T
ij n
Tweede Blad
BINNENLAND
MIJNHARD rS
GEMENGD NIEUWS
VAN ZATERDAG 14 NOVEMBER 1925.
Ingezonden mededeeling. (658)
verzachtende a
Hoest
siropen
i1ii.i.,ardt's Borsthoning-Sinoop flac-OOct
Mijnhardt's Thijmsiroop perflacon 75ct
AngaSiroop(ook bij Kinkhoest)flac.1.75
Bij Apoth.en Drogisten
DB CRISIS IN HET MINISTERIE.
De begrootingswerkzaamherten op
de departementen gewoon voort
gezet Geen kabinetscrisis
maar. een kabinets q u a e s 11 e?
Weder een dir-.generaal van den
Landbouw?
Te veel onderwijzers.
Ben golden Ingeslikt
AMSTERDAMSCHE BRIEVEN.
Edelachtbare beeldspraak. 8t Nloolaas voor de kunst „Gou
den-Schemering".
Uit de oudheid.
Inbraak.
Ingezonden mededeeling.
in Uw rug, lendenen of spieren. Pijn dooi
Gemeentelijke wami wat er voorziening.
Een barbaarsche mishandeling.
Russische kaplaarzen voor dames.
I
Het „Hbl." verneemt, dat alle ministers,
inbegrepen de vier Katholieken, die hun
ontslag aan de Koningin hebben aange
boden, Donderdag op hun departementen
hebben doen weten, dat de werkzaam
heden, verband houdende met de voor
bereiding der openbare behandeling van
de begrootingen in de Kamer, gewoon
voortgang moet'en hebben.
Het „Hbl." teekent hierbij aan:
Deze mededeeling ontvingen wij van
een vooraanstaand politiek persoon, die
het weten kan, eerst Donderdagavond.
Wij konden haar nog bevestigd krijgen
uit departementale kringen.
Ons is die beteekenis vaii die order
eenigszins klaarder geworden na lezing
van het slot van. het hoofdartikel over
het gebeurde In de Kamer van de „Neder
lander" van Donderdagavond en na een
gesprek met den vooraanstaanden poli
tieken persoon, op wien we hierboven
reeds doelden:
Het slot van het hoofdartikel van „De
Nederlander" luidt:
„Het is te hopen, dat de kabinets
quaestie spoedig bevredigend zal worden
opgelost en het Kabinet, onder leiding
van minister Colijn, nog veel goeds voor
ons land tot stand brenge onder samen
werking met ons en gesteund door de
gecoaliseerde partijen."
De redactie van „De Nederlander" is
blijkbaar de opvatting toegedaan, dat er
van een kabinetscrisis geen sprake is,
enkel van een kabinetsquaestie.
Hierbij sluit aan, de merkwaardige
zienswijze van den bovenbedoelden voor
aanstaanden politieken persoon, die even
eens meende, dat er van een kabinets
crisis (nog) geen sprake is.
Naar ,zijn meening zal de heer Colijn
aan de Koningin moeten adviseeren het
verzoek om*ontslag der vier katholieke
ministers niet in te willigen en zal er
voor de Koningin ook geen reden zijn,
dat ontslag wel te geven.
Voor een ontslag van een minister
moet, aldus onze politieke zegsman, een
feit kunnen worden aangevoerd. Zoo'n
feit kunnen de vier Boomsche ministers
tegenover de Koningin niet noemen. Met
hun collega's hebben ze geen verschil
van meening gehad, ook niet over de
vraag of het votum der Kamer een col
lectief ontslag van het Kabinet tenge
volge diende te hebben, een vraag, die
zelfs niet blijkt te zijn opgekomen. De
Kamer heeft ook niet een voorstel van
een dezer ministers verworpen. Zij heeft
slechts verworpen een post op de be
grooting van een ambtsgenoot, die daar
over zelf niet eens de portefeuille-
Suaestie heeft gesteld. Dit is geen feit,
at een verzoek om ontslag der vier
Boomsche ministers kan rechtvaardigen.
De minister-president zal dan ook afwij
zend aan de Koningin moeten adviseeren
over dat verzoek. Doet hij dat, dan moeten
deze vier ministers dus weer blijven
zitten. Volgens onzen politieken zegsman'
is er dus eigenlijk (nog) geen kabinets
crisis. Er is alleen maar een booze heer
Nolens, die een andere gelegenheid (de
verwerping van een begrooting bijv.,
wanneer hij daarvoor den steun van een
andere groep kan verkrijgen) zal moeten
afwachten om zijn boosheid te luchten,
teneinde deze regeering ten val te brengen.
Van de zijde der regeering was op het
late uur, waarop we dit schreven, geen
mededeeling meer te verwachten of de
opvatting van onzen politieken zegsman
(welke wij natuurlijk geheel voor zijn
rekening moeten laten) ook in regeerings-
kringen wordt gedeeld.
Bovendien is het niet te verwachten,
dat de regeering .zich over dit hoogst
Interessante punt zou uitlaten, zoolang
de Koningin nog geen vooploopige of
definitieve beslissing op het verzoek om
ontslag van de vier Katholieke ministers
heeft genomen. Het feit, dat alle leden
der regeering Donderdag op de departe
menten voortgang der begrootingswerk-
zaamheden hebben gelast, doen wel eenigs
zins vermoeden, dat de opvatting van
onzen politieken zegsman door de regee
ring wordt gedeeld. In verband met dit
alles is nog van beteekenis het feit, dat
de begroütiiigsatukken inderdaad ook ge
woon zijn „uitgegaan". Minister De Geer
heeft zelfs zijn Memorie van Antwoord
op het Voorloopig Verslag nopens zijn
begrooting doen verschijnen.
(Zie verder 8e blad).
Verschenen is de Memorie van Ant
woord in zake Hoofdstuk V der Staatsbe-
grooting 1926 (Binnenlandsche Zaken en
Landbouw.) Wü ontleenen er aan het vol
gende:
Zomertijd. Waar twee initiatief
voorstellen bij de Kamer aanhangig zijn,
meent de minister zioh van het aankon
digen van voornemens te moeten onthou
den. Echter deelt hij mede, dat de door
sommige leden aangegeven oplossing (in
voering van den Midden-Europeeschen
tijd voor het geheele jaar), ook? aan hem
sinds jaren de juiste schijnt.
Kieswet en verkiezingen. Grondwets
herziening tot afschaffing van het actief
en passief vrouwenkiesrecht ligt niet in
het voornemen.
Tooneelcunsuur. De minister heeft niet
den indruk, dat de toestand op gebied der
tooneelcensuur onhoudbaar is. Er schij
nen dan ook geen termen aanwezig, om
de bijzondere aandacht te vestigen op art.
188 der Gemeentewet.
Zakelijke bedrijfsbelasting. De minister
acht het onraadzaam reeds thans terug
te komen op de eenige jaren geleden aan
de gemeenten gegeven verruiming van
het belastinggebied.
Burgerwachten, vrijw. landstorm en
politietroepen.
Directeur-generaal van den landbouw.
Ten aanzien van de fuctie v?fn direc
teur-generaal van den landbouw heeft de
minister terstond na zijn optreden de ad
viezen, van eenige groote landbouworga
nisaties gevraagd, welke adviezen op dit
oogenblik meerendeels nog niet zijn inge
komen.
Nadat die adviezen zijn ontvangen, hoopt
de minister zoo spoedig mogelijk zijn
eindoordeel te vormen.
De functie van adviseur, waarvoor op
de begrooting een bedrag van f 2.000 was
aangevraagd, zal niet bleven bestaan, in
dien in de vacature van directeur-gene
raal wordt voorzien.
Steun aan de Noordzeevisscherij.
Op de vraag of de minister bereidl is
voor de Nederlandsche haringvisscherij
iets te doen antwoordt hij, dat verschil
lende nadeelige invloeden welke ongun
stig op de uitkomsten van de haringvis
scherij inwerken, niet in de eerate plaats
door regeeringsmaatregelen zijn weg te
nemen; dat de verlaging der kosten van
sooiale maatregelen niet behoort tot de
zaken, waarvan de behartiging aan zijn
departement is opgedragen, en dat, wat
het nemen van maatregelen tot het tegen
gaan der knoeierijen in den haringhan-
del betreft, dit in eerste instantie op den
weg ligt van de belanghebbenden, en van
hun organisaties, waarbij de Begeering
echter zekeren steun wil verleenen.
Met betrekking tot de vraag, welke
maatregelen de minister zich voorstelt te
nemen ten opzichte van de bescherming
der scholvisscherij, wordt medegedeeld,
dat de Nederlandsche Begeering zich
naar aanleiding van een desbetreffende
vraag van den Deenschen gezant bereid
verklaard heeft op voorwaarde, dat de
andere bij de Noordzeevisscherij betrok
ken landen zulks ook doen, deel te ne
men aan een te Londen te houden con
ferentie, waar aan de hand van de op de
vergadering te Amsterdam aangenomen
resoluties een internationale overeen
komst ter bescherming van de sohol zal
worden voorbereid.
Verder worden maatregelen overwogen
ter bescherming van de visscherij op en
den aanvoer van ondermaatsche schoL
De salarissen van het P. T. T.-personeel.
De Directeur-Generaal der Posterijen
en Telegrafie heeft aan de Commissie van
Overleg voor de P. T. T. een circulaire
gezonden inzake de wijzigingen in de sa
larisregeling. Deze wijzigingen zijn uit
sluitend bedoeld als het gladstrijken van
de bestaande plooien, terwijl het alge
meen salarispeil niet mag worden ver-
hoofd. Zoo worden o.a. de salarissen van
werklieden 2e en le klasse niet verhoogd,
evenmin die van bestellers, kantoor
knechts, stokers en zaalwachters. Wel die
van magazijnbedienden aan de magazij
nen van postzegels. Die worden met 1.44
verhoogd. De schrijvers zullen in drie
groepen worden verdeeld; de machine-
schrijvers worden achteruitgeplaatst, die
der tweede klasse blijven onveranderd,
die der le verhoogd. De hoofdbestellers
worden met 100.verhoogd; niet ver
hoogd worden de kantoorhouders der 2e
en le klasse, evenmin die van chef-expe
diteurs, opzichters, magazijn-oommlezen
aan de postzegelmagazijnen en van bu
reau-ambtenaren. In het algemeen zijn de
bestaande minima en maxima gehand
haafd met uitzondering van die der schrij
vers, die der kantoorbedienden 2e kl.
(Maximum verhoogd van 2000.— tot
2100.der magazijnopzichters (maxi
mum van 2000.— verhoogd tot 2200.—)
assitent-conducteurs 1400f 2100 wordt
16002200), kantoorbedienden le kl.
(van 2500 als maximum tot f 2600) en
van nog een enkele kleine groep van ge
ëmployeerden.
Bij vergelijking blijkt, dat aan het ad
vies van de Commissie van Overleg
slechts op enkele punten gevolg is gege
ven. Genoemde commissie zal 17 en 18
November a.s. bijeenkomen, ten einde de
Begeeringsvoorstollen te bespreken.
Voor 3e betrekking van onderwijzeres
jinn de r.-k. lagere school te Steenderen
hebben zich 76 sollicitanten aangemeld.
Te Zwolle ging oen meisje naar de par
ticuliere bewaarschool en kreeg van haar
moeder een gulden voor schoolgeld mee.
Ze kon de deur niet goed oipen krijgen,
stak de gulden tusschen de tanden en trok
toen met kracht aan de deur, met het ge
volg, dat zij den gulden inslikte.
Bij het afzendten van het bericht was
het den dokter nog niet gelukt het munt
stuk te verwijderen.
Je voelt je soms als plichtsgetrouw en
gewetensvol journalist bezwaard over de
neiging die nu eenmaal elke professio-
neele penvoerder heeft van het kwistig-
gebruiken-van-beeldspraak.Niet alleen
omdat de bloemen die in den tuin dier
spraak groeien je maar al te gemakke
lijk verleiden tot het bewandelen van zij
wegen die dwaalpaadjes-voor-het-begrip
blijken te zijn, maar óók omdat je zoo
nu en dan twijfelt of 't wel in den haak is
een of ander onderwerp van werkelijk In
grijpend belang te overgieten met de
licht-gekruide saus, bereid in de journa
listieke keuken
Maar als je dan weer hoort hoe zelfs
de meest officieele mannen in gewichtige
vergaderingen niet schromen het woord
telkenmaal te schikken tot de meest ver
scheiden en vreemdsoortigste beeld-bou-
quetten, ben je, in je on-offioieelé hoekje,
weer voor eenigen tijd verlost van gewe
tenswroeging. En we hebben de laatste
dagen, tijdens de algemeene beschouwin
gen over de gemeentebegrooting, zoo een
en ander gehoord!.. Edelachtbare beeld
spraak! 't Begon al met den eersten
spreker, den heer Boissevain. Hij had
waarschijnlijk tijdens het opstellen van
zijn redevoering, ter ontspanning, de
weerberichten in zijn krant goed bijge
houden en zoo hoorde men hem zijn
standpunt ten opzichte van den eoonomi-
sohen toestand van onze stad vertolken in
termen ontleend aan den meteorologi-
schen dienst. Andere politieke meteorolo
gen in dezen Baad mogeh, met het oog
op de verhoogde opbrengst der beursbe-
lasting, op de daling van het aantal fail
lissementen, op de vooruitgang in scheep
en Bijnvaart, optimistisch gestemd, aan
de waarschuwingsposten der openbare
meening wenschen te seinen: „Stormsein
neerl" ik voor mij blijf maar liever,
zeide hij, aan den voorzichtigen kant en
wensch het sein: „Weest op Uw hoede!"
te hijschen....
En toen hij wethouder Wibaut's be-
lastingpolitiek meende te moeten aanval
len speelde hem de, dezen zomer gehou
den, jubileumtentoonstelling door het
hoofd en vergeleek hij dezen bestuurdèr
met dr. Nloolaas Tulp op de Anatomische
Les van Bembrandt. Wibaut-Tulp plaatste
zich z.L naast het „cadaver van het kapi
talisme", teneinde daaruit den „nervus re-
rum" te snijden!
Vervolgens kwam de heer Ketelaar met
enkele stijlbloempjes aandragen. Oubol-
lig-Hollandsch, levenslustig man als hij
is had hij zich waarschijnlijk den laatsten
tijd met vele andere stadgenooten zoo nu
en dan verlustigd in de vertooningen van
het circus Schuman in Carré en wp dus
ingesteld op een beeldspraak die zioh op
paarden en andere dieren betrekt.... We
kregen dan ook van hem te hooren dat
de drie-hoofdige fractie der j.g. Neutrale
Middenstandspartij te vergelijken viel bij
een wagen getrokken door een bok, een
paard en.... „nog een ander beest".../,
een wagen die hij ongeschikt achtte
voor politieke gevechtsdoeleinden, zooals
het veroveren van wethouderszetels. En
toen hij de houding en het optreden van
den burgemeester tijdens de wethouders-
crisis van verleden voorjaar besprak en
zich afvroeg of het prestige van het hoofd
onzer gemeente daardoor geleden had,
constateerde hij dat dit wel eenigszins
het geval was, maar dat het toch zeker
geen „deuk major" gekregen had. Wat
voor H. B. S.'ers, niet-Latinisten en an
dere eenvoudigen vertaald dient te wor
den als „groote deuk".
De houding van den burgemeester tij
dens genoemde crisis werd ook nog
ter sprake gebracht door den heer Wier-
dels die destijds zijn wethouderlijk leven
verloor, naar men weet, in het gemeente-
lijke-melk-gevecht De ex-wethouder had
blijkbaar de tusschengelegen maanden
een steeds groeiende ergernis opgekropt
en was kennelijk blij deze nu eens te kun
nen luchten. De houding van den burge
meester ten zijnen opzichte noemde hij
„in hooge mate onbillijk en ongepast".
Wie ergernis lucht laat de beeldspraak
meestal schieten. Zoo ook de heer Wier-
dels. Toch zwichtte ook hij een oogen
blik voor de bekoringen van het gewich-
tig-klinkende Latijn en lanceerde diens
volgens Augustijnsohe spreuken als „In
neoessarlis unitas, in dubiis libertas" en
„In Omnibus caritas"....
We hebben nu al verschillende uren
lange speechen over de begrooting achter
den rug. Behalve vele na-kauwerijen over
de wethouderscrisis, waarbij wél bleek
hoe er in dergelijke tijden met offioieuse
telefoontjes, halve beloftes, ongeteekende
afspraak-briefjea, „gewerkt", om niet te
zeggen gekonkeld en gekronkeld wordt,
waren deze uren niet veel anders dan min
of meer taaie „ooileges" over economie en
stedelijke huishouding bekeken vanuit de
verschillende bekende partij-hoeken. Ooi
leges waarbij zelfs leerboeken als dat van
Pierson werden opengeslagen, geciteerd
en besproken.... 'tEenigste meer leven
de punt, een punt waarover de partij-
theorie nog niet vaststaat en dat overi
gens voor onze stad van groot belang is,
is dat der „winstuitkeering uit de bedrij
ven", De S. D. A. P.-ers zijn, onder aan
voering van Wibaut, hoe langer hoe meer
op het standpunt komen te staan dat
winst uit de gemeentebedrijven wel dege-
Bij het graven in het Aaltensche Goor
heeft de arbeider A. J. Buesink te Aalten
op 20 O.M. diepte een mesvormige speer
punt gevonden, welke aan het meseum
van oudheden te Leiden werd gezonden
en bleek afkomstig te zijn uit de Hall-
fctkdter periode, den tijd van de Ode tot
de éde eauv vóór Christus.
lijk als „gewone Inkomsten" in de ge
meentekas mag vloeien zonder dat bij toe
neming van die winst ook dadelijk de be
lasting met een evenredig deel naar bene
den zou moeten gaan. Bedrijfswinst is
geen indirecte belasting, zeggen zij;
want.... we "dwingen" niemand ojn vftn
die gemeentebedrijven gebruik te maken.
Of de argumei)teering sterk is zij hier in
hét midden gelaten. Alleen zij er op ge
wezen dat door dit standpunt van de S.
D. A. P. onze gemeentebedrijven in de ko
mende jaren zeer zeker de factor „winst
maken" een rol zal spelen van gewicht en
zij zoodoende waarschijnlijk meer geleid
zullen worden in de richting van een
commercieele bedrijfsvoering".
Overigens zijn deze debatten grooten-
deels uit den overbodige. Over 't algemeen
(de heer Boissevain is misschien de eenig-
ste „prinoipieele" criticus) is men over het
finanoieele beleid van den heer Wibaut
tevreden en zeer zeker zal deze begroo
ting met overgroot© meerderheid worden
aangenomen.
Maar het overbodige en de taaiheid der
genoemde colleges wordt dan tenminste
eenigszins dragelijk gemaakt door proe
ven van Edelachtbare beeldspraak als
waarvan ik enkele staaltjes gaf.. Beeld
spraak is trouwens niet het eenige wat
journalist en autoriteit (hetzjj handels,
kunst, of politieke dito) bindt. De pers
heeft zioh hier ter stede tenminste een
erkende sociale positie verworven. Dat
bleek j.L Zondag wel, toen, ter gelegen
heid van het 26-jarig jubileum der Ver.
De Amsterdamsche Pers, een receptie in
het American-hotel werd gehouden „tout-
Amsterdam", de burgemeester aan het
hoofd, zijn opwachting kwam maken. Als
vliegen, ais muskieten vloog „men", de
toon-aangevende „men" er op af.... Op
het feest van hen die men anders wel eens
minder vleiend aanduidt als „pers-mus
kieten" lastige beesten die men (terecht
soms, toegegeven!) van zich af tracht te
slaan
St. Nicolaas staat nog wel niet vlak
voor de deur, maar is tooh dicht genoeg
bij om voor „de kunst" reeds gestrooid
te hebben. Als zwarte kneoht de koek of
de gart uitreikte.
Het tegenwoordig gevolgde systeem van
tooneel-subsidieering is zóó dat hét groot
ste bedrag gaat naar het Stadsschouw
burg-gezelschap (in dit geval dus Ver
kade-Verbeek) en daarnaast een „tweede"
Amsterdamsch gezelschap wordt aange
wezen dat de daarna grootste kluif krijgt.
Als „tweede" gezelschap hebben B. en W.
thans dat van Saalborn (het Nieuwe Ned.
Tooneel) erkend. Het artistieke peil van
de, in dit seizoen reeds gegeven voorstel
lingen en de samenstellingen van het ge
zelschap geven, aldus B. en W., het recht
deze combinatie als een „goed-geplaatste
tweede" (om een term uit de sportwereld
te gebruiken) aan te merken. Zeker is
het, dat Saalborn en de zijnen op 't oogen
blik met „Blanke Ballast", een stuk dat
de ellende en de verwording van den uit
den Congo gerepatrieerden Europeaan
weergeeft, een Schlager, die „het doet",
in handen houdt De subsidies voor de
andere gezelschappen blevgn vrijwel on
gewijzigd, zoo b.v. die voor het Schouw-
tooneel van Musch en van der Horst
Willem van der Veer die van plan was
met een troep 'n bijna-uitsluitend-Heyer-
mans-repertoire te gaan spelen, ving op
zijn subsidie-aanvrage bot evenals de
Italiaansche Opera, die er, zeggen B. en
W. (terecht meen ik) ook zóó wel kan ko
men, gezien de groote populariteit onder
de groote massa voor het Italiaansche
„bel-canto"....
Voor noodlijdende beeldende kunste
naars werd wèderom een bedrag uitge
trokken en ook over de oudere toonelis-
ten hebben B. en W. thans hun vroed-
vaderlijke vlerken uitgebreid door middel
van hulp en subsidieering van een pen
sioenfonds. Enkele weken geledeji de
trokken en ook over de oudere tooneellis-
ten.... Inderdaad: een paar wèl-gebak-
ken koeken uit den zak van den gemeen
telijken Zwarte (subsidie) Piet....
Geen „Goden"-, maar een gouden-sche
mering tot slot dezen keer
De laatste week is er, door versohepin-
Ïen uit Engeland, in de kelders der Ne-
erlandsche Bank aan het Bokin heel wat
goud bijgekomen. En financiers en eco
nomen vliegen elkaar thans in het haar
over de vraag of deze aanvoer een goede
dan wel een sleohte bank-politiek is....
Terwijl dit geharrewar aan den gang was
schoot prof. Smits deze week in zijn rustig
laboratorium aan de Nieuwe Heeren
gracht, kalm, met behulp van den eleo
trischen vonk in een kwartsloodlamp, het
lood uit elkaar tot kwik en bracht dus de
moderne-alchemie, waarbij de elementen
in elkander worden omgezet, weer een
stapje verder.... 'tGoud was, toen een
prof. in Berlijn aankondigde dat hij kwik
tot dit edele metaal had „uiteengescho
ten" al een beetje beginnen te schemeren
Maar door prof. Smits' toedoen,
schemert t nu pas goed!....
De vertegenwoordiger van een Duit-
sche firma in goud en zilver, die kantoor
houdt op het Bokin te Amsterdam, kwam
Dinsdagmiddag toen hij naar zijn toon-
kamers ging, die op een hoogere verdie
ping liggen, tot de ontdekking dat onge-
noode gasten daar een bezoek hadden ge-
braohk Tal van voorwerpen, gouden pot-
looden, tandenstokers, sigarettenkokers
enz., waren verdwenen. De waarde van de
gestolen voorwerpen ligt tuaaohen de
llWvxt JÜÜfi. De deus, die tot da ha-
P*
rheumatiek, jicht, podagra, ischias, stram
heid, stijven nek en rheumatische zenuw
pijnen. Probeer eens Akker's Klooster
balsem. Hij maakt uw spieren lenig, geneest
alle ongemakken en lijden, die door boven
genoemde ziekten ontstaan. Neem beden
eens een proef. Morgen zijt gij verbaasd
en tevreden over de uitwerking er van.
mers toegang verleent, was verbroken en
van een deur tusschen de twee toonka-
mers was de ruit ingedrukt De politie
zoekt thans naar de daders.
Bij het gemeentelijk electrisch bedrijf
te 's Gravenhage is, naar het „H. Volk"
verneemt, een plan in voorbereiding om
voor .weinig geld aan de burgerij heel
den ahg warm water te verstrekken.
Dat plan is gebaseerd op nacht-stroora-
levering. De belasting der electrische
centrale is n.1.' tot nog toe 's nachts, gelijk
men zal begrijpen, zeer gering. Uit eco
nomisch oogpunt is het van belang ze te
verhoogen. Dat zal de algemeene bedrijfs
kosten niet doen stijgen, maar zelfs ver
minderen. Om daartoe te geraken wordt
nu overwogen op welke wijze 's nachts
het stroomverbruik voor de bevolking
aantrekkelijk te maken. Gedacht wordt
daarbij aan het goedkoop electrisch ver
warmen van waterreservoirs. Ieder zou
van gemeentewege een waterreservoir
kunnen huren, al naar de behoefte, van
verschillenden inhoud. Het kleinste zou
30, het grootste 760 liter inhoud hebben.
Zoo'n reservoir, met automatisch» aan
sluiting op de waterleiding, kan boven
de gootsteen, een bad, of waar men het
anders hebben wil. worden aangebracht.
Het water wordt dan 's nachts van de
electrische centrale af, buiten den gewo
nen meter om, electrisch tot kookhitte
verwarmd, zoodat men 's morgens (stel
dat men een 30-liter-reservoir heeft) over
30 liter kokend water beschikken kan.
Maar, niet slechts 's morgens, want in den
loop van den dag koelt het water slechts
enkele graden af. Men zou dus heelden
dag, zonder gebruikmaking van gas, on
middellijk het water ter beschikking
hebben.
Natuurlijk is voor de vraag, of er veel
gebruik van gemaakt zal worden, de prijs
een belangrijke factor. Naar het blad ter
oore kwam, zou deze voor een 30-liter-
reservoir, met inbegrip der huur, op f 2.50
per#maand te stellen zijn.
Een 29-jarig makelaar in zijden stoffen
te Lyon, Louis Seux geheeten, had eeni
gen tijd geleden op een avondje bij zijn
ouders mejuffrouw Denise Gilet ontmoet,
de 18-jarige dochter van een schatrijk
blauwverver. De jonge man werd verliefd
op het meisje en na haar een paar keer
ontmoet te hebben besloot hij haar hand
te vragen. Hij vroeg haar vader om een
onderhoud, doch kreeg ten antwoord, dat
men niet dingt naar de hand van een
meisje, dat men nog maar een paar kee-
ren ontmoet heeft. Seux besehouwde dit
niet als een definitieve afwijzing. Hij zocht
het meisje opnieuw te ontmoeten en klau
terde over de muur van den tuin van
haar vaders villa. Twee of drie avonden
achtereen ontmoette hij Denise, doch de
Engelsche gouvernante had lont geroken
en waarschuwde mevrouw Gilet. Mevrouw
mobiliseerde het mannelijk personeel en
Woensdagavond stiet de ondernemende
minnaar op den overloop van de eerste
verdieping, voor de deur van de kamer
zijner geliefde, op een kamerdienaar, die
hem Btevig vastgreep. Op het gerucht
van de worsteling opende mevrouw Gilet
het raam en riep den tuinman en diens
18-jarigen zoon binnen, met de boodschap,
dat zij het geweer en patronen moesten
meebrengen. Mevrouw Gilet gaf den tuin
man bovendien een kolfstok in handen
en gelastte hem Seux, want dat was de
indringer, neer te slaan. Dat geschiedde,
waarop mevrouw den tuinmanszoon last
gaf te schieten. De iongen schoot daarop
den ongelukkige in het hoofd, maar toen
vond zijn vader het genoeg en beschermde
het slachtoffer verder. Het gevecht had
ongeveer een kwartier geduurd. Daarop
waarschuwde mevrouw de politie en ver
zocht hun den indringer, die nog leefde,
weg te halen. „Ziedaar een inbreker, die
wij gesnapt hebben", zeide zij.
Seux is ernstig gewond naar hét zieken
huis gebracht, doch is toch Donderdag
verhoord kunnen worden. Zijn verklaring,
die met dien van den tuinmanszoon over
eenkomt, is hierboven weergegegeven.
De justitie heeft een onderzoek naar
het geval ingesteld.
Er is te Londen thans een groote vraag
naar Bussische kaplaarzen voor dames.
De laatste maand heeft één enkele winkel
er 1400 paar van verkocht en de vraag is
zoo groot, dat men er niet meer aan kan
voldoen. Het eigenaardige is, dat men
verleden jaar getracht heeft de Bussische
laarzen als modeartikel in te voeren en
dat de vrouwen er toen niet aan wilden.
Het slechte weer en de kou, die dit jaar
zoo vroeg is ingevallen, schijnen de dames
bekeerd te hebben. De prijzen van het
nieuwe schoeisel zijn niet duur. Voor
9 gulden kan men al een paar koopen en
voor 16 gulden heeft men zelfs een uit
stekend paar. Als de laarzen echter voor
zien zijn van bontranden of van kostbaar
leder gemaakt zijn men ziet ze o.a. van
slangenvel wordt de prijs natuurlijk
aanzienlijk hooger. Het meest wordt echter
bet eenvoudige model gedragen, zonder
bijzondere versiersel**.