ving. Dit was goedkooper en eenvoudi
ger. Die transport! nrkth ti ng kost 2600.—
en het is vel mogelijk, dat men twijfel uit
spreekt aan het welslagen daarvan. De
directeur der reiniging is geen ingenieur,
maar een autodidact uit de praktijk. Als
deze met deskundigen in gesprek komt,
voelen zij wel, dat hij van meer dingen
verstand heeft dan van straatreinigen al
leen. Ook mag worden aangenomen, dat
hij verantwoordelijkheidsgevoel bezit
De Commissie heeft bij buitengewoon
gebrekkige proefneming gunstige resul
taten gezien, en kwam eenparig tot de
conclusie, dat dit de methode was. Nu
wordt van technische zijde gezegd, dat de
transportband te Ingewikkeld is en te
veel onderhoud zal kosten. Natuurlijk zal
zij behoorlijk moeten worden behandeld,
maar wij mogen in dt opzicht toch wel
eenig vertrouwen hebben in het hoofd
van het bedrijf. Het gaat naar spr. mee
ning niet aan dergelijke sombere be
schouwingen te houden.
Het voorstel, zooals thans gedaan Is,
geeft bezuiniging. Er is op de begrooting
wederom minder uitgetrokken in de hoop,
dat deze plannen nu zullen worden uit
gevoerd. Tweemaal hebben wij- de begroo-
ting al moeten verhoogen, doordat de
Raad de plannen telkens uitstelde, als het
nu niet beslist wordt, zal' straks de be
groeting opnieuw moeten worden ver
hoogd. Dan is de schuit al bijna 'betaald.
En gesteld eens, dat het met die trans
portband verkeerd zou loopen hetgeen
spr. overigens niet gelooft dan is er
2500.voor een gedeelte weg. Maar is
dan het schip zelf weg? Dit zou zeer goed
op andere wijze zijn in te richten als
transportschip. Waarom wordt aan deze
zaak toch zoo zwaar getild? Vijf jaar loopt
zij al; laat de Raad hedenavond de plan
nen aannemen of verwerpen, maar niet
weder uitstellen. De Raad is verantwoor
delijk voor verhooging der 'begrooting
bij verder uitstel en van spr. behoeft men
geen verdiere plannen' meer te verwach
ten, die zullen dan door de technici In den
Raad dienen te worden Ingediend!. Ook
die geschiedenis der pensioenen staat in
de stukken.
Het zou den heer V a n O s spijten, In
dien de wethouder uit zijn woorden op
maakte, dat spr. stelselmatig de zaak der
reorganisatie zou willen terugdringen
Dit is geenszins spr. bedoeling, en hij zal
het toejuichen als de weg voor bezuini
ging kan worden gevonden.' Zeker, we
zijn er 6 jaar mee bezig, maar in 1925
kregen we pas de proef op de som be
treffende het in zee storten. Men moet
dit niet aan spr. verwijten. Juist omdat
dat' vuil zoo'n taaie massa wordt, kan het
stagnatie geven en kunnen de transport
rollen verstopt raken. Nu keert de heer
Verstegen de zaak om en zegt: Laten wc
de proef nemen, we zijn dan 2500 kwijt
en hebben de schuit nog. Maar of die dar.
nog bruikbaar is, betwijfeld spr., en bij
verkoop zal zij niet veel opbrengen. Als
de Cie.van Bijstand, die de proeven bij
woonde, deze goedkeurt, is de verant
woordelijkheid van den Raad af. Maar
men kan het den Raad toch niet kwalijk
nemen dat hij bezwaren oppert? Men kan,
evenals ibij de andere proef, hetzelfde
mechaniek op kleine schaal overbrengen.
De in Amsterdam thans genomen proef
geschiedde heel anders dan de werkelijk
heid zal laten zien, zooals spr. uiteenzet.
Maar nogmaals, als de Cie. van Bijstand
van de goede werking overtuigd ls, zal
spr. er zich bij neerleggen.
De heer van Dam zet allereerst het
misverstand, dat bij den heer Boogaard
bestaat omtrent het type schuit, recht.
Spr. bedoelde te zeggen dat een dergelijk
schip gemakkelijk te 'bouwen is, de heer
van Os had het oog op de daarop aange
brachte loslnrichtlng. Het merkwaardig
ste van dit geval vindt spr., dat eerst
later kan worden bepaald welke bezuini
ging zal worden verkregen. Spr. wensoht
aan dergelijke methoden niet mede te
doen. De aotosproeiwagen is een voor
deel voor de gemeente geworden om heel
andere d'ngen dan destijds te berde zijn
gebracht Laten we voortaan, vraagt spr.,
vooraf schema's krijgen omtrent den
ouden en den nieuwen toestand.
Wat de verhooging betreft van de be
grooting, de tegenstanders dezer reorga
nisatie hebben op hun credit staan, dat
niet maar dadelijk een motorbootje is ge
kocht. Wat de genomen proeven betreft,
die te Amsterdam is de eenige, die ge
nomen is. Er zijn evenwel nog andere
systemen, o.a. Ln Chili bestaat een sys
teem met bakken, die dwars vallen. Dat
voldoet zeer goed. Het denkbeeld' van den
Directeur van 's Rijkswerf om een onder-
losser te nemen, die van achteren op
valt, is nimmer onderzocht. Waar dus de
gemetente weigerde hieromtrent proeven
te nemen, daar komt spr. met zijn bezwa
ren.
Wat nu deze transportband betreft,
de directeur van den Amsterdamschen
Reinigingsdienst schrijft geen zekerheid
te hebben omtrent de werking daarvan.
Den ingenieur der vuilverbranding heeft
spr. gesproken en deze zeide in de goede
werking een zwaar hoofd te hebben. De
proef was meegevallen, maar ook deze
technicus wilde liever eerst op deze wijze
eens proeven nemen. Verder vindt men
den transportband zoo goedkoop. Spr.
vindt van niet. Over de kwestie van al of
niet vertrouwen in den directeur der rei
niging zal spr. liever zwijgen; dit zijn
meer gevoelskwesties. Ais de inrichting
niet werkt zijn we 2500 kwijt, zegt de
heer Verstegen. Neen, veel meer. o.a. het
plaatsen ervan, de constructie, ook wat
de dekschuit te duur is, en we zitten met
een schuit van te groot vermogen.
Het spijt spr., dat men er hem van ver
denkt, diat hij om andere dan uitsluitend
technische redenen tegen deze zaak is.
Maar er zijn ook wel reorganisaties ge
weest, waarvan we spijt hebben, zooals de
ovenbouw aan de gasfabriek.
De heer G-runwald: Daar hebben
we geen spijt vaal
De heer Van Dam: Neen, de compli
menten!
De beer Schoeffeienberger kan
zich zeer goed begrijpen, dat de wethou
der ietwat kregel is geworden: er moet
ook eenmaal een ein daan deze zaak ko
men. Maar aan d'en anderen kant mag
men liever de zaak eerst goed! bespreken,
omdat we bij het welslagen een perma
nent voordeel krijgen. Wat de heer Van
Ós zegt omtrent het transport is index
daad juist; die transportricm zal eene mis
lukking worden. Ook spr. heeft deze zaak
bestudeerd, maar bet is niet zoo gemak
kelijk eene oplossing te vindien. Spr. geeft
een tweetal methoden aan, waaromtrent
hij zich in technische uiteenzettingen be
geeft, en handhaaft overigens zijn denk
beeld van een zolderschuit met motor. De
directeur der reiniging moge een be
kwaam man zijn, maar daarmee is nog
niet gezegd, dat hij het bij het rechte eind
heeft. Naar spr. meening is publieke aan
besteding van de reiniging <ïe beste be
zuiniging. Indien een aannemer als de
heer de Vries bijvoorbeeld dit werk
kreeg, zou hij dezelfde methode van spr.
toepassen. Met een beetje overleg is op dit
object nog wel te bezuinigen.
De heer Van'der Veer is lid' van
de Cie. van Toezicht, doch is niet mee ge
weest naar Amsterdam voor de proeven
met den transportband. Ook wenscht spr.
niet "mee naar zee te gaan, en dus wil hij
niet verantwoordelijk worden gesteld.
De heer Bot: Zooals thans de Raad
den geheelen avond over deze plannen
spreekt, heeft ook de Cie ze besproken.
Spr. is wel meegeweest naar Amsterdam
en heeft daar den transportband zien wer
ken in uiterst gebrekkige opstelling. Als
een dergelijke inrichting op een goed
schip opgesteld is, is zjj absoluut goed.
De heer Van Dam komt nu weer met an
dere plannen, die evenzeer geld kosten.
Wij kunnen toch niet zoo'n bakje uit Chili
laten komen voor een proef? En we moe
ten toch het een of het ander. Dat we des
tijds zoo'n oompacte massa vuil kregen,
was het gevolg van de toevoeging hieraan
van water. We krijgen than8 te doen met
droog vuil, en dat zal over dien band goed
werken. Als we nu weer een jaar wach
ten, moeten we van dien band maar af
zien, want op het oogenblik ligt hij te Am
sterdam en wordt niet onderhouden. Over
een jaar is hij zeker onbruikbaar en ver
roest.
De heerVerst eg en: Verleden jaar
is een begin gemaakt met het in zee stor
ten wan vuil. Dit jaar ten overvloede nog
maals. Wjj hadden van den heer Bot de
verzekering, dat op de door hem aange
geven plaats het in zee geworpen vuil in
derdaad zou wegdrijven. Ter meerdere
overtuiging van den Raad geschiedde dit.
Groote stukken: ijzer, oude matrassen,
enz., worden er uitgehouden, het ijzer, om
dat het nog geld opbrengt, de matrassen
enz. om in den verbrandingsoven te wor
den verbrand.
Omtrent de bewering van den heer van
Dam, dat de auto thans gebruikt wórdt
voor dingen, waarvoor zij niet bestemd
was, stelt spr. voor dien heer bet oor
spronkelijke rapport van den directeur der
reiniging ter inzage te verstrekken, waar
in een en ander wordt omschreven. De
heer van Dam zegt, dat de tegenstanders,
bereikt hebben, dat er geen onderlossersi
kwamen. Zeker, maar alleen omdat wij de
zaak niet wilden dóordrijven, want het
College had van dón Raad de gelden al
ontvangen. Het was enkel de loyale hou
ding van het College, die de oorzaak was,
dat een en ander zijn beslag nog niet ge
kregen had. In dien tijd werden er proe
ven genomen, die evenwel niet slaagden.
Nu heeft die van Dam uit Chili berich
ten van schepen, die halfvol water gela
den worden en dian slagzijde maken. Óp
die gem.-reiniging zijn ook met deze me
thode proeven genomen; we hadden een.
vooraf gladgeschuurde ijzeren plaat, waar
op het vuil werd gelegd. Het begon eerst;
af te glijden toen we een hoek van min-
steps 46° hadden. Bovendien zullen die»
schepen in Chili wel een beetje anderts
zijn dan hier, wat grooter en bestemd voor
den Oceaan, zoodat tij op geheel andere
wijze zijn gebouwd. Vaiparaiso waar de
heer Van Dam vermoedelijk op doelt
ls missohlen wel tienmaal zoo groot als
Helder!
Den Amsterdamschen Ingenieur der
vuilverbranding heeft spr. eveneens ge
sproken. Tegen hem zeide hij, dat de in
stallatie heel aardig wérkte. Best moge
lijk, dat hij tegenover een technicus als
die heer Van Dam bezwaren te berde
bracht. Inderdaad kan hij er ook niet
voor instaan natuurlijk. Wat betreft die
bezwaren, dat tusschen de raderen van die
transoprtirtriohting vuil zou komen, daar
voor bestaat geen vrees, daar deze zijn
afgedekt. Ze hebben bovendien een be
hoorlijke draagkracht. Het door den heer
Schoeffeienberger geopperde denkbeeld
(schuine dekken met kleppen) is ook on
derzocht. Als zoo'n schip slingert, slaan
ze stuk. Al die dingen zijn ernstig over
wogen en het eenige wat ervan overbleef,
is het onderhavige voorstel.
De discussies worden thans gesloten en
het voorstel B. en \fi. komt in stemming.
De heer V a n O s motiveert nader zijn
stem .Het zou den schijn wekken alsof het
spr. te doen was dit voorstel te onthalzen.
Vandaar de verklaring, dat spr. na de per
tinente verklaringen van den wethouder
en de Cie voor de Bedrijven, dat alles ge-
prpbeerd is en ook wegens het argument,
dat de begrooting dan zou moeten worden
verhoogd, zal spr. met dit voorstel mee
gaan.
Dit wordt vervolgens met algemeene
stemmen (op die van den heer van Dam
na, die tegenstemt) aangenomen.
Jaarwedden.
Voorstel in zake verhooging van de
jaarwedden van den Burgemeester en den
Secretaris.
Held. Ort. 5 Dec.
De Voorzitter deelt, alvorens de be
sprekingen over dat punt te openen, mede,
dat in d* dazen middag gehouden vergade
ring van het Dagelijkscb Bestuur de wen-
schelijlkheidi is uitgesproken, dat de Voor
zitter en Secretaris zich tijaens de discus
sies zouden verwijderen. Spr. was p raoon-
IJJk van een andere meenimg, omdat hij ver
trouwen heeft, dat de Raad1 zich onbevangen
over deze aangelegenheid zal uitspreken.
Wat spr. betroft, hij voor zich houdt zich
aan de leus, „dat meer op góede behandeling
zal Vonden gelet dan op hoog loon" (groote
vroolijkheid), en waar het niet geldt den per
soon van den heer Houwing, maar de functie
van Burgemeester, meende spr. wellicht den
Raad nog inlichtingen te kunnen geven en
oordeelde het dientengevolge wenschelijk de
discussies bij te wonen. Mocht de Raad
evenwel van andere meening zijn!, dan zul
len de secretaris en ik zich onverwijld bij
dat standpunt neerleggen en de vergadering
verlaten'.
De heer Schoeffeienberger heeft
sedert zijn zesjarig raadslidmaatschap geen
kiescher onderwerp behandeld dan dit. Spr.
heeft persoonlijk liever, dftt de burgemeester
de discussies bijwoont, al vindt hij dat iet
wat pijnlijk. De populariteit zoo van den
burgemeester als van den secretaris zal spr.
uitschakelen, en de kwestie alleen bespreken
uithoofde van het ambt zelf. Spr. apprecieert
den burgemeester voor diens arbeid en ook
de welwillendheid, waarmede de heer Kam
man steeds het publiek te woord staat. Maar
het komt spr. vreemd' voor, dat men in den
.mobilisatietijd, toen inderdaad meer van deze
beide ambten geëischt werd dan thans, geen
verhooging gekregen heeft, terwijl men het
nu, nu de betrekkingen minder werkzaam
heden vereischen, komt voorstellen. Een
tweede punt voor spr. is, dat de levensstan
daard lager geworden is. Spr. acht bedde
salarissen voldoende, en vergeleken met die
van den ontvanger van registratie, die slechts
3400 verdient, ia voor het ambt van secre
taris het verschil nogal groot. Juist op der
gelijke dingen 'is zooveel te bezuinigen. Nu
zal men spr. wellicht wel voor conservatief
verslijten, maar in dezen tijd moet men op
alle mogelijke dingen bezuinigen, en daar
spr. van meening is, dat thans de tijd niet
gekomen is voor deze verhooging, zal hij
tegenstemmen.
De heer Boon wijst er op, dat bij de
vaststelling der begrooting over 1924 en 1925
de noodzakelijkheid bleek om de uitgaven
voor de gemeente te beperkea Dientenge
volge is de vacantietoeslag verdwenen, ter
wijl tevens verhaal van pensioenbijdrage is
ingevoerd voor de ambtenaren eri werklie
den. Spr. is thans nog altijd van meening,
dat "de finantieele toestand der gemeente zoo
is, dat geen salarisverhoogingeh kunnen
worden aanvaard. Nu vindt spr. de door Ged.
Staten ontworpen regeling goed, maar men
moet daar nu niet, zooals voor het salaris
van den secretaris geschiedt, boven gaaa
De heer Van Loo verheugt zich, dat
Ged.. Staten eindelijk zijn bekeerd ten op
zichte van de salarissen van Burgemeester
en Secretaris. Al 5 jaar geleden was de Raad
van deze meening, maar Ged. Staten wilden
er nimmer aam Wij hebben indertijd ons
voorstel gedaan zooeüb het ook thans is^ge-
formuleerd; laten wjj het nu handhaven, zegt
spr. Verschillende functies in de gemeente
worden hooger gesalarieerd' dan het ambt
van secretaris. Spr. fractie zal het voorste!
gaarne steunen.
De heer Bok sluit zich by het betoog van
den heer Van Loo aan.
De heer V a n O s vindt een grond van
waarheid in het betoog van den heer Boon,
doch kan zich, waar tot driemaal toe is aan
gedrongen op verhooging dezer salarissen,
thans met de voorstellen vereen!g^n.
De heer Eylders vraagt of Ged. Staten
deze regeling, die verder gaat dan die van
henzelf, zullen goedkeuren?
Het voorstel van B. en W. wordt met op
3 na algemeene stemmen goedgekeurd. Te
gen stemmen de heeren Schoeffeienberger,
Boon en Geurtsl).
Woonwagenkamp.
Voorstel tot het stichten van een woon
wagenkamp.
Held. Ort 5 Dec.
De heer Bok vraagt of het offer van
2000 niet te groot is indien het hier in
derdaad een tijdelijke ingebruikname betreft.
De heer VanBreda antwoordt dat het
Ooilege zich niet voorstelt, dat deze vergun
ning niet zou worden verlengd'. Wij hadden
bedoeld terrein gevonden bij de OjZ.kazerne
en hebben er ter wille van de Marine afstand
van gedaan. Het is niet waarschijnlijk, dat
men ons thans ook dat terrein weder zal op
zeggen.
De heer VanOsdringt aan op geregelde
conitröle van dit park vanwege den gemeen
telijken arts.
Het voorstel wordt daarop met algemeene
stemmen aangenomen.
Onderwijs.
Voorstel om te bepalen, dat de onder
wijzers als regel worden ontslagen bij het
bereiken van den 66-jarigen leeftijd, met
een prae-advies van Burgemeester en
Wethouders met betrekking tot de aan
gaande dit voorstel ingediende araende
menten van de leden van den Raad G. J.
Eylders en J. Geurts.
Held. Ort. 8 Dec.
Het amendemenit-Eijlders strekt om de
ambtenares bij huwelijk te ontslaan; het
amendemenit-Geurts bedoelt om die bepaling
betreffende ontslag op 66-jarigen leeftijd
verplichtend te stellen en niet, zooals thans,
aan B. en W. nog de bevoegdheid' te laten
het ontslag op dien leeftijd1 niet te doen in
gaan,
Nog is Ingekomen een request van de
De regeling van Ged. Staten was al
dus: burgemeester 60007000, s.>creta-
ris 49005900; het voorstel van het Ooi
lege (gebaseerd op vroegere voorstellen in
den Raad) luidde: burgemeester f 6000 tot
7000; secretaris '5600 tot 6600 en is
thans aangenomen, De tegenwoordige sala
rissen zijn: burgemeester 66006600,
secretaris 4600—/ 6600.
Ned, Ver. van Staatsburgeressen met de
bezwaren tegen het ontslag der huwende
onderwijzeres.
De heer Geurts licht zijn voorstel toe.
Hij heeft dit aldus geformuleerd .teneinde te
onitkpmen aan bepaalde individueel© gevallen,
waartloor men uit sympathie of anderszins,
de ontslagbepaling niet zou willen doorvoe
ren. Naar spr. meening behoort men op 65-
jarigen leeftijd te worden gepensionneerd.
Men kan op diifen leeftyd zeer goed nog flink
zijn, maar het is toch ock volstrekt niet noo-
dlg om afgeleefd te zyin als men gepension-
neerd wordt. Als de Raad voor de vraag
kwam te staan: op welken leeftijd zullen wjj
pensionneeren, zou hij wellicht nog een
vroeger jaar kiezen.
De Voorzitter: Men kan wel mer
ken, dat de heer Geurts nog niet in het genot
van een pensioen veikeert. Als men op zijn
65e jaar nog in alle opzichten torachtig en
gezond Is, is het hard gepensionneerai te
moeten worden. Het is daarenboven ook
lang niet altijd' wenschelijk het te doen.
De heer E ij 1 d e r s acht de zaak van bui
tengewoon grooten ernst. Als er eene zaak
is, die bij alle partijen besproken is, is het
wel deze. Het Ooilege maakt er zich af met
te zeggen: de zaak is bekend genoeg, dus
stem nu maar. Maar men mag toch in den
Raad wel een andere klank laten hooren?
Dat wij' de gehuwde vrouw willen heenzen
den, geschiedt niet omdat wij haar minder
waardig vinden. Deze zaak is op het Intern.
Congres van Christelijke Arbeiders te Lu-
cern besproken en daar werd het beangsti
gend genoemd, dat het werk der vrouw al
zooveel mannenwerk verdringt Mejuffrouw
Behra Verslagg.) hield eene inleiding en
mejuffrouw Hutte, van de Ned, R.-K. Vrou-
wenvereeniiging, zeide het zoo mooi, dat de
arbeid van de gehuwde vrouw moest worden
afgekeurd, omdat de vrouw voor het gezin
moet worden behouden, Nu zijn wij verre
van dit ideaal verwijderd, maar uit beginsel
dient men er toch naar te streven, en ook
om praktische redenen, mi. het broodvraag-
stuk.
Niet alleen de chr. pers evenwel, maar
ook de liberale, zooals het Utr. Dagblad' in
den persoon van dr. Ritter, komt tot dezelf
de slotsom. Ook Clara Wichmanm verklaarde,
dat de vrouw geen twee taken tegelijk kan
verrichten. Eveneens Ida Heijermans, die
het opneemt voor de gehuwde vrouw. Deze
schrijfsters behandelen de vraag wie het
meeste recht op de vrouw heeft, de'maat
schappelijke arbeid of het kind thuis. Ook de
journalist D. Hans heeft dit onderwerp be
handeld en is van oordeel, dat de vrouw
terug moet naar het gezin. De sterkste te
genstandera zijn dq feministen,
Wij willen de vrouw brengen waar zij be
hoort en zijn het eens met Jan Ligthart, die
het kind aan de moeder teruggeeft. Een van
beide: óf het ambtelijk werk van de moeder
lijdt schade, óf het kind,
Dan is er nog het brood vraagstuk, dat
maakt, dat er nog toestanden zijn, die het
noodig maken, dat .de vrouw medehelpt De
roeping der vrouw is terug het gezin.
DeVoorzi.tter merkt op, dat bet Col
lege den ernst der zaak volstrekt niet heeft
onderschat. Maar daar waren de inzichten
verdeeld; spr. zelf staat aan de zijde van den
heer Eijldera.
Mevrouw Van der Hulst: M. de V„
Het zal U wel niet verwonderen, U, die mijn
gevoelens kent omtrent deze zaak, dat ik
thans het woord verlang. Die nu meent een
pur-eang feministische verdediging te zullen
hooren, moet zijn verwachtingen niet te
hoog stellen. Natuurlijk ben ik het mat het
amendement-Eyidera niet eens, maar dat
neemt niet weg, dat ik niet door dik en dun
een huwelijk tusschen twee in functie blij
vende ambtenaren zal verdedigen. Mij lijkt
het verre van verkieselijk, wanneer man en
vrouw 's morgens de deur uitgaan om bui
tenshuis den kost te verdienen, het huis aan
vreemden overlaten of wel niemand inl huls
en de deur op slot, bovendien een gewild
kinderloos huwelijk. Dat is niet mijn opvat
ting van een gezellig huwelijksleven, doch
geeft mij' dat dan het recht, als lid* van den
Raad, me te bemoeien met de particuliere
aangelegenheden onzer ambtenaressen, die
wel zoo'n huwelijk prefereeren? Zijn wij als
overheid toeziende voogd over onze onder
wijzeressen? Het zou een punt van over
weging uitmaken, als het onderwijs er onder
zou lijdien, wanneer een onderwijzeres huw
de, maar dat is absoluut 'niet het geval. An
dera wordt het, wanneer zoo'n onderwijzeres
moeder zou worden. Dan is er m. d. maar één
oplossing: ontslag nemen en thuis blijven.
Een moeder hoort in het gezin, vooral als de
kinderen klein zijn, daar is dan voortaan haar
plaats. Nu zal men mij toevoegen: „Daar
komt dan zoo'n dubbel tractement binnen en
honderden loopen met hun akte in hun zak
zonder betrekking". Maar dian vraag ik:
„waarom dan de vrouw in zoo'n huwelijk de
dype te laten worden, de man profiteert dan
toch zeker ook van dat dubbel inkomen?
Waarom dan den man ook geen ontslag aan
gezegd bij eventueel huwelijk met een in
functie blijvende ambtenares?"
En tegen degenen, die uit zedelijke over
wegingen bezwaren hebben tegen zoo'n hu
welijk, zou ik willen zeggen: „Denkt aan de
gevolgen, die zoo'n besluit na zich zou slee
pen, als men dergelijke huwelijken zou ver
bieden, zou t gevolg- zijn een gaan samen
leven der betrokken partijen, een uit zede
lijkheidsoogpunt zeker nog verwen>elyker
zaak. Hebben we het dian gewonnen?"
Neen, mijnheer de Voorzitter, hoe men de
zaak ook bekijkt, we mogen dit besluit niet
nemen, We hebben er niet het recht toe.
Het zijn de particuliere zaken van vrije men-
schen, daar mag de overheid zich niet mede
bemoeien. Ik geef mijn mederaadsleden dan
ook dringend' in overweging, bet amende-
ment-Eijldera niet' te steunen. Dergelijke
drastische middelen behooren niet meer thuis
in onzen modernen tijdi, in onzen tijd van
vrijwording voor de vrouw. Dat zou een
daad zijn zoo ondemocratisch als maar mo
gelijk is.
De heer VanOs vindt, dat de heer Eijl
dera een goed' pleidooi heeft geleverd, het
welk spr. geheel kan onderschrijven. Mevr.
Van dór Hulst gaat gedeeltelijk mee en
komt nog wel heelemaal aan zijn zijde te
staan. Het is kostelijk en mooi,
Eijldera dit eens naar voren beert geDracnu
De heer Verstegen heeft
de heer Eiilders van zijn standpunt goed
gesproken Hy heeft massa's citaten aange
haald van vooraanstaande «hrtt^ enj*pr.
kan daartegenover grootere niaBsas
van anderen, die het standpunt huldigen van
Mevrouw Van der Hulst, De rede van den
heer Byiders was een ideëelte rede, dae geen
rekening houdt met de praktische werk»-
het «*"1
Eylders, waar deze de nweder recht op
haar kind geeft. Maar wie zdjn het, die
der moeder dat webt ontnamen? Dat
zyn menschen zooais in het gereformeer
de Huizen wonen, in het vrm« 1
waar de vrouw er op uit
haring te speeten, omdat de verdiensten
van den man te gering zijn omi het gezin
te onderhouden. Het kwaad zetelt in de
maatschappelijke toestanden en in e
werkeloosheid. De werkeloosheid is net,
die 'het noodzakelijk maakt, dat de ge
huwde vrouw ook haar arbeid aan het
gezin productief moet maken. Het past
den heer Eylders niet 'hier een ideëel©
speech te houden.
De heer Schoeffeienberger is
onder den indruk geraakt van de rede
des heeren Eylders, waar een maatschap-
pelyke waarheid inzit. Maar 'het is plicht
van dien1 heer dan.ook de «misstanden uit
de wereld te helpen. Spr. heeft gezien hoe
de vrouwen in Drente turftrapten, toen
hadden we 'geen christelijk ministerie,
maar nu minister Oolijn er ls, komt ex
geen wetsontwerp, dat verbetering brengt
in deze toestanden. Spr. zou verder wil
len gaan en alle gehuwde onderwijzeres
sen ontslaan, omdat er zooveel anderen
zonder betrekking rondloopen. Plaatee-
iyk loopen er hier met een groot dubbel
salaris. Zoo ziet men, dat spr., zy het op
andere gronden, toch in het schuitje van
den heel Eylders komt Uitvoerig zet spr.
zyn standpunt uiteen, doch ls uiterst
moeilijk te voligen tengevolge van de
weinig© aandacht ln den Raad.
De heer Bok: Deze kwestie is eenige
jaren geleden ook ter sprake gekomen,
toen was spr. ook tegen handhaving van
de gehuwde ambtenares. Spr. 'begrypt
wel, dat het niet altijd mogelijk ia, dat de
man voldoende verdient maar waar hier
in verschillende betrekkingen de gehuw
de vrouw benoemd wordt terwijl het ge
zin al goede salarissen geniet zal spr.
voor het amendement-Eylders stemmen.
De heer Heyblok merkt op, dat by
verschillende pogingen, die gedaan zyn
om tot salarisvermindering en bezuini
ging te komen, ons wel eens gevraagd is
ons uit te spreken over ons standpunt ten
opzichte van de arbeid der gehuwde
vrouw. Wiy denken er niet aan ons daar
tegen te verklaren. Waaron gaat men
dan anderen vrouwen niet verbieden te
naaien, te wassohen, etc„ teneinde het
gezin bijverdiensten te bezorgen? Ook
by ons zyn voor- en tegenstanders betref
fende dit punt In het Int. Verbond van
Vakvereenigingen is de zaak besproken;
de oorlog was een der groote wrzaken
van het ln loondienst gaan der vrouwen.
Ook in Holland. De vrouw beloort in
het gezin, zeer zeker. Op het
oogenblik zoeken tal van postambteiaren,
die er van «hun salaris niet kunnen ko
men, een bijbetrekking. In gezinnen van
rijken, waar men een dienstbode heeft
voor het werk en een kinderjuffrouw voor
de kinderen, gaat ook de vrouw uit het
gezin.
De heer Van der Veer weet ook wat
vrouwenarbeid beteekent, maar onjulit
is het te zeggen, dat vrouwelijke velo-
arbeid komt van de christelijke broeders
In het Zuiden van het land zijn in dat
opzicht de toestanden erger dan hier, al
wordt het ook daar minder. Ook spr. is
van meening, dat de getrouwde vrouw in
huis behoort, en men kan de ambtenares
sen niet vergelijken met een boerenar
beider.
De heer Smits acht het niet noodig
te verklaren, dat hij bijna geheel kan on
derschrijven hetgeen de heer Eylders
zegt. Nu moge deze heer iets te idealis
tisch zijn, het gaat niet aan te zeggen
dat hun party de oorzaak is van de be
staande toestanden. Mevrouw van der
Hulst stelt de dingen bizonder gek; zy
kan den axheid der gehuwde vrouw tol©-
reeren units het onderwijs er niet onder
ïydt Maar als een gehuwde vrouw maat
schappelijk werk verricht, schiet zy in
een van haar plichten te kort: hetzy als
huisvrouw, hetzy als onderwijzeres. Waar
om ontslaat men dan een man? vraagt
mevrouw van der Hulst. Is het niet met
een gevoel van fierheid, dat de man zioh
koning noemt van het gezin? (Groote
vrooLijkheid). Het zal wel niet zoover ko
men als de heer Eylders vreest, dqt de
vrouw 'het werk van den man zal over
vleugelen.
Vrij huweiyk en opzettelijke kindek
loosheid zijn twee verderfelijke zaken.
Men kan in "het particuliere leven niet
ingrijpen, maar er moeten in het over-
heidsleven gezonder toestanden komen.
Indien de maatschappelijke toestanden
zoo slecht zijn, moeten wy ingrypen De
heer Eylders heeft natuuriyk niet de .be
doeling morgen aan den dag alle gehuw
de ambtenaressen op straat te zetten,
maar lanigs «^leidoTijkon weg moet men
tot betere toestanden komen.
Wat het amendement-Geurts betreft:
spr. meent, dat de juiste weg ls by ont
slag op 66-jarigen leeftyd nog de deur
ipen te laten om alsnog in functie te
kunnen blijven.
Mevrouw van der Hulst begrypt
volkomen, dat het voor een man, die,
zooals de heer Snuit», zioh een soort ko
ninkje voelt, een heel ding is de vro*w
de eer te geven, dde haar toekomt. De h«er
Eyidens gaat evenwel verschillende argu
menten van mij voorbyvoor spr. i gt
'het zwaartepunt hierin, dat wy niet iet