht gravin Bothmer, met wie hij goed
bevriend was, tijdens zijn afwezigheid nu
en dan naar zijn huis te gaan kijken.
Nauwelijks was de heer Rieck vertrokken,
of de schoonmaakster merkte, dat er kost
bare tapijten uit zijn woning verdwenen
m
De J. P. van der Wiick" vastgeloopen.
Hef meest gerennomeerd adree voor
waarvoor aparte zalen disponibel z||n
Lunches - Diners - Soupers.
W. J. M. SCHOUTEN.
k décharge gehoord.
deeling over.
Mr. Levy: Dan verzoek ik, dat mij akte
wordt verleend van' mijn verzoek.
Hei oordeel dei). Amerikaansche
bladen.
Fransche persstemmen.
Een hooggeplaatste dievegge