De moord op den makelaar Buscfa.
AM ST ER DAM SCHE BRIEVEN.
Enrthytmla Donder Amsterdam of donkere fantasie?.Prof. der
Kinderen.
den op rond 60000 M\ per jaar of 12
van de totale levering.
Tot voor kort moesten dere enorme hoe
veelheden water onttrokken worden aan het
duinterrein in de onmiddellijke nabijheid
van de gemeente gelegen. Dit duinterrein is
betrekkelijk smal en de kleilaag ligt vrij
hoog, zoodat in de jaren na dien van gerin
gen regenval de watervoorziening alleen
door inperking kon worden voortgezet. Een
uitbreiding van het prise d'eau gaf geen
voldoende resultaat. Uit de later gemaakte
plannen om toch ten volle in de behoefte
te kunnen voorzien, is gekozen een plan,
waarbij het Provinciaail Waterleidingbe
drijf Noord-Holland (P.W.N.), te Bergen,
ons de ontbrekende hoeveelheid water zal
leveren. Zooals bekend, is met de werk
zaamheden, noodig voor de uitvoering van
dit plan, eenige jaren terug een aanvang ge
nomen. Voor dit doel is een buisleiding ge
legd ter lengte van ongeveer 32000 M. van
Schoorldam naar de reinwaterkelder bij het
pompstation alhier. Op 18 Maart I924 's
de suppletoire waterlevering begonnen.
Het gevaar van gebrek aan water is daar
mede van de baan. Doch dit en de andere
plannen, hebben heel wat geld gekost, waar
door hét water thans allerminst góedkoop is.
Het bedrijf met toebehooren is per 1 Ja
nuari 1901 ingebracht voor 91393.40.
Van 1901 tot en met 1924 is er aan besteed
f 880.515.32, totaal dus f 971.908.72. Dit
geld is geleend. Daarvan is in hetzelfde
aantal jaren terugbetaald f 358.873.07.
zoodat er v nog een schuld staat van
613.035.65.. Nu is in den loop der jaren
wel meer geld in het bedrijf gestoken, maar
dat is niet uit leeningen verstrekt, doch uit
de beschikbare middelen.
Afgeschreven is sinds 1917 (voordien
waren de afschrijvingen gelijk aan de aflos
singen) 542.142.12. Per 31 December
1924 staat het bedrijf voor f 514.742.30
op de Balans. Het verschil tusschen het tel-
kenjare benoodigde bedrag voor terugbeta
ling der aangegane schulden en het bedrag
wat jaarlijks afgeschreven wordt, houdt het
bedrijf gedeeltelijk in kas als bedrijfskapi
taal en gedeeltelijk worden in de laatste ja
ren de uitbreidingen daaruit betaald. Per
31 December blijkt totaal beschikbaar te
zijn f 58.703.14. Daarin is begrepen aan
werkelijke reserve van 9372.47. Dit be
drag is ontstaan door afschrijving van uit
breidingen betaald uit de beschikbare mid
delen, dus niet uit leeninggelden bestreden
en behoeft dus niet te worden terugbetaald.
Voor f 89.909.98 is aan de beschikbare
middelen onttrokken voor uitbreidingen en
voor de betaling van de bijdrage in de kos-
ten van aanleg in de hoofdleiding P.W.N.
Uit het verslag blijkt, dat door het
P.W.N. van 18 Maart tot ultimo December
1924 is geleverd 90140 M*. Daarvoor is be
taald f 36.952.49, dus voor een gemiddel
den prijs van 41 cent per M*. geleverd wa
ter. Deze hooge prijs is natuurlijk veroor-
ïaakt door de. betrekkelijk geringe hoeveel
heid water, welke is geleverd. Want er
moeten bepaalde kosten toch worden betaald
ongeacht welke hoeveelheid water er door
het gemeentebedrijf wordt betrokken.
Uit het verslag blijkt voorts, dat dit jaar
de baten ruim 42 cent per M*. hebben be
dragen en de lasten bijna 40 cent, zoodat er
ruim 2 cent per M'. winst is gemaakt. De
lasten, voortvloeiende uit den kapitaildienst
(afschrijving en rente) zijn bijna 16 cent
per M*. Men kan hierdoor beoordeelen de
gevolgen van een fjnancieele politiek, die
in zooveel jaren de winsten aan het bedrijf
hfeet onttrokken en waardoor het bedrijf
thans nog zoo zwaar door de schuld wordt
gedrukt.
Van dit bedrijf nu eveneens nog de ver
lies- en winstrekening in zijn geheel op te
nemen komt mij overbodig voor. Eerlijk ge
zegd ben ik zelf den vorigen keer een beetje
geschrokken van de kolommen met cijfers.
Ook van de balans zijn dezelfde opmer
kingen nopens de reserve te maken als ten
aanzien door mij van het Electriciteitsbe-
drijf den vorigen keer zijn weergegeven.
Alleen komt het mij voor, dat er in het Wa
terleidingbedrijf een tekort aan middelen
zit, en dat dus het bedrag wat in de vaste
goederen zit nog voor afschrijving vatbaar
verkregen uit leeninggelden, plus de be
schikbare middelen, verkregen uit afschrij
ving op leeninggelden, minder is dan de res-
teerende schuld. Dus in tegenstelling met
het Electriciteitsbedrijf, daar uit de balans-
cijfers van dit bedrijf immers kon worden
afgeleid, dat in het bezit der vaste goederen
een deel der werkelijke reserve zat verscho
len. Zoo noodig wil ik wel deze meening
met cijfers uit het verslag verdedigen.
Ik meen thans te kunnen volstaan met het
bespreken van enkele posten, wijl het mij
voorkomt, dat nu meer dan ooit economisch
beheer dringend noodzakelijk is.
Men zal begrijpen, dat ik b.v. in dit ver
band van meening blijf, dat electrificatie
van het pompstation een flinke verbetering
is. Immers werd wederom in 1924 aan mo-
torengas uitgegeven f 15.865.58, aan on
derhoud machines f 1925.85, ep aan ar-
beidsloonen f 17.186.82. Bij electrificatie
kan men op deze posten heel wat bezuini
gen. Men doet het niet. Vermoedelijk om
het belang der Gasfabriek te dienen. Doch
dit bedrijf moet niet op deze wijze worden
«geholpen.
Voorts is er mijns inziens nog op andere
wijze bezuiniging toe te passen, die echter
alle drie de bedrijven raken. Buiten en be
halve het feit, dat op 'dit bedrijf een deel
van de salarissen drukken van personen,
die vrijwel of in het geheel niets voor hef
bedrijf uitvoeren, houdt men er nog een
noodeloos omslachtige magazijn-administraJ
tie op na. Voor dit doel wordt aangenomen
werkzaam te zijn een boekhouder-magazij
nen, een magazijn-meester en een magazijn
knecht en dan wordt op de Centr. Boekh-
ook nog de magazijn-administratie bijge
houden. Zonder nu drastische maatregelen
te behoeven te treffen, zal bij een goed en
geleidelijk uitgevoerde reorganisatie een
verbetering kunnen worden verkregen. Te
dien aanzien ben ik zoo vrij het volgende
plan te ontwikkelen.
Voorop moet staan de overweging, dat
de bedrijven zooveel mogelijk hebben te vol
doen aan den eisch eener zoo goed mogelijke
bediening van het publiek. Dat het publiek
er niet is voor de bedrijven, maar de bedrij
ven om hun artikelen aan het publiek te
verkoopen en liefst zooveel mogelijk. Men
dient er dus naar te streven om het koopen
bij de gemeentebedrijven zoo aantrekkelijk
mdgelijk te maken. Dus ook zoo weinig mo
gelijk regelen te stellen, waaraan het publiek
moet voldoen, om de waar van de bedrijven
te mogen bétrekken.
Nu vormen de uitgaven aan gas en water
(met hier en daar idem voor electrischen
stroom) bij elkander posten, die zeer on
evenredig drukken op het gezinsinkomen,
vooral voor de arbeidersgezinnen. De beta
ling althans van het water eens per drie
maanden slaat daarin een» gat. Bovendien
treft die uitgaaf het zwaarste in de winter
maanden, als wanneer het toch voorvelen
moeilijk is om rond te komen.
Voorts is aan het tegenwoordige stelsel
het nadeel verbonden, dat elke maand dé
meterstanden moeten worden opgenomen en
eens per drie maanden nog eens de water
meters. Bovendien loopen door de gemeente
ten behoeve van de bedrijven en van den
ophaaldienst incasseerders, die mogelijk op
één dag bij dezelfde gemeentenaren geld
innen.
Eveneens is het mii opgevallen, dat de
ophaaldienst dit jaar f 5444-35 verlies ten
laste van de gemeente heeft geleden.
Nu kan m. i. daarin een belangrijke ver
eenvoudiging worden verkregen door een
en ander flink te reorganiseeren en als de
zaak voor elkaar staat er propaganda voor
te maken. Als men b.v. het zoo inricht, dat
de verbruikers van gas, water en (of) elec-
riciteit, hetgeen die verbruikers ongeveer
per jaar moeten betalen, omslaat over het
geheele jaar, en hen dit zooveel mogelijk in
gelijke' deelen, desverkiezend per week of
per maand, laat betalen, dan komt men in
de eerste plaats aan de gebri^ikers tegemoet,
war# deze weten dan op hoeveel per week
of per maand geregeld moet worden gere
kend dat zij hebben te betalen. Daaraan kan
dan worden toegevoegd al hetgeen eveneens
geregeld betaald moet worden voor dien
sten der gemeentereiniging en desverkie
zend voor belastingen en schoolgeld.
Stel men neemt aan, (hetgeen uit de boe
ken kan blijken), dat iemand per jaar ge
bruikt, althans aan de gemeente verschul
digd is: aan gas f 40, aan water f 20,-aan
electriciteit f 10, voor het ledigen van put
ten door de gemeente-reiniging f 4, en dat
dit gezin f 26 belasting en schoolgeld moet
betalen, dan kan men met zoo'n ingezetene
overeenkomen, dat per week opgehaald
wordt f 2. Op het einde van het jaar wordt
het werkelijk verbruik vastgesteld, één reke
ning opgemaakt en dan verrekend. Moeder
de vrouw heeft maar met één incasseerder
van de gemeente te maken en weet welk x-
drag zij geregeld elke week moet af zin
deren.
De meteropname kan worden ingekrom
pen en over grootere tijdvakken worden ver
deeld. In den aanvang zal zoo nu en dan
contröle-opname noodig zijn. Ook bij ver
trek zal, evenals nu, opname en verrekening
tusschentijds moeten geschieden. Doch op
den arbeid, noodig voor telkens al die me
ters op te nemen en. idem voor het uitreke
nen en het schrijven der kwitanties wordt
enorm veel bespaard.
De bedrijven kunnen veel eerder en ge
regeld over de inkomsten beschikken. Op
het eind van het jaar staan er niet in totaal
zulke groote vorderingen nog onbetaald
open. Het benoodigde circulatie-kapitaal
kan belangrijk worden ingekrompen en dus
minder rente-verlies. Bovendien wordt hét
gebruik van gas er mede in de hand ge
werkt.
Voor deze omzetting zullen dus wel eeni
ge inkasseerders meer moeten worden te
werk gesteld en ook' waarschijnlijk admini
stratief personeel, hoewel een goed inge
richte adresseermachine met toebehooren a!
heel wat arbeid kan verrichten met een mi
nimum van arbeidskracht.
De arbeidskrachten die op deze wijze vrij
komen en overigens door bezuiniging op d*
andere bedrijven vrijkomen, kunnen voor
zoover noodig aan dit werk worden g°*et,
dat hoogst eenvoudig is en door elk mensch
met een gezond stel hersenen in betrekke
lijk korten tijd kan worden aangeleerd.
Dus één centrale inning, samenvoeging
van centrale kas en ophaal- en stortings-
dienst, met daarbij een stelsel van betaling
voor de ingezetenen, welke het voor hen
mogelijk maakt om in geregelde wekelijk-
sche of maandelijksche betalingen het ver
schuldigde bedrag te voldoen. Daarbij ver
valt dus ook het telkens schrijven en uitre
kenen van kwitanties en treedt daarvoor in
de plaats een automatisch af te drukken
kwitantie door de adresseermachine en
slechts eens per jaar het opmaken der eind
afrekening, hetzij op het eind van het jaar
of tusschentijds bij vertrek uit de gemeente.
Hoewel er nog heel wat over dit punt te
schrijven zou zijn, acht ik dit thans over
bodig. Misschien kom ik er later nog op
terug. Maar men kan het hierin ontvouwde
plan niet voorbijgaan, fndien men werkelijk
wil bezuinigen, de ingezetenen wil tege
moetkomen en toch het belang der bedrijven
wil blijven voorstaan en dienen.
DE ZWART.
Nieuwe uitgaven.
Noord-Holland in Woord en Beeld, 7 No
vember. Titelplaat Kerkuitgang te Volendam.
Drie bekroonde opnamen van den Foto-wed
strijd, voorstellend landschappen te Hoorn,
Heiloo en Aalsmeer. De inwijding van de
nieuwe S». Janskerk te Laren door Mgr. van
de Wetering, aartsbisschop van Utrecht.
Bietencampagne te Halfweg, een overzicht van
de gasfabriek te Noord-Scharwoude, eenige
kiekjes uit West-Friesland (Twisk), een oud
huis te Enkljuizen, door de Vereeniging
„Hendrik de Keyser" aangekocht en voor sloo
ping bewaard. Twee volle pagina's zijn ge
wijd aan Schagen, onze nabuur; en dit dorp
bezit tal van aardige en schilderachtige plek
jes, zooals de opnamen duidelijk doen zien.
Barneveld in Gelderland leverde eenige op
namen van de beroemde kippenmarkt aldaar.
Verder vele opnamsn van „geillustreerd
nieuws f uit de provincie.
Behalve de huis- of tuindans, die nog
steeds over de geheele aardbol zijn succes
sen viert met tango's, steps en bostons, zóó
dat zelfs de ether davert van de jazz-mu-
ziek en we, dag en nacht, uit onze loud
speaker de krijschende, toeterende, kleppe
rende schuif-deunen kunnen vernemen, uit
gezonden dooh de meest-verscheiden ?end-
stations; behaüve deze dagelijksche „ge-
bruiks-dans" vindt ook de moderne kunst
dans steeds meer belangstelling en beoefe
ning. Duncan, Russisch ballet, Leis-
tikow, von Schrenk, het blijft alles,
ook hier, steeds meer trekken. Wonderlijk;
men zou 't in dezen tijd, tijd van behoefte
aan vele verschillende, snel op elkaar vol
gende prikkels, niet verwachten. Hoeveel
fantasie de onderscheiden artisten ook in
hun moderne danskunst-uiting mogen leg
gen, van hoe verscheiden aard en uit
welke uiteenloopende tijdperken de muziek
ook moge zijn, waarop zij hun nummers
dansen, het valt niet te ontkennen, dat het
een heelen-avond-kijken naar één danseres,
of op z'n hoogst een heel klein troepje, die
min of meer geslaagde bewegingen en pas
sen uitvoeren, eentonig werkt.... Mis
schien zit de kneep 'm wel hierin, dat véle
jongeren, en vooral de vele moderne doch-
teren, zich, vanwege 't feit dat zij op den
dansvloer geen al te gek figuur slaan, eenige
artistieke» allures enI aspiraties aanschaffen
en zij zoodoencjp meenen het aan zichzelf
verplicht te zijn de prestaties van hun
kunstzinnige „collega's" bij te wonen. Zoo
geloof ik niet, dat de belangstelling voor
den modernen kunstdans heelemaal echt en
gezond is. Maar .al gaat de ontwikke
ling van dien dans dan ook langs der
gelijke afwijkingen, die ontwikkeling-zelf
blijkt een natuurlijke tendenz te zijn, die
mógelijk eens tot een scherp-omlijnde kunst
zal leiden met even veel rechten in het ka
pittel der Muzen als de schilderkunst, de
beeldhouwkunst, de architectuurEn
als zoodanig blijft 't interessant de diverse
pogingen, het tasten, zoeken en hier en daar
„vinden" van dezen ontwikkelingsgang te
volgen.
Deze week waren wij in den Stads
schouwburg weer getuige van een merk
waardige poging: een uitvoering van bewo
ners van het „Goetheanum" té Dornach in
Zwitserland* de instelling indertijd gesticht
door een kortelings overleden „anthropo-
soof", dr. Rudolf Steiner, die daar zijn z.g.
„geesteswetenschap" onderwees. Van een
„dans"-poging mogen we,eigenlijk volgeris
Steiner en zijn volgelingen hierbij niet spre
ken. Men noemt het „eurhytmie" en dit wil
zijn (of althans worden) volgens de woor
den van Steiner zelf: „een kunst, die zich
uitdrukt door middel van beeldende bewe
gingsvormen van het menschelijk organisme,
op zichzelf en in de ruimte, of door zich
bewegende groepen van menschen. Het gaat
hierbij echter niet om mimische gebaren, en
evenmin om dansbewegingen, maar om
werkelijke zichtbare spraak en zang." Des
alniettemin werd er dezen avond toch ook
nog gesproken door een declamator en ge
zongen door een orkest, waarbij dan op het
tooneel verschillende eurhytmische bewe
gingen door groepen of alleen-dansenden
werden uitgevoerd. Wat er dus voor prin
cipieel verschil is met de pogingen van an
dere artisten, waarbij' dit ook gebeurt, maar
die zich eenvoudig dans-kunstenaars blijven
noemen, ontgaat me. 't Eenigst onderscheid
was, dat hier, meer dan gewoonlijk, het
accent viel op de bewegingen der handen en
armen, zijnde deze (zeide het programma)
„de meest expressieve organen", een waar»
heid als een koe overigens, die men in onze
goede stad met haar groot aantal Israëliti
sche zonen waarlijk niet apart behoefde te
vermelden!
Ik stap, na vermelding van het feit, dat
sommige nummers van dezen avond inder
daad reeds een eigen schoonhelid brachten,
anderen daarentegen een „bedoelen" bleven,
dat niet tot beeldende uitdrukking kwam,
van de „eurhytmie af. Ik moest er
wat van vertellen: de zaak w?>rdt met kracht
(en geld, naar 't schijnt) stevig gepropa-
eerd en U zult dus 't woord te een of an-
eren dag wel weer eens tegenkomen
U behoeft er dan niet meer voor te schrik
ken en weet waar 't om gaat: om een inte
ressante poging, onder vele anderen, tot ont
wikkeling van denmodernen kunst
dans. Maar spreek dit dan liever niet uit:
de doem van de volbloed „Steinerianen",
die ook hier, alével-iets-heel-bijzonders-van»
hun-zelven wenschen, zou U waarschijnlijk
treffenl
Van de lichte sferen van den dans, ja,
ze blijven licht, ook al praat men er wat
zwaar (zegt U 't maar gerust 1 U vond het
wat zwaar-op-de-handl) over tot.
donker Amsterdam het is een moeilijke
overgangMaar ik mag U die niet be
sparen, temeer niet waar, een dezer dagen,
een van mijn goede vrienden (dit is geen
journalistieke fantasie!) mij op mijn plicht
in dezen we^s. „Je schrijft immers Amster-
damsche brieven?" zei hij. „Nu, kerel, maar
dan heb ik wat voor je! Daar heb ik me
isteren, op de Groote Club, toch wat ge-
loord, dat je waarschijnlijk niet gelooven
zou als ik je niet zei, dat ik 't uit de beste
bron heb. Uit de eerste hand, om zoo te zeg
genJe dacht natuurlijk, net als ik, dat
de krasse staaltjes van de trucs der blanke
slavinnen-handelaren, die je zoo nu en dan
verneemt, zich alleen afspeelden in weteld-
centra als Parijs, Londen, Berlijn, New-
YorkMaar nu heb ik er dan toch van
nabij een gehoord dat zich, om zoo te zeg
gen, naast je eigen deur heeft afgespeeld
Op den Overtoom! Die straat krijgt lang
zamerhand geen prettige klankEerst
Muylwijk en nu dit weer
En ik vernam het volgende: Een zaken
kennis van mijn vriend, directeur van een
onzer banken, kreeg 't verhaal van een coj-
lega, bij wien het meisje, dat <fe hoofdrol
in de geschiedenis speelt, op kantoor is. Dit
meisje fietste een dezer avonden door het
Vondelpark, zag een oudere dame op een
bankje zitten snikken erf hoorde zich met
een zwakke, smekende stem aanroepen. Me
delijdend stapte zij van haar fiets en vroeg
wat het steunend oudje scheelde en „of zij
soms van dienst kon zijn". Ja, als zij zoo
vriendelijk wou zijn, of ze dan' de dame
misschien een eindje, met een arm, kon steu
nen.... De dame zeide niet zoo heel ver
te. wonen, maar wat flauw te zijn geworden
en moeilijk te kunnen loopen.Het
meisje deed wat haar gevraagd werd.
Toen men een paar mirttJten samen verder
gestrompeld was, kwam de dame, naar ze
zei, „aardig bij" en kon nu wel weer alleen.
Maar ze vroeg 't meisje „och, U bent
immers toch op de fiets I" nog even
een brie/je voor haar te willen afgeven op
den Overtoom bij haar dochter. Ze had het
zelf willen brengen; maar nu was ze te moe.
't Meisje beloofde 't, werd „duizendmaal"
bedankt en fietste weg. Ze ging eerst thuis
eten en vergat daarna den brief. Den
volgenden ochtend op kantoor (let we!, het
kantoor van den collega van de kennis van
mijn vriend! heel nabij dus), kwam het
"epistel uit haar tasch te voorschijnZij
schaamde zich over haar vergeetachtigheid
en vroeg aan haar directeur of ze nog even
weg mocht om een brief weg te brengen. De
directeur gaf niet dadelijk toestemming,
Jacht eerst aan een smoesje om wat te spij
beien.en verlangde den brief te zien.
kipBi erkelijk
eeiT brief doof het meisje getoond. Hij
Tegen zijn vermoeden werd hem werkelijk
hield, als bij toeval, de enveloppe even tegen
het licht en bemerkte toen, dat er niets in
zatDat kwam hem verdacht voor. Het
meisje moest vertellen wat 't voor een brief
was, hoe zij er aan kwam. De directeur
belde toen de politie op en tenslotte ging
't meisje, op ^enigen afstand gevolgd door
den directeur en enkele rechercheurs, naar
het aangegeven adres op den Overtoom. Het
meisje belde aan, werd opengedaan, binnen
gelaten en de deur ging achter haar dicht
Dat zou nog alles heel normaal, en na
tuurlijk geweest kunnen zijn. Zoo de zaak
in orde was, zou de dochter van de onwèl-
geworden dame natuurlijk de hulpvaardige
boodschapster even binnen hebben genood.
Maar toen het meisje langer wegbleef dan
dienstig scheen, bedden de rechercheurs toch
ook op hun beurt aan. Zij werden echter,
na herhaald bei-drukken, niet open-gedaan.
Ze forceerden de deur en drongen binnen.
In een achterkamer vonden zij 't meisje ge
bonden terug, grootendeels al van haar klee-
ren beroofd. Nog twee andere slachtoffers
werden in denzelfden toestand aangetroffen.
Men kon twee mannen en een vrouw arres
teeren en de zaak is nu in onderzoek." Ge
lukkig maar, dat 't zoo afliep", eindigde
mijn vriend, „je had anders natuurlijk nooit
gieer iets van 't meisje gehoord.
Ik schreef dit verhaal op, zooals ik het
mondeling van mijn vriend, een solide,
bekende zakenman vernam, ook al laast
Gij 't misschien reeds^ elders. Het bereikte
n.1. de bladen van geheel andere zijde en bij
navraag bleek de politievan niets te
weten. Van geen brief, van geen meisje, van
geen verdacht huis op den Overtoom en nog
minder iets van enkele rechercheurs, die er
een inval zouden gedaan hebben.... De
oorsprong van dit, plotseling als een stort
bui over de stad neet-gedaalde verhaal blijkt
nergens te achterhalen.„De meid heefk
't van den melkboer, deze van zijn vrouw,
die van haar zuster", enz., enz.: zóó scham
peren nu de bladen en zij laten hetjlie-van-
die", en „die-weer-van-aie", zich alleen af
spelen onder melkboeren, tramconducteurs,
dienstboden, e. d. Maar ik kan, zie bo
ven I getuigen, dat men alleen in dien
zin van een „volks-praatje" gewagen kan,
als men onder „volk" ook verstaat bank
directeuren, steunpilaren dér'Groote Club,
zakenmenschen, en dergelijke beter-ge-
situeerden.
Het is een vreemde epidemie; 't merk
waardigste van alles is dat de symptomen
zoo constant zijn. Het verhaal zelf toch
komt aldoor in denzelfden vprm, met bijna
geen variaties, te voorschijn.
Een soort besmettelijke geestesziekte??
Een enkel woord, tot slot, zij dezen keer
nog aan prof. Der Kinderen* in leven direc
teur onzer Academie voor Beeldende Kun
sten, gewijd. Hij ging deze week van ons
heen. Een groot verlies! Ten eerste ver
liezen we in hem een door-en-door gezond
werk scheppend schilder, die een pionier ge
weest is op het gebied van het herlevende
muurschilderen en die nu, belaas, de op
dracht, hem voor een wandschildering in
het nieuwe gebouw der Handelsmaatschap
pij yerstrekt, niet meer kan voltooien; en
in de tweede plaats een man, die van de
Academie weer een levend orgaan in het
Rij'k der Kunst wist te maken
.Voortzetting van het pleidooi van den
verdediger.
De rechtbank te Amsterdam heeft gisteren
de .behandeling hervat yan de zaak tegen den
43-jarigen bouwondernemer M. M., beschul
digd van moord, (subs.- doodslag, enz.) ge
pleegd op 22 October 1915".
De verdediger, mr. Alfr. Levy, zet zijn plei
dooi voort. Hij zegt, dat sinds de vorige zit
ting weer veranderingen in het geding zijn ge
komen, waarvan hij de strekking nu nog niet
kon overzien. Hij heeft n.1. een ongeteekenden
brief ontvangen uit Utrecht, waarin staat, dat
bij den zaak van den dood van Busch nauw be-
'trokken zijn twee met name genoemde perso
nen, die mede den buit hebben verdeeld en het
lijk Hebben helpen kisten. PI. heeft dqzen brier
ook aan bekl. laten zieji, die er volkomen kalm
bij bleef en glimlachend de schouders ophaalde.
„Ér is niets nieuws meer", zeide hjj, „er kan
niets meer voor den dag komen".
Voorts heeft spr. gevonden een door Busch
geschreven kasstaat, loopende van 18 tot 28
Augustus, waarin soms belangrijke voordeelige
saldi voorkomen, en dan weer plotseling be
langrijke tekorten. Hieruit blijkt dus wel dat
Busch soms op denzelfden dag rijk en arm
waa, en dat het best mogelijk is, dat hij
's avonds geen geld bij zich had, al had hij ia
den loop van den dag veel geld bij zich.
Verder zijn er nog verschillende portretten
van vrouwen in de koffers van Busch gevonden
wat erop wijst, dat het zeer wel mogelijk is'
dat Busch op den bewusten avond nog bij een
van die vrouwen is geweest. Acht de recht-
bank een nader ondersoek hiernaar niet ge.
wenscht?
De president: De rechtbank zal van al deze
zaken nota nemen bij de beraadslagingen in
raadkamer.
Zijn pleidooi vervolgende, herhaalt pl. Ter
volgens, dat er van den kant van beklaagde
niets geheimzinnigs meer is. In het stelsel van
de officier van justitie echter is alles nog duis
ter en geheimzinnig, ik, aldus pl., heb mijn be
toog slecht» op feiten gebouwd, bij den offi
cier berust alles op veronderstellingen en p»y.
chologische beschouwingen. Wij weten zelf»
nog altijd niet, aan wien wij de behandeling
van deze zaak ter openbare terechtzitting te
danken hebben, wie de schrijver van den ano-
nymen brief is geweest. En dit ii toch wel
van belang. We weten, dat de vijandschap van
Schopman, die den anonymen brief heeft ont
vangen en ermede naar de politie is gegaan,
waa van ouderen datum. Hij schrijft, dat hij
dien brief met groote verbazing heeft ontvan
gen, maar zelfs' al? hij vóór 23 Oct. 1934 die
f 1000 heeft uitgeloofd, wab er voor hem niet
de minste reden voor die verbazing. Op het
kantoor van 'Schopman immers verzamelde
men met groote graagte alles wat maar in het
nadeel van M. kon zijn. H^t is dan ook zeer
wel mogelijk, dat Schopman den anonymen
brief heeft ontvarfgen van" De K. die van M-
wilde ontvangen niet alleen wat hem itoe-
k\ivam, maa r aok wat hem niet toe
kwam. Al dien tijd heeft biklaagde dan ook
groote folteringen en angsten uitgestaan door
bet optreden van De K., die zeker bij de be
oordeeling van de strafmaat zullen moeten
medetellen.
Wanneer men nu niet met qlkander kan rij
men het dooden van Busch door beklaagde in
drift, en de omstandigheid, dat hij de meeste
waarden van het lijk heeft weggenomen, moet
men alle omstandigheden in aanmerking nemen,
en de verhouding, welke tusschen M. en Busch
bestond, en hoe die ontstaan was. Op de ge
heime zitting is gebleken, dat Busch naar aan
leiding van een geval, dat bij zeer oppervlak
kige kennisneming, volkomen ten onrechte, be-
klaagde's echtelijke trouw in verdericing zou
kunnen brengen, hierover in tegenwoordigheid
van beklaagde en zijn vrouw gekheid heeft ge
maakt. Beklaagde heeft toen in woede Busch
met een stoel gedreigd en die stoel voor diens
voeten op den grond aan stukken gegooid. Het
is daar bijna een handgemeen geworden en
Busch is de deur uitgezet.
De volgende dag zien wij M. bij Busch ex
cuses maken, hoewel" deze het rondom sterk
aangedikt bekend maakte. Wijst dit er niet op
dat M. geheel in de smaak van Busch was?
En wat nu te zeggen van de verklaring van
bejclaagde's vrouw, dat Busch haar het leven
nooit moeilijk heeft gemaakt? Deze vrouw
heeft tien jaa.r groote ellende door gemaakt,
zou het verwonderlijk zijn, als zij aan am
nesie is gaan lijden? In elk geval heeft zij toch
op de zitting verklaard dat het meermalen is
voorgekomen, dat Busch .haar dwong, hem het
laatste huishoudgeld af te staan.
Coricludeerend meent pleiter, dat het niet
excusabel, maar mogelijk is, dat bij den be
klaagde gedachten van medelijden afgewisseld
hebben met gedachten van haat, om alles wat
hem was aangedaan; 'welke haat leidde tot de
beroovjpg.
Hoe is nu deze, van aard niet slechte, zelfs
goedig aangelegde man hier in de rechtzaal
binnengebracht? Groot misbaar is over hem
gemaakt, als over het gevaarlijkste individu,
dat men zich maar denken kan. In dit licht
hebben hem gesteld, voor deze geruchten heb
ben gezorgd Schopman en een knecht van be
klaagde'» schoonvader in de Purmer, welke
knecht zijn ontslag san beklaagde weet. En
wie het dossier niet kende, moest wel onder
den indruk van, al deze valsche geruchten ko
men.
Veel waarde heeft de officier gehecht aan
het feit, dat beklaagde gefaald heeft in het aan
wijzen van den jongen, die hem geholpen heeft,
de kist uit den kelder in de garage te dragen.
Dit zegt toch heel weinig, in verhand met hel
tien jaar geleden zijn van het feit.
Daarom zal men dezen man moeten be
oordeelen langs de groote lijn en niet op aller
lei kleinigheden, die tien jaar geleden al dan
niet zijn voorgevallen. Als wij faem beoordeelen
langs de groote lijn, moeten we ons afvragen,
of dezen beklaagde inderdaad is, zpoals de of
ficier hem voorstelt, een peuterige stumperd
in het ontkennen. In zijn bekentenis blijft hij
steeds consequent, ook wat betreft het zich
zelf bezwaren.
Uit-de verklaring van getuige Kramer, dat
hij zich niet kan herinneren, of hij in 191J M.
geholpen he^ft met het sjouwen van een kist
uit den kelder in de garage, mag men niet af
leiden, dat hij het niet gedaan heeft. Deze ge
tuige herinnende zich wel dergelijke kisten en
de lorrie; dit wijst veeleer opv de mogelijk
heid, dat "hij bij dit karweitje wel geholpen
heeft.
Voortsetting van het pleidooi.
Na de pauze behandelt mr. Levy de rol, door
K. tn deze zaak gespeeld.
Eerst is daar het graven van dem kuil. Te
dien aanzien moet eerst een vergissing wor
den hersteld. Er zijn drie verschillende kuilen
gegraven. Er is een kuil geweest met een kist
erin, die niets te maken had met het drama.
Dan komt de kritieke kuil met de kritieke kist,
de kuil gegraven op Zaterdagmorgen narden
dood van Busch. Nog een is er gegraven in
November 1915, toen de plaats waar M. de
kist had begraven moest worden opengegraven,
omdat de nieuwe huurder hier een waterlei
ding wilde hebben. Er is verwarring tusschen
dat laatste graven, en het graven van een kuil
waarin het lijk van Busch is begraven. Bij het
graven» van den laatsten kuil heeft de K. mede
gewerkt; toen heeft beklaagde M. het muurtjs
gemetseld, en in die dagen was het ook dat
hij een verbonden hand had. Ook de getuige
Stap heeft hier verklaard over het graafwerk
in den nacht van November 1915, denzelfden
waarin M. de eerste laag voor het steenen
muurtje heeft gelegd. Als dit alles vaststaat en
de Werklieden hebben dadelijk begrepen dat
het lijk van Busch 'onder den grond was ge
stopt, dan blijkt hieruit toch ook dat M. den
kuil alleen gegraven heeft, dus dat er geen
medeplichtigen zijn geweest.
PI. betoogt vervolgen» dat de K. niet heeft
kunnen waarmaken, dat hij uit zijn verdiensten
de uitgaven heeft kunnen doen welke, hij heeft
gedaan. Hierin ligt de aanwijzing dat de Kort
inderdaad M. gedurende acht jaren heeft af
geperst, en daaruit volgt dat de K. niet mede
plichtige is geweest.
Pl. komt thans tot de vraag: hoe is Busch
gestorven?
Op het geraamte van Busch is geen enkel
teeken van geweld gevonden. Beklaagde beeft
bij zijn bekentenis gezegd: Ik heb dezen man
gedood I Maartoen wist hij niet dat er later
medici zouden komen met voor hem ontlasten
de verklaringen omtrent de doodsoorzaak van
Busch, die nog bevestigd zoud-ap worden door
de historia morbi van Busch uit den tijd vaD
dient verpleging in het Bimfengasthuis.
Pl. betoogt dan breedvoerig dat Busch geeD