NATUUR en TECHNIEK «OOI DE VROOWEH LIEDJE VAN DE WEEK. NOVEMBER Najaarsnacht. November, te drommel I Dat brengt weer den rommel Van regen en plassen; En Joelenden wind. Van auto's, die ruiten Met modder -bespudten, Benevens al wie zich Tergde bevindt Het Tod van de boomien Wordt even' genomen En cirkelt in dwarreldans Huizen hoog op. De stammen, de kale, Zijn WJ de finale Als magere Hein met Den bezem in top. Hoe langer hoe kaler, Ook bi}, als de fiscus Voorbij is gegaan 1 He tukkend en drukkend En rukkend en plukkend [Helm kalm in ztfn kale Pyiamn laat staan Nauw heb Je de duiten: „Betaal!" hoor Je fluiten, Te drotmmel, daar gaan ze, De lapjes van tien. Ze stoven en drosten Maar kosten en posten. Weg rijn ze, voordat Je Ze goed hebt gezien. j.b. g éf/t tets over het POTLOOD. Do wereld van het kleine. Wie een potlood In do hand noemt on daarmede gewoon Is zoo geanakkolljk aanteekendngon etc. te m&ben /Lonkt MJ t ibruik wel niet, dat de fabricatie van at artikel tot een zeer belangrijke Indu strie ls gegroeid. Eén firma vooral kwam daardoor tot grooten naam1 en aanzien. De naam der firma Hardtmuth klinkt wel leder bekend. Immens men heeft dien moeten lezen, zelfs al zou men anderen de voorkeur geven. Josef Hardtmuth, een architect, w&s de oprichter der firma. In 1790 bogoin MJ op zeer bescheiden voet een potlooden- fabrlek in Weenen, en ln 1900, dius ruim een eeuw later, hadden diens nakomelin gen oen fabriek waar meer dan 1200 ar beiders, «oo mannen als vrouwen, aan het werk waren. De grondstof, waaruit het potlood ver vaardigd wordt, werd door rusteloos Boe ken en vele proefnemingen aanhoudend verbeterd En Engedsche graphlet, dat in den aan vang werd gebezigd, was weldra uitgeput. Toen werd' een Inlandsoh product ver mengd toet andere grondstoffen, waar door verschillende graden van hardheid! en kleur verkregen werden. Eindelijk werd een samenstelling ge vonden, waaraan de naam ^oh-i-Noox* werd gegeven. Tot op dit oogenbllk mag dit als het ldeaal-potlood worden be schouwd. De fabriek, zoo eenvoudig aangevan gen, heeft thans, behalve haar hoofdzetel te W-eenen; filialen te Praag, Budapest, Dresdien, Parijs, Londen, Milaan en New York. Ontelbare malen werd het product op tentoonstellingen! met eero en eerste diploma's bekroond, maar vroegere en latere firmanten ontvingen ook vorsteltfke onderscheidingen. Oarl von Haidtmuth h.v. ontving de Eranz Jozef-orde en hg en zijn nabotmelln- werden ln den adelstand verheven, die Parijsche wereldtentoonstelling in 1878 verwierf de firma die gouden me daille en werd Oarl het ridderkruis van het Legioen van' eer geschonken. Zeker alleszins verdiend, als men be denkt hoeveel gemak wij allen van een goed potlood ondervinden. verval van de stad, de duiven van Wee nen. Dit was geen straattooneeltje als op het St Marcuspleln. Het was een doodgewone straatplaag. Het werd zoo erg, dat de stadsbouw meesters mieenden te moeten gaan klagen bjj de overheid oon op bescherming aan te dringen van alle openbare gebouwen; Alle daken en vensters en stoepen waren soms met dikke lagen duivenvuil overdekt, vooral in de vergaderwijken. De sdhoone lijnen der monumenten en der monumentale gebouwen verdwenen ouder. Men probeerde van alles er tegen. Sommige gevels en torens trachtte men te beschermen door netwerken van draad, maar in die eerste plaats gaf het niet vee® en ln do tweede plaats werd het ef fect van het beschermde bouwwerk mees tentijds te niet gedaan. Allerlei adviezen kwamen binnen, meestal berustend op het systeem van kortweg verdelgen, zooals men ratten en muizen en ander ongedierte vemMigt Men sprak van de dulvenplaag. De een wilde de verdelging met, en de ander zon der premie. De verdelglngHmiddelen wis selden af tiuwchen schieten, vangen, döodSl'aan, vergiftigen, of het Instellen van een gemeentelijken functionaris als wijlen den rattenvanger van Hamoln. Deze moest dan maar zien, welke lok middelen1 hij uitvond1 om de duiven in drommen achter zich te krijgen tot buiten de stad. Een raadgever was bijzonder lumineus in zijn plan. En pracMsdh tevens. H3J stelde namelijk voor de duiven niet te dgon of dood te slaan, maar ze een- dronken te matoon; door boonen uit te strooden, die met alcohol wazen ge vuld. Mot oon soort rumhoonon dus! Men zou zo dan moonide de raadgever gemakkelijk kunnen vangen en het vleosch zou niet vertonen gaan. Do geschiedenis vertelt niet, of dit bui tengewone nlan tot uitvoering ls gekomen en Ik zou dus niet kunnen zoggon, of er op oen zekeren tijd ln die periode veel diitven ln kennelijken staat van dronken schap boven de straten van W oenen vlogen. WAT DE DRUIFLUIS AAN FRANKRIJK KOSTTE. Nog een dierenplaag. Aan het ednd van de negentiger Jaren was er ln Frankrijk eens een wijnoogst jaar, waarin de oppervlakte dier wijnber gen, die door db dniifluis geheel waren vernield meer dan oen mfllioen Hectaren 'bedroeg. Daar naast was er nog ©en oppervlakte van 094,600 Hectaren door de ziekte 4an- gettast op oen wijze, dat er niet veel meer te redden vioL Schatte men deze zieke wijnbergen op oen aantal van 200.000 to taal vernielde Hectaren, dan bedroeg het totaal vernielde Hectaren, dan bedroeg gansdhie verlies 1.200.000 Hectaren. Dat was precies de helft van alle Fr arische wijnbergen. Schatte mpn na aftrek der waarde van den ombelbouwden grond 1 ITT- A. wijnber gen op 0000 Fm., dan bedroeg het totale verlies meer dam 7.000.000.000 Francs. En dan werd nog niet in rekening gebracht wat er aan veronderstelde inkomrten ver loren was gegaan door novenbodrfjven, welke door en uit den wijnbouw hun win sten moeten im«.kftn B. fluweel. De kokarde la van stijlen struis- veertjes. i DB DUIVEN TB WEENEN. Een vroegere straatplaag. Een leder heeft wel eens 'gehoord en misschien een plaatje gezien van de groote massa's tamme duiven die het Sint Manausplein te Venetië stoffeeren. Ddt ls een zeer bekend en overigens op zich- zelfstaand verschijnsel. Het komt nergens anders voor. Maar het ls nog geen straatplaag, zoo als b.v. de honden van Oonstantinopel en meer soortgelijke verschijnselen, welke men op verschillende plaatsen van de we reld aantreft. Vooral in het Oosten en daar waar de godsdienstvormen een fana tiek karakter dragen en zich uitspreken ln het heilig verklaren van een of ander dier daar wordt die heiligheid vaak tot osna plaag vanwege de overtolligheid. Ben heel afzonderlijk geval waren te dien1 opzichte in vroeger jaren, d.wja. voor dsn oorlog en voor het daarbij ontstaan k BABBEL UURTJE OVER MODE. De nieuwste winterhoeden. Het eerste hoedje ls er een van koper kleurig vilt. Vanaf de bol hangt een bosje fluweelen grassprietjes en op de rand ruit eén bosje fluweelen bloempjes. Hoed no. 2 is van zwart vilt en is om den bol gegarneerd met zwarte rolletjes Het derde hoedje ls van gestikt fluweel en heeft een uitgeknipte rand laken als garneering om den bol en langs den rand. Het vierde modelletje ls gemaakt van les Inge chiffon sierlijke platte bloemen versieren de achterzijde. ruim over koordjes ingehaald velours- Dan volgt een groote chique vilthoed mot een zwart fluweelen geborduurde band om den bol. Het laatste hoedje ls van ruim getrok ken fluweel over een harde vorm. Ook de lichtefe garneerband ls van ruim en gedraaid fluweel. Een rijke bos hanen- veeren zijn als garneering aangebraoht. Zeg vader, zou u rdf een jaar of twee verder werken? Hetjs met u altijd zoo goed gegaan, en dan kun nen wjj over een paar Jaar samen gaan rentenieren! Makelaar: Ik heb eens iemand voor 100.000 gulden verzekerd en veertien da gen later ging de man doodl Vriend: En wat heb Je toen gedaan? Makelaar: Ja wat zat er voor mij op? Ik heb z"n weduwe maar gehuwd! Boemelmeyer (op een ochtend! na een fuif zijn borstel inplaats van zijn hand spiegel bekijkend): Sjonge, sjonge, ik had me gisteren avond toch eigenlijk moeten laten sche ren! Vadier (die rijn zoontje bij het huiswerk heeft geholpen en nu naar een compli mentje van den onderwijzer verlangt): En, wat zei die onderwijzer van Je werk? Jantje (Heel schuchter maar gewoonte- eerlijk): Hij zei, dat ik hoe langer hoe dommer werd! Mevrouw: Marie, Je moot 'altijd ondier het bed vegen. Marie (een beetje bardhoorend): Ja me vrouw, Ik veeg alles al ondier het bed Dat ls die gemakkelijkste manier oom het stof weg te krijgen! Indisch verlofganger zoekt naar een kamer en is 'bijna geslaagd. HjJ: (tegen de verhuur-Juffrouw): Heeft u ook gelegenheid tot baden in uw huis? ZIJ (Eensklaps in hieftlgen toorn uitbar stend): O, ben u ook van die kaas? Nee, dan mot lk Jou niet hebben! Ik heb laatst ook zooln watergooiar gehad! Bestrijding der steekmnggenptaag, Jonge palingen als verdelgers van muggenlarven. Het onder zoek hierover van Du bols. Tot nu toe heeft pe name rol gespeeld b{] lUU toe heeft petroleum een voor- I de bestrijding van de muggenplaag, maar vaak kan dat middel niet worden toegepast, daar het water, waarin de te verdelgen muggen- larven voorkomen, voor menschen en dieren drinkbaar of voor besproeiing dienstbaar moet blijven. Voor zuivering van reservoirs heeft men ook reeds goud- visschen en andere karperachtige visch' soorten gebrmikt; zooals namelijk bekend is, voeden deze vissohen zich gaarne met verschillende muggenlarven. Bezwaarlijk ls de toepassing van deze bestrijdings wijze iq zooverre, dat de genoemde vis schen goed gelucht water noodig hebben en dat ze betrekkelijk duur zijn. Nu vestigt R. Dubois naar J. R. Frey in „Die Umschau" van 6 Sept. j.1. mede deelt er de aandacht op, dat de nog niet volwassen paling in de verdelging van muggen meer praesteert dan de goud- visch. Dubois was ln de gelegenheid een en ander ln een bassin na te gaan, waarin zoowel zee- als spoelwater liep. Om het weerstandsvermogen van den paling te onderzoeken, bracht hij twee jonge exemplaren van 15 en 6 c.M. ln een bassin, dat 15 liter zoetwater Inhield, dat ln twee maanden niet ververscht was. De beide palinkjes hebben niet alleen den krassen overgang van zee- ln zoet water goed verdragen, maar in het on- verversohte water verschelden dagen zonder nadeelige gevolgen geleefd. Zelfs toen het water besmet werd, leefden bei den er rustig in voort,, niettegenstaande het gebrek aan zuurstof; deze laatste namen zij uit de lucht op door hun neu zen boven het water te steken, bij welke gelegenheid zij tevens zoo nu en dan vliegende muggen ophapten. 't Is overi gens bekend, dat de paling ook groote afstanden over land aflegt en men neemt aan, dat hij dan wormen en insecten eet. 's Winters verkeeren ze in een soort winterslaap en nemen dan geen voedsel tot zich, maar zoodra de lente er ls, wor den ze ontzettend vraatzuchtig en merkte Dubois op, dat in zijn proef-bassin geen enkele muggenlarve meer te vinden was, terwijl die zéér talrijk daarin aanwezig waren vóórdat de palingen erin kwamen. Dubois meende er goeden grond voor te hebben om aan te nemen, aat de palin ook andere levende organismen tot slo! neemt, o. a. de ln verontreinigd water veelvuldig voorkomende eieren van in gewandswormen. De paling kan langen tijd buiten voedsel, en Baudrllllard De- weert waargenomen te hebben, dat paling maanden, zelfs jaren lang in opgedroogde vijvers leefde. Hun vraatzucht ls juist op dat tijdstip het grootst, waarop de muggenlarven ln den toestand van vol komen insect overgaan en de moeras koorts verbreiden. Dubois geeft in overweging om op groote schaal jonge paling tot verdelging van de steekmuggen te gaan uitzetten. rijn'ziel even mooi en sterk was als zijn lichaam. Apollo die ook de god der muziek waB rong voor zijn verrukte vriend en speelde op de lier. Of wel ze hielden samen wedstrijd in hardloopen. Beiden waren vlug als de wind en sterk als jonge leeuwen en alsze vlak naast elkan der renden, het hoofd ln den nek en de oogen schitterend van opwinding, dan was het heel moeilijk om god en mensch van elkaar te onderscheiden. Elk, die ze zag, genoot van het gezicht der twee gelukkige vrienden. Ja, elk, behalve één. Eén was er, die met nijd het vroolljke spel gadesloeg. Dat was Zephyrus, de god van den Zuidenwind, die ook heel veel Meld van Hyacinthus en die jaloersch was op diens vriendschap met den Zon negod. Hoe meer Hyacinthus met den vroolijken Zonnegod speelde, hoe jaloer- scher Zephyrus werd. Op zekeren avond hielden Apollo en Hvaclnthus weer een wedstrijd, ditmaal niet in hardloopen, maar in het discus werpen. (De discus was een zware schijf, die met één hand weggeslingerd werd). Eerst wierp Apollo zijn discus zóó ver, dat Hyacinthus een uitroep van bewon dering slaakte. Nu was het diens beurt. Hij spande al rijn kracht in, wierp en liep meteen zijn discus achterna, om te zien hoe ver die gevallen was. Vol vreug de riep hij uit, dat rijn dlaout twee voet verder lag dan die van Apollo. Nu zou Apollo tooh nog eens kflken, of hij zijn vriend niet overwinnen kon. H]j nam zijn discus, liep naar het begin terug, verza melde nog eens al zijn krachten en wierp. Op dit oogenbllk had Zephyrus gewacht Apollo mooht Hvaointhus niet overwin nen. Daarom blies Zephyrus plotseling Apollo's discus opzij. Maar o! een kreet van pijn en het volgends oogenbllk lag Hyacinthus dood in het gras met een groote wond aan het voorhoofd. Zephy rus had in zijn drift nergens op gelet en de dlsous juist tegen Hyaolntnus' hoofd geblazen. Apollo weende luid. Zijn tranen ver mengden zich met Hyacinthus' bloed en Apollo zei„O liefste van al mijn vrien den, die lk met eigen hand gedood heb. Uit jouw bloed zal een mooie bloem groeien, die altijd door iedereen met jouw naam genoemd zal worden". Terwijl Apollo sprak, sprongen er uit den grond rondom Hyacinthus' lichaam veel geurende bloemen omhoog met droef gebogen kelkjes. Dat waren de eerste Hyacinthen. En, heb Je je verloving afgebroken:? Hoe hield bet meisje zldh? O, ik heb bet niet op een ruwe ma nier gedaan! Ik beb eenvoudig gezegd, wat mijn salaris was. Modern schilder: Ik boud steeds aan bet volgende principe vast: Eerst *rlhilrlp<r dk mijn doek zwart en dan breng ik er mijn kleurenooanposities op aan. Oritüoua: Je deadt waarschijnlijk veel beter belt andersom te dloen. HYACINTHUS. (Nog een Grieksch verhaal). Als je het verhaal gelezen heb, dat lk je nu ga vertellen, dan zul je vaBt en zekbr nooit meer jaloersch zijn. Luister maar! Heel lang geleden woonde er ln Grie kenland «en jonge man, die Hyacinthus heette. Hij was gezónd en sterk en als je in zijn oogen keek, dan zag je, dat RAADSELS. Optontng Goede oplossingen van het Kruiswoor denraadsel ontvangen van: O. B.: K. en M. B.; A. v. d. B 8. O.; D. en V. D.; A. E.; T.enD.P.O.F.P. 8. E. G.; J. H.O. de H.A. K.; J. K.; G. K.P. K.O. en m. M.M. M.F. G. v. P. M. 8.8. en A. 8.O. en B. F. G. en N. F.R. V. N. B. Hier en daar waren ook wel andere woorden mogelijk ln bet kruis- raadael dan in bovenstaande oplossing* De prijzen zijn deel gevallen aan: Koos en Marie Beversluis, Ruijgh weg 25. Annie van den Brink, Sluisdijkstr 127. Annie Eljlders, Hoogstraat 11. P Q U A.1ü T xxuu^Dtiaai ix, P. 8. E. Galjó, Jonkerstraat 68. Oatrien de Haan, Hoofdgracht Aatje Kamp, Van der Hamstraat 2. j-f I UOl 11QUJOU Piet Keljzer, Goversstraat 20. J. Kruijff, Nieuwatraat 80. Cor en Mies Maas, Molenstraat 111. Corrie en Roelof Tiohelaar, Bothastr. 87. NI sa si) Een trozrwe metgezel. Al heeft hfj nimmer kwaad gedaan, Toch is hij eiken dag gevangen, Hij ligt zelfs aan een ketting vast pan geeft hij last; is hij te vroeg, Dan laat men hem met goed fatBoen Een stukje werk weer overdoen. Ra, ra, wat is dat. II. Het geheel is een werkwoord van 14 letters dat een geliefd vermaak beteekent. 10, 11, 12, 18, 14 is een prettig werk. 10, 11, 14 1b een rivier. 4, 6, 1 gebruikt een visscher. 11, 7 ls erg koud. 8, 4, 5, 6 is iets slechts. 7, 2, 8, 5, 12, 18 is geen voordeel. Ingez. door T. en D. P. O. FelJ. Het aaDtal duiven, die in vroeger Jaren rfjch te Weenen ophielden was zoo onrust barend als een fccxnljnenplaag in AustraUÖ of een sprinkhanenplaag in Noord-Afrika. Tengevolge van de onverschilligheid der Inwoners ten opzichte van het fokken, waren er op een oogenbllk duizendtallen duiven, die geen bepaalden eigenaar had den en zich over de stad en haar gebou wen verspreidden als een vlucht spreeu wen ln een plantsoen. Corry Brena. Aanstaand rentenier:5fcen vanaf hedien ga ik stal teven. De ^k zijn nu voor Jou. Zie nu dat Je vlijtig HvBcinthus' grootste vriend was Apollo, de zonnegod. Eiken avond, als Apollo ziin vlammende zonnewagen ln den wol- kenstal achter de horizon had gebracht, haastte hij zich naar de aarde, om zijn vriend op te zoeken. Dan beleefden de god en de jongen heerlijke uren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 8