HELDERSCHE COURANT
VIERDE EN LAATSTE BLAD.
VAN ZATERDAG 7 NOVEMBER 1925.
GEMEENTEBEGROOTING 1926.
GEWONE DIENST.
Hotel-Café-Restaurant „BELLEVUE".
ii
erschenen is de Gemeentebegrooting
voor 1926. De gewone dienst sluit in ont-.
vangst en uitgaaf met 2.256.457; de kapi-
taaldienst met 1.039.982.
In het voorwoord zeggen B. en W.:
Omtrent enkele posten op de gemeente-
begrooting, die óf nieuw zijn óf nogal af
wijking vertoonen met dezelfde posten op
de begrooting voor 1925, geven we hier
eenige cijfers.
Kon voor 1925 geraamd worden aan
achterstallige inkomsten een bedrag van
222.805, voor 1926 zal de betrekkelijke
post moeten bepaald blijven tot f 157.501,
of rond 65.300 minder. Dat verschil
wordt echter bijna gehee( geëlimineerd door
het feit, dat het nadeelig §aldo van den
dienst 1923, dat moest worden gebracht
ten laste van de begrooting 1925, bedroeg
87.121, tegen het ten laste der begroo
ting voor 1926 komende nadeelig saldo van
den dienSt 1924 f 24.915, hetgeen een
voordeeliji; verschif maakt van f 62.200.
Het batig slot van vroegere diensten
(Hoofdstuk I) zal dus voor 1926 3.098
minder bedragen dan dat voor 1925.
Door den in 1925 gehouden verkoop
van de door de N. V. Staalman, Baak
Co. gebouwde woningen, zal de gemeente
telken jare, nog gedurende 13 jaren, een
bedrag als verlies hebben te betalen. Voor
1926 bedraagt dit 2.673, zijnde het ver
schil tusschen hetgeen betaald (ƒ4.922)
en hetgeen ontvangen 2.249) wordt Dit
nadeelut sa'do zal lm de volgende jaren tel
kens met een zekere som verminderen,
doordat in het te betalen verlies telkens een
bedrag aan aflossing, aan het Rijk te vol*
doen, is begrepen.
Het onderhoud van wegen en voetpaden
zal, mede ten gevolge van het met teer en
spramex bewerken van sommige wegen,
pl. m. 4.700 meer vragen dan tn 1925.
De raming wegens ziekenverpleging
r:ft aan een mindere ontvangst van
5000, doordat de begrooting voor 1935
nog was opgezet op den ouden voet, d. w. z.
dat gerekend was op de betaling ten voor-
deele der gemeente van de verpleegkosten
van hen, aie die kosten geheel voor eigen
rekening kregen en van hen, voor wie an
dere instellingen en lichamen, als Raad van
Arbeid, Rijksverzekeringsbank e. d., be
taalden, en een meerdére uitgaaf van pl. m.
18.000, ten gevolge van het feit, dat door
de meerdere ruimte, welke het Marine-hos
pitaal biedt, er meer patiënten werden ver
pleegd en de verpleging voor langeren tijd
geschiedde. Alzoo een nadeelig verschil van
pl. m. f 23.000 bij 1925. Daartegenover
staat, dat de in hetzelfde hoofdstuk onder
gebrachte posten voor weezenverzorging,
enz. rond 6.000 lager kunnen worden
geraamd dan in 1^25, zoodat, waar de
voor- en de nadeelen van de overige posten
van het hoofdstuk „Ondersteuning aan be
hoef tigen en werkloozen" elkaar ongeveer
evenaren, het totaal tekort van dit hoofd
stuk voor 1926 rond 17.000 meer be
draagt dan dat voor 1925.
Hierbij zij nog opgemerkt, dat, waar de
werkloosheid nog steeds in ongeveer gelijke
mate voortduurt, wij het noodig vinden om
voor steun en werkverschaffing aan werk
loozen, evenals voor 1925, een bedrag van
40.000 uit te trekken.
Voor opbrengst der belasting naar het
inkomen is geraamd f 775.000, tegen
f 777-9°° ,y00r I925> terwijl de winsten,
respectievelijk verliezen, van verschillende
bedrijven en diensten zijn geraamd als
volgt:
a. W i n 31 e n.
Eleötriiiteitsbedrijfv
Gasfabriek
Waterleiding
1925
29.642
I3..T45
16.039
1926
34-QI3
8.514
14-35°
b. Verliezea
Gemeentereiniging 111.090 102.116
Zweminrichting M 4.514 4.614
Ophaal- en atorting»-
dienst3.359 7.000
Ten slotte is voor onvoorziene uitgaven
uitgetrokken 16.488, tegen 14.846 voor
1925.
Voorlls meenen wij ten opzichte dezer be
grootingen nog het volgende te moeten op
merken. x
Tijdens de behandeling der begrooting
voor het loopende jaar werd, op ons voor
stel, door Uwen Raad de prijs van het gas
voor verlichting en verwarming, gebruikt
over den gewonen meter, zoowel als over
den muntmeter, met 2 ct. per Mt. verlaagd
en alzoo vastgesteld op respectievelijk 11 en
12 cents per Mt. Het kwam namelijk nood
zakelijk voor om te trachten het gas-debiet
te doen toenemen en nu verwachtten wij, en
Uw College met ons, dat de verlaging der
gasprijzen daarvoor het meest voor de hand
liggende middel zou zijn.
Die verwachting is echter niet uitgeko
men, althans het resultaat, dat men zich ten
opzichte der gasfabriek had voorgesteld, n.1.
dat zij een winst van 12.545 zou opleve
ren, zal niet worden bereikt, doch zal inte
gendeel, doordat het debiet is teruggeloopen,
zijn, dat er over 1925 een verlies wordt ge
leden van, naar raming f 6.500, wanneer de
evengenoemde prijzen zouden worden ge
handhaafd.
Dat het gas-debiet, geheel tegen de ver
wachting in, zoo aanmerkelijk is geslonken,
vindt zijn oorzaak eensdeels in de voortdu
rende toename van het gebruik van electri-
citeit voor licht en kracht, anderdeels in het
feit, dat er hoe langer hoe meer petroleum-
venters aan de huizen rondgaan.
Waar wij, en met ons'de Commissie van
Bijstand, nu van meening zijn, dat het niet
aangaat om de gasfabriek met verlies te ex-
ploiteeren en dit toch het geval zou zijn
wanneer de verlaagde prijzen werden ge
handhaafd, hebben wij in de begrooting voor
dat bedrijf den prijs voor licht- en kookgas
een cent per M». hooger uitgetrokken en
dus gebracht op 12 cent voor gas over den
gewonen meter en op 13 cent voor gas over
den muntmeter.
De begrooting voor de gasfabriek was
aanvankelijk, ook doordat rekening is ge
houden met den achteruitgang van het de
biet, vooral van het muntgas, zoodanig sa
mengesteld, dat noch verlies noch winst van
eenige beteekenis geraamd werd. Echter
bleek bij nadere overweging, dat de prijs der
steenkolen 1.per ton lager kon worden
gesteld, waardoor thans voor dit bedrijf
toch nog een winst van f 8.514 kon worden
geraamd.
Overigens zijn de gemeente-begrooting en
de nevenbegrootingen zoodanig samenge
steld, dat de verschillende posten in ont
vangst en uitgaaf zoo scherp mogelijk ge
raamd zijn. Zoo is op de uitgaafposten de
grootst mogelijke bezuiniging toegepast,
0. a. door verschillende bedragen voor voort
zetting der verbetering van onderscheiden
straten en wegen te verminderen, resp. te
schrappen, en zijn de uitgaven voor de Ge
meentereiniging, ook met het oog op de
voorgenomen reorganisatie, belangrijk lager
geraamd dan in vorige jaren.
Waar er zoo een scherpe raming plaats
had, is het, meenen wij, te verwachten, dat
er in den loop van 1926 eer tegenvallers dan
meevallers zullen komen. Met net oog daar
op komt het ons hoogst gewenscht voor, om,
nu de mogelijkheid daartoe bestaat, den
Cost voor onvoorziene uitgaven eenigszins
ooger uit te trekken dan ten vorigen jare
geschiedde.
Ter vergelijking volgt hieronder een staat,
aangevende da ein'dcijfers der verschillende
hoofdstukken in vergelijking met die van
1925.
Hoofd
stuk.
BENAMING.
INKOMSTEN.
UITGAVEN.
Geraamd voor:
Minder
dan voor
1925.
Meer
dan voor
1925.
Geraantd voor:
Minder dan
193$.
Meer dan'
1935.
1925
1926.
1935.
1926.
I
222.805.—
I57 50I.-
f 65.304.—
f -
f 87.131.—
34.915—
62.206.—
t
n
116.758.—
112.573.—
4.185—
153-778—
145.732.-
8.056.—
m
Openbare veiligheid
5.386.-
4.890.-
496—
171.825.—
176.144—
4.319—
IV
12-558.-
12.468.—
90—
35.597
36.144—
547—
V
151.576.—
153.174.—
1.598.-
X61.118.
165.944.—
4.826.—
VI
Openbare werken
31.349»-
30492.—
857-
228.284.
325.286.
3.998—
vn
Eigend. niet v/d. openb. dienst
vm
bestemd
27.652.—
»7.954—
302.-
13.916.
13.730.—
196.-
l 1
Lager huisonderwijs
Openb. gew. lager onderwijs
236.370.—
208.726.—
27.644—
280.673.—
255.036.—
3S-637—
i 3
Openb. vervolgonderwijs.
147
116.—
31.—
*733—
3.888.—
155—
f 4
Openb. uitgebr. lager onderwijs
29.308.—
38.766.-
542.-
39.969—
39433—
546—
1 5
Openb. buitengew. lag. onderw.
6
Openb. voorber. lag. onderw.
7
Bijx. gewoon lager onderwijs
4.II5-—
4.7I4.—
599—
35.876—
37.583.
1.706.—
f 8
Bijt. vervolgonderwijs.
310.
310.
10a
9
Bijx. uitgebreid lager onderwijs
1.150.—
990.—
x6o.
8.982.—
9-907.
935—
t 10
Bijt. buitengew. lag. onderwijs
1 11
Bijx. voorber. lager onderwijs
12.800.—
13.361—
561.—
f 12
Lager onderwijs, niet vallende
10426.
0
onder 1 t/m. 11
1450
1.575.
125—
9471—
955—
13
Middelbaar onderwijs
25.793. -
25.029.—
I764—
14
Hooger' onderwijs
300.—
300.
t 15
Nijverheidsonderwijs
78.647.—
71478.—
7.169—
126.828.—
122.801.
4*027'
1 16
0., K. en W., niet vallende
7631.—
TY
onder M 1 t/m. 15
880.—
856.—
34—
7.107—
534—
IA
f 1
Ondersteuning behoeftigen.
t
24-579-—
18.554
6.025.—
210.804.—
331.715.
10.911.—
1 a
Idem werklooien
200.—
139.—
71—
45.807—
45-96I—
154—
X
100.
100.
XI
Handel en n(|verheld
3.930.—
3.814.—
n6.—
34.177—
22.332.—
1.845—
xn
XIII
949-678.—
943.787-—
6.891.
30.591—
35.586.-
5-ooS—
1
47-759—
59.783.-
1 12.023.—
37.117—
35.769—
1.348—
1 2
80.480.
92.664.—
12.184,—
82.834.—
87.486.—
1
fï
O
t
1 3
Gasfabriek
174153.-
165.751.—
8.502.
161.681.—
156.621.—
5.060.—
4
Waterleiding
81.190.—
75-534--
5.656.—
63.627.—
59.333.—
4.305—
5
Gemeente-reiniging
36.214^—
34.338.—
1.876.-
142.904.—
131-954—
10.950.
1 6
Zweminrichting
1.51a
1-399—
111.—
5.936.—
5-936—
XOs—
1 7
Centrale boekhouding.
7.998
7.344—
654—
7.998—
7.344—
654—
1 6
Ophaaldienst
iz.152.
7.713—
3439-—
14.503—
14.713—
311.—
1 9
13.720.
14.404.—
684—
1142a
14404—
2.984.—
XIV
Kasvoorxieningen
13.026,
15.866.—
2.840.
32.926.
30.905—
2.021.—
XV
Overige inkomsten en uitgaven
5.070.—
105—
4-965—
100.214.
88.307—
11.907—
XVI
Onvoorziene uitgaven
a.
14.846.—
16488.—
1.6425—
y
Totaal
ƒ2.370.910.
f3.256457.—
f 144.808.—
f 30.555—
ƒ3.370.910.—
ƒ2.256457—
f 148.580.—
34-137—
Tegenover een bedrag van 144.808 aan
i n d e r geraamde inkomsten staat dus
een totaal van 30.355 aan raming van
meerdere ontvangst.
Tegenover een bedrag van f 34-137 aan
meerdere uitgaven staat een totaa 1 van
148.580 aan verminderingen.
Hoofdstuk II, Algofneen Beheer, geeft
een lagere raming van uitgaven te zien van
ruim 8000. Bijna 2400 van deze ver
mindering komt op rekening van den post
jaarwedden der ambtenaren en bedienden
der gem.-secrefarie, den conciërge en de
boden en, van het kantoor van den gemeen
teontvanger., Deze vermindering vindt haar
oorzaak in het niet meer bezitten van den
Sist commies-redacteur, salaris f 3600.
et verschil ad 1200 is een gevolg van
de periodieke verhoogingen.
Onderhoud en schoonmaken Raadhuis zal
voor 600 minder geschieden; onderhoud
en aankoop meubelen voor hetzelfde is ge
raamd op./ 375 of f 360 minder dan vbor
1925. Hoe komt dit uit met de Raadhuis
plannen? Of wordt dit onder buitengewoon
gebracht?
Een bedrag van 5405 kon minder ge
raamd worden op den post Kiezerslijsten,
etc. In dit verband kon ook f 675 minder
worden uitgetrokken voor presentiegelden
en verteringen van leden der stembureau*.
De meerdere uitgaven betreffen over het
algemeen slechts kleinere bedragen op ver
schillende posten.
O. a. worden de kosten van het Raads-
verslag voor 1926 nog weer 500 hooger
geraamd dan voor 1925. In 1924 moest
ruim 660 meer betaald worden dan de
raming voor 1925 bedroeg 5000). Blijk
baar houden B. en W. dus rekening met een
toenemende welsprekendheid, of praat
graagheid der raadsleden. Eenigszins in te
genstelling met deze raming is de schatting
van het presentiegeld der raadsleden, n.1.
2500 in 1925 tegen 2300 in 1926.
De inkomsten op dit hoofdstuk worden in
totaal 4185 lager geraamd. De eenige pos
ten, die eene hoogere raming te zien geven,
zijn: de uitkeering van het Rijk ad 2.32
per inwoner. (Door de toeneming* der be
volking stijrt deze post met f 754), en
Verhaal van Inkoop vóór pensioenen, waar
voor 488 meer uitgetrokken wordt. Een
verschil van 3000 zit in den post „Bijdra
gen van gemeenten in den kieskring Heitor
in de kosten der verkiezingen, waarvoör
voor 1926 niets moest worden uitgetrokken.
v
Op Hoofdstuk III, Openbare veiligheid,
worden voor 1926 aan meerdere uitgaven
4-319 geraamd, f 1.187 hiervan is een
gevolg van periodieke verhoogingen der
salarissen. De kosten van wachtgebouwen,
licht en brandstoffen moesten ruim f 1000
hooger worden gêraamd. Ook de post reis
geld voor .passanten, etc. bleek te laag. Deze
moest met 650 verhoogd worden. Onder
houd lantaarns en kosten van inrichting
werd 2.000 hooger geraamd 52.050),
terwijl in 1924 pl. m. f 3.000 minder werd
uitgegeven dan voor 1925 was geraamd.
Meer licht op komst of alleen een gevolg
van den uitbouw der gemeente? Ook de kos
ten van verzekeringen pensionneering der
ambtenaren worden hooger geraamd. Hier
tegenover staan een aantal kleine vermin
deringen op een aantal posten tot een totaal
van pl. m. 2.300.
Uit een en ander blijkt wel, dat de meer
dere kosten op dit hoofdstuk het gevolg zijn
van automatisch werkende oorzaken, en niet
van een uitbreiding van den dienst.
Bovendien worden de ontvangsten nog
een kleine 500 lager geraamd.
In totaal wordt voor salarissen geraamd
81.527. Het corps bestaat thans uit: 1
commissaris, 1 inspecteur, 6 brigadiers en
26 agenten. Zeker niet te veel, wanneer men
bedenkt, dat feitelijk steeds maar 1/3 ge
deelte in dienst is, en ook de politie heel
wat administratief werk heeft af te doen.
Op Hoofdstuk 1 IV, Volksgezondheid,
wordt een nadeelig slot geraamd van
12.468, d. i. 90 minder dan over het
vorig jaar. MeK uitzondering van het ver
haal van pensioensbijdragen 90 minder)
bleef de raming der inkomsten op dit hoofd
stuk gelijk aan die van 1925. De uitgaven
werden 547 hooger geraamd. De toelage
van de Gezondheidscommissie werd
overeenkomstig de begrooting van deze
commissie teruggebracht van f 400 op
200. De bijdragen in de kosten in verband
met de uitvoering der Warenwet moest
evenwel met 835 verhoogd worden. Aan
subsidies voor vereenigingen op het gebied
van volksgezortdheid wordt op 2.277 ge
raamd, evenals voor 1925.
Voor Hoofdstuk V, Volkshuisvesting,
wordt 't nadeelig slot geraamd op 12.770,
d. i. 3.228 meer dan voor 1925.
De uitvoering "der huurcommissiewet vor
dert een uitgaaf van 3600, waarvan door
het Rijk 50 dus f 1.800 vergoed wordt.
Aan bijdragen ter tegemoetkoming in de
betaling van rente en aflqssing van een
door de gemeente verleend voorschot voor
Volkshuisvesting wordt thans f 17.086 ge
raamd, tegen f 13.869 voor 1925 en een
werkelijke uitgaaf van 21.618 in 1924.
Een en ander deed de uitgaven stijgen met
4.826, terwijl de ontvangsten 1.598
hooget geraamd worden.
Hoofdstuk VI, Openbare werken, sluit
met een nadeelig saldo van 194-794 (vorig
jajr 196.935)- De uitgaven werden
2.998 en de inkomsten pl. m. 9°° kg"
geraamd dan voor het vorig jaar.
De jaarwedden en pensioensbijdragen
van het bureaupersoneel worden uitgetrok
ken tot een bedrag van 14-432 tegen
f 18.893 voor 1925. Dit vindt zijn oorzaak
in het feit, dat het aantal opzichters met 1
is verminderd (salaris 3-3°°) dat.d'e
directeur pas is aangesteld op een salaris
van f 4.3x6.67, terwijl zijn voorganger het
maximum f 5-°°° bereikt had.
Voor onderhoud straten en pleinen wordt
f 39.050 uitgetrokken, zijnde 3.293 min
der dan ten vorigen jare. Voor 250.000
Waalstraatklinkers wordt geraamd f 9.250,
tegen 6.600 voor 200.000 stuks in 1925.
Lossen en vervoer van deze 250.000 steenen
wordt geraamd op f 1.000, tegen 1.860
voor de hoeveelheid van 200.000 stuks in
19251 Ook voor de levering van zand is
minder geraamd. Voor aankoop van
cementtegels en troittoirbanden wordt niets
uitgetrokken, v. j. f 4-600 voor de Koning
straat. Voor het terrein en met Spramex be
handelen van wegen wordt 4.600 geraamd.
Blijkbaar' ligt het dus in de bedoeling meer
dere wegen te behandelen, zooals met den
Ruijghweg is geschied. Voornamelijk hier
door moest het bedrag voor onderhoud van
wegen en paden van 5.76O op 9.400 ge
bracht worden.
De kosten van markten, beurzen en hal
len worden geraamd op 9-935. d. i. f 735
lager dan voor 1925, hetgeen veroorzaakt
wordt door een lagere raming van het on
derhoud van de gebouwen van den Visch-
afslag en doordat op de begrooting 1925
425 was uitgetrokken voor aanschaffing
van nieuwe vischhekken. Op het onderhoud
van wandelplaatsen en plantsoenen wordt
slechts een klein bedrag bezuinigd. Gehikkig
maar, want op dit gebied bezitten wij te
Helder niet te veel.
Kosten van bruggen en overzetveren wor
den geraamd op f 11.200, waaronder een
bedrag van ruim f 8.000 aan salarissen,
Zoodat voor onderhoud goed f 3.000 wordt
geraamd l(v. j. 3.600). Daarentegen wordt
voor onderhoud van havens, vaarten, etc.
3.060 geraamd tegen bijna 2.000 in
1925. (Aanvankelijk was de raming voor
1935 4-315)-
De inkomsten op dit hoofdstuk worden
pl. m. 1.000 lager geraamd. Verwacht
wordt een mindere opbrengst voor brug-,
kaai-, haven-, enz. gelden ((ƒ4.500 tegen
5.100 in 1925), markt-, wik-, weeg- en
meetgelden (j 16.500 tegen 17.000 in
1925). Deze verlagingen worden evenwel
gecompenseerd door een geraamde ont
vangst van 500 aan tolgelden van de pon
tonbrug aan de Kooij en een met 500 ver-
Ingezonden medeJwMiig.
DINER f 1.50 per Couvert.
MENU.
Toorgerecht
Soep
VleeBeh
Groenten
Aardappelen
Pudding
Fruit
Dit diner is alleen verkrijgbaar op onze
bekende bonboekjes inhoudende 10 stuks
bonnen. Geldigheidsduur onbepaald.
Prima Keuken. Gezellig Interieur.
W. J. M. SCHOUTEN.
hoogde raming van de opbrengst van tollen
op wegen, vaarten, sluizen, etc.
De opbrengst van de heffing voor het
gebruik van openbare gronden en wateren
wordt op 2.500 geraamd (v. j. f 2.810).
(Wordt vervolgd).
HET WATERLEIDINGBEDRIJF EN
NOG WAT.
Zooals bekend, is dit bedrijf binnenkort
25 jaar in gemeentedienst. Er is mij niets
bekend van eenig voornemen om ter her
denking van dit feit, iets te organiseeren.
Mogelijk kan op de een of andere manier
uitdrukking gegeven worden aan de waar
deering voor den bewezen eerlijken en trouT
wen dienst. Dat die diensten nut hebben*
opgeleverd in velerlei opzicht, moge uit het
volgende blijken.
Vóór dat dit bedrijf in gemeentedienst
is gekomen, was het het eigendom van een
concessionaris. In het belang eener goede
watervoorziening heeft echter de gemeente
dit bedrijf overgenomen. De resultaten zijn,
dat ook nog in ander opzicht het een en
ander is gevloeid, zij het dan in de gemeen
tekas. Dit moge blijken uit het volgende
lijstje.
Jaartal
1901
1902
1903
1904
i9°5
1906
1907
1908
1909
1910
1911
1912
!9i3
1914
1915
1916
19x7
1918
.1923
1924
Aan de gemeente
uitgekeerde
winst
1t.003.47
M
8.86o.oo»
II
12.458.68
10.896.12'
n
7.981.58
11
12.168.83'
4.520.18
11
5.883.66»
M
14.921.84
99
18.580.22»
22.184.78»
»9
24.679.50»
I#
22.303.95»
31.012.96
II
44.078.24»
II
47.590.44»
II
30.627.4a
12.565.56
II
II
24.136.13*
99
11.361.13»
Totaal 382.714.87
Voorts is in de jaren 1901 t/m 1917 een
netto gekapitaliseerde winst gemaakt van
28.916.89», die echter in 1918 is aange
wend tot gedeeltelijke dekking op het tekort
op de exploitatie van de Gasfabriek over
^Tegenover de hiervoren genoemde finan-
cieele voordeelen voor de gemeente, staan
eenige nadeelen. In:
Is een verlies geleden
en door de gemeente
betaald van:
2.768.49*
11.200.
3.184.71»
het jaar
1919
1920
1921
Totaal I7-I53-2I
In 1922 is een winst gemaakt van
f 1143.58, die echter niet aan de gemeente
is uitgekeerd, doch welk bedrag is gereser
veerd. -. t. t
In den loop der jaren zijn echter heel wat
moeilijkheden te overwinnen geweest. Die
werden veroorzaakt dopr de steeds stijgende
behoefte aan water uit de waterleiding, als
gevolg van het feit, dat eensdeels de bevol
king toenam en anderdeels het aantal aan
gesloten dealen steeds grooter werd, zoodat
thans welhaast in elk huis de waterleiding
is aangelegd. Daardoor is de levering van
water per jaar gestegen tot rond 500.000
M», of gemiddeld per jaar en per hoofd van
de bevolking 15920 Liter. Nu wil dit echter
geenszins zeggen, dat inderdaad door de be
volking zooveel water wordt gebruikt. Bij
de bovengenoemde hoeveelheden is mede in
begrepen het gebruik van water in Marine
gebouwen door en aan boord van schepen
en instellingen benevens het verlies. Blijkens
het overzicht in het verslag opgenomen is
de werkelijk geleverde hoeveelheid water
aan particulieren in 1924 geweest 138594
M*. in 3792 perceelen met een watermeter,
hetgeen overeenkomt met 36.5 M». per jaar
en per perceel. Let wel, dit is het gemiddel
de gebruik over een vol jaar van aangeslo
tenen, die resp. mogen gebruiken: 40,
52, 60, 72, 84, 96 en 108 M*. per jaar. Het
gemiddelde gebruik per jaar is dus nog la
ger dan het maximum gestelde voor wonin
gen in de eerste categorie (huurwaarde tot
f 117 per jaar). Er zijn echter onder deze
groep ook perceelen met een huurwaarde
van 520 per jaar en daarboven, die vrij
wel geregeld meer dan 100 M*. per jaar ge
bruiken. Toch blijkt het gemiddelde gebruik
te zijn 36.5 M*. Dan meen ik met eenige
zekerheid te mogen aannemen, dat in de
perceelen waar geen watermeter is geplaatst,
zeker het gemiddelde watergebruik niet
grooter is. Het) aantal van die aansluitingen
was in het begin van het jaar 2777 en op
het einde 2522, dus gemiddeld 2650, zoo
dat gevoegelijk kan worden aangenomen, dat
die groep gebruikt heeft 96725 M*. Nu
staat in het verslag, dat die groep ver
bruikt heeft 156355 M»., doch daarbij is in
begrepen het verlies door miswijzing van
meters en door lekken van de buisleiding.
Dit verlies kan dus gevoegelijk gesteld wor-