De moord op den makelaar Buscfa. AM ST ER DAM SCHE BRIEVEN. Enrthytmla Donder Amsterdam of donkere fantasie?.Prof. der Kinderen. den op rond 60000 M\ per jaar of 12 van de totale levering. Tot voor kort moesten dere enorme hoe veelheden water onttrokken worden aan het duinterrein in de onmiddellijke nabijheid van de gemeente gelegen. Dit duinterrein is betrekkelijk smal en de kleilaag ligt vrij hoog, zoodat in de jaren na dien van gerin gen regenval de watervoorziening alleen door inperking kon worden voortgezet. Een uitbreiding van het prise d'eau gaf geen voldoende resultaat. Uit de later gemaakte plannen om toch ten volle in de behoefte te kunnen voorzien, is gekozen een plan, waarbij het Provinciaail Waterleidingbe drijf Noord-Holland (P.W.N.), te Bergen, ons de ontbrekende hoeveelheid water zal leveren. Zooals bekend, is met de werk zaamheden, noodig voor de uitvoering van dit plan, eenige jaren terug een aanvang ge nomen. Voor dit doel is een buisleiding ge legd ter lengte van ongeveer 32000 M. van Schoorldam naar de reinwaterkelder bij het pompstation alhier. Op 18 Maart I924 's de suppletoire waterlevering begonnen. Het gevaar van gebrek aan water is daar mede van de baan. Doch dit en de andere plannen, hebben heel wat geld gekost, waar door hét water thans allerminst góedkoop is. Het bedrijf met toebehooren is per 1 Ja nuari 1901 ingebracht voor 91393.40. Van 1901 tot en met 1924 is er aan besteed f 880.515.32, totaal dus f 971.908.72. Dit geld is geleend. Daarvan is in hetzelfde aantal jaren terugbetaald f 358.873.07. zoodat er v nog een schuld staat van 613.035.65.. Nu is in den loop der jaren wel meer geld in het bedrijf gestoken, maar dat is niet uit leeningen verstrekt, doch uit de beschikbare middelen. Afgeschreven is sinds 1917 (voordien waren de afschrijvingen gelijk aan de aflos singen) 542.142.12. Per 31 December 1924 staat het bedrijf voor f 514.742.30 op de Balans. Het verschil tusschen het tel- kenjare benoodigde bedrag voor terugbeta ling der aangegane schulden en het bedrag wat jaarlijks afgeschreven wordt, houdt het bedrijf gedeeltelijk in kas als bedrijfskapi taal en gedeeltelijk worden in de laatste ja ren de uitbreidingen daaruit betaald. Per 31 December blijkt totaal beschikbaar te zijn f 58.703.14. Daarin is begrepen aan werkelijke reserve van 9372.47. Dit be drag is ontstaan door afschrijving van uit breidingen betaald uit de beschikbare mid delen, dus niet uit leeninggelden bestreden en behoeft dus niet te worden terugbetaald. Voor f 89.909.98 is aan de beschikbare middelen onttrokken voor uitbreidingen en voor de betaling van de bijdrage in de kos- ten van aanleg in de hoofdleiding P.W.N. Uit het verslag blijkt, dat door het P.W.N. van 18 Maart tot ultimo December 1924 is geleverd 90140 M*. Daarvoor is be taald f 36.952.49, dus voor een gemiddel den prijs van 41 cent per M*. geleverd wa ter. Deze hooge prijs is natuurlijk veroor- ïaakt door de. betrekkelijk geringe hoeveel heid water, welke is geleverd. Want er moeten bepaalde kosten toch worden betaald ongeacht welke hoeveelheid water er door het gemeentebedrijf wordt betrokken. Uit het verslag blijkt voorts, dat dit jaar de baten ruim 42 cent per M*. hebben be dragen en de lasten bijna 40 cent, zoodat er ruim 2 cent per M'. winst is gemaakt. De lasten, voortvloeiende uit den kapitaildienst (afschrijving en rente) zijn bijna 16 cent per M*. Men kan hierdoor beoordeelen de gevolgen van een fjnancieele politiek, die in zooveel jaren de winsten aan het bedrijf hfeet onttrokken en waardoor het bedrijf thans nog zoo zwaar door de schuld wordt gedrukt. Van dit bedrijf nu eveneens nog de ver lies- en winstrekening in zijn geheel op te nemen komt mij overbodig voor. Eerlijk ge zegd ben ik zelf den vorigen keer een beetje geschrokken van de kolommen met cijfers. Ook van de balans zijn dezelfde opmer kingen nopens de reserve te maken als ten aanzien door mij van het Electriciteitsbe- drijf den vorigen keer zijn weergegeven. Alleen komt het mij voor, dat er in het Wa terleidingbedrijf een tekort aan middelen zit, en dat dus het bedrag wat in de vaste goederen zit nog voor afschrijving vatbaar verkregen uit leeninggelden, plus de be schikbare middelen, verkregen uit afschrij ving op leeninggelden, minder is dan de res- teerende schuld. Dus in tegenstelling met het Electriciteitsbedrijf, daar uit de balans- cijfers van dit bedrijf immers kon worden afgeleid, dat in het bezit der vaste goederen een deel der werkelijke reserve zat verscho len. Zoo noodig wil ik wel deze meening met cijfers uit het verslag verdedigen. Ik meen thans te kunnen volstaan met het bespreken van enkele posten, wijl het mij voorkomt, dat nu meer dan ooit economisch beheer dringend noodzakelijk is. Men zal begrijpen, dat ik b.v. in dit ver band van meening blijf, dat electrificatie van het pompstation een flinke verbetering is. Immers werd wederom in 1924 aan mo- torengas uitgegeven f 15.865.58, aan on derhoud machines f 1925.85, ep aan ar- beidsloonen f 17.186.82. Bij electrificatie kan men op deze posten heel wat bezuini gen. Men doet het niet. Vermoedelijk om het belang der Gasfabriek te dienen. Doch dit bedrijf moet niet op deze wijze worden «geholpen. Voorts is er mijns inziens nog op andere wijze bezuiniging toe te passen, die echter alle drie de bedrijven raken. Buiten en be halve het feit, dat op 'dit bedrijf een deel van de salarissen drukken van personen, die vrijwel of in het geheel niets voor hef bedrijf uitvoeren, houdt men er nog een noodeloos omslachtige magazijn-administraJ tie op na. Voor dit doel wordt aangenomen werkzaam te zijn een boekhouder-magazij nen, een magazijn-meester en een magazijn knecht en dan wordt op de Centr. Boekh- ook nog de magazijn-administratie bijge houden. Zonder nu drastische maatregelen te behoeven te treffen, zal bij een goed en geleidelijk uitgevoerde reorganisatie een verbetering kunnen worden verkregen. Te dien aanzien ben ik zoo vrij het volgende plan te ontwikkelen. Voorop moet staan de overweging, dat de bedrijven zooveel mogelijk hebben te vol doen aan den eisch eener zoo goed mogelijke bediening van het publiek. Dat het publiek er niet is voor de bedrijven, maar de bedrij ven om hun artikelen aan het publiek te verkoopen en liefst zooveel mogelijk. Men dient er dus naar te streven om het koopen bij de gemeentebedrijven zoo aantrekkelijk mdgelijk te maken. Dus ook zoo weinig mo gelijk regelen te stellen, waaraan het publiek moet voldoen, om de waar van de bedrijven te mogen bétrekken. Nu vormen de uitgaven aan gas en water (met hier en daar idem voor electrischen stroom) bij elkander posten, die zeer on evenredig drukken op het gezinsinkomen, vooral voor de arbeidersgezinnen. De beta ling althans van het water eens per drie maanden slaat daarin een» gat. Bovendien treft die uitgaaf het zwaarste in de winter maanden, als wanneer het toch voorvelen moeilijk is om rond te komen. Voorts is aan het tegenwoordige stelsel het nadeel verbonden, dat elke maand dé meterstanden moeten worden opgenomen en eens per drie maanden nog eens de water meters. Bovendien loopen door de gemeente ten behoeve van de bedrijven en van den ophaaldienst incasseerders, die mogelijk op één dag bij dezelfde gemeentenaren geld innen. Eveneens is het mii opgevallen, dat de ophaaldienst dit jaar f 5444-35 verlies ten laste van de gemeente heeft geleden. Nu kan m. i. daarin een belangrijke ver eenvoudiging worden verkregen door een en ander flink te reorganiseeren en als de zaak voor elkaar staat er propaganda voor te maken. Als men b.v. het zoo inricht, dat de verbruikers van gas, water en (of) elec- riciteit, hetgeen die verbruikers ongeveer per jaar moeten betalen, omslaat over het geheele jaar, en hen dit zooveel mogelijk in gelijke' deelen, desverkiezend per week of per maand, laat betalen, dan komt men in de eerste plaats aan de gebri^ikers tegemoet, war# deze weten dan op hoeveel per week of per maand geregeld moet worden gere kend dat zij hebben te betalen. Daaraan kan dan worden toegevoegd al hetgeen eveneens geregeld betaald moet worden voor dien sten der gemeentereiniging en desverkie zend voor belastingen en schoolgeld. Stel men neemt aan, (hetgeen uit de boe ken kan blijken), dat iemand per jaar ge bruikt, althans aan de gemeente verschul digd is: aan gas f 40, aan water f 20,-aan electriciteit f 10, voor het ledigen van put ten door de gemeente-reiniging f 4, en dat dit gezin f 26 belasting en schoolgeld moet betalen, dan kan men met zoo'n ingezetene overeenkomen, dat per week opgehaald wordt f 2. Op het einde van het jaar wordt het werkelijk verbruik vastgesteld, één reke ning opgemaakt en dan verrekend. Moeder de vrouw heeft maar met één incasseerder van de gemeente te maken en weet welk x- drag zij geregeld elke week moet af zin deren. De meteropname kan worden ingekrom pen en over grootere tijdvakken worden ver deeld. In den aanvang zal zoo nu en dan contröle-opname noodig zijn. Ook bij ver trek zal, evenals nu, opname en verrekening tusschentijds moeten geschieden. Doch op den arbeid, noodig voor telkens al die me ters op te nemen en. idem voor het uitreke nen en het schrijven der kwitanties wordt enorm veel bespaard. De bedrijven kunnen veel eerder en ge regeld over de inkomsten beschikken. Op het eind van het jaar staan er niet in totaal zulke groote vorderingen nog onbetaald open. Het benoodigde circulatie-kapitaal kan belangrijk worden ingekrompen en dus minder rente-verlies. Bovendien wordt hét gebruik van gas er mede in de hand ge werkt. Voor deze omzetting zullen dus wel eeni ge inkasseerders meer moeten worden te werk gesteld en ook' waarschijnlijk admini stratief personeel, hoewel een goed inge richte adresseermachine met toebehooren a! heel wat arbeid kan verrichten met een mi nimum van arbeidskracht. De arbeidskrachten die op deze wijze vrij komen en overigens door bezuiniging op d* andere bedrijven vrijkomen, kunnen voor zoover noodig aan dit werk worden g°*et, dat hoogst eenvoudig is en door elk mensch met een gezond stel hersenen in betrekke lijk korten tijd kan worden aangeleerd. Dus één centrale inning, samenvoeging van centrale kas en ophaal- en stortings- dienst, met daarbij een stelsel van betaling voor de ingezetenen, welke het voor hen mogelijk maakt om in geregelde wekelijk- sche of maandelijksche betalingen het ver schuldigde bedrag te voldoen. Daarbij ver valt dus ook het telkens schrijven en uitre kenen van kwitanties en treedt daarvoor in de plaats een automatisch af te drukken kwitantie door de adresseermachine en slechts eens per jaar het opmaken der eind afrekening, hetzij op het eind van het jaar of tusschentijds bij vertrek uit de gemeente. Hoewel er nog heel wat over dit punt te schrijven zou zijn, acht ik dit thans over bodig. Misschien kom ik er later nog op terug. Maar men kan het hierin ontvouwde plan niet voorbijgaan, fndien men werkelijk wil bezuinigen, de ingezetenen wil tege moetkomen en toch het belang der bedrijven wil blijven voorstaan en dienen. DE ZWART. Nieuwe uitgaven. Noord-Holland in Woord en Beeld, 7 No vember. Titelplaat Kerkuitgang te Volendam. Drie bekroonde opnamen van den Foto-wed strijd, voorstellend landschappen te Hoorn, Heiloo en Aalsmeer. De inwijding van de nieuwe S». Janskerk te Laren door Mgr. van de Wetering, aartsbisschop van Utrecht. Bietencampagne te Halfweg, een overzicht van de gasfabriek te Noord-Scharwoude, eenige kiekjes uit West-Friesland (Twisk), een oud huis te Enkljuizen, door de Vereeniging „Hendrik de Keyser" aangekocht en voor sloo ping bewaard. Twee volle pagina's zijn ge wijd aan Schagen, onze nabuur; en dit dorp bezit tal van aardige en schilderachtige plek jes, zooals de opnamen duidelijk doen zien. Barneveld in Gelderland leverde eenige op namen van de beroemde kippenmarkt aldaar. Verder vele opnamsn van „geillustreerd nieuws f uit de provincie. Behalve de huis- of tuindans, die nog steeds over de geheele aardbol zijn succes sen viert met tango's, steps en bostons, zóó dat zelfs de ether davert van de jazz-mu- ziek en we, dag en nacht, uit onze loud speaker de krijschende, toeterende, kleppe rende schuif-deunen kunnen vernemen, uit gezonden dooh de meest-verscheiden ?end- stations; behaüve deze dagelijksche „ge- bruiks-dans" vindt ook de moderne kunst dans steeds meer belangstelling en beoefe ning. Duncan, Russisch ballet, Leis- tikow, von Schrenk, het blijft alles, ook hier, steeds meer trekken. Wonderlijk; men zou 't in dezen tijd, tijd van behoefte aan vele verschillende, snel op elkaar vol gende prikkels, niet verwachten. Hoeveel fantasie de onderscheiden artisten ook in hun moderne danskunst-uiting mogen leg gen, van hoe verscheiden aard en uit welke uiteenloopende tijdperken de muziek ook moge zijn, waarop zij hun nummers dansen, het valt niet te ontkennen, dat het een heelen-avond-kijken naar één danseres, of op z'n hoogst een heel klein troepje, die min of meer geslaagde bewegingen en pas sen uitvoeren, eentonig werkt.... Mis schien zit de kneep 'm wel hierin, dat véle jongeren, en vooral de vele moderne doch- teren, zich, vanwege 't feit dat zij op den dansvloer geen al te gek figuur slaan, eenige artistieke» allures enI aspiraties aanschaffen en zij zoodoencjp meenen het aan zichzelf verplicht te zijn de prestaties van hun kunstzinnige „collega's" bij te wonen. Zoo geloof ik niet, dat de belangstelling voor den modernen kunstdans heelemaal echt en gezond is. Maar .al gaat de ontwikke ling van dien dans dan ook langs der gelijke afwijkingen, die ontwikkeling-zelf blijkt een natuurlijke tendenz te zijn, die mógelijk eens tot een scherp-omlijnde kunst zal leiden met even veel rechten in het ka pittel der Muzen als de schilderkunst, de beeldhouwkunst, de architectuurEn als zoodanig blijft 't interessant de diverse pogingen, het tasten, zoeken en hier en daar „vinden" van dezen ontwikkelingsgang te volgen. Deze week waren wij in den Stads schouwburg weer getuige van een merk waardige poging: een uitvoering van bewo ners van het „Goetheanum" té Dornach in Zwitserland* de instelling indertijd gesticht door een kortelings overleden „anthropo- soof", dr. Rudolf Steiner, die daar zijn z.g. „geesteswetenschap" onderwees. Van een „dans"-poging mogen we,eigenlijk volgeris Steiner en zijn volgelingen hierbij niet spre ken. Men noemt het „eurhytmie" en dit wil zijn (of althans worden) volgens de woor den van Steiner zelf: „een kunst, die zich uitdrukt door middel van beeldende bewe gingsvormen van het menschelijk organisme, op zichzelf en in de ruimte, of door zich bewegende groepen van menschen. Het gaat hierbij echter niet om mimische gebaren, en evenmin om dansbewegingen, maar om werkelijke zichtbare spraak en zang." Des alniettemin werd er dezen avond toch ook nog gesproken door een declamator en ge zongen door een orkest, waarbij dan op het tooneel verschillende eurhytmische bewe gingen door groepen of alleen-dansenden werden uitgevoerd. Wat er dus voor prin cipieel verschil is met de pogingen van an dere artisten, waarbij' dit ook gebeurt, maar die zich eenvoudig dans-kunstenaars blijven noemen, ontgaat me. 't Eenigst onderscheid was, dat hier, meer dan gewoonlijk, het accent viel op de bewegingen der handen en armen, zijnde deze (zeide het programma) „de meest expressieve organen", een waar» heid als een koe overigens, die men in onze goede stad met haar groot aantal Israëliti sche zonen waarlijk niet apart behoefde te vermelden! Ik stap, na vermelding van het feit, dat sommige nummers van dezen avond inder daad reeds een eigen schoonhelid brachten, anderen daarentegen een „bedoelen" bleven, dat niet tot beeldende uitdrukking kwam, van de „eurhytmie af. Ik moest er wat van vertellen: de zaak w?>rdt met kracht (en geld, naar 't schijnt) stevig gepropa- eerd en U zult dus 't woord te een of an- eren dag wel weer eens tegenkomen U behoeft er dan niet meer voor te schrik ken en weet waar 't om gaat: om een inte ressante poging, onder vele anderen, tot ont wikkeling van denmodernen kunst dans. Maar spreek dit dan liever niet uit: de doem van de volbloed „Steinerianen", die ook hier, alével-iets-heel-bijzonders-van» hun-zelven wenschen, zou U waarschijnlijk treffenl Van de lichte sferen van den dans, ja, ze blijven licht, ook al praat men er wat zwaar (zegt U 't maar gerust 1 U vond het wat zwaar-op-de-handl) over tot. donker Amsterdam het is een moeilijke overgangMaar ik mag U die niet be sparen, temeer niet waar, een dezer dagen, een van mijn goede vrienden (dit is geen journalistieke fantasie!) mij op mijn plicht in dezen we^s. „Je schrijft immers Amster- damsche brieven?" zei hij. „Nu, kerel, maar dan heb ik wat voor je! Daar heb ik me isteren, op de Groote Club, toch wat ge- loord, dat je waarschijnlijk niet gelooven zou als ik je niet zei, dat ik 't uit de beste bron heb. Uit de eerste hand, om zoo te zeg genJe dacht natuurlijk, net als ik, dat de krasse staaltjes van de trucs der blanke slavinnen-handelaren, die je zoo nu en dan verneemt, zich alleen afspeelden in weteld- centra als Parijs, Londen, Berlijn, New- YorkMaar nu heb ik er dan toch van nabij een gehoord dat zich, om zoo te zeg gen, naast je eigen deur heeft afgespeeld Op den Overtoom! Die straat krijgt lang zamerhand geen prettige klankEerst Muylwijk en nu dit weer En ik vernam het volgende: Een zaken kennis van mijn vriend, directeur van een onzer banken, kreeg 't verhaal van een coj- lega, bij wien het meisje, dat <fe hoofdrol in de geschiedenis speelt, op kantoor is. Dit meisje fietste een dezer avonden door het Vondelpark, zag een oudere dame op een bankje zitten snikken erf hoorde zich met een zwakke, smekende stem aanroepen. Me delijdend stapte zij van haar fiets en vroeg wat het steunend oudje scheelde en „of zij soms van dienst kon zijn". Ja, als zij zoo vriendelijk wou zijn, of ze dan' de dame misschien een eindje, met een arm, kon steu nen.... De dame zeide niet zoo heel ver te. wonen, maar wat flauw te zijn geworden en moeilijk te kunnen loopen.Het meisje deed wat haar gevraagd werd. Toen men een paar mirttJten samen verder gestrompeld was, kwam de dame, naar ze zei, „aardig bij" en kon nu wel weer alleen. Maar ze vroeg 't meisje „och, U bent immers toch op de fiets I" nog even een brie/je voor haar te willen afgeven op den Overtoom bij haar dochter. Ze had het zelf willen brengen; maar nu was ze te moe. 't Meisje beloofde 't, werd „duizendmaal" bedankt en fietste weg. Ze ging eerst thuis eten en vergat daarna den brief. Den volgenden ochtend op kantoor (let we!, het kantoor van den collega van de kennis van mijn vriend! heel nabij dus), kwam het "epistel uit haar tasch te voorschijnZij schaamde zich over haar vergeetachtigheid en vroeg aan haar directeur of ze nog even weg mocht om een brief weg te brengen. De directeur gaf niet dadelijk toestemming, Jacht eerst aan een smoesje om wat te spij beien.en verlangde den brief te zien. kipBi erkelijk eeiT brief doof het meisje getoond. Hij Tegen zijn vermoeden werd hem werkelijk hield, als bij toeval, de enveloppe even tegen het licht en bemerkte toen, dat er niets in zatDat kwam hem verdacht voor. Het meisje moest vertellen wat 't voor een brief was, hoe zij er aan kwam. De directeur belde toen de politie op en tenslotte ging 't meisje, op ^enigen afstand gevolgd door den directeur en enkele rechercheurs, naar het aangegeven adres op den Overtoom. Het meisje belde aan, werd opengedaan, binnen gelaten en de deur ging achter haar dicht Dat zou nog alles heel normaal, en na tuurlijk geweest kunnen zijn. Zoo de zaak in orde was, zou de dochter van de onwèl- geworden dame natuurlijk de hulpvaardige boodschapster even binnen hebben genood. Maar toen het meisje langer wegbleef dan dienstig scheen, bedden de rechercheurs toch ook op hun beurt aan. Zij werden echter, na herhaald bei-drukken, niet open-gedaan. Ze forceerden de deur en drongen binnen. In een achterkamer vonden zij 't meisje ge bonden terug, grootendeels al van haar klee- ren beroofd. Nog twee andere slachtoffers werden in denzelfden toestand aangetroffen. Men kon twee mannen en een vrouw arres teeren en de zaak is nu in onderzoek." Ge lukkig maar, dat 't zoo afliep", eindigde mijn vriend, „je had anders natuurlijk nooit gieer iets van 't meisje gehoord. Ik schreef dit verhaal op, zooals ik het mondeling van mijn vriend, een solide, bekende zakenman vernam, ook al laast Gij 't misschien reeds^ elders. Het bereikte n.1. de bladen van geheel andere zijde en bij navraag bleek de politievan niets te weten. Van geen brief, van geen meisje, van geen verdacht huis op den Overtoom en nog minder iets van enkele rechercheurs, die er een inval zouden gedaan hebben.... De oorsprong van dit, plotseling als een stort bui over de stad neet-gedaalde verhaal blijkt nergens te achterhalen.„De meid heefk 't van den melkboer, deze van zijn vrouw, die van haar zuster", enz., enz.: zóó scham peren nu de bladen en zij laten hetjlie-van- die", en „die-weer-van-aie", zich alleen af spelen onder melkboeren, tramconducteurs, dienstboden, e. d. Maar ik kan, zie bo ven I getuigen, dat men alleen in dien zin van een „volks-praatje" gewagen kan, als men onder „volk" ook verstaat bank directeuren, steunpilaren dér'Groote Club, zakenmenschen, en dergelijke beter-ge- situeerden. Het is een vreemde epidemie; 't merk waardigste van alles is dat de symptomen zoo constant zijn. Het verhaal zelf toch komt aldoor in denzelfden vprm, met bijna geen variaties, te voorschijn. Een soort besmettelijke geestesziekte?? Een enkel woord, tot slot, zij dezen keer nog aan prof. Der Kinderen* in leven direc teur onzer Academie voor Beeldende Kun sten, gewijd. Hij ging deze week van ons heen. Een groot verlies! Ten eerste ver liezen we in hem een door-en-door gezond werk scheppend schilder, die een pionier ge weest is op het gebied van het herlevende muurschilderen en die nu, belaas, de op dracht, hem voor een wandschildering in het nieuwe gebouw der Handelsmaatschap pij yerstrekt, niet meer kan voltooien; en in de tweede plaats een man, die van de Academie weer een levend orgaan in het Rij'k der Kunst wist te maken .Voortzetting van het pleidooi van den verdediger. De rechtbank te Amsterdam heeft gisteren de .behandeling hervat yan de zaak tegen den 43-jarigen bouwondernemer M. M., beschul digd van moord, (subs.- doodslag, enz.) ge pleegd op 22 October 1915". De verdediger, mr. Alfr. Levy, zet zijn plei dooi voort. Hij zegt, dat sinds de vorige zit ting weer veranderingen in het geding zijn ge komen, waarvan hij de strekking nu nog niet kon overzien. Hij heeft n.1. een ongeteekenden brief ontvangen uit Utrecht, waarin staat, dat bij den zaak van den dood van Busch nauw be- 'trokken zijn twee met name genoemde perso nen, die mede den buit hebben verdeeld en het lijk Hebben helpen kisten. PI. heeft dqzen brier ook aan bekl. laten zieji, die er volkomen kalm bij bleef en glimlachend de schouders ophaalde. „Ér is niets nieuws meer", zeide hjj, „er kan niets meer voor den dag komen". Voorts heeft spr. gevonden een door Busch geschreven kasstaat, loopende van 18 tot 28 Augustus, waarin soms belangrijke voordeelige saldi voorkomen, en dan weer plotseling be langrijke tekorten. Hieruit blijkt dus wel dat Busch soms op denzelfden dag rijk en arm waa, en dat het best mogelijk is, dat hij 's avonds geen geld bij zich had, al had hij ia den loop van den dag veel geld bij zich. Verder zijn er nog verschillende portretten van vrouwen in de koffers van Busch gevonden wat erop wijst, dat het zeer wel mogelijk is' dat Busch op den bewusten avond nog bij een van die vrouwen is geweest. Acht de recht- bank een nader ondersoek hiernaar niet ge. wenscht? De president: De rechtbank zal van al deze zaken nota nemen bij de beraadslagingen in raadkamer. Zijn pleidooi vervolgende, herhaalt pl. Ter volgens, dat er van den kant van beklaagde niets geheimzinnigs meer is. In het stelsel van de officier van justitie echter is alles nog duis ter en geheimzinnig, ik, aldus pl., heb mijn be toog slecht» op feiten gebouwd, bij den offi cier berust alles op veronderstellingen en p»y. chologische beschouwingen. Wij weten zelf» nog altijd niet, aan wien wij de behandeling van deze zaak ter openbare terechtzitting te danken hebben, wie de schrijver van den ano- nymen brief is geweest. En dit ii toch wel van belang. We weten, dat de vijandschap van Schopman, die den anonymen brief heeft ont vangen en ermede naar de politie is gegaan, waa van ouderen datum. Hij schrijft, dat hij dien brief met groote verbazing heeft ontvan gen, maar zelfs' al? hij vóór 23 Oct. 1934 die f 1000 heeft uitgeloofd, wab er voor hem niet de minste reden voor die verbazing. Op het kantoor van 'Schopman immers verzamelde men met groote graagte alles wat maar in het nadeel van M. kon zijn. H^t is dan ook zeer wel mogelijk, dat Schopman den anonymen brief heeft ontvarfgen van" De K. die van M- wilde ontvangen niet alleen wat hem itoe- k\ivam, maa r aok wat hem niet toe kwam. Al dien tijd heeft biklaagde dan ook groote folteringen en angsten uitgestaan door bet optreden van De K., die zeker bij de be oordeeling van de strafmaat zullen moeten medetellen. Wanneer men nu niet met qlkander kan rij men het dooden van Busch door beklaagde in drift, en de omstandigheid, dat hij de meeste waarden van het lijk heeft weggenomen, moet men alle omstandigheden in aanmerking nemen, en de verhouding, welke tusschen M. en Busch bestond, en hoe die ontstaan was. Op de ge heime zitting is gebleken, dat Busch naar aan leiding van een geval, dat bij zeer oppervlak kige kennisneming, volkomen ten onrechte, be- klaagde's echtelijke trouw in verdericing zou kunnen brengen, hierover in tegenwoordigheid van beklaagde en zijn vrouw gekheid heeft ge maakt. Beklaagde heeft toen in woede Busch met een stoel gedreigd en die stoel voor diens voeten op den grond aan stukken gegooid. Het is daar bijna een handgemeen geworden en Busch is de deur uitgezet. De volgende dag zien wij M. bij Busch ex cuses maken, hoewel" deze het rondom sterk aangedikt bekend maakte. Wijst dit er niet op dat M. geheel in de smaak van Busch was? En wat nu te zeggen van de verklaring van bejclaagde's vrouw, dat Busch haar het leven nooit moeilijk heeft gemaakt? Deze vrouw heeft tien jaa.r groote ellende door gemaakt, zou het verwonderlijk zijn, als zij aan am nesie is gaan lijden? In elk geval heeft zij toch op de zitting verklaard dat het meermalen is voorgekomen, dat Busch .haar dwong, hem het laatste huishoudgeld af te staan. Coricludeerend meent pleiter, dat het niet excusabel, maar mogelijk is, dat bij den be klaagde gedachten van medelijden afgewisseld hebben met gedachten van haat, om alles wat hem was aangedaan; 'welke haat leidde tot de beroovjpg. Hoe is nu deze, van aard niet slechte, zelfs goedig aangelegde man hier in de rechtzaal binnengebracht? Groot misbaar is over hem gemaakt, als over het gevaarlijkste individu, dat men zich maar denken kan. In dit licht hebben hem gesteld, voor deze geruchten heb ben gezorgd Schopman en een knecht van be klaagde'» schoonvader in de Purmer, welke knecht zijn ontslag san beklaagde weet. En wie het dossier niet kende, moest wel onder den indruk van, al deze valsche geruchten ko men. Veel waarde heeft de officier gehecht aan het feit, dat beklaagde gefaald heeft in het aan wijzen van den jongen, die hem geholpen heeft, de kist uit den kelder in de garage te dragen. Dit zegt toch heel weinig, in verhand met hel tien jaar geleden zijn van het feit. Daarom zal men dezen man moeten be oordeelen langs de groote lijn en niet op aller lei kleinigheden, die tien jaar geleden al dan niet zijn voorgevallen. Als wij faem beoordeelen langs de groote lijn, moeten we ons afvragen, of dezen beklaagde inderdaad is, zpoals de of ficier hem voorstelt, een peuterige stumperd in het ontkennen. In zijn bekentenis blijft hij steeds consequent, ook wat betreft het zich zelf bezwaren. Uit-de verklaring van getuige Kramer, dat hij zich niet kan herinneren, of hij in 191J M. geholpen he^ft met het sjouwen van een kist uit den kelder in de garage, mag men niet af leiden, dat hij het niet gedaan heeft. Deze ge tuige herinnende zich wel dergelijke kisten en de lorrie; dit wijst veeleer opv de mogelijk heid, dat "hij bij dit karweitje wel geholpen heeft. Voortsetting van het pleidooi. Na de pauze behandelt mr. Levy de rol, door K. tn deze zaak gespeeld. Eerst is daar het graven van dem kuil. Te dien aanzien moet eerst een vergissing wor den hersteld. Er zijn drie verschillende kuilen gegraven. Er is een kuil geweest met een kist erin, die niets te maken had met het drama. Dan komt de kritieke kuil met de kritieke kist, de kuil gegraven op Zaterdagmorgen narden dood van Busch. Nog een is er gegraven in November 1915, toen de plaats waar M. de kist had begraven moest worden opengegraven, omdat de nieuwe huurder hier een waterlei ding wilde hebben. Er is verwarring tusschen dat laatste graven, en het graven van een kuil waarin het lijk van Busch is begraven. Bij het graven» van den laatsten kuil heeft de K. mede gewerkt; toen heeft beklaagde M. het muurtjs gemetseld, en in die dagen was het ook dat hij een verbonden hand had. Ook de getuige Stap heeft hier verklaard over het graafwerk in den nacht van November 1915, denzelfden waarin M. de eerste laag voor het steenen muurtje heeft gelegd. Als dit alles vaststaat en de Werklieden hebben dadelijk begrepen dat het lijk van Busch 'onder den grond was ge stopt, dan blijkt hieruit toch ook dat M. den kuil alleen gegraven heeft, dus dat er geen medeplichtigen zijn geweest. PI. betoogt vervolgen» dat de K. niet heeft kunnen waarmaken, dat hij uit zijn verdiensten de uitgaven heeft kunnen doen welke, hij heeft gedaan. Hierin ligt de aanwijzing dat de Kort inderdaad M. gedurende acht jaren heeft af geperst, en daaruit volgt dat de K. niet mede plichtige is geweest. Pl. komt thans tot de vraag: hoe is Busch gestorven? Op het geraamte van Busch is geen enkel teeken van geweld gevonden. Beklaagde beeft bij zijn bekentenis gezegd: Ik heb dezen man gedood I Maartoen wist hij niet dat er later medici zouden komen met voor hem ontlasten de verklaringen omtrent de doodsoorzaak van Busch, die nog bevestigd zoud-ap worden door de historia morbi van Busch uit den tijd vaD dient verpleging in het Bimfengasthuis. Pl. betoogt dan breedvoerig dat Busch geeD

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 10